Algemene Psychologie

advertisement
KERSTVERHALEN
70
90
MARCUS
LUCAS
+ Q + eigen bronnenmateriaal
Slc = Songergut Lucas
MATTEUS
+ Q + eigen bronnenmateriaal
SMt = Songergut Matteüs
KOMT NIET VOOR IN HET BIJBELS
GEBOORTEVERHAAL :
Stal met os en ezel  Jesaja 1,3 : ‘Een os kent zijn bezitter en een ezel
kent de krib van zijn heer, maar Israël heeft geen kennis. Mijn volk
verstaat niet. ‘
Os en ezel in de stal  zij kennen hun Heer maar de mensen nog niet
 ingevoerd als stalelementen door Franciscus van
Assisi in de 13e eeuw
Os en ezel
3 koningen
Caspar, Melchior en Balthazar  in de 8e eeuw namen gekregen
 3 namen omdat er 3 geschenken zijn
In Duitse Beieren : gewoonte op 6 januari : met gewijd krijt op
huisdeuren schrijven : CMB = Christus Mansionem Benedictat = Moge
Christus dit huis zegenen. Toen men geen Latijn meer verstond heeft de
volksmond daarvan de namen van de 3 koningen gemaakt.
Gemeenschappelijke boodschap van
Lucas en Matteüs :
In BETLEHEM geboren !!
Matteüs  thuis maar moesten
vluchten, na enkele jaren terug
maar in een andere provincie
Lucas  volkstelling
Messias moést in Betlehem geboren worden. Dit was immers de plaats
waar men van oudsher de Messias verwachtte. Die Messias zou een zoon
van David zijn en die stam van David woonde nog altijd in Betlehem.
Vooruit wijzen naar zijn volwassen leven
In de kerstverhalen gaat het in de eerste plaats om de boodschap, de
wijsheid van deze teksten.
Ze vertellen meer over wie Jezus GAAT WORDEN, de volwassen Jezus
Toch leggen Matteüs en Lucas hun eigen accenten
EIGEN ACCENTEN VAN MATTEUS :
Jozef  dromer, engel stuwt hem aan, naam van kind wordt
aangekondigd.  Jezus is de vervuller van het 1e testament
JOZEF DE DROMER (uit het eerste testament)
3 wijzen tegenover Herodes 
Wie is nu koning ? Jezus of Herodes ?
 Jezus zal in conflict komen met de
machthebbers (vooruitwijzend naar
zijn volwassen leven)
wrede heersers zijn van alle tijden
cfr. 1e testament  Farao
GOUD, WIEROOK en MIRRE
Goud  macht
Wierook  gebed
Dure geschenken die
wijzen op de belangrijkheid
van het kind
Mirre  kruid dat gebruikt wordt bij het balsemen van de doden
 vooruitwijzend naar Jezus’ kruisdood
EIGEN ACCENTEN VAN LUCAS :
In doeken gewikkeld  verwijzing naar kruisdood
HERDERS  ‘stal’ is hun milieu, ‘gewone volk’, stinken naar hun
schapen, maginalen van die tijd  we vinden Jezus dus terug bij de
marginalen waar je hem niet zou verwachten.
Eerste getuigen zijn aanstootgevend
Volkstelling  door de bezetter
(Romeinen) georganiseerd in functie van de
belastingen. Registratie van alle roerende en
onroerende goederen  duidelijk maken wie
de baas is !  opstanden.
JEZUS = MESSIAS = CHRISTUS = GEZALFDE
Matteus  koning
 macht en gezag en hoe we
daar mee omgaan  koning
van dienstbaarheid
 Mensen zijn nooit gelijk
(ind.) Er is altijd een
assymetrische verhouding :
iemand die zwakker/sterker
staat en dus is er altijd
heteronomie
Lucas profeet
 Dunne huid en grote mond
 heersende klasse
 Tijdsgenoten her-oriënteren,
tonen hoe ze echt VRIJ kunnen
zijn (innerlijke vrijheid)
niet : vrijheid van alles-kan-en-mag
wel : vrijheid die je toelaat ‘ja’ te
zeggen op een vraag die je zelf
niet gesteld hebt maar die je heel
diep in jezelf voelt als bron van
geluk.
JEZUS = MESSIAS = CHRISTUS = GEZALFDE
Matteus  koning
 deze heteronomie (de
ander die mij de ‘wet’ stelt)
komt vóór elke vorm van
vrijheid. Deze vrijheid komt niet
met de vraag, het appèl maar
met de manier waarop we de
vraag beantwoorden, dat is
onze autonomie (vrijheid)
 Essentie van liefde : jezelf
wegcijferen voor de ander
Lucas profeet
 Dynamische vrijheid die de
mens vrij kan maken vanuit een
verantwoordelijkheidsgevoel voor
elkaars geluk (orthodoxie.
Thoraregels kunnen wel tijdelijk
helpen om samen op weg te gaan
maar echte waarheid gaat veel
verder en dieper.
JEZUS = MESSIAS = CHRISTUS = GEZALFDE
Matteus  koning
 Positieve discriminatie
(voorrang voor de zwaksten)
vanuit een dubbele heteronomie
 Gelofte van ge-hoorzaamheid : leren ‘horen’
voldoende stil maken om God
binnen te laten.
Het streven naar macht, prestige
en bezit even stilleggen in jezelf en
luisteren naar de stem van de
A(a)nder die je uitdaagt om je
grenzen te verleggen.
Lucas profeet
 wet is middel, geluk is doel
van de mens
Jezus heeft thoravoorschriften
nageleefd waar hij kon. Maar wat
hem ergerde was het feit dat dit
systeem mensen uitsloot :
zondaars, tollenaars, heidenen,
onreine mensen, zelfs vrouwen in
het algemeen.
JEZUS = MESSIAS = CHRISTUS = GEZALFDE
Matteus  koning
 NIET alleen : jezelf WORDEN
MAAR : méér dan jezelf
worden
Jezelf overstijgen, méér doen
dan je logischerwijze zou
verwachten.
cfr. Eucharistie : jezelf breken en
delen met je vrienden
je lichaam, je bloed willen geven
voor elkaar.
Lucas profeet
 Na Jezus’ dood : nog een stap
verder : 613 voorschriften moesten
niet meer klakkeloos worden
opgevolgd om volgeling van Jezus
te zijn : dit maakt het niet
gemakkelijker !!
 vrijheid vanuit
verantwoordelijkheid (zelf in eer en
geweten uitmaken wat
aanvaardbaar is en wat niet
(cfr. Levinas)
Download