‹‹ Ter zake 1 Begrip prijselasticiteit Als consument houden we niet van prijsverhogingen. Maar, of we er in ons koopgedrag rekening mee houden en daarom minder kopen, varieert van product tot product. Hogere brandstofprijzen doen de gemiddelde automobilist amper minder naar zijn auto grijpen. Als een vliegtuigmaatschappij haar prijzen verhoogt, zullen we vlugger geneigd zijn om over te stappen naar de concurrentie. De prijselasticiteit van de vraag is een maatstaf voor de reactie van de consumenten op een prijsverandering van een product. Gewoonlijk zal bij een prijsstijging de gevraagde hoeveelheid dalen, maar hoe groot die daling zal zijn, hangt af van het soort goed of dienst. 2 Formule prijselasticiteit De prijselasticiteit van de vraag wordt berekend met de volgende formule. Of ook: procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid Ev = procentuele verandering van de prijs v E = ∆Q / Q1 ∆P / P1 We kunnen ook de methode van het gemiddelde gebruiken om de elasticiteit te berekenen. Hiertoe nemen we het gemiddelde van de oorspronkelijke en de nieuwe waarde als referentieprijs voor p en het gemiddelde van de oorspronkelijke en de nieuwe waarde als referentieprijs voor q. De formule is dan: v E = ∆Q / (Q1 + Q2 / 2) ∆P / (P1 + P2 / 2) De prijselasticiteit is negatief want een prijsdaling veroorzaakt een stijging van de gevraagde hoeveelheid en omgekeerd. We bekijken meestal de absolute waarde van de prijselasticiteit van de vraag. | Evp| < 1: we spreken van een prijsinelastisch product omdat bij een prijsverandering de gevraagde hoeveelheid relatief minder stijgt of daalt dan de oorspronkelijke prijsverandering. | Evp| > 1: we spreken van een prijselastisch product omdat bij een prijsverandering de gevraagde hoeveelheid relatief meer stijgt of daalt dan de oorspronkelijke prijsverandering. | Evp| = 1: we spreken van een unitair elastisch product omdat bij een prijsverandering de gevraagde hoeveelheid evenveel stijgt of daalt dan de oorspronkelijke prijsverandering. De h@ndel en wij 5.2 113 De prijselasticiteit hangt af van: • het al dan niet bestaan van substitutieproducten Elektriciteit heeft een lage prijselasticiteit omdat er vrijwel geen vervangproducten voorhanden zijn. Koffie van een bepaald merk echter heeft een veel hogere prijselasticiteit omdat de substitueerbaarheid groot is. • de levensnoodzakelijkheid van producten Brood heeft een lage prijselasticiteit omdat het een belangrijk voedingselement is. • goedkope of dure producten Goedkope producten, zoals 1 kg zout, vormen slechts een klein gedeelte van onze aankopen en op een prijsverhoging van dit product reageert de modale consument vrijwel niet. De aankoop van een vliegreis echter zorgt wel voor een flinke hap uit ons budget en de prijselasticiteit van dit soort goederen en diensten is dan ook groter. In het concrete geval van Den Eglantier is het resultaat van deze beslissing: Omzet van koffie bij een prijs van 2,00 EUR = 700 x 2,00 EUR = 1 400,00 EUR Omzet van koffie bij een prijs van 2,50 EUR = 500 x 2,50 EUR = 1 250,00 EUR Omzet van wijn bij een prijs van 4,00 EUR = 400 x 4,00 EUR = 1 600,00 EUR Omzet van wijn bij een prijs van 5,00 EUR = 380 x 5,00 EUR = 1 900,00 EUR Procentuele verandering van de hoeveelheid koffie -200/700*100 = -28,57 % Procentuele verandering van de prijs van de koffie 0,50/2*100 = 25 % Procentuele verandering van de hoeveelheid wijn -20/400*100 = -5 % Procentuele verandering van de prijs van de wijn: 1/4,00*100 = 25 % Betreft de koffie is de procentuele verandering van de hoeveelheid groter dan de procentuele verandering van de prijs. Voor de wijn geldt het omgekeerde. Dus bij koffie reageert de consument het sterkst op een prijsverandering. Als de procentuele daling van de hoeveelheid groter is dan de procentuele stijging van de prijs, daalt de omzet – en omgekeerd. De verhouding voor koffie = -28,57/25 = -1,14 De verhouding voor wijn = -5/25 = -0,2 We stellen vast dat de absolute waarde van de verhouding voor koffie groter is dan 1 en voor wijn kleiner dan 1. 3 Belang van de prijselasticiteit Voor de verkoper is het belangrijk te weten wat de prijselasticiteit van zijn product is. Een prijsverandering kan immers zorgen voor een grotere omzet. Marktonderzoek kan daarin duidelijkheid brengen. Zo heeft een doorsnee restaurant af te rekenen met een prijselasticiteit van -2,3. Dat betekent dat een prijsverhoging, als de concurrenten hun oude prijzen behouden, een daling van de omzet tot gevolg heeft. De reactie van de consument, daling van de gevraagde hoeveelheid, is immers groter dan de oorspronkelijke prijsstijging. 4 Inkomenselasticiteit Naar analogie met de prijselasticiteit van de vraag kan ook de inkomenselasticiteit van de vraag worden berekend. Daarbij gaan we na in welke mate de gevraagde hoeveelheid verandert als het inkomen van de consument wijzigt. 114 De h@ndel en wij 5.2 Veronderstel dat het gemiddelde inkomen van de Belg het jongste jaar met 2 % is gestegen en de vraag naar luxereizen met 4 %, dan is er een inkomenselasticiteit (Ei ) van 4 %/2 % = 2. Ei = procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid procentuele verandering van het inkomen In sommige gevallen kan de inkomenselasticiteit negatief zijn. Het zijn goederen of diensten waarvan de consument minder koopt naarmate zijn inkomen toeneemt. Zo kan de vraag naar vakanties in eigen land of naar kleine wagens dalen als het gemiddelde inkomen toeneemt. In dat geval spreken we van inferieure of minderwaardige goederen. INDEPRAKTIJK In de uitwerking op blz. 114 hebben we gewerkt van situatie 1 naar situatie 2. Wat is de prijselasticiteit als we vertrekken van situatie 2 naar situatie 1? Evolutie van de afzet in Den Eglantier voor een koffie en huiswijn per glas Koffie 1 2 3 4 Huiswijn/glas Prijs Afzet/week Prijs Afzet/week Situatie 1 2,00 700 4 400 Situatie 2 2,50 500 5 380 Bereken de prijselasticiteit van de vraag voor koffie bij een prijsdaling van 2,50 EUR naar 2,00 EUR. Bereken de prijselasticiteit van de vraag voor wijn bij een prijsdaling van 5,00 EUR naar 4,00 EUR. Vergelijk het resultaat met de prijselasticiteit van de vraag bij de prijsverhoging. Wat stel je vast? Het is onlogisch dat we een verschillend resultaat verkrijgen bij eenzelfde prijsdaling of stijging. Daarom gebruiken we in het vervolg de gemiddelde prijs en de gemiddelde hoeveelheid in de formule voor de berekening van de prijselasticiteit van de vraag. Bereken de prijselasticiteit, zowel bij een prijsstijging als -daling van de koffie op basis van de gemiddelde prijs. 13 Inflatie Inflatie weer hoger De Belgische inflatie is in januari gestegen tot 3,22 procent, het hoogste peil sinds oktober 2008. In december bedroeg de inflatie 3,1 procent. De index van consumptieprijzen steeg met 0,66 punt tot 115,66 punten. Die stijging weerspiegelt vooral de hogere prijzen voor buitenlandse reizen, benzine, verse groenten en huisbrandolie. Ook water, brood en granen werden duurder. Vers fruit en verblijven in een vakantiedorp werden echter goedkoper. De gezondheidsindex steeg met 0,54 punt tot 114,38 punten. Deze index houdt geen rekening met de prijzen van benzine, diesel, alcohol en tabak. De hoge inflatie is hoofdzakelijk te wijten aan de hogere energieprijzen. Energie werd de jongste twaalf maanden 15 procent duurder. De inflatie zonder energie bedraagt slechts 1,76 procent, tegenover 1,55 procent in december. Bron: www.tijd.be De h@ndel en wij 5.2 115