1 In ’t kort Antisemitisme en Antizionisme 2 Inhoud Pag. Inleiding 3 Antisemitisme en Antizionisme 5 Kristallnacht 9 Holocaust / Sjoa 11 Joodse Staat 13 Oorlogen en conflicten 16 Toespraak Israëlische VN-Ambassadeur 20 Gebed voor de staat Israël 25 3 Inleiding Het antisemitisme, dat steeds vaker tot uitdrukking wordt gebracht in de vorm van antizionisme, neemt wereldwijd ernstige vormen aan. De Jodenhaat (antisemitisme en antizionisme) grijpt razendsnel om zich heen. Wat is de oorzaak van deze haat? Het feit dat in de moslimtraditie en in de koran de Joden een metafoor zijn voor al het kwaad dat in de wereld plaatsvindt, zowel in de Arabische wereld als in het Westen? Is het de vervangingstheologie, die leert dat de kerk in de plaats van Israël is gekomen, en de Joden wil verdringen en ontkennen dat ze nog langer door God zijn uitverkoren en geliefd? Is niet ten diepste de oorzaak van de Jodenhaat gelegen in het feit dat God Israël heeft uitverkoren om zijn eigen volk te zijn, en dat ze dat nog steeds zijn? 6 Want gij zijt een volk, dat de HERE, uw God, heilig is; ú heeft de HERE, uw God, uit alle volken op de aardbodem uitverkoren om zijn eigen volk te zijn. 7 Niet, omdat gij talrijker waart dan enig ander volk, heeft de HERE Zich aan u verbonden en u uitverkoren; veeleer zijt gij het kleinste van alle volken. (Deuteronomium 7:6-7). 2 want gij zijt een volk, dat de HERE, uw God, heilig is, en u heeft de HERE uitverkoren om Hem een eigen volk te zijn uit al de volken, die op de aardbodem wonen. (Deuteronomium 14:2). Is Antisemitisme en Antizionisme ten diepste haat tegen God? Christenen (kinderen, volgelingen van de Here Jezus) kunnen geen neutrale houding innemen ten opzichte van Israël. Bij het lezen van de Bijbel zullen ze geraakt worden door Gods liefde voor en zijn bedoeling met Israël. God heeft Israël geroepen om zijn heilsplan met deze wereld via hen uit te voeren. Hij gaf zijn woord, de Bijbel en zijn Zoon (Johannes 1:1-18), aan het door Hem daartoe uitverkoren volk Israël. Gods heilsplan is beschikbaar voor alle mensen, zodat niet alleen christenen maar ook nietchristenen eens verantwoording zullen moeten afleggen hoe ze er mee zijn omgegaan, en in het verlengde daarvan, hoe met zijn uitverkoren volk Israël. Bij de roeping van Abraham zegt God: 3 Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken,(Genesis 13:3a). (Bileam heeft dit moeten herhalen toen hij door Balak werd ingehuurd om het volk Israël te vervloeken. Numeri 24:9) Ook de Here Jezus maakt dat heel duidelijk. Met name in zijn ‘Rede over de laatste dingen’ (Matteüs 24, Markus 13 en Lucas 21). In het evangelie van Matteüs volgen aansluitend op deze rede in hoofdstuk 25 een drietal gelijkenissen die verder ingaan op de gevolgen van de houding en gedrag t.o.v. Gods heilsplan, en in het verlengde daarvan t.o.v. zijn uitverkoren volk Israël. Het betreft de gelijkenissen over “De wijze en dwaze maagden”, “De talenten” en “Het oordeel van de Zoon des mensen” (de schapen en de bokken). Alle drie verwijzen naar het laatst van de eindtijd, de terugkomst van de Here Jezus. 4 Gaat het in deze drie gelijkenissen wellicht over drie verschillende doelgroepen? Komt de Here Jezus (de bruidegom) in de gelijkenis van de wijze en dwaze maagden terug voor zijn gemeente / de kerk (de bruid)? Verwijst het aantal van 10 maagden wellicht naar de ‘Minjan’, het quorum van tenminste 10 mannen in Israël, dat bijeen moet zijn om bepaalde religieuze handelingen te mogen uitvoeren? Mag (mede) daaruit worden geconcludeerd dat het in deze gelijkenis gaat over de gemeente / de kerk? Mag er daarbij van worden uitgegaan dat voor het oordeel over de gemeenten / de kerken bepalend is hoe is omgegaan met de Heilige geest? Staat de olie in deze gelijkenis niet symbool voor de Heilige Geest? De vijf die zich goed hadden voorbereid, die gereed waren voor de komst van de bruidegom, mochten de bruiloftszaal binnengaan. De andere vijf mochten niet binnengaan, omdat ze zich niet goed hadden voorbereid en daardoor niet tijdig gereed waren. In de gelijkenis van de talenten komt de Here Jezus terug als heer en meester. Hij oordeelt zijn slaven hoe ze zijn omgegaan met de talenten die Hij ze, naar ieders bekwaamheid, voor zijn vertrek naar het buitenland had gegeven. Ze worden individueel beoordeelt. Van twee wordt de verantwoording voldoende bevonden en van één niet. De derde gelijkenis geeft aan dat, als de Here Jezus komt in zijn heerlijkheid en Hij plaats zal nemen op de troon zijner heerlijkheid, hij dan als koning zal oordelen over de volkeren. Hij zal de volkeren scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken. Bepalend voor de scheiding is of ze in medelijden hebben omgezien naar één van deze zijn minste broeders (één van zijn Joodse broeders). Die dat hebben gedaan (de schapen) beërven het Koninkrijk, en die dat niet hebben gedaan (de bokken) zullen heengaan naar de eeuwige straf. Moeten we als Kerken / Kerkelijke Gemeenten, moeten we als individuen en moeten we als Nederland niet meer onze houding wijzigen en onze stem laten horen tegen de haat tegen het volk van God? Het kan toch niet zijn dat we de andere kant op kijken en deze haat maar rustig zijn gang laten gaan, zoals zowel voor de eerste als voor de tweede wereld oorlog het geval was. Er was toen bij het merendeel van de bevolking een anti-Joodse stemming. In de tweede wereldoorlog werden van de Nederlandse Joden er totaal 102.000 omgebracht, ca. 95 % en daarmee het hoogste percentage van West Europa. Deze ‘In ’t kort’ wil door middel van inleidende samenvattingen aandacht vragen voor het (helaas weer toenemend) antisemitisme en antizionisme. Gehoopt wordt dat het kennisnemen van de inhoud zal leiden tot een verdere en uitgebreidere bestudering dit onderwerp. Dat het een aanzet mag zijn om meer en meer van de rijkdom van Gods Woord te gaan ontdekken en daardoor te gaan onderkennen welke zeer belangrijke plaats het uitverkoren volk Israël daarbij inneemt. 5 Antisemitisme en Antizionisme Semieten stammen af van Sem, de oudste zoon van Noach. Daarom zijn niet alleen de Israëlieten Semieten, maar bijvoorbeeld ook de Arabieren. Jodenhaat zou daarom een beter woord zijn i.p.v. antisemitisme, omdat het alleen gericht is tegen de Joden. Waarom er de eeuwen door sprake is van antisemitisme (Jodenhaat) is moeilijk te verklaren. Vaak worden economische redenen aangevoerd, doch ook religieuze en andere redenen. Een sluitende / eensluidende verklaring heeft men niet gevonden. Het kan haast niet anders of het moet gelegen zijn in het feit dat het Gods volk is. En gij zult Mij een koninkrijk van priesters zijn en een heilig volk. Dit zijn de woorden die gij tot de Israëlieten spreken zult (Exodus 19:6). Want gij zijt een volk, dat de HERE, uw God, heilig is; ú heeft de HERE, uw God, uit alle volken op de aardbodem uitverkoren om zijn eigen volk te zijn (Deuteronomium 7:6). Is afgunst, jaloezie de bron van het antisemitisme? Ten diepste is het haat tegen God. Toen de Israëlieten nog in Egypte woonden werden ze door de (nieuwe) Farao onderdrukt en ingezet als dwangarbeiders. Toen kwam er een nieuwe koning over Egypte, die Jozef niet gekend had. Deze nu zeide tot zijn volk: Zie, het volk der Israëlieten is groter en talrijker dan wij. Welnu, laten wij met beleid tegen hen optreden, opdat zij zich niet vermenigvuldigen en zich – als wij in oorlog komen – bij onze tegenstanders aansluiten, tegen ons strijden en uit het land wegtrekken. Daarom stelde men opzichters van herendiensten over hen aan om hen door de hun opgelegde dwangarbeid te onderdrukken: zij moesten voor Farao voorraadsteden bouwen, Pitom en Raämses. Maar hoemeer men hen onderdrukte, des te meer vermenigvuldigden zij zich en breidden zij zich uit, zodat men bevreesd werd voor de Israëlieten. Toen lieten de Egyptenaren de Israëlieten onder mishandeling werken; ja, zij maakten hun het leven bitter door harde slavenarbeid met leem en tichelstenen en door allerlei arbeid op het veld – alle werk, waartoe zij hen onder mishandeling als slaven gebruikten (Exodus 1:8-14). Wonende in het beloofde land moesten de Israëlieten vaak tegen de omringende volken strijd voeren. Tijdens hun verblijf in ballingschap in Perzië was het Haman die de Joden wilde uitroeien. Haman wordt in de Bijbel ‘de Jodenhater’ genoemd. Op diezelfde dag gaf de koning Ahasveros aan koningin Ester het huis van Haman, de jodenhater, en kwam Mordekai in des konings tegenwoordigheid, want Ester had te kennen gegeven, in welke familiebetrekking hij tot haar stond (Ester 8:1). In 1099 waren het de kruisvaarders die de stad Jeruzalem innamen en een slachting onder de Joodse bevolking hielden. Ook de Joden in de diaspora hebben veel onderdrukking, plundering en vervolging doorgemaakt. Ghetto’s, met name in Polen en Rusland. Pogroms, volksgerichten specifiek tegen Joden gericht. In de tweede Wereldoorlog (1940-1945) werden er door het ‘Hitler-Duitsland’ zes miljoen Joden in de gaskamers omgebracht (Sjoa/Shoa). Zelfs na de Tweede Wereldoorlog werden er in Polen nog pogroms georganiseerd door Poolse burgers ( Angst: Antisemitisme in Polen na Auschwitz, auteur J.T Gross). 6 Direct nadat de Israëlieten in 1948 een eigen land kregen (hun land terug kregen), en vele keren daarna, werden ze door de omringende (broeder)volkeren aangevallen. Maar ook in de toekomst staat hen volgens de profetieën nog veel leed te wachten. En al het volk antwoordde en zeide: Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen! (Mattheüs 27:25). Door deze uitspraak werden de Joden verantwoordelijk gehouden voor de dood ven Jezus. (Een dood waaraan elk mens op deze aarde door zijn/haar zonde mee schuldig aan is.) Zelfs nazibeulen probeerden er hun misdaden mee te rechtvaardigen. Paus Leo de Grote (5e eeuw) zei: “Op jullie, jullie gemene Joden en goddeloze lieden van dit volk rust de last van deze misdaad!”. Johannes Calvijn (1509 – 1564) noemde de Joden ‘de allerhefstigste vijanden van Christus’. Romeinen 9-11 deed hij af als ‘diplomatiek taalgebruik van Paulus’. Maarten Luther (1483 – 1546) vond de Joden een plaag van walgelijk ongedierte. In 1543 verscheen van zijn hand ‘Over de Joden en hun leugens’ (Von den Juden und Ihren Lügen), een antisemitische verhandeling. Het bevatte zeven maatregelen die volgens Luther tegen de Joden genomen moesten worden: 1. Synagogen en Joodse scholen moesten in brand gestoken worden. 2. Huizen van Joden moesten afgebroken en verwoest worden. In plaats daarvan moest hun een simpel dak of een stal worden toegewezen. 3. Joodse gebedsboeken moesten afgenomen worden. 4. Rabbijnen en andere Joodse geletterden moest, op straffe van de dood, verboden worden ooit nog iemand het Joodse geloof te leren. 5. Sieraden en geld van de Joden moest afgenomen worden. 6. Joden mochten zich niet meer op straat vertonen. 7. Joden moesten opgepakt worden en in werkkampen gestopt worden om hen hun brood te laten verdienen. De Lutherse Wereldfederatie heeft hier in 1983 gelukkig afstand van genomen. Desiderius Erasmus (1469 – 1536) zag de joodse godsdienst als de 'verderfelijkste plaag en bitterste vijand van de leer van Jezus Christus'. Zijn bezwaar tegen de joden lag in het rituele karakter van hun godsdienst, waarmee volgens hem de vroomheid werd ondermijnd en van Christus werd afgedwaald. Hij waarschuwde voor de verjoodsing van Europa, door de volgens hem afgrijselijke verhalen in de Talmoed die hij zag als de pest. In 1872 verscheen in Rusland het smaadschrift “De rabbi’s spreken”. Een verzonnen verslag van een verzonnen vergadering van Joodse leiders, gebaseerd op een boek van Herman Goetsche, een antisemiet. Een verhaal over een middernachtelijke bijeenkomst van de geesten van vertegenwoordigers van de twaalf stammen van Israël, waarin deze leiders worden opgevoerd als bedenkers / uitvoerders van kwade en dubieuze zaken. In 1905 verscheen in Rusland de eerste editie van “De protocollen van de wijzen van Zion”. Deze protocollen zouden een weergave zijn van de notulen van een vergadering van Joodse leiders. Het document vermeldde een satanische Joodse samenzwering om de wereld te veroveren en te onderwerpen. In 1920 werd zelfs autofabrikant Henry Ford overgehaald de protocollen te publiceren en van commentaar te voorzien. Pas in 1921 werd duidelijk dat de protocollen een vervalsing waren, ontleend aan een verzonnen verhaal uit een boek van Maurice Joly, in 1864 uitgegeven in België. De Russische 7 vervalser van de protocollen heeft het idee van een geheime ontmoeting van Joodse leiders en de overgenomen uit “De rabbi’s spreken”. Hoewel in 1921 unaniem bewezen was dat de protocollen een vervalsing waren, bleef de verspreiding ervan gewoon doorgaan. De protocollen hebben als antisemitische propaganda een enorme negatieve uitwerking gehad. Zo werden bijvoorbeeld de valse beschuldigingen dat de Joden de oorzaak van alle kwaad waren, gebruikt om de pogroms te rechtvaardigen. Gedurende de hele 20e eeuw hebben antisemitische bewegingen in Duitsland, Oost-Europa de Verenigde Staten en in verschillende Arabische landen met grote gretigheid van de Protocollen gebruikgemaakt, ten behoeve van antisemitische maatregelen om het 'joodse gevaar' in te dammen. Bij verschillende uitingen van antisemitisme, ook tegenwoordig nog, duiken de Protocollen steeds weer op. Een actueel voorbeeld is het handvest van de Palestijnse beweging Hamas, waar veelvuldig uit de 'Protocollen van Sion' geciteerd wordt om de 'zionistische samenzwering' aan te tonen. In het Midden-Oosten wordt door velen niet getwijfeld aan de echtheid van de Protocollen en zijn deze dan ook op grote schaal verkrijgbaar als 'historische literatuur'. De Islamitische afkeer van Joden wordt gelegitimeerd in de Koran. Daarin komen de Joden voor als mensen die zich van Allah hebben afgewend en daarvoor straf en minachting verdienen. Zeg: "Zal ik u vertellen over degenen wier straf bij Allah erger is dan dit? Dezen zijn het, die Allah heeft vervloekt en over wie Hij Zijn toorn heeft uitgestort en van wie Hij apen, zwijnen en duivelsdienaren heeft gemaakt. Dezen zijn inderdaad in een slechte toestand en ver van het rechte pad afgedwaald." (Soera 5:60). In de Europese landen Hongarije, Oekraïne en Griekenland zijn neofascistische partijen in het parlement gekozen, die niet alleen bepaalde grenzen overschrijden en hakenkruisen afbeelden maar er ook voor zorgen dat Joden in deze landen zich anno 2013 op straat niet meer veilig voelen. Ook in Nederland zie je dat het antisemitisme weer de kop opsteekt. Vaak begint het met buitenproportionele / ongefundeerde / onjuiste kritiek op Israël. Ook vlak voor zowel de eerste wereldoorlog als voor de tweede wereldoorlog verkeerde Nederland in een anti-Joodse stemming. Bij een herdenking van de Sjoa (Shoa) wees premier Nethanyahu van Israël er op dat de haat tegen de Joden niet is verdwenen, doch nu veelal vorm krijgt in ‘haat tegen de Joodse staat’. Steeds vaker wordt er in de media gesproken over 'kolonisatie', door –‘Joodse- kolonisten', 'bezette gebieden', 'illegale nederzettingen' en andere onjuiste voorstellingen van zaken. Volledig uit de lucht gegrepen, volkomen onjuiste beschuldigingen. In 1952 annexeert Jordanië de gehele Westoever. Een annexatie die internationaal niet wordt erkent. Tijdens de Israël in 1967 opgedrongen zesdaagse oorlog verovert Israël zowel OostJeruzalem als de Westoever, na vergeefse waarschuwingen aan Jordanië, zich terug te trekken. De eigendomsrechten van Joden op huizen en gebouwen in Oost-Jeruzalem, die ze in 1948 door een noodgedwongen evacuatie moesten verlaten zijn daardoor niet vervallen. Dat wordt bevestigd door het Internationaal Gerechtshof. Oost-Jeruzalem tot 'bezet gebied' verklaren doet de waarheid geweld aan. Hetzelfde geldt voor de West-oever: de annexatie door Jordanië in 1950 is nooit internationaal erkent en daardoor illegaal gebleven. De aanwezigheid van Israël in Oost-Jeruzalem en in Judea en Samaria is niet onrechtmatig. De Islam beschouwt het land Israël als een 'heilige islamitische bodem'. Hun opvatting is dat de vrede van Allah er pas kan regeren als het volk Israël vernietigd is en het land daarmee terugkeert in de schoot van de Islam. 8 Er is geen volk dat door de eeuwen heen zo geleden heeft als het Joodse volk. Ondanks alles is en blijft het Gods volk, zegt ons het Woord van God, de Bijbel. De op gang zijnde terugkeer van de Joden uit de diaspora naar hun oude land (Zionisme) getuigt daarvan. Zal God ongestraft laten al hetgeen men Zijn volk in de loop der geschiedenis heeft aangedaan en nog dagelijks aandoet? Hij gedenkt voor eeuwig aan zijn verbond, – het woord, dat Hij gebood aan duizend geslachten – dat Hij met Abraham sloot, en aan zijn eed aan Isaak; ook stelde Hij het voor Jakob tot een inzetting, voor Israël tot een eeuwig verbond, toen Hij zeide: U zal Ik het land Kanaän geven als het u toegemeten erfdeel. (Psalm 105:8-11). Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden. (Genesis 12:3) Antisemitisme en Antizionisme is een wereldwijde haat tegen de Joden als volk, haat tegen Israël als land. Is het daarmee niet ten diepste een haat tegen de God van Abraham, Isaak en Jacob? 9 Kristallnacht In de nacht van 9 op 10 november 1938 vond in Duitsland de zgn. kristallnacht plaats. De naam kristallnacht verwijst naar de vele ruiten die bij de Joden in heel Duitsland werden ingegooid. Joden werden aangevallen. Tussen de 1.000 en 2.000 synagogen werden in brand gestoken en ongeveer 7.500 winkels en bedrijven van joden vernield. Ook moesten joodse huizen, scholen, begraafplaatsen en ziekenhuizen het ontgelden. De brandweer werd verboden in brand gestoken joodse bezittingen te blussen. Tijdens de kristallnacht werden ca. 400 joden vermoord of tot zelfmoord gedreven. Ook in Oostenrijk werden joden aangevallen en hun bezittingen vernield. De nazipropagandaminister Joseph Goebbels wordt gezien als de aanstichter van de kristallnacht. Enige maanden na het aantreden van Hitler verschenen er in Duitsland overal borden met opschriften als “koop niet bij joden”, “Joden niet welkom”, etc.. Joden mochten geen ambtelijke functies meer bekleden en niet meer studeren aan de universiteit. Met de ‘Neurenberger Wetten’ uit 1935 verloren ze hun burgerrechten. In 1938 waren al ca. 150.000 joden Duitsland ontvlucht. Hitler wilde de Duitse maatschappij ‘ontjoden’ (naar analogie van ‘ontluizen’). Toen dat niet snel genoeg ging gaf hij op 18 oktober 1938 bevel 12.000 PoolsDuitse joden uit te zetten. Ze kregen één nacht om Duitsland te verlaten en ze mochten maar één koffer meenemen. Slechts 4.000 van hen werden in Polen toegelaten. De andere 8.000 gedeporteerden moesten, zonder voorzieningen, onder onmenselijke omstandigheden, aan de grens wachten op toelating. Er werd regelmatig geweld tegen hen gepleegd en er vielen doden. Een zoon van één van de gedeporteerden, die zelf Duitsland al eerder had verlaten en in Parijs verbleef, hoorde over de deportatie en de onmenselijke omstandigheden waarin zijn familie verkeerde. Dit maakte hem zo woedend dat hij, zoals hij zelf zei, een daad wilde stellen die de wereld wakker zou schudden. Hij vuurde bij de Duitse ambassade te Parijs vijf kogels af op de Duitse diplomaat Ernst vom Rath, die twee dagen erna aan zijn verwondingen overleed. Voor Josph Goebbels, Minister van Propaganda, was dit gebeuren aanleiding voor een tirade tegen de joden. Volgens hem was het gehele jodendom verantwoordelijk voor de dood van de Duitse diplomaat. Op 8 november werden alle Duits-joodse kranten en Duits-joodse tijdschriften verboden. En dezelfde dag werd afgekondigd dat joodse kinderen niet meer op Duitse scholen werden toegelaten. Ook werden alle joodse culturele activiteiten voor onbepaalde tijd opgeschort. De dood van de Duitse diplomaat op 9 november viel samen met de herdenking van de “Bierkellerputsch”, de mislukte staatsgreep van Hitler en zijn aanhangers in 1923. Goebbels hield op 9 november een toespraak waarin hij meldde dat Vom Rath was bezweken aan zijn verwondingen en zei: “moet ik u vertellen tot welk ras het vuile zwijn behoorde dat deze lage misdaad heeft begaan? Een jood!”. Hij riep de aanwezigen op “deze aanval van het internationale jodendom niet onbeantwoord te laten; we moeten wraak nemen! We moeten gezamenlijk ons antwoord formuleren op deze joodse moord en de dreiging die het internationale jodendom voor ons roemrijke Duitse Rijk betekent”. 10 Hoewel dit in het openbaar geen expliciet bevel was om joden aan te vallen, was het wel een aanmoediging daartoe. Hitler had al voor de toespraak toestemming gegeven voor ‘demonstratie’. Goebbels informeerde direct na zijn toespraak de leiders van de NSDAP en SA wat hun te doen stond. Dronken mannen waren wel te porren voor rellen. Geholpen door burgers sneuvelden synagogen, huizen, bedrijven winkels, begraafplaatsen en scholen van Duitse joden. De nazi’s namen niet de verantwoordelijkheid voor de kristaalnacht. Integendeel, de Joodse gemeenschap werd er van beschuldigd het geweld te hebben ‘uitgelokt’. Op 12 november werd besloten dat de joodse gemeenschap een boete moest betalen van 1 miljard Reichsmark, voor veroorzaakte schade. De Duitse burgers reageerden verschillend. Soms werden de vervolgde joden geholpen, doch het merendeel wachtte af tot het voorbij was. De kerk in Duitsland hield zich als instituut afzijdig. Volgens de protestantse bisschop Martin Sasse had Luther, die op 10 november is geboren, zich geen mooier verjaardagsgeschenk kunnen wensen. Luther schreef in 1543 een plamflet met de titel “Over de joden en hun leugens”, waarin hij o.a. aangaf: “Men moet hun synagogen en scholen in brand steken en wat niet wil branden, moet men met aarde overdekken zodat geen mens er een steen of sintel meer van ziet, voor eeuwig niet”. De internationale gemeenschap reageerde op de kristallnacht geschokt. Omdat de Nederlandse regering op goede voet met Duitland wilde blijven reageerde ze gematigd. Op 15 december 1938 sloot Nederland de grens voor joodse vluchtelingen en bestempelde hen tot ongewenste vreemdelingen. Helaas steekt momenteel het antisemitisme, veelal in de vorm van antizionisme, in Europa en elders in de wereld weer de kop op. Volgens sommigen in een ergere mate dan voor de tweede wereldoorlog het geval was. En is de Europese oproep tot boycot van producten afkomstig uit de gebieden die (naar internationaal recht ten onrechte) als zgn. ‘bezette gebieden’ worden betiteld, niet een herhaling van de vroegere oproep “koop niet bij joden” ? 11 Holocaust / Sjoa Holocaust betekent 'brandoffer' en is een niet-Joodse (in feite onjuiste) benaming voor de in de tweede wereldoorlog vermoorde Joden. Het was geen brandoffer maar moord. De Joden gebruiken zelf bij voorkeur het woord Sjoa (ook wel geschreven als Shoa of Shoah), dat 'vernietiging' betekent. Volgens de betrouwbaarste schattingen ligt het totaal aantal in de tweede wereldoorlog vermoorde Joden tussen de 5,1 en iets meer dan zes miljoen. Naoorlogse schattingen per land (grenzen van voor de oorlog): Polen: 3 000 000 Sovjet-Unie: 700.000 - 1 000 000 Roemenië: 270.000 - 300 000 - 350.000 Tsjecho-Slowakije: 260 000 Hongarije: 180.000 - 270.000 Duitsland: 130.000 - 165 000 Litouwen: 130.000 - 160 000 Nederland: 102 000 (ca. 95 % van de Nederlandse Joden) Frankrijk: 75 000 (ca. 25 % van de Franse Joden) Letland: 67 000 - 70.000 Joegoslavië: 60.000 - 65 000 Griekenland: 59 000 Oostenrijk: 50.000 - 65 000 België: 25 000 (ca. 40 % van de Belgische Joden) Italië: 7 000 - 9.000 Luxemburg: 1200 Estland: > 1000 Noorwegen: 758 Denemarken: 60 Per jaar zijn de slachtofferaantallen als volgt in te delen: 1933-1940: < 100.000 1941: 1.100.000 1942: 2.600.000 1943: > 600.000 1944: > 600.000 1945: > 100.000 Vernietigings-, concentratie- en doorgangskampen De nazi's hielden hun krijgsgevangenen al in het begin van de jaren dertig in concentratiekampen. In januari 1939 liet Hitler in een toespraak weten dat het "joodse ras" in de komende oorlog 12 vernietigd zou worden. Voor dit doel, de zogenaamde Endlösung (Duits voor "eindoplossing"), werden vernietigingskampen ofwel Vernichtungslager ingericht. Deze kampen waren bedoeld om doelbewust en systematisch groepen te vermoorden, die door de nazi's Untermenschen (Duits voor "ondermensen") genoemd werden. Naast Joden waren dit onder andere zigeuners, gehandicapten, communisten en homoseksuelen. In totaal kregen zeven kampen de functie van vernietigingskamp, waarvan zes in Polen en één in Wit-Rusland. Deze zeven kampen waren: Chełmno Bełżec Treblinka Sobibór Maly Trostenets Majdanek, tevens concentratiekamp Auschwitz II (Auschwitz-Birkenau) Een vernietigingskamp is een kamp waar de meeste gevangenen onmiddellijk na aankomst vergast werden. Dit lot trof sowieso de zieken, ouderen en kinderen. De gevangenen die in leven gehouden werden, kregen verscheidene taken met als doel het kamp draaiende te houden. Die werkzaamheden varieerden van zware arbeid tot dienst in bijvoorbeeld de keukens. Uiteindelijk zouden ook deze gevangenen vergast worden. Deze kampen bevonden zich in het oosten van het Reich (in het huidige Polen met als belangrijkste Auschwitz) en werden bijgevolg ook door het Rode Leger bevrijd. Naast vernietigingskampen hadden de nazi's een groot aantal concentratiekampen, zoals Dachau (bij München) en Buchenwald (bij Weimar). Een concentratiekamp is niet hetzelfde als een vernietigingskamp. Zoals de naam impliceert is een concentratiekamp een werkkamp waar gevangenen geconcentreerd werden. De meeste doden vielen daar door het zware werk, ondervoeding, ziekten en mishandeling. Deze werkkampen kan men bijvoorbeeld vergelijken met de zogenoemde "Goelags" in Sovjet-Russisch Siberië. In de jaren veertig werden veel concentratiekampen ook van gaskamers voorzien, waarna ook daar gevangenen vergast werden. Naast de concentratie- en vernietigingskampen bestonden er ook nog de zogenoemde doorgangskampen. Dit zijn kampen die opgezet werden om de mensen als het ware in op te slaan. Vanuit deze doorgangskampen reed er elke week een trein naar de vernietigingskampen. Westerbork is een voorbeeld van een doorgangskamp in Nederland. Er was (wereldwijd) een collectief christelijk zwijgen gedurende de Holocaust (Sjoa). Israël en Jeruzalem werden aan hun lot overgelaten. 13 Joodse Staat In de eerste vijf Bijbelboeken van het Oude Testament (Thora) wordt veelvuldig gesproken over de Goddelijke belofte van het land aan de nakomelingen van Abraham, Izaäk en Jakob (Israël). Bij de roeping van Abram (Genesis 12:1-9) gaf God hem 3 beloftes. Ik zal u tot een groot volk maken, met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden en de landbelofte. God heeft deze beloftes nooit ingetrokken. Door hongersnood kwamen Jacob en zijn zonen in Egypte terecht. Na 400 jaar bevrijdde God de Israëlieten uit de slavernij en na 40 jaar door de woestijn te hebben getrokken kwamen ze weer terug in het beloofde land. In 586 (v. Chr.) vond de eerste, zeventig jaren durende, ballingschap plaats, waarvan een deel van het volk terugkeerde. In 70 (n. Chr.) wordt de tempel door de Romeinen verwoest en in 138 (n. Chr.) wordt een grote Joodse opstand tegen de Romeinen wreed de kop ingedrukt. De Joden worden vrijwel geheel gedeporteerd (diaspora) en de Romeinen voeren de naam Syria Palestina in. Vanaf dan wordt het land achtereenvolgens bezet door: Romeinen, Byzantijnen, Islamieten, Kruisvaarders uit Europa, Turken en tenslotte Britten. Er zijn altijd nog Joden in het Land blijven wonen. Ook is er door de eeuwen heen altijd sprake geweest van Joodse immigratie naar het land van hun vaderen. Een behoorlijk omvangrijke immigratie naar het land kwam circa 100 jaar voor de Tweede Wereldoorlog op gang. Het ontstaan van de huidige staat Israël is daarom geen proces dat door de Holocaust (Sjoa/Shoa) op gang gekomen is, maar ontstond allang daarvoor. In 1897 werd in Bazel het eerste Zionistisch Congres gehouden, met een belangrijke rol voor Theodor Herzl. Begin 1900 kwam er een aliyah op gang als gevolg van de progroms in Oost-Europa. De Joden stichten in 1909 Tel Aviv en beginnen op grote schaal land te kopen van de plaatselijke Arabieren. In 1917 spreekt de Britse minister van Buitenlandse Zaken, Arthur Balfour, zich uit over het stichten van een Joods nationaal tehuis in Palestina. De zogenaamde Balfour-declaratie. In januari 1919 werd er een overeenkomst ondertekend door de vertegenwoordiger van de zionisten en die van de Arabieren, waarin was vastgelegd dat het westelijk deel van Palestina vanaf de Jordaan bestemd zou zijn voor een Joodse staat. In 1920 nemen de Gealieerden een resolutie aan (San Remo Resolution), die later door de Volkenbond wordt overgenomen. Daarmee werd de Balfour-declaratie in z’n geheel overgenomen en kregen de Britten het mandaat over Palestina, met het doel er een Joods nationaal tehuis te stichten. Ten gevolge van een Arabische uitbarsting besloten de Britten om van het mandaatgebied het gehele gebied ten oosten van de Jordaan (4/5 van geheel Palestina) uit te sluiten van het Joods nationaal tehuis. Een besluit dat in strijd is met het besluit van de Volkenbond. Op 29 november 1947 stemde de Verenigde Naties (VN) voor een verdelingsbesluit betreffende het overgebleven deel (1/5 deel) van het mandaatgebied, waarbij dat deel wordt 14 opgesplits in een Arabische en een Joodse staat. Opnieuw accepteren de Arabieren het besluit niet. Op 14 mei 1948 roept David Ben Goerion de onafhankelijkheid uit van de Joodse staat Israël. Een dag later, op 15 mei 1948 roept de moefi van Jeruzalem de Arabieren op het land te verlaten, omdat de Arabische legers het land wilden binnenvallen om de Joden te vernietigen. Diezelfde dag nog werd Israël aan alle kanten door de omringende Arabische landen aangevallen. Van vernietiging was geen sprake. Integendeel, Israël won (met Gods hulp) de oorlog. De Arabische leiders zijn verantwoordelijk voor de vlucht van de Arabieren uit het land en de vorming van vluchtelingkampen. Deze kampen bestaan nog steeds. Jordanië annexeerde in 1952 de West Bank, maar had geen legale claim op dat gedeelte van het oorspronkelijk Brits mandaatgebied. Slechts twee staten erkenden de claim van Jordanië op de West-Bank. (Verenigd Koninkrijk en Pakistan). Israël kwam na een defensieve oorlog in 1967 in bezit van o.a. de West-Bank. Volgens internationaal recht heeft Israël een betere claim op dat gebied dan Jordanië. Israël heeft, naar het gangbaar internationaal recht, zowel in 1948 als in 1967 op rechtmatige wijze de aanspraken op het land en de zgn. ‘bezette gebieden’ verkregen. Dit laatste is onlangs (april 2013) opnieuw bevestigd door een uitspraak in hoger beroep van het hof in Versailles. Op zich ook weer niet zo verrassend, omdat al eerder meerdere keren experts op het gebied van internationaal recht tot dezelfde conclusie kwamen. Ondanks dit alles, blijft vrijwel de gehele internationale media spreken over ‘bezette gebieden’. Sommigen zwakken het wat af en gebruiken de term ‘betwiste gebieden’. Als de term “Bezette Palestijnse gebieden” naar internationaal recht een onterechte aanduiding is, kan er geen sprake zijn van “Illegale nederzettingen”, en kunnen de bewoners geen “Kolonisten” zijn. Voor vrede met de omringende landen heeft Israël gebieden teruggegeven: - in 1982 de Sinai aan Egypte; - in 1993 land aan de ‘Palestijnse Authoriteit’; - in 1994 land aan Jordanië; - in 2005 de Gazastrook aan de ‘Palestijnse Authoriteit’. In 2008 heeft Israël zelfs 95% van de West Bank aan de ‘Palestijnse Authoriteit aangeboden, hetgeen niet geaccepteerd werd. Het heeft Israël niet de verwachte vrede gebracht, integendeel. Om terreuraanslagen tegen te gaan is Israël in 2002 begonnen met de bouw van een veiligheidsmuur/-hek. De VN droeg het Internationale Hof van Justitie (ICJ) op een onderzoek te doen naar de legaliteit van deze barrière en een juridisch advies te geven. Zowel de VS als de meest leden van de EU vonden dat het ICJ hier niet over moest oordelen omdat het een politieke kwestie is. Het ICJ bracht in juli 2004 een negatief advies uit. Israël zag geen ander oplossing om de terreuraanslagen tegen te gaan en legde het advies naast zich neer. Wel werd onder druk van het Israëlische 15 hooggerechtshof de route meermaals aangepast ten gunste van de ‘Palestijnen’. Hoewel het bouwwerk nog niet helemaal af is, is het aantal terreuraanslagen sterk teruggebracht. Maar Israël heeft niet alleen te maken met terreuraanslagen maar ook met oproepen tot het boycotten van Israëlische producten. Vonnissen door Franse rechtbanken en het Europese Hof voor de Mensenrechten oordeelden echter dat het oproepen tot boycot van Israëlische producten ophitsing en discriminatie op basis van nationaliteit inhoudt. Daarom heeft de EU er nu (2013) voor gekozen Israëlische producten afkomstig uit, in hun ogen nog steeds, ‘bezette gebieden’ te labelen. Ook de Nederlandse minister van buitenlandse zaken is het daar mee eens. Het druist in tegen internationaal recht en het heeft evengoed een ophitsend en discriminerend karakter. Door de onvolledige / onjuiste berichtgeving door de internationale media, al dan niet opzettelijk gebracht, ontstaat er bij voortduring een verkeerd beeld over Israël. Dat leidt vaak tot onjuiste, uit onwetendheid geboren, beslissingen. Daardoor wordt Israël groot onrecht aangedaan. Zal God dat ongestraft laten? Want zie, in die dagen en te dien tijde, wanneer Ik een keer zal brengen in het lot van Juda en van Jeruzalem, zal Ik alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden ter oorzake van mijn volk en van mijn erfdeel Israël, dat zij onder de volken verstrooid hebben, terwijl zij mijn land verdeelden, (Joël 3:1-2) Het is moeilijk de landsgrenzen van het beloofde land exact vast te stellen, omdat ze in de Bijbel globaal worden aangeduid. (Genesis 12:7, 13:15 en 15:7,13,18, Exodus 23:31, Deuteronomium 1:7-8 en 32:49, Jozua 1:4). Bijvoorbeeld, welk gedeelte van de Eufraat geldt als grens? De noordelijke loop en/of de oostelijke loop? Uit Deut. 32:49 zou je kunnen opmaken dat het beloofde land beperkt wordt tot aan de Jordaan, terwijl de stammen Ruben, Gad en de halve stam van Manasse zich aan de oostkant vestigden. Globaal genomen een gebied dat omsloten wordt door Egypte, de Middellandse Zee en de Eufraat. Ten tijde van de koningen David en Salomo had het zo ongeveer die omvang. Hoe het ook precies is, duidelijk is wel dat het beloofde land groter is dan het huidige Israël. De omstreden gebieden Judea en Samaria behoren er in elk geval bij. God doet wat Hij heeft beloofd! Hij is trouw aan Zijn verbond! Hoe het allemaal precies zal gaan verlopen tussen Israël en de omringende (broeder) volkeren weten we niet. Wat we wel weten is dat er uiteindelijk vrede komt. Te dien dage zal er een heerbaan wezen van Egypte naar Assur, en Assur zal in Egypte komen en Egypte in Assur, en Egypte zal met Assur (de HERE) dienen. Te dien dage zal Israël de derde zijn naast Egypte en Assur, een zegen in het midden der aarde, omdat de HERE der heerscharen het gezegend heeft met de woorden: Gezegend zij mijn volk Egypte en het werk mijner handen, Assur, en mijn erfdeel Israël (Jesaja 19:23-25). 16 Oorlogen en conflicten Filistijnen, Amelekieten Het volk Israël vocht in de periode van de Richteren en de koningen Saul, David en Salomo (1300-900 v.Chr.) langdurige en gewelddadige conflicten met dit buurvolk uit. Deze worden in de Bijbel met naam en toenaam beschreven. Assyriërs Versloegen tussen 722 en 720 v. Chr. de Israëlieten en voerden de tien stammen weg. Babyloniërs Trokken Juda binnen, veroverden in 586 v. Chr. Jeruzalem en voerden de Joodse bevolking in ballingschap naar Babel. De Tempel, gebouwd door Salomo, verwoestten zij. Hellenen en Perzen Overheersing van 538 v. Chr. tot 142 v. Chr. In die tijd keerden veel Joden terug uit Babylonische ballingschap en werd de Tempel herbouwd. Deze Tweede Tempel werd in 515 v. Chr. voltooid. Alexander de Grote Veroverde het gebied in 332 v. Chr. De Hasmoneeën gaven de joden enige autonomie. Romeinen Veroverden geheel Palestina en bleven er van 63 v. Chr. tot 313 n. Chr. In het jaar 70n. Chr. werd de Tweede Tempel verwoest. In 73 n. Chr. namen de Romeinen het fort Masada in. Flavius Josephus beschrijft deze Joodse Oorlogen. Tussen 132-153 n. Chr. werd het volk nagenoeg uitgeroeid. Byzantijnen Overheersten het land van 313 tot 1099 n. Chr. In die periode bouwde kalief Abd el-Malik op de fundamenten van de Eerste en Tweede Tempel de Rotskoepel of Omarmoskee. Kruisvaarders Meenden na een oproep van paus Urbanus II de heilige plaatsen van Jeruzalem van de heidenen (= Arabieren) te moeten bevrijden. Trokken moordend en plunderend door het land. In 1099 namen ze Jeruzalem in en hielden een slachting onder de bevolking. Mamelukken Verbleven er als heersers van 1291 tot 1516. Ottomanen De Turken hielden het land van 1517 tot 1917 bezet. Verenigd Koninkrijk (Engeland) Hadden het mandaat (van de Volkenbond) over het gebied van 1918 tot 1948. 17 Jordanië Hield delen van het land (Jeruzalem en de Westbank) tussen 1952 en 1967 bezet. 1948 Onafhankelijkheidsoorlog Direct na het uitroepen van de staat Israël op 14 mei 1948 werd het land aangevallen door Egypte, Irak, Jordanië, Libanon en Syrië. De opzet was de vernietiging van de staat Israël. De moefi van Jeruzalem riep: “Ik verklaar een heilige oorlog, mijn moslimbroeders! Dood de Joden! Dood ze allemaal!”. David Ben Goerion, de premier van Israël, deed de uitspraak: “We moeten het nu aan God in handen geven”. Het kleine en slecht bewapende Israëlische leger, dat stond tegenover een enorme overmacht, kwam als overwinnaar uit de strijd. 1956 Sinaï-oorlog Aanleiding was een conflict over het bezit en de toegang van het Suezkanaal. Het leidde tot een oorlog in de Sinaï tussen Egypte aan de ene kant en Israël, het Verenigde Koninkrijk en Frankrijk aan de andere kant. Omdat ingrijpen door de VN uitbleef, besloot Israël zelf een eind te maken aan de belemmering van het scheepvaart verkeer. Israël viel op 29 oktober 1956 de Egyptische Sinaïwoestijn en de door Egypte bestuurde Gazastrook binnen. Egypte werd gebombardeerd vanaf vliegdekschepen en luchthavens op Cyprus en Malta. Met name Port Said werd gebombardeerd. Nasser liet veertig aanwezige schepen in het kanaal zinken. De Israëlische bezetting van de Sinaïwoestijn en de Gazastrook werd in maart 1957 opgeheven. 1967 Zesdaagse oorlog Op 26 mei 1967 verklaarde Nasser van Egypte dat hij Israël volledig ging verwoesten. Hij had zijn leger gemobiliseerd en op sterkte gebracht. Syrië en Jordanië hadden een militair pact met Egypte gesloten. Ook andere Arabische landen uitten oorlogzuchtige taal en dreigden met de totale vernietiging van Israël. Israël besloot tot een preventieve aanval. In de vroege ochtend van 5 juni 1967 vernietigde Israël de gehele Egyptische luchtmacht. Het Jordaanse leger bombadeerde het westelijke deel van Jeruzalem. Na felle gevechten was de strijd in zes dagen beslecht. Israël veroverde de Sinaï, de Westbank, Gaza, de Golanhoogte en Jeruzalem. 1973 Jom Kippoer oorlog Op 6 oktober 1973 voerden Egypte en Syrië op Grote Verzoendag (Jom Kippoer), als de bewaking en alertheid minimaal zijn, een verrassingsaanval uit op Israël. Doel was het in 1967 verloren gebied terug te veroveren en Israël te vernietigen. Ook Marokko, Irak, Algerije, Koewit en Saoedi-Arabië zouden aan de strijd deelnemen. Door hun onverwachte aanval wonnen de Egyptische en Syrische legers de eerste dagen veel terrein. Israël riep veel reserve soldaten op en wint terrein terug. Een deel van van het leger steekt zelfs het Suez-Kanaal over, waardoor één van de Egyptische legers wordt ingesloten en geen aanvoer van voedsel en brandstof meer krijgt. Juist voordat Israël een grote slag aan het Egyptische leger kan toebrengen wordt een wapenstilstand afgekondigd. Na ongeveer drie weken was de Jom Kippoer oorlog, ook wel de Oktoberoorlog of de Ramadanoorlog genoemd, ten einde. Een oorlog waarbij voor Israël de situatie in de eerste dagen vrijwel hopeloos leek, maar uiteindelijk toch overwon. 18 1978 Operatie Litani Omdat Israël steeds vanuit Libanon werd aangevallen bezette het Israëlisch leger, door een militaire operatie die duurde van 14 tot 21 maart 1978, het zuiden van Libanon tot aan de rivier Litani. Israël trok zich gedeeltelijk terug toen de VN (UNIFIL) een vredesoperatie opzette. Operatie Litani had tot doel de PLO van Israëls noordgrens te verdrijven en de terroristische infrastructuur te vernietigen. 1982 Israëlisch-Libanese oorlog Dit militair conflict, door Israël ook wel Operatie Vrede voor Galilea genoemd, werd uitgevochten op grond gebied van Libanon. De reden was dat er vanuit Libanon steeds meer aanslagen op Israël werden gepleegd. Het was oorlog tussen Israël en verschillende christelijke Libanese milities tegen de PLO en Syrië. Israël viel op 6 juni 1982 Libanon binnen met het doel de PLO zoveel mogelijk uit dat land te verdrijven. Nadat de PLO in Beiroet raakte ingesloten trok het zich vanaf augustus 1982 terug uit Libanon. Het Israëlisch leger trok zich in 1985 terug naar het zuiden van het land. In 2000 ontruimde het het laatste Libanese grondgebied. 1987-1993 Eerste Intifada Deze startte in december 1987 en duurde tot ongeveer 1993. Het was een ongecoördineerde gewelduitbarsting als protest tegen de Israëlische aanwezigheid op de Westelijke Jordaanoever. Dit verzet uitte zich in het gooien van stenen en molotovcocktails, maar ook in burgerlijke ongehoorzaamheid, stakingen, weigering om belasting te betalen, etc.. 2000-2005 Tweede Intifada Naar aanleiding van een bezoek van Ariel Sharon aan de Tempelberg braken er in 2000 opnieuw grote opstanden uit onder de ‘Palestijnen’. De ongeregeldheden duurden dit keer tot ongeveer 2005. 2006 Israëlisch-Libanese oorlog Israël viel Libanon binnen en bombardeerden grote delen van het land als reactie op de ontvoering van twee Israëliërs door de Libanese groepering Hezbollah. 2008-2009 Conflict in de Gazastrook 2012 Conflict in de Gazastrook 2014 Conflict in de Gazastrook Vanaf 2007 werd Israël vanuit de door Hamas bestuurde Gazastrook regelmatig aangevallen met raketten en mortieren. Deze raket- en mortieraanvallen waren er de oorzaak van dat Israël verschillende keren (2008, 2012 2014), ter bescherming van haar burgers, tot een tegenaanval overging. Tijdens het laatste conflict (2014) vuurde Hamas meer dan 3.000 raketten af naar Israël. Door Israël werden meer dan 30 tunnels ontdekt en vernietigd. Deze Hamas-tunnels dienden voor een (nog) uit te voeren verrassingsaanval op Israël. De kosten van deze tunnels worden geschat op 3 miljoen dollar per stuk. Door Hamas gefinancierd met t.b.v. de Gaza bevolking ontvangen gelden, bedoeld voor o.a. de (her)bouw van huizen. Uit een VN-rapport blijkt dat Hamas VN-gebouwen gebruikte voor wapenopslag en dat zelfs vanuit twee VN-gebouwen op Israël is geschoten. Onacceptabel schrijft secretaris-generaal Ban Ki-moon in een brief aan de veiligheidsraad. Een Amerikaanse commissie van deskundigen looft het Israelische leger, omdat ze zich 19 tijdens de tegenaanvallen heel nauwkeurig aan de internationale wetten ter bescherming van het levens van burgers heeft gehouden. Heden (2015) Uit een recente studie van het Israëlische “Fonds voor welzijn van Holocaustoverlevenden” (april 2015) blijkt, dat ongeveer de helft van alle Israëli's vreest voor een tweede Sjoa (Holocaust). Met name omdat het Westen er blind voor is dat de haat tegen Israël niet is verdwenen. Er zijn er ook die lakoniek reageren met: 'Ach we hebben Faro en Hitler overleefd'. De rest zullen we ook wel overleven. Het T-shirt met een opsomming van verdwenen volken die ooit Israël wilden vernietigen, is bij toeristen zeer in trekt. 20 Toespraak Israëlische VN-Ambassadeur Toespraak van de Israëlische VN-Ambassadeur Ron Prosor op de Algemene Vergadering van de VN over de kwestie "Palestina" 24 november 2014 . Tot de naties die blijven toestaan dat afbreuk wordt gedaan aan het vinden van de waarheid, zeg ik: "J'accuse" [ik beschuldig u]. Ik beschuldig u van hypocrisie. Ik beschuldig u van dubbelhartigheid. Ik beschuldig u van het verlenen van legitimiteit aan diegenen, die proberen om ons land te vernietigen Mijnheer de voorzitter, Ik sta voor de wereld als een trotse vertegenwoordiger van de staat Israël en het Joodse volk. Ik sta rechtop voor u, wetende dat waarheid en moraliteit aan mijn kant staan. En toch sta ik hier, wetende dat vandaag in deze vergadering de waarheid op zijn kop wordt gezet en de moraal opzij geschoven. Het feit van deze zaak is dat wanneer leden van de internationale gemeenschap spreken over het Israëlisch-Palestijnse conflict, een mist neerdaalt die alle logica en morele helderheid bedekt. Het resultaat is niet reaal-politiek, maar surreaal-politiek. De niet aflatende focus van de wereld op het Israëlisch-Palestijnse conflict is een onrecht tegen tientallen miljoenen slachtoffers van tirannie en terrorisme in het Midden-Oosten. Terwijl wij spreken, worden Yezidi's, Bahai, Koerden, christenen en moslims vermoord en verdreven door radicale extremisten en dat met een snelheid van 1000 mensen per maand. Hoeveel resoluties hebt u vorige week aangenomen om deze crisis aan te pakken? En hoeveel speciale sessies hebt u voor dit probleem aangevraagd? Het antwoord is: nul. Wat zegt dit over de internationale zorg voor het menselijk leven? Niet veel, maar wel boekdelen over de hypocrisie van de internationale gemeenschap. Ik sta voor u om de waarheid te spreken. Van de 300 miljoen Arabieren in het Midden-Oosten en Noord-Afrika is minder dan een half procent echt vrij, en zij zijn allemaal burgers van Israël. Israëlische Arabieren behoren tot de meest opgeleide Arabieren in de wereld. Zij zijn mede onze vooraanstaande artsen en chirurgen, ze zijn gekozen in ons parlement en ze werken als rechters in ons Hooggerechtshof. Miljoenen mannen en vrouwen in het MiddenOosten zouden deze mogelijkheden en vrijheden graag hebben. Niettemin zal natie na natie vandaag op dit podium staan en Israel bekritiseren - het kleine eiland van democratie in de regio, geteisterd door tirannie en onderdrukking. Mijnheer de voorzitter, Ons conflict ging nooit over de oprichting van een Palestijnse staat. Het ging altijd al over het bestaan van de Joodse staat. 67 jaar geleden deze week, op 29 november 1947, hebben de Verenigde Naties ingestemd om dit gebied te verdelen in een Joodse staat en een Arabische staat. Eenvoudig. De Joden zeiden ja. De Arabieren zeiden nee. Maar ze zeiden niet alleen nee. Egypte, Jordanië, Syrië, Irak, Saoedi-Arabië en Libanon lanceerden een vernietigingsoorlog tegen onze nieuwgeboren staat. Dit is de historische waarheid die de Arabieren proberen te verdraaien. Deze historische vergissing van de Arabieren wordt nog steeds gevoeld - in de levens die werden verloren in 21 deze oorlog, verloren door terrorisme en verloren door de bekrompen politieke belangen van de Arabieren. Volgens de Verenigde Naties werden ongeveer 700.000 Palestijnen verdreven in deze oorlog die door de Arabieren zelf begonnen werd. Op hetzelfde moment werden 850.000 Joden gedwongen uit de Arabische landen te vluchten. Waarom is het dat 67 jaar later de verplaatsing van de Joden compleet is vergeten door dit instituut, terwijl de verplaatsing van de Palestijnen het onderwerp is van een jaarlijks debat? Het verschil is dat Israël haar uiterste best deed om de Joodse vluchtelingen in de samenleving te integreren. De Arabieren deden precies het tegenovergestelde. De zwaarste onderdrukking van het Palestijnse volk vindt plaats in Arabische landen. In het grootste deel van de Arabische wereld wordt aan de Palestijnen het burgerschap geweigerd en worden ze agressief gediscrimineerd. Ze zijn uitgesloten van het bezitten van land en weerhouden van bepaalde beroepen. En toch wordt niet één van deze misdaden genoemd in de resoluties die voor u liggen. Als er echt bezorgdheid zou zijn over het lot van het Palestijnse volk, dan zou er één, slechts één, resolutie aangenomen worden over de duizenden Palestijnen die gedood zijn in Syrië. En als u echt zo bezorgd zou zijn over de Palestijnen, dan zou er minstens één oplossing zijn om de behandeling van de Palestijnen in de Libanese vluchtelingenkampen aan de kaak te stellen. Maar dit is niet het geval. De reden is dat het debat van vandaag niet gaat over het spreken vóór vrede, of het spreken vóór het Palestijnse volk, het gaat over het spreken tegen Israël. Het is niets anders dan haat en kwaadspreken tegen Israël. Mijnheer de voorzitter, De Europese landen claimen te staan voor vrijheid, gelijkheid en broederschap - vrijheid, gelijkheid en broederschap - maar niets is verder van de waarheid. Ik hoor vaak de Europese leiders verkondigen dat Israël het recht heeft om te bestaan binnen veilige grenzen. Dat is erg aardig. Maar ik moet zeggen: het heeft ongeveer net zo veel zin als dat ik hier zou staan en Zweden's bestaansrecht binnen veilige grenzen verkondig. Als het aankomt op zaken van veiligheid, dan heeft Israël op de harde manier geleerd dat het niet kan vertrouwen op anderen - zeker niet Europa. In 1973, op Jom Kippoer - de heiligste dag op de Joodse kalender - lanceerden de omringende Arabische landen een aanval tegen Israël. Tijdens de uren voor de oorlog begon, nam Golda Meir, onze Premier, de moeilijke beslissing om niet een preventieve aanval te starten. De Israëlische regering begreep dat als wij zouden zijn gestart met een preventieve aanval, wij de steun van de internationale gemeenschap zouden verliezen. Terwijl de Arabische legers vorderden op alle fronten, verergerde de situatie in Israël ernstig. Het aantal slachtoffers groeide en we liepen gevaar wat betreft het gebrek aan wapens en munitie. In deze periode, onze tijd van nood, hebben president Nixon en minister van Buitenlandse Zaken Henry Kissinger, ingestemd om met Galaxy-vliegtuigen, geladen met tanks en munitie onze troepen te bevoorraden. Het enige probleem was dat de Galaxy vliegtuigen op weg naar Israël, moesten bijtanken. De Arabische staten trokken op, en ons bestaan werd bedreigd - en toch, Europa was zelfs niet bereid om de vliegtuigen te tanken. Amerika greep opnieuw in en onderhandelde, en de vliegtuigen werden toegestaan om bij te tanken in de Azoren. De regering en het volk van Israël zal nooit vergeten dat, toen ons bestaan op het spel stond, slechts één land ons hulp bood - De Verenigde Staten van Amerika. Israël is moe van de holle beloften van Europese leiders. De Joodse mensen hebben een lang geheugen. We zullen nooit vergeten dat u ons niet hebt gesteund in de jaren 1940. U hebt gefaald in 1973. En ook nu vandaag weer. 22 Elk Europees Parlement dat voortijdig en eenzijdig gestemd heeft om een Palestijnse staat te erkennen, heeft de Palestijnen precies gegeven wat ze willen - een staat zonder vrede. Door de overhandiging van een staat, zonder vrede, hebt u de unilaterale acties beloond en elke prikkel voor de Palestijnen weggenomen om te onderhandelen of compromissen te sluiten en geweld af te zweren. U stuurt de boodschap dat de Palestijnse Autoriteit in een regering met terroristen kan zitten en kan aanzetten tot geweld tegen Israël, zonder er een prijs voor te betalen. Zweden Het eerste EU-lid dat een Palestijnse staat officieel erkende was Zweden. Men moet zich afvragen waarom de Zweedse regering zo bezorgd was om deze stap te nemen. Als het gaat om andere conflicten in onze regio, pleit de Zweedse regering voor rechtstreekse onderhandelingen tussen de partijen - maar voor de Palestijnen - verrassing! verrassing! rollen ze de rode loper uit. Staatssecretaris Söder kan denken dat ze hier is om de zogenaamde historische erkenning door haar regering te vieren, terwijl het in werkelijkheid niets meer is dan een historische vergissing. De Zweedse regering mag dan de Nobelprijs-ceremonie organiseren, maar er is niets nobels aan hun cynische politieke campagne om de Arabieren te paaien teneinde een zetel in de Veiligheidsraad te krijgen. Naties van de Veiligheidsraad zouden verstand, gevoeligheid en begrip dienen te hebben. Nu, heeft de Zweedse regering aangegeven geen verstand en geen gevoeligheid en geen begrip te hebben. Gewoon nonsens. Israël heeft op de harde manier geleerd dat het luisteren naar de internationale gemeenschap verwoestende gevolgen kan hebben. In 2005 hebben we eenzijdig elke nederzetting in de Gazastrook ontmanteld en elke burger verwijderd. Heeft dit ons dichter bij vrede gebracht? Helemaal niet. Het maakte de weg vrij voor Gaza om zijn terroristische militanten te gebruiken om een gevaarlijk bolwerk naast onze deur op te bouwen. Ik kan u verzekeren dat we dezelfde fout niet opnieuw zullen maken. Als het gaat om onze veiligheid, kunnen we niet, en zullen we niet, afhankelijk zijn van anderen - Israël moet in staat zijn om zich te verdedigen. Mijnheer de voorzitter, De staat Israël is het land van onze voorouders - Abraham, Isaak en Jakob. Het is het land waar Mozes het Joodse volk naartoe leidde, waar David zijn paleis bouwde, waar Salomo de Joodse Tempel bouwde, en waar Jesaja een visioen van de eeuwige vrede zag. Al duizenden jaren hebben Joden voortdurend in het land van Israël geleefd. We doorstonden de opkomst en ondergang van de Assyrische, Babylonische, Griekse en Romeinse rijken. En we doorstonden de duizenden jaren van vervolging, verdrijving en kruistochten. De band tussen het Joodse volk en het Joodse land is onbreekbaar. Niets kan een simpele waarheid veranderen - Israël is ons huis en Jeruzalem is onze eeuwige hoofdstad. Tegelijkertijd erkennen we dat Jeruzalem een speciale betekenis voor andere religies heeft. Onder Israëlische soevereiniteit kunnen alle mensen - en ik herhaal dat: alle mensen ongeacht religie en nationaliteit, de heilige plaatsen van de steden bezoeken. En dat willen we zo houden. De enigen die proberen om de status quo van de Tempelberg te veranderen zijn de Palestijnse leiders. President Abbas vertelt zijn volk dat Joden de Tempelberg besmetten. Hij heeft opgeroepen tot dagen van woede, en drong er bij de Palestijnen op aan om te voorkomen dat Joden een bezoek aan de Tempelberg brachten, met behulp van (citaat) "alle middelen" nodig. Deze woorden zijn net zo onverantwoordelijk als onacceptabel. Je hoeft niet katholiek te zijn om een bezoek aan het Vaticaan te brengen, je hoeft niet Joods 23 te zijn om de Westelijke Muur te bezoeken, maar sommige Palestijnen willen de dag zien dat alleen moslims de Tempelberg kunnen bezoeken. U, de internationale gemeenschap, helpt de extremisten en fanatici een handje. U, die tolerantie en vrijheid van godsdienst predikt, moet zich schamen. Israël zal dit nooit laten gebeuren. Wij zullen ervoor zorgen dat de heilige plaatsen open zijn voor alle mensen van alle geloven en dat zal altijd blijven. Mijnheer de voorzitter, Niemand wil vrede meer dan Israël. Niemand hoeft het belang van vrede uit te leggen aan ouders die hun kind hebben uitgestuurd om ons vaderland te verdedigen. Niemand weet het belang van succes of falen beter dan wij Israëli's dat doen. Het volk van Israël heeft te veel tranen vergoten en te veel zonen en dochters begraven. We zijn klaar voor de vrede, maar we zijn niet naïef. Veiligheid van Israël is van het grootste belang. Alleen een sterk en veilig Israël kan een alomvattende vrede te bereiken. De afgelopen maand moet voor iedereen duidelijk gemaakt hebben dat Israël onmiddellijke en dringende veiligheid nodig heeft. In de afgelopen weken hebben Palestijnse terroristen op onze burgers geschoten, en gestoken, en tweemaal met hun auto ingereden op een menigte voetgangers. Slechts een paar dagen geleden hebben terroristen, gewapend met bijlen en een pistool, Joodse aanbidders tijdens het ochtendgebed woest aangevallen. We hebben het punt bereikt waarop Israëliërs niet eens veilig zijn tegen terrorisme in de heilige ruimte van een synagoge. Deze aanvallen kwamen niet voort uit het niets. Ze zijn het resultaat van jarenlange indoctrinatie en opruiing. Een Joods spreekwoord leert: "De instrumenten van zowel dood en leven zijn in de macht van de tong." Als Jood en Israëli weet ik met absolute zekerheid dat als onze vijanden zeggen dat ze ons willen aanvallen, dat zij dat menen. Het genocidale handvest van Hamas roept op tot de vernietiging van Israël en de moord op Joden wereldwijd. Jarenlang hebben Hamas en andere terroristische groeperingen zelfmoordterroristen gestuurd naar onze steden, raketten gelanceerd op onze steden, en terroristen gestuurd om onze burgers te ontvoeren en te vermoorden. En wat te denken van de Palestijnse Autoriteit? Het leidt een systematische campagne van opruiing. Op scholen wordt kinderen geleerd dat 'Palestina' zich zal uitstrekken van de rivier de Jordaan tot de Middellandse Zee. In moskeeën verspreiden hun religieuze leiders boosaardige laster en beschuldigen Joden van het vernietigen van islamitische heilige plaatsen. In sportstadions worden teams vernoemd naar terroristen. En in kranten dringen cartoons de Palestijnen op om terroristische aanslagen te plegen tegen Israëli's. Kinderen groeien in het grootste deel van de wereld op met het kijken naar tekenfilms van Mickey Mouse, die zingen en dansen. Palestijnse kinderen groeien ook op en kijken naar Mickey Mouse, maar op de Palestijnse nationale televisie danst een verwrongen figuur, die verkleed is als Mickey Mouse, en danst met een explosievenriem om, en zingt "Dood aan Amerika en dood aan de Joden." Ik daag u uit om hier vandaag op te staan en iets constructiefs te doen voor een verandering. Stel publiekelijk aan de kaak het geweld, stel de uitlokking aan de kaak en stel de cultuur van haat aan de kaak. De meeste mensen zijn van mening dat het conflict in de kern een strijd is tussen Joden en Arabieren, of Israëli's en Palestijnen. Ze hebben het verkeerd. De strijd die we zien, getuigt van een strijd tussen hen die het leven heiligen en hen die de dood vieren. Na de woeste aanval in de synagoge in Jeruzalem, braken er vieringen uit in Palestijnse steden 24 en dorpen. Mensen dansten in de straat en deelden snoep uit. Jonge mannen poseerden met bijlen en luidsprekers bij moskeeën en riepen felicitaties uit, en de terroristen werden geprezen als "martelaren" en "helden". Dit is niet de eerste keer dat we zagen dat de Palestijnen de moord op onschuldige burgers vierden. We zagen hun blijdschap na elke terroristische aanslag op Israëlische burgers en ze gingen zelfs de straat op om de aanslagen van 11 september op het World Trade Center hier in New York te vieren. Stel je voor welk soort van staat deze samenleving zou opleveren. Heeft het Midden-Oosten echt een nieuwe terreur-ocratie nodig? Sommige leden van de internationale gemeenschap zijn medeplichtig aan de oprichting ervan. Mijnheer de voorzitter, Toen we naar de Verenigde Naties kwamen, passeerden we de vlaggen van alle 193 lidstaten. Als u de tijd neemt om te tellen, zult u ontdekken dat er 15 vlaggen met een halve maan zijn en 25 vlaggen met een kruis. En dan is er één vlag - slechts één vlag - met een Joodse Ster van David. Te midden van alle naties van de wereld is er één staat - slechts één kleine natie - een staat voor het Joodse volk. En voor sommige mensen is dat er één te veel. Als ik vandaag voor u sta, moet ik denken aan al de jaren waarin het Joodse volk betaald heeft voor de onwetendheid en onverschilligheid van de wereld met bloed. Die dagen zijn niet meer. We zullen ons nooit verontschuldigen voor het zijn van een vrij en onafhankelijk volk in onze soevereine staat. En wij zullen ons nooit verontschuldigen voor de verdediging van onszelf. Ik beschuldig u Tegen de volken die blijven toestaan dat afbreuk prevaleert boven waarheid, zeg ik: "J'accuse." Ik beschuldig u van hypocrisie. Ik beschuldig u van dubbelhartigheid. Ik beschuldig u van het verlenen van legitimiteit aan hen die proberen ons land te vernietigen. Ik beschuldig u van het spreken over het recht van zelfverdediging van Israël in theorie, maar dit in de praktijk ontkent. En ik beschuldig u van veeleisende concessies aan Israël, maar niets te vragen van de Palestijnen. In het licht van deze strafbare feiten is de uitspraak duidelijk: U bent niet voor vrede, en u bent niet voor het Palestijnse volk. U bent gewoon tegen Israël. De leden van de internationale gemeenschap hebben een keuze te maken. U kunt Israël als de natiestaat van het Joodse volk erkennen, óf toestaan dat de Palestijnse leiders onze geschiedenis ontkennen zonder gevolgen. U kunt publiekelijk verkondigen dat het zogenaamde "recht op terugkeer" een non-starter is, óf u kunt toestaan dat deze aanspraak de grote hinderpaal voor elk vredesakkoord zal blijven. U kunt eraan werken het Palestijnse aanzetten tot geweld te beëindigen, óf toekijken terwijl haat en extremisme wortel schieten voor de komende generaties. U kunt voortijdig een Palestijnse staat erkennen, óf u kunt de Palestijnse Autoriteit aanmoedigen om haar verdrag met Hamas te breken en terug te keren naar rechtstreekse onderhandelingen. De keuze is aan u. U kunt doorgaan met de Palestijnen de verkeerde richting uit te sturen, óf de weg vrijmaken naar echte en duurzame vrede. Dank u, mijnheer de voorzitter. 25 Gebed voor de staat Israël Onze Vader in de hemel, rotsvaste steun en verlosser van Israël, zegen de Medienat-Israël, de Staat Israël, het ontluikend begin van onze verlossing; neem haar onder Uw liefderijke beschutting en spreid Uw beschermende vrede erover uit. Zend Uw licht en Uw waarheid aan hen die er aan het hoofd staan, zijn ministers en adviseurs en leid hen door goede raad die van U komt. Maak sterk de verdedigingsmachten van ons heilig land. O, God, verschaf hun hulp en bekroon hen met de lauwerkrans der overwinning. Geef vrede in het land en voortdurende vreugde voor zijn bewoners. Denk toch aan onze broeders, heel het Huis-Israël, in welke landen van de verstrooiing zij ook mogen zijn. Breng hen spoedig frank en vrij naar Uw stad Sion, naar Jeruzalem, de zetel van Uw Majesteit, zoals het in de tora van uw dienaar Mozes beschreven staat: „Al zou je ook uitgestoten zijn tot aan het eind van de hemel, dan zal JHWH, je God, je vandaar verzamelen, je vandaar weghalen en je brengen, naar het land dat je voorouders in bezit hadden en dat jij zult bezitten. Hij zal het je goed laten gaan en zal je nog talrijker maken dan je voorouders. JHWH, je God, zal alle beletselen van je hart en van dat van je nakomelingen verwijderen om van ganser harte en met heel je ziel van JHWH, je God, te houden, zodat je kunt leven‟ [Deut. 30, 4-6]. Verenig ons in een gevoel van liefde en ontzag voor U om alle geboden van Uw tora nauwgezet op te volgen. Zend ons spoedig de nakomeling van David, de ware Messias, om hen die de eindtijd van zijn verlossing afwachten te bevrijden. Verschijn in de volle pracht en macht van Uw Majesteit aan alle aardbewoners, zodat ieder bezield wezen het zal verkondigen: „JHWH, de God van Israël is Koning en Zijn koningschap strekt zich uit over het heelal.‟ Amen, Sela. Uit: Siddoer (het Joods gebedenboek voor de synagoge)