Samenvatting geschiedenis, paragraaf 9.1 Hoe zagen de

advertisement
Samenvatting geschiedenis, paragraaf 9.1
Hoe zagen de internationale verhoudingen eruit voor de Eerste wereldoorlog?
Kenmerken:
-Het voeren van twee wereldoorlogen.
-De crisis van het wereldkapitalisme.
-Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
De kern.
Rond 1900 kwamen er steeds meer nieuwe technische uitvindingen. Voor velen was het duidelijk dat
er een nieuw tijdperk aanbrak.
De Verenigde Staten was een voorbeeld voor het moderne leven. (De gebroeders Wright zorgde
ervoor dat men kon vliegen; 1903)
Rusland liep erg achter en daar werd pas de eerste spoorlijnen aangelegd. Groot-Brittannië was rond
deze eeuw wisseling het machtigste land met koloniën in alle werelddelen en een enorme
oorlogsvloot. Maar Duitsland was een opkomend wereldmacht en stimuleerde geboortes, en de
steden en industrie groeiden snel. Het bezat geen belangrijke koloniën en had problemen met
Frankrijk. Frankrijk had het industriegebied Elzas-Lotharingen, dat veel zware grondstoffen bezat,
verloren aan Duitsland door de Frans-Duitse oorlog. (1870-1871) Frankrijk kon nu niet meer het
tempo van de economische groei van Duitsland bijhouden. (Duitsland industrialiseerde in hoog
tempo)
Perspectief.
De industriële revolutie had economische, sociale, politieke en culturele aardverschuivingen tot
gevolg. Landen en mensen zochten altijd naar een nieuw evenwicht dat paste bij de moderne tijd.
Als gevolg van andere internationale betrekkingen ontstond er een nieuwe machtsstrijd.
Vooral Duitsland eiste een plaats op het internationale wereldtoneel. Dit eindigde met een conflict
over de hele wereld: De Eerste Wereldoorlog. (Ook gezien als definitieve doorbraak naar de moderne
tijd)
Een nieuw grootmacht: Duitsland.
1900-1914 streden Groot-Brittannië en Duitsland om de macht in Europa, maar nu was de VS het
machtigste land. Hier stroomden al tientallen jaren Europese immigranten naar binnen. Ze werkten
vaak in de lichte/zware industrie, zoals aan de lopende band die was uitgevonden in 1913 wat
massaproductie mogelijk maakte.
Door isolationisme in de Amerikaanse politiek was de band tussen Europa en de VS minder hecht.
Dat betekende dat Amerika wel handel dreef met Europa, maar zich liever niet bemoeide met de
politieke aangelegenheden van het buitenland.
Sinds de vorming van het keizerrijk in 1871 is de Duitse industrie enorm gegroeid, maar later dan
Groot-Brittannië en Frankrijk. Dit had zo zijn voordelen; de nieuwste technische vindingen konden
gelijk worden toegepast bij ontginnen van de rijke ijzererts- en kolengebieden, zonder dat oudere
fabrieken en machines hoefden te worden verwijderd.
Om ook het succes van het Britse Imperium had Duitsland een vloot nodig. In 1889 wilde Keizer
Wilhelm een moderne oorlogsvloot, en toen begon er een wapenwedloop met GB.
De vlootwet van1898 zorgde voor een reeks nieuwe vlootwetten die werden gesteund door de
bevolking.
Bondgenootschappen en wraak.
Als gevolg van de wapenwedloop zocht GB een partner op het vaste land, en sloot in 1904 een
vriendschapsverdrag met Frankrijk: de Entente Cordiale.
Frankrijk wilde namelijk haar stuk grond terug en het uitroepen van het Duitse keizerrijk in de
Spiegelzaal van het paleis in Versailles werd als een dodelijke vernedering gezien. (1871)
In 1907 sloot men de Triple Entente, een bondgenootschap tussen Frankrijk, GB en Rusland, omdat
ze bang waren voor de nieuwe grootmacht Duitsland (belangrijkste steen des aanstoots rond 1910).
Duitsland deed poging om invloed te krijgen in Turkije, een land met veel olie die de Duitsers nodig
hadden voor hun petrochemische industrie. Rusland en Servië begon zich zorgen te maken. Vooral
nadat de bondgenoot van Duitsland, Oostenrijk-Hongarije, in 1908 gebieden als Bosnië inlijfde.
Rusland tijdens de Eerste Wereldoorlog (in het kort)
Rusland was een zwakke bondgenoot, en had onvoldoende militair materieel (wapens).
Groot land, agrarische samenleving, geen industriële grootmacht.
Veel analfabeten, kleine dorpsgemeenschappen (mirs) op het platteland, geen moderne
communicatiemiddelen. Geen politieke stromingen zoals het liberalisme en socialisme. Ze hadden
een autocratische keizer (vadertje tsaar) en een parlement (deze Doema had geen macht).
Er waren nationalistische onlusten en opstanden tegen de autocratie van de tsaar, en Rusland
verloor haar gezicht door de nederlaag tegen Japan (1904-1905)
Samenvatting geschiedenis, paragraaf 9.2
Hoe verliep de Eerste Wereldoorlog?
Kenmerken:
-Het voeren van twee wereldoorlogen.
-De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
-Verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
De kern.
In het begin van deze oorlog geloofde men in een snelle overwinning. Maar rond 1914/1915 sloeg dit
om en werd het een uitputtingsslag van vier jaar. Pas de deelname van de Amerikanen aan de oorlog
(1917) forceerde de eindbeslissing.
Perspectief.
De Eerste Wereldoorlog barstte uit na een politieke moord, maar dit had dieperliggende oorzaken:
nationalisme, chauvinisme (overdreven vaderlandsliefde), imperialisme en een wapenwedloop.
Door gebeurtenissen in het verleden te doorgronden, kunnen we ontwikkelingen in het verleden
beter begrijpen en daardoor beheersen.
Plannen voor de oorlog.
In 1914 stonden twee bondgenootschappen tegenover elkaar (de Triple Entente& de Triple Alliantie)
met elk een zwakke bondgenoot. Namelijk Oostenrijk-Hongarije van de Triple Alliantie en Rusland
van de Triple Entente. Oostenrijk-Hongarije had veel nationalistische onlusten en in Rusland kwam
het industrialisatieproces pas laat op gang, en kon dus het tempo van de wapenwedloop niet
bijhouden. Wel hadden ze veel manschappen voor het leger, maar technisch stelde het weinig voor.
Duitsland werd bang door een mogelijke twee fronten oorlog, en bedacht toen het VonSchlieffenplan. Duitsland zou dan eerst snel Frankrijk uitschakelen om daarna tegen Rusland ten
strijde te kunnen trekken.
De directe aanleiding.
Nadat de moordaanslag van 28 juni 1914 op de Oostenrijks-Hongaarse troonopvolger was gelukt,
wees Oostenrijk-Hongarije Servië aan als verantwoordelijke. Maar achter Servië stond bondgenoot
Rusland en internationaal gezien was dit een gevaarlijke situatie. De dader, Princip, was student en
daarom werd het Servische ministerie van Onderwijs aansprakelijk gehouden. O-H eistte het afzien
van alle anti-Oostenrijkse propaganda in het onderwijs. Servië vroeg om bemiddeling vanuit Den
Haag maar op 28 juli verklaarde O-H al de oorlog aan Servië.
Oorlog.
Op 4 augustus trok het Duitse leger België in, en het Von Schlieffenplan trad in werking. Dit verliep
snel en gewelddadig. Begin september zat Duitsland al in Frankrijk, en er werd tussen 5 en 12
september een zware strijd geleverd bij de rivier de Marne. Men maakte gebruik van loopgraven en
zette nieuwe wapens in zoals tanks, vlammenwerpers, vliegtuigen of gifgas (massavernietiging).
In het oosten ging de Duitse opmars ook snel. Het oostfront was breder dan het westfront, en de
frontlijn kwam wat later vast te liggen (november 1914).
In 1915 wisselde Italië van bondgenootschap in ruil voor beloften van land (Zuid-Tirol) en nam het
zuidelijke front tegen de Centralen voor zijn rekening.
Pas in 1917 kwam de onbeperkte duikbotenoorlog. Dit was een reden voor de Amerikanen om in
april 1917 de politiek van isolationisme los te laten en aan de oorlog deel te nemen. Hierdoor kon
men met recht spreken van een wereldoorlog.
Het oostfront loste vrij plotseling op in maart 1918 toen Duitsland en Rusland de Vrede van BrestLitovsk sloten.
In de herfst van 1918 kwam het einde van de Eerste Wereldoorlog in zicht. In Turkije maar ook in
Hongarije en Duitsland braken revolutie uit. Op 11 november werd er na het gedwongen aftreden
van de Duitse keizer de wapenstilstand gesloten.
Samenvatting geschiedenis, paragraaf 9.3
Hoe is het communisme in Rusland ingevoerd en wat waren de gevolgen ervan in de periode
tussen 1917 en 1939?
Kenmerken:
-Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme.
-De rol van moderne propaganda-en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
De kern.
Rusland was in 1914 een arm land. Als gevolg van de Eerste Wereldoorlog brak in februari 1917 een
revolutie uit, en in november een tweede revolutie. Maar dit keer van de communisten onder leiden
van Lenin en Trotski. Na de burgeroorlog van 1921 werd de Sovjet-Unie uitgeroepen.
Het communisme werd met de harde hand ingevoerd en men moest hard werken in de industrie om
de achterstand op het Westen in te halen. Tegenstanders ‘verdwenen’ onder leiding van Stalin.
Perspectief.
De invoering van het communisme wordt weleens gezien als de grootste maatschappelijke
experiment van de twintigste eeuw. De samenleving die Karl Marx beschreef bleef slechts een
theorie. Velen zijn vermoord en de hoofdschuldige was Stalin, die door veel Russen nog steeds wordt
gezien als de grootste Rus aller tijden.
Revolutie in Rusland.
Rond 1914 leefde de bevolking van Rusland nog veelal op het platteland. Tsaar Nicolaas II was niet
van plan om mee te doen aan de Eerste Wereldoorlog, al helemaal niet naar zijn nederlaag met
Japan. Maar hij gaf toe aan de druk om bondgenoten in het oosten te helpen en ze leden de ene
nederlaag na de andere in de oorlog. Veel boeren dienden als soldaten, maar hierdoor lag de
voedselproductie wel stil. In 1917 kwamen de burgers in opstand, en aan het front sloegen de
soldaten, zonder geschikte wapens, aan het muiten.
Tijdens de februari revolutie vormden de politici een voorlopige liberale regering o.l.v. Alexander
Kerenski. Men kon de oproer niet onderdrukken en dwong de Tsaar in maart tot aftreden.
De Geallieerde bondgenoten erkenden uiteindelijk de voorlopige regering, omdat Kerenski beloofde
om de oorlog voort te zetten.
Door de chaos kon Duitsland de twee Russische bannelingen Vladimir Iljitsj Oeljanov (lelin) en Lev
Trotski terug Rusland in smokkelen, want als zij aan de macht zouden komen, stapten ze uit de
oorlog.
Zodoende presenteerde Lenin zijn programma ‘vrede, brood en arbeid’ aan de Doema, maar deze
accepteerden dit niet. Toen pleegden Lenins aanhangers, de bolsjewieken, een staatsgreep; de
Oktoberrevolutie.
Invoering communisme onder Lenin.
De verkiezingen in januari 1918 pakten slecht uit voor de bolsjewieken van Rusland. Zelfs op straat
gingen politieke tegenstanders elkaar met geweld te lijf. Om greep te krijgen op de Russische
bevolking, werd door de bolsjewieken het geheime politieapparaat van de tsaar omgevormd tot een
nietsontziende geheime dienst, de Tsjeka. Vanaf 1918 terroriseerde de Tsjeka de Russische bevolking
in wat de Rode Terreur wordt genoemd.
In 1918 sloot Lenin vrede ter belofte met Duitsland, de Vrede van Brest-Litovsk. Maar hiermee was
de oorlog nog niet beëindigd. In de burgeroorlog om de macht vochten de Witten met de
Geallieerden tegen het Rode Leger. Na de overwinning van de bolsjewieken werd in 1921 de Unie
van Socialistische Sovjet Republieken uitgeroepen.
In de praktijk stuitte invoering van Karl Marx’ theorie (heilstaat kwam vanzelf, de communisten
zouden tijdelijk de macht overnemen totdat de bevolking in staat zou zijn om volgens het
communisme te leven) op problemen die niet snel op te lossen waren.
In 1921 was er armoede, terreur en de Sovjet-Unie stevende af op een economisch faillissement.
Het roer moet om, vooral na de vele doden van de hongersnood en de dreigende opstanden. In 1921
introduceerde Lenin de Nieuwe Economische Politiek (NEP) . Alles bleef in de handen van de staat,
maar boeren mochten nu weer hun overschotten verkopen op de markt na betaling van belasting in
natura.
De bolsjewieken beschouwden onderwijs als de sleutel voor de vorming van een nieuwe
samenleving, want hier kon men de jongste generatie een communistische leefwijze inprenten.
Collectivisatie en terreur onder Stalin.
Na Lenins dood in 1924 streed Trotski om de opvolging met een politieke nieuwkomer, de secretarisgeneraal van de communistische partij Josif, ook wel Stalin genoemd, man van staal. Deze strijd zou
eindigen in Trotski’s verbanning en Stalins dictatorschap van 1927 tot 1953. Stalin verhevigde de
terreur met één vast afgebakend doel voor ogen: de Sovjet-Unie zou de industriële achterstand op
het Westen binnen tien jaar hebben ingehaald.
Stalin creëerde een overschot aan arbeiders door kolchozen en sovchozen op te richten. De overige
arbeiders moesten naar de stad verhuizen en werken voor de zware industrie.
De arbeiders moesten een geweldige discipline aan de dag leggen om aan de streefcijfers te voldoen.
Die discipline werd afgedwongen door strafmaatregelen. Voor de productie van
consumptiegoederen was geen ruimte, waardoor de leefomstandigheden van de bevolking slecht
waren.
Net als Lenin werd ook Stalins persoon verheerlijkt. Weinig mensen durfden kritiek te uiten op de
gang van zaken. De terreur van Stalin zorgde er elk jaar voor dat hij langer aan de macht was. De
periode 1936-1938 wordt zelfs aangeduid als de Grote Terreur.
Onder Stalin werd de Sovjet-Unie een totalitaire staat waarin iedereen controleerde of niet werd
afgeweken van de officiële richtlijnen van de overheid. In het totalitarisme is loyaliteit aan de
ideologie een vereiste en is iedere vorm van kritiek of satire op de leider(s) gevaarlijk. De Sovjet-Unie
industrialiseerde door de dwang in ongelooflijk tempo, maar werd geen heilstaat. Daarvoor lag de
realiteit te ver af van Marx’ voorspellingen.
Samenvatting geschiedenis, paragraaf 9.4
Wat waren de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog; welke afspraken zijn er met de verliezers
gemaakt en hoe is geprobeerd om nieuwe internationale conflicten te voorkomen?
Kenmerken:
-Het voeren van twee wereldoorlogen.
-De crisis van wereldkapitalisme.
De kern.
Na de eerste wereldoorlog was de ellende nog niet voorbij. Van oorlogseconomie naar een economie
in vredestijd ging moeizaam, en vooral toen er een wereldwijde griepgolf uitbrak.
Frankrijk en Groot-Brittannië eisten wraak op Duitsland; het afstaan van het industriegebied ElzasLotharingen, en zijn koloniën. Het Rijnland werd bezet door de Fransen en hierdoor herstelde
Duitsland economisch niet en raakte in een crisis. Rechts-radicale bewegingen als fascisme en
nationaalsocialisme kregen veel aanhang. Door de Amerikaanse steun aan Duitsland kwamen er veel
veranderingen in West-Europa, waardoor de Amerikanen onbedoeld een grote rol gingen spelen in
de Europese internationale betrekkingen.
Perspectief.
Herstel naar een normaal leven na een oorlog is moeilijk, het zorgt voor trauma’s in een land op
politiek niveau, afgezien van de materiële schade. Na WOI waren de Geallieerden uit op wraak.
Oorlogsslachtoffers en Spaanse griep.
Het is moeilijk om het aantal oorlogsslachtoffers te tellen. Ongeveer 9 miljoen gesneuvelde soldaten
en nog veel meer slachtoffers van de oorlog; veel invaliden en mensen die iemand zijn verloren.
Er zijn ook nog tientallen miljoenen mensen dodelijk getroffen door de grieppandemie. Het begon in
mei 1918, de oorlog was nog steeds aan de gang. Veel berichten in kranten hadden het over een
geheimzinnige ziekte die de hele Spaanse regering in haar greep had.
De ziekte maakte mondiaal slachtoffers (behalve Australië: quarantaineregels) en overal werden zo
veel mensen ziek dat het openbare leven tot stilstand kwam.
Vredesverdragen met verliezers.
Verschillende rekeningen met de verliezers;
1.Oostenrijk-Hongarije werd door het verdrag van Saint-Germain een stuk kleiner. Nationalistische
bewegingen kregen hun felbegeerde eigen staten en zo ontstonden Hongarije, Polen, TsjechoSlowakije en Joegoslavië.
2.Turkijke was een veel volkeren staat met ambities om uit te breiden naar het Midden-Oosten,
Afrika en opnieuw de Balkan – reden voor deelname WOI. De Vrede van Sèvres maakte een einde
aan die ambities.
3. Duitsland kreeg in het Verdrag van Versailles zware strafbepalingen opgelegd en werd als
hoofddader van WOI aangewezen; afstaan van industriegebied Elzas-Lotharingen, Rijnland kwam
onder controle van de Fransen en de koloniën die Duitsland bezat in Afrika moesten worden
afgestaan aan de overwinnaars (Burundi, Rwanda, Namibië en Uganda). Maar ook het Duitse legen
werd gereduceerd tot de grootte van 100.00 man.
Volkenbond.
De Volkenbond werd in 1919 opgericht en was een idealistisch en positief gevolg van WOI. Het doel
was om de vrede en veiligheid te bevorderen en alle volkeren het zelfbeschikkingsrecht te geven.
(Wilson concretiseerde hiermee een achttiende-eeuws idee van de Duitse Verlichtingsfilosoof
Immanuel Kant) De Sovjet-Unie en Duitsland werden uitgesloten van deelname. De VS trad
uiteindelijk ook niet toe, vanwege het terugkeren naar de politiek van isolationisme.
De Volkenbond legde een fundament voor het bevorderen van internationale vrede, maar van
daadkrachtige politieke invloed was geen sprake. Bij bestrijding van epidemieën bleek het wel nuttig.
Opkomst fascisme.
Het fascisme was het gevolg van ontevredenheid over de afloop van de oorlog. Fasces betekent
bundel en was het symbool van de rechtsmacht. Denkbeelden; simpel en rechtlijnig. Orde en rust
door gezag, niet denken en praten, niet te veel overleggen, maar gewoon doen.
In Duitsland was er sprake van grote politieke onrust. Geen enkele regering had een oplossing voor
deze enorme problemen. In 1922 stokten de herstelbetalingen en als gevolg daarvan bezetten de
Fransen en Belgen het Duitse Ruhrgebied. Duitsland woedend en riep arbeiders op om te staken.
In 1923 werd er een rechts-radicale aanslag op de Duitse regering gepleegd. Eén van de leiders was
Hitler. Terwijl Mussolini na de staatsgreep (1922) opdracht kreeg om een kabinet te vormen – het
begin van een fascistische dictatuur die tot 1944 zou duren- kwamen de nationaalsocialisten, de
Duitse variant van het fascisme, met hun staatsgreep niet verder dan het centrum van München.
Leiders werden gearresteerd en kregen zelfs gevangenisstraffen.
Opwaartse trend.
Nationale belangen gingen altijd boven het internationaal belang. Dat Amerika Duitsland ook
steunde met het Dawes-plan, waardoor economisch herstel mogelijk werd, was bijzonder. De
Amerikanen waren namelijk doodsbang dat ze niets terug zouden zien van hun oorlogsleningen aan
Groot-Brittannië en Frankrijk. Vanaf 1924 economische kentering in Duitsland en dus ook in heel
Europa. Frans-Duitse relaties verbeterden zich en Duitsland mocht zelfs toetreden tot de Volkenbond
(1926). Eindelijk trok in Duitsland de economie aan. Het dagelijks leven werd vrolijker en vertoonde
soms zelfs enige moderne Amerikaanse trekjes. Rond de jaren twintig haalde de jongste generatie
opgelucht adem, want het leek erop dat de moeilijkheden voorbij waren.
Samenvatting geschiedenis, paragraaf 9.5
Hoe ontstond de crisis van 1929 in de VS en hoe probeerde president Roosevelt de Amerikaanse
economie weer op gang te helpen?
Kenmerken:
-De rol van moderne propaganda-en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
-De crisis van het wereldkapitalisme.
De kern.
Veel mensen in de VS kochten in de jaren twintig ongelimiteerd. Maar de economische groei bleek
niet oneindig door te gaan. Met de beurskracht van 24 oktober 1929 viel de welvaartsdroom in
duigen. Dit veroorzaakte enorme werkloosheid en het inkomen daalde tot onder het
bestaansminimum. (Periode van Grote Depressie) President Roosevelt probeerde met de politiek van
New Deal de stilgevallen Amerikaanse economie weer op gang te helpen. Door economische relaties
tussen de VS en Europa en met name de schuldenlast van Duitsland, sloeg de economische crisis over
naar Europa. Duitsland raakte als eerst in een diepe crisis. Terugkijken was de economische groei in
de VS land niet zo stabiel als werd gedacht.
Perspectief.
Doordat de economieën van landen nauw met elkaar verbonden zijn heeft de economische crisis dan
ook vaak mondiale gevolgen.
Consumptiemaatschappij.
Schulden Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië aan VS + enorme binnenlands productie  VS
werd belangrijk op economisch gebied. De jaren twintig zijn in Amerika ook wel de ‘Roaring
Twenties’ – vrolijke jaren, gekenmerkt door rotsvast geloof in constante groei die welvaart voor
iedereen zou brengen. Het leven werd luxer door allerlei moderne apparatuur en men ging zelfs naar
de bioscoop. In Hollywood ontstond een ware filmindustrie. VS werd consumptiemaatschappij.
In de steden was deze levensstijl vooral voorkomend, maar op het platteland leefde men in armoede,
sinds de vraag naar graan vanuit Europa was afgenomen.
Drooglegging.
Men maakte zich druk over het zogenaamde drankverbod – de Prohibition- dat in 1920 was
uitgevaardigd. Veel conservatieve Amerikanen maakten zich zorgen over de gevolgen van de
consumptiemaatschappij.
Crisis en depressie.
De illusie van de welvaart bleef bestaan en president Herbert Hoover won in 1928 de verkiezingen,
maar de barsten in de Amerikaanse economie werden steeds zichtbaarder. De Amerikanen
speculeerden en consumeerde op dezelfde manier: via het afbetalingssysteem.
In 1929 daalden de koersen van de aandelen. Op 24 oktober (Zwarte Donderdag) crashte de beurs.
Dit had een kettingreactie tot gevolg; consumenten proberen geld van de bank af te halen  banken
de met het geld hadden gespeculeerd gingen failliet  bedrijfsleven + particulieren konden niet
meer aan geld komen  betalingsverkeer kwam in de knoei. Bedrijven verlaagde prijs van
producten, maar consumenten kochten niets meer dus bleven bedrijven met hun voorraden zitten
 bedrijven failliet  ontslag werknemers  werkloosheid  koopkracht daalde weer 
bezuinigen en leningen aan Europa stop zetten koopkracht daalde nog meer  crisis sloeg over.
1932 werd Roosevelt president, en hij kwam met een vooruitstrevend sociaaleconomisch plan, de
New Deal, om de koopkracht te herstellen en om de werkloosheid te verhelpen. Geen bezuinigingen,
maar investeren. Dit plan was gebaseerd op de theorie van Keynes. In tegenstelling tot het liberale
principe van terughoudendheid, moest de overheid volgens Keynes investeren en werkgelegenheid
scheppen, zodat er weer koopkracht kwam. De New Deal gaf de economie een positieve stimulans
en Roosevelt werd nog drie keer verkozen tot president. Het echte herstel kwam vanaf 1938 pas echt
opgang toen Britten en Fransen, aanklopten bij de Amerikanen voor leningen om wapens te kopen in
de VS vanwege de dreiging van opnieuw een oorlog met Duitsland.
Samenvatting geschiedenis, paragraaf 9.6
Waartoe leidde de economische crisis in Europa en in Duitsland en hoe reageerden andere
Europese landen op het Duitse nationaalsocialisme?
Kenmerken:
-Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme.
-De rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie.
-Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden.
De kern.
Gevolg van economische crisis was de groei van extremistische politieke stromingen en partijen. In
1933 kwam Hitler en de NSDAP in Duitsland aan de macht, en ze wisten nationaalsocialisten aan de
machtspositie te krijgen.
Perspectief.
Economische crisis en armoede zijn bedreigend voor de democratie. Kiezers vertrouwen in tijden van
de crisis makkelijker op populistische politici. Buitenland kan moeilijk een antidemocratische
ontwikkeling van buitenland corrigeren.
Nationaalsocialisme in Duitsland.
Omdat de regering van de Republiek van Weimar geen oplossing kon bieden voor de werklozen, leek
het of radicalere politieke stromingen daar wel voor konden zorgen. De KPD en de NSDAP met leider
Adolf Hitler hadden grote verkiezingswinsten.
Sinds de nationaalsocialisten in de regering kwamen hadden ze alle macht. Het onderwijs, de
rechtspraak, de massamedia en culturele instellingen werden gelijkgeschakeld op basis van
racistische ideologie van het nationaalsocialisme. De massa deed dienst, niet het individu. Het
ministerie van Propaganda manipuleerde de bevolking via radio en massabijeenkomsten. Duitsland
was omgevormd tot een totalitaire staat, met als leider – Führer- Adolf Hitler.
Antisemitisme.
Het volk werd geïndoctrineerd met het idee dat de jood de veroorzaker was van de ellende waarmee
gewone Duitsers te maken hadden. Het aanwezige antisemitisme werd met moderne
communicatiemiddelen nieuw leven ingeblazen. Er werden Neurenbergerwetten gemaakt in 1935
waarbij joden worden buitengesloten van normale deelname aan het openbare leven.
Racisme.
De nationaalsocialistische ideologie baseerde zich op negentiende-eeuwse rassentheorieën die
veronderstelden dat de verschillen tussen mensen te maken hebben met hun afkomst. Op deze vorm
van discriminatie werd een variant bedacht; de vermeende verschillen hadden een biologische
oorzaak die was af te lezen aan het bloed – en dat bloed moest zuiver zijn.
Internationale betrekkingen.
De Britten waren bezorgd over de politieke ontwikkelingen in Duitsland. Maar ze voerden een
politiek van appeasement, van te vriend houden door elke confrontatie te vermijden.
De Sovjet-Unie ondervond geen gevolgen van de enorme crisis. Hun economie functioneerde
zelfstandig, buiten het kapitalisme. In 1934 werd de Sovjet-Unie lid van de Volkenbond.
Expansie van Duitsland.
De belofte om een einde te maken aan de werkloosheid werd nagekomen door
overheidsinvesteringen in werkgelegenheidsplannen – werkelijkheid; in dienst van herbewapening.
Staatschulden liepen hoog op, en Hitler streefde bij gebrek aan eigen grondstoffen naar autarkie en
expansie van Duitsland  Oost-Europa, graanvelden in Oekraïne konden Duitse bevolking voeden.
In 1936 begon de expansie. Ze namen het Rijnland in, Oostenrijk volgde en daarna een provincie in
Tsjecho-Slowakije.
Maar in 1939 bleef het daar niet bij, hij wilde heel Tsjecho-Slowakije. Nu probeerde Frankrijk en GB
hem tegen te houden om dat Hitler duidelijk uitwas op oorlog. Stalin werd gepolst om een
bondgenootschap te sluiten met de Geallieerden.. Daarvoor eiste hij in ruil het herstel van de
Russische grenzen van 1917. Omdat het leger van Rusland nog zwak was stuurde Stalin zijn minister
van Buitenlandse Zaken Molotov naar Duitsland om een niet-aanvalsverdrag te sluiten; Molotov-Von
Ribbentrop-pact. (23 aug. 1939)  Geheime clausule over verdeling Polen tussen Duitsland en de
Sovjet-Unie.
Samenvatting geschiedenis, paragraaf 9.7
Hoe zag de Nederlandse samenleving er tussen de twee wereldoorlogen uit en wat waren de
invloed en de gevolgen van internationale gebeurtenissen zoals de economische crisis of de
opkomst van het fascisme en nationaalsocialisme?
Kenmerken:
-De crisis van het wereldkapitalisme.
-Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
-Het in de praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en
fascisme/nationaalsocialisme.
De kern.
Nederland was als handelsland zeer gevoelig voor internationale ontwikkelingen. Naast de
economische crisis kreeg Nederland ook te maken met het fascisme (NSB), gevolgen van
antisemitisme (vluchtelingen) en vormen van opstandigheid uit kolonie Nederlands-Indië.
Perspectief.
Nederland is klein met telt internationaal mee vanwege zijn economische status. Lid van vele
organisaties zoals VN, EU & Noord-Atlantische Verdragsorganisatie.
Verzuilde samenleving.
Tussen de wereldoorlogen leefde Nederlanders in het isolement van de groep waar ze geboren
waren (verzuiling, 4 soorten: katholieke, protestants-christenen, socialisten/communisme, overige).
Iedere zuil had zijn eigen politieke partij, onderwijs, vakbond, krant, verenigingen, winkels en radioomroep.  BRON 60.
Nederlandse economische crisis.
Na WOI Nederlandse economie in zwaar weer. Nederland is traditioneel doorvoer- en exportland en
had last van gebrek aan kapitaalkrachtige buitenlandse verkopers. Herstel vanaf 1925 en nieuwe
industrieën ontwikkelden zich (vliegtuigbouw, radio, gloeilampen). Door de hoge welvaart meer en
betere sociale maatregelen. Invoering van pensioen voor ambtenaren waardoor werken voor de
overheid aantrekkelijk was. In 1929 zakte beurs van Wall Street in. Toen in 1931 de handel wegviel,
was er veel werkloosheid. Gulden bleef gekoppeld aan waarde van goud, maar keerzijde beschermen
van kapitaalbezit was dat Nederland te duur werd om in te investeren, + importverbod door
buitenland (protectionisme) = harde klap in de vrije handel  werkloosheid en bedrijven failliet.
Behalve bezuinigingen die leidden tot veel protest, waren er ook weinig alternatieve ideeën om uit
de crisis te raken. Dus NL volgt voorbeeld van de VS en Duitsland door enkele
werkverschaffingsprojecten in te stellen. Zo kwam in 1935 de SDAP en de VVV. De gedachten om de
overheid geld te geven of staatsschulden te laten maken was niet erg geliefd. Dit lieten ze pas in
1936 los, wat leidde in combinatie met het economische herstel in het buitenland tot meer handel,
waardoor de Nederlandse economie langzaamaan bergopwaarts ging.
NSB.
Tijdens crisis in Nederland een fascistische partij: NSB (nationaal socialistische beweging, 1931).
Geïnspireerd op de ideeën van Mussolini en Hitler vond dat de NSB een sterke leider nodig had.
Daarbij werkte de democratie te laag volgens hem en was er een ongeschikte bestuursvorm.
NSB werd niet zo populair  direct gevolg van de verzuiling als democratische traditie in NL.
Het werd steeds meer een kopie van de NSDAP in Duitsland, hadden zwarte uniformen en een
speciale groet, eigen knokploeg, een jeugdafdeling, een eigen krant ect.
Nederlands-Indië.
Crisis trof ook Nederlands-Indië. Export daalde, werkloosheid steeg en de aanpak was precies
hetzelfde als in Nederland: bezuinigingen. Er waren steeds vaker protesten van jonge inheemse
intellectuelen die onafhankelijkheid eisten. In 1927 werd er de Parai Nasional Indonesia (IPO)
opgericht. Leider; Soekarno. Doel; zelfstandige staat zonder Nederlands gezag. Na WOII werd hij
president van Indonesië.
Neutraliteit.
Vanwege handelsbelangen had Nederland een lange traditie van neutraliteit. In 1933 asielbeleid
strenger omdat er steeds meer joodse vluchtelingen kwamen.
Samenvatting geschiedenis, paragraaf 9.8
Hoe verliep de Tweede Wereldoorlog en hoe vond de Holocaust plaats?
Kenmerken:
-Het voeren van twee wereldoorlogen
-Verwoesting op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de
betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering.
-Vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme.
-De Duitse bezetting van Nederland.
-Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder joden.
Kern.
In de WOII kwamen naast soldaten ook veel burgers om. Niet alleen door gevechtshandelingen maar
ook door racistische politiek van Duitsland ook van genocide.
Perspectief.
Europese landen namen zich voor om nooit meer in een vernietigende oorlog te geraken en richtten
een samenwerkingsverband op dat we kennen als de Europese Unie.
De Tweede wereldoorlog.
Op 1 september 1939 begon de Tweede Wereldoorlog met de Duitse invasie van Polen. Een paar
weken later viel de Sovjet-Unie vanuit het oosten Polen aan. Stalin lijfde Estland, Letland en Litouwen
in bij de Sovjet-Unie, en Hitler richtte zich meer op het westen. In 1940 viel hij Noorwegen en
Denemarken aan en op 10 mei Nederland en België. De laatste twee landen capituleerden
respectievelijk op 14 en 28 mei. Vanaf toen vorderde de Duitse invasie van Frankrijk, dat zich in juni
overgaf. In 1941 was de Balkan aan de beurt en daarna startte operatie Barbarossa, waarbij Duitse
legers de Sovjet-Unie binnentrokken.
Helaas stokte de opmars in het najaar toen de winter viel. Veel Duitse soldaten vroren dood.
In december 1941 raakte de VS betrokken bij de oorlog.
Japan was een bondgenoot van Duitsland en voerde al sinds 1937 oorlog met China. In 1941
veroverde het in rap tempo Zuidoost-Azië, waaronder Britse, Franse en Nederlandse koloniën.
De Duitsers werden bij het veroveren van Noord-Afrika verslagen door de Britse generaal
Mongomery (slag om El Alamein) en ook de Russen versloegen in februari 1943 de Duitsers bij
Stalingrad, waarna de Geallieerde opmars richting Duitsland inzette.
Holocaust.
Duitsland voerde in alle bezette landen een fel antisemitisch beleid. Duitsers zochten naar een
middel om snel en efficiënt te moorden. Het werd gas. Het moordproces zat tamelijk duivels in
elkaar. In alle bezette gebieden werden joodse raden ingesteld, die zorg droeg voor de deportatie
naar de vernietigingskampen. Pas op het allerlaatste moment, vaak pas vlak voordat de slachtoffers
de gaskamers binnengingen, werd het gruwelijke doel van de Duitsers duidelijk. Het aantal
slachtoffers van de Holocaust – de naam voor de genocide op de joden van Europa – rond de zes
miljoen ligt.
Nederland tijdens de oorlog.
Op 10 mei 1940 vielen de Duitsers Nederland aan. Aanvankelijk leek de bezetting nogal mee te
vallen. De Duitse soldaten gedroegen zich netjes, hoewel de binnenstad van Rotterdam werd
platgebombardeerd. Koningin Wilhelmina en haar regering vertrok naar Londen. Tot het najaar van
1940 leek alles nog een normale gang van zaken te hebben, maar toen kwam de meldingsplicht voor
alle Nederlanders. Hierdoor werd het mogelijk om systematische maatregelen tegen joden te nemen.
Volgens de racistische opvattingen van de nazi’s waren Nederlanders, mits niet joods, een Germaans
broedervolk dat ingelijfd kon worden in het grote Derde Rijk. Rond 1942/1943 nam het verzet toe
door enkele maatregelen die waren getroffen door de Duitsers.
Einde Tweede Wereldoorlog.
Op 6 juni 1944 kwam er, na lang aandringen van Stalin, een tweede front in Europa. In september
1944 werd het zuiden van Nederland bevrijd tot aan de grote rivieren. Het noorden bleef bezet en
vele stierven vanwege de Hongerwinter. In het voorjaar van 1945 trokken de Geallieerde legers
Duitsland binnen. En de Russen waren nu ook in Duitsland beland. Op 2 mei veroverden ze Berlijn,
waar Hitler op 30 april zelfmoord had gepleegd. Op 7 mei tekende Duitsland de overgave. Hiermee
was officieel de oorlog voorbij in het westen.
Het zou ruim vijftien jaar duren voordat Europa er materieel weer bovenop was. Het herstel van de
immateriële schade zou veel langer duren.
Download