© NEVI pag.: 1 van 3 code: ORG-PROJM-kre-003-bl versie 1.1 De organisatie van een project Project start-up Een Project Start-Up (PSU) blijkt in de praktijk een krachtig middel te zijn om projecten goed van de grond te krijgen. Een PSU is een bijeenkomst van de directe projectbetrokkenen, aan het begin van een project met een aantal duidelijke doelstellingen. Deze doelstellingen zijn: • Het helder krijgen van de probleemstelling. • Het verzamelen van achtergrondinformatie van het project. • Het in kaart brengen van randvoorwaarden en condities met betrekking tot het project. • Het opzetten en selecteren van een goed projectteam. • Het verkrijgen van een gelijkluidend beeld ten aanzien van de oplossingsrichting. • Het ontwikkelen van teamspirit. Het resultaat van de PSU is een concept van het eerste beslispunt dat door de projectleider aan de opdrachtgever wordt voorgelegd. Tijdens de PSU wordt het project in zijn fundament opgebouwd en ontwikkelt zich de nodige teamspirit tussen de deelnemers. De PSU richt zich in grote lijnen op afstemming, gelijkgerichtheid en motivatie van de projectbetrokkenen. afbeelding: de werkwijze rond een PSU (bron: Groote e.a., 1996) Intake Probleemstelling Goedkeuring & uitwerking PSUuitvoering PSUProgramma Concept eerste beslispunt Eerste beslispunt Bij de PSU zijn betrokken: de initiatiefnemer van het project, de opdrachtgever, de projectleider, projectteamleden en belangrijke projectbetrokkenen. Op de agenda van de PSU staat in ieder geval: • Toelichting door de initiatiefnemer van het project over doelstelling en achtergrond. • Projectteamsamenstelling en verkenning verwachtingen projectbetrokkenen. • Probleemverkenning en globale resultaatafbakening. • Risico- en omgevingsanalyse. • Globale werkstructuur. • Fasering, mijlpalen. • Planning mijlpalen in termen van tijd en geld; voortgangsbewaking. • Opzet kwaliteits-, informatie- en organisatiebeheersing. Organisatiemodellen binnen projecten In een project werken mensen uit diverse afdelingen samen. Een bestaande organisatiestructuur is in beginsel niet geschikt voor de aanpak van projecten. De projectorganisatie, die van tijdelijke aard en met wisselende intensiteit is, veronderstelt een andere manier van werken. Zij loopt dwars door bestaande samenwerkingsverbanden heen, is actiegericht en beperkt zich veelal niet tot één hiërarchische laag. © NEVI pag.: 2 van 3 code: ORG-PROJM-kre-003-bl versie 1.1 Er zijn vele vormen van projectorganisatie denkbaar. We onderscheiden drie verschillende situaties. Overleg- of coördinatiestructuur Wanneer het gaat om een betrekkelijk eenvoudig vraagstuk, dat relatief weinig mankracht vraagt en waarvan de looptijd niet te lang is, dan is een overlegstructuur of coördinatiestructuur het meest geschikt. afbeelding: de overleg- of coördinatiestructuur (bron: Wijnen e.a., 1996) leiding staf afdelingen projectcoördinatie Zuivere projectorganisatie Een bedrijf dat één of soms een beperkt aantal projecten gelijktijdig heeft lopen, zal vooral kiezen voor de op zich zelf staande zuivere projectorganisatie. Het gaat hier in de regel om grote en belangrijke projecten. Alle werkzaamheden worden uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van één manager. afbeelding: de zuivere projectorganisatie (bron: Wijnen e.a., 1996) leiding projectmanager staf afdelingen derden © NEVI pag.: 3 van 3 code: ORG-PROJM-kre-003-bl versie 1.1 Matrixorganisatie In bedrijven waar constant vele projecten tegelijkertijd lopen, komt men vaak de matrixorganisatie tegen. Kenmerkend daarvoor is dat de functionele chefs verantwoordelijk blijven voor de vaktechnische inbreng van de betrokken medewerkers; de projectmanagers hebben operationele bevoegdheden. Dit betekent dat de projectmanagers bepalen wat en wanneer moet worden uitgevoerd en op welk tijdstip; de functionele chefs bepalen hoe het (vaktechnisch) wordt gedaan. afbeelding: de matrixorganisatie (bron: Wijnen e.a., 1996) leiding staf afdelingschef afdelingschef afdelingschef projectmanager hoe projectmanager projectmanager wat wanneer afbeelding: voor- en nadelen verschillende organisatietypen Voordelen voor de inkoper Nadelen voor de inkoper Overleg- en Matrixorganisatie coördinatiestructuur Gemakkelijk te organiseren Inkoper heeft duidelijke taak in project Relatief informeel Inkoper wordt op zijn vakinhoud aangesproken Korte communicatielijnen Duidelijke werkstructuur aanwezig Beheersing is Spanningen tussen ondergeschikt inkooporganisatie en projectorganisatie Dagelijkse werkdruk Spanningen in projectteam verdringt project als gevolg van uiteenlopende belangen Geringe status in Verschillende projecten in organisatie organisatie (prioriteringsvraagstuk) Zuivere projectorganisatie Zichtbaarheid en status in organisatie Duidelijke aansturing door één projectmanager Beheersing optimaal geborgd Project is onbereikbaar voor inkooporganisatie Formele werkverbanden en communicatielijnen Continuïteit voor projectteamleden na beëindigen project