Hersenen van de mens -Setting EpilepsiePiter Jelles Impulse Gemaakt door: Angela van Wijk 1C Inhoud Bladzijde 1: Inhoud Bladzijde 2: Wat doen je hersenen Bladzijde 3: De bouw van je hersenen Hoofdstuk 2: Wat doen je Hersenen: De hersenen vertellen jou wat er om je heen gebeurt. Je gebruikt je hersenen om je lichaam te vertellen wat het moet doen. Maar brein doet nog heel veel meer. In je brein bewaar je de mooiste herinneringen,dromen, diepste geheimen, je wensen en alles wat je al weet. Met je hersenen kan je ook ruiken,proeven,zien,voelen en noem maar op. Ze zorgen ervoor dat je blij bent dat je leeft en je goed voelt. Maar ze veroorzaken ook zorgen en angsten,zodat je je ellendig gaat voelen. In je hersenen zit ook je persoonlijkheid. Ze zorgen ervoor dat je niet zomaar een levend wezen bent maar een persoon. Het brein maakt samen met de ruggengraat en andere zenuwen in je lichaam deel uit van ingewikkeld controle systeem. De wetenschappelijke term voor het bestuderen van het brein is neurobiologie of neurofysiologie. Dit is een enorm terrein. Daarom zullen beginnen met de bouw van het brein zodat je vanzelf inzicht krijgt in de processen als bewegen, geheugen, emotie, leren en nog veel meer! Ook zorgen je hersenen ervoor dat jij bijvoorbeeld je been naar voren zet. (komt nog tekst) Hoofdstuk 2 De bouw: Je hersenen bestaat uit ongeveer 100 biljoen zenuwcellen. Die worden ook wel neuronen. Deze cellen hebben het vermogen om elektrische signalen, impulsen, door te geven naar onder andere de hersenen. De hersenen bestaan uit verschillende onderdelen die allemaal een eigen taak op zich nemen, deze onderdelen worden hieronder beschreven: De onderdelen: De grote hersenen (cerebrum) De kleine hersenen (cerebellum) De hersenstam Het Ruggenmerg De Thalamus De Hypothalamus De Hypofyse De Epifyse – pijnappelklier Het Libisch systeem De grote hersenen (cerebrum) De grote hersenen is het onderdeel dat uit 85% van alle hersenen bestaat. Dit stuk van de hersenen is dat ook heel erg belangrijk. In het kronkelige oppervlak, de cortex, wordt al het denkwerk gedaan. Het regelt alle bewuste handelingen en ontvangt prikkels afkomstig van de zintuigcellen (sensotische prikkels). Het regelt niet ‘normale’ dingen zoals bewegen, maar ook typische menselijke dingen zoals logisch nadenken en emoties. De opbouw: De grote hersenen zijn ingedeeld in twee delen, die hemisferen heten. Het is niet duidelijk waarom het zo is. De hemisferen zijn onderling verbonden door de hersenbalk (komen we later op terug in deze tekst). De buitenkant van de grote hersenen wordt gevormd door een dun laagje neuronen, de cortex of de hersenenschors gemaakt van grijze stof. Onder de hersenschors, binnenin de hersenen bevindt zich de witte stof (uiteindes zenuwcellen) merg. Dit word gevormd door neurieten waarmee de hersenen aan het ruggenmerg zijn verbonden. De hersenschors heeft een gekronkeld oppervlak. Deze bestaan uit diepe (fissuren) groeven, ondiepe (sulci) groeven en hersenwindigen (gyri). Deze windingen en groeven zorgen ervoor dat het oppervlak heel groot wordt. De grote hersenen hebben een oppervlak van wel 2500 vierkante centimeter. Zo passen er veel neuronen in de hersenen. Elke hersenhelft is weer opgedeeld in vier kwabben. Deze worden verdeeld door diepe groeven. Voorhoofdskwabben De voorhoofdskwabben zijn er voor de fijne motoriek spraak, stemming en denkvermogen. In de linker voorhoofdskwab zit vooral taalbeheersing. Wandbeenkwabben De wandbeenkwabben registreren en interpreteren onder andere lichamelijke veranderingen zoals temperatuur, pijn en voelen. Achterhoofdskwabben De achterhoofdskwabben zijn er voor zien en interpreteren van visuele beelden Slaapbeenkwabben slaapbeenkwabben zijn belangrijk voor het onthouden en herkennen van mensen en voorwerpen en bij het terughalen van herinneringen. De linkerhersenhelft bestuurt het rechter deel van het lichaam en de rechterhersenhelft het linker deel van het lichaam. Bij de meeste mensen is het linkerdeel dominant. Dat is de reden waarop veel mensen rechtshandig zijn. Het spraakvermogen zit meestal in het meest dominante deel. De kleine hersenen (cerebellum) Het cerebellum (Latijn voor ‘klein brein’) is een miniversie van de grote hersenen. Ze zijn een stuk kleiner, ze omvatten ongeveer een achtste deel van de hersenen. De kleine hersenen bestaan uit een centraal deel met daaromheen eveneens twee hemisferen die bedekt worden door een schors of cortex. Deze bestaan op hun beurt weer uit windingen en groeven. Het werkt nauw samen met de grote hersenen, maar ligt wel afgelegen van de rest van het centrale zenuwstelsel. De taak van het cerebellum is het bewaren van evenwicht. Het is niet zo dat ze zorgen voor samentrekking van de spieren of de stand van het lichaam waarnemen. Ze controleren meer of het doel van een beweging wordt bereikt en zorgen voor eventuele aanpassingen. Een indirecte functie dus. Maar zonder kleine hersenen gaan je bewegingen veel minder gecoördineerd en lijkt het net of je dronken bent. Een andere functie van de kleine hersenen is het impliciet leren. Dat zijn vormen van leren die buiten het bewustzijn plaatsvinden, maar wel merkbaar in zijn gedrag. Ook spelen de kleine hersenen een rol bij taal en taken waarbij je gebruikt maakt van het werkgeheugen (bijvoorbeeld bij het uit je hoofd leren van telefoonnummers).