Algemene Politieke Beschouwingen 2012

advertisement
ALGEMENE POLITIEKE BESCHOUWINGEN BEHORENDE BIJ DE BEGROTINGBEHANDELING OVER HET BELEIDSJAAR 2013 IN DNA, BEANTWOORDING VAN DE DOOR DNA LEDEN GESTELDE VRAGEN DOOR DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK SURINAME, DESIRÉ DELANO BOUTERSE, 14 NOVEMBER 2012 Mevrouw de Voorzitter, Reagerend op vragen van uw geacht College, in het kader van de algemene beschouwingen aangaande de ingediende begrotingen over het dienstjaar 2013, is het mij noodzakelijk gebleken bepaalde zaken van fundamenteel belang nogmaals te belichten. In deze zaken mag het namelijk niet aan duidelijkheid ontbreken. Datgene wat wij namelijk op 12 augustus 2010 hebben overgenomen, mag op geen enkele wijze voor meerdere uitleg vatbaar zijn of vatbaar gemaakt worden. Een diepgaand begrip van het beleid van mijn Regering, vereist deze duidelijkheid alleszins. Teruggrijpend naar mijn Jaarrede van 27 september 2012, is in dit verband gesteld, dat bij de Regeringswisseling een liquiditeitstekort van Srd.160 miljoen is overgenomen. Hierboven op bleek een schuld van boven de Srd.300 miljoen te zijn voor lopende projecten die niet lang voor de verkiezing van mei 2010 en soms enkele dagen hiervoor, waren toegewezen aan aannemers en aan andere commerciële organisaties. “De Regering werd geconfronteerd met dichtgeslibde trenzen, in erbarmelijke staat verkerende infrastructuur, chaos waarbij sommige commerciële organisaties weigerden langer leveringen aan de overheid op krediet te verrichten, grote achterstanden in betalingen aan ziekenhuizen”, citerend uit de Jaarrede van 27 september 2012. “Bovendien, Mevrouw de Voorzitter, was het leningenplafond overschreden. Kortom, de Regering kwam voor een grote uitdaging te staan en moest letterlijk een zware last torsen die zij in het belang van land en volk niet uit de weg mocht gaan”, aldus verder citerend uit genoemde Jaarrede. Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 1/16 14 november 2012 Mevrouw de Voorzitter, De Regering heeft met man en macht gewerkt aan het redresseren van de penibele financieel-­‐
economische en sociaal-­‐maatschappelijke situatie. Het resultaat is dat reeds in het eerste kwartaal van 2012 wij zodanig, economische sanering en groei teweeg hebben gebracht, dat wij onze operationele uitgaven goeddeels konden dekken met onze inkomsten. Door dit kordaat optreden van onze Regering, met de nodige ondersteuning en het opgebrachte geduld en begrip van ons volk, hebben wij thans het punt bereikt, om onze visie van het centraal stellen van de mens in ontwikkeling, nadrukkelijk in bestuur en beleid tot uitdrukking te brengen, zoals vastgelegd in de kernpunten van de Jaarrede. Het welzijn van onze gehele bevolking staat op de eerste plaats op de beleidsagenda van mijn Regering en zal op deze eerste plaats blijven staan. Wij zijn op de eerste plaats Regering, om aan ons volk een goed bestaan te geven en dit te garanderen. Mevrouw de Voorzitter, Deze Regering heeft aangegeven dat zij, vanuit haar oriëntatie dat de mens centraal staat, verschillende acties ondernomen. Het is bekend dat de rol van de Centrale Overheid er één is die bij verlaagde nationale economische activiteit, actief ingezet moet worden teneinde te voorkomen dat de economische bedrijvigheid afneemt wat uiteraard desastreus kan zijn voor onder andere de werkgelegenheid. In de jaarrede van 27 september j.l. is reeds aangegeven dat tussen 2010 en 2011 volgens het Algemeen Bureau voor de Statistiek 2000 arbeidsplaatsen zijn gecreëerd. Let wel: het gaat in deze om formeel gecreëerde arbeidsplaatsen. Zoals bekend is de creatie van banen in de meeste gevallen een resultante van onder andere het gevoerde beleid naar de particuliere sector toe en uiteraard de daarmee gepaard gaande stimuleringsaspecten. Mevrouw de Voorzitter, De Regering begrijpt haar rol en is daarom van meet af aan een stimulans geweest naar het bedrijfsleven toe. In het beleid worden alle bedrijfstakken meegenomen, zodat er daar ook gezorgd Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 2/16 14 november 2012 wordt voor werkgelegenheidscreatie. Het ontwikkelen van de productiesectoren, het verder ter hand nemen van infrastructurele werken en het ondersteunen van de dienstensector, blijven prioriteiten, zodat significant bijgedragen kan worden aan de economische ontwikkeling van ons land. Wij hoeven niet in herhaling te treden voor wat de reeds genomen maatregelen betreft, maar ik mag u wel verklappen dat er nu meerdere exercities gepleegd worden om voor met name de productiesector kostprijsverlagende acties te laten ondernemen vanuit de Regering. Mevrouw de Voorzitter, De Regering heeft naast haar directe inspanningen door middel van het inruimen van financiële middelen voor ondermeer de welvaartsbevordering, het plannen van specifieke opleidingen en trainingen en het in de pijplijn hebben van plannen voor de industriële ontwikkeling, ook concrete maatregelen getroffen die het ondernemersklimaat ten positieve moeten beïnvloeden. Wij verwijzen u naar hetgeen in de Jaarrede in deze is verwoord. Wij dragen de volle overtuiging dat de constante monitoring van het faciliteren van Surinaamse ondernemers ongetwijfeld haar vruchten zal afwerpen. Vanuit de eenheidsgedachte dat wij dit allemaal doen voor ons land en voor al onze landgenoten die daartoe de geestelijke en fysieke mogelijkheden hebben, aan emplooi zullen kunnen helpen. Als wij praten over het creëren van werkgelegenheid en het veraangenamen van het leven van alledag voor onze broeders en zusters, kunnen wij niet anders, Mevrouw de Voorzitter, dan onze gedachten richten op onze landgenoten die vanwege welke reden dan ook niet op adequate manier in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Het fenomeen van Subject Subsidie is door leden van uw hooggeacht college aan de orde gesteld. Onder andere is gevraagd of de Regering van mening is dat Subject Subsidie een duurzame oplossing is voor ons land. Mevrouw de Voorzitter, De Regering huldigt de stelling dat het fenomeen van Subject Subsidie van niet blijvende aard is. Wij delen u mede dat wij het systeem van Subject Subsidie zullen implementeren en wel vanuit de filosofie dat Subject Subsidie pas effectief toegepast is als het zichzelf na enige tijd overbodig maakt. Mevrouw de Voorzitter, de Surinaamse mens die, buiten zijn of haar schuld, zwak is in verschillende opzichten en Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 3/16 14 november 2012 zeker ook in materiële zin, zal met ondersteuning van de Regering Bouterse/Ameerali aangesterkt worden om zodoende mede te kunnen helpen bouwen aan de ontwikkeling van ons land. Mevrouw de Voorzitter, In het verlengde van deze kwestie is gevraagd hoe de Regering dit gaat financieren en of het niet een zwaardere last is op de schouders van anderen? Gaat de Regering om dit te kunnen financieren extra belastingen heffen? Ik mag u meedelen dat, zoals reeds aangegeven is, de Regering van mening is dat de meerverdiensten van de Staat ook het volk ten goede moeten komen. Als wij meerverdiensten hebben uit voornamelijk de mijnbouwsector, dan betekent het dat de financiering van het sociaal programma deels daarmee gefinancierd zal worden. Van een zwaardere last voor anderen zal er dus geen sprake zijn. Bovendien is de Regering drukdoende een herstructurering bij de belastingdienst door te voeren ter gezondmaking van het geheel. Dit zal ertoe leiden dat er daaruit meer verdiensten zullen voortvloeien. Het lijkt ons voor de volledigheid goed aan te stippen dat de overgang naar het BTW-­‐ systeem in 2013 haar beslag zal krijgen. In uw College is, Mevrouw de Voorzitter, aangehaald dat onze broeders en zusters in het binnenland niet zullen kunnen genieten van de eventuele voordelen die de overgang naar het BTW systeem met zich meebrengt. Wij gaan daar als volgt op in: In de fiscale wet-­‐ en regelgeving wordt er geen onderscheid gemaakt tussen binnenlandbewoners en overigen. Belastingwetten gelden in principe voor een ieder die zich op Surinaams territoir bevindt. Door de invoering van de BTW zullen velen, die tot dusverre geen bijdrage van enige betekenis aan `s Lands schatkist geleverd hebben, dit wel gaan doen. Het beleid van de regering is echter op gericht om minder draagkrachtigen, ongeacht hun woonplaats, zoveel als mogelijk te ontzien door onder andere een vrijstelling in de BTW wet met betrekking tot de eerste levensbehoeften. Het geachte lid Randjietsingh vroeg wat de verlaging van de bestaande belastingsoorten, in het kader van de invoering van de BTW, zal zijn. Mevrouw de voorzitter, tijdens de begrotingsbehandeling zal daar nader op worden ingegaan. Mevrouw de Voorzitter, Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 4/16 14 november 2012 Er is voor wat de infrastructurele voorzieningen betreft veel gezegd in uw Nationale Assemblee. De kwestie van de dijken in Coronie en Commewijne zijn vaker aan de orde geweest. Met betrekking tot de dijk in Coronie kunnen wij u informeren dat de bouw daarvan normaal voortgang vindt. Ook de bouw van de dijk in Commewijne vindt voortgang, met dien verstande dat er vertragingen zijn opgetreden. Mevrouw de Voorzitter, Wij moeten beseffen dat wij in de afgelopen tijd zijn geconfronteerd met opzienbarende en onacceptabele vormen van huiselijk geweld. Het lijkt ons daarom van enorm groot belang stil te staan bij het ook in uw College aangehaald onderwerp van huiselijk geweld, omdat het om een zeer zorgwekkende kwestie gaat. Ook de Regering maakt zich zorgen over het steeds toenemende huiselijk geweld. In dat kader is daarom opdracht gegeven om vandaag, woensdag 14 november 2012, een Technische Commissie, belast met citizen security, in te stellen onder monitoring van het Bureau Nationale Veiligheid. Deze nationale commissie zal onder andere als opdracht hebben om met de private sector,NGO’S, in het kader van de veiligheid van de burger, huiselijk geweld, te inventariseren, analyseren en oplossingsmodellen aan te dragen, om zulks tot het minimale te beperken. Mevrouw de Voorzitter, Hoewel er vaker gesproken is over de ordening van de goudsector, moeten wij daar even aandacht aan besteden, zodat een ieder begrijpt waarmee de Regering bezig is. Wij moeten doordrongen zijn van het gegeven dat wij uit de goudsector enorme verdiensten hebben. LET WEL: wij koesteren de sector, maar verzetten ons ertegen dat het alleen om het verdienen gaat. Het verdienen gaat niet ten koste van alles. Wij hebben als land wel de verplichting om, als wij met bedrijven van wereldformaat afspraken hebben lopen, deze na te komen. In dit verband moet gedacht worden aan NEWMONT EN IAMGOLD. Verder is het van groot belang dat de Staat Suriname uit de sector haar rechtmatig deel ontvangt van zowel de kleinschalige als de grootschalige en professionele mijnbouw. De ordening was noodzakelijk en wij hebben daarom alles ingezet om het succesvol te doen verlopen. Wij informeren u dat het noodzakelijk was het overheidsgezag in het binnenland van Suriname te Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 5/16 14 november 2012 herstellen, als mede een goed beeld te verkrijgen van niet alleen de sector als geheel, maar ook van de actoren. Dit stelt ons in staat het rechtmatig deel, binnen billijkheid en redelijkheid, te kunnen verkrijgen. Ook hebben wij de verantwoordelijkheid, mede in het kader van milieu-­‐aspecten, er op toe te zien dat deelnemers adequaat worden opgeleid -­‐denk hierbij aan de op te zetten School of Mining. Concreet, Mevrouw de Voorzitter, heeft de commissie 50.000 vierkante kilometers aan goud concessies bezocht. Daarbij zijn niet inbegrepen de gebieden Matapi-­‐Apoera, Tibiti, Coppename, Tafelgebergte. De resultaten van het vele werk en de bestede middelen zijn zeer goed te noemen. In het kader van het faciliteren van de onderhandelingen met Newmont zijn er bijvoorbeeld 2.200 gouddelvers ontruimd, terwijl in het kader van de onderhandelingen met Iamgold 600 gouddelvers hun activiteiten hebben moeten staken. Deze Surinamers zijn met behulp van de Commissie Ordening Goudsector ondersteund bij het verkrijgen van een concessie om te voorkomen dat zij brodeloos gemaakt zouden worden waardoor de zorg voor hun gezin op de helling zou geraken. Door deze interventie zijn de goudbedrijven in staat geweest hun exploratieactiviteiten ongestoord ten uitvoer te brengen. Bij al de inspanningen, Mevrouw de Voorzitter, moeten wij bedenken dat het gaat om investeringsruimte van ruim boven de 1 miljard Amerikaanse Dollars wat wij niet mogen mislopen. Mevrouw de Voorzitter, Met betrekking tot de vraag of de Commissie Ordening Goudsector concessies uitgeeft of intrekt, kan vermeld worden dat daar op geen enkele wijze sprake van is. Er zijn regels en de commissie houdt zich aan die regels. Alleen de Regering,in casu het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen is bevoegd conform wet-­‐ en regelgeving concessies uit te geven dan wel in te trekken. De Commissie, Mevrouw de Voorzitter, is ook niet bevoegd, zoals aangehaald is, belasting te heffen. Wij hebben een belastingdienst die gerechtigd is, op basis van haar verantwoordelijkheden, belastingen te innen. De Regering heeft voor uw informatie een goudwet in voorbereiding die een belastingheffing als ook het percentage van de heffing zal voorstellen, zodat op korte termijn, nadat alle procedures gevolgd zijn, het concept aan uw Assemblee ter goedkeuring kan worden aangeboden. Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 6/16 14 november 2012 Mevrouw de Voorzitter, De integratie in de regio is belangrijk voor deze Regering en er zijn veel activiteiten op dit gebied. Hoe zal Suriname het Voorzitterschap van UNASUR invullen? Vanwege de situatie in Paraguay zal Suriname 6 maanden eerder en wel per 1 juli 2013 dit hoge ambt vervullen. Het bezitten van het Voorzitterschap van deze Regionale Organisatie betekent een enorme verantwoordelijkheid voor ons land. Het ligt in de bedoeling dat de statuten en de organisatiestructuur van dit orgaan aan het De Nationale Assemblee te doen toekomen zodat het Parlement ook hiermee bekend raakt. UNASUR telt een 9-­‐tal Raden die door het Pro-­‐Tempore Secretariaat beheerd, gecoördineerd en geleid zullen moeten worden. Mevrouw de Voorzitter,vóór eind van dit jaar zal Suriname het Secretariaat van UNASUR, na overleg met relevante Instanties in Suriname, informeren over de beslissingen die Suriname zal nemen met betrekking tot de invulling van de Raden die Suriname zelf zal beheren. Mevrouw de Voorzitter, Met betrekking tot de vraag als er een overzicht kan komen van de activiteiten op de Buitenlandse Posten en als er concrete resultaten kunnen worden aangegeven, wil ik u als voorbeeld het volgende aangeven: Aan de Ambassade van de Republiek Suriname in Brasilia is de opdracht gegeven om zich te richten op het maximaal benutten van de agro-­‐potentie van dit land ten behoeve van de ontwikkeling van onze eigen agrarische productie. Ik mag u in dit verband als voorbeeld doorgeven dat in de afgelopen maanden diverse technische missies Suriname hebben bezocht. Als concreet resultaat kan worden genoemd de ondersteuning van EMBRAPA voor de agrarische productie waaronder het bekend cassave project. Op 4 december aanstaande zullen deskundigen van dit Instituut naar Suriname afreizen voor de implementatie van gemaakte afspraken. Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 7/16 14 november 2012 EMPRABA zal samen met het Ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij werken aan onder andere het opzetten van (a) (landelijk) kleine agro-­‐training centra, cassaveteelt en Victoria als modelproeftuin voor tuinbouw en fruitteelt en (b) een planten nursery in het district Para. Mevrouw de Voorzitter, Nu reeds vinden er,na vijfentwintig (25) jaar van inactiviteit van de scheepvaartverbinding tussen Suriname en Brazilië, dankzij het inzetten van de Presidentiële diplomatie van de Regering, exporten plaats van rijst en houtsoorten naar de Braziliaanse markt. De verschepingen verlopen vlot. Uit de enorme behoefte blijkt dat het ene schip thans niet meer voldoet aan de vraag en dat de mogelijkheid bekeken wordt om een tweede schip in te zetten. Door inspanningen van de Ambassade van Suriname in Brasilia is na 25 jaar de scheepvaart route tussen Suriname en Brazilië hervat. Voor het verdere met betrekking tot de buitenlandse betrekkingen, verwijs ik, Mevrouw de voorzitter, naar de begrotingsbehandeling. Mevrouw de Voorzitter, Ten aanzien van vragen en opmerkingen over het onderwijs in het binnenland, het volgende. Laat mij beginnen met u te vertellen dat ik blij ben met de ondersteuning vanuit uw College, met name van het geachte lid Asabina, voor het voornemen van de Regering voor een fundamentele opheffing van de achterstand in het onderwijs in het algemeen en dat in het binnenland in het bijzonder. Inderdaad, het is nu tijd om wat vele jaren telkens weer werd beloofd, die nu eindelijk waar te maken. Wij zijn wel verplicht op te merken dat het alom bekend is wie belast is met het onderwijs in het binnenland in de afgelopen 10 à 15 jaren. De Regering zal, Mevrouw de voorzitter, nog in het eerste kwartaal van 2013 een volledig uitgewerkt plan met daaraan gekoppeld de benodigde financiën aan uw College aanbieden. Gelet op het grote belang van de daarin in operationele termen beschreven hervormingsactiviteiten hoopt en verwacht de Regering dat een ieder, dus ook uw College, zijn of haar bijdrage zal verlenen aan de realisatie ervan. De eerste tastbare resultaten van onze activiteiten moeten reeds vóór het begin van het nieuwe schooljaar Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 8/16 14 november 2012 2013 – 2014 merkbaar zijn. Ik verzeker u dat in het schooljaar 2014 -­‐2015 er in ons land geen sprake meer zal zijn van een onderwijssoort “onderwijs in het binnenland”. Overal in ons land zal er sprake zijn van hetzelfde basisonderwijs en voortgezet onderwijs op juniorenniveau. Dit naar inhoud en kwaliteit en naar voorzieningen en randvoorwaarden! Mevrouw de voorzitter, op de vraag naar evaluatie van de onderwijsvernieuwing zal de minister tijdens de behandeling van begroting van het ministerie van onderwijs en volksontwikkeling ingaan. Ik wil nu wel opmerken dat de projecten “bouw en uitbreiding schoollokalen” en “aanschaf nieuwe leermiddelen” bedoeld zijn om een aantal dringende problemen waarmee wij in ons onderwijs te maken hebben, op te lossen. Tijdens de begrotingsbehandeling zal de minister gedetailleerde informatie geven over de stand van zaken met betrekking tot de beide projecten. Ten aanzien van de vraag in hoeverre de naschoolse opvang ook voor de kleuters bedoeld is, kan ik u, Mevrouw de voorzitter, aangeven dat de kleuterklassen A en B in de nieuwe structuur een integraal onderdeel vormen van het basisonderwijs. Derhalve zal ertoe overgegaan worden om de kleuters op te nemen in de naschoolse opvang. Mevrouw de Voorzitter, Een lid van uw College heeft de Regering gevraagd om naar een alternatieve methode van toelating van studenten tot de faculteit der medische wetenschappen te zoeken. Ik kan u meedelen dat de Regering reeds bezig is om met het bestuur van de universiteit naar mogelijkheden te zoeken voor uitbreiding van in elk geval de numerus fixus. Mevrouw de Voorzitter, Een van uw geachte leden heeft speciale aandacht van de Regering gevraagd voor kinderen in Paramaribo die niet naar school gaan. De Regering wil natuurlijk die speciale aandacht aan die kinderen schenken en zal op zeer korte termijn op dat gebied gepaste maatregelen treffen. De Regering brengt haar hartgrondige dank uit aan uw College voor het hebben willen aansnijden van dit onderwerp. Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 9/16 14 november 2012 Mevrouw de Voorzitter, Met betrekking tot het energievraagstuk waarnaar enkele leden van uw college vragen hebben gesteld, verwijs ik naar de Jaarrede. Daarin is onder meer gesteld dat ultimo 2013 de energievoorziening optimaal zal zijn. Mevrouw de Voorzitter, De in de Jaarrede aangekondigde nutsvoorzieningen, zoals stromend water en licht, worden nu al in een crash programma gerealiseerd. Mevrouw de Voorzitter, Decentralisatie van regeling en bestuur in en voor Suriname, is een niet weg te denken voorwaarde voor de vooruitgang van Suriname, vanwege het onweerspreekbare belang van deze variant van de Staatsvorm voor Suriname, de Surinaamse mens, voor de nationale en regionale ontwikkeling en vanwege het feit dat decentralisatie het instrument is om de participatieve democratie in Suriname tot een levende werkelijkheid te maken. Mevrouw de Voorzitter, Bekijken we de stand van de decentralisatie in Suriname analytisch en toetsen wij die aan de grondwettelijke voorwaarden, dan is het belangrijk het volgende onder ogen te zien. Decentralisatie is een overgangsfase van een centraal bestel en is te classificeren naar minstens vier categorieën aan de hand van de positie van onder meer het beheer over geldmiddelen, het personeel, verantwoordelijkheid van de uitvoerende diensten en de stand van de ontwikkeling. De vier categorieën waarin de districten bij de constitutionele introductie van decentralisatie zijn verdeeld zijn: A. een geïntegreerd besturingssysteem – directehiërarchische uitvoering van het overheidsbeleid; de eventuele plaatselijke organen hebben weinig controle over de activiteiten van de Overheid; Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 10/16 14 november 2012 B. een tweeledig systeem, waarbij enkele Ministeries direct technische diensten beheren en plaatselijke organen wettelijke autonomie bezitten om plaatselijke diensten te vervullen en om plaatselijke ontwikkeling te bevorderen; C. een ‘partnership’ systeem, waarbij enkele directe diensten door de centrale Overheid worden uitgevoerd en andere door plaatselijke instanties; D. een volledig ontwikkeld locaal bestuurssysteem, dat de algehele beschikking heeft over de technische diensten. Nagegaan moet worden in welke categorie elk van de tien(10) districten moet worden gerangschikt.. Zaken, die eveneens pleiten voor een verantwoorde en zorgvuldige, doch versnelde afronding van het decentralisatieproces zijn: 1. behoefte aan een eigen begroting, eigen verantwoordelijkheid voor de Districtsraad en derhalve meer armslag; 2. zich verantwoord losmaken van politieke afhankelijkheid van Paramaribo; 3. het daadwerkelijk doen functioneren van zelfstandige gemeenschappen door de Districtsraad, gericht op de zelfstandige belangenbehartiging van het gebied, en 4. betere kennis van zaken over de plaatselijke toestand gericht op: -
het locaal bestuur van waaruit gerekruteerd kan worden; -
de districtsbevolking, die steeds meer druk en invloed kan uitoefenen op beslissingen van de centrale Overheid; -
het beter kunnen voorzien in de wijze waarop zaken, de opbouw van het district betreffende, zich voltrekken; -
het zelfstandig handelen bij individuele gevallen en routinewerkzaamheden, waar nu nog Paramaribo voor ingeschakeld wordt; -
de toegenomen betekenis van de districten, gezien de beschikbare besteding van steeds meer fondsen voor de ontwikkeling van het district en het bevorderen van het initiatief door eigen mensen; -
de verwachting dat politieke scheidslijnen zullen wegvallen door over-­‐koepeling van politiek en sociaal-­‐gekleurde groepen in de districtsraden. Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 11/16 14 november 2012 Mevrouw de voorzitter, wij benadrukken dat hierbij training en kadervorming tot de pre-­‐condities behoren voor het succesvol verlopen van het decentralisatie-­‐proces. Mevrouw de Voorzitter, De vraag die centraal staat bij de evaluatie van decentralisatie van regeling en bestuur is of de districten in staat zijn om gedecentraliseerde taken naar behoren uit te voeren en de centrale overheid hen hiertoe in voldoende mate in staat stelt. Enkele aandachtspunten die ook centraal moeten staan bij deze evaluatie zijn hoe het staat met de vergroting van de bestuurskracht van de districten en waarin de districten van elkaar verschillen bij de realisatie van hun gedecentraliseerde ambities. Bij de evaluatie van de bestuurskracht gaat het om het onderzoek naar het vermogen van de districten om de gedecentraliseerde taken op zich te nemen zoals de uitvoeringscapaciteit, de besliscapaciteit en de verantwoordingscapaciteit. Om al deze redenen is het onder meer nodig voor het vervolgtraject met het aannemen van wetten aan te vangen het resultaat van de tussentijdse evaluatie af te wachten. Een evaluatie die niet al te veel tijd in beslag hoeft te nemen. Mevrouw de Voorzitter, De Regering heeft na de grondenrechtenconferentie van 2011 te Colakreek een orgaan in het leven geroepen dat belast is met het doen van voorstellen voor een spoedige oplossing van dit probleem. Tijdens de begrotingsbehandeling zal de Regering gedetailleerd op deze kwestie ingaan. Mevrouw de Voorzitter, Met de introductie van het onderministerschap in de Grondwet van de Republiek Suriname ( artikel 124 van de Grondwet van de Republiek Suriname), is de mogelijkheid geopend om de steeds zwaarder wordende taak van de minister te verlichten zonder het aantal ministers uit te breiden. Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 12/16 14 november 2012 De politieke top van een ministerie wordt gevormd door de minister en de onderminister(s). De onderminister kan worden belast met min of meer specifieke beleidsterreinen waar de Minister verantwoordelijk voor blijft. De onderminister kan voorts met nader door de Minister aan te wijzen taakgebieden worden belast. Mevrouw de Voorzitter, Op de vraag wanneer de nieuwe leden van de SER zullen worden benoemd, kan ik u meedelen dat zulks in het dienstjaar 2013 zal geschieden. Mevrouw de Voorzitter, Als antwoord op de vraag over de anti-­‐corruptiewet kan ik aangeven dat de Regering thans bezig is met de voorbereiding van een nieuwe ontwerpwet ter bestrijding van corruptie. Deze zal op korte termijn aan uw geacht College worden aangeboden. Mevrouw de Voorzitter, De onderhandelingen met NEWMONT en IAMGOLD zijn in een afrondende fase en de beloofde gouden kerst staat voor de deur. Mevrouw de Voorzitter, Met betrekking tot de gronduitgifte kan worden gesteld dat dit beleidsonderdeel in het dienstjaar 2013 grondig zal zijn geherstructureerd. De bemensing zal, waar nodig, zonder aanzien des persoons gewijzigd worden. Aan procedures van uitgifte zal overeenkomstig de regelingen van de Landhervormingswet strak de hand worden gehouden. In deze zullen de opmerkingen van het geachte lid Misikaba meegenomen worden. Zoals vermeld in de kernpunten van de Jaarrede 2012 zal toewijzing van domeingronden door o.a. bovengenoemde maatregelen zo snel als mogelijk rechtvaardig en vlot gebeuren. Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 13/16 14 november 2012 Mevrouw de Voorzitter, Ten aanzien van de betaling van beursalen in Cuba is de Regering maatregelen aan het voorbereiden om binnen twee weken een duurzame oplossing voor dit probleem te vinden. Mevrouw de Voorzitter, Ik kan u naar aanleiding van vragen in uw geacht College meedelen dat de begroting van IDCS in de begroting van het ministerie Financiën is opgenomen. Mevrouw de Voorzitter, Met betrekking tot hetgeen gevraagd is over AZV verwijs ik naar de Jaarrede. Daar is aangegeven dat de Regering er alles aan doet om op uiterlijk 31 december 2013 alle Surinamers te voorzien van een standaardpakket aan gezondheidsvoorziening. Mevrouw de Voorzitter, Naar aanleiding van opmerkingen over de communicatie van de Regering met de bevolking kan ik u zeggen dat de Regering voornemens is verbetering op alle niveaus te brengen aan de communicatie met en de voorlichting aan de bevolking. In dit verband worden de opmerkingen van het geachte lid Breeveld ter harte genomen. Mevrouw de Voorzitter, Ik moet naar aanleiding van de opmerking van het geachte lid Misikaba, erkennen dat de beoogde doelen die bij de instelling van dit ministerie voor ogen waren, nog niet uit de verf zijn gekomen. Ik kan u garanderen dat op de meest korte termijn in overleg met de minister en alle betrokkenen die maatregelen zullen worden genomen, die zullen moeten leiden tot kwalitatieve verbetering van het functioneren van dit ministerie. Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 14/16 14 november 2012 Mevrouw de Voorzitter, De Surinaamse Staat is soeverein en bezit de oorspronkelijke internationale rechtspersoonlijkheid. Suriname voldoet verder geheel aan de voorwaarden welke gelden om als Staat te kunnen worden aangemerkt. Wat Suriname verder soeverein doet zijn, is dat de Surinaamse Regering effectief en daadwerkelijk gezag uitoefent over het op het Surinaams grondgebied aanwezig zijnde of verblijvende bevolking. Een gezag dat niet namens een ander mag worden uitgeoefend. Een recht dat ingevolge de volkenrechtelijke status van Suriname genoemd moet worden, is het zelfbeschikkingsrecht van het Surinaamse volk. Hierbij heeft de President onder meer de primaire opdracht van ons als natie om de soevereiniteit te respecteren en te verdedigen tegen alle ontkenning van buitenaf. Het is ons onvervreemdbaar recht de door ons als noodzakelijk beoordeelde wetgeving tot stand te brengen zonder enige verplichting tot verantwoording aan anderen dan aan het Surinaamse volk. Respecteren en verdedigen van onze soevereiniteit geeft geen verplichting tot verantwoording aan anderen over door de wetgevende macht in Suriname noodzakelijk geachte wetgeving. Wat onze Grondwet die door iedereen gerespecteerd dient te worden, ook door U en ik, over hetgeen ik als President hier in dit College op de hoogtij dag van 27 september van dit jaar tijdens de presentatie van de jaarrede heb gezegd over onze soevereiniteit, is erg belangrijk. Het is goed aan te geven dat de Preambule van de Grondwet van de Republiek Suriname de drager van de inhoud van de Grondwet is en het interpretatiekader voor de tekst van de Grondwet, alsmede het politiek, maatschappelijk, cultureel fundament van onze natie is. In de Preambule van onze Grondwet is onder meer het volgende over de soevereiniteit opgenomen en plechtig door ons volk aanvaard: 1.
bewust van onze plicht elke vorm van buitenlandse overheersing te bestrijden en te verhinderen, en 2.
vastbesloten de nationale soevereiniteit, zelfstandigheid en integriteit te verdedigen en te beschermen. Mevrouw de Voorzitter, ik heb niets meer en niets minder bedoeld te zeggen. Een herinnering aan deze grondwettelijke voorwaarden op hoogtij dagen, is zeker vereist en kan niet vaak genoeg worden geaccentueerd. Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 15/16 14 november 2012 Mevrouw de Voorzitter, Ik wil u en uw College, tot slot, danken voor het opgebracht geduld. Tevens zou ik van deze gelegenheid mede gebruik willen maken om via u het Surinaamse volk nogmaals te bedanken voor zijn ondersteuning aan de Regering en het door haar gevoerde beleid en het volk tevens oproepen de eenheid steeds hechter te maken om met elkaar steeds grotere successen te boeken. Algemene Politieke Beschouwingen President D.D. Bouterse 16/16 14 november 2012 
Download