091: Het feilbare geheugen

advertisement
#091: Het feilbare geheugen
Het Strafblad besteedt in de editie van november 2014 uitgebreid aandacht aan
het Internationale strafrecht bezien vanuit Nederlands perspectief. Echter is
dit nummer van het Strafblad niet alleen interessant voor diegene die in het
International strafrecht werkzaam zijn, maar eigenlijk voor elke jurist. In
een artikel wordt de betrouwbaarheid van getuigen aan de kaak gesteld[1] en
in een ander artikel de drie T’s die tot meer valide getuigenverklaringen
zouden leiden[2]. In het (financieel) strafrecht wordt veelvuldig gebruik
gemaakt van getuigen. Het is dus goed om te weten waar de zwaktes liggen van
het menselijk geheugen en daarop in te spelen tijdens getuigenverhoren.
Enkele aspecten uit deze twee artikelen zullen wij hier behandelen.
Een van de belangrijkste invloeden die effect heeft op het geheugen is tijd.
Een inkoppertje misschien maar in het artikel over de drie T’s wordt verwezen
naar een studie die wellicht kracht kan bijzetten aan een pleidooi dat een
getuige door tijdsverloop geen betrouwbare verklaring heeft afgegeven. Immers
blijkt uit deze studie dat mensen vaak hun eigen ervaringen van zes maanden
geleden niet (eens) meer herinneren als zij deze teruglezen, maar ook vice
versa.[3] In WIM zaken wordt het tijdsverloop ook als een belangrijke factor
meegewogen ten aanzien van de betrouwbaarheid van een getuigenverklaring.[4]
Andere belangrijke factoren die van invloed zijn op het menselijk geheugen en
dus getuigenverklaringen zijn interne processen en externe factoren. Het
menselijk brein kan namelijk door over een gebeurtenis te praten of te lezen
soms niet meer onderscheiden wat zelf is ervaren en wat hij/zij uit externe
bronnen heeft vernomen. Hier zijn ook verschillende onderzoeken naar gedaan.
Twee voorbeelden worden genoemd in het Strafblad.[5] Ook deze contaminerende
factor die van invloed is op een verklaring wordt erkend in WIM zaken. In het
strafblad wordt verwezen naar het volgende citaat[6]:
“De grenzen aan het menselijk waarnemingsvermogen en geheugen zijn evident.
Door zowel interne processen als externe factoren wordt het geheugenspoor van
de originele ervaring veranderd of aangevuld. Er kan sprake zijn van
selectieve waarneming; integreren van later verkregen informatie; accepteren
van gesuggereerde gebeurtenissen.”
Tot slot willen wij nog wijzen op omstandigheden waaronder een verhoor kan
plaatsvinden en die van invloed kunnen zijn op de verklaring. Er is
bijvoorbeeld onderzoek gedaan naar het effect van langdurige verhoren. Tegen
het einde van een lang verhoor wordt de informatie steeds minder valide, ook
wel het output order effect genoemd.[7] Het komt niet zelden voor dat de FIOD
op een indringende en uitputtende manier vragen aan getuigen stelt. De vraag
is dus wat de waarde is van een dergelijk verhoor. Het is derhalve voor de
verdediging van belang om of aanwezig te zijn bij een getuigenverhoor of
nadien te verifiëren op welke wijze een verhoor heeft plaatsgevonden.
Hoe ga jij om met de feilbaarheid van het menselijk geheugen tijdens een
getuigenverhoor? Merk jij dat de rechter in sommige situaties hier rekening
mee houdt of worden naar jouw mening te vaak stukjes uit een
getuigenverklaring geknipt om tot een bewezenverklaring te komen zonder dat
bewijswaarde van een dergelijke verklaring in acht wordt genomen?
[1] Prof. Dr. A.L. Smeulers, Betrouwbaarheid van getuigenbewijs in WIM-zaken,
Strafblad nov. 2014, p. 345 – 364.
[2] Dr. R. Horselenberg en A.W.E.A. de Zutter MPhil, Tijd, training en Tolk,
Strafblad nov. 2014, p. 365 – 373.
[3] R. Hoselberg, H. Merckelbach, G. van Breukelen en I. Wessel, ‘Individual
differences in the accuracy of autobiographical memory’, Clinical Psychology
and Psychotherapy 11 (2004), p 168-176.
[4] Hof Den Haag, 7 juli 2011, ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0686, r.o. 9.1.
[5] F. Gabbert, A. Memon en D.B. Wright, ‘Memory conformity: Disentangling
the steps toward influence during a discussion;, Psychonomic Bulletin &
Review 13 (2006), p. 480-485; H.L. Roediger III, M. Meade en E. Bergman,
‘Social contagion of memory’, Psychonomic Bulletin & Review 8 (2001), p. 365
– 371.
[6] Rechtbank Den Haag, 23 maart 2009, ECLI:NL:RBSGR:BI2444.
[7] Zie bijv. H. Merkelbach, G. Zeles, S, van Bergen en T. Giesbrecht, ‘Trait
dissociation and commission errors in memory reports of emotional’, American
Journal of Psychology 120 (2007), p. 1-14.
Download