UNESCO Aangezien oorlog ontstaat in de menselijke geest, is het ook in de menselijke geest dat de verdediging van de vrede moet worden opgebouwd. UNESCO Constitutie Wat ze is ... ...en wat ze doet UNESCO 2007 UNESCO... De UNESCO, de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, werd opgericht op 16 november 1945. De UNESCO streeft ernaar voorwaarden te scheppen voor een dialoog tussen de verschillende beschavingen, culturen en volkeren, met respect voor de gemeenschappelijke waarden. Dit is van groot belang, in het bijzonder met het oog op het wijdverspreide terrorisme dat alle normen en waarden van het Handvest van de Verenigde Naties met voeten treedt en een bedreiging vormt voor de mens(elijk)heid. Onze wereld heeft dringend behoefte aan een globale visie die gericht is op duurzame ontwikkeling uitgaande van respect voor de mensenrechten, op wederzijds respect en op vermindering van de armoede. En die zaken vormen de kern van de opdracht van de UNESCO, van waaruit haar talloze activiteiten en initiatieven voortvloeien. Uitdagingen op wereldniveau De UNESCO zet zich via haar beleid en haar activiteiten vol overtuiging in voor de realisatie van de Millenniumdoelstellingen van de VN, en in het bijzonder voor de doelstellingen die streven naar: î het halveren van het aantal mensen dat in extreme armoede leeft (tegen 2015) î het aanbieden van basisonderwijs voor iedereen î het verzekeren van gelijke kansen voor jongens en meisjes in het basis- en middelbaar onderwijs î het bestrijden van hiv/aids, malaria en andere ziektes î het bevorderen van duurzame ontwikkeling www.un.org/millenniumgoals 2 3 Onderwijs Volgens het Instituut voor Statistiek van de UNESCO zijn er op dit moment 771 miljoen mensen analfabeet. Bovendien gaat in de ontwikkelingslanden één kind op vijf in de leeftijd van 6 tot 11 jaar niet naar school. Dat zijn meer dan 100 miljoen kinderen, waarvan 53 % meisjes. De internationale gemeenschap heeft zich geëngageerd om deze ontwikkeling een halt toe te roepen en om het streefdoel Onderwijs voor allen (EFA, Education for All) waar te maken tegen 2015. Het Wereldonderwijsforum (Dakar 2000) heeft daarvoor zes doelstellingen geformuleerd voor 2015: • de zorg en het onderwijs voor jonge kinderen uitbreiden • de toegankelijkheid van het onderwijs verbeteren, en gratis en kwaliteitsvol onderwijs voor alle kinderen van lagereschoolleeftijd garanderen • de leer- en studiemogelijkheden voor jongeren en volwassenen aanzienlijk uitbreiden • de alfabetiseringsgraad onder volwassenen met 50 % verhogen • de ongelijkheid van onderwijskansen tussen de seksen elimineren • de kwaliteit van het onderwijs verbeteren. www.unesco.org/education/efa/wef_2000 De UNESCO leidt alle inspanningen over de hele wereld om deze doelstellingen te bereiken, in goede banen. Zij stelt zich tot taak de politiek te mobiliseren en de inspanningen van alle belanghebbenden - waaronder ontwikkelingspartners, regeringen, ngo’s en verenigingen - te coördineren. EFA is de drijvende kracht achter de acties van de UNESCO met het oog op: • de steun aan overheden bij het formuleren van hun onderwijsbeleid • de ontwikkeling en verspreiding van educatief materiaal – handboeken, onderwijskits, handleidingen voor leerkrachten e.d. – rond allerlei thema’s, gaande van duurzame ontwikkeling tot vredesopvoeding • de invoering van nieuwe normen en standaarden voor beroeps- en technisch onderwijs en voor de erkenning van diploma’s hoger onderwijs • de inventarisatie van huidige tendensen en gepaste strategieën om het hoofd te bieden aan moderne problemen, zoals de hiv/aids-problematiek • extra aandacht voor Afrika, voor de meest achtergestelde landen en voor de negen dichtstbevolkte landen – Bangladesh, Brazilië, China, Egypte, India, Indonesië, Mexico, Nigeria en Pakistan – waar meer dan 70 % van de ongeletterde (volwassen) wereldbevolking leeft en waar bijna de helft van de kinderen niet naar school gaat • de ontwikkeling van nieuwe methodes om onderwijs te kunnen geven in bijzondere omstandigheden, zoals aan mensen zonder vaste verblijfplaats, in oorlogsgebieden of in noodsituaties • de bevordering van samenwerkingsverbanden tussen overheden, privé-initiatieven en ngo’s om een betere coördinatie van de inspanningen te garanderen en het politieke engagement levend te houden. www.unesco.org/education/efa 4 5 • De alfabetiseringscampagne Literacy Initiative for Empowerment (LIFE), die actief is in 33 landen en gericht is op mensen die nog niet (voldoende) kunnen lezen en schrijven. • EDUCAIDS, een wereldwijd initiatief rond onderwijs en aids, voor de ontwikkeling van preventie- en gezondheidsopvoeding van risicojongeren. • De opleiding van leerkrachten in de Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara, om er het tekort aan leerkrachten (als gevolg van aids, gewapende conflicten e.d.) op te vangen. Elk jaar publiceert de UNESCO het EFA Global Monitoring Report, waarin een overzicht wordt gegeven van wat er het afgelopen jaar gedaan is om de doelstelling – basisonderwijs voor iedereen tegen 2015 – te bereiken. www.unesco.org/education/efa De UNESCO is verantwoordelijk voor het VN-Decennium voor Alfabetisering (2003-2012). Zij coördineert de initiatieven van de verschillende partners en ontwikkelt de nodige instrumenten en methodes om de impact van de diverse alfabetiseringscampagnes en -programma’s te meten. Onderwijs Onderwijs Om de EFA-doelstellingen zo snel mogelijk te kunnen bereiken, heeft de UNESCO drie omvangrijke initiatieven in cruciale sectoren gelanceerd: Gespecialiseerde instituten en centra van de UNESCO op het gebied van onderwijs Op dit moment zijn er zes instituten en twee centra actief in de onderwijssector voor de ondersteuning van ontwikkelingslanden bij het oplossen van de voornaamste problemen in verband met educatie: • Internationaal Onderwijsbureau (IBE, Genève) www.unesco.org/education/litdecade • Internationaal Instituut voor Capaciteitsopbouw in Afrika De UNESCO leidt eveneens het VN-Decennium voor Educatie voor Duurzame Ontwikkeling (2005-2014) in goede banen en benadrukt daarbij de rol van het onderwijs bij het streven naar duurzame ontwikkeling. • www.unesco.org/education/desd • De uitbouw van onderwijsnetwerken ASPnet, het wereldwijde netwerk van geassocieerde scholen dat werd opgericht in 1953, verbindt nu al bijna 8000 scholen en andere onderwijsinstellingen in 175 landen. Het is gericht op vernieuwing, ontwikkelt programma’s voor de promotie van kwaliteitsvol onderwijs, en kaart actuele thema’s aan zoals milieubescherming en interculturele vorming. www.ibe.unesco.org www.unesco-iicba.org www.unesco.org/iiep 6 UNESCO-instituut voor de Toepassing van Informatietechnologie in het Onderwijs (IITE, Moskou) www.iite.ru • UNESCO-instituut voor Levenslang Leren (UIE, Hamburg) www.unesco.org/education/uie • www.unesco.org/education/educprog/unitwin Internationaal Instituut voor Hoger Onderwijs in Latijns-Amerika en de Caraïben (IESALC, Caracas) www.iesalc.unesco.org.ve • www.unesco.org/education/asp Daarnaast bestaan er al ongeveer 600 UNESCO-leerstoelen en -netwerken in meer dan 120 landen ter bevordering van de internationale samenwerking op het vlak van hoger onderwijs. Internationaal Instituut voor Onderwijsplanning (IIEP, Parijs) Europees Centrum voor Hoger Onderwijs (CEPES, Boekarest) www.cepes.ro • Internationaal Centrum voor Technisch en Beroepsonderwijs en Scholing (UNEVOC, Bonn) www.unevoc.unesco.org 7 Natuur- en exacte wetenschappen Al in 1968 trok de UNESCO aan de alarmbel om de aandacht te vestigen op de noodzaak van duurzame ontwikkeling: toen organiseerde zij namelijk een belangrijke conferentie waarop onze ongebreidelde exploitatie van de natuur ter discussie werd gesteld. Sindsdien heeft zij al verschillende internationale programma’s ontwikkeld voor een beter begrip en een beter beheer van de natuurlijke rijkdommen van onze aarde. De UNESCO helpt ontwikkelingslanden hun capaciteiten uit te breiden op het vlak van wetenschap, engineering en technologie. In samenwerking met verschillende financiële organisaties, geeft zij de regeringen van deze landen advies en technische ondersteuning met het oog op het uitstippelen en in de praktijk brengen van beleidslijnen en efficiënte strategieën op het vlak van wetenschap technologie. In het domein van de natuurwetenschappen zijn zoetwater en de daarmee samenhangende ecosystemen een absolute prioriteit voor de UNESCO. Het Internationaal Hydrologisch Programma (IHP) staat in voor de wetenschappelijke knowhow, technische opleidingen en beleidsadviezen die nodig zijn om deze kostbare hulpbron doeltreffend te beheren, met respect voor en in evenwicht met het milieu. Het IHP is verder ook betrokken bij de ontwikkeling van middelen en methodes ter voorkoming van conflicten – tussen verschillende landen of binnen een land – in verband met water. www.unesco.org/water/ihp Het UNESCO-IHE-instituut voor Watereducatie (Delft, Nederland) vormt de kern van een wereldwijd netwerk van partnerships rond watereducatie en de uitbouw van deskundigheid op dat vlak. www.unesco-ihe.org Het World Water Development Report (WWDR) is de weerslag van de meest omvangrijke en up-to-date mondiale studie over de stand van zaken van deze onmisbare hulpbron. Alle VN-instellingen en -organen die zich met deze materie bezighouden, dragen bij aan deze studie via de evaluatie van de vooruitgang in domeinen die met water te maken hebben, zoals de gezondheidsen voedingssector, de ecosystemen, de steden, de industrie, de energiesector, het waterbeleid en risicobeheer. Het secretariaat van het World Water Assessment Programme (WWAP) is ondergebracht bij de UNESCO en verenigt 24 VN-organisaties. www.unesco.org/water/wwap Het Mensheid en Biosfeerprogramma (MAB) Dit netwerk van meer dan 480 biosfeerreservaten omvat bijna alle ecosystemen die onze aarde rijk is. Elk reservaat is als het ware een “levend laboratorium” waarin de methodes worden getest voor het beheer van natuur en milieu, met oog voor de economische ontwikkeling. www.unesco.org/mab 8 9 oceaanobservatie en -onderzoek (in het kader van het Wereld Oceaan Observatie Systeem) en verzorgt een permanente “bewaking” van de oceanen met als doel klimaatveranderingen beter en sneller te kunnen signaleren, mariene ecosystemen en hulpbronnen beter te kunnen beheren en tijdig te kunnen waarschuwen voor tsunami’s en soortgelijke natuurrampen. De IOC is ook de drijvende kracht achter het initiatief voor de oprichting van een mondiaal alarmsysteem voor tsunami’s. Daarnaast houdt de IOC zich bezig met de verbetering van nationale ontwikkelings- en beleidsplannen voor zeeën en kustgebieden. www.ioc.unesco.org Internationaal Geologisch Correlatieprogramma (IGCP) In samenwerking met de Internationale Unie voor Geologische Wetenschappen ontwikkelen wetenschappers uit meer dan 150 landen technieken voor het onderzoek naar en de evaluatie van essentiële hulpbronnen (energie en mineralen). Hun doel is de kennis over de geologische processen op aarde te vergroten en het risico op natuurrampen in ontwikkelingslanden te verkleinen. www.unesco.org/science/earth De preventie van en voorbereiding op natuurrampen De UNESCO draagt haar steentje bij aan het onderzoek naar en de preventie van natuurrampen – aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, tsunami’s, overstromingen en aardverschuivingen – via diverse programma’s in het kader van het internationale VN-beleid ter voorkoming van natuurrampen. De UNESCO ondersteunt en stimuleert in het bijzonder een internationaal initiatief in verband met overstromingen, een initiatief voor de integratie van een onderdeel “wat te doen na een natuurramp” in het schoolprogramma, en een initiatief voor de ontwikkeling van een efficiënt rampenplanbeleid in grote steden. Het Internationaal Programma voor Basiswetenschappen (IBSP) is een intergouvernementeel initiatief dat erop gericht is de nationale capaciteiten te versterken via een netwerk van centra voor basiswetenschappen. Het IBSP houdt zich bezig met projecten op het vlak van wiskunde, fysica, chemie, levenswetenschappen en interdisciplinaire vakgebieden, steeds rekening houdend met de behoeften op nationaal niveau. www.unesco.org/science/bes Het Hernieuwbare-energieprogramma ondersteunt ontwikkelingslanden bij het opzetten en uitvoeren van programma’s voor hernieuwbare energie – waaronder zonne-energie – en zet zich in om het grote publiek te overtuigen van het belang en de doeltreffendheid van hernieuwbare energiebronnen. Het Wereldprogramma voor Onderwijs en Scholing gericht op Hernieuwbare Energie (GREET) organiseert een zomeruniversiteit in het teken van “Zonne-energie voor landelijke gebieden” en ondersteunt verschillende proefprojecten. www.unesco.org/disaster www.unesco.org/science/bes Het Platform Kustregio’s en Kleine Eilanden Het project voor Lokale en Inheemse Kennissystemen (LINKS) kent de landelijke gemeenschappen een Dankzij het gebruik van de nieuwste informatietechnologieën kunnen ook de kleine eilanden hun stem laten horen in onze moderne kennismaatschappij en werken zij samen aan de ontwikkeling en verspreiding van een verantwoord kustbeleid en -beheer. www.unesco.org/csi Natuur- en exacte wetenschappen Natuur- en exacte wetenschappen De Intergouvernementele Oceanografische Commissie (IOC) coördineert samen met haar partners de nationale programma’s voor belangrijke plaats toe binnen duurzame ontwikkeling door voor het beheer van natuurlijke hulpbronnen een beroep te doen op de kennis en kunde van de inheemse bevolking op het vlak van culturele en biologische diversiteit. www.unesco.org/links 10 11 Sociale en menswetenschappen De UNESCO draagt het respect voor de rechten van de mens en voor de ethische normen hoog in het vaandel. In het kader van wetenschap en technologie ontwikkelt de UNESCO ethische beleidslijnen, normen en juridische middelen, vooral op het vlak van bio-ethiek. Het meest recente resultaat hiervan is de Universele Verklaring betreffende de Bio-ethiek en de Mensenrechten, die in oktober 2005 werd goedgekeurd door de Algemene Conferentie en die universele normen op het vlak van bio-ethiek voorstelt. Zij werd voorafgegaan door de Universele Verklaring betreffende het Menselijk Genoom en de Mensenrechten, opgesteld door het Internationaal Bio-ethiek Comité van de UNESCO (IBC) en goedgekeurd in 1997. Deze verklaring doet dienst als juridische referentie en als uitgangspunt voor fundamentele vraagstukken zoals het klonen van mensen. In 2003 kwam daar nog de Internationale Verklaring betreffende Menselijke Genetische Data bij, waarin ethische principes worden beschreven voor het verzamelen, behandelen, opslaan en gebruiken van deze gegevens (uit biologische stalen van bloed, weefsel, speeksel, sperma enz.) die een steeds grotere rol in ons leven spelen. www.unesco.org/ethics In 1998 werd de Commissie voor Ethiek van Wetenschappelijke Kennis en Technologie (COMEST) opgericht, als antwoord op de steeds grotere uitdagingen die ontstaan door de voortdurende vooruitgang van de wetenschappelijke kennis en de technologie. De commissie bestaat uit gerenommeerde intellectuelen en wetenschappers, heeft al ethische richtlijnen ontwikkeld op het gebied van zoetwater, energie en de informatiemaatschappij, en bestudeert momenteel de ethische vraagstukken in verband met milieu en duurzame ontwikkeling. Verder promoot zij de scholing van wetenschappers op het vlak van milieu-ethiek en houdt zij zich bezig met de ethische aspecten van het ruimteonderzoek. www.unesco.org/ethics 12 13 Sociale en menswetenschappen strijd voor mensenrechten en de strijd tegen discriminatie en onverdraagzaamheid essentiële thema’s voor onderzoek, beleid en besluitvorming. www.unesco.org/issj UNESCO’s ethische benadering van de wetenschappelijke vooruitgang is ook van toepassing op de grote sociale veranderingen die het gevolg zijn van de mondialisering. Met haar Programma voor Management van Sociale Transformaties (MOST) leidt de UNESCO diverse studies over internationale migratie, multicultureel 14 De UNESCO benadrukt het belang van toekomstgerichte studies, en vervult de belangrijke rol van ethisch, filosofisch en wetenschappelijk forum voor thema’s als vrede en veiligheid, preventie van conflicten, interculturele dialoog, sociale transformaties, armoedebestrijding, nationaliteit en mondialisering. Tijdens de 21st Century Talks, die in verschillende delen van de wereld worden georganiseerd, komen wetenschappers, filosofen, onderzoekers en kunstenaars samen om te discussiëren over fundamentele maatschappelijke vraagstukken. www.unesco.org/shs/prospective Filosofie staat al lang hoog in aanzien bij de UNESCO, omdat zij kritisch en onafhankelijk denken stimuleert, het begrip voor de wereld om ons heen vergroot en vrede en verdraagzaamheid bepleit. In 2005 organiseerde de UNESCO voor het eerst een Werelddag voor de Filosofie. Sociale en menswetenschappen De UNESCO ondersteunt en promoot de verspreiding van informatie en onderwijs over de mensenrechten, en wel op álle niveaus – van de onderwijzer van een school met één klas in Afrika tot de ministers van Onderwijs in Azië. Door het publiceren van referentiedocumenten, het organiseren van conferenties en het ondersteunen van de ontwikkeling van nationale, regionale en internationale netwerken en strategieën (zoals de Coalitie van Steden tegen Racisme), maakt de UNESCO van de www.unesco.org/shs/philosophy beleid en stedelijke problematiek via een waaier van projecten ter plaatse, overleg en advies en universitaire netwerken. MOST streeft ernaar om de band tussen onderzoek, beleid en praktijk te versterken en om samenwerkingsverbanden te smeden op het vlak van strategieën, programma’s en geografische actualiteit. Het accent ligt steeds op de strijd tegen sociale uitsluiting en armoede. De Internationale Conventie tegen het Dopinggebruik in de Sport werd unaniem goedgekeurd door de Algemene Conferentie in oktober 2005 en heeft als doel de wereldwijde inspanningen tegen dopinggebruik te bundelen. www.unesco.org/most www.unesco.org/en/antidoping 15 Cultuur De UNESCO is de drijvende kracht achter tal van internationale initiatieven voor de bescherming van materieel en immaterieel erfgoed. De Conventie betreffende de Bescherming van Cultureel en Natuurlijk Werelderfgoed – of kortweg Werelderfgoedconventie – werd goedgekeurd in 1972, en is gebaseerd op de gedachte dat sommige plaatsen en monumenten een uitzonderlijke universele waarde hebben en dus deel moeten uitmaken van het gemeenschappelijke erfgoed van de mensheid. Zonder afbreuk te doen aan de nationale soevereiniteit en het eigendomsrecht volgens de nationale wetgevingen, erkennen de staten die de Conventie hebben ondertekend, dat de bescherming van het werelderfgoed de verantwoordelijkheid is van de gehele internationale gemeenschap. Op de Werelderfgoedlijst staan ondertussen al meer dan 800 cultuur- en natuurmonumenten, waaronder het mausoleum Taj Mahal in India, de oude stad Timboektoe in Mali en het koraalrif Great Barrier in Australië. Het Werelderfgoedcentrum in Parijs fungeert als permanent secretariaat. http://whc.unesco.org De UNESCO levert technische ondersteuning voor het behoud van uitzonderlijke monumenten, in het bijzonder in regio’s waar conflicten heers(t)en, zoals Afghanistan, Cambodja, de Democratische Republiek Congo en Irak. Natuur- en cultuurmonumenten weerspiegelen een bepaalde dimensie van ons gemeenschappelijk erfgoed. Maar ook in de vorm van immaterieel erfgoed vinden we een bijzondere rijkdom aan culturele expressievormen, zoals festivals, liederen, talen en ontmoetingsplaatsen, die onze creativiteit en solidariteit voeden. De Internationale Conventie voor de Bescherming van Immaterieel Cultureel Erfgoed werd goedgekeurd door de Algemene Conferentie van de UNESCO in 2003 en is het eerste internationale juridische instrument dat een juridisch, administratief en financieel kader biedt voor de bescherming van dit erfgoed. Nog voor dat de de Conventie van kracht werd in april 2006, had de UNESCO al voor 90 orale en immateriële meesterwerken een plaatsje gereserveerd op de representatieve lijst van immaterieel erfgoed van de mensheid die in de Conventie voorzien is. www.unesco.org/culture/intangible-heritage 16 17 Cultuur En in 2005 gingen ze nog een stapje verder, met de goedkeuring van de Conventie over de Bescherming en Promotie van de Diversiteit van Culturele Expressies. De UNESCO is op diverse fronten actief bezig met de bevordering van de culturele diversiteit en van de dialoog tussen verschillende culturen en beschavingen. Uiteenlopende universitaire onderzoeksprogramma’s hebben hun licht laten schijnen over de negatieve en positieve krachten – van de Zijderoute tot de Slavenroute – die de culturele diversiteit hebben vormgegeven, zowel in het heden als in het verleden. Studies zoals de Atlas of the World’s Languages in Danger of Disappearing wijzen ons nogmaals op de noodzaak om de culturele diversiteit te beschermen. De Index Translationum levert ons een internationale bibliografie van vertaalde werken. www.unesco.org/culture/xtrans De UNESCO heeft de wereldwijde Alliantie voor Culturele Diversiteit opgericht ter bevordering van nieuwe samenwerkingsverbanden tussen privé- en overheidspartners voor de ondersteuning van de lokale culturele industrie en nijverheid in ontwikkelingslanden, zoals de muziek- en uitgeefsector. De Alliantie wil nieuwe methodes, acties en strategieën uitwerken om de commerciële ongelijkheid op het vlak van culturele goederen te verminderen (vooral tussen Noord en Zuid), oplichterij tegen te gaan en het auteursrecht op internationaal niveau te (laten) respecteren. Er is al een 500-tal verenigingen en stichtingen over de hele wereld lid van de Alliantie; zij nemen deel aan in het totaal ongeveer 50 projecten. www.unesco.org/culture/alliance 18 De belangrijkste juridische instrumenten van de UNESCO op het vlak van cultuur: 1950: Overeenkomst inzake de Invoer van Educatief, Wetenschappelijk en Cultureel Materiaal (Conventie van Firenze) met Protocol (Nairobi) voor een verbetering van de kenniscirculatie. 1952: Universele Auteursrechtenconventie, herzien in 1971. Deze Conventie beschermt de intellectuele eigendom – literatuur, wetenschappelijke teksten, film, beeldhouwkunst, … – herkenbaar aan het symbool ©. Cultuur Door de goedkeuring van de Universele Verklaring betreffende Culturele Diversiteit en het bijbehorende actieplan in 2001, bevestigden de UNESCO-lidstaten nogmaals hun overtuiging dat culturele diversiteit een van de grondslagen van ontwikkeling en dialoog is. 1954: Conventie inzake de Bescherming van Cultuurgoederen in geval van een Gewapend Conflict. 1970: Conventie betreffende de te Nemen Maatregelen teneinde de Invoer, Uitvoer of Transfer van Cultuurgoederen te Verbieden of te Beletten. Deze Conventie is de toetssteen voor de internationale strijd tegen illegale kunsthandel. 1972: Conventie betreffende de Bescherming van het Cultureel en Natuurlijk Werelderfgoed: het eerste verdrag dat benadrukt dat de mensheid een gemeenschappelijk erfgoed heeft, en dat de juridische basis legt voor de Werelderfgoedlijst. 1980: De Aanbeveling betreffende het Statuut van de Kunstenaar erkent de bijzondere arbeidsomstandigheden van kunstenaars en hun unieke rol in de ontwikkeling van de samenleving. 2001: Conventie betreffende de Bescherming van Cultureel Erfgoed Onder Water. Dit is het eerste verdrag dat onder water gelegen monumenten beschermt zoals de vuurtoren van Alexandrië (Egypte) en scheepswrakken van meer dan honderd jaar oud. 2001: De Algemene Conferentie van de UNESCO keurt de Universele Verklaring betreffende Culturele Diversiteit goed, die culturele diversiteit als een gemeenschappelijk erfgoed van de mensheid beschouwt. 2003: Conventie voor de Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed. 2005: Conventie over de Bescherming en Promotie van de Diversiteit van Culturele Expressies, of kortweg Conventie Culturele Diversiteit. 19 Communicatie en Informatie Communicatie, informatie en kennis zijn de bouwstenen voor duurzame ontwikkeling. Volgens de UNESCO zijn zij eveneens de onmisbare basiselementen voor de verbetering van de levensomstandigheden van arme mensen. Bij de opbouw van een kennismaatschappij legt de UNESCO de nadruk op de menselijke aspecten van de digitale kloof en de overbrugging hiervan: diversiteit van het aanbod op het vlak van cultuur en taal, toegankelijk en bruikbaar voor iedereen. www.unesco.org/webworld Een essentieel onderdeel van deze strategie is het bevorderen van de toegang tot informatie, en dat gebeurt op velerlei manieren. Bijvoorbeeld: de UNESCO organiseert opleidingen – met name voor vrouwen en jongeren – op het gebied van informatie- en communicatietechnologieën (ICT), ze ontwikkelt en verspreidt gratis software en ze werkt samen met privésoftwarebedrijven, wat iedereen ten goede komt. In de ontwikkelingslanden ijveren de zogenaamde Community Multimedia Centres (CMC) van de UNESCO voor de ontwikkeling van (vaak geïsoleerde) gemeenschappen en openen voor die mensen de deur naar de wereldwijde kennismaatschappij. Deze CMC’s koppelen doorgaans een (goedkoop en gemakkelijk te bedienen) radiostation aan multimediafaciliteiten, zoals pc’s en internet. Zij leveren informatie, onderwijs én amusement tegelijkertijd. Bovendien geven deze centra een stem aan hen die anders niet gehoord worden, en stimuleren zij tot meer verantwoordelijkheidszin en een grotere inbreng op het vlak van het overheidsbeleid. www.unesco.org/webworld/cmc De UNESCO beschouwt de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid als fundamentele rechten van de mens. Zij stimuleert regeringen bij de ontwikkeling van normen en juridische instrumenten om deze rechten te vrijwaren, en geeft beleidsadviezen en ontwikkelt netwerken ter ondersteuning. De UNESCO biedt ook directe steun aan onafhankelijke en pluralistische media, met name in ontwikkelingslanden en (voormalige) conflictgebieden. In Afghanistan heeft de UNESCO bijvoorbeeld eerst geholpen bij het opnieuw opstarten van de onafhankelijke krant de Kabul Weekly en het nationale persagentschap, en werkt zij nu samen met de regering en mediaprofessionals voor de uitwerking van wetten ter bescherming van het recht op vrije meningsuiting en van de openbare televisieomroep. De UNESCO doet dienst als een soort observatorium voor de persvrijheid, door ernstige aanslagen op de persvrijheid zoveel mogelijk bekendheid te geven, zoals de moord op of de arrestatie van journalisten. Via diplomatieke kanalen ijvert zij voor de bescherming van individuen die worden bedreigd. Daarnaast kent zij ieder jaar de UNESCO/Guillermo Cano Prijs voor de Persvrijheid toe aan personen of organisaties die grote risico’s hebben genomen om de persvrijheid te verdedigen; de prijs bedraagt 25.000 dollar. www.unesco.org/webworld 20 21 Communicatie en Informatie ijvert voor meer middelen voor onafhankelijke en pluralistische media in de ontwikkelingslanden. Het IPDC financiert diverse projecten, gaande van mediaopleidingen tot de modernisering van persagentschappen en radiozenders. www.unesco.org/webworld/ipdc Via het programma Informatie voor Allen (IFAP) moedigt de UNESCO het debat aan over de politieke, ethische en maatschappelijke uitdagingen die voortvloeien uit de opkomst van mondiale kennismaatschappij, en ontwikkelt projecten ter bevordering van een gelijke toegang tot informatie en kennis voor iedereen. www.unesco.org/webworld/ifap Het UNESCO-programma voor Creatieve Inhoud stimuleert de inhoudelijke vernieuwing van de lokale productie van televisie, radio en nieuwe media in ontwikkelingslanden en moedigt de diversiteit op het vlak van taal en cultuur aan. Het programma biedt het audiovisuele eplatform van de UNESCO aan, een online multiculturele audiovisuele catalogus voor onafhankelijke producenten en distributeurs. In het kader van het UNESCO-programma Geheugen van de Wereld, houdt een internationaal adviescomité een register bij met als doel de bescherming en digitalisering het documentaire erfgoed met een universele waarde. Tussen die documenten van onschatbare waarde, vinden we bijvoorbeeld de oudste handgeschreven versie van de Koran (bekend onder de naam Mushaf van Othman), een ruime collectie traditionele Chinese muziek, de film Metropolis van Fritz Lang, de Negende Symfonie van Ludwig van Beethoven, de Mexicaanse codices (de enige originele bronnen over de pre-Spaanse cultuur) en de werken uit de nationale archieven en bibliotheken van Ethiopië. www.unesco.org/webworld/mdm Communicatie en Informatie De UNESCO heeft een grote rol gespeeld bij de oprichting van de Bibliotheca Alexandrina, de grootste bibliotheek in Afrika en het MiddenOosten, geïnspireerd op het legendarische instituut dat meer dan tweeduizend jaar geleden door Ptolemeus I werd gesticht. Het Internationaal Programma voor de Ontwikkeling van Communicatie (IPDC) UNESCO was een van de belangrijkste deelnemers van de Wereldtop over de Informatiemaatschappij (WSIS) ter bevordering van het concept De UNESCO helpt bibliotheken en archieven bij hun overgang naar het digitale tijdperk, door de digitalisering van, bijvoorbeeld, de documenten van de Litouwse Academie voor Wetenschappen of de buitengewone wetenschappelijke manuscripten van de Arabische en islamitische beschavingen. De UNESCO en de VN-organisatie voor Voedsel en Landbouw (FAO) hebben een opleidings-cd-rom gelanceerd – Digitization and Digital Libraries – die zowel bruikbaar is voor bibliothecarissen als voor andere mensen die (nietprofessioneel) bezig zijn met de opzet van een virtuele bibliotheek. 22 “kennismaatschappij” en haar vier principes: vrijheid van meningsuiting, universele toegang tot informatie en kennis, gelijke kansen op onderwijs en culturele diversiteit. Naast de projecten die in het verlengde liggen van het Actieplan van de WSIS, organiseert de UNESCO evenementen om de ontwikkelingskansen die ICT biedt op het vlak van onderwijs, wetenschap, cultuur en communicatie, nog eens extra in de verf te zetten. www.unesco.org/webworld/wsis 23 Hoe wordt de UNESCO gefinancierd? Het vaste budget van de UNESCO – telkens voor een periode van twee jaar – bestaat uit de vaste, vooruitbetaalde bijdragen van de lidstaten. De begroting voor 2006 en 2007 is vastgesteld op 610 miljoen dollar. Daarnaast krijgt de UNESCO ook nog extrabudgettaire financiële middelen voor de werking van haar programma’s, met name op het terrein, en om de draagkracht van haar acties te vergroten. In 2004 bedroegen die extra middelen ongeveer 322 miljoen dollar. Hoe werkt ze? Doe mee… Sluit je aan bij een van de 3600 clubs, centra en verenigingen van de UNESCO, verspreid over meer dan 80 landen. www.unesco.org/ncp/clubs Neem contact op met een van de geassocieerde scholen (bijna 8000 in 175 landen) die educatieve vredesacties organiseren. www.unesco.org/education/asp De UNESCO aanvaardt een beperkt aantal ambtenaren, onderzoekers en studenten als stagiair in een van de domeinen van de Organisatie voor een periode van een tot drie maanden. Bovendien stelt zij verschillende studiebeurzen en andere middelen ter beschikking. www.unesco.org/fellowship De Algemene Conferentie is het belangrijkste beslissingsorgaan en bestaat uit vertegenwoordigers van alle lidstaten. De Conferentie komt eenmaal per twee jaar samen om de strategieën en beleidslijnen van de Organisatie uit te stippelen, en om het UNESCO-programma en de begroting goed te keuren. Elke lidstaat heeft één stem. Om de vier jaar wordt de directeur-generaal, die wordt voorgedragen door de Uitvoerende Raad, benoemd door de Conferentie. www.unesco.org/confgen Sinds 1946 werd de UNESCO geleid door: Julian Huxley, Groot-Brittannië (1946-1948) Jaime Torres Bodet, Mexico (1948-1952) John W. Taylor, Verenigde Staten (1952-1953) Luther Evans, Verenigde Staten (1953-1958) Vittorino Veronese, Italië (1958-1961) René Maheu, Frankrijk (1961-1974) Amadou-Mahtar M’Bow, Senegal (1974-1987) Federico Mayor, Spanje (1987-1999) Koïchiro Matsuura, Japan (1999-…) Het Instituut voor Statistiek van de UNESCO (Montréal) werd opgericht in juli 1999 om de lidstaten en de internationale gemeenschap te voorzien van betrouwbare, recente en nuttige statistische gegevens die nodig zijn voor de besluitvorming op het vlak van onderwijs, wetenschap en technologie, cultuur en communicatie. De Uitvoerende Raad, die is samengesteld uit 58 lidstaten, is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma zoals dat is goedgekeurd door de Algemene Conferentie. De Raad komt twee keer per jaar samen om het programma en de begroting te controleren. www.unesco.org/exboard Het Secretariaat bestaat uit de directeurgeneraal en het voltallige personeel. De Koïchiro Matsuura, uit Japan, werd in 1999 verkozen tot directeur-generaal en herverkozen in 2005. directeur-generaal is het hoofd van de uitvoerende macht van de Organisatie. Hij of zij formuleert voorstellen voor de uitvoering van de beslissingen van de Algemene Conferentie en de Uitvoerende Raad, en bereidt het tweejaarlijkse programma en de begroting voor. Het personeel zorgt voor de uitvoering van het goedgekeurde programma. De UNESCO heeft ongeveer 2160 personeelsleden in dienst, afkomstig uit ongeveer 170 landen (juli 2005). Door de recente decentralisatie, werken er meer dan 680 mensen in een van de 58 regionale UNESCO-kantoren verspreid over de wereld. De UNESCO kent 33 verschillende internationale prijzen toe, zoals de Félix HouphouëtBoigny Prijs voor de Vrede en de L’OREAL-UNESCO Prijs voor Vrouwen en Wetenschap, evenals verschillende internationale prijzen voor alfabetisering. De UNESCO is de enige VN-organisatie met een systeem van Nationale Commissies in 191 lidstaten of geassocieerde leden. Die Commissies vormen een belangrijke link tussen de verschillende samenlevingen en de Organisatie. Zij leveren de UNESCO waardevolle analyses van haar programma en helpen bij de uitvoering van talloze activiteiten, zoals onderwijsprogramma’s, studies, sensibiliseringscampagnes en persvoorlichting. De Commissies ontwikkelen eveneens samenwerkingsverbanden met de privésector die kan zorgen voor technische knowhow en financiële middelen. www.unesco.org/en/prizes www.unesco.org/ncp/natcom www.unesco.org/statistics UNESCO-prijzen De UNESCO speelt een heel bijzondere rol binnen de VN-organisatie en werkt nauw samen met tal van nationale en regionale organisaties. Ongeveer 350 nietgouvernementele organisaties (ngo’s) onderhouden een officiële relatie met de UNESCO en honderden andere ngo’s werken samen met de Organisatie voor bepaalde projecten. 24 25 BLIKVANGERS 1970 en 1980 1972: De Werelderfgoedconventie wordt goedgekeurd. In 1976 wordt het Werelderfgoedcomité opgericht en in 1978 krijgen de eerste monumenten een plaatsje op de Werelderfgoedlijst. 1940 16 november 1945: De vertegenwoordigers van 37 landen komen samen in Londen voor de ondertekening van de Constitutie van de UNESCO, die op 4 november 1946 van kracht wordt na ratificatie door de 20 ondertekenende landen. 1948: De UNESCO adviseert haar lidstaten om basisonderwijs universeel en verplicht te maken. Publicatie van het eerste nummer van de UNESCO Koerier. 1950 1952: Een intergouvernementele conferentie, bijeengeroepen door de UNESCO, keurt de Universele Conventie inzake Auteursrecht goed. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog breidde deze Conventie de bescherming van het auteursrecht uit naar de vele staten die de Conventie van Bern betreffende de Bescherming van Literaire en Kunstwerken (1886) toen (nog) niet hadden ondertekend. 1956: De Zuid-Afrikaanse Republiek trekt zich terug uit de UNESCO omdat bepaalde publicaties van de Organisatie werden beschouwd als “inmenging” in de “rassenproblematiek” in het land. In 1994, 26 1974: Paus Paulus VI kent de Johannes XXIII Prijs voor de Vrede toe aan de UNESCO. onder het presidentschap van Nelson Mandela, treedt het land opnieuw toe tot de UNESCO. 1958: De inhuldiging van de hoofdzetel van de UNESCO in Parijs. Het gebouw werd ontworpen door Marcel Breuer (VS), Pier-Luigi Nervi (Italië) en Bernard Zehrfuss (Frankrijk). 1960 1960: De start van de Nubiëcampagne in Egypte voor de verplaatsing van de Grote Tempel van Aboe Simbel om te voorkomen dat deze zou worden overstroomd door de Nijl na de aanleg van de Hoge Aswandam. Tijdens deze campagne, die twintig jaar duurde, werden maar liefst 22 monumenten en architecturale complexen verplaatst. Dit was de eerste en grootste van een hele reeks campagnes, waaronder die van Moenjodaro (Pakistan), Fez (Marokko), Kathmandu (Nepal), Borobudur (Indonesië) en de Acropolis (Griekenland). 1968: De UNESCO organiseert de eerste intergouvernementele conferentie over milieu en ontwikkeling, nu beter bekend onder de noemer “duurzame ontwikkeling”. Hieruit ontstond het programma Mensheid en Biosfeer (MAB). 1975: In Tokio wordt de Universiteit van de Verenigde Naties opgericht onder auspiciën van de VN en de UNESCO. 1978: De UNESCO keurt de Verklaring inzake Rassen en Rassendiscriminatie goed. In de rapporten die de directeurgeneraal daarna publiceert, wordt iedere pseudowetenschappelijke basis voor racisme ontkracht en verworpen. 1980: De publicatie van de eerste twee delen van de Algemene geschiedenis van Afrika door de UNESCO. Soortgelijke reeksen behandelen de geschiedenis van andere gebieden, waaronder Centraal-Azië en de Caraïben. 1990 1990: De Wereldconferentie over Onderwijs voor Allen (EFA), die dat jaar wordt gehouden in Jomtien (Thailand), lanceert een wereldwijde beweging die ijvert voor basisonderwijs voor alle kinderen, jongeren en volwassenen. Tien jaar later, in Dakar (Senegal), vraagt het Wereldonderwijsforum de lidstaten te zorgen voor basisonderwijs voor iedereen tegen 2015. 1992: Het programma het Geheugen van de Wereld ziet het daglicht. Dit programma heeft tot doel onvervangbare en waardevolle bibliotheekcollecties en archieven te beschermen. Tegenwoordig vallen ook geluids-, film- en televisiearchieven hieronder. 1997: Groot-Brittannië, dat in 1985 uit de UNESCO was gestapt, treedt opnieuw toe tot de Organisatie. 1998: De Algemene Vergadering van de VN erkent de Universele Verklaring inzake het Menselijk Genoom en de Mensenrechten die in 1997 door de UNESCO werd uitgewerkt en goedgekeurd. 1999: Directeur-generaal Koïchiro Matsuura zet grote hervormingen in gang voor de herstructurering en decentralisatie van de activiteiten en het personeelsbestand van de UNESCO. 2000 2001: De Universele Verklaring betreffende Culturele Diversiteit van de UNESCO wordt goedgekeurd door de Algemene Conferentie. 2003: De Verenigde Staten, die in 1984 de UNESCO de rug toekeerden, treden opnieuw toe tot de Organisatie. De Conventie voor de Bescherming het Immaterieel Cultureel Erfgoed wordt door de Algemene Conferentie goedgekeurd. 2005: De UNESCO en haar Intergouvernementele Oceanografische Commissie (IOC) lanceren een alarmsysteem voor tsunami’s in de Indische Oceaan. 27 Het Bureau voor Publieksinformatie (BPI) Het Bureau voor Publieksinformatie geeft journalisten informatie over de werking en de prioriteiten van de Organisatie, organiseert persconferenties en levert aan media over de hele wereld film-, foto- en geluidsopnames over de activiteiten van de UNESCO. Het BPI produceert ook films en televisieseries en zorgt voor de programmatie, het beheer en de promotie van de voornaamste evenementen van de UNESCO, zoals concerten, tentoonstellingen en voorstellingen. Het maakt interactieve communicatie mogelijk via zijn website, en publiceert en verspreidt wereldwijd meer dan 100 titels per jaar – in het Engels, Frans en Spaans – over alle thema’s die te maken hebben met de activiteiten en programma’s van de UNESCO. www.unesco.org/bpi UNESCO Uitgeverij Nationale UNESCO Commissies Nederland Nationale UNESCO Commissie Postbus 29777 – 2502 LT Den Haag 070 426 02 63 [email protected] www.unesco.nl Vlaanderen Vlaamse UNESCO-Commissie Departement internationaal Vlaanderen Boudewijnlaan 30 – B 1000 Brussel 02 553 59 00 [email protected] www.vuc.be De Nederlandstalige editie van deze brochure is gerealiseerd door het UNESCO Platform Vlaanderen, een organisatie die zich toelegt op het beter bekend maken van de doelstellingen, activiteiten en programma’s van de UNESCO. Voor meer informatie: www.unesco.org/publishing UNESCO Platform Vlaanderen vzw Farasijnstraat 32 - B 8670 Koksijde 058 51 44 79 - 058 52 36 41 [email protected] www.unesco-vlaanderen.be D/2007/9546/1 UNESCO@vlaanderen Oorspronkelijke titel: UNESCO What is it? What does it do? © UNESCO 2007 © UNESCO Platform Vlaanderen vzw 2007, voor de vertaling naar het Nederlands De vertaling naar het Nederlands gebeurde onder verantwoordelijkheid van het UNESCO Platform Vlaanderen. Ontwerp: Roberto Rossi Foto credits © UNESCO: R. Amelan, M. Becka, Daniça Bijeljac, M. Bouchenaki, N. Burke, H. Guillermo Cobos, P. Coles, N. Denissova, D. Elias, F. Gattoni, A. A. Hany, P. Köpfli, A. Jonquièresz, N. Levinthal, E. Lewin, F. Loock, A. Louis, G. Malempré, T. Margoles, J. O Sullivan, B. Petit, M. Ravassard, D. Roger, M. Romanelli, M. Setboun, E. Schneider, J. Thorsell, E. Trescazes, P. Volta, A. Wheeler, A. Wolf. Overige beelden: © Jupiterimages.com