Internationale richtlijnen voor seksuele opvoeding

advertisement
Driemaandelijks tijdschrift - Jaargang 2009 - Afgiftekantoor Koksijde 1
UNESCO info
België - belgique
P.B.
8670 KOKSIJDE
3/5303
Internationale richtlijnen voor seksuele opvoeding
Meer doen voor ontwikkelingslanden
Wete ns c h ap
Volgende stap voor oceaanobservatie
Focus
Alfabetisering als ijkpunt voor ontwikkeling
Erfgoed
Restauratie van Babylon op gang schieten
74
UNESCO
Inhoud
België - Belgique
P.B.
8670 KOKSiJDe
3/5303
Kort
Hoofd Redactie:
Marino Bultinck
Driemaandelijks tijdschrift - Jaargang 2009 - Afgiftekantoor Koksijde 1
UNESCO info
De vlag dekt de lading: korte berichten over wat er zich zoal afspeelt op het
actieterrein van de UNESCO.
2
Internationale richtlijnen voor seksuele opvoeding
Een reeks nieuwe richtlijnen moet landen helpen om een beter beleid te voeren
rond seksuele voorlichting op school om zo de verspreiding van hiv en seksueel
overdraagbare aandoeningen te bestrijden.
6
We moeten meer doen om ontwikkelingslanden te helpen
Na tien jaar het Secretariaat van UNESCO te hebben geleid, blikt directeur-generaal
Koïchiro Matsuura terug op de voornaamste evoluties onder zijn beleid.
9
De volgende stap voor oceaanobservatie
Wetenschappers van over de hele wereld komen in september samen om te
bespreken hoe oceaanobservatie zich in de toekomst moet ontwikkelen om
tegemoet te komen aan sociale en economische behoeften en om het klimaatbeleid
beter te ondersteunen.
11
Restauratie van Babylon op gang schieten
Een rapport formuleert concrete aanbevelingen om de geteisterde archeologische
site van Babylon in Irak in eer te herstellen.
12
Democratie is het delen van macht
Voormalig VN secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali praat over het belang
om de globalisering te democratiseren en over het versterken van de solidariteit
onder ontwikkelingslanden.
13
Chinees pilootproject voor bescherming jonge migranten
Chinese steden krijgen te maken met een instroom van goedkope arbeidskrachten
die bijdragen tot de economische ontwikkeling. Een pilootproject onder leiding
van UNESCO wil ervoor zorgen dat de rechten van deze migranten gerespecteerd
worden.
16
Alfabetisering als ijkpunt voor persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling
De internationale gemeenschap van beleidsmakers, donors en hulporganisatie
investeren onvoldoende in de alfabetisering van volwassenen terwijl nochtans
voldoende is bewezen welke verstrekkende gevolgen alfabetisering kan hebben op
de persoonlijke en de maatschappelijke ontwikkeling wanneer het op een duurzame
en doelgerichte manier wordt aangepakt.
17
Boeken
Global Education Digest 2009
Jalons pour une alphabétisation au service du développement durable
24
Folder
Het recht op onderwijs
24
Bijzondere medewerkers:
Wannes Devos, Jorn Van Thillo
Druk en Vormgeving:
Artypo - De Panne
Verantwoordelijke Uitgever:
Jean-Pierre Dehouck
Volgende stap voor oceaanobservatie
Correspondentieadres:
Alfabetisering als ijkpunt voor ontwikkeling
E rf g o e d
Restauratie van Babylon op gang schieten
Unesco info is het driemaandelijks
tijdschrift van het UNESCO Platform
Vlaanderen. Het wil de idealen
en programma’s van de UNESCO
beter bekend maken door in gewone
mensentaal te vertellen wat de
Organisatie dagdagelijks doet.
UNESCO Platform Vlaanderen vzw
Farasijnstraat 32
8670 Koksijde (Oostduinkerke)
Het UNESCO Platform Vlaanderen
is een niet-gouvernementele organisatie die fungeert als het centrale aanspreekpunt voor iedereen in
Vlaanderen die informatie zoekt die
verband houdt met de activiteiten en
programma’s van de UNESCO. De
organisatie staat eveneens in voor de
coördinatie van een aantal Unescoinitiatieven in Vlaanderen en zorgt er
via samen­werking en netwerking met
andere partners voor dat de idealen
van de UNESCO beter ingang vinden
bij de civil society.
Website:
www.unesco-vlaanderen.be
tel +32 (0)58 51 44 79 en 52 36 41
fax +32 (0)58 51 44 79
e-mail [email protected]
6
12
Webdesign:
www.dekat.com
Abonnementen:
Voor € 10 per kalenderjaar kan je Unesco info al bij je in de brievenbus ontvangen.
Het volstaat een briefje, fax of e-mail met je gegevens naar ons correspondentie­­adres
te sturen om Unesco info voortaan thuis­gestuurd te krijgen.
16
UNESCO Platform Vlaanderen vzw geniet de steun van:
Focus
Dit project werd uitgevoerd met de financiële steun van de Vlaamse Regering.
De Vlaamse overheid kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van dit tijdschrift.
De UNESCO is de intergouvernementele Organisatie voor Onderwijs, Wetenschappen, Cultuur en
Communicatie, een van de gespecialiseerde agentschappen van de Verenigde Naties. Het doel van de
Organisatie bestaat erin om vrede en veiligheid te bevorderen door de samenwerking tussen landen te stimu-
17
Publicaties
UNESCO info
Wete n s c h a p
Fo cus
74
Meer doen voor ontwikkelingslanden
leren in de deelgebieden die tot haar actiedomein behoren teneinde een universeel respect voor rechtvaardigheid, de wet, mensenrechten en fundamentele vrijheden ingang te doen vinden voor alle volkeren ter wereld
zonder onderscheid van ras, geslacht, taal of godsdienst.
1
Internationale richtlijnen voor seksuele opvoeding
UNESCO
Wereld
Kort
Een 250-tal vorsers, studenten,
academici, politici en
vertegenwoordigers van ngo’s bogen
zich over klimaatverandering en
bespraken de ethiek met betrekking
tot het milieu en educatie rond dit
thema.
Eén van de aanbevelingen die uit
de debatten voortkwamen, was dat
UNESCO een kader van ethische
principes zou moeten formuleren
aangaande klimaatverandering.
Gezien de aard en de omvang van
de wetenschappelijke en sociale
uitdagingen die verband houden met
klimaatverandering, is er immers
nood aan een beleid dat op mondiaal
niveau gestuurd wordt en gebaseerd
is op universele ethische principes
die zowel consistent als flexibel zijn.
Parallel met de vergaderingen
liep er een forum waar jonge
onderzoekers en studenten dezelfde
thema’s bespraken. Hun input wordt
opgenomen in het eindrapport van
de vergadering.
COMEST is een adviesorgaan
en een reflectieforum dat in 1998
werd opgericht en bestaat uit 18
onafhankelijke experts. UNESCO
voert het secretariaat van deze
commissie die als opdracht heeft
ethische principes te formuleren
die kunnen dienen als criteria
voor beleidsmakers in zaken die
meer zijn dan puur economische
aangelegenheden. Ze geeft ook
advies aan UNESCO inzake
haar Programma voor Ethiek van
Wetenschap en Technologie.
www.unesco.org/shs/ethics
Handboek voor aidsverslaggeving
“Wie spreekt kan zelfs bloem aan de man
brengen, wie zwijgt kan zelfs rijst niet
verkopen,” zo luidt een Nepalees gezegde. Het
toont het belang van communicatie aan. Radio
is het meest geschikte communicatiemiddel in
Nepal waar een groot deel van de bevolking
in (afgelegen) dorpen woont en de helft
van de mensen niet kan lezen of schrijven.
Gemeenschapradio’s kennen er veel bijval
maar de snelle toename ervan zorgt dat er bestuur, vrijwilligerswerk en netwerking;
nood is aan maatstaven en criteria.
en kan toegepast worden in verschillende
contexten, gaande van het mediabeleid
Het
door
UNESCO
ondersteunde tot de evaluatie van lokale stations. De
Community Radio Support Centre (CRSC) publicatie is een waardevol instrument voor
publiceerde daarom een handboek met een de ontwikkeling van gemeenschapsmedia,
veelomvattende reeks indicatoren om de niet enkel in Nepal maar in gans Zuid-Azië
kwaliteit van radiostations te meten. Het en andere wereldregio’s.
put zowel uit ervaringen op het veld als
uit internationale praktijken betreffende Met het nieuwe handboek is het CRSC niet
radio maken. Als ingrediënten voor het aan zijn proefstuk toe. Eerder publiceerde
succes van gemeenschapsradiozenders het al verschillende boeken zoals richtlijnen
worden
beschouwd:
openbaarheid, voor het opstarten van een radiozender
gemeenschapsvertegenwoordiging, lokaal en handboeken voor het produceren van
relevante programmering, financiering uit programma’s en voor de strategische planning
verschillende bronnen en waardering voor het van zenders.
personeel, met inbegrip van vrijwilligers.
www.nefej.org/pdf/crpa_book.pdf
Het handboek bundelt een rijkdom aan kennis
over gemeenschapradio en het potentieel en
gebruik ervan. Het belicht sleutels tot succes
zoals participatie en eigendom, inhoud,
UNESCO en het Asia Pacific Institute
for Boradcasting Development (AIBD)
publiceerden een handboek met feitelijke,
analytische en praktische informatie voor het
produceren van televisieprogramma’s over
hiv en aids.
Evaluatie mediabehoeften in Afrika
Alhoewel de algemene situatie in de regio van
de Grote Meren aan het verbeteren is, blijft
er nog veel te doen om vrede te consolideren
op verschillende niveaus, vooral op het
gebied van het verbeteren van de knowhow
inzake verslaggeving over conflicten en
verkiezingen. Tot die conclusie kwam een
regionale conferentie in 2008.
UNESCO plant daarom een uitgebreide
evaluatie van de mediabehoeften die moet
leiden tot de oprichting van een medianetwerk
voor vrede en verzoening. Het project zal
ook een regionale strategie ontwikkelen om
de lokale knowhow te vergroten en zal meer
middelen mobiliseren. De nadruk zal liggen
op het verbeteren van de verslaggeving
rond gevoelige thema’s zoals conflicten
en verkiezingen, op het harmoniseren van
mediawetgeving, en op het ontwikkelen van
professionele maatstaven en ethische codes
die het moeten mogelijk maken voor media
om vrij en veilig te werken.
Het UNESCO-kantoor in Nairobi gaf
in september 2009 het startschot voor
verschillende veldonderzoeken en studies.
Bestaande regionale mediastructuren zullen
ingeschakeld worden om persvrijheid te
promoten en op te volgen, en om gezamenlijke
activiteiten op te zetten om opleidingen te
voorzien voor mensen die actief zijn in de
media.
De landen die behoren tot de regio van de
Grote Meren zijn: Angola, Burundi, Centraal
Afrikaanse
Republiek,
Democratische
Republiek Congo, Republiek Congo, Kenia,
Oeganda Rwanda, Soedan, Tanzania en
Zambia.
impact van hiv en aids,” aldus directeur Javad
Mottaghi. “Omroepen kunnen helpen om de
kennis over het onderwerp te vergroten door
ervoor te zorgen dat hun personeel up-to-date
en geïnformeerd blijft over alle aspecten van
hiv. Ze kunnen zelfs levens redden door het
publiek te betrekken in discussies en dialoog
over de controversiële aspecten die verbonden
zijn met het probleem.”
Het handboek richt zich zowel tot
televisieproducenten als tot mensen die
mediaprofessionals opleiden. Het put
uit voorbeelden van diverse succesvolle
audiovisuele producties.
De publicatie en de bijbehorende DVD zijn
geproduceerd in het kader van het UNESCO
Netwerk van Jonge Televisieproducenten over
Hiv en Aids. Sinds 2002 namen wereldwijd
meer dan 200 TV-producenten deel aan
AIBD kreeg steun van UNESCO bij het opleidingen van het netwerk en samen
ontwikkelen van het handboek. De bruikbaarheid produceerden ze een honderdtal bijdragen
ervan werd uitgetest tijdens verschillende voor gratis uitzending in 74 landen.
workshops met televisiemedewerkers. “We
kunnen niet voorbijgaan aan de omvang en de www.unesco.org/webworld/en/hiv-handbook
Olympisch volleybalkampioene
krijgt eretitel van UNESCO
Tijdens een ceremonie op de hoofdzetel
van UNESCO in Parijs duidde de topman
van UNESCO, Koïchiro Matisuura, de
Braziliaanse volleybalkampioene Jackie Silva
aan als UNESCO Champion for Sport.
Jackie Silva begon haar volleybalcarrière op
14-jarige leeftijd toen ze begon te spelen voor
het Braziliaanse nationaal team. In 1994 riep
de Vereniging van Volleybalprofessionals haar
uit tot beste speelster ter wereld. In 1996 werd
ze op de Olympische Spelen van Atlanta de Met deze nieuwe aanduiding wil UNESCO
eerste Braziliaanse atlete die goud veroverde, meer aandacht vragen voor haar inspanningen
samen met haar landgenote Sandra Pires.
op het vlak van inclusief onderwijs. Deze vorm
van onderwijs is gebaseerd op het universeel
Na een glorieuze carrière als sterspeelster in recht op kwaliteitsvol onderwijs en combineert
Brazilië, Italië en de Verenigde Staten, richtte educatie met persoonlijke ontwikkeling.
ze in 1999 het Jackie Silva Instituut en het eerste Daarbij gaat bijzondere aandacht uit naar
Jackie’s Volleyball Club sportcentrum op. Het kwetsbare en achtergestelde groepen en
instituut werd geboren vanuit de overtuiging streeft men naar de ontwikkeling van het
dat sport sociale banden kan smeden tussen potentieel van elk individu. Jackie Silva deelt
jonge mensen. Inmiddels heeft het instituut de overtuiging van UNESCO dat sport kan
49 centra, verspreid over de deelstaat Rio de bijdragen tot vrede en ontwikkeling. De atlete
Janeiro die gerund worden in samenwerking zal zich actief inzetten om onderwijsprojecten
met lokale overheden en ngo’s. Ze proberen van UNESCO te promoten, vooral in
nieuwe talenten te ontwikkelen en kansen Portugeessprekende landen.
te bieden aan kwetsbare en achtergestelde
jongeren. Er zijn zo’n 6.000 kinderen en Als UNESCO Champion for Sport treedt
jongeren, van 8 tot 16 jaar oud, ingeschreven Jackie Silva in de voetsporen van sportlui zoals
in de centra. Naast sporttrainingen organiseren Justine Henin (tennis), Michael Schumacher
de centra workshops en lezingen rond hiv (Formule 1), Usain Bolt (atletiek), Vitali
en aidspreventie, tienerzwangerschap en & Wladimir Klitschko (boksen) en Sergei
druggebruik.
Bubka (atletiek).
UNESCO rondt project
over wereldgeschiedenis af
Toen UNESCO zich voornam om de
wereldgeschiedenis te beschrijven
vanuit het perspectief van de
betrokken regio’s en bevolkingen,
was duidelijk dat het een werk van
lange adem zou worden. Uiteindelijk
is 57 jaar lang gewerkt aan een
collectie die 51 boekdelen telt en
waar meer dan 1.800 historici tot
bijdroegen. Om het afronden van
het project te vieren, organiseert
UNESCO een symposium op
haar hoofdzetel in Parijs op 5 en
6 oktober 2009. Er zal worden
teruggeblikt op wat er is gerealiseerd
en nagedacht over hoe dit werk, dat
uniek is in zijn genre, navolging kan
krijgen.
Tijdens het symposium zullen de
voorzitters van de wetenschappelijke
comités van de zes collecties
ervaringen uitwisselen en duidelijk
maken welke uitdagingen ze hebben
overwonnen tijdens de realisatie van
het project.
UNESCO publiceerde zes
veelomvattende collecties: een
algemene reeks over de geschiedenis
van de mensheid, een reeks over
de verschillende aspecten van de
Islamitische cultuur en regionale
reeksen over de algemene
geschiedenis van Afrika, de
Caraïben, Latijns-Amerika en
Centraal-Azië.
De collecties onderscheiden zich
doordat ze beogen om tot een
beter begrip van de beschavingen
te komen door de evolutie van
samenlevingen en culturen te
beschrijven en aandacht te besteden
aan de uitwisselingen en interacties
tussen de verschillende delen van de
wereld. Ze weerspiegelen de visie
van de betrokken bevolkingen, een
perspectief dat vaak vervormd of
genegeerd werd door kolonisators
en de heersende grootmachten die
doorgaans de geschiedenis schrijven.
www.unesco.org/culture/fr/histories
UNESCO info
Tijdens de zesde vergadering van
de Commissie voor de Ethiek
van Wetenschappelijke Kennis
en Technologie (COMEST),
gehouden van 16 tot 19 juni 2009
in Kuala Lumpur (Maleisië)
liep klimaatverandering als een
rode draad door de verschillende
debatten.
Indicatoren voor lokale radio
3
Klimaatverandering focus
van ethiekcommissie
Kort
Samenwerking rond sociale
ontwikkeling in Oost-Afrika
Archief Insolvente Boedelkamer behoort
tot Geheugen van de Wereld
De Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC)
organiseert van 5 tot 8 oktober 2009 een forum
voor ministers bevoegd voor sociale ontwikkeling
in Bujumbura (Burundi). De bijeenkomst wordt
gesteund door het Programma voor Management
van Sociale Transformaties van UNESCO
(MOST) en zal nagaan welke resultaten zijn
geboekt na de afspraken van het eerste dergelijk
forum dat plaatsvond in Kigali (Rwanda) in
september 2008.
Op 30 juli 2009 besliste UNESCO om het
archief van de Insolvente Boedelkamer,
dat zich in het Antwerpse stadsarchief
bevindt, op te nemen in het Register
van het Geheugen van de Wereld. Dat is
de lijst van de door UNESCO erkende
topstukken en collecties documentair
erfgoed van wereldniveau.
Het Forum van Ministers voor Sociale
Ontwikkeling van Oost-Afrika is opgericht
als een instrument om op lange termijn
ervaringen te kunnen uitwisselen en beleid en
benaderingen op elkaar te kunnen afstemmen
om te werken aan brede sociale problemen zoals
armoedebestrijding. Het is ook een hulpmiddel
om de inspanningen te coördineren ter realisatie
van de Millenniumontwikkelingsdoelstellingen.
UNESCO info
Met haar Programma voor Management van
Sociale Transformaties (MOST) leidt de
UNESCO diverse studies over internationale
migratie, multicultureel beleid en stedelijke
problematiek via een waaier van projecten
ter plaatse, overleg en advies en universitaire
netwerken. MOST streeft ernaar om de band
tussen onderzoek, beleid en praktijk te versterken
en om samenwerkingsverbanden te smeden
op het vlak van strategieën, programma’s en
geografische actualiteit. Het accent ligt steeds op
de strijd tegen sociale uitsluiting en armoede.
4
www.unesco.org/shs/most
Voorafgaand aan de 35ste Algemene Conferentie van UNESCO
die gehouden wordt van 6 tot 23 oktober 2009 op de hoofdzetel
van de Organisatie in Parijs, organiseert UNESCO een aantal
conferenties om input te verzamelen van verschillende partners.
Tijdens de Algemene Conferentie zullen vertegenwoordigers van
de 193 lidstaten van de Organisatie het programma en de begroting
voor de komende twee jaar bepalen en een nieuwe directeurgeneraal benoemen. De Japanner Koïchiro Matsuura, wiens tweede
ambtstermijn afloopt, zal opgevolgd worden door de Bulgaarse Irina
Bokova die de eerste vrouw wordt aan het hoofd van UNESCO (zie
verder in dit nummer).
UNESCO onderhoudt formele relaties met verschillende partners
zoals internationale ngo’s, stichtingen, geassocieerde scholen,
Sinds 1999 organiseert UNESCO telkens een Jeugdforum aan de UNESCO Leerstoelen, wetenschappelijke instellingen, Goodwill
vooravond van de Algemene Conferentie. Dit jaar worden er van Ambassadeurs en UNESCO Clubs en Centra die brede lagen van de
1 tot 3 oktober 143 jongeren uit 96 landen verwacht, samen met bevolking vertegenwoordigen en hun stem kunnen laten horen tijdens
een vijftigtal waarnemers van 34 internationaal georiënteerde inhoudelijke besprekingen over het programma en de activiteiten van de
jeugdorganisaties. De debatten zullen zich focussen op hoe Organisatie. Vertegenwoordigers van deze partners worden uitgenodigd
jongeren betrokken kunnen worden bij het vinden van een uitweg op maandag 5 oktober om de samenwerking met UNESCO van de
uit de economische crisis en over hoe UNESCO in de toekomst voorbije tien jaar te evalueren en om te bespreken hoe de band tussen
jongeren nauwer kan betrekken bij haar werking, onder meer via UNESCO en haar partners in de toekomst kan versterkt worden.
een bijsturing van het huidige opzet van het Jeugdforum. De laatste
dag van het Jeugdforum is gewijd aan het opstellen van een verslag Gedurende de Algemene Conferentie organiseert UNESCO
van de discussies dat door twee jongeren zal worden voorgesteld aan rondetafelconferenties met bevoegde ministers van haar lidstaten
de Algemene Conferentie.
over onderwerpen zoals de toekomst van UNESCO als multilaterale
organisatie met specifieke aandacht voor het omgaan met de gevolgen
Op zaterdag 3 oktober organiseert UNESCO een conferentie voor van de huidige economische crisis (8 oktober), onderwijs (9 oktober
parlementsleden uit haar lidstaten. Meer dan 100 mensen kondigden en de voormiddag van 10 oktober) en het beheer van de oceanen (12
hun deelname aan, naast parlementsleden uit verschillende landen gaat oktober en de voormiddag van 13 oktober).
Europese steden ten strijd tegen racisme
De Europese Coalitie van Steden tegen
Racisme houdt zijn derde algemene
vergadering op 19 en 20 november 2009
in Toulouse (Frankrijk) om strategieën
voor steden te ontwikkelen om racisme en
discriminatie te bestrijden op basis van het
Tien punten actieplan.
Abonneer je op
UNESCO nieuwsbrief
Het UNESCO Platform Vlaanderen
legt zich in de eerste plaats toe op
het zo breed mogelijk verspreiden
van informatie over de activiteiten en
programma’s van UNESCO. Dat doet
het onder meer via dit tijdschrift en
door het uitbouwen van een website,
het uitgeven van brochures en cd-roms
rond specifieke UNESCO-prioriteiten
en programma’s en door het runnen van
een informatiecentrum waar mensen
kunnen aankloppen met vragen die
verband houden met UNESCO. Dat
arsenaal is nu uitgebreid met een
elektronische nieuwsbrief.
van onderwijs, wetenschappen, cultuur
en communicatie waarin UNESCO een
voorname rol speelt, over de Vlaamse
betrokkenheid bij UNESCO, over
nieuwe publicaties en over nationale
en internationale evenementen waar
UNESCO-onderwerpen aan bod komen.
Inschrijven op de nieuwsbrief kan via
de website van het UNESCO Platform
Vlaanderen of door een mailtje te sturen
De nieuwsbrief brengt regelmatig actuele naar [email protected]
informatie rechtstreeks in je mailbox over
interessante ontwikkelingen op het vlak www.unesco-vlaanderen.be
Het conferentieprogramma omvat een
rondetafel en vijf werkgroepen, waarvan
één voor en met jongeren. De rondetafel
is bedoeld om nieuwe uitdagingen en
partnerschappen te bespreken in de
strijd tegen racisme. Er zullen zowel
vertegenwoordigers van minderheden als van
de steden aan deelnemen. Twee werkgroepen
zullen ingaan op de vraag hoe het Tien
punten actieplan kan worden toegepast
in de praktijk. Om deze besprekingen te
inspireren, zullen er succesvolle projecten
worden voorgesteld op het gebied van
werkgelegenheid, huisvesting en participatie
en voorlichting van burgers. Twee andere
werkgroepen zullen zich bezighouden met
de belangrijkste uitdagingen waar steden
voor staan, bijvoorbeeld de problemen die
voortvloeien uit het dilemma tussen lokaal
beleid inzake de bevordering van de sociale
cohesie en het overheidsbeleid inzake
veiligheid, evenals hoe rechts-extremisme
te bestrijden op gemeentelijk en stedelijk
niveau.
De Europese Coalitie van Steden tegen
Racisme is opgericht op initiatief van
UNESCO in Neurenberg op 10 december
2004. Het is een netwerk van steden
geïnteresseerd in het delen van ervaringen
met het oog op het verbeteren van hun
beleid om racisme, discriminatie en
vreemdelingenhaat te bestrijden.
Een Tien punten actieplan vormt de basis
voor de activiteiten van de Europese Coalitie
van Steden tegen Racisme. Het actieplan is
bedoeld om de aangesloten steden in hun
strijd tegen racisme en discriminatie te
ondersteunen, hen te helpen om prioriteiten
te stellen, hun strategieën te optimaliseren
en hun samenwerking te intensiveren. Het
actieplan definieert tien actieterreinen,
elk aangevuld met verschillende concrete
voorbeelden voor gemeentelijke maatregelen
en activiteiten.
www.citiesagainstracism.org
UNESCO info
Ander aandachtspunt zijn de gebieden waarop de
EAC en UNESCO in de toekomst nauwer zullen
gaan samenwerken, met name de strijd tegen hiv/
aids; de ontwikkeling van het basisonderwijs en
de lichamelijke opvoeding; en het bevorderen van
de gelijkheid tussen geslachten.
Het UNESCO-programma voor het
Geheugen van de Wereld is gericht op
de wereldwijde sensibilisering voor
het belang van roerend erfgoed en voor
de bescherming, het behoud en beheer
en de ontsluiting van waardevolle
archieven en bibliotheekcollecties.
Het Register van het Geheugen van de
Wereld is het uithangbord van dit brede
UNESCO-programma. In 2008 werd
via de Vlaamse UNESCO Commissie,
in samenwerking met FARO, het
De documenten van de Insolvente
Boedelkamer bevinden zich in het
FelixArchief, het stadsarchief van
Antwerpen. Om schuldeisers van
gefailleerde personen of handelszaken
te beschermen, beval de Antwerpse
stadsmagistraat al in 1518 dat alle
bezittingen en papieren van de
‘insolvente’ of in faling geraakte
persoon moesten beheerd worden door
een gerechtelijk ambtenaar: de amman.
Zo kwamen tientallen archieven van
handelaars en bedrijven terecht op het
Antwerpse stadhuis. Deze archieven
vormen een unieke staalkaart van het
economische leven in de stad vanaf
de 16de eeuw. Door het belang van
Antwerpen als handelsmetropool in de
16de en 17de eeuw heeft het fonds ook
een duidelijke internationale dimensie.
Antwerpse
handelaars
hadden
correspondenten in de hele wereld.
Deze brieven uit Cadiz, Lissabon,
Rome, enz… bleven allemaal bewaard
in de Insolvente Boedelkamer.
het om vertegenwoordigers
van regionale organisaties die
grensoverschrijdende debatten
en samenwerking tussen
parlementsleden organiseren.
Thema’s op de agenda zijn de
inspanningen voor Onderwijs
voor Allen (EFA – Education
for All), de bevordering van de persvrijheid, het propageren van
mensenrechten en democratie, het omgaan met klimaatverandering en
het normerend werk van UNESCO in de culturele en erfgoedsector.
5
Bedoeling van het forum is om
gemeenschappelijke strategieën te ontwikkelen
en te implementeren om de sociale ontwikkeling
in de regio te bevorderen. De ministers zullen
zich concentreren op vier hoofdthema’s:
gezondheidszorg en sociale dienstverlening;
onderwijs, wetenschap en technologie; cultuur,
sport, gender, kinderen, jongeren, sociale
bescherming en gemeenschapsontwikkeling; en
het milieu en natuurlijke grondstoffen.
Het archief van de Insolvente
Boedelkamer is een van de 35
voorbeelden van documentair erfgoed die
dit jaar in het Register zijn ingeschreven.
Ook de dagboeken van Anne Frank
werden dit jaar geregistreerd. Daarmee
telt het Register nu 193 uitingen van
documentair erfgoed.
Vlaams steunpunt voor cultureel
erfgoed, het kandidatuurdossier van
het archieffonds van de Insolvente
Boedelkamer ingediend bij UNESCO.
UNESCO luistert naar partners
Wereld
verspreiding van hiv en seksueel overdraagbare aandoeningen
te bestrijden.
> Onderwijs <
Internationale
richtlijnen voor
seksuele opvoeding
Hiv-besmetting bij jongeren terugdringen en ervoor zorgen dat
hun seksueel gedrag zo weinig mogelijk risico’s inhoudt voor hun
gezondheid kan enkel via efficiënte programma’s voor opvoeding en
voorlichting. Toch zijn dergelijke programma’s niet voorhanden in
veel delen van de wereld. Daarom werkte UNESCO met een aantal
partners internationale richtlijnen voor seksuele opvoeding uit.
De richtlijnen leren opvoeders en leerkrachten hoe kinderen en
jongeren het best kennis kunnen opdoen om zich te beschermen
tegen misbruik en tegen ongewenste zwangerschap en seksueel
overdraagbare ziekten waaronder aids.
Jongeren zijn kwetsbaar
Volgens UNAIDS, het Aidsprogramma van de Verenigde
Naties, en de Wereldgezondheidsorganisatie zijn er wereldwijd
meer dan vijf miljoen jongeren besmet met hiv en komt 45
procent van de nieuwe infecties voor bij jongeren tussen 15
en 24 jaar. Cijfers van de International Planned Parenthood
Federation tonen dat er jaarlijks minstens 111 miljoen nieuwe
besmettingen met seksueel overdraagbare aandoeningen
Bij gebrek aan een vaccin tegen aids, is opvoeding het enige
vaccin waarover we beschikken.
zijn en dat er ruim vier miljoen meisjes van tussen 15 en 19
jaar een abortus ondergaan – de meerderheid in onveilige
omstandigheden. Tien procent van de geboortes wereldwijd
voltrekken zich bij tienermoeders, een groep met aanzienlijk
meer moedersterfte dan bij oudere vrouwen.
“Onderwijs is het beste middel waarover we beschikken om deze
problemen aan te pakken,” zegt Mark Richmond, directeur van
de UNESCO-divisie voor de Coörindiatie van VN-prioriteiten en
UNESCO-coördinator voor hiv/aids. “Maar studies leren ons dat
heel veel jonge mensen niet over de juiste informatie beschikt om
zich te kunnen beschermen en betere beslissingen te nemen, met
alle tragische gevolgen van dien. De nieuwe richtlijnen moeten
daar verandering in brengen.”
Niet dwingend
“De richtlijnen zijn niet opgevat als een currciculum,” legt
Richmond uit. “Ze gaan over het ‘wat’ en het ‘waarom’ van
onderwerpen die aan bod moeten komen in strategieën om
seksuele voorlichting te introduceren of te verbeteren.” >
en recht; menselijke ontwikkeling; seksueel gedrag; en seksuele
gezondheid. De richtlijnen schuiven leerobjectieven naar voor
voor vier leeftijdsgroepen: 5-8, 9-12, 12-15 en 15-18+.
Uitgebreide benadering
De richtlijnen leggen uit wat seksuele voorlichting is en waarom
het belangrijk is. Ze zijn opgesteld rond zes hoofdthema’s:
relaties, waarden, houding en vaardigheden; cultuur, samenleving
Marino Bultinck
De richtlijnen werden besproken tijdens een internationale
conferentie over seksuele voorlichting in Groot-Brittannië van 7
tot 9 september 2009 en worden eind oktober officieel gelanceerd
op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York.
Seksuele opvoeding
is even belangrijk als wiskunde
De internationale richtlijnen voor seksuele opvoeding zijn opgesteld door Dr.
Doug Kirby en Nanette Ecker, voormalig directeur van de dienst voor seksuele
opvoeding in de school van de Sexuality Information and Education Council van
de Verenigde Staten (SIECUS). Ze baseerden zich op 87 internationale studies (29
uit ontwikkelingslanden) en op de input van experts van gespecialiseerde ngo’s en
VN-agentschappen.
Welke aanpak is het meest efficiënt voor seksuele opvoeding?
Doug Kirby: Het antwoord hang af van de vraag “efficiënt voor wat?”. Als het doel
is om jongeren de informatie te geven die ze nodig hebben, zoals over menstruatie, of
voor jongere kinderen waar baby’s vandaan komen, dat zijn er brede en veelomvattende
programma’s nodig. In dit geval is het vergroten van kennis de doelstelling. Dergelijke
programma’s zijn geschikt om mythes te ontkrachten en om tegemoet te komen aan het
gebrek aan informatie.
Als de doelstelling meer specifiek is, zoals bijvoorbeeld het verminderen van seksueel
risicogedrag, dan moeten de programma’s meer gericht zijn en concrete aanbevelingen
bevatten. De richtlijnen omvatten 32 zulke aanbevelingen waarvan er 13 specifiek
gericht zijn op gedragsverandering. De gerichte aanpak moet geconcentreerd zijn op
vaardigheden en interactief zijn door bijvoorbeeld rollenspellen te bevatten over hoe
ongewenste seks te vermijden of over hoe je een condoom correct gebruikt.
Richtlijnen doen stof opwaaien
De internationale richtlijnen inzake seksuele opvoeding waaraan UNESCO twee
jaar werkte schieten sommige mensen in het verkeerde keelgat. Vooral religieuze en
conservatieve media in de VS vielen over een aantal passages in de ontwerptekst.
Bij de leerdoelstellingen voor 5- tot 8-jarigen staat onder meer dat gepraat kan worden
over masturbatie - “Het is niet schadelijk, maar moet privé gebeuren”.
Bij het hoofdstukje over het voorkomen van zwangerschappen staat dat “onthouding
van seksueel verkeer de meest efficiënte manier van contraceptie is”, maar ook
dat “condooms en andere contraceptiva gebruikt kunnen worden om ongewenste
zwangerschappen te vermijden”.
Het is in deze passages dat verschillende religieuze en conservatieve media in
de VS zich verslikten. Volgens UNESCO vergroten de criticasters deze passages
bewust uit en gooien ze het kind met het badwater weg. “Bij gebrek aan een vaccin
tegen aids, is opvoeding het enige vaccin dat we hebben”, zegt Mark Richmond, de
coördinator voor hiv en aids bij UNESCO. Hij onderstreept dat de richtlijnen zijn
gebaseerd op 87 studies van over de hele wereld en op de leerplannen uit 12 landen.
Het kon niet beletten dat het VNBevolkingsfonds zijn steun voor
het rapport op het laatste moment
terugtrok, waarna de ontwerptekst van
de website van UNESCO verdween.
Wat niet betekent dat de Organisatie
haar staart intrekt, aldus UNESCOwoordvoerster Sue Williams: “We
proberen het debat weer terug te
brengen tot de kern van de zaak: hoe
kunnen we ervoor zorgen dat jongeren
zich beter kunnen verdedigen tegen
hiv, seksueel misbruik en ongewenste
zwangerschappen.” De richtlijnen
worden zoals voorzien eind oktober
officieel voorgesteld.
Nanette Ecker: Succesvolle programma’s voor seksuele opvoeding bezorgen jonge
mensen specifieke informatie en vaardigheden die ze nodig hebben om veilig van
de kindertijd tot de volwassenheid te evolueren. Dat is hun recht. Scholen kunnen
de structuur en de context verschaffen om dit recht te garanderen. Wetenschappen
en wiskunde worden beschouwd als belangrijke kennis waarover kinderen moeten
beschikken voor hun eigen goed. Goede seksuele opvoeding zou ook op die manier
naar waarde moeten worden geschat.
Degelijke programma’s moeten zowel gebaseerd zijn op wetenschappelijke kennis als
op de fundamentele rechten.
In een wereld waarin zoveel kinderen kunnen te maken krijgen met ongewenste
zwangerschap, seksueel misbruik en geweld, hiv en seksueel overdraagbare aandoeningen
(SOA’s), zou het een schande zijn als cruciale informatie over seksualiteit, relaties en
seksuele gezondheid niet zouden worden doorgegeven aan jongeren.
De leeftijdscategorieën in de richtlijnen beginnen met de groep van 5- tot
8-jarigen. Is vijf jaar niet wat jong om een concept als seksualiteit te begrijpen?
Nanette Ecker: Kinderen worden geboren als seksuele wezens en volwassenen sterven
als seksuele wezens. Seksualiteit strekt zich uit van geboorte tot overlijden. Een baby
raakt zijn genitaliën aan omdat het
goed aanvoelt. Een baby beschouwt
dit niet als goed of slecht. Kinderen
ontvangen
boodschappen
over
seksualiteit op zeer jonge leeftijd maar
beseffen snel dat volwassenen teveel
gêne hebben om het over seksualiteit
te hebben en dus praten ze erover met
leeftijdsgenoten. Jammer genoeg zorgt
dat ervoor dat ze op een gevaarlijke
manier slecht geïnformeerd kunnen
zijn over seksualiteit en seksuele
gezondheid.
We moeten beseffen dat veel kinderen
en jongeren seksueel misbruikt
worden en bloot staan aan risico’s
zoals
verkrachting,
ongewenste
zwangerschap, SOA’s en hiv. Daarom
moeten we stap voor stap tewerk gaan
en op jonge leeftijd beginnen met
seksuele opvoeding, bijvoorbeeld
door 5- tot 8-jarigen de correcte
terminologie van hun lichaam aan te
leren en uit te leggen hoe hun lichaam
functioneert zodat ze over de juiste
UNESCO info
beleid te voeren rond seksuele voorlichting op school om zo de
De richtlijnen zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderbouwde
gegevens en op de fundamentele rechten. Ze putten uit 87 studies
van over de hele wereld, uit een doorlichting van curricula
uit 12 landen en uit de richtlijnen van de Amerikaanse Raad
voor Seksuele Informatie en Onderwijs. Ze zijn bedoeld voor
beleidsmakers op het vlak van onderwijs, volksgezondheid en
andere relevante domeinen die betrokken zijn bij het organiseren
van seksuele voorlichting op school.
>
7
Een reeks nieuwe richtlijnen moet landen helpen om een beter
Wereld
Na tien jaar het Secretariaat van UNESCO te hebben geleid, blikt
Nanette Ecker: Programma’s zijn het meest efficiënt als ze
zijn afgestemd op de unieke culturele, traditionele en religieuze
invloeden die de gezondheidszorg kenmerken in een bepaalde
streek. Elk land of elke regio heeft een bepaald ‘seksueel script’,
zoals een filmscript, dat de wie, wat, waar, wanneer en waarom
van seksueel gedrag in een bepaalde groep, cultuur of bevolking
schetst. Aangezien kinderen en jongeren op verschillende
manieren over seksualiteit leren, zoals via informatie, waarden,
hun cultuur, tradities, familie, vrienden, gemeenschappen en
media, moet met al deze factoren rekening gehouden worden
bij het opstellen van programma’s.
De richtlijnen behandelen schadelijke traditionele
gebruiken. Stoot dit op weerstand in sommige gebieden?
Nanette Ecker: Traditionele gebruiken zijn niet noodzakelijk
slecht. Er zijn verschillende wonderlijke, positieve en al lang
bestaande traditionele gebruiken die waardering verdienen en die
jongeren een gevoel van verbondenheid, bewustzijn en identiteit
verschaffen. Maar als traditionele geloofsovertuigingen een
negatieve invloed hebben op de gezondheid of de sociale status
van een persoon, worden ze als schadelijk beschouwd. Oude
tradities laten zich net zomaar uitwissen. Ze kunnen vervat
zijn in een traditionele cultuur en moeilijk te veranderen of te
stoppen zijn. Het afschaffen van schadelijke praktijken zoals
genitale verminking bij vrouwen en gedwongen huwelijken op
jonge leeftijd, kan het best gebeuren door respect te tonen voor
Welke raad zou u geven aan onderwijsministers die een
programma voor seksuele opvoeding willen ontwikkelen of
implementeren?
Doug Kirby: Om te beginnen moeten ze nagaan welke de
behoeften zijn van de jongeren in hun land en duidelijk weten wat
ze willen bereiken: de verspreiding van hiv en SOA’s tegengaan,
het aantal ongewenste zwangerschappen verminderen, mythes
over seksualiteit ontkrachten en meer accurate informatie
verspreiden, huwelijken op zeer jonge leeftijd verminderen…
Vervolgens moeten ze programma’s selecteren die geschikt zijn
om die doelstellingen te realiseren.
Er zijn veel gegevens over wat efficiënt is en wat minder
om seksueel risicogedrag te verminderen. Over de concrete
resultaten van brede informatiecampagnes is minder
cijfermateriaal beschikbaar. Dat is te wijten aan het feit dat
de meeste landen zich tot nu toe vooral concentreerden op
het terugdringen van het aantal hiv-besmettingen. Maar de
overheid moet seksualiteit ruimer benaderen. Seksualiteit is
meer dan hiv.
Nanette Ecker: Ze moeten zich ook bewust zijn van hun
verantwoordelijkheid. Zij zijn de belangrijkste leiders die
veranderingen kunnen doordrukken. De beste resultaten worden
geboekt door samen te werken met mensen uit verschillende
disciplines. Ze moeten een draagvlak creëren op het niveau
van de gemeenschappen in het land en instellingen helpen om
hun capaciteit inzake het ontwikkelen en implementeren van
programma’s voor seksuele opvoeding te vergroten.
Goed opgeleide en gemotiveerde leerkrachten zijn essentieel
om efficiënt seksuele opvoeding te verschaffen en dus is het
belangrijk dat hun opleiding hen helpt om met vertrouwen
seksuele onderwerpen aan te kaarten in de klas. Scholen moeten
ook beseffen dat het nuttig is om ook ouders bij dergelijke
programma’s te betrekken zodat er ook thuis over deze thema’s
kan worden gepraat.
En tenslotte moet van bij het begin de nadruk gelegd worden op
het gezondheidsaspect dat verbonden is met seksuele opvoeding
om eventuele tegenkanting te minimaliseren.
directeur-generaal Koïchiro Matsuura terug op de voornaamste
evoluties onder zijn beleid.
> UNESCO <
We moeten meer doen om
ontwikkelingslanden te helpen
De Japanner Koïchiro Matsuura had tien jaar lang de leiding van
UNESCO in handen. Hij zette hoog in op Onderwijs voor Allen
(EFA – Education for All) en op immaterieel cultureel erfgoed en
drukt vooral zijn stempel op de Organisatie met de bestuurlijke
hervormingen die hij doorvoerde en die tot meer transparantie
moesten leiden.
Aan het begin van uw mandaat gaf u aan dat Onderwijs
voor Allen, en in het bijzonder voor meisjes en jongens, uw
topprioriteit was. Niettemin blijft dat ook vandaag nog een
grote uitdaging.
Koïchiro Matsuura: Er zijn twee belangrijke aspecten aan
Onderwijs voor Allen. Ten eerste is er de aandacht voor EFA
binnen het systeem van de Verenigde Naties. Ten tweede is
er het realiseren van de zes aangenomen doelstellingen in de
ontwikkelingslanden. Naast UNESCO, zijn er vijf VN-organisaties
actief rond EFA. Het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP),
het Kinderfonds van de VN (UNICEF), het VN-Bevolkingsfonds
(UNFPA) en de Wereldbank. In de jaren 1990 werkten deze
agentschappen hard voor EFA maar er was duidelijk een gebrek
aan coördinatie om doelgericht te kunnen werken. Daarom gaf
ik aan de lidstaten de boodschap dat UNESCO bereid en capabel
was om een voortrekkersrol op dat vlak te vervullen. De lidstaten
gingen op dat voorstel in en sinds 2000 neemt UNESCO het
voortouw en ontwikkelden we een mechanisme om aan de hand van
indicatoren te kijken op welke domeinen we vooruitgang boeken
en waar we nog tekortschieten. Die bevindingen worden jaarlijks
in een rapport gebundeld, hetgeen een waardevol instrument is om
de neuzen van alle betrokkenen in dezelfde richting te krijgen.
Het is volgens mij niet voorbarig om nu al te analyseren welk pad
we moeten bewandelen na 2015.
UNESCO info
8
Op het gebied van de natuurwetenschappen wou u dat er
meer aandacht ging naar het koppelen van wetenschappelijke
vooruitgang aan ontwikkeling. Met betrekking tot
menswetenschappen vond u dat er meer moest gebeuren
omtrent de ethische implicaties van wetenschappelijke
vooruitgang. Hoe evalueert u de verwezenlijkingen in deze
twee domeinen?
Koïchiro Matsuura: Inzake zoetwater en drinkwatervoorziening
is veel vooruitgang geboekt. Meer dan twintig instanties binnen
de VN werken rond water. Geleidelijk aan heeft UNESCO
deze expertise samengebracht en inmiddels vervult ze een
coördinerende rol zodat de som van de inspanningen meer is dan
UNESCO moet in de toekomst meer actief worden op het
terrein en ontwikkelingen niet enkel globaal willen sturen.
die van de afzonderlijke delen. Een en ander resulteerde in het
oprichten van het Wereld Water Programma en in de publicatie
van het driejaarlijks Wereldwaterrapport, een veelomvattende
evaluatie van de watertoestand in de wereld.
Veel mensen hebben de indruk dat UNESCO weliswaar veel
conferenties organiseert en talrijke rapporten publiceert,
maar dat ze het dagelijks leven van mensen niet beïnvloedt.
Koïchiro Matsuura: Dat is een verkeerde perceptie. We bouwen
bijvoorbeeld netwerken uit van expertisecentra omtrent water die
via deze weg meer knowhow kunnen opbouwen waarmee ze het
waterbeleid in hun land kunnen sturen.
Laten we het even over een thema hebben waarover iedereen
plots lijkt te spreken en waarrond iedereen actief lijkt:
klimaatverandering. Wat is de bijdrage van UNESCO in dit
debat?
Koïchiro Matsuura: De bijdrage van de Verenigde Naties in het
debat rond klimaatverandering valt onder de verantwoordelijkheid
van de secretaris-generaal. De rol van UNESCO bestaat erin om
wetenschappelijke kennis en samenwerking te bevorderen en
om aan monitoring te doen. Onderwijs is een andere belangrijke
verantwoordelijkheid. We moeten ervoor zorgen dat toekomstige
generaties over de juiste kennis beschikken zodat ze beter in staat,
en meer geneigd zijn, om de problematiek aan te pakken.
Hoe schat u de verwezenlijkingen van UNESCO’s sector voor
Sociale en Menswetenschappen in?
Koïchiro Matsuura: UNESCO heeft drie Verklaringen opgesteld
omtrent bio-ethiek. Twee daarvan kwamen tot stand tijdens mijn
mandaat. Maar jammer genoeg heerst er grote verdeeldheid onder de
lidstaten inzake bio-ethiek. Dat leidde tot heel wat amendementen
bij de ontwerpteksten van de verklaringen om tot een consensus
te kunnen komen. Oorspronkelijk had ik de hoop dat we tot een
bindende conventie betreffende bio-ethiek voor wetenschappelijk
onderzoek zouden kunnen komen, op basis van de drie verklaringen,
maar gezien de sterk uiteen liggende standpunten van de lidstaten,
heb ik dat idee moeten laten varen. Ik blijf er echter van overtuigd
dat UNESCO daarvan werk moet maken in de toekomst. >
UNESCO info
Is er een universele benadering van seksuele opvoeding
die overal ter wereld werkt? Of moet de aanpak afgestemd
zijn op culturele waarden? De richtlijnen spreken van
voorlichting die cultureel relevant is.
Doug Kirby: Een universele aanpak is mogelijk op voorwaarde
dat die voldoende breed is. Je moet dezelfde instructies niet
overal implementeren omdat de context en de behoeften
variëren. De internationale richtlijnen kunnen en moeten worden
aangepast bij hun toepassing. Een van de aanbevelingen is dat
de implementering moet zijn afgestemd op de culturele waarden
die kunnen verschillen tussen landen. Dit neemt niet weg dat
er voldoende voorbeelden zijn van succesvolle programma’s
die de vermindering van seksueel risicogedrag beogen in veel
verschillende landen en delen van de wereld.
de reden waarom ze oorspronkelijk zijn ontstaan, bijvoorbeeld
om het overleven van families in bepaalde samenlevingen
te verzekeren. Als de strijd tegen schadelijke traditionele
gebruiken controversieel is, is het goed om steun te zoeken bij
zij die erdoor getroffen zijn of bij lokale leiders die zich ertegen
kunnen uitspreken.
9
woordenschat beschikken om vragen te kunnen stellen en om
te kunnen vertellen wanneer ze geconfronteerd worden met
ongepast seksueel gedrag of seksueel misbruik.
Wereld
Een ander domein waarin ethiek aan bod komt, is
sport. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de aanvaarding van de
antidopingconventie.
Koïchiro Matsuura: Ik ben zeer trots op die conventie. Het WADA,
het dopingagentschap van de IOC is geen intergouvernementele
organisatie en omvat ook niet alle landen. Daarom kreeg
UNESCO de opdracht om een bindende conventie op te stellen
die alle landen zou betrekken. We kregen het op korte tijd voor
elkaar: de conventie werd in 2005 aangenomen door de Algemene
Conferentie en telde al snel voldoende lidstaten om ze van kracht
te doen worden. In die zin is het één van de meest succesvolle
conventies uit de geschiedenis van UNESCO.
Reeds van in het begin van uw ambtstermijn toonde u zich zeer
bekommerd om immaterieel cultureel erfgoed. Inmiddels is er
een conventie van kracht die deze vorm van erfgoed beschermt.
Daarop bent u vast heel trots. Maar waarom was het zo belangrijk
voor UNESCO om zich rond dit onderwerp te profileren?
Koïchiro Matsuura: UNESO had al een lange staat van dienst inzake
de bescherming van materieel erfgoed maar niet van culturele
tradities. In de context van de welbekende Werelderfgoedconventie
van 1972 probeerde men daar weliswaar aan tegemoet te komen
door bijvoorbeeld het concept van de culturele landschappen te
introduceren, maar ik besefte dat dit onvoldoende was om de
rijkdom van culturele tradities te vatten. Daarom besloot ik meer
mensen en middelen te mobiliseren voor immaterieel cultureel
erfgoed. In eerste instantie onder andere met de proclamatie van
Meesterwerken van het Oraal en Immaterieel Erfgoed van de
Mensheid en vervolgens met de ontwikkeling van een Conventie
voor de Bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed die werd
aangenomen in 2003 door de Algemene Conferentie.
U voerde een hervorming door van het Secretariaat van de
Organisatie. Hoe schat u het resultaat van deze hervormingen in?
Koïchiro Matsuura: Ik begon met een hervorming van het
personeelsbeleid, voornamelijk betreffende aanwerving en
promotie. Er was ook een gebrek aan toezicht op de werking van
de Organisatie, daarom voerde ik een nieuw systeem voor audit
en evaluatie in. Toezicht is cruciaal om lidstaten, die onze werking
financieren, informatie te verschaffen en aan te tonen dat we onze
middelen efficiënt beheren en resultaten boeken.
bij UNESCO. Ze studeerde aan het Moskous Staatsinstituut voor Internationale
Betrekkingen en aan de Universiteit van Maryland (VS). Ze bouwde haar carrière uit
in de politiek en de diplomatie. Ze was vice-minister van Buitenlandse zaken (19951996) en minister van Buitenlandse Zaken (1996-1997). In 1996, toen ze kandidaat
was voor de functie van vice-president van Bulgarije, propageerde ze het Bulgaarse
lidmaatschap bij de NAVO en de Europese Unie.
Het personeel krijgt soms de indruk dat dit alles vooral voor
meer papierwerk zorgt. Is er voldoende gedaan om het personeel
te motiveren om in dit nieuwe systeem mee te stappen?
Koïchiro Matsuura: Ik heb heel wat nieuwe managementtechnieken
geïntroduceerd in de Organisatie en het is normaal dat dit
aanpassingen vraagt van het personeel. In zekere zin bevinden
we ons nog in een overgangsperiode totdat het personeel de
technieken volledig onder de knie heeft.
De Uitvoerende Raad koos uit negen kandidaten die op 15 september 2009 hun
kandidatuur bij de vergadering kwamen toelichten: Ina Marciulionyte (Litouwen);
Mohammed Bedjaoui (Algerije); Irina Gueorguieva Bokova (Bulgarije); Farouk
Hosny (Egypte); Sospeter Mwijarubi Muhongo (Tanzania); Alexander Vladimirovich
Yakovenko (Rusland); Ivonne Juez de A. Baki (Ecuador); Benita Ferrero-Waldner
(Oostenrijk); Nouréini Tidjani-Serpos (Benin).
Procedure
De directeur-generaal van UNESCO wordt voorgedragen door de Uitvoerende Raad
en benoemd door de Algemene Conferentie. Het mandaat loopt vier jaar (voor 2005
duurde het mandaat zes jaar) en kan één keer verlengd worden. De directeur-generaal
staat aan het hoofd van de administratie van de Organisatie.
Hoe blikt u terug op de relatie tussen het Secretariaat en de
lidstaten? En hoe verwacht u dat de relatie zal evolueren? U
slaagde erin om een aantal lidstaten, zoals de VS, terug naar
UNESCO te doen keren. Waarmee hebt u hen overtuigd?
Koïchiro Matsuura: Het was minder een kwestie van overtuigen
dan van informeren. Eens ik aan de Verenigde Staten mijn
hervormingen voorstelde, besloten ze om terug lid te worden van
de Organisatie. Singapore was een ander verhaal, daar was meer
overtuigingskracht voor nodig.
De Uitvoerende Raad, die is samengesteld
uit 58 lidstaten, is verantwoordelijk voor
de uitvoering van het programma zoals
dat is goedgekeurd door de Algemene
Conferentie. De Raad komt twee keer
per jaar samen om het programma en de
begroting te controleren.
De Algemene Conferentie is het
belangrijkste beslissingsorgaan en
bestaat uit vertegenwoordigers van alle
lidstaten. De Conferentie komt eenmaal
per twee jaar samen om de strategieën
en beleidslijnen van de Organisatie
uit te stippelen, en om het UNESCOprogramma en de begroting goed te
keuren. Elke lidstaat heeft één stem.
Wetenschappers van over de hele wereld komen in september samen
om te bespreken hoe oceaanobservatie zich in de toekomst moet
Tien jaar geleden zei u dat UNESCO geen op zichzelf staand
eiland is maar een complex instrument dat ten dienste staat
van de wereld. Bent u tevreden over de manier waarop het
instrument er vandaag uitziet en functioneert?
Koïchiro Matsuura: Het gaat de goede richting uit maar ik geef
toe dat er nog veel werk is. Tot nu toe opereert UNESCO vooral op
globaal niveau maar we moeten ons ook toeleggen op individuele
landen en ontwikkelingslanden helpen om vooruitgang te boeken.
Daarvoor zijn er meer kantoren in het veld, meer mensen en meer
middelen voor het uitvoeren van programma’s nodig. Ik hoop dat de
lidstaten deze visie zullen volgen en er ook naar zullen handelen.
ontwikkelen om tegemoet te komen aan sociale en economische
behoeften en om het klimaatbeleid beter te ondersteunen.
> Wetenschap <
De volgende stap voor
oceaanobservatie
Nino Muñoz Gómez
Na een decennium lang te hebben gewerkt aan de integratie van
UNESCO info
Op dinsdag 22 september 2009 nomineerden de 58 leden van de Uitvoerende Raad
de Bulgaarse Irina Gueorguieva Bokova voor de functie van directeur-generaal van
UNESCO. De nominatie zal op 15 oktober 2009 ter goedkeuring worden voorgelegd
aan de Algemene Conferentie die vertegenwoordigers van de 193 lidstaten van de
Organisatie samenbrengt in Parijs. Als de Algemene Conferentie haar benoemt, zal
Bokova de eerste vrouw zijn die aan het hoofd van UNESCO staat.
10
Spannend verloop
De verkiezing was bijzonder spannend. Pas na vijf stemrondes kon de voorzitter van
de Uitvoerende Raad, ambassadeur Olabiyi Babalola Joseph Yaï (Benin), de nominatie
bekendmaken. “Irina Bokova, de kandidaat voorgesteld door Bulgarije, is door de
Uitvoerende Raad aangeduid met meerderheid van stemmen,” luidde het. De voormalige
Bulgaarse minister van Buitenlandse Zaken won met 31 tegen 27 stemmen van Farouk
Hosny, de Egyptische minister van Cultuur.
Hosny werd lang gezien als favoriet,
hoewel hij vorig jaar dreigde Israëlische
boeken te zullen verbranden. Hosny
verontschuldigde zich later voor deze
uitspraken, maar het bleef een smet op
zijn kandidatuur.
Carrière
Irina Bokova werd geboren in Sofia in
1952 en is ambassadeur voor Bulgarije
in Frankrijk en de Permanente
Vertegenwoordiger van haar land
>
Pionierswerk
Tien jaar geleden, tijdens de eerste conferentie over een
allesomvattend systeem voor de observatie van oceanen,
formuleerden wetenschappers de doelstelling om satellietobservatie
te combineren met waarnemingen van getijdenmeters en boeien
om de stromingen van de oceanen te kunnen voorspellen. Ze
brainstormden ook over methoden om de veranderingen in
temperatuur en zoutgehalte op te volgen in delen van de oceanen
waar tot dan toe nooit systematisch aan monitoring werd gedaan.
Ze stelden eveneens een plan op om met drijvende instrumenten
de temperatuur en het zoutgehalte te meten zodat ze over real-time
gegevens konden beschikken van het oceaanwater tot op een diepte
Gekoppelde waarnemingen uit verschillende bronnen zorgen
voor een beter begrip van de werking en de invloed van
oceanen.
van 2.000 meter. Deze initiatieven leverden data op waarmee het
Internationaal Panel voor Klimaatverandering (IPCC) uitspraken
kon doen over de menselijke invloed op de verandering van het
klimaat en leidden tot betere voorspellingen van belang voor de
landbouw, de energievoorziening en de voorbereiding op stormen
en leverden bovendien informatie op die de veiligheid van
zeelieden fel verbeterden.
OceanObs’09 zal de verwezenlijkingen van het voorbije
decennium analyseren en de observatiesystemen in een nieuwe
toekomstgerichte richting sturen. Bedoeling is om de geboekte
UNESCO info
Eerste vrouw aan het hoofd
van UNESCO
>
11
netwerken van observatiesystemen op aarde en met satellieten, wat
leidde tot nieuwe observatiemethoden die een geweldige impact
hadden op de wijze waarop klimaatveranderingen en evoluties van
de fysieke kenmerken van de oceanen worden gemeten, zetten
wetenschappers opnieuw koers naar onbekende wateren tijdens de
OceanObs’09 conferentie in Venetië, van 21 tot 25 september 2009.
Wereld
een internationale troepenmacht er een militair kamp, waarna
Babylon uiteindelijk terug in het beheer werd gegeven van de
Iraakse Overheidsraad van Oudheden en Erfgoed (SBAH).
Verwaarlozing
Verschillende vaststellingen van diverse deskundigen en
instellingen zijn gebundeld in het eindverslag, evenals de
conclusies van twee wetenschappelijke missies in juli 2008 en
in februari 2009 die plaatsvonden in opdracht van ICC Irak.
Het is “bevredigend dat er geen tekenen zijn van opzettelijke of
accidentele schade aan de site van Babylon sinds december 2004,”
zo luidt het in het missieverslag van 2009. Grote problemen nu
zijn verwaarlozing en gebrek aan onderhoud. De gerestaureerde
gebouwen van Babylon zijn allemaal in slechte staat, in het
bijzonder de Ninmakh Tempel, de Nabu-sha-Harre Tempel,
de Ishtar Tempel, de Babylonische Huizen en het zuidelijke
paleis van Nebukadnezar, en verdienen dringend aandacht.”
Beleid sturen
Het toegenomen begrip over hoe de oceanen werken, leidde tot
een ontnuchterend bewustzijn over de impact van veranderingen
op mariene ecosystemen. Meer kennis over hoe koolstof zich
verplaatst tussen de atmosfeer, het land en de zee is essentieel
om te kunnen opvolgen en inschatten welke de gevolgen zijn van
beleidsmaatregelen om de uitstoot van CO2 terug te dringen.
Marino Bultinck
Meer informatie over OceanObs’09, de toonaangevende internationale conferentie over de toekomst van oceaanobservatie,
is beschikbaat op www.oceanobs09.net
Een rapport formuleert concrete aanbevelingen om de geteisterde archeologische
site van Babylon in Irak in eer te herstellen.
> Erfgoed <
Babylon
Restauratie van
op gang schieten
De Subcommissie Babylon van UNESCO’s Internationale Coördinatie Commissie voor
de Bescherming van het Cultureel Erfgoed van Irak (ICC Irak) stelde op 10 juni 2009
op de hoofdzetel van de Organisatie in Parijs haar Eindverslag over de beoordeling van
de schade in Babylon voor. Het rapport biedt een uitgebreide technische evaluatie van de
huidige omstandigheden op de beroemde archeologische site. Het verzamelt verscheidene
nationale verslagen en bevat de bevindingen van de twee meest recente inspecties door
de leden van de commissie in 2008 en 2009. De conclusie van het rapport bevat een reeks
toekomstgerichte aanbevelingen voor de bescherming, het herstel en het beheer van de site.
UNESCO info
Militair gebruik
De archeologische site van Babylon werd door coalitietroepen gebruikt als militaire
basis in 2003 en 2004, een schending die door een rapport van het British Museum
in 2005 vergeleken werd met “de oprichting van een militair kamp rond de Grote
Piramide in Egypte of nabij Stonehenge in Groot-Brittannië.” Er werd aanzienlijke
schade toegebracht aan de archeologische site, het verslag spreekt over “graven,
snoeien, schrapen en nivelleren” en schade aan de belangrijkste structuren “zoals de
Ishtar Poort en de Processieweg”. Het nieuwe rapport beschrijft de aantasting van de
site, niet alleen tijdens de periode van de militaire bezetting maar ook ervoor en erna.
12
“In het licht van de historische en archeologische betekenis van Babylon, waren de recente
beschuldigingen van schade aan de site gedurende zijn militaire gebruik bijzonder ernstig,”
vertelt Mohamed Djelid, directeur van het UNESCO-kantoor voor Irak. “Het rapport is
belangrijk omdat het een beschrijving van de schade geeft waarover er internationaal
overeenstemming is. Zonder met een beschuldigende vinger te wijzen, beschikken we
nu over een duidelijk beeld van de situatie. Het biedt een uitgangspunt voor de grote
uitdaging van restauratie en bescherming.”
Het eindverslag wordt afgesloten met aanbevelingen van ICCIrak: de bepalingen van de Iraakse Oudheid wetten moeten worden
nageleefd op de site van Babylon; de SBAH dient de archeologische
implicaties voor de verstoorde gebieden te onderzoeken en er
verslag over uit te brengen, en gebaseerd op de resultaten moet
de SBAH een beheersplan voor de instandhouding van Babylon
ontwikkelen en uitvoeren in nauwe samenwerking met UNESCO
ICC – Subcommissie Babylon; de SBAH moet noodhulp bieden
Archeologische schat
Babylon ligt 90 km ten zuiden van Bagdad
en was de hoofdstad van twee beroemde
dynastieën uit de oudheid - Hammurabi
(1792-1750 v. Chr.), die een van de eerste
wetgevingen ter wereld introduceerde, en
Nebukadnezar (604-562 v. Chr), die de
Hangende Tuinen van Babylon liet bouwen,
één van de zeven Wereldwonderen. De
binnenstad heeft een oppervlakte van
2,99 km2 en de buitenste muren rondom
de stad ten oosten en ten westen van de
Eufraat omsluiten een gebied van 9,56
km2. Sinds 1935 is Babylon erkend als
archeologische site en gebeurden er
heel wat opgravingen, maar veel van het
oude Babylon moet nog worden ontdekt.
Het eindverslag beschrijft de recente
bewogen geschiedenis van de site. Zo
waren er de ambitieuze inspanningen
van de Iraakse overheid tussen 1978 en
1987 waarbij oude gebouwen werden
herbouwd, moderne faciliteiten werden
geïntroduceerd en grote werken aan het
landschap gebeurden. Sommige van die
werken gebeurden ter voorbereiding
van een nieuw paleis voor Saddam
Hoessein en waren “nefast voor de
site”. Vervolgens is de archeologische
site geplunderd tijdens de oorlog in
2003. Stukken uit de Nebukadnezar
en Hammurabi musea en van de
Babylonische Bibliotheek en Archief
werden gestolen en vernietigd. Tussen
april 2003 en december 2004 installeerde
Plunderingen gevolgd door militaire bezetting berokkenden
veel schade aan de waardevolle archeologische site.
ter herstel van de Ninmakh Tempel, de Nabu-sha-Hare Tempel, de
Ishtar Tempel en de omwallingen van de binnenstad; en de SBAH
moet de gedeeltelijke heropening van de site overwegen. Ten slotte
moet alles in het werk gesteld worden om Babylon voor te dragen
voor inschrijving op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Marino Bultinck
Het twintig pagina’s tellende rapport over de situatie van de archeologische site van Babylon is in elektronische vorm te verkrijgen
via [email protected]
Voormalig VN secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali praat over het belang om
de globalisering te democratiseren en over het versterken van de solidariteit onder
ontwikkelingslanden.
> Sociaal <
Democratie is het delen
van macht
Op 15 september houden de Verenigde Naties jaarlijks de Internationale Dag van de
>
Democratie om het belang van dit concept te onderstrepen dat wereldwijd nog steeds
onvoldoende in de praktijk wordt gebracht. Tijdens de eerste bijeenkomst van het
bestuurscomité van het Permanent Forum voor Arabisch-Afrikaanse Dialoog in maart op
de hoofdzetel van UNESCO in Parijs, sprak de ondervoorzitter van het Forum en voormalig
VN secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali over de noodzaak om de globalisering te
democratiseren en brak hij een lans voor meer Zuid-Zuid solidariteit.
U bent voorzitter van het International
Panel voor Democratie en Ontwikkeling
dat is opgericht in 1998 door UNESCO.
Wat heeft deze ervaring u bijgebracht?
Is er volgens u slechts één model voor
democratie of zijn er verschillende
modellen?
Boutros Boutros-Ghali: Democratie
en ontwikkeling zijn onlosmakelijk
verbonden. Je kan ze niet uit elkaar halen.
De vraag is of je met ontwikkeling moet
beginnen om tot democratie te komen
of omgekeerd; eerst de democratie
verzekeren om dan aan ontwikkeling te
werken; of als je beide concepten best
gelijktijdig aanpakt.
Mijn antwoord is pragmatisch. In sommige
landen is er nood aan ontwikkeling als
een voorwaarde om democratie mogelijk
te maken, bijvoorbeeld als 80 procent van
UNESCO info
Breed draagvlak
Er zullen bijna 600 deelnemers uit 36 landen afzakken naar
Venetië om te bespreken aan welke sociale en economische
behoeften het systeem voor oceaanobservatie zou moeten
voldoen het komende decennium.
Ook het verzekeren van de duurzaamheid van de oceaanobservatie
staat hoog op de agenda van de conferentie. Om de werking te
verbeteren en verder te zetten zijn er inspanningen nodig van
satellietagentschappen en in situ observatienetwerken.
>
13
vooruitgang in kaart te brengen, wetenschappelijke bevindingen
gebaseerd op globale oceaanobservatie te presenteren, te kijken
naar de sociale en economische voordelen die voortvloeien
uit deze benadering van oceaanobservatie, na te gaan waar de
beperkingen liggen en vooruit te kijken naar wat er nodig is voor
de komende tien jaar.
Wereld
alle mensen gelijk zijn: we hebben allemaal ouders en we zullen
allemaal sterven. Neem nu het voorbeeld van een landbouwer uit
het Zuiden; alhoewel hij niets gemeen heeft met een miljonair uit
Californië zorgt het feit dat ze beiden individuen zijn ervoor dat ze
dezelfde rechten hebben. Ondanks zijn rijkdom zal de miljonair
ooit sterven, net als de landbouwer. De taal van de mensheid is die
van de mensenrechten. We kunnen onderontwikkelde landen niet
helpen zonder het principe te respecteren dat de mensenrechten
universele rechten zijn.
de bevolking honger lijdt of analfabeet is. Daartegenover staan
landen die gekenmerkt worden als corrupt of autoritair waar
ontwikkelingshulp afhangt van een verandering van regime. In
dergelijke landen is democratie een noodzakelijke eerste stap maar
er zijn geen vaste regels voor dergelijke kwesties. Elke situatie is
anders. Maar eens gerealiseerd, zijn democratie en ontwikkeling
onscheidbaar.
UNESCO info
Wat antwoordt u aan een jonge Arabier of Afrikaan die
opwerpt dat hij niet is opgegroeid in een stam of een dorp
maar in de wereld en dat zijn zorgen en problemen die van een
moderne stad zijn?
Boutros Boutros-Ghali: Ik heb niet gezegd dat het enkel via
stammen is dat democratie zich kan ontwikkelen in de ArabischAfrikaanse regio, maar dat er naast de Europese manier van
vertegenwoordiging ook een kamer kan zijn die de belangen van
stammen vertegenwoordigt. Het ene sluit het andere niet uit. Het
is niet enkel de jonge Arabier of Afrikaan die je moet betrekken
maar ook de clan waartoe hij behoort.
14
Hebben de ontwikkeling van communicatienetwerken en de
globalisering van de handel gevolgen voor de mensenrechten
in de Arabisch-Afrikaanse regio?
Boutros Boutros-Ghali: Globalisering zal een impact hebben
op nationale democratieën in zoverre dat bepaalde problemen,
zoals het milieu en de huidige economische crisis, niet kunnen
worden opgelost op nationaal niveau maar een geïntegreerde
Er zijn verschillende vormen van democratie, verschillende
manier waarop bevolkingen kunnen deelnemen aan het
zoeken van oplossingen voor de problemen waarmee ze
geconfronteerd worden.
internationale inspanning vergen. Nationale democratie, evenals
nationale soevereiniteit, zullen aan belang verliezen ten voordele
van ongebonden globale macht; vandaar het belang van de
democratisering van de globalisering.
Migratie centraal aandachtspunt
in Arabisch-Afrikaanse dialoog
Hoe kijkt u aan tegen de neiging van identiteiten om
defensiever er strikter te worden als reactie op de steeds
uitdijende globalisering?
Boutros Boutros-Ghali: In het aanschijn van globalisering kunnen
mensen inderdaad terugplooien op identiteiten die gedefinieerd
worden door religie of etniciteit , of zelfs op het niveau van
een dorp. De kwestie is om een evenwicht te vinden tussen het
belfort (als een symbool voor de defensieve identiteitsprocessen
in het Westen) en de satellietschotel (als een symbool voor de
globalisering), of tussen de satellietschotel en de minaret (als
symbool voor de defensieve identiteit in de moslimwereld). Zoals
de dingen nu evolueren, zal de satellietschotel het halen op het
ingraven van de identiteit. Vandaar de noodzaak om identiteiten
te beschermen.
De Conventie betreffende de Bescherming van Culturele
Expressies, aangenomen door de Algemene Conferentie van
UNESCO in oktober 2005, is een manier om het belfort, de minaret
of zelfs de hindoetempel te beschermen. Het is cruciaal om tot
vreedzame oplossingen te komen voor dergelijke problemen.
Hoe relevant is het om te spreken over mensenrechten en
democratie als het algemeen bekend is dat de grootste
bedreiging voor de Arabisch-Afrikaanse wereld de economische
en sociale kloof is?
Boutros Boutros-Ghali: Eén van de obstakels voor
democratisering en voor de bescherming van de mensenrechten
is het grote lijden dat aan de gang is in de derde wereld. Iemand
die niet kan lezen of schrijven ligt niet wakker van persvrijheid.
Iemand die nog nooit buiten zijn dorp is gekomen, heeft weinig
aan een paspoort om te kunnen reizen. Niettemin is er een
gemeenschappelijke noemer voor de mensenrechten in die zin dat
De eerste bijeenkomst van het Permanent Forum voor Arabisch-Afrikaanse Dialoog in
december in Cairo zal zich buigen over de impact van migratiestromen in beide regio’s.
Dat is beslist door het bestuurscomité van het Forum tijdens een vergadering in maart
2009 in Parijs op de hoofdzetel van UNESCO. Het is een problematiek die doorgaans
wordt genegeerd door onderzoekers en beleidsmakers die meer geïnteresseerd zijn in
het bestuderen en regelen van migratie naar Europa en Noord-Amerika.
Met de keuze van dit thema, moedigt het bestuurscomité van het Forum regeringen
uit beide regio’s aan om een beleid te ontwikkelen dat beter is afgestemd op de
migratiestromen van Afrika ten zuiden van de Sahara naar de Maghreblanden en naar
de Zuidelijk Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap (SADC). Deze migratie gebeurt
op grotere schaal dan deze naar Europa.
Tijdens de bijeenkomst van het comité raadde Pierre Sané, de adjunct-directeurgeneraal van
UNESCO voor Sociale en Menswetenschappen, het Forum aan “om nieuwe voorstellen
te doen voor het bespreken van de toekomst van de twee regio’s die inherent met elkaar
verbonden zijn maar waarin de grenzen van elk land soms hermetisch zijn afgesloten.”
Nadat hij erop wees dat het democratiseringsproces in Afrika en de Arabische landen
constant moet worden geconsolideerd om “sociale vrede en economische vooruitgang
te garanderen”, beklemtoonde Pierre Sané de noodzaak om “de creatieve energieën te
bevrijden die enkel kunnen gedijen in een omgeving die vrij is van terreur en ellende.”
>
Het feit dat veel vooraanstaande
figuren de opening van de bijeenkomst
van het comité bijwoonden en dat er
vertegenwoordigers aan deelnamen
van organisaties zoals de Internationale
Organisatie voor de Francophonie,
het Bureau van de Hoge Commissaris
van de Verenigde Naties voor de
Mensenrechten, de Liga van Arabische
Staten, de Pan-Afrikaanse en Arabische
parlementen
en
verschillende
mensenrechtencommissies
van
Afrikaanse naties en landen uit het
Midden-Oosten, wijst op de grote
belangstelling voor het Forum waarin
alle betrokken actoren vrij van gedachten
kunnen wisselen over thema’s inzake
democratie en mensenrechten die van
toepassing zijn voor dit deel van de
wereld.
UNESCO info
Promoten democratie en mensenrechten waarden waaraan de
Arabisch-Afrikaanse wereld zich moet conformeren?
Boutros Boutros-Ghali: Democratie is boven alles pluralisme:
verschillende standpunten en verschillende meningen.
Desalniettemin verschilt de realiteit van land tot land. In een
land dat bestaat uit twintig stammen bijvoorbeeld, moet elke
stam betrokken zijn bij de besluitvorming. Hetzelfde geldt voor
een land dat bestaat uit 15 verschillende religieuze groeperingen.
Het is dus belangrijk dat alle representatieve gemeenschappen
deelnemen aan de besluitvorming.
Er zijn verschillende vormen van democratie, verschillende
manieren waarop bevolkingen kunnen deelnemen aan het zoeken
van oplossingen voor de problemen waarmee ze geconfronteerd
worden. Wat van belang is, is dat de macht niet in handen is van
één persoon of één stam. Democratie is het delen van macht; het
uitoefenen van macht door verschillende organisaties.
Op welke uitkomst hoopt u voor het Arabisch-Afrikaanse
Forum dat in december plaatsvindt in Cairo?
Boutros Boutros-Ghali: We willen de Zuid-Zuid solidariteit
versterken, oplossingen vinden voor gemeenschappelijke
problemen van het Zuiden. Vanuit een zeker Eurocentrisme
hadden we de neiging om steeds naar het Noorden te kijken. Daar
moeten we van af stappen. Als onze conferentie erin slaagt om de
solidariteit tussen landen van het Zuiden te verbeteren, zal er een
eerste belangrijke stap gezet zijn. We worden geconfronteerd met
problemen die te maken hebben met democratie, mensenrechten
en migratie. Iedereen heeft de mond vol van migratie tussen
Arabisch-Afrikaanse landen en Europa maar er wordt weinig
geschreven over de migratie tussen Afrika en de Arabische wereld,
tussen Arabische landen zelf of tussen Afrikaanse landen.
15
U woonde de eerste bijeenkomst bij van bestuurscomité van
het Permanent Forum voor Arabisch-Afrikaanse Dialoog,
georganiseerd door UNESCO in maart 2009. Waarom is een
dergelijk forum nodig?
Boutros Boutros-Ghali: Het kader is belangrijk omdat het
Afrikaanse en Arabische landen samenbrengt. Vergeet niet dat de
helft van de Arabische landen Afrikaanse landen zijn. Bovendien
werden zowel Arabische als Afrikaanse landen onderworpen aan
dezelfde Engelse en Franse kolonisatie. Dit gedeelde koloniale
verleden leidt ertoe dat deze landen op een gelijkaardige manier
omgaan met kwesties zoals democratie en mensenrechten. Een
ander argument is dat er altijd werd gekeken naar de Noord-Zuid
relaties – tussen Europa, Amerika, Afrika en Azië – maar dat de
Zuid-Zuid relaties verwaarloosd werden.
Wat moet er gedaan worden?
Boutros Boutros-Ghali: Alhoewel de emigratie naar het Noorden
niet onderschat mag worden en aanzienlijk is, en enkel maar zal
toenemen tengevolge van de veroudering van de bevolking ginds,
mogen we niet blind blijven voor de migratie tussen landen van
het Zuiden. Jammer genoeg zijn er weinig studies beschikbaar
over dit fenomeen.
Wist je bijvoorbeeld dat er flink wat emigratie is naar Zuid-Afrika?
Wist je dat er veel immigratie is van mensen die zich tijdelijk
vestigen in Libië, als een tussenstop op weg naar het Noorden?
Wist je dat de inkomsten gegenereerd door de Egyptische
werkkrachten in Libië en de Golfstaten zorgen voor een bijdrage
van 2 miljard dollar aan de Egyptische economie, vergelijkbaar
met die van het Suezkanaal?
Landen van het Zuiden moeten aangezet worden om maatregelen
te treffen die migranten beschermen; ze moeten regels uitvaardigen
die de democratie en de mensenrechten respecteren omdat de
problemen tussen landen van het Zuiden meer aandacht verdienen
dan ze momenteel krijgen.
Nfaly Savané
Focus
> Focus <
Chinese steden krijgen te maken met een instroom van goedkope
Alfabetisering als ijkpunt
arbeidskrachten die bijdragen tot de economische ontwikkeling.
Een pilootproject onder leiding van UNESCO wil ervoor zorgen
voor persoonlijke en maatschappelijke
dat de rechten van deze migranten gerespecteerd worden.
ontwikkeling
bescherming
jonge migranten
De economische ontwikkeling van China zorgt voor een grote
instroom van jonge mensen die het platteland verlaten om hun
geluk in de stedelijke centra te zoeken. Negen agentschappen
van de Verenigde Naties, waaronder UNESCO, de Internationale
Arbeidsorganisatie (ILO) en het VN-Ontwikkelingsprogramma
(UNDP), startten in mei 2009 met een pilootproject om de
rechten van dit bijzonder kwetsbare deel van de bevolking beter
te beschermen.
Integratie bevorderen
Het project wordt geleid door het UNESCO-kantoor in Peking
en beoogt de integratie te bevorderen van jonge migranten in
vijf Chinese steden die gekenmerkt worden door een grote
migrantenpopulatie: Changsha, Changsha Hanghzou, Shenzhen,
Tianjin en Xian.
Gedurende drie jaar, met een budget van meer dan 7 miljoen
dollar ter beschikking gesteld door de Spaanse overheid, zal het
project zich vooral concentreren op jonge migranten uit landelijke
gebieden wiens rechten dikwijls geschonden worden.
Rechten erkennen
Een instroom van landelijke arbeiders in steden blijkt een belangrijk
fenomeen in de economische ontwikkeling van het hedendaagse
China. De migranten zijn op zoek naar werk en zijn meestal
jong – 70 procent van hen is tussen 15 en 35 jaar oud. Velen van
hen genoten geen volledige secundaire opleiding. Deze migratie
verbetert de levenskwaliteit van de stadsbewoners omdat ze de
steden een groot aanbod aan goedkope arbeidskrachten verschaft.
Daar staat tegenover dat de rechten van deze arbeidsmigranten
moeten worden gepropageerd en beschermd.
Naar aanleiding van de Internationale Alfabetiseringsdag op 8 september 2009
Er komt een strategie om jonge arbeidsmigranten beter te
beschermen en om het publiek bewustzijn over hun rechten
te vergroten.
Het pilootproject zal een globale strategie implementeren om de
populatie van arbeidsmigranten, die vaak lijden onder verschillende
vormen van discriminatie, te steunen. Er zal vooral werk gemaakt
worden van innovatieve oplossingen om de capaciteit van lokale
instellingen te vergroten zodat ze beter in staat zijn om een beleid
te voeren en regels toe te passen gericht op de integratie van jonge
migranten.
Migranten voorlichten
UNESCO zal zich eveneens inzetten voor het promoten van de
rechten van arbeidsmigranten en om hen betere toegang te verlenen
tot beroepsopleidingen. Gemeenschapscentra zullen ondersteund
worden om beter te kunnen inspelen op de specifieke behoeften
van jonge migranten, onder meer inzake educatie.
Er komen ook voorlichtingscampagnes om jonge migranten
te wijzen op hun rechten. Een team van medewerkers actief in
universiteiten, onderzoeksinstellingen, middenveldorganisaties en
lokale besturen, zullen gegevens verzamelen om meer inzicht te
krijgen in de situatie van jong migranten en in hun kenmerken en
migratiepatronen.
Systematische opvolging
Het UNESCO-kantoor in Peking zal regelmatig
vooruitgangsrapporten publiceren voor alle betrokken partners
en er komt een website waarlangs de verschillende partners met
elkaar kunnen communiceren.
Paul de Guchteneire
onderstreepte de directeur-generaal van UNESCO het belang van alfabetisering als
sleutel tot sociale, economische en politieke ontwikkeling. Hij hekelde het feit dat
het halveren van het percentage van de volwassen wereldbevolking dat ongeletterd
is – één van de zes Onderwijs voor Allen doelstellingen die de internationale
gemeenschap wil realiseren tegen 2015 – onvoldoende aandacht krijgt waardoor er
te weinig vooruitgang geboekt wordt. De UNESCO-topman roept alle betrokkenen,
waaronder regeringen, intergouvernementele organisaties en agentschappen voor
ontwikkelingshulp, op om alfabetisering meer prioriteit te geven en op een planmatige
manier aan te pakken.
Een vooraanstaand vorser die baanbrekend werk leverde rond alfabetisering en de effecten
ervan op vrouwen, Lagale Brown, sluit zich bij deze oproep aan maar onderstreept dat
alfabetisering niet enkel als een instrument voor ontwikkeling mag beschouwd worden.
Ze beklemtoont het belang ervan voor de zelfontplooiing van individuen en waarschuwt
de internationale gemeenschap ervoor dat ze de mensen – en hun recht op onderwijs – niet
uit het oog mag verliezen bij het maken van kosten-batenanalyses voor projecten.
Een eminent onderzoekster stapt het podium van UNESCO
op om te pleiten voor een doorgedreven aanpak en een
doelgericht internationaal engagement voor de alfabetisering
van volwassenen.
> Alfabetisering <
niet kan lezen
en schrijven is
voortdurend bang
Wie
D
UNESCO info
16
r. Lalage Brown (82) wijdde meer dan 30 jaar van haar leven
aan volwasseneneducatie aan verschillende universiteiten in
Afrika. Ze speelde een bepalende rol in het opstarten en uitbreiden
van programma’s voor volwassenenonderwijs aan universiteiten
in Ghana, Nigeria, Oeganda en Zambia. Haar research omtrent
geletterdheid bij vrouwen leidde tot het baanbrekende rapport
Preparing the future – women, literacy and development:
the impact of female literacy on human development and the
participation of literate women in change. Naar aanleiding van
de Internationale Alfabetiseringsdag gaf ze op 8 september 2009
een lezing over het emanciperend vermogen van alfabetisering.
Alfabetisering
van
volwassenen
krijgt te weinig aandacht terwijl het
nochtans een sleutel tot persoonlijke en
maatschappelijke ontwikkeling is.
Welke
verstrekkende
gevolgen
alfabetisering kan hebben op de
persoonlijke en de maatschappelijke
ontwikkeling wanneer het op een
duurzame en doelgerichte manier wordt
aangepakt, wordt treffend geïllustreerd
door de vier projecten in Afghanistan,
Burkina Faso, de Filippijnen en India
die dit jaar de alfabetiseringsprijzen
van UNESCO wegkaapten waarmee de
Organisatie projecten bekroont waarvan ze
hoopt dat ze navolging zullen krijgen.
Gelijke kansen
Het carrièrepad dat ze koos is naar eigen zeggen geïnspireerd
door haar moeder. “Mijn moeder mocht naar school gaan tot
haar zeventiende, wat zeer vooruitstrevend was voor die tijd.
Toen mijn vader haar een huwelijksaanzoek deed, antwoordde
ze dat ze enkel zou toestemmen op voorwaarde dat eventuele
dochters zouden worden opgevoed met dezelfde kansen als
jongens. Ze kregen twee meisjes en dus moest mijn vader mijn
borst nat maken en woord houden, vertelt ze.
“Ik had het geluk dat ik geschiedenis kon studeren aan de
Universiteit van Oxford. Ik was één van de 600 meisjes op een
studentenpopulatie van 6.000. Het bracht me een gevoel van
verantwoordelijkheid bij. Ik kreeg viel aanbiedingen uit het
bedrijfsleven maar ik wou me nuttig maken voor anderen. Omdat
veel landen van het Britse Rijk onafhankelijkheid verwierven,
besloot ik naar ginder te gaan en te helpen.”
Afrikaanse ervaring
In Afrika werkte ze mee aan onderwijsprogramma’s over Afrikaanse
literatuur en kunst en organiseerde ze onder meer de eerste conferentie
over Afikaanse cultuur ooit gehouden op Afrikaanse bodem. Haar
boek Two Centuries of African English (Heinemann, 1973) kwam
voort uit pogingen om het curriculum te Afrikaniseren, zowel in
het formeel onderwijs als in de bredere gemeenschap. Tijdens haar
verblijf in Afrika adopteerde ze een tweeling Nigeriaanse meisjes
die ze opbracht van op vijfjarige leeftijd. >
17
Chinees pilootproject
zorgt voor
UNESCO info
> Sociaal <
Focus
Het was ook in Afrika dat ze met eigen ogen zag welke effecten
geletterdheid kan teweegbrengen en dat ze begon met haar
onderzoek naar de impact van leren lezen en schrijven op het
leven van volwassen vrouwen.
Naar aanleiding van de Internationale Alfabetiseringsdag roept de UNESCO-topman
Groot verschil
“Ik zal nooit vergeten wat een Mozambiquaanse vrouw me
vertelde,” herinnert ze zich. “Ze zei: ‘als je niet kan lezen en
schrijven ben je voortdurend bang.’ En dat is waar. Hoe kun je de
weg vinden naar een ziekenhuis? Hoe kun je de bijsluiter van je
medicijnen begrijpen?”
> Oproep <
“Ik was er heilig van overtuigd dat zelfs het opdoen van de meest
elementaire geletterdheid een sterke impuls kan geven aan het
persoonlijk, sociaal en politiek leven. Voor vrouwen komt daar nog
een grote verbetering van het zelfbeeld en het zelfvertrouwen bij.”
Bij het afwegen van alfabetiseringsprogramma’s mogen we de
mensen voor wie ze bedoeld zijn niet uit het oog verliezen.
Dit jaar richt de Internationale Alfabetiseringsdag de schijnwerpers op alfabetisering
als een middel om mensen te leren het heft in eigen handen te nemen en op het belang
ervan voor participatie, burgerschap en ontwikkeling. ‘Literacy and Empowerment’ is
ook het thema voor 2009-2010 van het VN Decennium voor Alfabetisering (2003-2012).
Het is tijd om het recht op onderwijs
voor iedereen, ongeacht hun leeftijd, in
de praktijk te brengen.
Individuele ontwikkeling
Toch is ze geen onvoorwaardelijke voorstander van de algemene
ontwikkelingsaanpak. “Alfabetisering van vrouwen wordt
tegenwoordig altijd gekoppeld aan hoe het het leven van hun gezin
en hun kinderen kan verbeteren en aan gezondheidsindicatoren.
Dit is inderdaad uiterst belangrijk maar geletterdheid is eveneens
cruciaal voor de persoonlijke ontwikkeling van de vrouw en voor
haar betrokkenheid bij de samenleving, ongeacht haar familiale
situatie,” zegt ze.
een internationale beweging die zich onvermoeibaar inzet voor
alfabetisering. Landen die erin geslaagd zijn om de geletterdheid
aanzienlijk op te krikken, zoals Cuba, Bangladesh en Ethiopië,
illustreren wat er mogelijk is als de politiek zich engageert. Ik heb
zelf gezien hoe iemand zoals de Tanzaniaan Julius Nyerere een
echte verandering kon bewerkstelligen in het onderwijs voor zijn
volk. Het is niet voor niets dat hij Mwalimu genoemd werd, wat
‘leerkracht’ betekent in plaats van ‘Zijne Hoogheid’.”
Alhoewel de mobiliserende rol van alfabetisering en het belang ervan wereldwijd erkend
worden, zijn er nog steeds 776 miljoen ongeletterde volwassenen en gaan er nog steeds
75 miljoen kinderen niet naar school. De rechten en behoeften van deze mensen blijven
onvervuld. Alfabetisering is de meest verwaarloosde doelstelling van de Onderwijs voor
Allen agenda (Education for All).
Verschil maken
Gelukkig zijn er veel regeringen,
organisaties van het middenveld,
ondernemingen, gemeenschappen en
individuen die zich wel bewust zijn van de
voordelen van alfabetisering en die zich
engageren om alfabetiseringsprogramma’s
te ondersteunen. Veel mensen werken
anoniem en in alle stilte om anderen te
leren lezen, schrijven en rekenen en om het
leerproces aan te vatten. De Internationale
Alfabetiseringsdag is een gelegenheid
om hen te eren en te feliciteren met hun
werk en om hen aan te moedigen om hun
engagement verder te zetten. Door anderen
te scholen en te begeleiden zijn mensen
actief op het vlak van alfabetisering –
zij het professioneel of vrijwillig – een
katalysator voor verandering die een echt
verschil maakt in het leven van anderen. >
UNESCO info
De sleutel tot het uitroeien van ongeletterdheid is volgens Lalage
Brown politieke wil. “Het maakt niet uit of het binnen een regio
of binnen een provincie is maar er is een sterke politieke wil nodig
om echt een verschil te maken op het vlak van alfabetisering.
Misschien is het een wensdroom maar wat er echt nodig is, is
Geef iedereen de
waar ze
Van onder uit
Toch zijn het niet alleen regeringen die het verschil kunnen
maken. Ook kleinschaligere initiatieven op het niveau van
gemeenschappen kunnen uiterst waardevol zijn. “In Afrika leverde
de kerkgemeenschap van de baptisten een wezenlijke bijdrage tot
alfabetisering en in Pakistan werd ik gefascineerd door het mooie
werk dat de beweging van meisjesscouts leverde. Die beweging
wordt geleid door goedopgeleide Pakistaanse vrouwen die een
groot gevoel van verantwoordelijkheid voelen jegens minder goed
opgeleide vrouwen.”
En ondanks het internet, gelooft Lalage Brown dat het geschreven
woord essentieel blijft als een goedkope en blijvende manier
om kennis te delen, al is er wel nog werk aan de winkel voor
was het lesmateriaal betreft. “In Pakistan zijn de stemmen in het
lesmateriaal allemaal mannen.”
Essentie niet uit het oog verliezen
Met betrekking tot grote organisaties zoals UNESCO meent ze
dat er een sterk engagement moet zijn voor de financiering van
alfabetiseringsprogramma’s. “Als ik zie dat er vooral eenmalige
bijdragen gebruikt worden, sterkt dat me in mijn overtuiging
dat alfabetisering niet echt als een kerndoelstelling beschouwd
wordt,” zegt ze. “We moeten ons ook hoeden voor wat ik
‘Wereldbankdenken’ noem, waarbij kosten en beheer belangrijker
worden dan de mensen die hulp nodig hebben.”
Mary de Sousa
kansen
recht op hebben
Achtergesteld
Wie zijn deze 776 miljoen ongeletterde volwassenen? In de meeste landen zijn het de
meest achtergestelde en gemarginaliseerde bevolkingsgroepen, met een hoog percentage
vrouwen en meisjes, inheemse volkeren, taal- en culturele minderheden, nomaden,
daklozen en gehandicapten. Er is een sterke correlatie tussen armoede en ongeletterdheid.
Vandaar dat leren om het heft in eigen handen te nemen zo belangrijk is. Voor alle
vrouwen en mannen die leven zonder fundamentele lees- en schrijfvaardigheden, opent
geletterdheid nieuwe deuren met kansen om hun levensstandaard te verbeteren en draagt
het bij tot processen van sociale verandering en de bestrijding van armoede.
Maar niettegenstaande de duidelijke bewijzen over hoe alfabetisering individuele levens
kan veranderen en sociale ontwikkeling kan bevorderen, bestaan in veel delen van de
wereld noch de politieke wil noch de middelen om van de alfabetisering van jongeren en
volwassenen een prioriteit te maken. Bijgevolg krijgen zij wiens gebrek aan fundamentele
lees-, schrijf- en rekenvaardigheden onbeantwoord blijft – bijna één op zes volwassenen
– de boodschap dat hun rechten en verwachtingen niet van tel zijn. Dat is een schandalige
situatie gekenmerkt door flagrante onrechtvaardigheid die niet mag blijven duren.
India lanceert nieuw alfabetiseringsprogramma
India maakte van de Internationale Alfabetiseringsdag gebruik
om een nieuw alfabetiseringsprogramma voor te stellen dat de
komende vijf jaar zo’n 70 miljoen analfabeten wil bereiken, de
meeste van hen vrouwen.
Nicholas Burnett, adjunct-directeurgeneraal van UNESCO
voor Onderwijs, woonde de lancering bij en feliciteerde India
met het initiatief. “Het getuigt van de sterke overtuiging van
uw land dat er geen sociale vooruitgang kan zijn zonder de
educatie van vrouwen,” zo sprak hij de aanwezigen, waaronder
verschillende politiek verantwoordelijken, toe in New Dehli op
8 september 2009.
18
Het nieuwe programma, Saakshar Bharat, sluit aan bij de
prioriteiten van de tweede helft van het VN Decennium voor
Alfabetisering, met name een overtuigender engagement voor
alfabetisering, betere implementering van programma’s en meer
middelen voor alfabetisering. Nicholas Burnett beklemtoonde
dat ondanks de globale economische crisis, “het de eerste
verantwoordelijkheid van regeringen en de internationale
gemeenschap is om de meest kwetsbare groepen te beschermen
en om ervoor te zorgen dat ze toegang hebben tot onderwijs en
sociale diensten.”
Saakshar Bharat richt zich vooral op landelijke gebieden en
specifiek op bepaalde kasten, stammen en minderheden. Naast
op fundamentele geletterdheid, zal het programma focussen
op het ontwikkelen van vaardigheden en op het verder zetten
van onderwijs zodat nieuw-geletterden een equivalent kunnen
behalen van een diploma uit het formeel onderwijssysteem en
hun levensstandaard kunnen verbeteren.
19
Verkeerde ingesteldheid
Ook inzake de kwaliteit van het lesgeven is alfabetisering vaak
het zwakke broertje, meent Lalage Brown. “Er wordt nooit over
getwijfeld dat als je een kind naar school stuurt, de leerkracht een
degelijke opleiding moet genoten hebben. Maar bij onderwijs voor
volwassenen lijkt het wel alsof om het even welke vrijwilliger goed
genoeg is,” zegt ze. “Ik ben ervan overtuigd dat als mensen echt
willen leren lezen, ze daarin zullen slagen ongeacht de leerkracht
maar het kan zoveel meer bevorderlijk zijn als er goed opgeleide
leerkrachten voor de klas staan.”
alfabetisering.
UNESCO info
In de jaren 1990 begon ze haar ervaringen over de impact van
geletterdheid op vrouwen te bundelen in een studie. “Ik was
verbaasd dat er nog nooit onderzoek naar gedaan was. Dat is
volgens mij te wijten aan een algemene ingesteldheid waarbij
we als we aan geletterdheid denken, bijna uitsluitend denken aan
kinderen en scholen. Natuurlijk heeft iedereen, man en vrouw, recht
op geletterdheid maar het is een feit dat in veel samenlevingen,
zelfs deze waarin ook mannen geen toegang hebben tot lezen en
schrijven, mannen wel toegang hebben tot wat ik hefbomen van
de macht noem, zoals dorpscomités waar beslissingen worden
genomen. Het probleem is dat vrouwen dit niet hebben.”
regeringen en het middenveld op om een punt te zetten achter de verwaarlozing van
Focus
In dit tijdperk van groeiende ongelijkheden biedt alfabetisering
niet enkel zelfvertrouwen maar ook kansen voor zij die
achtergesteld, gemarginaliseerd of verwaarloosd werden: nieuwgeletterden verwerven de vaardigheden en de capaciteiten om
hun inkomen te verbeteren, om een duurzaam levensonderhoud
op te bouwen, om deel te nemen aan het publieke debat
Meer engagement
Elk jaar is de Internationale Alfabetiseringsdag een gelegenheid
om mensen wereldwijd te mobiliseren voor alfabetisering.
Vandaag roep ik regeringen, intergouvernementele organisaties,
ontwikkelingspartners, werkgevers, vakbonden en organisaties van
het middenveld op om een punt te zetten achter de verwaarlozing
van de alfabetisering van jongeren en volwassenen en om er
zich meer voor te engageren. Alfabetisering is meer dan lezen
en schrijven, het gaat om zelfrespect en menselijke waardigheid,
om kansen die hoop geven aan individuen, gezinnen en ganse
samenlevingen. Alfabetisering, als integraal onderdeel van het
recht op onderwijs, heeft zich keer op keer bewezen als een
instrument om mensen het heft in eigen handen te doen nemen.
Het is tijd om het recht op onderwijs voor iedereen, ongeacht hun
leeftijd, te realiseren in de praktijk.
Vier projecten die een voortrekkersrol vervullen in de strijd tegen analfabetisme,
vallen in de prijzen bij UNESCO.
> Awards <
Geïnspireerde én inspirerende
alfabetiseringsprojecten
U
NESCO bekroont dit jaar vier innoverende alfabetiseringsprojecten in Afghanistan,
Burkina Faso, de Filippijnen en India. Er was ook een eervolle vermelding voor een
project uit Bhutan.
De grootste verwezenlijking van Tin Tua is de verandering die ze
teweegbracht in het dagdagelijkse bestaan van de dorpelingen.
Dankzij het programma kunnen boeren meer voedsel produceren,
bijvoorbeeld door een beter beheer van de graanvoorraden. Er zijn
ook gezondheidswerkers opgeleid, vooral in de zwangerschapszorg.
Medewerkers van Tin Tua zeggen dat meisjes die hun opleiding
volgden minder geneigd zijn om op jonge leeftijd te trouwen
of in een gedwongen huwelijk te stappen. Nieuw-geletterden
werken mee aan het opstellen van praktisch leesmateriaal en het
programma leidde tot de oprichting van een systeem van mobiele
bibliotheken waarbij brommers met een aanhangwagen nieuw
leesvoer brengen naar afgelegen dorpen. Uit evaluaties blijkt dat
de alfabetiseringsgraad in de dorpen die tot het werkterrein van
Tin Tua behoren, rond de 40 procent schommelt – een stuk boven
het nationale gemiddelde.
Koïchiro Matsuura,
directeur-generaal UNESCO
8 september 2009
Geleidelijke overgang
De voornaamste doelgroep van Tin Tua zijn jongeren en
volwassenen boven de 15 jaar maar ook jonge mensen tussen de 9
en 15 jaar die afhaken op school. Slechts de helft van de kinderen
in de regio gaat naar school en nog minder houden het langer
dan drie jaar op de schoolbanken vol. Tin Tua ontwikkelde een
specifieke cursus voor deze kinderen. Hun methode bestaat eruit
om in zogeheten ‘satellietscholen’ te beginnen met lessen in de
moedertaal van de kinderen om vervolgens geleidelijk aan over te
schakelen naar het Frans. Dit komt het gehele onderwijssysteem
van het land ten goede en slaat bruggen tussen het formeel en nonformeel onderwijs. Het programma liet zo’n 1.400 jongeren toe
om een officieel nationaal diploma te behalen.
Tin Tua – Burkina Faso
De eerste van de twee awards
van de UNESCO King Sejong
Literacy Prize is toegekend aan het
alfabetiseringsprogramma van Tin Tua in
het oosten van Burkina Faso. De naam van
de ngo betekent ‘laten we onszelf helpen
om te ontwikkelen’ in de Gulimancema
taal. Het boekte mooie resultaten door
gebruik te maken van de moedertaal van de
studenten om leesmateriaal te produceren
waarin veel aandacht gaat naar gender en
duurzame sociale ontwikkeling.
UNESCO info
20
UNESCO reikt elk jaar vier prijzen uit ter erkenning van opmerkelijke en innoverende
alfabetiseringsprojecten. Aansluitend bij de thematische agenda van het VN Decennium
voor Alfabetisering, waren de prijzen dit jaar voorbehouden voor projecten rond
alfabetisering en het in staat stellen van mensen om het heft in eigen handen te nemen.
Het programma van Tin Tua bereikt
elk jaar zo’n 40.000 mensen, verspreid
over een 750-tal dorpen en gehuchten
in een land met één van de laagste
alfabetiseringsgraden ter wereld: 26
procent en slechts 18 procent onder
vrouwen.
De prijzen werden op 8 september 2009 uitgereikt tijdens een ceremonie die
onderdeel vormde van de activiteiten op de hoofdzetel van UNESCO in Parijs ter
viering van de Internationale Alfabetiseringsdag. Aan elke prijs is een bedrag van
20.000 dollar verbonden.
Afgestemd op de noden
De participatie van gemeenschappen is
één van de kenmerken van het programma
dat sinds 1986 loopt. Op basis van de
De ngo deelt inmiddels zijn ervaring met Benin, Togo en Niger
– alledrie landen met een lage alfabetiseringsgraad – waar de
aanpak van Tin Tua wellicht ook kan aanslaan.
http://tintua.org
Nirantar – India
>
De tweede award van de UNESCO King Sejong Literacy Prize gaat
naar het Khabar Lahariya (wat zoveel betekent als nieuwsgolven)
project van Nirantar in de deelstaat Uttar Pradesh in het noorden
van India. Het project lanceerde een tweewekelijkse lokale krant
die volledig wordt gemaakt en verdeeld door vrouwen van lagere
kasten en die meer dan 25.000 nieuw-geletterde lezers bereikt. Het
is een goed gestructureerde manier om nieuw-geletterde vrouwen
Op de Internationale Alfabetiseringsdag bekroonde UNESCO
projecten waarvan ze hoopt dat ze navolging zullen krijgen.
journalistieke technieken bij te brengen en om de productie van
informatie te democratiseren. Het is tevens een inspirerend model
voor alternatieve educatie.
Het succes van de krant is een ware triomf voor de vrouwen die
revolteerden tegen kaste, gender, traditionele rolpatronen en een
gebrek aan onderwijs om zichzelf en hun gemeenschappen een
stem te geven.
Vrouwen voor vrouwen
Nirantar, de vrouwenorganisatie die het project mogelijk maakte, is
opgericht in oktober 1993 met als doel om alfabetisering en educatie
te promoten voor de emancipatie van de vrouw. In 2002 begon de
organisatie met het selecteren van vrouwen met een gevarieerd
geletterdheidsniveau en met sociaal achtergestelde achtergronden
zoals Dalit, Kol en moslimgemeenschappen om aan de slag te gaan
als journalist. Ze kregen een doorgedreven opleiding afgestemd op
alfabetisering, verslaggeving, redactie en eindredactie.
In 2004 volgden opleidingen over het produceren van kranten
en nieuwsbrieven. De cursussen bestaan uit twee modules van
14 en 7 dagen en komen tegemoet aan de behoeften van lokale
groepen en nieuw- en semi-geletterde vrouwen. Cursisten leren
ook het internet gebruiken en camera’s die ze meenemen als ze
als reporter op pad gaan. >
21
Maatschappelijke impact
Deze voordelen van alfabetisering hebben ook gevolgen voor
de samenleving op zijn geheel. Het zelfvertrouwen dat gepaard
gaat met geletterdheid bevordert sociale en politieke participatie
en is gekoppeld aan verhoogde interesse voor nationale en
gemeenschappelijke activiteiten die de houdingen en de gebruiken
in de politieke sfeer beïnvloeden. In verschillende en gevarieerde
contexten gaf alfabetisering blijk van een uitzonderlijk vermogen
om individuen in staat te stellen om meer actief en efficiënt te
participeren.
behoeften die de dorpelingen zelf formuleerden, ontwikkelde
Tin Tua een curriculum in de vijf lokale talen dat fundamentele
lees-, schrijf- en rekenvaardigheden combineert met kennis
over gezondheid, hygiëne, mensenrechten, gender en landbouw.
Docenten volgen een intensieve opleiding van drie weken om
de programma’s te kunnen doceren. De programma’s bestaan
uit twee cycli die over een periode van 50 tot 75 dagen gegeven
worden en elk ongeveer 300 uur les behelzen. Studenten moeten
een financiële bijdrage doen om de cursussen te volgen. Nadat ze
de basiscursus afmaakten, kunnen ze verder cursussen volgen in
het Frans die eveneens door Tin Tua zijn ontwikkeld en die hen in
staat stellen om deel te nemen aan nationale examens.
en ze krijgen toegang tot onderwijs en gezondheidszorg.
Alfabetisering is essentieel om te kunnen gebruik maken van
politieke, economische en culturele kansen, en dit geldt vooral
voor vrouwen voor wie geletterdheid nog een grotere impact
heeft op hun leven.
UNESCO info
Alfabetisering biedt talrijke voordelen. Studies tonen aan dat
alfabetisering leidt tot een beter zelfbeeld, tot meer zelfvertrouwen,
tot meer assertiviteit en dat het helpt om een gevoel van
persoonlijke competentie en onafhankelijkheid op te bouwen
evenals een beter bewustzijn over de eigen rechten. Alfabetisering
geeft meer autonomie aan een individu, zowel in de context van
het gezin als van de samenleving.
Focus
Voortrekkersrol
De Khabar Lahariya groep is het enige onafhankelijke
mediacollectief van landelijke vrouwen in India. De krant beschikt
over een staf van goed opgeleide journalistes die ondersteuning
bieden aan andere groepen en hun voorbeeld inspireerde andere
vrouwenorganisaties in de aangrenzende deelstaten Rajasthan en
Bihar om een lokale maandelijkse krant te beginnen.
Auteur en vrouwenactiviste Farah Naqvi die het verhaal van de
vrouwen vertelt in haar boek Waves in the Hinterland, the journey
of a newspaper, verwoordt hun verwezenlijkingen als volgt: “Ze
hebben strijd geleverd met hun persoonlijke demonen en met
de denkbeelden die hen door de wereld opgedrongen werden.
Beelden die hen vertelden dat journalisten enkel opgeleide
mannen zijn, demonen die teerden op angst en juichten en lachten
telkens ze faalden. Ze hebben niet alleen de zeer mannelijke notie
van burgerschap geherdefinieerd maar de notie van vrouwen in
India op zijn kop gezet.”
www.nirantar.net
SERVE – Afghanistan
UNESCO info
Eén van de laureaten van de UNESCO Confucius Prize for
Literacy is het Pashai Language Development Project dat
wordt geïmplementeerd door SERVE Afghanistan. Dit door de
gemeenschap in handen gehouden project biedt jaarlijks educatie
rond alfabetisering, levensvoorziening, gezondheid en voeding
aan een duizendtal vrouwen en mannen van de Pashai etnische
minderheid. Ondanks de aanhoudende conflictsituatie in het
land, blijft het project zich toeleggen op educatie, voornamelijk
voor vrouwen en meisjes. De deelnemers leren om geschreven
informatie te gebruiken, zowel in hun lokale taal als in het Pashtu,
één van de twee officiële talen van het land.
22
De Pashai zijn een etnische minderheid in het oosten van
Afghanistan. Pashtu is de taal van de politiek, de economie en het
onderwijs in de regio en voor het Pashai programma opgestart werd,
hadden veel Pashai geen toegang tot volwassenenonderwijs en
kregen meisjes en vrouwen formeel noch non-formeel onderwijs.
Meertaligheid bevorderen
De liefdadigheidsorganisatie SERVE startte het project op
omdat er een sterke behoefte leefde in de gemeenschap voor een
alfabetiseringsprogramma. Met steun van de provinciale overheid
werd het programma in 2006 uitgebreid om ook de Pashai taal aan
bod te laten komen in alfabetiseringscursussen voor meisjes en om
te starten met een proces om een tweetalig onderwijsprogramma
te introduceren in het formele onderwijssysteem.
Oorspronkelijk waren alle lessen in het Pashtu maar een comité
ontwikkelde een spelling voor het Pashai en lesmaterieel
die momenteel worden uitgetest en aangepast. Er worden
ook leden van de gemeenschap opgeleid tot leerkrachten om
alfabetiseringscursussen te geven.
Het uitgangspunt van het project is dat geletterde individuen, zowel
vrouwen als mannen, beter in staat zijn om informatie op te doen en
te delen en dat ze meer mogelijkheden hebben om te functioneren
op de arbeidsmarkt. Het is ook de bedoeling dat Pashai een plaats
krijgt in het meertalige curriculum van openbare scholen.
www.serveafghanistan.org
Gemeentelijke alfabetiseringsraad
Filippijnen
De tweede UNESCO Confucius Prize for Literacy is uitgereikt
aan de gemeentelijke alfabetiseringsraad van Aago, in La Union
in de Filippijnen, voor het levenslang leren programma dat een
ruim aanbod aan onderwijskansen creëerde voor de bevolking. De
lokale overheid coördineert de activiteiten die van groot belang
zijn om analfabetisme te bestrijden en duurzaam levenslang leren
te introduceren in de 49 dorpen in het gebied. Het project wordt
gefinancierd met bijdragen van de overheid, ngo’s, de privésector
en internationale donors.
Enerzijds slaagde een goed gestructureerd alfabetiserings- en
post-alfabetiseringsprogramma erin om het analfabetisme in de
regio aanzienlijk terug te dringen. Anderzijds zijn er studiebeurzen
voor kinderen die goed presteren maar die zonder steun wellicht
nooit verder zouden studeren. En tenslotte voorziet de raad in
opleidingen afgestemd op het verwerven van een levensonderhoud.
De aangeboden cursussen bestrijken een breed spectrum, gaande
van lassen tot therapeutische massage en omvatten ook heel wat
inheemse ambachten.
Meer dan cijfers en letters
De holistische benadering komt tot uiting in de zes punten
waaraan het accreditatieprogramma van de raad aandacht
besteedt, met name communicatieve vaardigheden, kritisch en
probleemoplossend denken, duurzaam gebruik van middelen en
productiviteit, zelfontplooiing, gemeenschapszin en het uitbreiden
van het eigen wereldbeeld. >
Het aanbod aan opleidingen en cursussen omvat ook kinderzorg,
hygiëne en preventie van besmettelijke ziekten. Landbouwers
kunnen specifieke opleidingen volgen om hun oogsten en hun
inkomsten te verbeteren. Ook leerkrachten en gemeenschapwerkers
worden aangemoedigd om hun kunde aan te scherpen, bijvoorbeeld
via computeropleidingen.
Inclusieve aanpak
Veel van de opleidingen vinden plaats in de vier
gemeenschapsleercentra die zijn opgericht in de regio. Mensen uit
afgelegen gebieden worden bereikt door rondreizende leerkrachten
en mobiele bibliotheken.
De manier waarop het bestuur van Aago een klimaat van duurzame
alfabetisering schept, ligt volledig in de lijn van de ambitie van het
VN Decennium voor Alfabetisering om mensen via geletterdheid
beter in staat te stellen om voor zichzelf en hun omgeving te zorgen
en om zich persoonlijk te ontwikkelen. De grote sterkte van het
programma is dat het alfabetisering niet als een alleenstaand doel
beschouwt maar als een onderdeel van voortgezet onderwijs en
levenslang leren.
Praktisch georiënteerd
Inmiddels is er een gestructureerd curriculum opgebouwd
met een dertigtal cursussen over uiteenlopende onderwerpen.
Het basisalfabetiseringsprogramma richt zich tot volwassen
analfabeten en mensen die minder dan drie jaar school liepen. De
opleiding duurt één jaar en besteedt aandacht aan de basis van het
lezen, schrijven en rekenen en aan vaardigheden met betrekking
tot gezondheid, hygiëne, landbouw, bosbouw, gezinsplanning en
het milieu. Het post-alfabetiseringsprogramma borduurt voort op
de basiscursus en duurt negen maanden. De nadruk ligt op het
verstrekken van praktische informatie aangaande thema’s zoals
gezondheid, hygiëne, hiv en aids, kinderzorg en opvoeding, met
de bedoeling om de levenskwaliteit van de cursisten te verbeteren.
De lesgevers houden de cursisten bij de les met technieken zoals
demonstraties, discussies en toneelvoorstellingen.
Er is ook een flexibel programma om op eigen houtje te leren dat
beschikbaar is in 22 gemeenschapsleercentra. Het programma biedt
lesmateriaal aan en hulpmiddelen om praktische vaardigheden te
oefenen zoals naaimachines en werkgerief voor houtbewerking.
Er zijn ook leeshoeken en een bibliotheek waar mensen hun
leesvaardigheid kunnen onderhouden.
www.agooweb.com
Non-formeel en voortgezet onderwijs
Bhutan
De meeste leerkrachten zijn zelf actief in de landbouw en kiezen
zelf de best geschikte momenten om de lessen te laten doorgaan.
Als er geen leercentrum of school in de nabijheid is, geven ze de
lessen bij iemand thuis of in een schuur.
De Eervolle Vermelding van de UNESCO Confucius Prize for
Literacy was voorbehouden voor een programma voor nonformeel en voortgezet onderwijs van het ministerie van Onderwijs
van Bhutan. De holistische benadering van alfabetisering die het
uitgangspunt vormt van het programma toonde zich bijzonder
succesvol om ook de meest afgelegen gebieden van het land te
bereiken. Ook de overtuiging die uitgaat van het programma dat
alfabetisering een integraal onderdeel vormt van het ‘nationale
geluk’ en de nadruk die het legt op het aanspreken van volwassenen
en jongeren die niet naar school gaan, in het bijzonder vrouwen en
meisjes, wist de jury te bekoren.
Sociale vooruitgang
Het programma werpt vruchten af in dit bergachtige land
gekenmerkt door een zeer verspreide bevolking waardoor het
voorzien van sociale diensten moeilijk is. Er is vooruitgang geboekt
in het verspreiden van informatie over hiv en aidspreventie en
kinderzorg. Vrouwen hebben verantwoordelijkheid opgenomen
en zetelen in de lokale besturen van hun gemeenschappen.
Ook de hygiëne en de levensstandaard ging erop vooruit. En
niet te vergeten: voor veel mensen betekent het een belangrijke
persoonlijke ontwikkeling. Zo kunnen ze nu corresponderen met
vrienden en familie die niet in de buurt wonen.
Het programma begon in 1992 in vijf pilootcentra waar het
lesgeven zich concentreerde op het Zhungkha, de nationale taal.
Sindsdien bereikte het 135.000 mensen, waarvan 70 procent
vrouwen, en leidde het tot de oprichting van 700 centra voor nonformeel onderwijs.
Het programma blijft zich ontwikkelen maar doet dit enkel
op vraag van de gemeenschappen. De overheid houdt eraan
dat gemeenschappen zelf om de programma’s vragen en
ze implementeren. Op die manier ontstaat een gevoel van
betrokkenheid die de duurzaamheid garandeert. Het laat ook toe
om maximaal in te spelen op de behoeften van de cursisten.
Marino Bultinck
23
De berichtgeving brengt ook evenwicht in de verslaggeving
door aandacht te besteden aan onderwerpen die vrouwen in
het bijzonder aanbelangen zoals verkrachting en geweld tegen
vrouwen. Onderwerpen die voordien nauwelijks aan bod kwamen
in de (lokale) media. In maart 2004 kreeg de krant de Chameli Devi
Jain Award, één van de meest prestigieuze persprijzen van India.
Vrouwen die hun echtgenoot verloren in één van de vele oorlogen
die het land kende, verkeerden in de moeilijkste situatie omdat ze
hun gezin moesten zien op te voeden vrijwel zonder mogelijkheden
om in hun levensonderhoud te voorzien.
UNESCO info
Lokale verankering
Eén van de sterke punten van het Khabar Lahariya is dat het
gaat om journalistiek door het dorp, over het dorp en voor het
dorp. De vrouwen schrijven over allerlei onderwerpen, gaande
van de plannen om een cementfabriek in te planten waardoor
een groengebied bedreigd wordt over het betalen van vrouwen
om deel te nemen aan lokale verkiezingen tot de oorlog in Irak.
Op basis van de artikels hebben inwoners de lokale overheden al
ter verantwoording geroepen en ontvingen mensen compensaties
voor onrecht dat hen was aangedaan.
Publicaties
Publicaties
Boeken
Global Education Digest 2009
The 2009 Global Education Digest
(GED) presenteert een breed scala
aan
onderwijsindicatoren
om
de
vooruitgang inzake Onderwijs voor
Allen (EFA – Education for All) en de
Millenniumsontwikkelingsdoelstellingen
te beoordelen. Deze indicatoren laten
vergelijkingen
tussen
landen
toe
en bieden maatstaven aan voor het
meten van de prestaties van nationale
onderwijssystemen.
De Digest verzamelt gegevens van het
schooljaar dat eindigde in 2007 of van het
laatste jaar waarover gegevens beschikbaar
zijn. Van een klein aantal landen bevat
hij ook data uit 2008. De data worden
weergegeven in tabellen van het World
Education Indicators (WEI)-programma,
die vergelijkingen mogelijk maken tussen
een groep van 62 landen, met inbegrip
van landen die lid zijn van de Organisatie
voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling (OESO). De voorgestelde
tijdreeksen van gegevens over het tertiair
onderwijs gaan terug tot 1970.
Specifiek aandachtspunt van deze uitgave
is de analyse van de opkomende mondiale
trends in het tertiair onderwijs, waaronder
de snelle groei van het hoger onderwijs
sinds 1970, de veranderende patronen in
het tertiair onderwijs inzake studiekeuze,
en in het bijzonder, de veranderingen
tengevolge van de internationale mobiliteit
van studenten.
http://publishing.unesco.org/details.
aspx?Code_Livre=4700
Jalons pour une alphabétisation au
service du développement durable
Dit boek bundelt twee aanvullende
studies van Harbans S. Bhola en Sofia
Valdivielso Gómez, die de zesde
editie van de International Prijs voor
Geletterdheidsonderzoek
van
het
UNESCO Instituut voor Levenslang
Leren in Hamburg deelden.
De tekst van professor Bhola is een
systematische studie van de mogelijke
combinaties tussen de dynamiek van
analfabetisme onder volwassenen en de
bevordering van duurzame ontwikkeling.
Dr Valdivielso Gómez pleit voor de
integrale aanpak van geletterdheid en
duurzame ontwikkeling, geïnspireerd
door het werk van de filosoof Ken
Wilber.
Beide studies bieden waardevolle
maatstaven
voor
onderzoekers,
beleidsmakers en praktijkmensen in het
veld.
om het recht op onderwijs voor hun
bevolking in de praktijk te brengen.
De uitgave eindigt met een voorstelling
van de belangrijkste uitdagingen die
moeten overwonnen worden op weg
naar onderwijs voor iedereen, zoals het
veiligstellen van gelijke onderwijskansen,
het wegwerken van ongelijkheden en
onrechtvaardigheden in het onderwijs,
het valoriseren van het lerarenberoep, het
verstrekken van gratis basisonderwijs, het
moderniseren van nationale wetgeving, een
betere financiering van het onderwijs en
het aanwakkeren van de maatschappelijke
interesse voor onderwijs.
Het recht op onderwijs is uitgegeven door
het UNESCO Platform Vlaanderen en kan
je gratis ontvangen door een mailtje te
sturen naar [email protected]
http://publishing.unesco.org/details.
aspx?Code_Livre=4706
Folder
Het recht op onderwijs
Iedereen heeft recht op onderwijs. Ervoor
zorgen dat iedereen ook daadwerkelijk
van dit recht kan genieten, is een integraal
onderdeel van UNESCO’s opdracht om
“volledige en gelijke onderwijskansen
voor iedereen” te verzekeren. Niettemin
blijven er wereldwijd tot op de dag
van vandaag nog steeds miljoenen
kinderen en volwassenen verstoken van
basisonderwijs.
De in deze rubriek voorgestelde titels
die door UNESCO zijn uitgegeven,
kan je snel, veilig en gemakkelijk
bestellen via de website die onder
elk stuk vermeld is. Een compleet
overzicht van de andere publicaties
van de UNESCO kan je raadplegen
op http://publishing.unesco.org
De voorgestelde boeken kan
je ook consulteren in ons
documentatiecentrum gevestigd op
Zeelaan 24 in Koksijde. Een afspraak
maken kan via 058 52 36 41 of
[email protected]
Unesco nieuwsbrief
Deze folder geeft een overzicht van de
verschillende internationale instrumenten
die zijn ontwikkeld omtrent het onderwijs
en gaat nader in op de voornaamste
bepalingen en verplichtingen die erin
zijn opgenomen inzake het recht op
onderwijs.
Verder legt de publicatie uit welke
inspanningen UNESCO op verschillende
niveaus levert om lidstaten aan te zetten
Ontvang regelmatig informatie over
interessante ontwikkelingen op het
vlak van onderwijs, wetenschap,
cultuur en communicatie waarin
UNESCO een voorname rol speelt:
abonneer je op de elektronische
nieuwsbrief van het UNESCO
Platform Vlaanderen.
www.unesco-vlaanderen.be
kalender
1 oktober
1 - 3 oktober
5 oktober
5 oktober
6 - 23 oktober
9 oktober
10 oktober
14 oktober
16 oktober
17 oktober
24 oktober
24 oktober
Internationale Ouderendag
UNESCO Jeugdforum
Werelddag voor de leerkracht
Wereldhabitatdag
Algemene Conferentie UNESCO
Werelddag van de post
Werelddag voor mentale gezondheid
Internationale dag voor het bestrijden van natuurrampen
Wereldvoedseldag
Internationale dag voor uitroeiing van armoede
VN-dag
Werelddag voor informatie inzake ontwikkeling
6 november
14 november
15 november
16 november
19 november
20 november
20 november
21 november
25 november
29 november
Internationale dag voor het voorkomen van milieumisbruik
tijdens oorlog en gewapende conflicten
Werelddiabetesdag
Werelddag ter herinnering van verkeersslachtoffers
Internationale dag voor tolerantie
Wereldfilosofiedag
Universele dag van het kind
Dag voor de industrialisering van Afrika
Wereldtelevisiedag
Internationale dag voor de eliminatie van geweld tegen vrouwen
Internationale dag voor solidariteit met het Palestijnse volk
1 december
2 december
3 december
5 december
7 december
9 december
10 december
11 december
18 december
19 december
20 december
Wereldaidsdag
Internationale dag voor de afschaffing van de slavernij
Internationale dag voor mensen met een handicap
Internationale vrijwilligersdag voor economische en sociale ontwikkeling
Internationale dag voor de burgerluchtvaart
Internationale dag tegen corruptie
Mensenrechtendag
Internationale dag van de bergen
Internationale dag voor migranten
VN dag voor Zuid-Zuid samenwerking
Internationale dag voor menselijke solidariteit
VU Jean-Pierre Dehouck - ontwerp & druk: www.artypo.be
www.unesco-vlaanderen.be
Download