COGNITIE & COMMUNICATIE COLLEGE 3 Geheugen Informatiekunde Universiteit Utrecht Joske Houtkamp INHOUD • Werkgeheugen • Kortetermijngeheugen • Langetermijngeheugen • Gebruik algemene kennis LITERATUUR Matlin, M.W. Cognitive Psychology (2014, 8th edition; eventueel 7th edition) • Chapter 4 Using Working Memory • Chapter 5 Using Long-Term Memory (behalve Flashbulb Memories en Eyewitness Testimony) • Chapter 8 Using General Knowledge WORKING MEMORY “…is the brief, immediate memory for the limited amount of material that you are currently processing; part of working memory also actively coordinates your ongoing mental activities.” (andere/oudere term: kortetermijngeheugen) Is er een duidelijk onderscheid tussen korte- en langetermijngeheugen? In ieder geval nuttig voor het organiseren en bespreken van het onderzoek naar geheugen. VOORBEELD GEBRUIK WERKGEHEUGEN https://www.youtube.com/watch?v=F988ZpogRiI 1.26.50 Rudi Carrell - Am laufenden Band (Folge 16) 1975 https://www.youtube.com/watch?v=tcoBXDuRxWM 1.23.30 Rudi Carrell - Am laufenden Band (Folge 37) 1978 TEST JEZELF http://gocognitive.net/demo/working-memory-capacity HET KLASSIEKE ONDERZOEK NAAR WERKGEHEUGEN George Miller's "Magical Number Seven" (7 ± 2) • Mensen kunnen ongeveer 7 items ‘vasthouden’ (plus of min 2) • Item kan ook een ‘chunk’ zijn – geheugeneenheid bestaande uit sterk gerelateerde componenten • Interne processen converteren stimuli in een hanteerbaar aantal chunks ( actieve cognitieve processen) http://www.youtube.com/watch?v=Z0YjOVUt--M 0.55 Ton Sijbrands Wereldrecord Blinddammen 2007 25 partijen simultaan blinddammen (met toelichting Douwe Draaisma) HET KLASSIEKE ONDERZOEK NAAR WERKGEHEUGEN Vroeg onderzoek naar de capaciteit van het kortetermijngeheugen Tussen 1950 en 1970 twee technieken vaak toegepast in onderzoek: 1.The Brown/Peterson & Peterson Technique • Materiaal dat minder een minuut in het geheugen is gehouden wordt vaak vergeten • items die moeten worden onthouden bekijken; met stappen van drie terugtellen (distractor task); probeer te herinneren • Afleidende taak maakt herhalen onmogelijk Conclusie: materiaal dat maar een paar seconden is ‘opgenomen’ wordt snel vergeten. HET KLASSIEKE ONDERZOEK NAAR WERKGEHEUGEN Vroeg onderzoek naar de capaciteit van het kortetermijngeheugen techniek 2: 2. Serial position effect, the Recency Effect • serial-position effect (U-vormige relatie tussen positie van een woord in een lijst en de kans op recall) • recency effect (betere recall voor items aan het einde van de lijst) • primacy effect (betere recall voor items aan het begin van de lijst) • Bepalen grootte van werkgeheugen door het tellen van het aantal juist onthouden items aan het einde van een lijst. HET KLASSIEKE ONDERZOEK NAAR WERKGEHEUGEN Vroeg onderzoek naar de capaciteit van het kortetermijngeheugen: invloed van semantiek (betekenis van woorden en zinnen) • Semantische gelijkenis van de items in kortermijngeheugen • Wickens and colleagues (1976) • “proactive interference (PI)”: mensen hebben moeite met het leren van nieuw materiaal omdat eerder geleerd materiaal interfereert. • Brown/Peterson & Peterson task (3 woorden, getal) met semantische verschillen: woorden met geheel andere betekenis worden beter onthouden • “release from proactive interference” HET KLASSIEKE ONDERZOEK NAAR WERKGEHEUGEN Atkinson and Shiffrin's Model • Korte- en langetermijngeheugen zijn gescheiden • Items in kortetermijngeheugen vergeten in 30 sec (zonder herhaling) • control processes: bewuste strategieen zoals herhaling, om geheugen te verbeteren DE WORKING-MEMORY BENADERING Alan Baddeley & Graham Hitch (1974) Wat is de betekenis van het kortetermijngeheugen voor onze cognitieve processen? “immediate memory is a multipart system that temporarily holds and manipulates information while we perform cognitive tasks” De working-memory approach benadrukt de actieve manipulatie van informatie in het werkgeheugen; het beheren van stukjes informatie zodat individu daarmee kan werken Het is als een ‘workbench’ met nieuw en oud materiaal (uit langetermijngeheugen) Verschil met eerdere theorieen: componenten DE WORKING-MEMORY BENADERING Bewijs voor componenten met onafhankelijke capaciteiten Werkgeheugen is niet een ondeelbaar geheel Baddeley & Hitch (1974) • Getallenreeksen herhalen en spatial reasoning task (op knop drukken bij bepaalde stimulus) • Proefpersonen voerden de simultane taken sneller en accurater uit dan verwacht • Werkgeheugen lijkt te bestaan uit verschillende componenten die enigszins onafhankelijk van elkaar kunnen opereren DE WORKING-MEMORY BENADERING Phonological Loop • phonological loop verwerkt een beperkt aantal geluiden gedurende een korte periode • Verwerkt taal en andere geluiden die je hoort/maakt • Subvocalization (inner speech, voor jezelf uitspreken) • Voor jezelf herhalen, nieuwe woorden leren, sommen uitrekenen • mentale echo van een naam of melodie DE WORKING-MEMORY BENADERING Visuospatial Sketchpad • visuospatial sketchpad : verwerkt visuele en ruimtelijke informatie • ook bekend als: visuospatial working memory, short-term visual memory Maakt het mogelijk om het uiterlijk van objecten en hun positie ten opzichte van elkaar op te slaan Bewaart visuele informatie die is afgeleid (gecodeerd) van verbale stimuli Het bevat de visuele beelden die je in gedachten doorzoekt bij het vinden van bijv. sleutelbos Heeft beperkte capaciteit. DE WORKING-MEMORY BENADERING Visuospatial Sketchpad • Gebruik van de Visuospatial Sketchpad • • • • • engineering, art, architecture retaining image of a scene finding your way from one location to another track a moving object videogames, jigsaw puzzles, mazes DE WORKING-MEMORY BENADERING Episodic Buffer • Tijdelijke opslag die informatie kan opslaan en combineren van de phonological loop, de visuospatial sketchpad, en langetermijngeheugen • Integreert informatie van verschillende modaliteiten • Manipuleert informatie voor interpretatie • Maakt verbindingen tussen concepten • Beperkte capaciteit DE WORKING-MEMORY BENADERING Central Executive Integreert informatie van de phonological loop, visuospatial sketchpad, episodic buffer en langetermijngeheugen Speelt een rol in focusing aandacht, kiezen van strategieen, transformeren van informatie, coordineren van gedrag, Onderdrukt niet-relevante informatie plant and coordineert, maar slaat geen informatie executive supervisor; bepaalt waar aandacht heen moet Bepaalt strategie Beslist hoe een probleem moet worden aangepakt Beperkt in uitvoeren van simultane taken http://gocognitive.net/interviews/origins-central-executive Allan Baddeley: the origins of the central executive (zelf kijken) NIEUW!!! PROCEDURAL WORKING MEMORY Alan Baddeley over het procedural working memory http://gocognitive.net/interviews/procedural-working-memory?page=1 LANGETERMIJNGEHEUGEN HET KLADBLOK IN JE HOOFD http://www.npo.nl/brandpunt/31-08-2014/KN_1661801 28.35 31/08/2014 Brandpunt; Douwe Draaisma over geheugen Het geheugen is een instrument waar wij de eigenaar van zijn maar dat heel slecht naar ons luistert. Cees Nooteboom: “de herinnering is als een hond die gaat liggen waar hij wil.” LANGETERMIJNGEHEUGEN Begrippen: • working memory • long-term memory (grote capaciteit) • episodic memory (gebeurtenissen die je zelf hebt meegemaakt) • semantic memory (kennis over de wereld, taal, feiten) • procedural memory (kennis over hoe iets uit te voeren) • encoding (coderen, het verwerken van informatie en in het geheugen representeren) • retrieval (ophalen, terughalen) CODEREN (ENCODING) IN LANGETERMIJNGEHEUGEN 1. Kunnen we ons items die op een ‘diepe’ betekenisvolle wijze zijn verwerkt beter herinneren dan die op een oppervlakkige wijze zijn verwerkt? 2. Kunnen we ons items beter herinneren wanneer de context tijdens het coderen overeenkomt met de context bij het ophalen? 3. Hoe beinvloeden emotionele factoren de accuraatheid van het geheugen? CODEREN IN LANGETERMIJNGEHEUGEN Levels- of- processing approach/depth of processing approach • Craik & Lockhart (1972) • Diepe, betekenisvolle informatie leidt tot meer accurate herinnering dan oppervlakkige, meer zintuiglijke verwerking • In het algemeen bereiken mensen een dieper niveau van verwerken wanneer ze meer betekenis ontlenen aan en stimulus. Voorbeeld: Woordenlijst met vragen over hoofd/kleine letters, rijmen of betekenis http://conwaypsychology.webs.com/apps/photos/photo?photoid=65795113 LEVELS- OFPROCESSING APPROACH Levels of Processing en geheugen voor algemeen materiaal (Betekenis versus uiterlijke verschijning) Diepere niveaus van verwerking leiden tot betere recall Twee factoren: • Distinctiveness (stimulus is anders/moet worden onderscheiden tov andere stimuli) • Elaboration (inspanning om term te begrijpen en te verwerken) SELF REFERENCE EFFECT Representative research Rogers and coauthors (1977) Lijst woorden, instructie: verwerk op • visuele kenmerken (-) • acoustische kenmerken (-) • semantische kenmerken (+) • kan het woord betrekking hebben op jezelf? (++) (Zie Matlin Chapter 5 voor verdere bespreking) aken van verschillende platforms. De mogelijkheden variëren van n waarin de gebruiker om zich heen visuele, auditieve en zelfs tactiele EFFECTEN VAN CONTEXT t eenvoudiger systemen op personal computers. Bij gebruik van pc’s en monitor maar ook vaak op een groot scherm geprojecteerd. In de zich ook in deze setup goed kunnen inleven in de getoonde sscenario’s voorzien van een eenvoudige geluidstrack met enkele t scenario (bijvoorbeeld een alarm dat afgaat, een explosie) en de omgeving overtuigend over te laten komen. Encoding specificity principle / context dependent learning n pc-platforms, zoals RescueSim, worden het meest toegepast. De f laag en de systemen kunnen eenvoudig worden vervoerd en op een t. Recall is better if the context during retrieval is similar to the context during encoding iplinaire training software waarmee veiligheidsprofessionals en eving een breed scala aan incidenten kunnen oefenen. Het platform voor incidenten in havengebieden, metro en spoorwegen, lucht- (NB onderscheid recall – reproduceren van items die eerder waren geleerd; recognition – beoordelen of een bepaald item is waargenomen) ore scheepsincidenten. RescueSim wordt sinds 2006 gebruikt door dse en buitenlandse organisaties voor de training van veiligheids- BHV- t raining voor ziekenhuism edew erkers. Link s het herm voor de t rainee. ENCODINGSPECIFICITY EFFECT In werkelijkheid goed aantoonbaar, maar in lab inconsistent. Waarom? 1. Encoding-specificity effect komt vooral voor in geheugentaken waarbij sprake is van • recall • incidenten in werkelijkheid • gebeurtenissen van lang geleden 2. Fysieke versus mentale context In lab vaak fysieke context gemanipuleerd, maar het gaat om mentale context (dus hoe men zich in de omgeving voelt, niet hoe deze eruit ziet) EFFECTEN VAN EMOTIES OP GEHEUGEN Emotie: reactie op een stimulus; kort, kan snel wisselen, vaak complex Mood: stemming, langdurig, altijd aanwezig maar vaak niet sterk bewust 1. Stimuli met een emotionele inhoud worden beter onthouden dan andere; positieve beter dan neutrale en negatieve (?) 2. Mood congruence: betere herinnering wanneer onze stemming past bij de emotionele typering van het materiaal TOEPASSING: VIRTUELE TRAINING Waarom virtueel trainen? 1. Trainen in werkelijkheid gevaarlijk en/of duur; 2. Mogelijkheid voor herhaling, individuele aanpassingen, feedback. Doel: maximaal leereffect. Kan een virtuele omgeving … 1. de werkelijkheid simuleren en dezelfde emoties oproepen (zoals handelen onder stress)? 2. gebruikt worden om het leereffect te versterken dmv bepaalde effecten zoals context specificity, mood congruence, of impact van emotionele stimuli? het uitvoeren van de oefening bleek dat zij de omgeving als zeer overtuigend VOORBEELD: TRAINEN discussie bleek dat de deelnemers zich na afloop specifieke details e METachteraf RESCUESIM opgingen in de gebeurtenissen van het scenario. Zij verklaarden dat de gelui inrichting hielpen oproepen, en het tijdstip en de setting van het scenario dui levendig herinnerden, en dat de geluiden daar een belangrijke rol in speelden MSc thesis Victoria Imron Screenshot s uit de SVV BHV- t raining voor m edewerkers penit ent iaire inricht in VSTEP BV, Risk Management Control SVV RESCUESIM Operator trainee EFFECT VAN AROUSING GELUIDEN Aannames: 1. emotioneel arousing stimuli worden beter herinnerd dan neutrale (o.a. Hamann 2001) 2. emotionele stimuli helpen sterke encoding van stimuli vooraf/naderhand (neurobiologie) 3. context dependent learning (beste recall wanneer iemand probeert de informatie te herinneren in dezelfde omgeving als zij/hij dit geleerd heeft) Vraag: bruikbaar om virtuele training te verbeteren? Experiment: Aan een scenario in een virtuele training geluiden toegevoegd met emotionele lading na 1 week recognition getest (van relevante items zoals obstakels, openstaande deuren, BHV-uitrusting) MEMORY CONSOLIDATION AROUSAL-VALENCE (DOMINANCE) whether these sounds are emotionally arousing or not, 116 participants wer self-rating using 5-point scale Self Assessment Manikin (explained in Section sounds they heard. IADS DATABASE International Affective Digital Sounds The IADS provides normative ratings of emotion (pleasure, arousal, dominance) for a set of acoustic stimuli for use in experimental investigations of emotion and attention. Visual Scene: Reception room crowded with patients waiting. A patient lies on a bed with a nurse standing beside him. 2 female receptionists are at the receptionist desk. Task: Navigate ERO avatar to enter the reception hall To-Be-Remembered Objects: Arousing Sound: Environmental Sound: People chatting on the phone, telephone ringing, footsteps, distant conversation sound Visual Scene: Reception Room, people in the reception room rushed outside because of the sound of the explosion, except the Environmental Sound: People chatting on the phone, telephone ringing, footsteps, distant conversation sound 3 4 Visual Scene: Reception Room, people in the reception room rushed outside because of the sound of the explosion, except the receptionists. Task: When realizing an explosion occurs, navigate ERO avatar to the reception desk where the ERO equipment is located To-Be-Remembered Objects: A patient lying in a bed near the receptionist, as it would be considered people who will need special assistance during emergency incident/evacuation Arousing Sound: Explosion (626), followed 27 by Glass Break (730) Environmental Sound: Crowd rushing outside, footstep Visual Scene: Two female receptionists sit Visual Scene: ERO enters 2nd floor and comes across a crowd that is running from 2nd floor. One male patient is walking in a rush when suddenly he vomits. Emergency exit sign is on the wall of 2nd floor Task: Navigate ERO to the emergency location (2nd floor) To-Be-Remembered Objects: 1. Vomiting patient (would need help during evacuation) 2. Emergency Exit Sign Arousing Sound: Vomit (255) , Panic Crowd (310) Environmental Sound: Footsteps Visual Scene: A big sign in front of the room “Baby Room” (Dutch=Kraamafdeling). A water spill is in front of the baby room. The door in front of the baby room is open Task: Navigate ERO to the emergency location (2nd floor kitchen) To-Be-Remembered Objects: 1. Babies will need help during evacuation 2. The water spill is a dangerous thing in a fire incident 3. There is an open door (which is not supposed to happen in a fire incident) Arousing Sound: Babies Crying (260) Environmental Sound: Footsteps, ERO’s heavy breathing Visual Scene: The hallway to the 2nd floor kitchen USING GENERAL KNOWLEDGE USING GENERAL KNOWLEDGE Eerste deel van Matlin: Hoe ons cognitief systeem informatie van de buitenwereld registreert en verwerkt. Hoofdstuk 8: Deze informatie wordt beïnvloed door algemene kennis, die handelen en interpretaties mogelijk maakt. Twee componenten van algemene kennis 1. Semantisch geheugen; georganiseerde kennis over de wereld; betekenissen, begrippen en feiten 2. Schemas: gegeneraliseerde kennis over situaties, gebeurtenissen, objecten SEMANTISCH GEHEUGEN Bevat: • Algemene kennis over feiten • Semantische kennis (woorden, betekenissen) • Conceptuele kennis Beinvloedt de meeste van onze cognitieve activiteiten, zoals het lezen van zinnen, oplossen van problemen, bepalen waar we zijn. Belangrijk zijn categorieën en concepten. Categorie: set objecten die bij elkaar horen. Vertelt iets over alle leden van de categorie (bijv. categorie “fruit”) Concept: mentale representatie van een categorie (concept “fruit”) SEMANTISCH GEHEUGEN Situated cognition approach We maken gebruik van de informatie in onze directe omgeving of situatie Onze kennis hangt vaak af van de context om ons heen (nl zo gecodeerd) Semantisch geheugen maakt het mogelijk om; • objecten te organiseren volgens concepten • logische interpretaties en conclusies te trekken die nooit deel uit maakten van het oorspronkelijke materiaal (stimulus) (inference) • beslissen welke objecten gelijk zijn BEPALEN OVEREENKOMST OBJECTEN 1. The Prototype Approach and Semantic Memory • Eleanor Rosch • Organiseert elke categorie op basis van een prototype, het item dat meest typerend is en representatief voor een categorie • prototype approach— beslis of een item tot een categorie behoort door vergelijking • Leden van de categorie zijn niet allemaal even prototypisch (degrees) BEPALEN OVEREENKOMST OBJECTEN 2. Exemplar approach • We leren eerst informatie over specifieke voorbeelden van een concept (exemplars), • Concept ‘hond’ bevat informatie over de honden die je ooit hebt gekend (i.t.t. prototypic approach: daar een geïdealiseerde representatie van een hond) • Elke nieuwe stimulus wordt geclassificeerd door te bepalen hoe sterk de gelijkenis is met die specifieke voorbeelden Waarschijnlijk gebruik van beide strategieën BEPALEN OVEREENKOMST OBJECTEN 3. Network models Prototype approach en exemplar approach benadrukken de vraag of een item tot een categorie behoort Andere invalshoek: een netwerkachtige organisatie van concepten in het geheugen • Er bestaan zeer veel verbanden tussen concepten • De betekenis van een concept hangt af van de concepten waarmee het is verbonden • Elk concept is een knooppunt (node), eenheid. • Vanuit het knoopunt spreading activation naar andere verbonden knooppunten Bestudeer Matlin Chapter 8 verder over deze onderwerpen! SCHEMA’S Tot nu toe veel gekeken naar woorden, concepten enz, maar onze kennis over de wereld is veel complexer. Schema — gegeneraliseerde kennis over situaties, gebeurtenissen, objecten, personen Schema theorieën helpen vooral bij verklaren hoe mensen complexe situaties en gebeurtenissen verwerken; samenwerking van top-down processing en bottom-up processing. Script is een type schema, eenvoudige, gestructureerde reeks gebeurtenissen in bepaalde volgorde SCHEMA’S http://www.youtube.com/watch?v=o4HHCgFmkcI http://www.brainrules.net SCHEMA’S EN GEHEUGEN “Kamer van een docent psychologie” EXPERIMENT Brewer & Treyens 1981 Proefpersonen • keken 30 seconden naar de foto • herinnerden zich vooral objecten die pasten bij het schema ‘werkkamer’ • sommigen herinnerden zich objecten die bij het schema passen zoals boeken (niet op de foto); na 2 dagen sterker Maar andere experimenten leveren complexere resultaten (zie Matlin). het uitvoeren van de oefening bleek dat zij de omgeving als zeer ov opgingen in de gebeurtenissen van het scenario. Zij verklaarden da inrichting hielpen oproepen, en het tijdstip en de setting van het sc VR discussie achteraf bleek dat de deelnemers zich na afloop specifiek levendig herinnerden, en dat de geluiden daar een belangrijke rol in Ook schema’s bij de beoordeling van een omgeving, sfeer van een virtuele omgeving, door associaties, herinneringen. Screenshot s uit de SVV BHV- t raining voor m edewerkers penit ent iai LET OP Voor het tentamen hoofdstuk 4, 5 en 8 van Matlin bestuderen, ook de onderwerpen die in het college niet zijn besproken. Niet verplicht hoofdstuk 5 ; Flasbulb Memories en Eyewitness Testimony.