de soortenspotter Inleiding De provinciale domeinen Puyenbroeck, Het Leen en De Gavers zijn enkele van de prachtige groengebieden van de provincie Oost-Vlaanderen. Naast tal van recreatieve mogelijkheden hebben ze ook veel natuurschoon te bieden. En die natuur is het onderwerp van dit actieve boekje. Vijf dieren, vijf planten en vijf zwammen staan in dit boekje als ambassadeurs van de natuur in de domeinen. Deze vijftien soorten kan je dan ook met een beetje geluk en geduld tegenvinden in elk domein. Het is aan jullie om ieder domein te bezoeken en op zoek te gaan naar deze soorten. Natuurlijk heeft ieder domein ook zijn eigenheid. Zowel op het gebied van aangeboden activiteiten als op natuurgebied. Daarom staan er in het boekje nog eens 10 soorten per categorie die je misschien niet in elk domein terug kan vinden. Bij iedere foto staat een ­ingekleurd icoontje van het domein waar je het meeste kans maakt om de soort tegen te komen. De icoontjes van de andere domeinen staan er ook bij, maar niet ingekleurd. Ook hier kan je zoeken naar deze soort, misschien ben jij dan wel de eerste om een zwarte specht te zien in Puyenbroeck of om de éénbes te zien bloeien in De Gavers. Zie je de soort in één van de ­domeinen vink dan het icoon van dat domein aan. Het zijn niet altijd soorten die je gemakkelijk tegenkomt. Je zal soms wat beter moeten zoeken en bij enkele soorten moet je ook rekening houden met de seizoenen. Zo zal je de paarse schubwortel wel vinden in de lente maar niet in de herfst of winter. Om je wat verder op weg te helpen, vind je op de pagina van de domeinen zelf ook nog een QR-code die jullie leidt naar de laatste waarnemingen die ter plekke gedaan zijn. Je kan op deze webpagina wat meer informatie vinden over de soorten die hier vernoemd worden. Zo weet je direct hoe je de soorten kan herkennen. Alvast veel zoek- en speurgenot gewenst aan iedereen die de uitdaging wil aangaan om alle soorten te spotten uit dit boekje. Vergeet zeker niet om bij je bezoek aan een domein een stempel te vragen aan de infobalie. Heb je van ieder domein een stempel dan krijg je nog een leuk aandenken mee. Met vrolijke natuurgroeten, Namens de 15 ambassadeurs provinciaal domein Het Leen ligging en contact Gentsesteenweg 80 9900 Eeklo 09 376 74 74 [email protected] meer info: www.hetleen.be korte beschrijving 265 ha bos Zin in een deugddoende boswandeling? Het provinciaal domein Het Leen is een bos van meer dan 260 ha dat zich uitstrekt op het grondgebied van Eeklo, Waarschoot en Zomergem. De 36 km wandelpaden maken het bos goed toegankelijk. Een deel ervan is verhard, dus ook wie minder mobiel is kan van een mooie bosuitstap genieten. Wie de meer dan 3 000 verschillende soorten planten, zwammen en dieren uit deze bosbiotoop beter wil leren kennen, moet beslist eens binnenspringen in de permanente tentoonstelling in het bosinfocentrum. Aan weerszijden van de inkomdreef schittert een arboretum van 6 ha. Bezoek dit bomen- en struikenmuseum en maak kennis met meer dan 8 000 b(l)oeiende planten. wat is er te zien van natuur? Het Leen is voor het grootste deel gemengd loofbos. Oorspronkelijk was het hele gebied een moeras met elzenbroekbossen, maar in de 18de eeuw werden er rabatten aangelegd en op die verhogingen konden beuken en eiken groeien. Ervaar het bos tijdens een fikse natuurwandeling. Zoek amfibieën bij de vijver, speur naar reeën in de bosrand of luister naar de zwarte specht in een eeuwenoud bosbestand. Bewonder de beuken en eiken die letterlijk de kroon spannen over het bos en geniet van de gevarieerde pracht van duizenden paddenstoelen. Scan deze code en volg de waarnemingen in Het Leen op de voet! provinciaal domein Puyenbroeck ligging en contact Puyenbrug 1a 9185 Wachtebeke 09 342 42 42 [email protected] meer info: www.puyenbroeck.be korte beschrijving 510 ha recreatie en natuur In provinciaal domein Puyenbroeck valt er enorm veel te beleven voor jong en oud. Ravotten kan je in één van de speeltuinen met waterspeelplaats, een rondrit maak je met het treintje of op eigen kracht met de fiets. Je kan het bloemenpark bezoeken, maar ook het levend erfgoedpark. Je maakt een wandeling door de bossen of langs de golfterreinen. Cultuurfanaten halen hier hun hartje op in het provinciaal Molencentrum. De sportievelingen komen hier zwemmen, lopen, tennissen, bootje varen of maken gebruik van de fitness of de sporthal. En ben je moe van al dit recreatieve plezier? Rust dan even uit in één van de restaurants of ­cafetaria’s. Heb je na één dagje nog niet genoeg van het domein, blijf dan wat langer op onze camping of stacaravanterrein. Kortom een dagje in Puyenbroeck betekent veel plezier in een prachtige groene omgeving. wat is er te zien van natuur? Als je door dit boekje bladert, merk je vanzelf dat er heel wat dier- en plantensoorten in ­Puyenbroeck voorkomen. En eigenlijk is dit niet zo verwonderlijk. Je hebt hier een heleboel biotopen. Er is de grote klaverbladvijver, de ondiepere kasteelvijver, de ruige graslanden en de meer onderhouden graslanden, jonge bossen en wat oudere bossen, natte stukken en droge stukken … en nog vele andere biotopen die op jou liggen te wachten om ontdekt te worden. Kom oog in oog te staan met een ree, buk je voor een overvliegende buizerd of sta versteld van de prachtige ijsvogel. Dit zijn maar enkele voorbeelden van de ervaringen die je kan beleven in Puyenbroeck. Ook de planten laten zich niet onbetuigd. Zoek verkoeling in de schaduw van de machtige eik. Schuil onder het bladerdak van de statige beuk of geniet van de witte bloem­ tapijten gevormd door de sneeuwklokjes. Je merkt vanzelf dat een natuurliefhebber zich hier echt thuis kan voelen en kan genieten van al dat moois. Scan deze code en volg de waarnemingen in Puyenbroeck op de voet! Je hoeft enkel nog te klikken op het blauwe icoontje ‘waarnemingen in Puyenbroeck’ en je krijgt steeds de laatste nieuwigheden te zien. provinciaal domein De Gavers ligging en contact APB Provinciaal domein De Gavers Onkerzelestraat 280 9500 Geraardsbergen 054 41 63 24 [email protected] meer info: www.degavers.be korte beschrijving 83 ha recreatie en natuur Ideaal voor een uitstap met de kinderen. Het provinciaal domein De Gavers, gelegen aan de voet van de Oudenberg in de Dendervallei, is een recreatiedomein met heel wat ontspannings- en sportmogelijkheden. Voor ieder wat wils: van niets doen en enkel luisteren naar het ruisen van de bomen of kijken naar het spelen van de kinderen tot actief bezig zijn. De 20 ha grote vijver, de bossen en de wandel- en fietspaden zorgen voor een groene omgeving waar je gewoon kan genieten van de rust. Maar er is zeker ook gedacht aan sport en spel voor jong en oud. Het eigentijdse karakter maakt van De Gavers een uniek recreatiedomein. Zo uniek zelfs dat velen hier voor enkele dagen, een week of langer willen verblijven. Trekkershutten, een viersterrencamping, een jeugdherberg en zelfs comfortabele bungalows behoren tot de mogelijkheden. Voor elk wat wils dus. wat is er te zien van natuur? Provinciaal domein De Gavers zit vol met leven. Vooral de 20 ha grote vijver trekt veel leven aan. Watervogels zijn dan ook een veel en graag geziene gasten in het domein. Kuifeenden, dodaars en futen zijn maar enkele voorbeelden van soorten die je hier kan tegenkomen. Maar ook de andere soortengroepen laten van zich horen. Dagvlinders zoals de gehakkelde aurelia zie je ook rustig rondfladderen tussen de bomen en struiken en boven de graslanden rond de vijver. En zoogdieren zoals het konijn leiden een teruggetrokken leventje tussen de caravans en de bungalows. Ook vleermuizen kan je er zien rondvliegen met op kop de watervleermuis. Water, bossen, graslanden je kan ze allemaal tegenkomen in De Gavers en ze zitten vol met leven. Scan deze code en volg de waarnemingen in De Gavers op de voet! de dieren rode eekhoorn Sciurus vulgaris In de winter doen eekhoorns het rustig aan. Ze verlaten hun nest enkel om te eten van de wintervoorraden die ze hier en daar hebben aangelegd. Eekhoorns zijn echte bosdieren. Je vindt ze het hele jaar door in en rond het bos. Het maakt niet uit of het een naald- of een loofbos is, als er maar voldoende voedsel is. Beuken, hazelaars, kastanjebomen, braamstruiken … zijn allemaal soorten die het hele jaar door voor voldoende lekkers zorgen. Jonge eekhoorntjes worden vooral in januari geboren, maar ook in de periode mei-juni vind je pasgeboren dieren. Eekhoorns zijn knaagdieren. Hun tanden blijven hun hele leven lang groeien. Ze slijten natuurlijk ook weer af doordat eekhoorns hun tanden vrijwel voortdurend gebruiken. De wetenschappelijke naam voor de eekhoorn is Sciurus. Skia=staart en oura = schaduw. Schaduwstaart dus. En als een eekhoorn zijn staart omhoog houdt, kan hij gerust in zijn eigen schaduw zitten. De kans dat je een eekhoorn terugvindt in zijn nest is niet zo groot. Ze maken en gebruiken namelijk vier tot vijf verschillende nesten. Aan jou om uit te zoeken of het een speel- of een woonnest is. In tegenstelling tot wat je zou denken, zijn eikels niet het lievelingseten van ­eekhoorns. Eikels bevatten looizuren die nogal zwaar op de maag liggen. Als ze kunnen kiezen, gaan ze voor beukennootjes of hazelnoten. rode eekhoorn zwarte specht ijsvogel bruine kikker Rana temporaria Je herkent een bruine kikker aan zijn donkerbruin tot zwart gezichtsmasker. Het begint aan de ogen en loopt door tot aan de voorpoten. Voor de rest varieert hun kleur van donkerbruin tot zelfs geel. De naam zegt dus niet alles! Laat je niet misleiden: bruine kikkers vind je niet altijd in het water. Buiten de paarperiode vertoeft dit dier veel liever in het bos of in de wei. Maar waar je hem ook vindt, het zal er wel altijd vochtig zijn. Tijdens de wintermaanden brengt hij zijn winterslaap door in de modder, soms op de bodem van een vijver. In de lente zit hij wel in het water. Dan springen de mannetjes op de rug van de vrouwtjes en houden ze zich vast totdat de eitjes gelegd zijn. Dit gebeurt al in februari-maart. Kikkervisjes zijn er vanaf april. Bruine kikkers keren het liefst van al ieder jaar terug naar de vijver waar ze geboren zijn om zich voort te planten. Ze vinden deze plaats terug door hun neus te gebruiken. Elke vijver heeft zijn eigen geurtje door de wieren in het water. Bruine kikkers kunnen de geur van ‘hun’ vijver tot bijna een kilometer ver herkennen. Een klomp kikkerdril kan tot wel 4000 eitjes bevatten. Dit zijn dus een heleboel kikkervisjes. Toch wordt maar één procent uiteindelijk een volwassen kikker. De andere kikkervisjes vallen ten prooi aan roofdieren zoals salamanders, vissen, insecten en zelfs andere kikkervisjes. Wij kunnen onze adem ongeveer 1 minuut lang inhouden. Sommige kikkers ­daaren­tegen slapen een hele winter lang op de bodem van de vijver. Ze laten hun lichaamstemperatuur dalen totdat deze gelijk is aan de temperatuur van het water. Zo verbruiken zij al veel minder zuurstof. Bovendien nemen kikkers ook zuurstof op langs de huid. bruine kikker fuut keizersmantel ree Capreolus capreolus Bij reeën kan je mannetjes (bokken) en vrouwtjes (geiten) gemakkelijk uit elkaar houden. Bokken dragen van de lente tot de herfst een gewei. Ook als ze geen gewei dragen kan je ze onderscheiden van de geiten. Een reegeit heeft in de winter een hartvormige witte vlek op haar achterste. Deze vlek wordt gevormd door een ovale witte plek (de spiegel) en het schortje (een pluk haar die op een staartje lijkt). Een reebok heeft geen schortje. je ziet dus enkel de spiegel. Wil je er één waarnemen? Haal dan je beste speurderstalent maar boven. Vooral bosranden zijn populair voor reeën. In het bos vinden ze beschutting en op de weilanden of akkers ernaast voedsel. Het zijn meesters in verstoppertje spelen. Je kan ze het hele jaar rond zien, maar in de zomer kunnen ze zich nagenoeg ­onzichtbaar maken in de onderbegroeiing. Reeën paren tussen half juli en half augustus en de jongen hebben ongeveer vijf maanden nodig om zich volledig te ontwikkelen. Als ze na die vijf maanden al zouden geboren worden zou dat in de winter zijn. Na de bevruchting stopt de embryo echter met groeien, dit heet de kiemrust. Pas op het einde van de winter gaat de groei door. Zo worden de jongen tussen half mei en half juni geboren. Net op het moment dat er het meeste voedsel is, handig toch? Ook reeën maken geluid, zeker als ze schrikken. Ze maken dan een geluid dat erg op dat van een hond lijkt, ze blaffen. Hierdoor denken mensen soms wel ten onrechte dat er een hond losloopt in het bos. Ieder jaar in november verliezen de bokken hun gewei. In de lente krijgen ze dit terug. Eerst is het nieuwe gewei omhuld door een basthuid. Vanaf maart schuren de bokken de bast af tegen jonge veerkrachtige bomen. Reeën gebruiken geursignalen om met elkaar te communiceren. Een zeer belangrijke geur komt uit de hoefklier. Deze klier zit onderaan op de poten. Als de ree op de vlucht slaat, scheidt deze klier geur af. Zo worden andere reeën in de buurt gewaarschuwd voor het onheil. Door hun kleine maag moeten reeën meerdere keren per dag eten. Ze eten het liefst plantaardig voedsel dat vol energie zit. Knoppen, jonge twijgen en jonge bladeren zijn dan ook hun lievelingseten. ree vos blauwe reiger oranjetipje Anthocharis cardamines Bij deze vlindersoort pronkt het mannetje met de mooiste kleuren. Enkel hij heeft de oranje vlek op de voorvleugel waaraan deze soort haar naam dankt. Vrouwtjes lijken eerder op koolwitjes. Dit mooie vlindertje fladdert rond boven vochtige gras- en hooilanden in de buurt van bossen of tuinen. Kijk uit naar look-zonder-look, pinksterbloemen en andere kruisbloemigen, want dat zijn de waardplanten voor het oranjetipje. Deze planten zijn voor oranjetipjes noodzakelijk voor de voortplanting. De volwassen vlinder vliegt rond van april tot juni. De rupsen kruipen rond van half mei tot eind juli. De vrouwtjes leggen per plant maar één eitje. Het eitje is de eerste dag groen. Nadien wordt het helder oranje. Als een rups uit het ei komt zal ze eerst de resten van zijn eigen ei opeten. Daarna gaat ze op zoek naar eitjes van andere oranjetipjes op de plant om ook die te verorberen. Op die manier heeft ze de hele plant voor zich alleen. Als de rups volgroeid is, zoekt ze een goed plaatsje op de tak van een struik. Daar begint ze zichzelf in te kapselen en wordt ze een pop. Deze pop heeft twee scherpe uiteinden zodat de pop op een stekel lijkt. Zo laat iedereen haar met rust totdat de vlinder volwassen is. Tijdens de paarperiode gaan de mannetjes van het oranjetipje actief op zoek naar vrouwtjes. Ze achtervolgen hiervoor alles wat wit is. Soms zit het mannetje zich wel eens per vergissing achter een koolwitje of zelfs een papiersnipper aan. oranjetipje steenmarter vuurwants groene specht Picus viridis De mannetjes en vrouwtjes van de groene specht kan je uit elkaar houden door naar hun wang te kijken. Op de wang van het vrouwtje staat een zwarte streep (de snorstreep). Bij de mannetjes zit er op deze streep nog een rode vlek. In tegenstelling tot de andere spechten zoeken groene spechten hun voedsel op de grond en niet op bomen. Hij eet namelijk erg graag mieren en die zitten vooral op de grond. In de buurt van loof- en gemengde bossen kan je hem tegenkomen, want hij gebruikt de bomen wel voor zijn nesten. De 6-8 eieren worden ergens tussen maart en juni gelegd en uitgebroed. De groene specht is verzot op mieren. Om aan deze lekkernij te komen, gebruikt hij zijn lange tong. Als hij niet aan het eten is, stopt hij zijn tong weg in een holte in zijn schedel. Zo zit ze niet in de weg tijdens het hakken in het hout. groene specht gaai zevenstippelig lieveheersbeestje de planten zomereik Quercus robur Bij de Kelten en de Germanen stond de heilige eik in het teken van de dondergod. En dit is niet zo verwonderlijk. De eik is namelijk de boom die het vaakst door de bliksem geraakt wordt. Zijn diepe penwortel heeft hier waarschijnlijk wel iets mee te maken. Deze boom groeit het liefst op voedselrijke, vochtige grond. Toch kan je hem ook op heel wat armere gronden tegenkomen. Daar heeft hij het wel veel moeilijker om te overleven. De eik staat in de maand mei volop in bloei. Eiken zijn mooie bomen die ook nog eens zeer oud kunnen worden. Hier en daar staan eiken van 500 jaar en er zijn zelfs exemplaren waarvan men zegt dat ze meer dan 1000 jaar oud zijn. Op eikenbladeren komen vaak gallen voor. Wanneer een galwesp of galmug een eitje legt in het bladweefsel, groeit daar een gal rond. In die gal ontwikkelt het eitje zich eerst tot een larve en nadien tot een volwassen insect. zomereik koningsvaren éénbes gewone vlier Sambucus nigra Vlier wordt gebruikt om allerlei lekkers te maken. Zo vormen vlierbloemen de basis van een zoete aperitiefdrank of een frisse limonade. Van de bessen van de vlier kan je dan weer jam maken, maar ook jenever of hoestsiroop. De vlier groeit op voedselrijke en goed verlichte plekken in het bos, zoals de bosrand of open plekken. In mei en juni zie je de vlier in bloei staan, nadien verschijnen de lekkere bessen. De kleurstof uit de bessen is ondermeer geschikt als stempelinkt om stempels op etenswaren te plaatsen. Een vlier bij een nieuw huis houdt heksen en tovenarij uit de buurt. Met het hout van een vlierstruik kan je dan weer allerhande kattenkwaad uithalen. De holle stammen zijn uitermate geschikt voor het vervaardigen van vlierefluitjes of proppenschieters. gewone vlier wilde kardinaalsmuts sneeuwklokje harig wilgenroosje Epilobium hirsutum Aan het wilgenroosje is een mooi verhaal verbonden. Lang geleden leefden er in een bos elfjes in een rozenstruik. Op een dag ging één van elfjes op verkenning in het bos. Bij een wilg kwam ze een kabouter tegen. De twee begonnen te spelen met elkaar en werden verliefd. Toen ze vertelden aan de elfenkoningin dat ze wilden trouwen, werd de koningin heel boos en zei dat dit niet mocht. Ook de kabouterkoning wou er niet van weten. Het elfje en de kabouter mochten elkaar nooit meer zien. De kabouter ging naar huis en begon te treuren, zo hard dat de boom waarin hij woonde een treurwilg werd. Het elfje daarentegen wou niemand meer zien en op haar rozenstruik groeiden vanaf dan grote, scherpe stekels om iedereen uit de buurt te houden. Toen het verdriet van de elf en de kabouter maar niet minderde kwamen de koning en de koningin weer samen. Ze besloten dat de geliefden toch mochten samen­ wonen, maar niet in een wilg of een rozenstruik maar in een geheel nieuwe plant. Het harig wilgenroosje. De mooie bloemen van deze plant doen nog steeds denken aan de rozenstruik van het elfje en de pluizige zaden lijken op wilgenzaden. Ze doen ook een beetje denken aan een pluizige kabouterbaard. Het harig wilgenroosje is een plant die bloeit van juni tot augustus. Je vindt deze plant vooral langs voedselrijke oevers van plassen en vijvers. Harig wilgenroosje is erg geliefd bij bijen. Ze vinden er zowel stuifmeel als nectar. Zaai harig wilgenroosje in je tuin en de bijen zullen je heel dankbaar zijn! harig wilgenroosje look-zonder-look paarse schubwortel slanke sleutelbloem Primula elatior Sleutelbloemen zijn lentebloeiers. Ze hebben veel licht nodig en in de lente is er in het bos meer licht dan in de zomer. Dit komt omdat er dan nog geen bladeren aan de bomen staan die het zonlicht tegenhouden. De slanke sleutelbloem groeit vooral op echte bosgronden. Je vindt ze terug op schrale, vochthoudende tot vrij natte plaatsen. De mooie gele bloemen draagt ze van maart tot mei nog voor de bladeren tevoorschijn komen. De bloeiwijze van een sleutelbloem lijkt op een bos sleutels. Volgens de legende liet Sint-Pieter de sleutels van de hemelpoort vallen. Een meisje vond ze in het bos. Ze durfde ze niet oprapen omdat ze zo mooi waren. Ze ging vlug naar huis om haar broer te halen. Tegen de tijd dat ze terug in het bos waren, had Sint-Pieter al een engel gestuurd om de sleutels op te halen. In de plaats van sleutels stonden er nu deze bloemen. Als een meisje in Bretagne een sleutelbloem vindt met 7 gele kroonblaadjes ipv 5 dan krijgt ze binnen het jaar een man. slanke sleutelbloem schietwilg gewone smeerwortel zwarte els Alnus glutinosa Elzenwortels hebben veel minder zuurstof nodig dan de wortels van andere bomen. Het is dus niet zo erg als ze eens onder water staan. Elzen houden van voedsel- en mineraalrijke grond die permanent vochtig is, dat is een plaats waar veel andere bomen het niet zouden uithouden. Naast een groeiplaats waar andere bomen niet van houden, heeft de zwarte els ook een bloeiperiode waarin de meeste andere boomsoorten nog aan het genieten zijn van hun winterrust. Zodra de winter ten einde loopt, kan je de mannelijke en vrouwelijke katjes van zwarte els in bloei zien staan. De elzenproppen zie je het hele jaar door aan de takken hangen. In de winter zie je regelmatig hele troepen vogels in de kroon van de zwarte els zitten. Vaak zijn dit sijsjes. Deze vogels met hun fijne bek halen de nootjes uit de elzen­ proppen. Zo komen ze in barre tijden ook aan eten. Als je het hout van els zaagt, is het eerst licht van kleur. Maar binnen enkele minuten kleurt het helemaal oranje. Het lijkt wel tovenarij. Dit gebeurt zodra het hout in contact komt met de zuurstof uit de lucht. Een typische bewoner van de zwarte els is het elzenhaantje. Deze kever eet de bladeren van de els. De els lijkt hier geen last van te hebben. Integendeel als hij te veel bladeren zou hebben, zou de boom kunnen uitdrogen tijdens een droge, zomerse periode. zwarte els meidoorn brede wespenorch de zwammen echte tonderzwam Fomes fomentarius Mensen braken vroeger de tonderzwammen af van de bomen en lieten ze drogen. Door het binnenste te vermalen, kregen ze een brandbaar poeder dat ze gebruikten om vuur te maken. Dat poeder is tondel. Snap je nu waar de naam ‘tonderzwam’ vandaan komt? De tonderzwam kan je het hele jaar door waarnemen. Je vindt tonderzwammen op zieke en dode loofbomen. Vooral beuken, Amerikaanse eiken en populieren zijn gemakkelijke slachtoffers voor deze parasiet. Als er tonderzwammen tevoorschijn komen op een boom is het kwaad al geschied. De paddenstoelen zijn maar vruchtlichamen. De zwam zelf is dan al diep doorgegroeid in de stam en verteert het hout van de boom. Uiteindelijk sterft de boom af. De zwam gaat verder met het verteren van het dode hout. In april is de paddenstoel vaak helemaal wit. Dit komt door de miljarden sporen die vrijkomen en op de paddenstoel zelf vallen. Elk jaar groeit een tonderzwam enkele centimeters. Ze kunnen zo een diameter bereiken van wel 50cm. echte tonderzwam groene knolamaniet elfenbankjes Vliegenzwam Amanita muscaria Vliegenzwammen kennen we allemaal uit het liedje: ‘rood met witte stippen’. De stippen zijn eigenlijk de resten van het kapsel waar de kleine paddenstoel eerst in zat. Deze alombekende paddenstoel zie je in het gras staan vanaf augustus tot en met november. Hij groeit bijna altijd in de buurt van berken, maar ook bij andere ­loofbomen kan je hem terugvinden. Vliegenzwammen zijn giftig. Het gif van deze paddenstoel veroorzaakt razernij en hallucinaties. De Lappen gebruikten dit gif om hallucinante dromen te krijgen om de toekomst te voorspellen. De naam vliegenzwam komt voort van de werking van het gif. Vroeger legde men de hoed van de zwam te week in melk. Als de vliegen van de melk dronken raakten ze bedwelmd en stierven ze. Niet alle paddenstoelen zijn slecht voor bomen. De vliegenzwam is hier een mooi voorbeeld van. De zwamdraden van de vliegenzwam zitten verweven met de wortels van de bomen waar hij bij groeit. Ze groeien er niet in maar dicht tegen. Zo helpt de paddenstoel de boom met het opnemen van water en helpt de boom de paddenstoel door de afgifte van voedingsstoffen. Een win-win situatie dus. vliegenzwam nestzwammetjes heksenboter geschubde inktzwam Coprinus comatus ‘s Avonds gaan slapen met een perfect gazon en ‘s morgens opstaan met een omgeving vol grote inktzwammen. Het kan, zeker met de geschubde inktzwam. Deze paddenstoel lijkt echt vanuit het niets te komen. Begrijpelijk dat paddenstoelen daardoor in het verleden zeer vaak in verband gebracht werden met hekserij. De geschubde inktzwam is de meest voorkomende inktzwam. Van mei tot november zie je hem, soms massaal, in bemeste graslanden staan. Maar ook braakliggende en bebouwde akkers, wegbermen en loofbossen kunnen deze paddenstoel herbergen. Zeker als deze recent nog bewerkt zijn. Met de inkt van inktzwammen kan je wel degelijk schrijven. Na ongeveer een jaar is alle kleur uit je inkt verdwenen en kan je de tekst niet meer lezen. Handig wel als je geheime boodschappen wil doorgeven die vanzelf weer verdwijnen. Maar wel opletten dus als je een langdurig contract ondertekent met inktzwammeninkt! Paddenstoelen hebben vaak geneeskrachtige eigenschappen, denk bijvoorbeeld maar aan het antibioticum penicilline. Ook de geschubde inktzwam staat op de lijst van geneeskrachtige zwammen. Onderzoek toonde aan dat extracten uit deze zwam de groei van borstkankercellen stopt. geschubde inktzwam korreltjeszwam zwavelkopjes kleine aardappelbovist Scleroderma areolatum Opgepast, giftig! Als je eet van deze paddenstoel, staan misselijkheid, braken en flauwvallen op het programma. Als je goed zoekt, zal je er zeker enkele zien staan. Je vindt ze op de bodem van zowel loof- als gemengde bossen. Aardappelbovisten houden van voedselrijke maar kalkarme grond. Als je zoekt van juli tot en met oktober ga je hem zeker terugvinden. Eens de sporen rijp zijn, barst de aardappelbovist open. Hierdoor ontsnappen er dan wolkjes vol sporen aan de paddenstoel. Als je er met je vinger op duwt dan komen er ook sporen uit. kleine aardappelbovist eekhoorntjesbrood gewoon meniezwammetje grote stinkzwam Phallus impudicus De geur – zeg maar gerust ‘stank’ – die de grote stinkzwam verspreidt, is er niet zomaar. De aasgeur trekt vliegen aan die landen op de zwam en zo de sporen helpen verspreiden. Of je hem nu ruikt of ziet, de grote stinkzwam valt zeker op. Je kan hem in loof- en naaldbossen vinden, maar ook in parken komt hij voor van mei tot en met november. Soms zie je in het bos iets liggen dat sterk op een ei lijkt maar zacht is ipv hard. Als je het opendoet, ziet het er uit als een hardgekookt ei, maar dat is het niet. Het is een jonge stinkzwam. Uit de grond verschijnt eerst het ‘ei’, pas nadien komt hier de stinkzwam uit. Dit uitkomen gebeurt heel snel. Daarom dat dit ook wel een duivelsei genoemd wordt. Met zei vroeger ook dat heksen deze eieren verspreidden in het bos. Van de duivelseieren maakte men vroeger een afrodisiacum. Men is hiermee ­uiteindelijk gestopt aangezien het enige effect dat dit goedje had op de mensen die het innamen misselijkheid en braken was. grote stinkzwam gewone weidechampignon geweizwam Colofon uitgegeven door de deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen beleidsverantwoordelijke: gedeputeerde Peter Hertog samenstelling: cel Educatie provinciaal domein Puyenbroeck, cel Educatie provinciaal domein Het Leen en provinciaal domein De Gavers redactie: cel Educatie provinciaal domein Puyenbroeck, cel Educatie provinciaal domein Het Leen en provinciaal domein De Gavers vormgeving: dienst Communicatie depotnummer: D/2014/5139/4 verantwoordelijke uitgever: P. Hertog, gedeputeerde, p.a. Gouvernementstraat 1, 9000 Gent