Classicisme 1. Wanneer? Classicisme is een korte tijdsperiode in de muziek. Ze loopt van 1750 tot 1810. Dit is de periode van de industriële revolutie. De technologie en de wetenschap kennen een grote vooruitgang, zo vond James Watt in 1775 de stoommachine uit. De mensen vertrouwen steeds meer hun eigen kunnen en op de wetenschap, waardoor religies minder belangrijk worden. Deze filosofie noemt men de verlichting. Ook over geschiedenis komt men steeds meer te weten. Rond 1750 worden Pompeji en Herculaneum ontdekt. Deze twee Romeinse steden werden door de lava van de Vesuvius bedolven en bleven onder deze lava nagenoeg intact. De kunstenaars grijpen in het classicisme terug naar de Romeinse en Griekse kunst. In deze periode ontstond er ook een nieuwe klasse: de burgerij. Zij waren niet van adel, maar waren wel rijk en hierdoor een goed publiek voor kunst. Waar kunst en muziek in de barok vaak een privilege van de adel was, is er nu een veel groter publiek voor. Hoe zat het met de instrumenten? De pianoforte werd al uitgevonden tijdens de barok, maar kent pas echt succes in het classicisme. Ook de klarinet doet haar intrede. In deze periode ontstaat ook het symfonisch orkest zoals we het nu kennen. Het orkest is groter dan in de barok, en er komt een vaste plaats voor alle instrumenten: strijkers vooraan, daarachter houtblazers en koperblazers en helemaal achteraan het slagwerk. 2. Kenmerken van de muziek in het classicisme Classicisme Muziek wordt in het classicisme gezien als niet noodzakelijk, maar aangename verstrooiing. Dit brengt met zich mee dat muziek niet moeilijk of ingewikkeld mag klinken, want iedereen moet er gemakkelijk van kunnen genieten. Muziek uit deze periode wordt dan ook vooral gekenmerkt door eenvoud en duidelijkheid. Er is vaak een duidelijke vorm aanwezig (rondo, sonatevorm en variatievorm komen erg vaak voor) en de zinnen zijn symmetrisch en duidelijk van elkaar gescheiden. Homofonie komt in deze periode het meeste voor. De melodie wordt begeleid door een eenvoudige harmonie. 1 3. Muziekvormen en genres in het classicisme Bezetting Delen symfonie sonate concerto strijkkwartet Ook opera komt meer en meer voor. Dit genre bestond al in de barok, maar kent een grote opmars in het classicisme. De symfonieën van Papa Haydn Joseph Haydn wordt wel eens de vader van de symfonie genoemd. Hij schreef er minstens 106. Een aantal van Haydns symfonieën hebben een titel. Die titel verzon hij meestal niet zelf, maar werd achteraf aan het stuk gegeven. La poule Surprise The Clock Le matin De sonate Mozart schreef massa’s sonates voor piano. Hier vind je de begeleiding van het eerste deel van zijn bekendste sonate. Maak er zelf een melodie bij. Denk aan de kenmerken van het classicisme en van de sonatevorm! Classicisme Sonates bestonden al in de barok, maar in het classicisme krijgt de sonate haar definitieve vorm. 2 Thema 1: Thema 2: Het concerto Het concerto grosso verdwijnt, enkel soloconcerto’s komen nog voor. Piano en viool zijn zowat de populairste instrumenten voor een solopartij, maar er worden ook een aantal concerto’s geschreven voor dwarsfluit, hoorn, klarinet, hobo, trompet en cello. Het strijkkwartet Het strijkkwartet is eigenlijk een sonate voor twee violen, altviool en cello. De vier strijkinstrumenten krijgen hierin een gelijkwaardige rol. De drie bekendste componisten uit deze periode zijn Joseph Haydn, Wolfgang Amadeus Mozart en Ludwig van Beethoven. Niet al Beethovens werken zijn echter klassiek, zijn latere werken worden bij de romantiek gerekend. Classicisme 4. Componisten uit het classicisme 3 W.A. Mozart: Eine kleine Nachtmusik: Romance W.A. Mozart: Piano Sonate in A, KV 331 Classicisme J. Haydn: Symfonie nr.104 4 L. van Beethoven: Ecossaise WoO23 Classicisme W.A. Mozart: Vioolsonate KV 301 5 W.A. Mozart: Sonate KV545: III. Rondo Classicisme J. Haydn: Symfonie nr. 102: I. Largo - Vivace 6 Wolfgang Amadeus Mozart W.A. Mozart was een superster in de 18e eeuw. Hij was een wonderkind, en had ook in de rest van zijn korte leven veel succes. Ook nu, meer dan 200 jaar na zijn dood, blijft hij zowat de bekendste klassieke componist aller tijden. Leven W.A. Mozart werd geboren in Salsburg (Oostenrijk) in 1756. Zijn vader was violist en componist en leerde hem al op jonge leeftijd piano en viool spelen. Hij begon ook zeer vroeg te componeren. Het oudste stuk dat we van hem kennen is dit menuet. Mozart schreef het toen hij vijf jaar oud was. Al snel trok vader Leopold met zijn kinderen heel Europa rond op concerttournee voor de adel en koningshuizen. Ze speelden onder andere in München, Wenen, Parijs en Londen. Wolfgang trouwde met Constanze Weber, met wie hij zes kinderen kreeg. Slechts twee van hen werden volwassen. Het grootste deel van zijn leven woonde Mozart in Wenen, waar hij als zelfstandig musicus en componist de kost verdiende. Classicisme Mozart verdiende goed de kost, maar liet geld ook graag rollen. Hierdoor had hij regelmatig schulden. Dat hij arm stierf, is echter een fabeltje. Hij was niet steenrijk, maar kon comfortabel leven. 7 Mozart stierf in 1791 op 36-jarige leeftijd. De oorzaak van zijn dood is niet volledig duidelijk. Vaak wordt verteld dat Antonio Salieri, een rivaliserend componist, hem vermoord zou hebben, maar dit is waarschijnlijk niet waar. Werken Mozart schreef veel symfonieën, sonates en concerto’s. Het eerste deel van al deze stukken staat in de sonatevorm. Welk tweede thema past bij deze eerste thema’s? Bij de tweede thema’s is de voortekening weggelaten. 1. Eine Kleine Nachtmusik 2. Piano sonata KV 333 Classicisme 3. Symfonie nr.40 8 A. B. C. Opera Mozart was een meester in het componeren van opera’s. Hij schreef er 22. Hij was zeer goed in het typeren van personages: hij koos zeer zorgvuldig hun stemsoort en zangstijl. Zijn bekendste opera is De Toverfluit. De prins Tamino wordt door de drie dienaressen van de Koningin van de Nacht gered na een slangenbeet. De Koningin vraagt hem om haar dochter Pamina, die gevangen wordt gehouden door de hogepriester Sarastro, te bevrijden. Tamino, die meteen verliefd wordt op de afbeelding van Classicisme Het verhaal 9 Pamina die hij te zien krijgt, stemt toe. De vogelvanger Papageno is toevallig in de buurt en zal hem vergezellen. Ze krijgen van de koningin ook een toverfluit en een magisch klokkenspel mee. Aangekomen bij Sarastro, merken Tamino en Papageno dat hij helemaal geen tiran is, maar een wijs man. Hij houdt Pamina gevangen om haar te laten ontsnappen aan de invloed van haar kwaadaardige moeder. Tamino wilt met Pamina trouwen, maar hij moet hiervoor van Sarastro een aantal proeven doorstaan. Papageno is ondertussen ook op zoek naar een vrouw. Een oude vrouw beweert dat hij voor eeuwig opgesloten zal worden als hij haar geen eeuwige trouw zou beloven. Wanneer hij dat doet, verandert ze in een mooie vrouw. Ze heet Papagena. Uiteindelijk doorstaat Tamino de proeven. De Koningin probeert nog een laaste keer Sarastro ten val te brengen, maar dit mislukt en en de ‘goede personages’ vieren hun overwinning. Vergelijk deze twee aria’s uit ‘De Toverfluit’. stemsoort melodie vorm Koningin van de Nacht: Der Holle rache Papageno: Ein vogelfänger bin ich ja eenvoudig/moeilijk om te zingen eenvoudig/ingewikkeld eenvoudig/moeilijk om te zingen eenvoudig/ingewikkeld Analyse Sonate KV545: I. Allegro Toonaard: _________________________________________________________________________ Modulatieschema: Modulaties: zie partituur Duid 3 volmaakte cadenzen aan (V-I). Vorm: ____________________ . Duid alle delen ook aan op de partituur. Metrum: ___________________________________________________________________________ Tempo: ____________________________________________________________________________ Bezetting: __________________________________________________________________________ Karakter: __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ Classicisme Wat spreekt je (minder) aan in de muziek? _______________________________________________ 10