Driemaandelijks tijdschrift - Jaargang 2009 - Afgiftekantoor Koksijde 1 UNESCO info België - belgique P.B. 8670 KOKSIJDE 3/5303 Internationale richtlijnen voor seksuele opvoeding Meer doen voor ontwikkelingslanden Wete ns c h ap Volgende stap voor oceaanobservatie Focus Alfabetisering als ijkpunt voor ontwikkeling Erfgoed Restauratie van Babylon op gang schieten 74 UNESCO Inhoud België - Belgique P.B. 8670 KOKSiJDe 3/5303 Kort Hoofd Redactie: Marino Bultinck Driemaandelijks tijdschrift - Jaargang 2009 - Afgiftekantoor Koksijde 1 UNESCO info De vlag dekt de lading: korte berichten over wat er zich zoal afspeelt op het actieterrein van de UNESCO. 2 Internationale richtlijnen voor seksuele opvoeding Een reeks nieuwe richtlijnen moet landen helpen om een beter beleid te voeren rond seksuele voorlichting op school om zo de verspreiding van hiv en seksueel overdraagbare aandoeningen te bestrijden. 6 We moeten meer doen om ontwikkelingslanden te helpen Na tien jaar het Secretariaat van UNESCO te hebben geleid, blikt directeur-generaal Koïchiro Matsuura terug op de voornaamste evoluties onder zijn beleid. 9 De volgende stap voor oceaanobservatie Wetenschappers van over de hele wereld komen in september samen om te bespreken hoe oceaanobservatie zich in de toekomst moet ontwikkelen om tegemoet te komen aan sociale en economische behoeften en om het klimaatbeleid beter te ondersteunen. 11 Restauratie van Babylon op gang schieten Een rapport formuleert concrete aanbevelingen om de geteisterde archeologische site van Babylon in Irak in eer te herstellen. 12 Democratie is het delen van macht Voormalig VN secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali praat over het belang om de globalisering te democratiseren en over het versterken van de solidariteit onder ontwikkelingslanden. 13 Chinees pilootproject voor bescherming jonge migranten Chinese steden krijgen te maken met een instroom van goedkope arbeidskrachten die bijdragen tot de economische ontwikkeling. Een pilootproject onder leiding van UNESCO wil ervoor zorgen dat de rechten van deze migranten gerespecteerd worden. 16 Alfabetisering als ijkpunt voor persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling De internationale gemeenschap van beleidsmakers, donors en hulporganisatie investeren onvoldoende in de alfabetisering van volwassenen terwijl nochtans voldoende is bewezen welke verstrekkende gevolgen alfabetisering kan hebben op de persoonlijke en de maatschappelijke ontwikkeling wanneer het op een duurzame en doelgerichte manier wordt aangepakt. 17 Boeken Global Education Digest 2009 Jalons pour une alphabétisation au service du développement durable 24 Folder Het recht op onderwijs 24 Bijzondere medewerkers: Wannes Devos, Jorn Van Thillo Druk en Vormgeving: Artypo - De Panne Verantwoordelijke Uitgever: Jean-Pierre Dehouck Volgende stap voor oceaanobservatie Correspondentieadres: Alfabetisering als ijkpunt voor ontwikkeling E rf g o e d Restauratie van Babylon op gang schieten Unesco info is het driemaandelijks tijdschrift van het UNESCO Platform Vlaanderen. Het wil de idealen en programma’s van de UNESCO beter bekend maken door in gewone mensentaal te vertellen wat de Organisatie dagdagelijks doet. UNESCO Platform Vlaanderen vzw Farasijnstraat 32 8670 Koksijde (Oostduinkerke) Het UNESCO Platform Vlaanderen is een niet-gouvernementele organisatie die fungeert als het centrale aanspreekpunt voor iedereen in Vlaanderen die informatie zoekt die verband houdt met de activiteiten en programma’s van de UNESCO. De organisatie staat eveneens in voor de coördinatie van een aantal Unescoinitiatieven in Vlaanderen en zorgt er via samen­werking en netwerking met andere partners voor dat de idealen van de UNESCO beter ingang vinden bij de civil society. Website: www.unesco-vlaanderen.be tel +32 (0)58 51 44 79 en 52 36 41 fax +32 (0)58 51 44 79 e-mail [email protected] 6 12 Webdesign: www.dekat.com Abonnementen: Voor € 10 per kalenderjaar kan je Unesco info al bij je in de brievenbus ontvangen. Het volstaat een briefje, fax of e-mail met je gegevens naar ons correspondentie­­adres te sturen om Unesco info voortaan thuis­gestuurd te krijgen. 16 UNESCO Platform Vlaanderen vzw geniet de steun van: Focus Dit project werd uitgevoerd met de financiële steun van de Vlaamse Regering. De Vlaamse overheid kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van dit tijdschrift. De UNESCO is de intergouvernementele Organisatie voor Onderwijs, Wetenschappen, Cultuur en Communicatie, een van de gespecialiseerde agentschappen van de Verenigde Naties. Het doel van de Organisatie bestaat erin om vrede en veiligheid te bevorderen door de samenwerking tussen landen te stimu- 17 Publicaties UNESCO info Wete n s c h a p Fo cus 74 Meer doen voor ontwikkelingslanden leren in de deelgebieden die tot haar actiedomein behoren teneinde een universeel respect voor rechtvaardigheid, de wet, mensenrechten en fundamentele vrijheden ingang te doen vinden voor alle volkeren ter wereld zonder onderscheid van ras, geslacht, taal of godsdienst. 1 Internationale richtlijnen voor seksuele opvoeding UNESCO Wereld Kort Een 250-tal vorsers, studenten, academici, politici en vertegenwoordigers van ngo’s bogen zich over klimaatverandering en bespraken de ethiek met betrekking tot het milieu en educatie rond dit thema. Eén van de aanbevelingen die uit de debatten voortkwamen, was dat UNESCO een kader van ethische principes zou moeten formuleren aangaande klimaatverandering. Gezien de aard en de omvang van de wetenschappelijke en sociale uitdagingen die verband houden met klimaatverandering, is er immers nood aan een beleid dat op mondiaal niveau gestuurd wordt en gebaseerd is op universele ethische principes die zowel consistent als flexibel zijn. Parallel met de vergaderingen liep er een forum waar jonge onderzoekers en studenten dezelfde thema’s bespraken. Hun input wordt opgenomen in het eindrapport van de vergadering. COMEST is een adviesorgaan en een reflectieforum dat in 1998 werd opgericht en bestaat uit 18 onafhankelijke experts. UNESCO voert het secretariaat van deze commissie die als opdracht heeft ethische principes te formuleren die kunnen dienen als criteria voor beleidsmakers in zaken die meer zijn dan puur economische aangelegenheden. Ze geeft ook advies aan UNESCO inzake haar Programma voor Ethiek van Wetenschap en Technologie. www.unesco.org/shs/ethics Handboek voor aidsverslaggeving “Wie spreekt kan zelfs bloem aan de man brengen, wie zwijgt kan zelfs rijst niet verkopen,” zo luidt een Nepalees gezegde. Het toont het belang van communicatie aan. Radio is het meest geschikte communicatiemiddel in Nepal waar een groot deel van de bevolking in (afgelegen) dorpen woont en de helft van de mensen niet kan lezen of schrijven. Gemeenschapradio’s kennen er veel bijval maar de snelle toename ervan zorgt dat er bestuur, vrijwilligerswerk en netwerking; nood is aan maatstaven en criteria. en kan toegepast worden in verschillende contexten, gaande van het mediabeleid Het door UNESCO ondersteunde tot de evaluatie van lokale stations. De Community Radio Support Centre (CRSC) publicatie is een waardevol instrument voor publiceerde daarom een handboek met een de ontwikkeling van gemeenschapsmedia, veelomvattende reeks indicatoren om de niet enkel in Nepal maar in gans Zuid-Azië kwaliteit van radiostations te meten. Het en andere wereldregio’s. put zowel uit ervaringen op het veld als uit internationale praktijken betreffende Met het nieuwe handboek is het CRSC niet radio maken. Als ingrediënten voor het aan zijn proefstuk toe. Eerder publiceerde succes van gemeenschapsradiozenders het al verschillende boeken zoals richtlijnen worden beschouwd: openbaarheid, voor het opstarten van een radiozender gemeenschapsvertegenwoordiging, lokaal en handboeken voor het produceren van relevante programmering, financiering uit programma’s en voor de strategische planning verschillende bronnen en waardering voor het van zenders. personeel, met inbegrip van vrijwilligers. www.nefej.org/pdf/crpa_book.pdf Het handboek bundelt een rijkdom aan kennis over gemeenschapradio en het potentieel en gebruik ervan. Het belicht sleutels tot succes zoals participatie en eigendom, inhoud, UNESCO en het Asia Pacific Institute for Boradcasting Development (AIBD) publiceerden een handboek met feitelijke, analytische en praktische informatie voor het produceren van televisieprogramma’s over hiv en aids. Evaluatie mediabehoeften in Afrika Alhoewel de algemene situatie in de regio van de Grote Meren aan het verbeteren is, blijft er nog veel te doen om vrede te consolideren op verschillende niveaus, vooral op het gebied van het verbeteren van de knowhow inzake verslaggeving over conflicten en verkiezingen. Tot die conclusie kwam een regionale conferentie in 2008. UNESCO plant daarom een uitgebreide evaluatie van de mediabehoeften die moet leiden tot de oprichting van een medianetwerk voor vrede en verzoening. Het project zal ook een regionale strategie ontwikkelen om de lokale knowhow te vergroten en zal meer middelen mobiliseren. De nadruk zal liggen op het verbeteren van de verslaggeving rond gevoelige thema’s zoals conflicten en verkiezingen, op het harmoniseren van mediawetgeving, en op het ontwikkelen van professionele maatstaven en ethische codes die het moeten mogelijk maken voor media om vrij en veilig te werken. Het UNESCO-kantoor in Nairobi gaf in september 2009 het startschot voor verschillende veldonderzoeken en studies. Bestaande regionale mediastructuren zullen ingeschakeld worden om persvrijheid te promoten en op te volgen, en om gezamenlijke activiteiten op te zetten om opleidingen te voorzien voor mensen die actief zijn in de media. De landen die behoren tot de regio van de Grote Meren zijn: Angola, Burundi, Centraal Afrikaanse Republiek, Democratische Republiek Congo, Republiek Congo, Kenia, Oeganda Rwanda, Soedan, Tanzania en Zambia. impact van hiv en aids,” aldus directeur Javad Mottaghi. “Omroepen kunnen helpen om de kennis over het onderwerp te vergroten door ervoor te zorgen dat hun personeel up-to-date en geïnformeerd blijft over alle aspecten van hiv. Ze kunnen zelfs levens redden door het publiek te betrekken in discussies en dialoog over de controversiële aspecten die verbonden zijn met het probleem.” Het handboek richt zich zowel tot televisieproducenten als tot mensen die mediaprofessionals opleiden. Het put uit voorbeelden van diverse succesvolle audiovisuele producties. De publicatie en de bijbehorende DVD zijn geproduceerd in het kader van het UNESCO Netwerk van Jonge Televisieproducenten over Hiv en Aids. Sinds 2002 namen wereldwijd meer dan 200 TV-producenten deel aan AIBD kreeg steun van UNESCO bij het opleidingen van het netwerk en samen ontwikkelen van het handboek. De bruikbaarheid produceerden ze een honderdtal bijdragen ervan werd uitgetest tijdens verschillende voor gratis uitzending in 74 landen. workshops met televisiemedewerkers. “We kunnen niet voorbijgaan aan de omvang en de www.unesco.org/webworld/en/hiv-handbook Olympisch volleybalkampioene krijgt eretitel van UNESCO Tijdens een ceremonie op de hoofdzetel van UNESCO in Parijs duidde de topman van UNESCO, Koïchiro Matisuura, de Braziliaanse volleybalkampioene Jackie Silva aan als UNESCO Champion for Sport. Jackie Silva begon haar volleybalcarrière op 14-jarige leeftijd toen ze begon te spelen voor het Braziliaanse nationaal team. In 1994 riep de Vereniging van Volleybalprofessionals haar uit tot beste speelster ter wereld. In 1996 werd ze op de Olympische Spelen van Atlanta de Met deze nieuwe aanduiding wil UNESCO eerste Braziliaanse atlete die goud veroverde, meer aandacht vragen voor haar inspanningen samen met haar landgenote Sandra Pires. op het vlak van inclusief onderwijs. Deze vorm van onderwijs is gebaseerd op het universeel Na een glorieuze carrière als sterspeelster in recht op kwaliteitsvol onderwijs en combineert Brazilië, Italië en de Verenigde Staten, richtte educatie met persoonlijke ontwikkeling. ze in 1999 het Jackie Silva Instituut en het eerste Daarbij gaat bijzondere aandacht uit naar Jackie’s Volleyball Club sportcentrum op. Het kwetsbare en achtergestelde groepen en instituut werd geboren vanuit de overtuiging streeft men naar de ontwikkeling van het dat sport sociale banden kan smeden tussen potentieel van elk individu. Jackie Silva deelt jonge mensen. Inmiddels heeft het instituut de overtuiging van UNESCO dat sport kan 49 centra, verspreid over de deelstaat Rio de bijdragen tot vrede en ontwikkeling. De atlete Janeiro die gerund worden in samenwerking zal zich actief inzetten om onderwijsprojecten met lokale overheden en ngo’s. Ze proberen van UNESCO te promoten, vooral in nieuwe talenten te ontwikkelen en kansen Portugeessprekende landen. te bieden aan kwetsbare en achtergestelde jongeren. Er zijn zo’n 6.000 kinderen en Als UNESCO Champion for Sport treedt jongeren, van 8 tot 16 jaar oud, ingeschreven Jackie Silva in de voetsporen van sportlui zoals in de centra. Naast sporttrainingen organiseren Justine Henin (tennis), Michael Schumacher de centra workshops en lezingen rond hiv (Formule 1), Usain Bolt (atletiek), Vitali en aidspreventie, tienerzwangerschap en & Wladimir Klitschko (boksen) en Sergei druggebruik. Bubka (atletiek). UNESCO rondt project over wereldgeschiedenis af Toen UNESCO zich voornam om de wereldgeschiedenis te beschrijven vanuit het perspectief van de betrokken regio’s en bevolkingen, was duidelijk dat het een werk van lange adem zou worden. Uiteindelijk is 57 jaar lang gewerkt aan een collectie die 51 boekdelen telt en waar meer dan 1.800 historici tot bijdroegen. Om het afronden van het project te vieren, organiseert UNESCO een symposium op haar hoofdzetel in Parijs op 5 en 6 oktober 2009. Er zal worden teruggeblikt op wat er is gerealiseerd en nagedacht over hoe dit werk, dat uniek is in zijn genre, navolging kan krijgen. Tijdens het symposium zullen de voorzitters van de wetenschappelijke comités van de zes collecties ervaringen uitwisselen en duidelijk maken welke uitdagingen ze hebben overwonnen tijdens de realisatie van het project. UNESCO publiceerde zes veelomvattende collecties: een algemene reeks over de geschiedenis van de mensheid, een reeks over de verschillende aspecten van de Islamitische cultuur en regionale reeksen over de algemene geschiedenis van Afrika, de Caraïben, Latijns-Amerika en Centraal-Azië. De collecties onderscheiden zich doordat ze beogen om tot een beter begrip van de beschavingen te komen door de evolutie van samenlevingen en culturen te beschrijven en aandacht te besteden aan de uitwisselingen en interacties tussen de verschillende delen van de wereld. Ze weerspiegelen de visie van de betrokken bevolkingen, een perspectief dat vaak vervormd of genegeerd werd door kolonisators en de heersende grootmachten die doorgaans de geschiedenis schrijven. www.unesco.org/culture/fr/histories UNESCO info Tijdens de zesde vergadering van de Commissie voor de Ethiek van Wetenschappelijke Kennis en Technologie (COMEST), gehouden van 16 tot 19 juni 2009 in Kuala Lumpur (Maleisië) liep klimaatverandering als een rode draad door de verschillende debatten. Indicatoren voor lokale radio 3 Klimaatverandering focus van ethiekcommissie Kort Samenwerking rond sociale ontwikkeling in Oost-Afrika Archief Insolvente Boedelkamer behoort tot Geheugen van de Wereld De Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC) organiseert van 5 tot 8 oktober 2009 een forum voor ministers bevoegd voor sociale ontwikkeling in Bujumbura (Burundi). De bijeenkomst wordt gesteund door het Programma voor Management van Sociale Transformaties van UNESCO (MOST) en zal nagaan welke resultaten zijn geboekt na de afspraken van het eerste dergelijk forum dat plaatsvond in Kigali (Rwanda) in september 2008. Op 30 juli 2009 besliste UNESCO om het archief van de Insolvente Boedelkamer, dat zich in het Antwerpse stadsarchief bevindt, op te nemen in het Register van het Geheugen van de Wereld. Dat is de lijst van de door UNESCO erkende topstukken en collecties documentair erfgoed van wereldniveau. Het Forum van Ministers voor Sociale Ontwikkeling van Oost-Afrika is opgericht als een instrument om op lange termijn ervaringen te kunnen uitwisselen en beleid en benaderingen op elkaar te kunnen afstemmen om te werken aan brede sociale problemen zoals armoedebestrijding. Het is ook een hulpmiddel om de inspanningen te coördineren ter realisatie van de Millenniumontwikkelingsdoelstellingen. UNESCO info Met haar Programma voor Management van Sociale Transformaties (MOST) leidt de UNESCO diverse studies over internationale migratie, multicultureel beleid en stedelijke problematiek via een waaier van projecten ter plaatse, overleg en advies en universitaire netwerken. MOST streeft ernaar om de band tussen onderzoek, beleid en praktijk te versterken en om samenwerkingsverbanden te smeden op het vlak van strategieën, programma’s en geografische actualiteit. Het accent ligt steeds op de strijd tegen sociale uitsluiting en armoede. 4 www.unesco.org/shs/most Voorafgaand aan de 35ste Algemene Conferentie van UNESCO die gehouden wordt van 6 tot 23 oktober 2009 op de hoofdzetel van de Organisatie in Parijs, organiseert UNESCO een aantal conferenties om input te verzamelen van verschillende partners. Tijdens de Algemene Conferentie zullen vertegenwoordigers van de 193 lidstaten van de Organisatie het programma en de begroting voor de komende twee jaar bepalen en een nieuwe directeurgeneraal benoemen. De Japanner Koïchiro Matsuura, wiens tweede ambtstermijn afloopt, zal opgevolgd worden door de Bulgaarse Irina Bokova die de eerste vrouw wordt aan het hoofd van UNESCO (zie verder in dit nummer). UNESCO onderhoudt formele relaties met verschillende partners zoals internationale ngo’s, stichtingen, geassocieerde scholen, Sinds 1999 organiseert UNESCO telkens een Jeugdforum aan de UNESCO Leerstoelen, wetenschappelijke instellingen, Goodwill vooravond van de Algemene Conferentie. Dit jaar worden er van Ambassadeurs en UNESCO Clubs en Centra die brede lagen van de 1 tot 3 oktober 143 jongeren uit 96 landen verwacht, samen met bevolking vertegenwoordigen en hun stem kunnen laten horen tijdens een vijftigtal waarnemers van 34 internationaal georiënteerde inhoudelijke besprekingen over het programma en de activiteiten van de jeugdorganisaties. De debatten zullen zich focussen op hoe Organisatie. Vertegenwoordigers van deze partners worden uitgenodigd jongeren betrokken kunnen worden bij het vinden van een uitweg op maandag 5 oktober om de samenwerking met UNESCO van de uit de economische crisis en over hoe UNESCO in de toekomst voorbije tien jaar te evalueren en om te bespreken hoe de band tussen jongeren nauwer kan betrekken bij haar werking, onder meer via UNESCO en haar partners in de toekomst kan versterkt worden. een bijsturing van het huidige opzet van het Jeugdforum. De laatste dag van het Jeugdforum is gewijd aan het opstellen van een verslag Gedurende de Algemene Conferentie organiseert UNESCO van de discussies dat door twee jongeren zal worden voorgesteld aan rondetafelconferenties met bevoegde ministers van haar lidstaten de Algemene Conferentie. over onderwerpen zoals de toekomst van UNESCO als multilaterale organisatie met specifieke aandacht voor het omgaan met de gevolgen Op zaterdag 3 oktober organiseert UNESCO een conferentie voor van de huidige economische crisis (8 oktober), onderwijs (9 oktober parlementsleden uit haar lidstaten. Meer dan 100 mensen kondigden en de voormiddag van 10 oktober) en het beheer van de oceanen (12 hun deelname aan, naast parlementsleden uit verschillende landen gaat oktober en de voormiddag van 13 oktober). Europese steden ten strijd tegen racisme De Europese Coalitie van Steden tegen Racisme houdt zijn derde algemene vergadering op 19 en 20 november 2009 in Toulouse (Frankrijk) om strategieën voor steden te ontwikkelen om racisme en discriminatie te bestrijden op basis van het Tien punten actieplan. Abonneer je op UNESCO nieuwsbrief Het UNESCO Platform Vlaanderen legt zich in de eerste plaats toe op het zo breed mogelijk verspreiden van informatie over de activiteiten en programma’s van UNESCO. Dat doet het onder meer via dit tijdschrift en door het uitbouwen van een website, het uitgeven van brochures en cd-roms rond specifieke UNESCO-prioriteiten en programma’s en door het runnen van een informatiecentrum waar mensen kunnen aankloppen met vragen die verband houden met UNESCO. Dat arsenaal is nu uitgebreid met een elektronische nieuwsbrief. van onderwijs, wetenschappen, cultuur en communicatie waarin UNESCO een voorname rol speelt, over de Vlaamse betrokkenheid bij UNESCO, over nieuwe publicaties en over nationale en internationale evenementen waar UNESCO-onderwerpen aan bod komen. Inschrijven op de nieuwsbrief kan via de website van het UNESCO Platform Vlaanderen of door een mailtje te sturen De nieuwsbrief brengt regelmatig actuele naar [email protected] informatie rechtstreeks in je mailbox over interessante ontwikkelingen op het vlak www.unesco-vlaanderen.be Het conferentieprogramma omvat een rondetafel en vijf werkgroepen, waarvan één voor en met jongeren. De rondetafel is bedoeld om nieuwe uitdagingen en partnerschappen te bespreken in de strijd tegen racisme. Er zullen zowel vertegenwoordigers van minderheden als van de steden aan deelnemen. Twee werkgroepen zullen ingaan op de vraag hoe het Tien punten actieplan kan worden toegepast in de praktijk. Om deze besprekingen te inspireren, zullen er succesvolle projecten worden voorgesteld op het gebied van werkgelegenheid, huisvesting en participatie en voorlichting van burgers. Twee andere werkgroepen zullen zich bezighouden met de belangrijkste uitdagingen waar steden voor staan, bijvoorbeeld de problemen die voortvloeien uit het dilemma tussen lokaal beleid inzake de bevordering van de sociale cohesie en het overheidsbeleid inzake veiligheid, evenals hoe rechts-extremisme te bestrijden op gemeentelijk en stedelijk niveau. De Europese Coalitie van Steden tegen Racisme is opgericht op initiatief van UNESCO in Neurenberg op 10 december 2004. Het is een netwerk van steden geïnteresseerd in het delen van ervaringen met het oog op het verbeteren van hun beleid om racisme, discriminatie en vreemdelingenhaat te bestrijden. Een Tien punten actieplan vormt de basis voor de activiteiten van de Europese Coalitie van Steden tegen Racisme. Het actieplan is bedoeld om de aangesloten steden in hun strijd tegen racisme en discriminatie te ondersteunen, hen te helpen om prioriteiten te stellen, hun strategieën te optimaliseren en hun samenwerking te intensiveren. Het actieplan definieert tien actieterreinen, elk aangevuld met verschillende concrete voorbeelden voor gemeentelijke maatregelen en activiteiten. www.citiesagainstracism.org UNESCO info Ander aandachtspunt zijn de gebieden waarop de EAC en UNESCO in de toekomst nauwer zullen gaan samenwerken, met name de strijd tegen hiv/ aids; de ontwikkeling van het basisonderwijs en de lichamelijke opvoeding; en het bevorderen van de gelijkheid tussen geslachten. Het UNESCO-programma voor het Geheugen van de Wereld is gericht op de wereldwijde sensibilisering voor het belang van roerend erfgoed en voor de bescherming, het behoud en beheer en de ontsluiting van waardevolle archieven en bibliotheekcollecties. Het Register van het Geheugen van de Wereld is het uithangbord van dit brede UNESCO-programma. In 2008 werd via de Vlaamse UNESCO Commissie, in samenwerking met FARO, het De documenten van de Insolvente Boedelkamer bevinden zich in het FelixArchief, het stadsarchief van Antwerpen. Om schuldeisers van gefailleerde personen of handelszaken te beschermen, beval de Antwerpse stadsmagistraat al in 1518 dat alle bezittingen en papieren van de ‘insolvente’ of in faling geraakte persoon moesten beheerd worden door een gerechtelijk ambtenaar: de amman. Zo kwamen tientallen archieven van handelaars en bedrijven terecht op het Antwerpse stadhuis. Deze archieven vormen een unieke staalkaart van het economische leven in de stad vanaf de 16de eeuw. Door het belang van Antwerpen als handelsmetropool in de 16de en 17de eeuw heeft het fonds ook een duidelijke internationale dimensie. Antwerpse handelaars hadden correspondenten in de hele wereld. Deze brieven uit Cadiz, Lissabon, Rome, enz… bleven allemaal bewaard in de Insolvente Boedelkamer. het om vertegenwoordigers van regionale organisaties die grensoverschrijdende debatten en samenwerking tussen parlementsleden organiseren. Thema’s op de agenda zijn de inspanningen voor Onderwijs voor Allen (EFA – Education for All), de bevordering van de persvrijheid, het propageren van mensenrechten en democratie, het omgaan met klimaatverandering en het normerend werk van UNESCO in de culturele en erfgoedsector. 5 Bedoeling van het forum is om gemeenschappelijke strategieën te ontwikkelen en te implementeren om de sociale ontwikkeling in de regio te bevorderen. De ministers zullen zich concentreren op vier hoofdthema’s: gezondheidszorg en sociale dienstverlening; onderwijs, wetenschap en technologie; cultuur, sport, gender, kinderen, jongeren, sociale bescherming en gemeenschapsontwikkeling; en het milieu en natuurlijke grondstoffen. Het archief van de Insolvente Boedelkamer is een van de 35 voorbeelden van documentair erfgoed die dit jaar in het Register zijn ingeschreven. Ook de dagboeken van Anne Frank werden dit jaar geregistreerd. Daarmee telt het Register nu 193 uitingen van documentair erfgoed. Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed, het kandidatuurdossier van het archieffonds van de Insolvente Boedelkamer ingediend bij UNESCO. UNESCO luistert naar partners Wereld verspreiding van hiv en seksueel overdraagbare aandoeningen te bestrijden. > Onderwijs < Internationale richtlijnen voor seksuele opvoeding Hiv-besmetting bij jongeren terugdringen en ervoor zorgen dat hun seksueel gedrag zo weinig mogelijk risico’s inhoudt voor hun gezondheid kan enkel via efficiënte programma’s voor opvoeding en voorlichting. Toch zijn dergelijke programma’s niet voorhanden in veel delen van de wereld. Daarom werkte UNESCO met een aantal partners internationale richtlijnen voor seksuele opvoeding uit. De richtlijnen leren opvoeders en leerkrachten hoe kinderen en jongeren het best kennis kunnen opdoen om zich te beschermen tegen misbruik en tegen ongewenste zwangerschap en seksueel overdraagbare ziekten waaronder aids. Jongeren zijn kwetsbaar Volgens UNAIDS, het Aidsprogramma van de Verenigde Naties, en de Wereldgezondheidsorganisatie zijn er wereldwijd meer dan vijf miljoen jongeren besmet met hiv en komt 45 procent van de nieuwe infecties voor bij jongeren tussen 15 en 24 jaar. Cijfers van de International Planned Parenthood Federation tonen dat er jaarlijks minstens 111 miljoen nieuwe besmettingen met seksueel overdraagbare aandoeningen Bij gebrek aan een vaccin tegen aids, is opvoeding het enige vaccin waarover we beschikken. zijn en dat er ruim vier miljoen meisjes van tussen 15 en 19 jaar een abortus ondergaan – de meerderheid in onveilige omstandigheden. Tien procent van de geboortes wereldwijd voltrekken zich bij tienermoeders, een groep met aanzienlijk meer moedersterfte dan bij oudere vrouwen. “Onderwijs is het beste middel waarover we beschikken om deze problemen aan te pakken,” zegt Mark Richmond, directeur van de UNESCO-divisie voor de Coörindiatie van VN-prioriteiten en UNESCO-coördinator voor hiv/aids. “Maar studies leren ons dat heel veel jonge mensen niet over de juiste informatie beschikt om zich te kunnen beschermen en betere beslissingen te nemen, met alle tragische gevolgen van dien. De nieuwe richtlijnen moeten daar verandering in brengen.” Niet dwingend “De richtlijnen zijn niet opgevat als een currciculum,” legt Richmond uit. “Ze gaan over het ‘wat’ en het ‘waarom’ van onderwerpen die aan bod moeten komen in strategieën om seksuele voorlichting te introduceren of te verbeteren.” > en recht; menselijke ontwikkeling; seksueel gedrag; en seksuele gezondheid. De richtlijnen schuiven leerobjectieven naar voor voor vier leeftijdsgroepen: 5-8, 9-12, 12-15 en 15-18+. Uitgebreide benadering De richtlijnen leggen uit wat seksuele voorlichting is en waarom het belangrijk is. Ze zijn opgesteld rond zes hoofdthema’s: relaties, waarden, houding en vaardigheden; cultuur, samenleving Marino Bultinck De richtlijnen werden besproken tijdens een internationale conferentie over seksuele voorlichting in Groot-Brittannië van 7 tot 9 september 2009 en worden eind oktober officieel gelanceerd op het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York. Seksuele opvoeding is even belangrijk als wiskunde De internationale richtlijnen voor seksuele opvoeding zijn opgesteld door Dr. Doug Kirby en Nanette Ecker, voormalig directeur van de dienst voor seksuele opvoeding in de school van de Sexuality Information and Education Council van de Verenigde Staten (SIECUS). Ze baseerden zich op 87 internationale studies (29 uit ontwikkelingslanden) en op de input van experts van gespecialiseerde ngo’s en VN-agentschappen. Welke aanpak is het meest efficiënt voor seksuele opvoeding? Doug Kirby: Het antwoord hang af van de vraag “efficiënt voor wat?”. Als het doel is om jongeren de informatie te geven die ze nodig hebben, zoals over menstruatie, of voor jongere kinderen waar baby’s vandaan komen, dat zijn er brede en veelomvattende programma’s nodig. In dit geval is het vergroten van kennis de doelstelling. Dergelijke programma’s zijn geschikt om mythes te ontkrachten en om tegemoet te komen aan het gebrek aan informatie. Als de doelstelling meer specifiek is, zoals bijvoorbeeld het verminderen van seksueel risicogedrag, dan moeten de programma’s meer gericht zijn en concrete aanbevelingen bevatten. De richtlijnen omvatten 32 zulke aanbevelingen waarvan er 13 specifiek gericht zijn op gedragsverandering. De gerichte aanpak moet geconcentreerd zijn op vaardigheden en interactief zijn door bijvoorbeeld rollenspellen te bevatten over hoe ongewenste seks te vermijden of over hoe je een condoom correct gebruikt. Richtlijnen doen stof opwaaien De internationale richtlijnen inzake seksuele opvoeding waaraan UNESCO twee jaar werkte schieten sommige mensen in het verkeerde keelgat. Vooral religieuze en conservatieve media in de VS vielen over een aantal passages in de ontwerptekst. Bij de leerdoelstellingen voor 5- tot 8-jarigen staat onder meer dat gepraat kan worden over masturbatie - “Het is niet schadelijk, maar moet privé gebeuren”. Bij het hoofdstukje over het voorkomen van zwangerschappen staat dat “onthouding van seksueel verkeer de meest efficiënte manier van contraceptie is”, maar ook dat “condooms en andere contraceptiva gebruikt kunnen worden om ongewenste zwangerschappen te vermijden”. Het is in deze passages dat verschillende religieuze en conservatieve media in de VS zich verslikten. Volgens UNESCO vergroten de criticasters deze passages bewust uit en gooien ze het kind met het badwater weg. “Bij gebrek aan een vaccin tegen aids, is opvoeding het enige vaccin dat we hebben”, zegt Mark Richmond, de coördinator voor hiv en aids bij UNESCO. Hij onderstreept dat de richtlijnen zijn gebaseerd op 87 studies van over de hele wereld en op de leerplannen uit 12 landen. Het kon niet beletten dat het VNBevolkingsfonds zijn steun voor het rapport op het laatste moment terugtrok, waarna de ontwerptekst van de website van UNESCO verdween. Wat niet betekent dat de Organisatie haar staart intrekt, aldus UNESCOwoordvoerster Sue Williams: “We proberen het debat weer terug te brengen tot de kern van de zaak: hoe kunnen we ervoor zorgen dat jongeren zich beter kunnen verdedigen tegen hiv, seksueel misbruik en ongewenste zwangerschappen.” De richtlijnen worden zoals voorzien eind oktober officieel voorgesteld. Nanette Ecker: Succesvolle programma’s voor seksuele opvoeding bezorgen jonge mensen specifieke informatie en vaardigheden die ze nodig hebben om veilig van de kindertijd tot de volwassenheid te evolueren. Dat is hun recht. Scholen kunnen de structuur en de context verschaffen om dit recht te garanderen. Wetenschappen en wiskunde worden beschouwd als belangrijke kennis waarover kinderen moeten beschikken voor hun eigen goed. Goede seksuele opvoeding zou ook op die manier naar waarde moeten worden geschat. Degelijke programma’s moeten zowel gebaseerd zijn op wetenschappelijke kennis als op de fundamentele rechten. In een wereld waarin zoveel kinderen kunnen te maken krijgen met ongewenste zwangerschap, seksueel misbruik en geweld, hiv en seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s), zou het een schande zijn als cruciale informatie over seksualiteit, relaties en seksuele gezondheid niet zouden worden doorgegeven aan jongeren. De leeftijdscategorieën in de richtlijnen beginnen met de groep van 5- tot 8-jarigen. Is vijf jaar niet wat jong om een concept als seksualiteit te begrijpen? Nanette Ecker: Kinderen worden geboren als seksuele wezens en volwassenen sterven als seksuele wezens. Seksualiteit strekt zich uit van geboorte tot overlijden. Een baby raakt zijn genitaliën aan omdat het goed aanvoelt. Een baby beschouwt dit niet als goed of slecht. Kinderen ontvangen boodschappen over seksualiteit op zeer jonge leeftijd maar beseffen snel dat volwassenen teveel gêne hebben om het over seksualiteit te hebben en dus praten ze erover met leeftijdsgenoten. Jammer genoeg zorgt dat ervoor dat ze op een gevaarlijke manier slecht geïnformeerd kunnen zijn over seksualiteit en seksuele gezondheid. We moeten beseffen dat veel kinderen en jongeren seksueel misbruikt worden en bloot staan aan risico’s zoals verkrachting, ongewenste zwangerschap, SOA’s en hiv. Daarom moeten we stap voor stap tewerk gaan en op jonge leeftijd beginnen met seksuele opvoeding, bijvoorbeeld door 5- tot 8-jarigen de correcte terminologie van hun lichaam aan te leren en uit te leggen hoe hun lichaam functioneert zodat ze over de juiste UNESCO info beleid te voeren rond seksuele voorlichting op school om zo de De richtlijnen zijn gebaseerd op wetenschappelijk onderbouwde gegevens en op de fundamentele rechten. Ze putten uit 87 studies van over de hele wereld, uit een doorlichting van curricula uit 12 landen en uit de richtlijnen van de Amerikaanse Raad voor Seksuele Informatie en Onderwijs. Ze zijn bedoeld voor beleidsmakers op het vlak van onderwijs, volksgezondheid en andere relevante domeinen die betrokken zijn bij het organiseren van seksuele voorlichting op school. > 7 Een reeks nieuwe richtlijnen moet landen helpen om een beter Wereld Na tien jaar het Secretariaat van UNESCO te hebben geleid, blikt Nanette Ecker: Programma’s zijn het meest efficiënt als ze zijn afgestemd op de unieke culturele, traditionele en religieuze invloeden die de gezondheidszorg kenmerken in een bepaalde streek. Elk land of elke regio heeft een bepaald ‘seksueel script’, zoals een filmscript, dat de wie, wat, waar, wanneer en waarom van seksueel gedrag in een bepaalde groep, cultuur of bevolking schetst. Aangezien kinderen en jongeren op verschillende manieren over seksualiteit leren, zoals via informatie, waarden, hun cultuur, tradities, familie, vrienden, gemeenschappen en media, moet met al deze factoren rekening gehouden worden bij het opstellen van programma’s. De richtlijnen behandelen schadelijke traditionele gebruiken. Stoot dit op weerstand in sommige gebieden? Nanette Ecker: Traditionele gebruiken zijn niet noodzakelijk slecht. Er zijn verschillende wonderlijke, positieve en al lang bestaande traditionele gebruiken die waardering verdienen en die jongeren een gevoel van verbondenheid, bewustzijn en identiteit verschaffen. Maar als traditionele geloofsovertuigingen een negatieve invloed hebben op de gezondheid of de sociale status van een persoon, worden ze als schadelijk beschouwd. Oude tradities laten zich net zomaar uitwissen. Ze kunnen vervat zijn in een traditionele cultuur en moeilijk te veranderen of te stoppen zijn. Het afschaffen van schadelijke praktijken zoals genitale verminking bij vrouwen en gedwongen huwelijken op jonge leeftijd, kan het best gebeuren door respect te tonen voor Welke raad zou u geven aan onderwijsministers die een programma voor seksuele opvoeding willen ontwikkelen of implementeren? Doug Kirby: Om te beginnen moeten ze nagaan welke de behoeften zijn van de jongeren in hun land en duidelijk weten wat ze willen bereiken: de verspreiding van hiv en SOA’s tegengaan, het aantal ongewenste zwangerschappen verminderen, mythes over seksualiteit ontkrachten en meer accurate informatie verspreiden, huwelijken op zeer jonge leeftijd verminderen… Vervolgens moeten ze programma’s selecteren die geschikt zijn om die doelstellingen te realiseren. Er zijn veel gegevens over wat efficiënt is en wat minder om seksueel risicogedrag te verminderen. Over de concrete resultaten van brede informatiecampagnes is minder cijfermateriaal beschikbaar. Dat is te wijten aan het feit dat de meeste landen zich tot nu toe vooral concentreerden op het terugdringen van het aantal hiv-besmettingen. Maar de overheid moet seksualiteit ruimer benaderen. Seksualiteit is meer dan hiv. Nanette Ecker: Ze moeten zich ook bewust zijn van hun verantwoordelijkheid. Zij zijn de belangrijkste leiders die veranderingen kunnen doordrukken. De beste resultaten worden geboekt door samen te werken met mensen uit verschillende disciplines. Ze moeten een draagvlak creëren op het niveau van de gemeenschappen in het land en instellingen helpen om hun capaciteit inzake het ontwikkelen en implementeren van programma’s voor seksuele opvoeding te vergroten. Goed opgeleide en gemotiveerde leerkrachten zijn essentieel om efficiënt seksuele opvoeding te verschaffen en dus is het belangrijk dat hun opleiding hen helpt om met vertrouwen seksuele onderwerpen aan te kaarten in de klas. Scholen moeten ook beseffen dat het nuttig is om ook ouders bij dergelijke programma’s te betrekken zodat er ook thuis over deze thema’s kan worden gepraat. En tenslotte moet van bij het begin de nadruk gelegd worden op het gezondheidsaspect dat verbonden is met seksuele opvoeding om eventuele tegenkanting te minimaliseren. directeur-generaal Koïchiro Matsuura terug op de voornaamste evoluties onder zijn beleid. > UNESCO < We moeten meer doen om ontwikkelingslanden te helpen De Japanner Koïchiro Matsuura had tien jaar lang de leiding van UNESCO in handen. Hij zette hoog in op Onderwijs voor Allen (EFA – Education for All) en op immaterieel cultureel erfgoed en drukt vooral zijn stempel op de Organisatie met de bestuurlijke hervormingen die hij doorvoerde en die tot meer transparantie moesten leiden. Aan het begin van uw mandaat gaf u aan dat Onderwijs voor Allen, en in het bijzonder voor meisjes en jongens, uw topprioriteit was. Niettemin blijft dat ook vandaag nog een grote uitdaging. Koïchiro Matsuura: Er zijn twee belangrijke aspecten aan Onderwijs voor Allen. Ten eerste is er de aandacht voor EFA binnen het systeem van de Verenigde Naties. Ten tweede is er het realiseren van de zes aangenomen doelstellingen in de ontwikkelingslanden. Naast UNESCO, zijn er vijf VN-organisaties actief rond EFA. Het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP), het Kinderfonds van de VN (UNICEF), het VN-Bevolkingsfonds (UNFPA) en de Wereldbank. In de jaren 1990 werkten deze agentschappen hard voor EFA maar er was duidelijk een gebrek aan coördinatie om doelgericht te kunnen werken. Daarom gaf ik aan de lidstaten de boodschap dat UNESCO bereid en capabel was om een voortrekkersrol op dat vlak te vervullen. De lidstaten gingen op dat voorstel in en sinds 2000 neemt UNESCO het voortouw en ontwikkelden we een mechanisme om aan de hand van indicatoren te kijken op welke domeinen we vooruitgang boeken en waar we nog tekortschieten. Die bevindingen worden jaarlijks in een rapport gebundeld, hetgeen een waardevol instrument is om de neuzen van alle betrokkenen in dezelfde richting te krijgen. Het is volgens mij niet voorbarig om nu al te analyseren welk pad we moeten bewandelen na 2015. UNESCO info 8 Op het gebied van de natuurwetenschappen wou u dat er meer aandacht ging naar het koppelen van wetenschappelijke vooruitgang aan ontwikkeling. Met betrekking tot menswetenschappen vond u dat er meer moest gebeuren omtrent de ethische implicaties van wetenschappelijke vooruitgang. Hoe evalueert u de verwezenlijkingen in deze twee domeinen? Koïchiro Matsuura: Inzake zoetwater en drinkwatervoorziening is veel vooruitgang geboekt. Meer dan twintig instanties binnen de VN werken rond water. Geleidelijk aan heeft UNESCO deze expertise samengebracht en inmiddels vervult ze een coördinerende rol zodat de som van de inspanningen meer is dan UNESCO moet in de toekomst meer actief worden op het terrein en ontwikkelingen niet enkel globaal willen sturen. die van de afzonderlijke delen. Een en ander resulteerde in het oprichten van het Wereld Water Programma en in de publicatie van het driejaarlijks Wereldwaterrapport, een veelomvattende evaluatie van de watertoestand in de wereld. Veel mensen hebben de indruk dat UNESCO weliswaar veel conferenties organiseert en talrijke rapporten publiceert, maar dat ze het dagelijks leven van mensen niet beïnvloedt. Koïchiro Matsuura: Dat is een verkeerde perceptie. We bouwen bijvoorbeeld netwerken uit van expertisecentra omtrent water die via deze weg meer knowhow kunnen opbouwen waarmee ze het waterbeleid in hun land kunnen sturen. Laten we het even over een thema hebben waarover iedereen plots lijkt te spreken en waarrond iedereen actief lijkt: klimaatverandering. Wat is de bijdrage van UNESCO in dit debat? Koïchiro Matsuura: De bijdrage van de Verenigde Naties in het debat rond klimaatverandering valt onder de verantwoordelijkheid van de secretaris-generaal. De rol van UNESCO bestaat erin om wetenschappelijke kennis en samenwerking te bevorderen en om aan monitoring te doen. Onderwijs is een andere belangrijke verantwoordelijkheid. We moeten ervoor zorgen dat toekomstige generaties over de juiste kennis beschikken zodat ze beter in staat, en meer geneigd zijn, om de problematiek aan te pakken. Hoe schat u de verwezenlijkingen van UNESCO’s sector voor Sociale en Menswetenschappen in? Koïchiro Matsuura: UNESCO heeft drie Verklaringen opgesteld omtrent bio-ethiek. Twee daarvan kwamen tot stand tijdens mijn mandaat. Maar jammer genoeg heerst er grote verdeeldheid onder de lidstaten inzake bio-ethiek. Dat leidde tot heel wat amendementen bij de ontwerpteksten van de verklaringen om tot een consensus te kunnen komen. Oorspronkelijk had ik de hoop dat we tot een bindende conventie betreffende bio-ethiek voor wetenschappelijk onderzoek zouden kunnen komen, op basis van de drie verklaringen, maar gezien de sterk uiteen liggende standpunten van de lidstaten, heb ik dat idee moeten laten varen. Ik blijf er echter van overtuigd dat UNESCO daarvan werk moet maken in de toekomst. > UNESCO info Is er een universele benadering van seksuele opvoeding die overal ter wereld werkt? Of moet de aanpak afgestemd zijn op culturele waarden? De richtlijnen spreken van voorlichting die cultureel relevant is. Doug Kirby: Een universele aanpak is mogelijk op voorwaarde dat die voldoende breed is. Je moet dezelfde instructies niet overal implementeren omdat de context en de behoeften variëren. De internationale richtlijnen kunnen en moeten worden aangepast bij hun toepassing. Een van de aanbevelingen is dat de implementering moet zijn afgestemd op de culturele waarden die kunnen verschillen tussen landen. Dit neemt niet weg dat er voldoende voorbeelden zijn van succesvolle programma’s die de vermindering van seksueel risicogedrag beogen in veel verschillende landen en delen van de wereld. de reden waarom ze oorspronkelijk zijn ontstaan, bijvoorbeeld om het overleven van families in bepaalde samenlevingen te verzekeren. Als de strijd tegen schadelijke traditionele gebruiken controversieel is, is het goed om steun te zoeken bij zij die erdoor getroffen zijn of bij lokale leiders die zich ertegen kunnen uitspreken. 9 woordenschat beschikken om vragen te kunnen stellen en om te kunnen vertellen wanneer ze geconfronteerd worden met ongepast seksueel gedrag of seksueel misbruik. Wereld Een ander domein waarin ethiek aan bod komt, is sport. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de aanvaarding van de antidopingconventie. Koïchiro Matsuura: Ik ben zeer trots op die conventie. Het WADA, het dopingagentschap van de IOC is geen intergouvernementele organisatie en omvat ook niet alle landen. Daarom kreeg UNESCO de opdracht om een bindende conventie op te stellen die alle landen zou betrekken. We kregen het op korte tijd voor elkaar: de conventie werd in 2005 aangenomen door de Algemene Conferentie en telde al snel voldoende lidstaten om ze van kracht te doen worden. In die zin is het één van de meest succesvolle conventies uit de geschiedenis van UNESCO. Reeds van in het begin van uw ambtstermijn toonde u zich zeer bekommerd om immaterieel cultureel erfgoed. Inmiddels is er een conventie van kracht die deze vorm van erfgoed beschermt. Daarop bent u vast heel trots. Maar waarom was het zo belangrijk voor UNESCO om zich rond dit onderwerp te profileren? Koïchiro Matsuura: UNESO had al een lange staat van dienst inzake de bescherming van materieel erfgoed maar niet van culturele tradities. In de context van de welbekende Werelderfgoedconventie van 1972 probeerde men daar weliswaar aan tegemoet te komen door bijvoorbeeld het concept van de culturele landschappen te introduceren, maar ik besefte dat dit onvoldoende was om de rijkdom van culturele tradities te vatten. Daarom besloot ik meer mensen en middelen te mobiliseren voor immaterieel cultureel erfgoed. In eerste instantie onder andere met de proclamatie van Meesterwerken van het Oraal en Immaterieel Erfgoed van de Mensheid en vervolgens met de ontwikkeling van een Conventie voor de Bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed die werd aangenomen in 2003 door de Algemene Conferentie. U voerde een hervorming door van het Secretariaat van de Organisatie. Hoe schat u het resultaat van deze hervormingen in? Koïchiro Matsuura: Ik begon met een hervorming van het personeelsbeleid, voornamelijk betreffende aanwerving en promotie. Er was ook een gebrek aan toezicht op de werking van de Organisatie, daarom voerde ik een nieuw systeem voor audit en evaluatie in. Toezicht is cruciaal om lidstaten, die onze werking financieren, informatie te verschaffen en aan te tonen dat we onze middelen efficiënt beheren en resultaten boeken. bij UNESCO. Ze studeerde aan het Moskous Staatsinstituut voor Internationale Betrekkingen en aan de Universiteit van Maryland (VS). Ze bouwde haar carrière uit in de politiek en de diplomatie. Ze was vice-minister van Buitenlandse zaken (19951996) en minister van Buitenlandse Zaken (1996-1997). In 1996, toen ze kandidaat was voor de functie van vice-president van Bulgarije, propageerde ze het Bulgaarse lidmaatschap bij de NAVO en de Europese Unie. Het personeel krijgt soms de indruk dat dit alles vooral voor meer papierwerk zorgt. Is er voldoende gedaan om het personeel te motiveren om in dit nieuwe systeem mee te stappen? Koïchiro Matsuura: Ik heb heel wat nieuwe managementtechnieken geïntroduceerd in de Organisatie en het is normaal dat dit aanpassingen vraagt van het personeel. In zekere zin bevinden we ons nog in een overgangsperiode totdat het personeel de technieken volledig onder de knie heeft. De Uitvoerende Raad koos uit negen kandidaten die op 15 september 2009 hun kandidatuur bij de vergadering kwamen toelichten: Ina Marciulionyte (Litouwen); Mohammed Bedjaoui (Algerije); Irina Gueorguieva Bokova (Bulgarije); Farouk Hosny (Egypte); Sospeter Mwijarubi Muhongo (Tanzania); Alexander Vladimirovich Yakovenko (Rusland); Ivonne Juez de A. Baki (Ecuador); Benita Ferrero-Waldner (Oostenrijk); Nouréini Tidjani-Serpos (Benin). Procedure De directeur-generaal van UNESCO wordt voorgedragen door de Uitvoerende Raad en benoemd door de Algemene Conferentie. Het mandaat loopt vier jaar (voor 2005 duurde het mandaat zes jaar) en kan één keer verlengd worden. De directeur-generaal staat aan het hoofd van de administratie van de Organisatie. Hoe blikt u terug op de relatie tussen het Secretariaat en de lidstaten? En hoe verwacht u dat de relatie zal evolueren? U slaagde erin om een aantal lidstaten, zoals de VS, terug naar UNESCO te doen keren. Waarmee hebt u hen overtuigd? Koïchiro Matsuura: Het was minder een kwestie van overtuigen dan van informeren. Eens ik aan de Verenigde Staten mijn hervormingen voorstelde, besloten ze om terug lid te worden van de Organisatie. Singapore was een ander verhaal, daar was meer overtuigingskracht voor nodig. De Uitvoerende Raad, die is samengesteld uit 58 lidstaten, is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma zoals dat is goedgekeurd door de Algemene Conferentie. De Raad komt twee keer per jaar samen om het programma en de begroting te controleren. De Algemene Conferentie is het belangrijkste beslissingsorgaan en bestaat uit vertegenwoordigers van alle lidstaten. De Conferentie komt eenmaal per twee jaar samen om de strategieën en beleidslijnen van de Organisatie uit te stippelen, en om het UNESCOprogramma en de begroting goed te keuren. Elke lidstaat heeft één stem. Wetenschappers van over de hele wereld komen in september samen om te bespreken hoe oceaanobservatie zich in de toekomst moet Tien jaar geleden zei u dat UNESCO geen op zichzelf staand eiland is maar een complex instrument dat ten dienste staat van de wereld. Bent u tevreden over de manier waarop het instrument er vandaag uitziet en functioneert? Koïchiro Matsuura: Het gaat de goede richting uit maar ik geef toe dat er nog veel werk is. Tot nu toe opereert UNESCO vooral op globaal niveau maar we moeten ons ook toeleggen op individuele landen en ontwikkelingslanden helpen om vooruitgang te boeken. Daarvoor zijn er meer kantoren in het veld, meer mensen en meer middelen voor het uitvoeren van programma’s nodig. Ik hoop dat de lidstaten deze visie zullen volgen en er ook naar zullen handelen. ontwikkelen om tegemoet te komen aan sociale en economische behoeften en om het klimaatbeleid beter te ondersteunen. > Wetenschap < De volgende stap voor oceaanobservatie Nino Muñoz Gómez Na een decennium lang te hebben gewerkt aan de integratie van UNESCO info Op dinsdag 22 september 2009 nomineerden de 58 leden van de Uitvoerende Raad de Bulgaarse Irina Gueorguieva Bokova voor de functie van directeur-generaal van UNESCO. De nominatie zal op 15 oktober 2009 ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Algemene Conferentie die vertegenwoordigers van de 193 lidstaten van de Organisatie samenbrengt in Parijs. Als de Algemene Conferentie haar benoemt, zal Bokova de eerste vrouw zijn die aan het hoofd van UNESCO staat. 10 Spannend verloop De verkiezing was bijzonder spannend. Pas na vijf stemrondes kon de voorzitter van de Uitvoerende Raad, ambassadeur Olabiyi Babalola Joseph Yaï (Benin), de nominatie bekendmaken. “Irina Bokova, de kandidaat voorgesteld door Bulgarije, is door de Uitvoerende Raad aangeduid met meerderheid van stemmen,” luidde het. De voormalige Bulgaarse minister van Buitenlandse Zaken won met 31 tegen 27 stemmen van Farouk Hosny, de Egyptische minister van Cultuur. Hosny werd lang gezien als favoriet, hoewel hij vorig jaar dreigde Israëlische boeken te zullen verbranden. Hosny verontschuldigde zich later voor deze uitspraken, maar het bleef een smet op zijn kandidatuur. Carrière Irina Bokova werd geboren in Sofia in 1952 en is ambassadeur voor Bulgarije in Frankrijk en de Permanente Vertegenwoordiger van haar land > Pionierswerk Tien jaar geleden, tijdens de eerste conferentie over een allesomvattend systeem voor de observatie van oceanen, formuleerden wetenschappers de doelstelling om satellietobservatie te combineren met waarnemingen van getijdenmeters en boeien om de stromingen van de oceanen te kunnen voorspellen. Ze brainstormden ook over methoden om de veranderingen in temperatuur en zoutgehalte op te volgen in delen van de oceanen waar tot dan toe nooit systematisch aan monitoring werd gedaan. Ze stelden eveneens een plan op om met drijvende instrumenten de temperatuur en het zoutgehalte te meten zodat ze over real-time gegevens konden beschikken van het oceaanwater tot op een diepte Gekoppelde waarnemingen uit verschillende bronnen zorgen voor een beter begrip van de werking en de invloed van oceanen. van 2.000 meter. Deze initiatieven leverden data op waarmee het Internationaal Panel voor Klimaatverandering (IPCC) uitspraken kon doen over de menselijke invloed op de verandering van het klimaat en leidden tot betere voorspellingen van belang voor de landbouw, de energievoorziening en de voorbereiding op stormen en leverden bovendien informatie op die de veiligheid van zeelieden fel verbeterden. OceanObs’09 zal de verwezenlijkingen van het voorbije decennium analyseren en de observatiesystemen in een nieuwe toekomstgerichte richting sturen. Bedoeling is om de geboekte UNESCO info Eerste vrouw aan het hoofd van UNESCO > 11 netwerken van observatiesystemen op aarde en met satellieten, wat leidde tot nieuwe observatiemethoden die een geweldige impact hadden op de wijze waarop klimaatveranderingen en evoluties van de fysieke kenmerken van de oceanen worden gemeten, zetten wetenschappers opnieuw koers naar onbekende wateren tijdens de OceanObs’09 conferentie in Venetië, van 21 tot 25 september 2009. Wereld een internationale troepenmacht er een militair kamp, waarna Babylon uiteindelijk terug in het beheer werd gegeven van de Iraakse Overheidsraad van Oudheden en Erfgoed (SBAH). Verwaarlozing Verschillende vaststellingen van diverse deskundigen en instellingen zijn gebundeld in het eindverslag, evenals de conclusies van twee wetenschappelijke missies in juli 2008 en in februari 2009 die plaatsvonden in opdracht van ICC Irak. Het is “bevredigend dat er geen tekenen zijn van opzettelijke of accidentele schade aan de site van Babylon sinds december 2004,” zo luidt het in het missieverslag van 2009. Grote problemen nu zijn verwaarlozing en gebrek aan onderhoud. De gerestaureerde gebouwen van Babylon zijn allemaal in slechte staat, in het bijzonder de Ninmakh Tempel, de Nabu-sha-Harre Tempel, de Ishtar Tempel, de Babylonische Huizen en het zuidelijke paleis van Nebukadnezar, en verdienen dringend aandacht.” Beleid sturen Het toegenomen begrip over hoe de oceanen werken, leidde tot een ontnuchterend bewustzijn over de impact van veranderingen op mariene ecosystemen. Meer kennis over hoe koolstof zich verplaatst tussen de atmosfeer, het land en de zee is essentieel om te kunnen opvolgen en inschatten welke de gevolgen zijn van beleidsmaatregelen om de uitstoot van CO2 terug te dringen. Marino Bultinck Meer informatie over OceanObs’09, de toonaangevende internationale conferentie over de toekomst van oceaanobservatie, is beschikbaat op www.oceanobs09.net Een rapport formuleert concrete aanbevelingen om de geteisterde archeologische site van Babylon in Irak in eer te herstellen. > Erfgoed < Babylon Restauratie van op gang schieten De Subcommissie Babylon van UNESCO’s Internationale Coördinatie Commissie voor de Bescherming van het Cultureel Erfgoed van Irak (ICC Irak) stelde op 10 juni 2009 op de hoofdzetel van de Organisatie in Parijs haar Eindverslag over de beoordeling van de schade in Babylon voor. Het rapport biedt een uitgebreide technische evaluatie van de huidige omstandigheden op de beroemde archeologische site. Het verzamelt verscheidene nationale verslagen en bevat de bevindingen van de twee meest recente inspecties door de leden van de commissie in 2008 en 2009. De conclusie van het rapport bevat een reeks toekomstgerichte aanbevelingen voor de bescherming, het herstel en het beheer van de site. UNESCO info Militair gebruik De archeologische site van Babylon werd door coalitietroepen gebruikt als militaire basis in 2003 en 2004, een schending die door een rapport van het British Museum in 2005 vergeleken werd met “de oprichting van een militair kamp rond de Grote Piramide in Egypte of nabij Stonehenge in Groot-Brittannië.” Er werd aanzienlijke schade toegebracht aan de archeologische site, het verslag spreekt over “graven, snoeien, schrapen en nivelleren” en schade aan de belangrijkste structuren “zoals de Ishtar Poort en de Processieweg”. Het nieuwe rapport beschrijft de aantasting van de site, niet alleen tijdens de periode van de militaire bezetting maar ook ervoor en erna. 12 “In het licht van de historische en archeologische betekenis van Babylon, waren de recente beschuldigingen van schade aan de site gedurende zijn militaire gebruik bijzonder ernstig,” vertelt Mohamed Djelid, directeur van het UNESCO-kantoor voor Irak. “Het rapport is belangrijk omdat het een beschrijving van de schade geeft waarover er internationaal overeenstemming is. Zonder met een beschuldigende vinger te wijzen, beschikken we nu over een duidelijk beeld van de situatie. Het biedt een uitgangspunt voor de grote uitdaging van restauratie en bescherming.” Het eindverslag wordt afgesloten met aanbevelingen van ICCIrak: de bepalingen van de Iraakse Oudheid wetten moeten worden nageleefd op de site van Babylon; de SBAH dient de archeologische implicaties voor de verstoorde gebieden te onderzoeken en er verslag over uit te brengen, en gebaseerd op de resultaten moet de SBAH een beheersplan voor de instandhouding van Babylon ontwikkelen en uitvoeren in nauwe samenwerking met UNESCO ICC – Subcommissie Babylon; de SBAH moet noodhulp bieden Archeologische schat Babylon ligt 90 km ten zuiden van Bagdad en was de hoofdstad van twee beroemde dynastieën uit de oudheid - Hammurabi (1792-1750 v. Chr.), die een van de eerste wetgevingen ter wereld introduceerde, en Nebukadnezar (604-562 v. Chr), die de Hangende Tuinen van Babylon liet bouwen, één van de zeven Wereldwonderen. De binnenstad heeft een oppervlakte van 2,99 km2 en de buitenste muren rondom de stad ten oosten en ten westen van de Eufraat omsluiten een gebied van 9,56 km2. Sinds 1935 is Babylon erkend als archeologische site en gebeurden er heel wat opgravingen, maar veel van het oude Babylon moet nog worden ontdekt. Het eindverslag beschrijft de recente bewogen geschiedenis van de site. Zo waren er de ambitieuze inspanningen van de Iraakse overheid tussen 1978 en 1987 waarbij oude gebouwen werden herbouwd, moderne faciliteiten werden geïntroduceerd en grote werken aan het landschap gebeurden. Sommige van die werken gebeurden ter voorbereiding van een nieuw paleis voor Saddam Hoessein en waren “nefast voor de site”. Vervolgens is de archeologische site geplunderd tijdens de oorlog in 2003. Stukken uit de Nebukadnezar en Hammurabi musea en van de Babylonische Bibliotheek en Archief werden gestolen en vernietigd. Tussen april 2003 en december 2004 installeerde Plunderingen gevolgd door militaire bezetting berokkenden veel schade aan de waardevolle archeologische site. ter herstel van de Ninmakh Tempel, de Nabu-sha-Hare Tempel, de Ishtar Tempel en de omwallingen van de binnenstad; en de SBAH moet de gedeeltelijke heropening van de site overwegen. Ten slotte moet alles in het werk gesteld worden om Babylon voor te dragen voor inschrijving op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Marino Bultinck Het twintig pagina’s tellende rapport over de situatie van de archeologische site van Babylon is in elektronische vorm te verkrijgen via [email protected] Voormalig VN secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali praat over het belang om de globalisering te democratiseren en over het versterken van de solidariteit onder ontwikkelingslanden. > Sociaal < Democratie is het delen van macht Op 15 september houden de Verenigde Naties jaarlijks de Internationale Dag van de > Democratie om het belang van dit concept te onderstrepen dat wereldwijd nog steeds onvoldoende in de praktijk wordt gebracht. Tijdens de eerste bijeenkomst van het bestuurscomité van het Permanent Forum voor Arabisch-Afrikaanse Dialoog in maart op de hoofdzetel van UNESCO in Parijs, sprak de ondervoorzitter van het Forum en voormalig VN secretaris-generaal Boutros Boutros-Ghali over de noodzaak om de globalisering te democratiseren en brak hij een lans voor meer Zuid-Zuid solidariteit. U bent voorzitter van het International Panel voor Democratie en Ontwikkeling dat is opgericht in 1998 door UNESCO. Wat heeft deze ervaring u bijgebracht? Is er volgens u slechts één model voor democratie of zijn er verschillende modellen? Boutros Boutros-Ghali: Democratie en ontwikkeling zijn onlosmakelijk verbonden. Je kan ze niet uit elkaar halen. De vraag is of je met ontwikkeling moet beginnen om tot democratie te komen of omgekeerd; eerst de democratie verzekeren om dan aan ontwikkeling te werken; of als je beide concepten best gelijktijdig aanpakt. Mijn antwoord is pragmatisch. In sommige landen is er nood aan ontwikkeling als een voorwaarde om democratie mogelijk te maken, bijvoorbeeld als 80 procent van UNESCO info Breed draagvlak Er zullen bijna 600 deelnemers uit 36 landen afzakken naar Venetië om te bespreken aan welke sociale en economische behoeften het systeem voor oceaanobservatie zou moeten voldoen het komende decennium. Ook het verzekeren van de duurzaamheid van de oceaanobservatie staat hoog op de agenda van de conferentie. Om de werking te verbeteren en verder te zetten zijn er inspanningen nodig van satellietagentschappen en in situ observatienetwerken. > 13 vooruitgang in kaart te brengen, wetenschappelijke bevindingen gebaseerd op globale oceaanobservatie te presenteren, te kijken naar de sociale en economische voordelen die voortvloeien uit deze benadering van oceaanobservatie, na te gaan waar de beperkingen liggen en vooruit te kijken naar wat er nodig is voor de komende tien jaar. Wereld alle mensen gelijk zijn: we hebben allemaal ouders en we zullen allemaal sterven. Neem nu het voorbeeld van een landbouwer uit het Zuiden; alhoewel hij niets gemeen heeft met een miljonair uit Californië zorgt het feit dat ze beiden individuen zijn ervoor dat ze dezelfde rechten hebben. Ondanks zijn rijkdom zal de miljonair ooit sterven, net als de landbouwer. De taal van de mensheid is die van de mensenrechten. We kunnen onderontwikkelde landen niet helpen zonder het principe te respecteren dat de mensenrechten universele rechten zijn. de bevolking honger lijdt of analfabeet is. Daartegenover staan landen die gekenmerkt worden als corrupt of autoritair waar ontwikkelingshulp afhangt van een verandering van regime. In dergelijke landen is democratie een noodzakelijke eerste stap maar er zijn geen vaste regels voor dergelijke kwesties. Elke situatie is anders. Maar eens gerealiseerd, zijn democratie en ontwikkeling onscheidbaar. UNESCO info Wat antwoordt u aan een jonge Arabier of Afrikaan die opwerpt dat hij niet is opgegroeid in een stam of een dorp maar in de wereld en dat zijn zorgen en problemen die van een moderne stad zijn? Boutros Boutros-Ghali: Ik heb niet gezegd dat het enkel via stammen is dat democratie zich kan ontwikkelen in de ArabischAfrikaanse regio, maar dat er naast de Europese manier van vertegenwoordiging ook een kamer kan zijn die de belangen van stammen vertegenwoordigt. Het ene sluit het andere niet uit. Het is niet enkel de jonge Arabier of Afrikaan die je moet betrekken maar ook de clan waartoe hij behoort. 14 Hebben de ontwikkeling van communicatienetwerken en de globalisering van de handel gevolgen voor de mensenrechten in de Arabisch-Afrikaanse regio? Boutros Boutros-Ghali: Globalisering zal een impact hebben op nationale democratieën in zoverre dat bepaalde problemen, zoals het milieu en de huidige economische crisis, niet kunnen worden opgelost op nationaal niveau maar een geïntegreerde Er zijn verschillende vormen van democratie, verschillende manier waarop bevolkingen kunnen deelnemen aan het zoeken van oplossingen voor de problemen waarmee ze geconfronteerd worden. internationale inspanning vergen. Nationale democratie, evenals nationale soevereiniteit, zullen aan belang verliezen ten voordele van ongebonden globale macht; vandaar het belang van de democratisering van de globalisering. Migratie centraal aandachtspunt in Arabisch-Afrikaanse dialoog Hoe kijkt u aan tegen de neiging van identiteiten om defensiever er strikter te worden als reactie op de steeds uitdijende globalisering? Boutros Boutros-Ghali: In het aanschijn van globalisering kunnen mensen inderdaad terugplooien op identiteiten die gedefinieerd worden door religie of etniciteit , of zelfs op het niveau van een dorp. De kwestie is om een evenwicht te vinden tussen het belfort (als een symbool voor de defensieve identiteitsprocessen in het Westen) en de satellietschotel (als een symbool voor de globalisering), of tussen de satellietschotel en de minaret (als symbool voor de defensieve identiteit in de moslimwereld). Zoals de dingen nu evolueren, zal de satellietschotel het halen op het ingraven van de identiteit. Vandaar de noodzaak om identiteiten te beschermen. De Conventie betreffende de Bescherming van Culturele Expressies, aangenomen door de Algemene Conferentie van UNESCO in oktober 2005, is een manier om het belfort, de minaret of zelfs de hindoetempel te beschermen. Het is cruciaal om tot vreedzame oplossingen te komen voor dergelijke problemen. Hoe relevant is het om te spreken over mensenrechten en democratie als het algemeen bekend is dat de grootste bedreiging voor de Arabisch-Afrikaanse wereld de economische en sociale kloof is? Boutros Boutros-Ghali: Eén van de obstakels voor democratisering en voor de bescherming van de mensenrechten is het grote lijden dat aan de gang is in de derde wereld. Iemand die niet kan lezen of schrijven ligt niet wakker van persvrijheid. Iemand die nog nooit buiten zijn dorp is gekomen, heeft weinig aan een paspoort om te kunnen reizen. Niettemin is er een gemeenschappelijke noemer voor de mensenrechten in die zin dat De eerste bijeenkomst van het Permanent Forum voor Arabisch-Afrikaanse Dialoog in december in Cairo zal zich buigen over de impact van migratiestromen in beide regio’s. Dat is beslist door het bestuurscomité van het Forum tijdens een vergadering in maart 2009 in Parijs op de hoofdzetel van UNESCO. Het is een problematiek die doorgaans wordt genegeerd door onderzoekers en beleidsmakers die meer geïnteresseerd zijn in het bestuderen en regelen van migratie naar Europa en Noord-Amerika. Met de keuze van dit thema, moedigt het bestuurscomité van het Forum regeringen uit beide regio’s aan om een beleid te ontwikkelen dat beter is afgestemd op de migratiestromen van Afrika ten zuiden van de Sahara naar de Maghreblanden en naar de Zuidelijk Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap (SADC). Deze migratie gebeurt op grotere schaal dan deze naar Europa. Tijdens de bijeenkomst van het comité raadde Pierre Sané, de adjunct-directeurgeneraal van UNESCO voor Sociale en Menswetenschappen, het Forum aan “om nieuwe voorstellen te doen voor het bespreken van de toekomst van de twee regio’s die inherent met elkaar verbonden zijn maar waarin de grenzen van elk land soms hermetisch zijn afgesloten.” Nadat hij erop wees dat het democratiseringsproces in Afrika en de Arabische landen constant moet worden geconsolideerd om “sociale vrede en economische vooruitgang te garanderen”, beklemtoonde Pierre Sané de noodzaak om “de creatieve energieën te bevrijden die enkel kunnen gedijen in een omgeving die vrij is van terreur en ellende.” > Het feit dat veel vooraanstaande figuren de opening van de bijeenkomst van het comité bijwoonden en dat er vertegenwoordigers aan deelnamen van organisaties zoals de Internationale Organisatie voor de Francophonie, het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Mensenrechten, de Liga van Arabische Staten, de Pan-Afrikaanse en Arabische parlementen en verschillende mensenrechtencommissies van Afrikaanse naties en landen uit het Midden-Oosten, wijst op de grote belangstelling voor het Forum waarin alle betrokken actoren vrij van gedachten kunnen wisselen over thema’s inzake democratie en mensenrechten die van toepassing zijn voor dit deel van de wereld. UNESCO info Promoten democratie en mensenrechten waarden waaraan de Arabisch-Afrikaanse wereld zich moet conformeren? Boutros Boutros-Ghali: Democratie is boven alles pluralisme: verschillende standpunten en verschillende meningen. Desalniettemin verschilt de realiteit van land tot land. In een land dat bestaat uit twintig stammen bijvoorbeeld, moet elke stam betrokken zijn bij de besluitvorming. Hetzelfde geldt voor een land dat bestaat uit 15 verschillende religieuze groeperingen. Het is dus belangrijk dat alle representatieve gemeenschappen deelnemen aan de besluitvorming. Er zijn verschillende vormen van democratie, verschillende manieren waarop bevolkingen kunnen deelnemen aan het zoeken van oplossingen voor de problemen waarmee ze geconfronteerd worden. Wat van belang is, is dat de macht niet in handen is van één persoon of één stam. Democratie is het delen van macht; het uitoefenen van macht door verschillende organisaties. Op welke uitkomst hoopt u voor het Arabisch-Afrikaanse Forum dat in december plaatsvindt in Cairo? Boutros Boutros-Ghali: We willen de Zuid-Zuid solidariteit versterken, oplossingen vinden voor gemeenschappelijke problemen van het Zuiden. Vanuit een zeker Eurocentrisme hadden we de neiging om steeds naar het Noorden te kijken. Daar moeten we van af stappen. Als onze conferentie erin slaagt om de solidariteit tussen landen van het Zuiden te verbeteren, zal er een eerste belangrijke stap gezet zijn. We worden geconfronteerd met problemen die te maken hebben met democratie, mensenrechten en migratie. Iedereen heeft de mond vol van migratie tussen Arabisch-Afrikaanse landen en Europa maar er wordt weinig geschreven over de migratie tussen Afrika en de Arabische wereld, tussen Arabische landen zelf of tussen Afrikaanse landen. 15 U woonde de eerste bijeenkomst bij van bestuurscomité van het Permanent Forum voor Arabisch-Afrikaanse Dialoog, georganiseerd door UNESCO in maart 2009. Waarom is een dergelijk forum nodig? Boutros Boutros-Ghali: Het kader is belangrijk omdat het Afrikaanse en Arabische landen samenbrengt. Vergeet niet dat de helft van de Arabische landen Afrikaanse landen zijn. Bovendien werden zowel Arabische als Afrikaanse landen onderworpen aan dezelfde Engelse en Franse kolonisatie. Dit gedeelde koloniale verleden leidt ertoe dat deze landen op een gelijkaardige manier omgaan met kwesties zoals democratie en mensenrechten. Een ander argument is dat er altijd werd gekeken naar de Noord-Zuid relaties – tussen Europa, Amerika, Afrika en Azië – maar dat de Zuid-Zuid relaties verwaarloosd werden. Wat moet er gedaan worden? Boutros Boutros-Ghali: Alhoewel de emigratie naar het Noorden niet onderschat mag worden en aanzienlijk is, en enkel maar zal toenemen tengevolge van de veroudering van de bevolking ginds, mogen we niet blind blijven voor de migratie tussen landen van het Zuiden. Jammer genoeg zijn er weinig studies beschikbaar over dit fenomeen. Wist je bijvoorbeeld dat er flink wat emigratie is naar Zuid-Afrika? Wist je dat er veel immigratie is van mensen die zich tijdelijk vestigen in Libië, als een tussenstop op weg naar het Noorden? Wist je dat de inkomsten gegenereerd door de Egyptische werkkrachten in Libië en de Golfstaten zorgen voor een bijdrage van 2 miljard dollar aan de Egyptische economie, vergelijkbaar met die van het Suezkanaal? Landen van het Zuiden moeten aangezet worden om maatregelen te treffen die migranten beschermen; ze moeten regels uitvaardigen die de democratie en de mensenrechten respecteren omdat de problemen tussen landen van het Zuiden meer aandacht verdienen dan ze momenteel krijgen. Nfaly Savané Focus > Focus < Chinese steden krijgen te maken met een instroom van goedkope Alfabetisering als ijkpunt arbeidskrachten die bijdragen tot de economische ontwikkeling. Een pilootproject onder leiding van UNESCO wil ervoor zorgen voor persoonlijke en maatschappelijke dat de rechten van deze migranten gerespecteerd worden. ontwikkeling bescherming jonge migranten De economische ontwikkeling van China zorgt voor een grote instroom van jonge mensen die het platteland verlaten om hun geluk in de stedelijke centra te zoeken. Negen agentschappen van de Verenigde Naties, waaronder UNESCO, de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP), startten in mei 2009 met een pilootproject om de rechten van dit bijzonder kwetsbare deel van de bevolking beter te beschermen. Integratie bevorderen Het project wordt geleid door het UNESCO-kantoor in Peking en beoogt de integratie te bevorderen van jonge migranten in vijf Chinese steden die gekenmerkt worden door een grote migrantenpopulatie: Changsha, Changsha Hanghzou, Shenzhen, Tianjin en Xian. Gedurende drie jaar, met een budget van meer dan 7 miljoen dollar ter beschikking gesteld door de Spaanse overheid, zal het project zich vooral concentreren op jonge migranten uit landelijke gebieden wiens rechten dikwijls geschonden worden. Rechten erkennen Een instroom van landelijke arbeiders in steden blijkt een belangrijk fenomeen in de economische ontwikkeling van het hedendaagse China. De migranten zijn op zoek naar werk en zijn meestal jong – 70 procent van hen is tussen 15 en 35 jaar oud. Velen van hen genoten geen volledige secundaire opleiding. Deze migratie verbetert de levenskwaliteit van de stadsbewoners omdat ze de steden een groot aanbod aan goedkope arbeidskrachten verschaft. Daar staat tegenover dat de rechten van deze arbeidsmigranten moeten worden gepropageerd en beschermd. Naar aanleiding van de Internationale Alfabetiseringsdag op 8 september 2009 Er komt een strategie om jonge arbeidsmigranten beter te beschermen en om het publiek bewustzijn over hun rechten te vergroten. Het pilootproject zal een globale strategie implementeren om de populatie van arbeidsmigranten, die vaak lijden onder verschillende vormen van discriminatie, te steunen. Er zal vooral werk gemaakt worden van innovatieve oplossingen om de capaciteit van lokale instellingen te vergroten zodat ze beter in staat zijn om een beleid te voeren en regels toe te passen gericht op de integratie van jonge migranten. Migranten voorlichten UNESCO zal zich eveneens inzetten voor het promoten van de rechten van arbeidsmigranten en om hen betere toegang te verlenen tot beroepsopleidingen. Gemeenschapscentra zullen ondersteund worden om beter te kunnen inspelen op de specifieke behoeften van jonge migranten, onder meer inzake educatie. Er komen ook voorlichtingscampagnes om jonge migranten te wijzen op hun rechten. Een team van medewerkers actief in universiteiten, onderzoeksinstellingen, middenveldorganisaties en lokale besturen, zullen gegevens verzamelen om meer inzicht te krijgen in de situatie van jong migranten en in hun kenmerken en migratiepatronen. Systematische opvolging Het UNESCO-kantoor in Peking zal regelmatig vooruitgangsrapporten publiceren voor alle betrokken partners en er komt een website waarlangs de verschillende partners met elkaar kunnen communiceren. Paul de Guchteneire onderstreepte de directeur-generaal van UNESCO het belang van alfabetisering als sleutel tot sociale, economische en politieke ontwikkeling. Hij hekelde het feit dat het halveren van het percentage van de volwassen wereldbevolking dat ongeletterd is – één van de zes Onderwijs voor Allen doelstellingen die de internationale gemeenschap wil realiseren tegen 2015 – onvoldoende aandacht krijgt waardoor er te weinig vooruitgang geboekt wordt. De UNESCO-topman roept alle betrokkenen, waaronder regeringen, intergouvernementele organisaties en agentschappen voor ontwikkelingshulp, op om alfabetisering meer prioriteit te geven en op een planmatige manier aan te pakken. Een vooraanstaand vorser die baanbrekend werk leverde rond alfabetisering en de effecten ervan op vrouwen, Lagale Brown, sluit zich bij deze oproep aan maar onderstreept dat alfabetisering niet enkel als een instrument voor ontwikkeling mag beschouwd worden. Ze beklemtoont het belang ervan voor de zelfontplooiing van individuen en waarschuwt de internationale gemeenschap ervoor dat ze de mensen – en hun recht op onderwijs – niet uit het oog mag verliezen bij het maken van kosten-batenanalyses voor projecten. Een eminent onderzoekster stapt het podium van UNESCO op om te pleiten voor een doorgedreven aanpak en een doelgericht internationaal engagement voor de alfabetisering van volwassenen. > Alfabetisering < niet kan lezen en schrijven is voortdurend bang Wie D UNESCO info 16 r. Lalage Brown (82) wijdde meer dan 30 jaar van haar leven aan volwasseneneducatie aan verschillende universiteiten in Afrika. Ze speelde een bepalende rol in het opstarten en uitbreiden van programma’s voor volwassenenonderwijs aan universiteiten in Ghana, Nigeria, Oeganda en Zambia. Haar research omtrent geletterdheid bij vrouwen leidde tot het baanbrekende rapport Preparing the future – women, literacy and development: the impact of female literacy on human development and the participation of literate women in change. Naar aanleiding van de Internationale Alfabetiseringsdag gaf ze op 8 september 2009 een lezing over het emanciperend vermogen van alfabetisering. Alfabetisering van volwassenen krijgt te weinig aandacht terwijl het nochtans een sleutel tot persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling is. Welke verstrekkende gevolgen alfabetisering kan hebben op de persoonlijke en de maatschappelijke ontwikkeling wanneer het op een duurzame en doelgerichte manier wordt aangepakt, wordt treffend geïllustreerd door de vier projecten in Afghanistan, Burkina Faso, de Filippijnen en India die dit jaar de alfabetiseringsprijzen van UNESCO wegkaapten waarmee de Organisatie projecten bekroont waarvan ze hoopt dat ze navolging zullen krijgen. Gelijke kansen Het carrièrepad dat ze koos is naar eigen zeggen geïnspireerd door haar moeder. “Mijn moeder mocht naar school gaan tot haar zeventiende, wat zeer vooruitstrevend was voor die tijd. Toen mijn vader haar een huwelijksaanzoek deed, antwoordde ze dat ze enkel zou toestemmen op voorwaarde dat eventuele dochters zouden worden opgevoed met dezelfde kansen als jongens. Ze kregen twee meisjes en dus moest mijn vader mijn borst nat maken en woord houden, vertelt ze. “Ik had het geluk dat ik geschiedenis kon studeren aan de Universiteit van Oxford. Ik was één van de 600 meisjes op een studentenpopulatie van 6.000. Het bracht me een gevoel van verantwoordelijkheid bij. Ik kreeg viel aanbiedingen uit het bedrijfsleven maar ik wou me nuttig maken voor anderen. Omdat veel landen van het Britse Rijk onafhankelijkheid verwierven, besloot ik naar ginder te gaan en te helpen.” Afrikaanse ervaring In Afrika werkte ze mee aan onderwijsprogramma’s over Afrikaanse literatuur en kunst en organiseerde ze onder meer de eerste conferentie over Afikaanse cultuur ooit gehouden op Afrikaanse bodem. Haar boek Two Centuries of African English (Heinemann, 1973) kwam voort uit pogingen om het curriculum te Afrikaniseren, zowel in het formeel onderwijs als in de bredere gemeenschap. Tijdens haar verblijf in Afrika adopteerde ze een tweeling Nigeriaanse meisjes die ze opbracht van op vijfjarige leeftijd. > 17 Chinees pilootproject zorgt voor UNESCO info > Sociaal < Focus Het was ook in Afrika dat ze met eigen ogen zag welke effecten geletterdheid kan teweegbrengen en dat ze begon met haar onderzoek naar de impact van leren lezen en schrijven op het leven van volwassen vrouwen. Naar aanleiding van de Internationale Alfabetiseringsdag roept de UNESCO-topman Groot verschil “Ik zal nooit vergeten wat een Mozambiquaanse vrouw me vertelde,” herinnert ze zich. “Ze zei: ‘als je niet kan lezen en schrijven ben je voortdurend bang.’ En dat is waar. Hoe kun je de weg vinden naar een ziekenhuis? Hoe kun je de bijsluiter van je medicijnen begrijpen?” > Oproep < “Ik was er heilig van overtuigd dat zelfs het opdoen van de meest elementaire geletterdheid een sterke impuls kan geven aan het persoonlijk, sociaal en politiek leven. Voor vrouwen komt daar nog een grote verbetering van het zelfbeeld en het zelfvertrouwen bij.” Bij het afwegen van alfabetiseringsprogramma’s mogen we de mensen voor wie ze bedoeld zijn niet uit het oog verliezen. Dit jaar richt de Internationale Alfabetiseringsdag de schijnwerpers op alfabetisering als een middel om mensen te leren het heft in eigen handen te nemen en op het belang ervan voor participatie, burgerschap en ontwikkeling. ‘Literacy and Empowerment’ is ook het thema voor 2009-2010 van het VN Decennium voor Alfabetisering (2003-2012). Het is tijd om het recht op onderwijs voor iedereen, ongeacht hun leeftijd, in de praktijk te brengen. Individuele ontwikkeling Toch is ze geen onvoorwaardelijke voorstander van de algemene ontwikkelingsaanpak. “Alfabetisering van vrouwen wordt tegenwoordig altijd gekoppeld aan hoe het het leven van hun gezin en hun kinderen kan verbeteren en aan gezondheidsindicatoren. Dit is inderdaad uiterst belangrijk maar geletterdheid is eveneens cruciaal voor de persoonlijke ontwikkeling van de vrouw en voor haar betrokkenheid bij de samenleving, ongeacht haar familiale situatie,” zegt ze. een internationale beweging die zich onvermoeibaar inzet voor alfabetisering. Landen die erin geslaagd zijn om de geletterdheid aanzienlijk op te krikken, zoals Cuba, Bangladesh en Ethiopië, illustreren wat er mogelijk is als de politiek zich engageert. Ik heb zelf gezien hoe iemand zoals de Tanzaniaan Julius Nyerere een echte verandering kon bewerkstelligen in het onderwijs voor zijn volk. Het is niet voor niets dat hij Mwalimu genoemd werd, wat ‘leerkracht’ betekent in plaats van ‘Zijne Hoogheid’.” Alhoewel de mobiliserende rol van alfabetisering en het belang ervan wereldwijd erkend worden, zijn er nog steeds 776 miljoen ongeletterde volwassenen en gaan er nog steeds 75 miljoen kinderen niet naar school. De rechten en behoeften van deze mensen blijven onvervuld. Alfabetisering is de meest verwaarloosde doelstelling van de Onderwijs voor Allen agenda (Education for All). Verschil maken Gelukkig zijn er veel regeringen, organisaties van het middenveld, ondernemingen, gemeenschappen en individuen die zich wel bewust zijn van de voordelen van alfabetisering en die zich engageren om alfabetiseringsprogramma’s te ondersteunen. Veel mensen werken anoniem en in alle stilte om anderen te leren lezen, schrijven en rekenen en om het leerproces aan te vatten. De Internationale Alfabetiseringsdag is een gelegenheid om hen te eren en te feliciteren met hun werk en om hen aan te moedigen om hun engagement verder te zetten. Door anderen te scholen en te begeleiden zijn mensen actief op het vlak van alfabetisering – zij het professioneel of vrijwillig – een katalysator voor verandering die een echt verschil maakt in het leven van anderen. > UNESCO info De sleutel tot het uitroeien van ongeletterdheid is volgens Lalage Brown politieke wil. “Het maakt niet uit of het binnen een regio of binnen een provincie is maar er is een sterke politieke wil nodig om echt een verschil te maken op het vlak van alfabetisering. Misschien is het een wensdroom maar wat er echt nodig is, is Geef iedereen de waar ze Van onder uit Toch zijn het niet alleen regeringen die het verschil kunnen maken. Ook kleinschaligere initiatieven op het niveau van gemeenschappen kunnen uiterst waardevol zijn. “In Afrika leverde de kerkgemeenschap van de baptisten een wezenlijke bijdrage tot alfabetisering en in Pakistan werd ik gefascineerd door het mooie werk dat de beweging van meisjesscouts leverde. Die beweging wordt geleid door goedopgeleide Pakistaanse vrouwen die een groot gevoel van verantwoordelijkheid voelen jegens minder goed opgeleide vrouwen.” En ondanks het internet, gelooft Lalage Brown dat het geschreven woord essentieel blijft als een goedkope en blijvende manier om kennis te delen, al is er wel nog werk aan de winkel voor was het lesmateriaal betreft. “In Pakistan zijn de stemmen in het lesmateriaal allemaal mannen.” Essentie niet uit het oog verliezen Met betrekking tot grote organisaties zoals UNESCO meent ze dat er een sterk engagement moet zijn voor de financiering van alfabetiseringsprogramma’s. “Als ik zie dat er vooral eenmalige bijdragen gebruikt worden, sterkt dat me in mijn overtuiging dat alfabetisering niet echt als een kerndoelstelling beschouwd wordt,” zegt ze. “We moeten ons ook hoeden voor wat ik ‘Wereldbankdenken’ noem, waarbij kosten en beheer belangrijker worden dan de mensen die hulp nodig hebben.” Mary de Sousa kansen recht op hebben Achtergesteld Wie zijn deze 776 miljoen ongeletterde volwassenen? In de meeste landen zijn het de meest achtergestelde en gemarginaliseerde bevolkingsgroepen, met een hoog percentage vrouwen en meisjes, inheemse volkeren, taal- en culturele minderheden, nomaden, daklozen en gehandicapten. Er is een sterke correlatie tussen armoede en ongeletterdheid. Vandaar dat leren om het heft in eigen handen te nemen zo belangrijk is. Voor alle vrouwen en mannen die leven zonder fundamentele lees- en schrijfvaardigheden, opent geletterdheid nieuwe deuren met kansen om hun levensstandaard te verbeteren en draagt het bij tot processen van sociale verandering en de bestrijding van armoede. Maar niettegenstaande de duidelijke bewijzen over hoe alfabetisering individuele levens kan veranderen en sociale ontwikkeling kan bevorderen, bestaan in veel delen van de wereld noch de politieke wil noch de middelen om van de alfabetisering van jongeren en volwassenen een prioriteit te maken. Bijgevolg krijgen zij wiens gebrek aan fundamentele lees-, schrijf- en rekenvaardigheden onbeantwoord blijft – bijna één op zes volwassenen – de boodschap dat hun rechten en verwachtingen niet van tel zijn. Dat is een schandalige situatie gekenmerkt door flagrante onrechtvaardigheid die niet mag blijven duren. India lanceert nieuw alfabetiseringsprogramma India maakte van de Internationale Alfabetiseringsdag gebruik om een nieuw alfabetiseringsprogramma voor te stellen dat de komende vijf jaar zo’n 70 miljoen analfabeten wil bereiken, de meeste van hen vrouwen. Nicholas Burnett, adjunct-directeurgeneraal van UNESCO voor Onderwijs, woonde de lancering bij en feliciteerde India met het initiatief. “Het getuigt van de sterke overtuiging van uw land dat er geen sociale vooruitgang kan zijn zonder de educatie van vrouwen,” zo sprak hij de aanwezigen, waaronder verschillende politiek verantwoordelijken, toe in New Dehli op 8 september 2009. 18 Het nieuwe programma, Saakshar Bharat, sluit aan bij de prioriteiten van de tweede helft van het VN Decennium voor Alfabetisering, met name een overtuigender engagement voor alfabetisering, betere implementering van programma’s en meer middelen voor alfabetisering. Nicholas Burnett beklemtoonde dat ondanks de globale economische crisis, “het de eerste verantwoordelijkheid van regeringen en de internationale gemeenschap is om de meest kwetsbare groepen te beschermen en om ervoor te zorgen dat ze toegang hebben tot onderwijs en sociale diensten.” Saakshar Bharat richt zich vooral op landelijke gebieden en specifiek op bepaalde kasten, stammen en minderheden. Naast op fundamentele geletterdheid, zal het programma focussen op het ontwikkelen van vaardigheden en op het verder zetten van onderwijs zodat nieuw-geletterden een equivalent kunnen behalen van een diploma uit het formeel onderwijssysteem en hun levensstandaard kunnen verbeteren. 19 Verkeerde ingesteldheid Ook inzake de kwaliteit van het lesgeven is alfabetisering vaak het zwakke broertje, meent Lalage Brown. “Er wordt nooit over getwijfeld dat als je een kind naar school stuurt, de leerkracht een degelijke opleiding moet genoten hebben. Maar bij onderwijs voor volwassenen lijkt het wel alsof om het even welke vrijwilliger goed genoeg is,” zegt ze. “Ik ben ervan overtuigd dat als mensen echt willen leren lezen, ze daarin zullen slagen ongeacht de leerkracht maar het kan zoveel meer bevorderlijk zijn als er goed opgeleide leerkrachten voor de klas staan.” alfabetisering. UNESCO info In de jaren 1990 begon ze haar ervaringen over de impact van geletterdheid op vrouwen te bundelen in een studie. “Ik was verbaasd dat er nog nooit onderzoek naar gedaan was. Dat is volgens mij te wijten aan een algemene ingesteldheid waarbij we als we aan geletterdheid denken, bijna uitsluitend denken aan kinderen en scholen. Natuurlijk heeft iedereen, man en vrouw, recht op geletterdheid maar het is een feit dat in veel samenlevingen, zelfs deze waarin ook mannen geen toegang hebben tot lezen en schrijven, mannen wel toegang hebben tot wat ik hefbomen van de macht noem, zoals dorpscomités waar beslissingen worden genomen. Het probleem is dat vrouwen dit niet hebben.” regeringen en het middenveld op om een punt te zetten achter de verwaarlozing van Focus In dit tijdperk van groeiende ongelijkheden biedt alfabetisering niet enkel zelfvertrouwen maar ook kansen voor zij die achtergesteld, gemarginaliseerd of verwaarloosd werden: nieuwgeletterden verwerven de vaardigheden en de capaciteiten om hun inkomen te verbeteren, om een duurzaam levensonderhoud op te bouwen, om deel te nemen aan het publieke debat Meer engagement Elk jaar is de Internationale Alfabetiseringsdag een gelegenheid om mensen wereldwijd te mobiliseren voor alfabetisering. Vandaag roep ik regeringen, intergouvernementele organisaties, ontwikkelingspartners, werkgevers, vakbonden en organisaties van het middenveld op om een punt te zetten achter de verwaarlozing van de alfabetisering van jongeren en volwassenen en om er zich meer voor te engageren. Alfabetisering is meer dan lezen en schrijven, het gaat om zelfrespect en menselijke waardigheid, om kansen die hoop geven aan individuen, gezinnen en ganse samenlevingen. Alfabetisering, als integraal onderdeel van het recht op onderwijs, heeft zich keer op keer bewezen als een instrument om mensen het heft in eigen handen te doen nemen. Het is tijd om het recht op onderwijs voor iedereen, ongeacht hun leeftijd, te realiseren in de praktijk. Vier projecten die een voortrekkersrol vervullen in de strijd tegen analfabetisme, vallen in de prijzen bij UNESCO. > Awards < Geïnspireerde én inspirerende alfabetiseringsprojecten U NESCO bekroont dit jaar vier innoverende alfabetiseringsprojecten in Afghanistan, Burkina Faso, de Filippijnen en India. Er was ook een eervolle vermelding voor een project uit Bhutan. De grootste verwezenlijking van Tin Tua is de verandering die ze teweegbracht in het dagdagelijkse bestaan van de dorpelingen. Dankzij het programma kunnen boeren meer voedsel produceren, bijvoorbeeld door een beter beheer van de graanvoorraden. Er zijn ook gezondheidswerkers opgeleid, vooral in de zwangerschapszorg. Medewerkers van Tin Tua zeggen dat meisjes die hun opleiding volgden minder geneigd zijn om op jonge leeftijd te trouwen of in een gedwongen huwelijk te stappen. Nieuw-geletterden werken mee aan het opstellen van praktisch leesmateriaal en het programma leidde tot de oprichting van een systeem van mobiele bibliotheken waarbij brommers met een aanhangwagen nieuw leesvoer brengen naar afgelegen dorpen. Uit evaluaties blijkt dat de alfabetiseringsgraad in de dorpen die tot het werkterrein van Tin Tua behoren, rond de 40 procent schommelt – een stuk boven het nationale gemiddelde. Koïchiro Matsuura, directeur-generaal UNESCO 8 september 2009 Geleidelijke overgang De voornaamste doelgroep van Tin Tua zijn jongeren en volwassenen boven de 15 jaar maar ook jonge mensen tussen de 9 en 15 jaar die afhaken op school. Slechts de helft van de kinderen in de regio gaat naar school en nog minder houden het langer dan drie jaar op de schoolbanken vol. Tin Tua ontwikkelde een specifieke cursus voor deze kinderen. Hun methode bestaat eruit om in zogeheten ‘satellietscholen’ te beginnen met lessen in de moedertaal van de kinderen om vervolgens geleidelijk aan over te schakelen naar het Frans. Dit komt het gehele onderwijssysteem van het land ten goede en slaat bruggen tussen het formeel en nonformeel onderwijs. Het programma liet zo’n 1.400 jongeren toe om een officieel nationaal diploma te behalen. Tin Tua – Burkina Faso De eerste van de twee awards van de UNESCO King Sejong Literacy Prize is toegekend aan het alfabetiseringsprogramma van Tin Tua in het oosten van Burkina Faso. De naam van de ngo betekent ‘laten we onszelf helpen om te ontwikkelen’ in de Gulimancema taal. Het boekte mooie resultaten door gebruik te maken van de moedertaal van de studenten om leesmateriaal te produceren waarin veel aandacht gaat naar gender en duurzame sociale ontwikkeling. UNESCO info 20 UNESCO reikt elk jaar vier prijzen uit ter erkenning van opmerkelijke en innoverende alfabetiseringsprojecten. Aansluitend bij de thematische agenda van het VN Decennium voor Alfabetisering, waren de prijzen dit jaar voorbehouden voor projecten rond alfabetisering en het in staat stellen van mensen om het heft in eigen handen te nemen. Het programma van Tin Tua bereikt elk jaar zo’n 40.000 mensen, verspreid over een 750-tal dorpen en gehuchten in een land met één van de laagste alfabetiseringsgraden ter wereld: 26 procent en slechts 18 procent onder vrouwen. De prijzen werden op 8 september 2009 uitgereikt tijdens een ceremonie die onderdeel vormde van de activiteiten op de hoofdzetel van UNESCO in Parijs ter viering van de Internationale Alfabetiseringsdag. Aan elke prijs is een bedrag van 20.000 dollar verbonden. Afgestemd op de noden De participatie van gemeenschappen is één van de kenmerken van het programma dat sinds 1986 loopt. Op basis van de De ngo deelt inmiddels zijn ervaring met Benin, Togo en Niger – alledrie landen met een lage alfabetiseringsgraad – waar de aanpak van Tin Tua wellicht ook kan aanslaan. http://tintua.org Nirantar – India > De tweede award van de UNESCO King Sejong Literacy Prize gaat naar het Khabar Lahariya (wat zoveel betekent als nieuwsgolven) project van Nirantar in de deelstaat Uttar Pradesh in het noorden van India. Het project lanceerde een tweewekelijkse lokale krant die volledig wordt gemaakt en verdeeld door vrouwen van lagere kasten en die meer dan 25.000 nieuw-geletterde lezers bereikt. Het is een goed gestructureerde manier om nieuw-geletterde vrouwen Op de Internationale Alfabetiseringsdag bekroonde UNESCO projecten waarvan ze hoopt dat ze navolging zullen krijgen. journalistieke technieken bij te brengen en om de productie van informatie te democratiseren. Het is tevens een inspirerend model voor alternatieve educatie. Het succes van de krant is een ware triomf voor de vrouwen die revolteerden tegen kaste, gender, traditionele rolpatronen en een gebrek aan onderwijs om zichzelf en hun gemeenschappen een stem te geven. Vrouwen voor vrouwen Nirantar, de vrouwenorganisatie die het project mogelijk maakte, is opgericht in oktober 1993 met als doel om alfabetisering en educatie te promoten voor de emancipatie van de vrouw. In 2002 begon de organisatie met het selecteren van vrouwen met een gevarieerd geletterdheidsniveau en met sociaal achtergestelde achtergronden zoals Dalit, Kol en moslimgemeenschappen om aan de slag te gaan als journalist. Ze kregen een doorgedreven opleiding afgestemd op alfabetisering, verslaggeving, redactie en eindredactie. In 2004 volgden opleidingen over het produceren van kranten en nieuwsbrieven. De cursussen bestaan uit twee modules van 14 en 7 dagen en komen tegemoet aan de behoeften van lokale groepen en nieuw- en semi-geletterde vrouwen. Cursisten leren ook het internet gebruiken en camera’s die ze meenemen als ze als reporter op pad gaan. > 21 Maatschappelijke impact Deze voordelen van alfabetisering hebben ook gevolgen voor de samenleving op zijn geheel. Het zelfvertrouwen dat gepaard gaat met geletterdheid bevordert sociale en politieke participatie en is gekoppeld aan verhoogde interesse voor nationale en gemeenschappelijke activiteiten die de houdingen en de gebruiken in de politieke sfeer beïnvloeden. In verschillende en gevarieerde contexten gaf alfabetisering blijk van een uitzonderlijk vermogen om individuen in staat te stellen om meer actief en efficiënt te participeren. behoeften die de dorpelingen zelf formuleerden, ontwikkelde Tin Tua een curriculum in de vijf lokale talen dat fundamentele lees-, schrijf- en rekenvaardigheden combineert met kennis over gezondheid, hygiëne, mensenrechten, gender en landbouw. Docenten volgen een intensieve opleiding van drie weken om de programma’s te kunnen doceren. De programma’s bestaan uit twee cycli die over een periode van 50 tot 75 dagen gegeven worden en elk ongeveer 300 uur les behelzen. Studenten moeten een financiële bijdrage doen om de cursussen te volgen. Nadat ze de basiscursus afmaakten, kunnen ze verder cursussen volgen in het Frans die eveneens door Tin Tua zijn ontwikkeld en die hen in staat stellen om deel te nemen aan nationale examens. en ze krijgen toegang tot onderwijs en gezondheidszorg. Alfabetisering is essentieel om te kunnen gebruik maken van politieke, economische en culturele kansen, en dit geldt vooral voor vrouwen voor wie geletterdheid nog een grotere impact heeft op hun leven. UNESCO info Alfabetisering biedt talrijke voordelen. Studies tonen aan dat alfabetisering leidt tot een beter zelfbeeld, tot meer zelfvertrouwen, tot meer assertiviteit en dat het helpt om een gevoel van persoonlijke competentie en onafhankelijkheid op te bouwen evenals een beter bewustzijn over de eigen rechten. Alfabetisering geeft meer autonomie aan een individu, zowel in de context van het gezin als van de samenleving. Focus Voortrekkersrol De Khabar Lahariya groep is het enige onafhankelijke mediacollectief van landelijke vrouwen in India. De krant beschikt over een staf van goed opgeleide journalistes die ondersteuning bieden aan andere groepen en hun voorbeeld inspireerde andere vrouwenorganisaties in de aangrenzende deelstaten Rajasthan en Bihar om een lokale maandelijkse krant te beginnen. Auteur en vrouwenactiviste Farah Naqvi die het verhaal van de vrouwen vertelt in haar boek Waves in the Hinterland, the journey of a newspaper, verwoordt hun verwezenlijkingen als volgt: “Ze hebben strijd geleverd met hun persoonlijke demonen en met de denkbeelden die hen door de wereld opgedrongen werden. Beelden die hen vertelden dat journalisten enkel opgeleide mannen zijn, demonen die teerden op angst en juichten en lachten telkens ze faalden. Ze hebben niet alleen de zeer mannelijke notie van burgerschap geherdefinieerd maar de notie van vrouwen in India op zijn kop gezet.” www.nirantar.net SERVE – Afghanistan UNESCO info Eén van de laureaten van de UNESCO Confucius Prize for Literacy is het Pashai Language Development Project dat wordt geïmplementeerd door SERVE Afghanistan. Dit door de gemeenschap in handen gehouden project biedt jaarlijks educatie rond alfabetisering, levensvoorziening, gezondheid en voeding aan een duizendtal vrouwen en mannen van de Pashai etnische minderheid. Ondanks de aanhoudende conflictsituatie in het land, blijft het project zich toeleggen op educatie, voornamelijk voor vrouwen en meisjes. De deelnemers leren om geschreven informatie te gebruiken, zowel in hun lokale taal als in het Pashtu, één van de twee officiële talen van het land. 22 De Pashai zijn een etnische minderheid in het oosten van Afghanistan. Pashtu is de taal van de politiek, de economie en het onderwijs in de regio en voor het Pashai programma opgestart werd, hadden veel Pashai geen toegang tot volwassenenonderwijs en kregen meisjes en vrouwen formeel noch non-formeel onderwijs. Meertaligheid bevorderen De liefdadigheidsorganisatie SERVE startte het project op omdat er een sterke behoefte leefde in de gemeenschap voor een alfabetiseringsprogramma. Met steun van de provinciale overheid werd het programma in 2006 uitgebreid om ook de Pashai taal aan bod te laten komen in alfabetiseringscursussen voor meisjes en om te starten met een proces om een tweetalig onderwijsprogramma te introduceren in het formele onderwijssysteem. Oorspronkelijk waren alle lessen in het Pashtu maar een comité ontwikkelde een spelling voor het Pashai en lesmaterieel die momenteel worden uitgetest en aangepast. Er worden ook leden van de gemeenschap opgeleid tot leerkrachten om alfabetiseringscursussen te geven. Het uitgangspunt van het project is dat geletterde individuen, zowel vrouwen als mannen, beter in staat zijn om informatie op te doen en te delen en dat ze meer mogelijkheden hebben om te functioneren op de arbeidsmarkt. Het is ook de bedoeling dat Pashai een plaats krijgt in het meertalige curriculum van openbare scholen. www.serveafghanistan.org Gemeentelijke alfabetiseringsraad Filippijnen De tweede UNESCO Confucius Prize for Literacy is uitgereikt aan de gemeentelijke alfabetiseringsraad van Aago, in La Union in de Filippijnen, voor het levenslang leren programma dat een ruim aanbod aan onderwijskansen creëerde voor de bevolking. De lokale overheid coördineert de activiteiten die van groot belang zijn om analfabetisme te bestrijden en duurzaam levenslang leren te introduceren in de 49 dorpen in het gebied. Het project wordt gefinancierd met bijdragen van de overheid, ngo’s, de privésector en internationale donors. Enerzijds slaagde een goed gestructureerd alfabetiserings- en post-alfabetiseringsprogramma erin om het analfabetisme in de regio aanzienlijk terug te dringen. Anderzijds zijn er studiebeurzen voor kinderen die goed presteren maar die zonder steun wellicht nooit verder zouden studeren. En tenslotte voorziet de raad in opleidingen afgestemd op het verwerven van een levensonderhoud. De aangeboden cursussen bestrijken een breed spectrum, gaande van lassen tot therapeutische massage en omvatten ook heel wat inheemse ambachten. Meer dan cijfers en letters De holistische benadering komt tot uiting in de zes punten waaraan het accreditatieprogramma van de raad aandacht besteedt, met name communicatieve vaardigheden, kritisch en probleemoplossend denken, duurzaam gebruik van middelen en productiviteit, zelfontplooiing, gemeenschapszin en het uitbreiden van het eigen wereldbeeld. > Het aanbod aan opleidingen en cursussen omvat ook kinderzorg, hygiëne en preventie van besmettelijke ziekten. Landbouwers kunnen specifieke opleidingen volgen om hun oogsten en hun inkomsten te verbeteren. Ook leerkrachten en gemeenschapwerkers worden aangemoedigd om hun kunde aan te scherpen, bijvoorbeeld via computeropleidingen. Inclusieve aanpak Veel van de opleidingen vinden plaats in de vier gemeenschapsleercentra die zijn opgericht in de regio. Mensen uit afgelegen gebieden worden bereikt door rondreizende leerkrachten en mobiele bibliotheken. De manier waarop het bestuur van Aago een klimaat van duurzame alfabetisering schept, ligt volledig in de lijn van de ambitie van het VN Decennium voor Alfabetisering om mensen via geletterdheid beter in staat te stellen om voor zichzelf en hun omgeving te zorgen en om zich persoonlijk te ontwikkelen. De grote sterkte van het programma is dat het alfabetisering niet als een alleenstaand doel beschouwt maar als een onderdeel van voortgezet onderwijs en levenslang leren. Praktisch georiënteerd Inmiddels is er een gestructureerd curriculum opgebouwd met een dertigtal cursussen over uiteenlopende onderwerpen. Het basisalfabetiseringsprogramma richt zich tot volwassen analfabeten en mensen die minder dan drie jaar school liepen. De opleiding duurt één jaar en besteedt aandacht aan de basis van het lezen, schrijven en rekenen en aan vaardigheden met betrekking tot gezondheid, hygiëne, landbouw, bosbouw, gezinsplanning en het milieu. Het post-alfabetiseringsprogramma borduurt voort op de basiscursus en duurt negen maanden. De nadruk ligt op het verstrekken van praktische informatie aangaande thema’s zoals gezondheid, hygiëne, hiv en aids, kinderzorg en opvoeding, met de bedoeling om de levenskwaliteit van de cursisten te verbeteren. De lesgevers houden de cursisten bij de les met technieken zoals demonstraties, discussies en toneelvoorstellingen. Er is ook een flexibel programma om op eigen houtje te leren dat beschikbaar is in 22 gemeenschapsleercentra. Het programma biedt lesmateriaal aan en hulpmiddelen om praktische vaardigheden te oefenen zoals naaimachines en werkgerief voor houtbewerking. Er zijn ook leeshoeken en een bibliotheek waar mensen hun leesvaardigheid kunnen onderhouden. www.agooweb.com Non-formeel en voortgezet onderwijs Bhutan De meeste leerkrachten zijn zelf actief in de landbouw en kiezen zelf de best geschikte momenten om de lessen te laten doorgaan. Als er geen leercentrum of school in de nabijheid is, geven ze de lessen bij iemand thuis of in een schuur. De Eervolle Vermelding van de UNESCO Confucius Prize for Literacy was voorbehouden voor een programma voor nonformeel en voortgezet onderwijs van het ministerie van Onderwijs van Bhutan. De holistische benadering van alfabetisering die het uitgangspunt vormt van het programma toonde zich bijzonder succesvol om ook de meest afgelegen gebieden van het land te bereiken. Ook de overtuiging die uitgaat van het programma dat alfabetisering een integraal onderdeel vormt van het ‘nationale geluk’ en de nadruk die het legt op het aanspreken van volwassenen en jongeren die niet naar school gaan, in het bijzonder vrouwen en meisjes, wist de jury te bekoren. Sociale vooruitgang Het programma werpt vruchten af in dit bergachtige land gekenmerkt door een zeer verspreide bevolking waardoor het voorzien van sociale diensten moeilijk is. Er is vooruitgang geboekt in het verspreiden van informatie over hiv en aidspreventie en kinderzorg. Vrouwen hebben verantwoordelijkheid opgenomen en zetelen in de lokale besturen van hun gemeenschappen. Ook de hygiëne en de levensstandaard ging erop vooruit. En niet te vergeten: voor veel mensen betekent het een belangrijke persoonlijke ontwikkeling. Zo kunnen ze nu corresponderen met vrienden en familie die niet in de buurt wonen. Het programma begon in 1992 in vijf pilootcentra waar het lesgeven zich concentreerde op het Zhungkha, de nationale taal. Sindsdien bereikte het 135.000 mensen, waarvan 70 procent vrouwen, en leidde het tot de oprichting van 700 centra voor nonformeel onderwijs. Het programma blijft zich ontwikkelen maar doet dit enkel op vraag van de gemeenschappen. De overheid houdt eraan dat gemeenschappen zelf om de programma’s vragen en ze implementeren. Op die manier ontstaat een gevoel van betrokkenheid die de duurzaamheid garandeert. Het laat ook toe om maximaal in te spelen op de behoeften van de cursisten. Marino Bultinck 23 De berichtgeving brengt ook evenwicht in de verslaggeving door aandacht te besteden aan onderwerpen die vrouwen in het bijzonder aanbelangen zoals verkrachting en geweld tegen vrouwen. Onderwerpen die voordien nauwelijks aan bod kwamen in de (lokale) media. In maart 2004 kreeg de krant de Chameli Devi Jain Award, één van de meest prestigieuze persprijzen van India. Vrouwen die hun echtgenoot verloren in één van de vele oorlogen die het land kende, verkeerden in de moeilijkste situatie omdat ze hun gezin moesten zien op te voeden vrijwel zonder mogelijkheden om in hun levensonderhoud te voorzien. UNESCO info Lokale verankering Eén van de sterke punten van het Khabar Lahariya is dat het gaat om journalistiek door het dorp, over het dorp en voor het dorp. De vrouwen schrijven over allerlei onderwerpen, gaande van de plannen om een cementfabriek in te planten waardoor een groengebied bedreigd wordt over het betalen van vrouwen om deel te nemen aan lokale verkiezingen tot de oorlog in Irak. Op basis van de artikels hebben inwoners de lokale overheden al ter verantwoording geroepen en ontvingen mensen compensaties voor onrecht dat hen was aangedaan. Publicaties Publicaties Boeken Global Education Digest 2009 The 2009 Global Education Digest (GED) presenteert een breed scala aan onderwijsindicatoren om de vooruitgang inzake Onderwijs voor Allen (EFA – Education for All) en de Millenniumsontwikkelingsdoelstellingen te beoordelen. Deze indicatoren laten vergelijkingen tussen landen toe en bieden maatstaven aan voor het meten van de prestaties van nationale onderwijssystemen. De Digest verzamelt gegevens van het schooljaar dat eindigde in 2007 of van het laatste jaar waarover gegevens beschikbaar zijn. Van een klein aantal landen bevat hij ook data uit 2008. De data worden weergegeven in tabellen van het World Education Indicators (WEI)-programma, die vergelijkingen mogelijk maken tussen een groep van 62 landen, met inbegrip van landen die lid zijn van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De voorgestelde tijdreeksen van gegevens over het tertiair onderwijs gaan terug tot 1970. Specifiek aandachtspunt van deze uitgave is de analyse van de opkomende mondiale trends in het tertiair onderwijs, waaronder de snelle groei van het hoger onderwijs sinds 1970, de veranderende patronen in het tertiair onderwijs inzake studiekeuze, en in het bijzonder, de veranderingen tengevolge van de internationale mobiliteit van studenten. http://publishing.unesco.org/details. aspx?Code_Livre=4700 Jalons pour une alphabétisation au service du développement durable Dit boek bundelt twee aanvullende studies van Harbans S. Bhola en Sofia Valdivielso Gómez, die de zesde editie van de International Prijs voor Geletterdheidsonderzoek van het UNESCO Instituut voor Levenslang Leren in Hamburg deelden. De tekst van professor Bhola is een systematische studie van de mogelijke combinaties tussen de dynamiek van analfabetisme onder volwassenen en de bevordering van duurzame ontwikkeling. Dr Valdivielso Gómez pleit voor de integrale aanpak van geletterdheid en duurzame ontwikkeling, geïnspireerd door het werk van de filosoof Ken Wilber. Beide studies bieden waardevolle maatstaven voor onderzoekers, beleidsmakers en praktijkmensen in het veld. om het recht op onderwijs voor hun bevolking in de praktijk te brengen. De uitgave eindigt met een voorstelling van de belangrijkste uitdagingen die moeten overwonnen worden op weg naar onderwijs voor iedereen, zoals het veiligstellen van gelijke onderwijskansen, het wegwerken van ongelijkheden en onrechtvaardigheden in het onderwijs, het valoriseren van het lerarenberoep, het verstrekken van gratis basisonderwijs, het moderniseren van nationale wetgeving, een betere financiering van het onderwijs en het aanwakkeren van de maatschappelijke interesse voor onderwijs. Het recht op onderwijs is uitgegeven door het UNESCO Platform Vlaanderen en kan je gratis ontvangen door een mailtje te sturen naar [email protected] http://publishing.unesco.org/details. aspx?Code_Livre=4706 Folder Het recht op onderwijs Iedereen heeft recht op onderwijs. Ervoor zorgen dat iedereen ook daadwerkelijk van dit recht kan genieten, is een integraal onderdeel van UNESCO’s opdracht om “volledige en gelijke onderwijskansen voor iedereen” te verzekeren. Niettemin blijven er wereldwijd tot op de dag van vandaag nog steeds miljoenen kinderen en volwassenen verstoken van basisonderwijs. De in deze rubriek voorgestelde titels die door UNESCO zijn uitgegeven, kan je snel, veilig en gemakkelijk bestellen via de website die onder elk stuk vermeld is. Een compleet overzicht van de andere publicaties van de UNESCO kan je raadplegen op http://publishing.unesco.org De voorgestelde boeken kan je ook consulteren in ons documentatiecentrum gevestigd op Zeelaan 24 in Koksijde. Een afspraak maken kan via 058 52 36 41 of [email protected] Unesco nieuwsbrief Deze folder geeft een overzicht van de verschillende internationale instrumenten die zijn ontwikkeld omtrent het onderwijs en gaat nader in op de voornaamste bepalingen en verplichtingen die erin zijn opgenomen inzake het recht op onderwijs. Verder legt de publicatie uit welke inspanningen UNESCO op verschillende niveaus levert om lidstaten aan te zetten Ontvang regelmatig informatie over interessante ontwikkelingen op het vlak van onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie waarin UNESCO een voorname rol speelt: abonneer je op de elektronische nieuwsbrief van het UNESCO Platform Vlaanderen. www.unesco-vlaanderen.be kalender 1 oktober 1 - 3 oktober 5 oktober 5 oktober 6 - 23 oktober 9 oktober 10 oktober 14 oktober 16 oktober 17 oktober 24 oktober 24 oktober Internationale Ouderendag UNESCO Jeugdforum Werelddag voor de leerkracht Wereldhabitatdag Algemene Conferentie UNESCO Werelddag van de post Werelddag voor mentale gezondheid Internationale dag voor het bestrijden van natuurrampen Wereldvoedseldag Internationale dag voor uitroeiing van armoede VN-dag Werelddag voor informatie inzake ontwikkeling 6 november 14 november 15 november 16 november 19 november 20 november 20 november 21 november 25 november 29 november Internationale dag voor het voorkomen van milieumisbruik tijdens oorlog en gewapende conflicten Werelddiabetesdag Werelddag ter herinnering van verkeersslachtoffers Internationale dag voor tolerantie Wereldfilosofiedag Universele dag van het kind Dag voor de industrialisering van Afrika Wereldtelevisiedag Internationale dag voor de eliminatie van geweld tegen vrouwen Internationale dag voor solidariteit met het Palestijnse volk 1 december 2 december 3 december 5 december 7 december 9 december 10 december 11 december 18 december 19 december 20 december Wereldaidsdag Internationale dag voor de afschaffing van de slavernij Internationale dag voor mensen met een handicap Internationale vrijwilligersdag voor economische en sociale ontwikkeling Internationale dag voor de burgerluchtvaart Internationale dag tegen corruptie Mensenrechtendag Internationale dag van de bergen Internationale dag voor migranten VN dag voor Zuid-Zuid samenwerking Internationale dag voor menselijke solidariteit VU Jean-Pierre Dehouck - ontwerp & druk: www.artypo.be www.unesco-vlaanderen.be