Prijselasticiteit

advertisement
© NEVI
pag.: 1 van 2
code: SPE-HAN-kre-008-bl versie 2
Prijselasticiteit
De basisvraag bij het bepalen van de prijs is: wat gebeurt er met het aantal producten dat ik
verkoop als ik de prijs verhoog of verlaag? Dat effect van de prijs op het aantal verkochte
producten, het volume, wordt weergegeven door de prijselasticiteit (zie de afbeelding).
Prijselasticiteit is de procentuele verandering in het volume (wat niet hetzelfde is als de
omzet) als gevolg van een procentuele verandering in de prijs. Er zijn drie mogelijkheden:
artikelen kunnen prijselastisch, prijsneutraal of prijsinelastisch zijn.
prijs
afbeelding: prijselasticiteit
volume
prijselastisch
Prijselastische artikelen
Als artikelen prijselastisch zijn, dan stijgt of daalt de totale afzet procentueel harder dan de
procentuele prijsdaling respectievelijk -stijging. Als de prijs bijvoorbeeld daalt met
10 procent, dan stijgt het volume met meer dan 10 procent. In het theoretische geval dat de
prijs onbeperkt blijft stijgen, daalt het volume tot nul: de vraag valt weg. Bij prijselastische
artikelen zal bij prijsverlagingen de totale omzet dus stijgen.
praktijkvoorbeeld
Luxe artikelen zijn een voorbeeld van prijselastische artikelen. Er zijn voor deze artikelen,
zoals bijvoorbeeld merkkleding, high-fashionkleding, sieraden, horloges, parfum of
exclusieve reizen, veel alternatieven beschikbaar.
Prijsneutrale artikelen
Als de hoeveelheid verkochte goederen net zo sterk verandert als de mate van prijsverhoging of verlaging, dan noemen we de prijselasticiteit van die goederen neutraal. Bij
deze goederen is de volumedaling of -stijging net zo groot als de prijsstijging respectievelijk daling. Voorbeeld: als de prijs met 10 procent stijgt, dan daalt het volume ook met
10 procent. De totale omzet van dat product blijft dan vrijwel gelijk.
Prijsinelastische artikelen
Bij prijsinelastische goederen daalt of stijgt het volume minder snel dan de prijs stijgt
respectievelijk daalt. In het extreemste (theoretische) geval zal het volume zelfs helemaal
niet veranderen bij een prijsdaling of -stijging. Voorbeeld: als de prijs met 10 procent daalt,
dan stijgt het volume met 5 procent. Bij prijsinelastische goederen daalt de totale omzet dus
bij een prijsverlaging.
© NEVI
pag.: 2 van 2
code: SPE-HAN-kre-008-bl versie 2
praktijkvoorbeeld
Eerste levensbehoeften zijn prijsinelastische artikelen. Denk bijvoorbeeld aan brood en
melk. Gaan we minder autorijden als de prijs van benzine stijgt en gaan we meer water
gebruiken als de prijs van water daalt?
Echte versus onechte prijselasticiteit
De prijselasticiteit van een artikel is mede afhankelijk van de behoefte aan dat artikel, de
mogelijkheid van substituten en van het beschikbare inkomen. De prijselasticiteit is
bovendien afhankelijk van de plaats van het artikel in de productlevenscyclus op dit moment
en de daarmee samenhangende prijsstelling. Bij een product aan het einde van de productlevenscyclus (bijvoorbeeld grammofoonplaten) zal ook bij een prijsdaling het volume niet
meer significant gaan stijgen. Bij een product aan het begin van de productlevenscyclus kan
een prijsdaling juist hele sterke effecten op het volume tot gevolg hebben.
We onderscheiden echte en onechte prijselasticiteit. Bij echte prijselasticiteit leiden prijsverlagingen tot het verhogen van de totale marktvraag. Er is sprake van een totale prijsgevoeligheid. Er worden artikelen gekocht die men zonder prijsverlaging niet zou hebben
gekocht. Dan stijgt voor alle aanbieders gezamenlijk de vraag naar dat product en is er
sprake van groeimarketing. Een voorbeeld is de explosieve groei van het gebruik van
mobiele telefoons door de prijsconcurrentie van de aanbieders.
Als iedereen al de hoeveelheid melk per dag drinkt die hij wil drinken, dan zal een prijsdaling
van melk niet leiden tot een stijging van de totale marktvraag. Een prijsverandering leidt dan
niet tot extra vraag voor alle aanbieders gezamenlijk, maar wel kan wel leiden tot aankoop
elders. Dat noemen we onechte prijselasticiteit. Men zou het artikel toch wel gekocht
hebben, maar dan in een andere winkel. Dan is er sprake van verdringingsmarketing en zijn
we in de volwassenheidsfase van de productlevenscyclus aangekomen.
Download