MENSEN MET HET RUBINSTEIN–TAYBI SYNDROOM (RTS) Een vouwblad met informatie voor ouders, hulpverleners en andere belangstellenden Een paar vragen die ouders en hulp-verleners zullen bezighouden wanneer bij een baby, kind of volwassene de diagnose RTS wordt gesteld zijn: Wat is het Rubinstein-Taybi syndroom? Wat zijn het voor mensen en wat hebben ze nodig aan hulp en begeleiding? Dit vouwblad kan niet alle vragen beantwoorden. Het geeft alleen een eerste overzicht. Over het Rubinstein-Taybi syndroom is veel meer informatie voorhanden, o.a. via onze Stichting. Ouders die dat willen kunnen via de Stichting RTS andere ouders van kinderen met dit syndroom ontmoeten. Toen ik pas geboren was had ik een enorme bos zwart haar en kromme duimpjes. Ik woog ruim 7 pond en dat gewicht heb ik maanden gehouden. De eerste week van mijn leven was fijn: het badje was heerlijk; ik sliep veel en werd verwend door iedereen. Maar na tien dagen begon ik te hoesten en te spugen en slecht te drinken. Zo belandde ik met longontsteking in het ziekenhuis. Toen ik thuiskwam werd ik weer verkouden en ging ik weer slecht drinken en begon ik weer te spugen. Daarom kreeg ik aangezuurde voeding uit de fles met een verdikkingsmiddel. Na de voeding lekker in de draagzak, dat was lekker warm en ik spuugde minder. Hoewel ik het eerste jaar misschien wel een sloom jongetje was, was ik wel goedlachs. Later dan iedereen ging ik kruipen, maar sinds mijn derde verjaardag loop ik vrolijk rond en ga ik op onderzoek uit. Wat is het Rubinstein-Taybi syndroom? “Syndroom” is een medische term voor een verzameling verschijnselen, zoals uiterlijke kenmerken, ontwikkelingsverloop en medische bijzonderheden die allen zijn terug te voeren tot een gemeenschappelijke oorzaak. Het Rubinstein-Taybi Syndroom is genetisch bepaald. Een klein stukje ­erfelijke informatie (van hetzij chromosoom 16, ­hetzij 22) bevindt zich niet op de juiste plaats, ontbreekt, of kan niet worden a­ fgelezen. RTS komt bij jongens en meisjes evenveel voor. In 1963 beschreven kinderarts Rubinstein en röntgenoloog Taybi ­(beiden overleden in 2006) 7 kinderen met hetzelfde syndroom. Aanvankelijk werd dit het “brede duimen syndroom” genoemd. Pas later werd de naam van beide onder­ zoekers gekoppeld aan dit syndroom. RTS is een weinig frequent voorkomende aandoening. Per jaar worden in Nederland ongeveer twee kinderen met RTS geboren (1 : 100.000 à 125.000 geboorten). Men schat dat er in Nederland ongeveer 100 mensen met RTS moeten zijn, hiervan zijn er 75 bekend. Bij het vermoeden van RTS kan genetisch onderzoek plaatsvinden. Met de huidige technieken wordt bij o ­ ngeveer 45% van de RTS-ers een chromosoom ­afwijking vastgesteld. Wat zijn de kenmerken van mensen met RTS? Een RTS-er hoeft niet alle onderstaande ­kenmerken te hebben. Een combinatie van een aantal ervan wijst echter wel in de ­ richting van RTS. Veel van de afzonderlijke kenmerken komen ook voor bij mensen ­zonder het syndroom. • een aantal lichamelijke problemen dat ­vaker voorkomt dan bij leeftijdgenootjes gebruikelijk is, zoals: - weinig en langzaam drinken - spugen - obstipatie - luchtweginfecties - oogafwijkingen - hartafwijkingen • vrijwel alle kinderen hebben een groei­ achterstand. • de ontwikkeling verloopt vertraagd, maar wel harmonieus. • vrijwel alle mensen met RTS hebben een matige tot ernstige verstandelijke handicap. • alle mensen met RTS hebben een brede “grote teen”. • een brede duim komt ook vaak voor. • de mensen hebben een vriendelijk en ­opgewekt karakter. • ze staan meestal open voor contact. • een aantal kenmerkende gelaatstrekken, die veranderen bij het ouder worden en meer uitgesproken worden. • een typische gebitsafwijking (talon cusps) bij het blijvende gebit, komt bij nogal wat mensen met RTS voor. Wat kunnen ouders/verzorgers ­verwachten? HET GEDRAG In de babyfase zijn de kinderen vaak stil en afwachtend. Op latere leeftijd zijn ze veelal vriendelijk en opgewekt. Ze staan meestal open voor contact. Vooral in oppervlakkige contacten zijn ze makkelijk en vrij (soms wel eens te vrij). Ze kunnen heel spontaan en natuurlijk reageren. Aan de andere kant kunnen ze behoorlijk koppig zijn, maar over het algemeen zijn de kinderen coöperatief en hun sociaal gedrag is meestal goed ontwikkeld. Zelfverzorging, spelletjes e.d. zijn hen goed aan te leren. Ze kunnen moeilijk hun aandacht bij één onderwerp houden. Dit maakt dat hun opvoeders, naast geduld, veel doorzettingsvermogen nodig hebben. Vroeghulp en Praktische Pedagogische ­Gezinshulp (PPG) kunnen veel steun bieden aan ouders. VERSTANDELIJKE ONTWIKKELING De verstandelijke ontwikkeling verloopt ­langzamer dan gebruikelijk. Vroeger werd ­gedacht dat ieder kind met RTS een ernstige verstandelijke handicap heeft. De variatie blijkt echter heel groot te zijn. Sommige ­kinderen weten zich, met wat extra aandacht, goed te handhaven op een gewone crèche of peuterspeelzaal. Andere kinderen kunnen zich, vooral wanneer de motorische ont­ wikkeling sterk achterblijft, in een groep ­leeftijdgenootjes onvoldoende handhaven. Dan zullen hun ouders eerder kiezen voor een kinderdagverblijf voor kinderen met een verstandelijke handicap. ONTWIKKELING VAN TAAL & SPRAAK De kinderen begrijpen vaak veel meer dan zij via gesproken taal kunnen uiten. De spraak­ontwikkeling komt laat op gang. De kinderen zeggen hun eerste woordjes tussen het tweede en vierde jaar of soms nog wat later. Wanneer ze zich niet begrepen voelen, kunnen ze ­gefrustreerd raken waarbij boosheid en driftbuien de uitingsvormen zijn. Daarom is het belangrijk om een andere manier van communiceren te zoeken, b.v. gebaren of pictogrammen. (Preverbale) logopedie kan goede hulp bieden. LICHAMELIJKE ONTWIKKELING De problemen met eten en drinken kunnen tot lang in peuter en kleuterleeftijd aan­ houden, maar gaan uiteindelijk vanzelf over. Wel blijft verslikken en braken een zwak punt bij sommige kinderen. MOTORIEK & ZELFREDZAAMHEID De meeste kinderen leren tussen hun eerste en tweede jaar zitten en kruipen en tussen het tweede en vierde jaar lopen. De manier van lopen is doorgaans wat houterig. Ook de ontwikkeling van de fijne motoriek verloopt langzaam. Hierdoor zijn allerlei zelfredzaamheids-vaardigheden zoals ­zichzelf aan- en uitkleden en zelfstandig eten moeilijker onder de knie te krijgen. ­Begeleiding van een (kinder) fysiotherapeut kan hierbij tot goede resultaten leiden. HET GEZICHT Het gezicht van kinderen met RTS verandert nogal in de eerste levensjaren. Op peuter/ kleuterleeftijd is het gezicht rond en ­symmetrisch en pas op schoolleeftijd krijgt het gezicht de typerende RTS kenmerken: het gezicht wordt langer en er is vaak sprake van een lichte asymmetrie, de ogen staan naar beneden gebogen. De kinderen heb vaak opvallend zware wenkbrauwen en ­lange wimpers. De manier van lachen kan opvallend zijn. De Stichting Rubinstein-Taybi syndroom Een aantal ouders van kinderen met RTS heeft zich in 1984 gebundeld tot de Stichting RTS. De Stichting RTS heet officieel: “Stichting tot behartiging van de immateriële belangen van ouders en verzorgers van kinderen met het Rubinstein-Taybi Syndroom”. De Stichting tracht haar doelstelling te verwezenlijken door: • Bevorderen van informatie uitwisseling tussen ouders en verzorgers • Het zonodig informeren van hulpverleners en het opkomen voor de maatschappelijke positie van mensen met het Rubinstein-­ Taybi Syndroom • Het stimuleren van onderzoek naar oorzaak en gevolg van het Rubinstein-Taybi Syndroom Familiedag De Stichting organiseert jaarlijks rond april een familiedag. Deze dag staat vooral in het teken van uitwisseling van ervaringen en onderling contact. Voor de kinderen, ook voor de broers en zussen, worden diverse activiteiten georganiseerd (muziek- en andere optredens, spellen, speurtocht e.d.). Informatiedag Eenmaal per jaar wordt rond november een informatiedag georganiseerd. Op deze dag wordt de jaarlijkse huishoudelijke vergadering gehouden. ’s Middags worden er voordrachten gehouden door een deskundige over een ­onderwerp, dat betrekking heeft op mensen met RTS. Ouders kunnen zelf voorafgaand aan de Informatiedag aangeven welke onderwerpen zij belangrijk vinden. Website Informatie over RTS, contactmogelijkheden en de activiteiten van de stichting kunt u vinden op de website www.rtsyndroom.nl. Hier vindt u ook links naar websites die raakvlakken hebben met RTS. Nieuwsbrief Tweemaal per jaar verschijnt de Nieuwsbrief EnzovooRTS. De inhoud van de EnzovooRTS bestaat uit informatie die van belang kan zijn voor mensen met RTS of hun ouders en/of verzorg(st)ers. Brochure & dvd Er bestaat een uitgebreide brochure en een dvd (zowel Nederlands- als Engelstalig) over het Rubinstein-Taybi syndroom. ­ Donateurs ontvangen de brochure en de dvd bij hun aanmelding. Instellingen en a­ ndere geïnteresseerden kunnen de brochure en de dvd bestellen via onze website. Contact Ouders en belangstellenden van een kind met RTS kunnen contact opnemen met de Stichting RTS via de website of via het ­secretariaat. Indien daaraan behoefte bestaat kan in overleg worden bekeken of er andere ouders met een RTS kind in de omgeving wonen, zodat daarmee contact kan worden gelegd. Donateur? Ouders en andere geïnteresseerden kunnen zich aanmelden als donateur. De Stichting RTS gaat per 2012 uit van een jaarlijkse ­donatie van € 25 per donateur. U kunt zich via onze website opgeven als donateur. U kunt uw donatie overmaken op bank­ rekening NL98 RABO 0125 1505 04 of NL49 INGB 0006 4938 70, beiden ten name van Stichting Rubinstein-Taybi syndroom te ’s Gravenzande. Als donateur ontvangt u de RTS-Nieuwsbrief, de RTS-DVD, de RTS-brochure, het boekje Even Voorstellen, wordt u uitgenodigd voor de familie- en ­informatiedagen en krijgt u na registratie toegang tot MijnRTS waarin extra (medische) informatie en foto’s op onze website te vinden zijn. Secretariaat [email protected] www.rtsyndroom.nl @stichtingrts Rubinstein.Taybi