Naam: Klas: Havo 3: De prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid. Voor de ondernemer is het erg belangrijk te weten hoe de consumenten reageren op prijsveranderingen. Als de prijs van brood stijgt, zal er nauwelijks minder brood worden verkocht. Maar als de prijs van vliegvakanties stijgt, is er grote kans dat de gevraagde hoeveelheid flink afneemt. De mate waarin de gevraagde hoeveelheid reageert op prijsveranderingen, wordt weergegeven met de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid. De prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid geeft weer hoe de gevraagde hoeveelheid (gevolg) reageert op een prijsverandering (oorzaak). De prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid geven we aan met Ev in de formule: Ev = Procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid (ook wel Δq) Procentuele verandering van de prijs (ook wel Δp) Dus: Ev = (n-o) / o x 100 % (hoeveelheid) (n-o) / o x 100 % (prijs) Elastische en inelastische vraag De gevraagde hoeveelheid kan op verschillende manieren reageren op een prijsverandering. Zo zal bij sommige goederen de gevraagde hoeveelheid relatief sterk reageren op een prijsverandering. We spreken dan van een relatief elastische vraag. Bij andere goederen zal de gevraagde hoeveelheid relatief zwak reageren op een verandering van de prijs. In dit geval spreken we van een relatief inelastische vraag. Elastische vraag We spreken van een relatief elastische vraag, wanneer de procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid groter is dan de procentuele verandering van de prijs. In dat geval is de waarde van de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid (Ev) kleiner dan -1; bijvoorbeeld -2 of -4. Voorbeelden: duurzame consumptiegoederen (= koelkast, radio, tv, wasmachine, auto etc.) Inelastische vraag Wanneer de vraag relatief inelastisch is, reageert de gevraagde hoeveelheid weinig op prijsveranderingen. De procentuele verandering van de hoeveelheid is kleiner dan de procentuele verandering van de prijs. De waarde van de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid ligt dan tussen de -1 en 0. Bijv.: -1/2 of -3/4. Voorbeelden: levensmiddelen. Hoe noodzakelijker een goed, des te inelastischer is de vraag. 1 Prijselasticiteit R. Stals - Timmermans Je krVolkomen inelastische vraag Hiervan is sprake wanneer de gevraagde hoeveelheid niet reageert op een prijsverandering. Hierbij geldt dan: Ev = 0 Dit komt nooit voor. Op zeer korte termijn is de vraag naar veel producten volkomen elastisch. Als de gasprijs stijgt, gaan consumenten en bedrijven misschien omzien naar vervangende energievormen, maar op korte termijn, laten we zeggen binnen enkele weken of maanden, kan een omschakeling natuurlijk niet zo snel gerealiseerd worden. Wat betekent de hoogte van de prijselasticiteit voor de omzet van de aanbieder? In principe zijn er drie mogelijkheden: 1. Stel dat Ev = -1. Hierbij leidt een procentuele prijsverhoging van 1% gelijk tot een procentuele daling van de verkochte hoeveelheid van 1%. De omzet, die immers berekend wordt middels p(rice) x q(uantity), verandert niet of vrijwel niet. 2. Als Ev < -1 Bijvoorbeeld -4, leidt een prijsverhoging van 1% tot een relatief grote afzetdaling, in dit geval 4%. De omzet neemt af. 3. Als Ev > -1 Bijvoorbeeld – ½ , leidt een prijsverhoging van 1% tot een relatief kleine afzetdaling, in dit geval ½ %. De omzet neemt toe. Opgave 1 a. Noteer in je schrift: “Prijselasticiteit” opgave 1. b. Beantwoord de onderstaande vraag. De prijs stijgt van € 4,- naar € 5,-. De vraag daalt van 500 naar 400. Bereken de prijselasticiteit. Opgave 2 a. Noteer in je schrift: opgave 6 hst 5 Pincode. (Zie blz. 109) b. Maak deze opgave. (Let op: € 200,- is oud en € 100,- is nieuw). Opgave 3 Noteer de begrippen op de juiste plek bij het figuur op de volgende pagina: volkomen inelastisch, volkomen elastisch, inelastisch, noodzakelijke goederen, bestaat niet, luxe goederen. 2 Prijselasticiteit R. Stals - Timmermans Noteer het nummer van de te maken opgaven PLUS berekening telkens in je schrift. Opgave 4 Een winkelier constateert dat de gevraagde hoeveelheid appels ten gevolge van een prijsverlaging van € 1,80 per kg naar € 1,62 per kg de door hem verkochte hoeveelheid stijgt van 35 kg naar 40 kg. Welke berekening van de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid is juist? A. −10%;+14 3% C. +14 3%;−10% B. −10%;−14 3% D. −14 3%;−10% Opgave 5 Tegen het eind van een marktdag heeft een aardbeienverkoper nog 200 bakjes aardbeien. Hij schat dat hij tegen de huidige marktprijs van € 1,75 per bakje nog 50 bakjes aardbeien kan verkopen. Door de aardbeien aan te bieden voor een prijs van € 1,75 voor twee bakjes aardbeien verwacht de verkoper alle aardbeien nog voor de sluiting van de markt te kunnen verkopen. Bereken der prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid aardbeien, waarvan deze marktkoopman uitgaat. Opgave 6 Bij een prijs van € 5 worden 50 000 stuks van een product verkocht. Als de prijs € 5,25 wordt, daalt de verkoop tot 45 000 stuks. Bereken de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid van dit product. 3 Prijselasticiteit R. Stals - Timmermans Opgave 7 In een bepaalde periode kan de collectieve vraag naar een bepaald type scooters worden weergegeven met de vergelijking qv = -0,08p + 160. Hierin is: qv de gevraagde hoeveelheid scooters in 1 000 stuks p de prijs per scooter in euro’s. a. Bepaal de gevraagde hoeveelheid scooters bij een prijs van € 1.500,-. Vervolgens wordt de prijs met 10% verlaagd. b. Bepaal bij de nieuwe prijs de gevraagde hoeveelheid. c. Bereken de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid scooters wanneer de prijs wordt verlaagd van € 1.500,- naar € 1.350,-. d. Leg uit waarom we in dit verband van een elastische vraag spreken. Opgave 8 Bij een prijselastische vraag, reageert de gevraagde hoeveelheid op een prijsverandering: a. Evenredig b. Meer dan evenredig c. Minder dan evenredig d. In het geheel niet Opgave 9 Welk van de volgende prijselasticiteitsgetallen geeft een relatief inelastische vraag weer? a. -0,5 b. +2 c. -1,2 d. -4,5 Opgave 10 De prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid van product X is -2. De omzet was € 1.000,-. De prijs was € 10,- per stuk. Bereken de nieuwe omzet, als de prijs daalt tot € 9,- per stuk. Opgave 11 Bij een prijs van € 5,- worden 2000 stuks verkocht. De prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid bij die prijs is -2. Na een prijsverandering worden er 2200 stuks verkocht. Bereken de nieuwe prijs. DOEN: Maak R4 (blz. 126) uit je boek Pincode. Noteer bij de kantlijn: R4 blz. 126. Maak H21 (blz. 124) uit je boek Pincode. Noteer bij de kantlijn: H21 blz. 124. Weet je het nog? Maak opgave H1 – H2 – H3 – H5 – H6 – H7 – H8 – H9 – H10 – H12 – H15 – H16. 4 Prijselasticiteit R. Stals - Timmermans