Schoolgids

advertisement
SCHOOLGIDS
2016-2017
INHOUDSOPGAVE
Klik op het hoofdstuk om er direct naar toe te gaan
INHOUDSOPGAVE
EEN WOORD VOORAF
1. DE SCHOOL
1.1 HISTORIE
1.2 RICHTING
1.3 UITGANGSPUNTEN
1.4 HET KLIMAAT VAN DE SCHOOL
1.5 SITUERING VAN DE SCHOOL:
1.6 SCHOOLGROOTTE
2. PERSONELE ORGANISATIE
2.1 SCHOOL MANAGEMENT TEAM (SMT)
2.2 DIRECTEUR
2.3 BOUWCOÖRDINATOR
2.4 INTERN BEGELEIDER
2.5 LEERKRACHTEN
2.6 CONCIËRGE
2.7 STAGIAIRES
2.8 NASCHOLING EN BEGELEIDING
2.9 PROCEDURE BIJ VERVANGING
2.10 VERDELING MEDEWERKERS 2016-2017
3. ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
3.1 GROEPEN EN BOUWEN
3.2 OPVANG VAN NIEUWE LEERLINGEN
3.3 LEERSTOFAANBOD
3.4 GEBRUIK VAN DE VERSCHILLENDE RUIMTES
3.5 NIET LESGEBONDEN ACTIVITEITEN
4. RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
4.1 RAPPORTAGE VAN TOETSEN
4.2 RAPPORTAGE EN GESPREKKEN
4.3 TOETSEN METHODEGEBONDEN
4.4 TOETSEN CITO-LEERLING- EN ONDERWIJSVOLGSYSTEEM (LOVS)
4.5 SCORES CITO-LEERLING- EN ONDERWIJSVOLGSYSTEEM (LOVS)
4.6 LEERLINGVOLGSYSTEEM TOETSEN OP DE NSV2
4.7 EINDTOETS GROEP 8
4.8 DE OVERGANG NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS
4.9 UITSTROOM NAAR HET VOORTGEZET ONDERWIJS
5. ZORG VOOR KINDEREN
5.1 WIE ZIJN BETROKKEN BIJ DE ZORG OP DE NSV2
5.2 INTERNE LEERLINGENZORG
5.3 SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN
5.4 HERFSTLEERLINGEN
Schoolgids 2015-2019 NSV2
2
5.5 DOUBLEREN EN VERSNELLEN
5.6 SAMENWERKINGSPARTNERS
5.7 SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL
5.8 AANNAME
5.9 SPECIAAL BASISONDERWIJS
5.10 SPECIAAL ONDERWIJS
5.11 GESCHEIDEN OUDERS
5.12 VERWIJSINDEX
5.13 SCHORSING EN VERWIJDERING
6. SCHOOLPLAN 2015-2019
7. OUDERS EN ONZE SCHOOL
7.1 MEDEZEGGENSCHAPSRAAD (MR)
7.2 OUDERVERENIGING (OV)
7.3 OUDERACTIVITEITENRAAD (OAR)
7.5 KLASSENOUDER
7.6 BIEBMEDEWERKERS
7.7 VERKEERSOUDERS
7.8 LUIZENOUDERS
8. VOOR-, TUSSEN- EN NASCHOOLSE OPVANG
8.1 VOOR- EN NASCHOOLSE OPVANG
8.2 TUSSENSCHOOLSE OPVANG
9. REGELING SCHOOLTIJDEN
9.1 SCHOOLTIJDEN
9.2 VAKANTIEROOSTER
9.3 LEERPLICHT EN VERLOF BUITEN SCHOOLVAKANTIES
9.4 SCHOOLVERZUIM
9.5 STUDIEDAGEN
9.6 NA SCHOOLTIJD
10. HUISHOUDELIJKE EN PRAKTISCHE ZAKEN
10.1 AANMELDEN
10.2 BEDRIJFS HULPVERLENING (BHV)
10.3 DIGIDUIF
10.4 KLACHTENPROCEDURE
10.5 SCHOOLREGELS
10.6 STICHTING LEERGELD NIJMEGEN
10.7 VERLOREN- EN GEVONDEN VOORWERPEN
10.8 VERZEKERING
10.9 WEEKBRIEF
11. CONTACT
12. TOT SLOT
Schoolgids 2015-2019 NSV2
3
EEN WOORD VOORAF
Voor wie is deze schoolgids?
Deze schoolgids is bestemd voor ouders/verzorgers, die een school voor hun kind
zoeken, voor ouders van onze huidige leerlingen en voor alle andere
belangstellenden.
Waarom een schoolgids?
Scholen verschillen van elkaar in werkwijze, identiteit, sfeer, resultaten en in
kwaliteit. Deze verschillen maken het kiezen van een school die bij u en uw kind
past des te belangrijker. In deze schoolgids informeren wij u onder meer over de
inrichting van ons onderwijs, hoe onze leerlingenzorg is georganiseerd, over hoe wij
kinderen volgen in hun ontwikkeling, hoe wij daarover rapporteren aan ouders,
evenementen binnen onze school etc.
Schoolgids en schoolkalender
Er is voor gekozen een schoolgids in digitale vorm uit te geven, die de
basisgegevens bevat en daarnaast jaarlijks een kalender met alle belangrijke data
voor het betreffende schooljaar. De schoolgids is te vinden op onze website. De
jaarkalender wordt aan het begin van het schooljaar uitgereikt aan alle gezinnen.
De schoolgids zal jaarlijks worden geactualiseerd.
We hopen dat u de schoolgids met veel plezier en interesse zult lezen. Suggesties
en opmerkingen zijn zeer welkom.
Het team van de NSV2
Schoolgids 2015-2019 NSV2
4
1. DE SCHOOL
1.1 Historie
Sinds 1 januari 2007 is de NSV2 onderdeel van de Stichting CONEXUS. Stichting
CONEXUS is een samenwerkingsbestuur voor 30 scholen met verschillende
levensbeschouwelijke (neutraal, katholieke, protestants-christelijke) en
pedagogische (klassikaal, Jenaplan, Dalton en Montessori) tradities. De Stichting
CONEXUS heeft als doel het verzorgen van basisonderwijs, dat recht doet aan de
verschillende tradities en uitgaat van heldere kwaliteitskenmerken.
Vroeger telde de Nijmeegse Schoolvereniging ( NSV) ook een school 1 en 3, maar
beide scholen zijn vanwege een tekort aan leerlingen inmiddels opgeheven. De
NSV2 is sinds 1957 gevestigd aan de Lamastraat. Indertijd startte het 6 man en
vrouw tellende team met 50 leerlingen. Nu bestaat het team uit 40 collega’s, die
samen ruim 500 leerlingen begeleiden in hun ontwikkeling.
1.2 Richting
De NSV2 is een basisschool voor neutraal bijzonder onderwijs.
‘Neutraal’ wil zeggen dat er geen godsdienstonderwijs wordt gegeven, maar dat met
respect voor de levensbeschouwelijke en politieke overtuiging van ouders en
leerlingen er alle ruimte is met elkaar, in de groep en tussen ouders en
leerkrachten, te spreken over wat een ieder inspireert.
‘Bijzonder’ wil zeggen dat de NSV2 geen openbare school is en dus niet door de
gemeente Nijmegen wordt bestuurd. Vroeger was het neutrale aspect dat ouders de
school bestuurde, de verenigingsvorm. Je werd bij aanmelding lid van de
vereniging.
1.3 Uitgangspunten
De NSV2 staat voor basisonderwijs in de meest uitgebreide zin, met eerbiediging
van ieders politieke en godsdienstige overtuiging, met inachtneming van de
kerndoelen en de referentieniveaus die de overheid stelt.
De NSV2 besteedt behalve aan de cognitieve ontwikkeling (kennis) ook aandacht
aan de pedagogische, sociaal-emotionele, motorische en creatieve ontwikkeling van
de leerlingen. Dit betekent dat team en schoolleiding naast het leren, ook de
opvoedkundige taak serieus neemt en belangrijk vindt. De leerlingen leren samen
werken, over hun gevoelens en die van anderen na te denken en te praten. En daar
in de dagelijkse praktijk rekening mee te houden.
De creatieve ontwikkeling komt onder meer aan bod in de vakken handvaardigheid,
muziek, toneel en tekenen. Aandacht voor de motorische ontwikkeling komt onder
Schoolgids 2015-2019 NSV2
5
meer tot uiting tijdens gymlessen, buitenspel, dansante vorming, tekenen, schrijven
en knutselen.
De NSV2 staat voor een goede aansluiting op het vervolgonderwijs, zodat de
individuele leerling zijn leerweg met succes kan vervolgen en uiteindelijk zijn of
haar plaats in de maatschappij vindt. Het team en schoolleiding hechten er veel
waarde aan, dat leerlingen na acht jaar basisonderwijs kunnen terugkijken op een
leerzame èn plezierige tijd.
NSV2 wil een school zijn waar;
 de leerlingen Autonoom, Gemotiveerd en Betrokken zijn;
 we werken in een professionele organisatie met een professionele
cultuur;
 op een moderne wijze onderwijs wordt gegeven.
In hoofdstuk 6 van deze schoolgids leest u meer over de uitgangspunten en
ontwikkelingen op onze school.
1.4 Het klimaat van de school
We streven ernaar dat de leerlingen zich thuis voelen op school. Want in een sfeer
van wederzijds vertrouwen, respect en een veilige omgeving kunnen leerlingen zich
optimaal ontwikkelen. Vandaar dat onderlinge problemen en meningsverschillen
tussen kinderen veelal in een goed gesprek opgelost worden, waarbij de leerkracht
vaak als intermediair optreedt.
In het protocol: ‘Omgaan met elkaar’ is vastgelegd hoe leerkrachten, kinderen en
ouders vinden dat ze met elkaar om zouden moeten gaan op de NSV2. Dit protocol
zal in het schooljaar 2016-2017 opnieuw tegen het licht gehouden worden door de
MR. Hierbij zal rekening gehouden worden met de nieuwe methode ‘Kanjertraining’.
Zowel door ouders, leerlingen als leerkrachten wordt de sfeer op onze school in het
algemeen als zeer plezierig ervaren. Tijdens het jaarlijkse evenement, de
zomermarkt, komen veel oud-leerlingen even kijken en de sfeer proeven.
1.5 Situering van de school:
De NSV2 is gelegen in de Nijmeegse wijk Hazenkamp, nabij Universiteit en
ziekenhuizen. De school heeft een hoofdgebouw en een bijgebouw. In het
hoofdgebouw zijn de meeste groepen gevestigd. In het aangrenzende gebouw aan
het Jagerspad zijn nog 3 groepen gehuisvest. In dit gebouw zijn ook Kinderopvang
Nijmegen (KION) en buurschool De Hazesprong gevestigd.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
6
1.6 Schoolgrootte
Met meer dan 450 leerlingen, op het moment van schrijven verdeeld over 17
groepen, is de NSV2 een grote basisschool. De groepen zijn organisatorisch
onderverdeeld in 3 bouwen.
de onderbouw , de groepen 1 en 2
de middenbouw, de groepen 3 t/m 5
de bovenbouw , de groepen 6 t/m 8.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
7
2. PERSONELE ORGANISATIE
De school heeft 35 personeelsleden, die deels fulltime en deels parttime aan de
school verbonden zijn. Elk van hen heeft zijn of haar eigen kwaliteiten en
specialiteiten. De meeste medewerkers zijn groepsleerkrachten. Daarvan is er een
groot aantal dat nog een bijzondere taak heeft naast het lesgeven. Een enkeling
heeft een bijzonder functie.
Zo heeft de school 2 Intern begeleiders (IB-er), 1 rugzak begeleiders, 1 vakdocent
(dansante vorming).
2.1 School management team (SMT)
De school wordt aangestuurd door het School Management Team (SMT), bestaande
uit waarnemend directeur Rianne Wanders, de adjunct-directeur en tevens
onderbouwcoördinator Bea Klaus, middenbouwcoördinator en
bovenbouwcoördinator Nathalie Mulders.
De verantwoordelijkheid voor het onderwijs en het reilen en zeilen van de school is
een taak van het SMT. Eindverantwoordelijk is de directeur.
2.2 Directeur
De directeur is verantwoordelijk voor personeelszaken, financiën, onderwijsinhoud
en onderwijsontwikkeling, kwaliteitszorg en algemeen organisatorische zaken.
2.3 Bouwcoördinator
In zijn algemeenheid is een bouwcoördinator verantwoordelijk voor: initiëren,
coördineren en controleren op onder- , midden- of bovenbouworganisatie, de
ondersteunende activiteiten en de daarbij behorende jaarplanning van de Stichting
CONEXUS.
De bouwcoördinator (BC) is verantwoordelijk voor de jaarplanning van het
onderwijs, inclusief de activiteiten en vergaderingen van de betreffende ‘bouw’.
De taken van de bouwcoördinator zijn onder meer: bewaken van de dagelijkse gang
van zaken in de bouw, organiseren en voorzitten van het overleg met de
leerkrachten, bevorderen van de onderlinge samenwerking en werksfeer binnen de
bouw, inbrengen van specifieke ‘bouwactiviteiten’ en ‘bouwvoorstellen’ in het SMT,
uitwerken van beleidsstukken, beheren van de onderwijsleermiddelen en van het
budget voor alle ‘bouwspecifieke’ uitgaven. Verder is het de taak van de
bouwcoördinator leerkrachten aan te spreken op het uitvoeren van het afgesproken
beleid, waar wenselijk heeft de bouwcoördinator een coachende rol voor de
leerkrachten. Kortom: de bouwcoördinator geeft leiding aan de betreffende bouw.
2.4 Intern begeleider
De intern begeleiders (Roos Peters en Lyëtte Wullems) zijn verantwoordelijk voor de
continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs, de beleidsontwikkeling op het terrein
Schoolgids 2015-2019 NSV2
8
van leerlingenzorg, de onderwijsinhoudelijke ondersteuning, coaching van
leerkrachten en verrichten van (onderwijs-)ondersteunende activiteiten op het
gebied van zorgleerlingen. Het accent ligt dus op leerlingenzorg en functioneren van
leerkrachten met betrekking tot die leerlingenzorg.
Verder zijn de intern begeleiders betrokken bij de begeleiding van leerkrachten op
het gebied van zorgleerlingen. De taken van de intern begeleiders bestaan onder
meer uit observeren van de interactie tussen leerkracht en leerling, begeleiding van
de leerkracht bij het opstellen van handelingsplannen, leiding geven aan het Brede
School Ondersteunings Team (BSOT) en uitvoeren en ontwikkelen van beleid voor
zorgverlening, voorbereiden en (indien wenselijk) bijwonen van gesprekken met
ouders of verzorgers en externe hulpverleners.
Daarnaast onderhouden de intern begeleiders externe contacten met onder meer de
schoolbegeleidingsdienst, ambulante hulpverleners, schoolarts,
schoolmaatschappelijk werk, jeugdzorg, ouders. De intern begeleider is deelnemer
IB-netwerk in Nijmegen. De intern begeleiders coördineren de inzet van de
zorgverleners, waaronder de remedial teachers (RT), en extra hulpverleners. Tevens
bewaken de intern begeleiders de kwaliteit van de hulpverlening aan de
zorgleerlingen en houdt recente onderwijsontwikkelingen bij.
Voor een gesprek met de directeur, de bouwcoördinator of intern begeleider is het
mogelijk een afspraak te maken.
2.5 Leerkrachten
Groepsleerkrachten
Veel leerlingen hebben meer dan één leerkracht. De NSV2 kent al jaren het systeem
van zogenoemde duo-leerkrachten: twee leerkrachten dragen samen de
verantwoordelijkheid voor de groep en werken ieder op een beperkt aantal dagen.
Daarnaast zijn ook de vervangers die het compensatieverlof van de eigen ‘juf’ of
‘meester’ opvangen veelal andere leerkrachten. De leerkrachten worden door de
leerlingen met de voornaam aangesproken, al dan niet met ‘juffrouw’ of ‘meneer’
ervoor. Voor een gesprek met de groepsleerkracht is het mogelijk na schooltijd een
afspraak te maken. Tussen 12.00 en 13.00 uur hebben de leerkrachten pauze.
Vakleerkracht
Naast de groepsleerkrachten voor de groepen, heeft de NSV2 een vakleerkracht
dansante vorming (Suzanna Wind) voor alle groepen. Iedere groep krijgt 6 weken
per jaar 45 minuten in de week les van deze leerkracht.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
9
Leerkrachten met specialisme
In het basisonderwijs zijn de afgelopen jaar steeds meer specialismen
geïntroduceerd. Zo heeft de NSV2 een gedragsspecialist en 2 leerkrachten die belast
zijn met de organisatie van het computeronderwijs (ICT-coördinator).
Een overzicht van de LB-leerkrachten en hun specialismen:
Lyette Wullems
Ann de Schouwer
Lieke Dikkers
Judith Kroes
Arno Kersten
Femke van Hecke
Bea Klaus
Nathalie Mulders
Roos Peters
Ilse Schröder
Karin Rijnholt
Kids Skills en intern begeleider
excellentie
excellentie
ICT
ICT
taakaanpak
bouwcoördinator en adjunct-directeur
bouwcoördinator
intern begeleider en gedragsspecialist
kunst en cultuur
kunst en cultuur
2.6 Conciërge
Het team van leerkrachten en de leden van het SMT worden bijgestaan door een
conciërge. Alle mogelijke hand- en spandiensten worden door de conciërge
uitgevoerd. Tevens is er een hulpconciërge die de vaste conciërge ondersteunt.
2.7 Stagiaires
De NSV2 wil ook studenten van de PABO (opleiding voor leerkracht in het
basisonderwijs) een leerplaats aanbieden. Deze worden begeleid door de
groepsleerkracht. De stagiaires zijn een vooraf afgesproken periode in de school
aanwezig gedurende het schooljaar. Zij geven in aanwezigheid van de
groepsleerkracht zelfstandig les. De groepsleerkracht houdt echter de
eindverantwoordelijkheid. De zogenoemde leraar-in-opleiding (LIO) geeft gedurende
een aantal dagen geheel zelfstandig les, waarbij de groepsleerkracht wel
verantwoordelijk is, maar niet altijd in het groepslokaal aanwezig is.
Naast studenten van PABO bieden we ruimte aan enkele stagiaires van het ROC
(onderwijsassistente, klassenassistente), mogelijke afstudeerstudies (bijv.
orthopedagogiek), enkele buitenlandse studenten en studenten van de ALO (gym).
2.8 Nascholing en begeleiding
Om als leerkracht of lid van het SMT op de hoogte te blijven van de nieuwste
ontwikkelingen in het onderwijs of om een nieuwe vaardigheid aan te leren, stelt de
overheid geld beschikbaar voor bij- en nascholing. Dat kan bijvoorbeeld gaan over
omgaan met gedragsproblemen, leerproblemen, maar ook over nieuwe
Schoolgids 2015-2019 NSV2
10
ontwikkelingen in het onderwijs. De cursussen worden merendeels buiten schooltijd
gegeven. Een leerkracht die deelneemt aan een bij- of nascholing in schooltijd, kan
soms worden vervangen.
Het team van leerkrachten wordt soms extern begeleid bijvoorbeeld bij de keuze
van een nieuwe methode, de invoering en evaluatie hiervan, maar ook bij vragen
m.b.t. de begeleiding van zorgkinderen.
2.9 Procedure bij vervanging
Als een leerkracht ziek is, treedt het ‘Nijmeegs protocol’ vervanging in werking. Alle
basisscholen in Nijmegen hebben zich geconformeerd aan de afspraken en
procedures in het ‘Nijmeegs protocol’. Het protocol beschrijft welke stappen het SMT
achtereenvolgens moet zetten:
1. het SMT neemt contact op met de Nijmeegse Vervangingspool of er een
vervanger beschikbaar is;
2. als er geen externe vervanger is, wordt intern naar een vervanger gezocht;
3. lukt dat niet, dan worden de leerlingen verdeeld over de andere groepen;
4. als die laatste optie ook geen oplossing is, wordt ouders gevraagd hun
kinderen thuis te houden. Leerlingen krijgen dan geen onderwijs. Ouders
worden, indien mogelijk, een dag van tevoren geïnformeerd. Deze laatste
optie is gelukkig de afgelopen jaren nooit nodig geweest.
2.10 Verdeling medewerkers 2016-2017
Groep/leerkracht
Groep 1/2A
Groep 1/2B
Groep 1/2C
Groep 1/2D
Groep 1/2E
Groep 3A
Groep 3B
Lieke / maandag, dinsdag
Petra / woensdag, donderdag en vrijdag
Ilse / maandag, dinsdag en woensdag om de week
Hanneke / woensdag om de week, donderdag en
vrijdag
Saskia / maandag, dinsdag, woensdag en donderdag
Koen / vrijdag (vervanging lerarenbeurs Juf Saskia)
Bea / maandag, dinsdag en woensdag om de week
Karin / woensdag om de week, donderdag en vrijdag
Nathalie H. / voor de hele week
Femke / maandag, dinsdag en woensdag
Sanne / donderdag en vrijdag
Pauline / maandag, dinsdag, woensdag en donderdag
Ilse/ vrijdag
Groep 4A
Arno C. / hele week
Groep 4B
Koen / maandag, dinsdag, woensdag
Marjolijn / donderdag, vrijdag
Schoolgids 2015-2019 NSV2
11
Groep 5A
Groep 5B
Fred / maandag en dinsdag
Aafke / woensdag, donderdag en vrijdag
Sanne / maandag
Sylvia / dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
Groep 6B
Anneke / hele week
Groep 6A
Geertjan / hele week
Groep 7B
Luc / hele week
Groep 7A
Groep 8A
Groep 8B
Noor / maandag, woensdag, donderdag en vrijdag
Eva / dinsdag
Nathalie M. / maandag
Arno K. / dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag
Judith / maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag
Sanne/ woensdag
Ambulant personeel
Roos Peters
Lyette Wullems
Ann de Schouwer
Sanne van Bergen
Lieke Dikkers
Rianne Wanders
Bea Klaus
Nathalie Mulders
Wendy Gerritse
Gerard Holzken
Patrick van Strijp
Schoolgids 2015-2019 NSV2
Interne Begeleiding (IB) / maandag, woensdag en donderdag
Interne begeleiding (IB) / dinsdag, woensdag en donderdag
RT en ondersteuning / dinsdag en donderdag
Ondersteuning en vervanging ICT / dinsdag
Plusklassen en coördinatie excellentie / donderdag
Directie / hele week
Directie / Bouwcoördinator onderbouw woensdag om de week,
donderdag en vrijdag om de week
Bouwcoördinator midden- en bovenbouw /dinsdag en donderdag
Administratie / maandag, dinsdag en donderdag
Conciërge / hele week
Conciërge / alle ochtenden
12
3. ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
3.1 Groepen en bouwen
De NSV2 heeft haar groepen ingedeeld in 3 bouwen.
 De onderbouw bestaat uit de groepen 1 en 2 (kleuters). De kinderen, in de
leeftijd van 4, 5 en 6, zitten bij elkaar in heterogene groepen. Heterogeen,
omdat dat de kinderen elkaar kunnen motiveren, stimuleren en helpen. Dit
vraagt ook een stuk verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van de kinderen.
Op deze manier heeft de groepsleerkracht meer mogelijkheden om de 4jarigen die instromen extra aandacht te geven.
 De middenbouw, dit zijn de groepen 3, 4 en 5. In deze groepen zitten de
leerlingen van dezelfde leeftijd bij elkaar (homogeen).
 De bovenbouw bestaat uit de groepen 6, 7 en 8 en deze zijn ook homogeen
van samenstelling.
De NSV2 hanteert voor de groepen 3 t/m 8 een jaarklassensysteem. Dat wil zeggen
dat leerlingen van dezelfde leeftijd in principe dezelfde leerstof krijgen aangeboden
met de mogelijkheid tot differentiatie binnen de groep. Deze differentiatie gebeurt
onder meer door de grote groep- kleine groep instructie en door aanpassing van de
hoeveelheid en inhoud van te maken verwerking.
3.2 Opvang van nieuwe leerlingen
Leerlingen die 4 jaar worden, mogen op hun verjaardag op school komen (vanaf
aug/sept t/m mei). Voor die tijd mogen de kleuters tien dagdelen meedraaien en
oefenen. Zij krijgen hiervoor een uitnodiging thuis gestuurd. Als ouders vooraf
informatie willen, kunnen zij een afspraak maken met de coördinator van de
onderbouw. Om de NSV2 al wat beter te leren kennen, zijn ouders van harte
welkom tijdens de Open Dag op een zaterdag in januari. Ook zijn er 2
inloopochtenden in november en februari. De exacte data van deze dagen worden
van tevoren in de wijk en via de jaarkalender bekend gemaakt.
De Wet op Primair Onderwijs (WPO) schrijft voor dat het kind recht op een
ononderbroken ontwikkeling en dat de basisschool doorlopen moet kunnen worden
binnen 8 jaar. Dat betekent dat een kind in het normale geval de kleutergroepen in
maximaal 2 jaar moet kunnen doorlopen. Wanneer dit niet het geval is hanteren we
ons protocol doubleren/versnellen.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
13
3.3 Leerstofaanbod
Taal en lezen
In de groepen 1-2 wordt voor de taalontwikkeling de methode ‘Schatkist’ gebruikt.
Deze methode is een speelse voorbereiding op het taalonderwijs. Bovendien sluit
‘Schatkist’ goed aan op Veilig leren lezen, die later in het taalonderwijs (groep 3)
gebruikt wordt. In de groepen 1-2 is de leesschrijfhoek ingericht om de leerlingen
alvast op hun eigen niveau kennis te laten maken met lezen en schrijven.
Bovendien wordt de ontluikende geletterdheid gestimuleerd door onder meer de
ABC- muur en de boekbespreking. Elke week staat 1 letter centraal: “de letter van
de week”.
In groep 3 beginnen leerlingen met leren lezen aan de hand van de methode ‘Veilig
leren lezen’. De taalmethode die we op onze school sinds schooljaar 2012-2013
hanteren voor de groepen 4 t/m 8 heet ‘Taalactief’. De resultaatgerichte methode
bestaat uit een leerlijn taal en een leerlijn spelling. De leerlijnen taal en spelling in
‘Taalactief’ zijn volledig op elkaar afgestemd. In de methode staan 4 domeinen
centraal, die binnen de 8 thema’s in nauwe samenhang worden behandeld: taal
verkennen, woordenschat (voorheen taalbeschouwing), spreken en luisteren en
schrijven.
Spelling bestaat uit twee leerlijnen: onveranderlijke woorden en werkwoordspelling.
Bij zowel taal als spelling maken de kinderen, direct na de instructie, een
startopdracht. Op basis van het resultaat gaan kinderen aan de slag op hun eigen
niveau. Ook in de instructie wordt gedifferentieerd doordat er een verlengde
instructie is opgenomen in de lessen.
Voor taalbegaafde kinderen heeft ‘Taalactief’ een plusboek met uitdagende
opdrachten.
‘Lekker lezen’ is een methode voor technisch lezen waarbij alle kinderen vanaf
groep 4 op een eigen leesniveau kunnen oefenen. ‘Lekker lezen’ is gericht op het
vergroten van de technische leesvaardigheid, binnen een betekenisvolle en
motiverende leesaanpak.
‘Nieuwsbegrip’ is een methode voor begrijpend lezen voor de groepen 4 t/m 8.
‘Nieuwsbegrip’ maakt gebruik van teksten uit de actualiteit waarbij het doel is om
de kinderen het strategisch lezen van teksten aan te leren. Het gebruik van
onderwerpen uit het nieuws is een middel om de kinderen te interesseren voor de te
lezen teksten. Elke week oefenen de kinderen met een strategie die ze bij de tekst
kunnen gebruiken. De aangeboden strategieën zijn; voorspellen, ophelderen van
onduidelijkheden, samenvatten, vragen stellen, relaties/verwijswoorden.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
14
Methode
 Schatkist
 Veilig leren lezen
 Taalactief
 Lekker lezen
 Nieuwsbegrip
1-2
3
4 t/m 8
4 t/m 8
4 t/m 8
Rekenen
Met het activiteitenboek van ‘Rekenrijk’ en het onderdeel rekenen binnen de
methode Schatkist doen leerlingen uit de groepen 1-2 basiservaringen op, die van
belang zijn voor hun verdere ontwikkeling. De gekozen activiteiten sluiten aan bij de
belangstelling die de leerlingen tonen voor de onderwerpen als tellen en aantallen,
meten en meetkunde. Inhoudelijk sluit deze methode aan op de andere groepen
en methode.
Voor de rekenlessen van de groepen 3 t/m 8 maken we gebruik van de methode
‘Wereld In Getallen 4’. De methode is opgebouwd volgens de beproefde
dakpanconstructie: oriëntatie, begripsvorming, oefenen en automatiseren. Met de
wereld in getallen verwerven de kinderen inzicht én oefenen zij hun vaardigheden.
Evenwichtig rekenen dus! Cijferen, waaronder de klassieke staartdeling, krijgt veel
aandacht. Ook het realistisch rekenen komt veelvuldig aan bod, zoals het werken
met modellen als de getallenlijn en de verhoudingstabel. De wereld in getallen
werkt met 3 rekenniveaus . Na een centrale instructie krijgen de rekenzwakke
kinderen een verlengde instructie terwijl de andere kinderen op hun eigen niveau de
aangeboden stof oefenen. Daarnaast werkt ieder kind zelfstandig in de weektaak
met oefeningen op zijn eigen niveau: minimum, basis of plus. Ieder kind kan
gemakkelijk doorwerken van het ene naar het volgende niveau. Naast de methode
wordt gebruik gemaakt van ‘Rekentijgers’. Deze serie werkboekjes bieden de sterke
rekenaar uitdagende verdiepingsstof met creatieve, gevarieerde opdrachten en
echte breinkrakers.
Methode
 Rekenrijk
 Wereld in getallen 4
1-2
3 t/m 8
Schrijfonderwijs
De methode ‘Schrijfdans’ is een bewegingsmethodiek waarbij leerlingen uit de
groepen 2 alle basisbewegingen beleven en ervaren en zich een innerlijk
bewegingsbeeld kunnen vormen. Hierdoor wordt het mogelijk gemaakt om op den
duur met een persoonlijk ritmisch, soepel geschreven handschrift te schrijven. De
oudste kleuters krijgen “Schrijfdans” aangeboden. In de groepen 3 t/m 7 wordt
gewerkt volgens de methode: ‘Pennenstreken’. Met deze schrijfmethode leren de
kinderen snel en leesbaar schrijven. Alle schrijfopdrachten in deze nieuwe
schrijfmethode zijn functioneel en sluiten aan bij het taal –en spellingsonderwijs.
Het schrijfonderwijs focust niet alleen om ‘mooi schrijven’, maar vooral ook op
Schoolgids 2015-2019 NSV2
15
leesbaarheid. De methode is gekoppeld aan de leesmethode ‘Veilig leren lezen’ in
groep 3. De letters die de leerlingen leren lezen, leren ze ook meteen schrijven.
Methode
 Schrijfdans
 Pennenstreken
2
3 t/m 7
Expressievakken
Voor de expressievakken gebruiken we de digitale methode ’ Laat maar Zien’. Deze
methode bevat meer dan 450 digitale lessen voor groep 1 t/m 8. Er is een grote
variatie in vormgevingsactiviteiten, zoals bedoeld in de kerndoelen: vlakke en
ruimtelijke werkvormen, traditioneel (tekenen, handvaardigheid, textiel) en minder
traditioneel (fotografie en animatie), naar de voorstelling, toegepast, naar de
waarneming en beschouwende activiteiten. Er is aandacht voor kunsteducatie,
aanleren van technieken, cultureel erfgoed en dit alles wordt aangeboden in lessen
die aansluiten bij verschillende thema’s binnen een groep.
Voor het vak muziek wordt ‘Muziek op de basisschool’ gebruikt. De leerlingen
groepen 1 t/m 8 leren de basale vaardigheden van muziek: luisteren naar
verschillende muziekgenres, omgaan met muziekinstrumenten en schrijven van een
eigen muziekstuk. Plezier beleven aan muziek staat voorop. De basisbegrippen
hard en zacht, kort en lang, maat en metrum worden zó aangeboden dat de leerling
er zelf, onderzoekend mee om kan gaan. De methode muziek is aan verandering
toe en in schooljaar 2016-2017 zal een werkgroep op zoek gaan naar een nieuwe
methode of manier om muziekonderwijs aan te bieden.
Dansante vorming
Alle groepen krijgen in clusters dansante vorming van de vakleerkracht. Zo wordt
het gevoel van ritme, ruimte en expressie ontwikkeld. De leerlingen ontdekken en
vergroten de bewegingsmogelijkheden. Daarnaast leren de kinderen zich te uiten en
vrijuit te bewegen op muziek. Elke laatste les is een kijkles waarin kinderen laten
zien wat ze de voorgaande lessen geleerd hebben. Hiervoor worden ook de ouders
van de groepen 1 t/m 5 uitgenodigd. De leerlingen van de groepen 6 en 7
presenteren de dans aan medeleerlingen. De groepen 8 gebruiken de geoefende
dansen in de eindmusical.
Methode
 Laat maar Zien
 Muziek op de basisschool
1 t/m 8
3 t/m 8
Bewegingsonderwijs
De kinderen uit de groepen 1-2 krijgen tweemaal per week gym in de
(kleuter)speelzaal. De ene week wordt een les opgebouwd uit de methode
‘Bewegingsonderwijs in het speellokaal’, de andere week geeft de leerkracht een
spelles, dansles of een andere bewegingsles. Vanaf groep 3 t/m 8 krijgen leerlingen
Schoolgids 2015-2019 NSV2
16
eenmaal per week een blokuur gymles waarbij er gebruik wordt gemaakt van de
methode ‘Planmatig bewegingsonderwijs’. De lessen uit deze methode bestaan uit
een gevarieerd aanbod van activiteiten met toestellen en/ of spelactiviteiten. Er is
een variatie van klassikale lessen en het werken in 3 groepen. De verschillende
vaardigheden, zoals genoemd in de kerndoelen, komen per jaargroep aan bod.
Methode
 Bewegingsonderwijs in het speellokaal
 Planmatig bewegingsonderwijs
1-2
3 t/m 8
Sociaal-emotionele ontwikkeling
In de groepen 1 t/m 8 wordt gewerkt met de methode ‘Kanjertraining’.
De Kanjertraining bestaat uit een serie lessen met bijbehorende oefeningen om de
sfeer in de klas goed te houden (preventief), of te verbeteren (curatief). De training
is een volwaardige methode waarin we de volgende doelen nastreven:
 Het bevorderen van vertrouwen en veiligheid in de klas.
 Het versterken van de sociale vaardigheden bij leerlingen.
 Beheersing van verschillende oplossingsstrategieën bij pesten en andere
conflicten.
 Bewustwording van de eigenheid bij leerlingen.
 Leren om verantwoordelijkheid te nemen.
 Het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie.
De methode kent een leerlingvolgsysteem dat erkend is door de Cotan en door de
onderwijsinspectie gebruikt kan worden om de sociale opbrengsten bij kinderen te
meten. De Kanjertraining is in feite dan ook meer dan alleen een methode, het
vormt de leidraad voor ons pedagogisch beleid. Kanjertraining helpt leerkrachten
om anders te kijken naar het gedrag van kinderen.
Methode
 Kanjertraining
1 t/m 8
Wereldoriënterende vakken
Op veel momenten wordt in de groepen gesproken over de wereld om ons heen en
leren leerlingen over heden en verleden van de aarde. Leerlingen oriënteren zich in
ruimte en tijd, maken zich begrippen eigen en doen ervaringen op.
In de groepen 1 t/m 4 oriënteren leerlingen zich op de wereld aan de hand van
verschillende thema’s, school tv, kringgesprekken en andere verschillende
werkvormen. In de bovenbouwgroepen gebeurt dit in aparte vakken aan de hand
van moderne methodes, maar vaak ook door middel van klassengesprekken,
spreekbeurten, schooltelevisie, programma’s op de digiborden en projecten.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
17
Methoden




Aardrijkskunde
Geschiedenis
Natuur
Verkeer
Meander
5 t/m8
Bij de tijd
5 t/m 8
Naut
5 t/m 8
Wijzer op weg* 7/8
Klaar…over 4 t/m 6
* In groep 7 wordt het verkeersexamen afgenomen.
Projectwerk /spreekbeurten
Vanaf groep 5 wordt er gewerkt aan projecten. Aan de hand van een zelfgekozen
onderwerp leren de leerlingen 5 te zoeken naar informatie en deze te verwerken tot
een werkstuk.
In groep 6, 7 en 8 ligt het accent niet alleen op het verwerven en verwerken van
informatie, maar ook op het leren verzamelen en vervolgens op het beoordelen en
het selecteren van de informatie. De leerlingen verwerven daarmee nieuwe kennis.
De leerlingen maken veelvuldig gebruik van internet om informatie te verzamelen
De leerlingen halen ook informatie uit projectboeken uit de schoolbibliotheek.
Engels
‘Take it easy’ is een methode voor de groepen 5 t/m 8 die uitgaat van het digitale
schoolbord. Een digitale leerkracht presenteert de les. Via filmpjes en muziekclips
komen de leerlingen in aanraking met spannende, grappige of gevoelige “real life”
situaties waarin de voertaal altijd Engels is. ‘Take it easy’ gaat uit van Engels als
internationale taal. Waar ter wereld je ook komt, Engels is de taal die de mensen
bindt.
Methode
 Take it easy
5 t/m 8
Computeronderwijs
Het computeronderwijs op de NSV 2 is gebaseerd op vijf pijlers. Per bouw en per
groep zijn voor deze pijlers einddoelen beschreven. Vervolgens zijn deze doelen
geplaatst in een doorgaande lijn en is passende software aangeschaft die veelal
aansluit bij de gebruikte methodes voor taal en rekenen. Om de computers optimaal
te kunnen gebruiken in de dagelijkse onderwijspraktijk, zijn in alle groepen
doorgaans 6 computers geplaatst . Daarnaast beschikken de bovenbouwgroepen
over een aantal laptops.
Vijf pijlers onder het ICT-onderwijs op de NSV2 zijn:
 omgaan met de pc (muis, toetsenbord, bestandsbeheer);
 omgaan met een tekstverwerkingsprogramma (Word);
 omgaan met internet (mailen, gebruik zoekprogramma’s, veiligheid);
Schoolgids 2015-2019 NSV2
18
 presentaties maken met de computer (Powerpoint, werkstuk maken op de
computer);
 omgaan met leerstof ondersteunende software (rekenen, taal, spelling, lezen,
geschiedenis).
Tevens is er in alle groepen een digibord aanwezig. De leerlingen van groep 1 / 2
leren ook met de computer om te gaan. In de groepen of in de hal bij de groepen
staan hiervoor een aantal pc’s opgesteld waarop zij werken met software behorende
bij de methode ‘Schatkist’.
Wetenschap en techniek
Op onze school wordt op verschillende manieren aandacht besteed aan techniek;
 Er zijn mappen op school aanwezig met daarin opdrachten en experimenten
die de kinderen aan de hand van kaarten zelfstandig uit voeren of de
leerkracht gebruikt deze voor het demonstraties,
 Het gebruik van deze mappen wordt ondersteund met materiaal wat in
verschillende categorieën in twee kasten staat. Alle klassen kunnen hier
gebruik van maken,
 Tijdens de workshop ochtenden genaamd ‘Lamagedoe’ bieden wij kinderen
verschillende techniek workshops aan vaak ook onder begeleiding van
technische professionals,
 Verschillende groepen leggen een bezoek af aan het Technisch Creatief
centrum Nijmegen in het Technovium in Nijmegen.
Binnen de wereld oriënterende vakken (met name natuur en aardrijkskunde)
worden verschillende techniek onderwerpen besproken.
Cultuureducatie
Op onze school omvat cultuureducatie alle vormen van onderwijs, waarbij cultuur
als doel of middel worden ingezet. Cultuureducatie betreft zowel actieve als
receptieve en reflectieve activiteiten op het gebied van de kunstdisciplines: muziek,
beeldend, dans, literatuur, drama, audiovisuele media en cultureel erfgoed.
Aanvullend op de lessen, die in de groepen worden gegeven, zijn er een aantal
extra activiteiten.
Het gaat hierbij om de volgende activiteiten:
 Deelname aan het Cultureel Jaarprogramma, waarbij de disciplines dans,
drama, muziek, beeldend en audiovisueel roulerend aan bod komen.
 Specifieke aandacht voor literatuur i.s.m. de Openbare Bibliotheek (o.a.
schrijversproject en leesbevorderingsprojecten)
 Lamagedoe op 2 woensdagochtenden, waarbij kinderen nieuwe ervaringen op
kunnen doen in workshops op cultureel/kunstzinnig en technisch gebied.
 Museumbezoek. We hebben o.a. een abonnement op het Valkhofmuseum.
 Onze vakdocent dans geeft aan alle groepen dansante vorming (wekelijks in
een periode van 6 weken per groep).
Schoolgids 2015-2019 NSV2
19
 Leerlingen presenteren zichzelf tijdens weeksluitingen, Lamarevue en Open
Podium middels een optreden op het podium.
 Leerlingen van groep 8 verzorgen een musical als afsluiting van de
basisschool.
 Het werk van leerlingen op beeldend gebied wordt in vitrines of wissellijsten,
die in de gangen van school geplaatst zijn, tentoongesteld.
Bibliotheek
We hebben een schoolbibliotheek waar de kinderen 1x per week met hun groep 2
boeken kunnen lenen. De bieb wordt geheel gerund door enthousiaste ouders. Er is
een breed en gevarieerd aanbod aan boeken. De boeken zijn ingedeeld naar AVIleesniveau. In veel groepen worden de boeken verzameld, zodat gedurende de hele
week meerdere boeken aanwezig zijn en kinderen dus naar hartenlust gedurende de
dag kunnen lezen. Daarnaast hebben de groepen de mogelijkheid om boeken te
lenen bij de algemene Bibliotheek.
Zelfstandig werken
Op de NSV2 willen wij kinderen ook helpen zelfstandig en autonoom te worden. Wij
doen dat door ook regelmatig op het rooster ruimte vrij te maken om zelfstandig
met de verwerking van de lesstof aan de slag te gaan. Kinderen mogen dan elkaar
helpen en worden ‘gedwongen’ eerst zelf een oplossing te vinden voor een
probleem. De leerkracht is ondertussen met kleine groepjes leerlingen of individuele
leerlingen op niveau aan het werk.
In het nieuwe schoolplan willen wij als team nog beter vorm geven hieraan en
zullen wij het zelfstandig werken verder ontwikkelen.
3.4 Gebruik van de verschillende ruimtes
De NSV2 heeft 17 groepslokalen en 1 speellokaal voor de kleuters. Naast deze
ruimtes is er in het hoofdgebouw een ruime aula met decor voor o.a. de
weeksluitingen en lamarevue. In de nieuwbouw kan door de groepen van de NSV2
gebruik worden gemaakt van de gezamenlijke groepsruimte van de KION.
Daarnaast zijn er op school meerdere kleinere ruimtes waar de RT-ers en/of
ondersteuners met kinderen individueel of groepjes kunnen werken. In een grote
personeelsruimte in het hoofdgebouw worden o.a. de teamvergaderingen gehouden.
De gymlessen van de groepen 3 vinden plaats in de gymzaal van buurschool De
Hazesprong en voor de groepen 4 t/m 8 in de gymzaal van het
voorzieningencentrum ’T Hert’ aan de Thijmstraat.
3.5 Niet lesgebonden activiteiten
Samen leren en samen vieren, dat is naar school gaan. De NSV2 geeft dat op veel
verschillende manieren vorm. Een overzicht van activiteiten door het jaar heen:
 Schoolreisje in september
 Kinderboekenweek in oktober
 Sinterklaas
Schoolgids 2015-2019 NSV2
20











Kerst
Carnaval
Open dag in januari
Bezoek aan de natuurtuin de Goffert
Fietsverkeersexamen in mei, theorie- en praktijkexamen voor groep 7
Koningsspelen
Avondvierdaagse
Schoolkamp voor groep 8 in juni
Zomermarkt
Afscheidsavond groep 8
Voetbal-, hockey-, dam- en schaaktoernooi
Exacte data zijn terug te vinden in de jaarlijks verschijnende kalender. Voor
een foto-impressie van bovenstaande activiteiten is de fotogalerie op de
internetsite www.nsv2.nl te raadplegen.
4.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
21
4. RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
Om zicht te hebben op de resultaten van ons onderwijs en de ontwikkeling in het
leren van de kinderen worden kinderen met enige regelmaat getoetst. Dit kunnen
methodegebonden toetsen zijn of toetsen vanuit het LeerlingVolgSysteem van Cito
(LVS-toetsen). De school analyseert de resultaten van de toetsen en gebruikt deze
om het onderwijs goed af te stemmen op de onderwijs- en zorgbehoeften van de
kinderen.
4.1 Rapportage van toetsen
De resultaten van de toetsen worden met de ouders besproken tijdens de
rapportgesprekken. Op het leerling-rapport legt de leerkracht per leerling de
vooruitgang vast. Dit leerling-rapport is op de eerste plaats voor de leerlingen en
hun ouders. De leerkrachten vermelden alle resultaten van alle leerlingen ook op
het groepsoverzicht. Dat dient onder meer als overdracht aan de leerkracht van het
volgende leerjaar en geeft een beeld van het niveau van de hele groep.
4.2 Rapportage en gesprekken
Bij de start van de schoolperiode vindt er een kennismakingsgesprek plaats tussen
de leerkracht(en) en de ouders en/of verzorgers. De andere gespreksmomenten in
de groepen 1/2 zijn in oktober/november en in mei. Tijdens deze 10-minuten
gesprekken worden de ouders op de hoogte gebracht van het functioneren van hun
kind in de groep aan de hand van ons observatie/registratiesysteem KIJK. Deze
gesprekken worden vastgelegd door de leerkracht in het dossier van uw kind.
De groepen 3 t/m 8 starten ieder schooljaar met een kennismakingsgesprek om alle
kinderen een goede start te laten maken in de groep en mede met de door de
ouders/verzorgers verstrekte informatie aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften
van de kinderen. In de groepen 3 is dit gesprek in oktober, de andere groepen
maken al kennis in september.
In de groepen 3 t/m 8 krijgen de leerlingen twee keer per jaar een rapport mee; in
februari en juni. Naar aanleiding van het eerste en tweede rapport krijgen ouders
een uitnodiging voor een gesprek met de groepsleerkracht. Het tweede
rapportgesprek dient tevens als evaluatiegesprek ter afsluiting van het schooljaar.
Deze gesprekken worden vastgelegd door de leerkracht in het dossier van uw kind.
Uiteraard is er altijd de mogelijkheid om tussentijds een afspraak met de leerkracht
te maken.
Bij verhuizing naar een andere school, krijgen de ouders en de ontvangende school
een onderwijskundig verslag. Dit geldt ook voor de schoolverlaters van groep 8 en
vervangt in dit geval het tweede rapport.
U heeft de gehele schoolloopbaan het recht om het dossier van uw kind in te zien.
Daarvoor kunt u een afspraak maken met de intern begeleider.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
22
De kinderen krijgen bij ons op school een digitaal rapport, maar wordt wel in
mapvorm aan u aangeboden. U krijgt vanaf schooljaar 2014-2015 de mogelijkheid
om de gesprekken (op momenten gekozen door de leerkrachten) zelf in te plannen
d.m.v. ons communicatiesysteem Digiduif. Naast de resultaten van het kind bevat
het rapport een invullijst voor de kinderen en ruimte voor een werkje. Het rapport is
een eerste stap richting portfolio .
4.3 Toetsen methodegebonden
Door observaties, interactie en begeleiding vormt de leerkracht zich een beeld van
de leerling. Deze observaties zijn erg belangrijk, maar moeilijk te normeren.
Daarom maken leerkrachten ook gebruik van methodegebonden toetsen. Dit zijn
toetsen die aansluiten bij de gehanteerde lesmethodes, zijn objectief genormeerd
en geven daarmee een goed beeld of de leerling de behandelde stof heeft verwerkt
en begrepen. De resultaten van de toetsen zijn daarom van groot belang. Over het
algemeen dient een leerling bij een toets een score van 80% goed te hebben. Dan
is er gescoord op niveau. De methodegebonden toetsen geven de leerkrachten ook
richtlijnen om adequaat te reageren wanneer een leerling onverhoopt niet
voldoende scoort en problemen ondervindt met de verwerking van de aangeboden
leerstof. Het kind krijgt dan bijv. herhalingsstof aangeboden en/of extra instructie.
Kinderen die herhaaldelijk meer dan 80% goed scoren komen in aanmerking voor
verdiepingsstof.
4.4 Toetsen Cito-leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS)
Om de prestaties van de leerlingen van jaar tot jaar te volgen en te kunnen
vergelijken met de resultaten van leerlingen van andere scholen, heeft het CITO het
Leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) ontwikkeld. LOVS omvat alle toetsen
voor het basisonderwijs: de Eindtoets Basisonderwijs en de verschillende
leerlingvolgsysteemtoetsen (LVS-toetsen). Gedurende het schooljaar maken de
kinderen in alle groepen toetsen uit dit Cito leerlingvolgsysteem. Zij maken deze
toetsen ongeveer tweemaal per jaar, meestal in januari en juni. Met de toetsen van
het LOVS kan de school de vorderingen van individuele leerlingen, groepen
leerlingen en het onderwijs op de eigen school volgen en tevens afzetten tegen het
landelijk gemiddelde.
4.5 Scores Cito-leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS)
Per leerling wordt per toets een score berekend. Deze scores worden aangeduid met
een niveaugroep:I, II, III, IV of V. Kinderen die op een I of II-niveau scoren, scoren
boven het landelijk gemiddelde. Leerlingen die een III-score hebben, scoren rondom
het landelijk gemiddelde. Kinderen die een IV of V -niveau scoren, hebben onder
het landelijk gemiddelde niveau gescoord. In dat geval bekijkt de leerkracht waar
de problemen zich voordoen en zal met behulp van een groepsplan of
handelingsplan de leerling verder worden begeleid. Als na verloop van tijd het
beoogde resultaat niet is bereikt, wordt de leerling aangemeld bij de zorggroep en
zal de leerling verder onderzocht en begeleid worden. Voor kinderen die bij
Schoolgids 2015-2019 NSV2
23
verschillende toetsen erg hoog scoren (hoge I-scores) wordt bekeken of zij behoefte
hebben aan extra uitdaging of verdiepingsstof.
4.6 Leerlingvolgsysteem toetsen op de NSV2
De NSV 2 maakt gebruik van de onderstaande LVS-toetsen.
Voor kinderen met een speciale onderwijsbehoeften kan de school gebruik maken
van de SBO toetsen.
Taal voor kleuters
Groep 1 en 2
Rekenen voor kleuters Groep 1 en 2

Technisch lezen
 DMT
 AVI
Begrijpend lezen
Rekenen
Spelling
 Woorden
 Werkwoorden
Groepen 3 t/m 8
Groepen 3 t/m 8
Groepen 3 t/m 8
Groepen 3 t/m 8
Groepen 7 en 8
4.7 Eindtoets groep 8
Elk jaar nemen alle kinderen in groep 8 deel aan de Cito Eindtoets Basisonderwijs.
Deze toets wordt afgenomen in april. De Eindtoets is een leer- of
schoolvorderingentoets. Dit type toets levert indirect een afgewogen meting van
factoren die van groot belang zijn voor toekomstig schoolsucces, zoals intelligentie,
leertempo, nauwkeurigheid, concentratie en doorzettingsvermogen.
Daarnaast zeggen de resultaten van de Cito Eindtoets iets over de kwaliteit van het
onderwijs op onze school. Niet alleen de school zelf, maar ook de Inspectie van het
Onderwijs is daarin geïnteresseerd. Omdat de Eindtoets meestal aan alle leerlingen
in groep 8 op een school wordt afgenomen, kan een analyse van de gemiddelde
scores op verschillende onderdelen in het Schoolrapport worden gebruikt bij de
evaluatie van het onderwijs.
De uitslag van de Cito Eindtoets wordt uitgedrukt in een standaardscore: een
gemiddelde schoolscore. Bij de berekening van de standaardscore van de school
wordt rekening gehouden met de sociaal-culturele achtergrond van onze leerlingen.
Tegelijkertijd houdt ook de Inspectie van het Onderwijs bij berekening van haar
normen rekening met de sociaal-culturele achtergrond van de leerlingen. Bij de
beoordeling van de resultaten van de Cito Eindtoets worden we dus vergeleken met
scholen met een vergelijkbare leerlingpopulatie. In het volgende overzicht staan de
standaardscores van onze school en de normen van de Inspectie van het Onderwijs
van de afgelopen vijf jaren.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
24
Schoolscore NSV2
Landelijk gemiddelde
2016
536,7
534,5
2015
538,5
534,8
2014
535,8
534,4
2013
540,2
534,7
2012
538,8
535,1
Zoals uit het overzicht blijkt heeft onze school de afgelopen jaren steeds boven het
landelijk gemiddelde gescoord. Dit betekent dat leerlingen op onze school de
afgelopen vier jaar gemiddeld genomen hoger scoorden dan leerlingen op andere
scholen met een vergelijkbare leerlingpopulatie. We voldoen met onze scores in de
afgelopen vijf jaar dan ook aan de inspectienorm. Het leeraanbod (methodes en
instructievorm), de leerlingenzorg en de leerlingenpopulatie zijn mogelijke
indicatoren voor deze hoge scores.
4.8 De overgang naar het voortgezet onderwijs
De voorlichting aan ouders ten behoeve van de schoolkeuze van leerlingen
Tijdens de informatieavond in de maand november krijgen de ouders van de
leerlingen van de groepen 7 en 8 informatie van de leerkracht over de overgang van
de basisschool naar het voortgezet onderwijs. De ouders worden dan o.a.
geïnformeerd over de voorlichtingsavond v.o., open dagen, , de entreetoets, de
eindtoets, het schooladvies en de informatieverstrekking aan kinderen en ouders
middels weekbrief, folders en brochures.
Het schooladvies
In juni krijgen de kinderen van groep 7 een voorlopig advies. Dit advies is
gebaseerd op toetsgegevens van het LOVS, scores van de methodegebonden
toetsen, de taak-werkhouding en observaties van de groepsleerkracht en van de
afgelopen leerjaren. In het gesprek met de ouders/verzorgers in juni wordt het preschooladvies toegelicht. De leerkracht bespreekt het advies ook met de kinderen.
Dit advies is tot stand gekomen met behulp van leerkrachten die het kind in
voorgaande jaren in de groep hebben gehad.
In de maand januari geeft de groepsleerkracht van
groep acht het definitieve schooladvies. Dit advies is
tot stand gekomen door toetsgegevens van het LOVS,
scores van de methodegebonden toetsen, de taakwerkhouding en observaties van de groepsleerkrachten.
In een speciale bespreking in de bovenbouw wordt dit
advies voorgelegd aan de leerkrachten,
bouwcoördinator en intern begeleider die het kind in
voorgaande jaren in de groep hebben gehad. In het gesprek met de ouders in
januari wordt het schooladvies toegelicht aan het kind en zijn of haar
ouders/verzorgers.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
25
De rechten die ouders hebben bij de schoolkeuze
Het schooladvies is de verwachting van de groepsleerkrachten en intern begeleider
over de mogelijkheden van uw kind voor een bepaalde vorm van voortgezet
onderwijs. U kunt van dit advies afwijken. De scholen voor voortgezet onderwijs
beslissen zelf over de toelating en plaatsing, maar zij nemen het schooladvies
doorgaans zeer serieus.
De verwijzing en de CITO eindtoets
De Cito Eindtoets wordt niet meer gebruikt om het advies voor het voortgezet
onderwijs vorm te geven zoals dat in het verleden gebeurde. In januari/februari
formuleert de school een advies gebaseerd op alle gegevens die de school van de
afgelopen 8 jaar heeft. De Cito Eindtoets wordt pas hierna afgenomen en dient als
ondersteuning van dit advies. Als de score van de Cito Eindtoets naar boven toe
afwijkt t.o.v. het advies van de school, is de school verplicht het advies te
heroverwegen.
4.9 Uitstroom naar het voortgezet onderwijs
Leerlingen van groep 8 van onze school bezoeken verschillende scholen voor
voortgezet onderwijs in de omgeving van de school, zoals bijvoorbeeld de NSG,
Montessori College of Het Stedelijk Gymnasium. Het aantal leerlingen dat naar een
bepaald type voortgezet onderwijs gaat wisselt van jaar tot jaar. Met het
onderstaande overzicht laten we zien naar welk type vervolgonderwijs onze
leerlingen de afgelopen jaren doorstroomden.
School
VWO
HAVO-VWO
HAVO
VMBO T / HAVO /
VWO
VMBO-T-HAVO
VMBO-T
VMBO K-T
VMBO-B/K
PRO
2014-2015
25
18
8
2015-2016
8
22
1
6
7
15
12
4
9
2
1
Het gymnasium is een categorale school (alleen gymnasium). De andere genoemde
scholen hebben zowel vwo-havo als VMBO richtingen. Sint Joris is een
praktijkschool.
Drie jaar na het verlaten van de school zit 96 % van onze leerlingen met goed
resultaat op de school van ons advies.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
26
5. ZORG VOOR KINDEREN
De leerlingenzorg is een belangrijk onderdeel van het onderwijs op de NSV 2;
leerlingen die specifieke onderwijsbehoeften hebben, krijgen zoveel als mogelijk is
de extra aandacht en zorg die zij nodig hebben. Deze zorg wordt primair door de
leerkracht geboden. Als dit onvoldoende blijkt, kan het zorgteam ondersteunend zijn
in de vorm van advies, onderzoek, ondersteuning of begeleiding van de leerling
en/of de leerkracht. Het geheel wordt door de Intern Begeleider bewaakt en
georganiseerd.
5.1 Wie zijn betrokken bij de zorg op de NSV2
Het zorgteam
Het zorgteam bestaat uit de volgende personen:
2 intern begeleiders (IB-er): Lyette Wullems en Roos Peters
1 remedial teacher: Ann de Schouwer
Het zorgteam komt minimaal 3 keer per jaar bij elkaar. In dit overleg worden aan
de zorg gerelateerde onderwerpen besproken.
De intern begeleider (IB)
Voor de gehele school is er een Intern Begeleider aangesteld. Zij is verantwoordelijk
voor het beleid rondom de leerlingenzorg en de coördinatie daarvan. De taken
bestaan onder andere uit het aansturen van het zorgteam. Daarnaast heeft zij tot
taak de leerkrachten te ondersteunen en te coachen. Ook onderhoudt zij het contact
met externe organisaties die hulp kunnen bieden bij de begeleiding van kinderen
met extra zorg.
Deze organisaties zijn bijvoorbeeld het ondersteuningsplatform Passend Onderwijs,
maatschappelijk werk, GGD en diverse orthopedagogische praktijken. De intern
begeleider voert gesprekken met leerkrachten, bouwcoördinatoren, remedial
teachers, ouders en externe contactpersonen. Tevens brengt de Intern Begeleider
onderwerpen in voor kwaliteitsverbetering en meerjarenbeleid aan de hand van
analyses en evaluaties van ontwikkelingsprocessen op groepsniveau en op
schoolniveau. Zij heeft hierin een adviserende taak richting het School Management
Team.
Remedial teacher
De remedial teacher begeleidt de kinderen die voor 1 augustus 2014 een rugzak
hadden. Deze kinderen hebben nu een Ontwikkelingsperspectief (OPP). In een
aantal gevallen hebben ook andere kinderen een ontwikkelingsperspectief. Deze
kinderen worden ook begeleid door de remedial teacher. Deze begeleider is
verantwoordelijk voor het opstellen van (tussen)doelen, het evalueren ervan, het
Schoolgids 2015-2019 NSV2
27
bijhouden van het OPP en het begeleiden van de leerkrachten ten aanzien van deze
leerlingen.
5.2 Interne leerlingenzorg
De leerlingenzorg heeft tot doel de leerlingen op NSV 2 optimaal naar eigen
vermogen te laten functioneren. Wij vinden dat de school een plek moet zijn waar
iedere leerling zich prettig en gewaardeerd voelt om zo tot volle ontwikkeling te
kunnen komen.
Bij de meeste kinderen verloopt de ontwikkeling soepel en als vanzelf. Bij andere
kinderen stagneert de ontwikkeling of verloopt deze in een vertraagd of juist
versneld tempo. Deze kinderen hebben vaak extra zorg, tijd en aandacht nodig. De
NSV2 wil deze zorg zo kwalitatief mogelijk invullen door middel van de
diagnostische cyclus.
5. Evalueren/
1.Observeren:
(Aangepast) Handelen in de groep.
DO
4. Interveniëren:
Groepsplan/Handelingsplan
(met doelen, methodiek en evaluatie)
Zorgniveaus
PLAN
2. Signaleren:
Groepsoverzicht (met observatie- en
toetsgegevens per leerling)
Groepsbespreking
STUDY
3. Diagnosticeren:
Evt. Leerlingbespreking/Observatie
(hieruit vloeien tips en
adviezen voor het leerkrachthandelen voort)
ACT
Er worden 5 stappen onderscheiden in de diagnostische cyclus:
 Observeren
 Signaleren
 Diagnosticeren
 Interveniëren
 Evalueren
Schoolgids 2015-2019 NSV2
28
Observeren
Ons onderwijs is gericht op preventie, het voorkomen van problemen. Daarom
wordt het kind op onze school via verschillende registratiemodellen nauwkeurig
gevolgd. Wanneer er problemen zijn, zal de leerkracht direct passende maatregelen
nemen in de vorm van bijvoorbeeld verlengde instructie of extra opdrachten om
het kind te ondersteunen.
Groepsoverzicht: observaties vastleggen
Om de ontwikkeling van de leerlingen goed te kunnen volgen is observatie van
essentieel belang. Observatie door de leerkracht vindt gedurende de hele dag
plaats. Daarnaast kan de leerkracht gebruik maken van gestandaardiseerde en
genormeerde observaties in de vorm van toetsen. Aan de hand van deze gegevens
kan de leerkracht mogelijke problemen signaleren. De observaties en toetsgegevens
worden opgenomen in het groepsoverzicht. Dit overzicht vormt de basis voor het
groepsplan.
Groepsplan: doelgericht werken aan de hand van de observaties
Op de NSV2 wordt er gewerkt met groepsplannen. Een groepsplan is een plan voor
een bepaald vakgebied, bijvoorbeeld lezen. In dit plan wordt onderscheid gemaakt
tussen drie verschillende instructiegroepen: de instructie-onafhankelijke groep (dit
is de groep die slechts een korte klassikale instructie nodig heeft en daarna
zelfstandig verder kan werken), de instructie-gevoelige groep (dit is de groep die de
basisinstructie nodig heeft en daarna verder kan met de oefenstof) en de instructieafhankelijke groep (dit is de groep die naast de basisinstructie behoefte heeft aan
verlengde instructie van de leerkracht). Per instructiegroep wordt in het groepsplan
één of meerdere doelen geformuleerd en wordt tevens aangegeven hoe dit doel
moet worden bereikt: welke materialen worden ingezet, wanneer en hoe vaak vindt
de instructie en verwerking plaats en hoe en wanneer de evaluatie plaats zal
vinden. Het groepsplan wordt meerdere keren per jaar geëvalueerd en bijgesteld.
Op dit moment werken we met groepsplannen voor de vakken rekenen en
(technisch/begrijpend) lezen.
Signaleren
Door goed naar het kind te kijken en zijn of haar ontwikkeling te volgen, signaleren
de groepsleerkracht en/of de ouders vaak als eerste mogelijke problemen in de
ontwikkeling van het kind. Een goede communicatie en afstemming tussen ouders
en leerkracht is dus van groot belang. Door een goede communicatie kunnen
signalen over de ontwikkeling met elkaar gedeeld worden. Zo kunnen we steeds
opnieuw inschatten welke onderwijsbehoeften dit kind heeft en ons onderwijs daar
zo passend mogelijk bij te maken.
In sommige gevallen vragen deze signalen om een uitwerking: wat is er aan de
hand? Waar komt de stagnatie in ontwikkeling vandaan? Op het moment dat
Schoolgids 2015-2019 NSV2
29
leerkracht en ouders hier samen geen antwoorden meer op kunnen vinden, komt de
zorggroep in beeld.
Groepsbesprekingen: samen signaleren
Om de ontwikkeling van de leerlingen goed te volgen, gebruiken we het groepsplan
en observatie- en toetsgegevens. De observatie- en toetsgegevens worden verwerkt
in het groepsoverzicht. Aan de hand van deze gegevens wordt twee maal per jaar,
tijdens de groepsbespreking, bekeken welke zorg een leerling of een groep
leerlingen nodig heeft. Welke leerlingen hebben behoefte aan verlengde instructie,
wie heeft er extra oefenstof nodig en wie kunnen er meer aan dan de gebruikelijke
lesstof?
De groepsbesprekingen vinden plaats in september en februari. Hierbij zijn de
leerkracht, de intern begeleider, een Remedial Teacher en de bouwcoördinator
aanwezig. Op basis van het groepsoverzicht en de afspraken van de
groepsbespreking, wordt het groepsplan weer bijgesteld.
Als tijdens een groepsbespreking blijkt dat over een specifieke leerling meer of
complexere zorg bestaat, kan besloten worden om de zorgen rondom het kind
verder te onderzoeken in bijvoorbeeld een leerlingbespreking of bespreking in het
Brede School Ondersteunings Team.
Diagnosticeren
Als er signalen zijn dat een kind specifieke onderwijsbehoeften heeft, wordt in
eerste instantie door ouders en leerkrachten onderzocht wat er aan de hand kan
zijn: is de stof te moeilijk, zit het kind niet lekker in zijn vel, lukt het automatiseren
niet? Als deze vragen niet direct te beantwoorden zijn, worden de signalen
besproken met de intern begeleider of tijdens de groepsbespreking. Tijdens de
groepsbespreking wordt bekeken of en zo ja, welke vervolgstappen er nodig zijn.
Dat kan in de vorm van een leerling-bespreking of bespreking in het BSOT. Een
andere mogelijkheid is een observatie of onderzoek door de intern begeleider. Deze
twee opties worden hieronder toegelicht.
Leerling-besprekingen
Deze bespreking heeft het karakter van een collegiale consultatie. Er zijn een aantal
leerkrachten aanwezig (3-5), waaronder de eigen leerkracht van het kind en
eventueel de intern begeleider. Tijdens deze bespreking licht de leerkracht van het
kind de zorg toe die rondom het kind bestaat en vraagt om tips of ideeën om het
eigen leerkrachthandelen aan te passen aan de behoeften van het kind. De
vaardigheden van de leerkracht staan bij deze bespreking dus centraal: hoe kan ik
mijn eigen handelen professionaliseren zodat meer recht wordt gedaan aan de
behoeften van het kind?
Schoolgids 2015-2019 NSV2
30
Observatie/onderzoek intern begeleider
Als er een heel specifieke vraag ligt, bijvoorbeeld “Welke spellingcategorieën
beheerst deze leerling al wel, en welke nog niet?” kan het zinvoller zijn om een kort
onderzoek uit te voeren dan om het kind in een leerling-bespreking te bespreken. In
dit geval zal de IB-er de hulpvraag beantwoorden door het afnemen van bepaalde
tests of door observatie. Bij het onderzoek wordt gebruik gemaakt van
methodegebonden en/of gestandaardiseerde toetsen.
Ouders worden hiervan door de leerkracht op de hoogte gebracht.
Interveniëren
Op het moment dat aan een leerling specifieke zorg wordt geboden, wordt de
organisatie hiervan opgenomen in het groepsplan (als het lezen of rekenen betreft)
of er wordt een handelingsplan opgesteld door de leerkracht. In dit plan zijn doelen
geformuleerd en evaluatiemomenten ingebouwd om de ontwikkelingen van de
leerlingen te kunnen volgen. De interventies zijn onder te verdelen in vier niveaus.
Zorgniveaus
Niveau 1: hulp in de groep
Als blijkt dat een kind extra zorg nodig heeft, zal er gedurende een afgebakende
periode gerichte hulp geboden worden binnen de groep. Als deze hulp nodig is voor
lezen of rekenen, zal de planning hiervoor worden opgenomen in het groepsplan.
Als het een ander ontwikkelingsgebied betreft dan rekenen of lezen, wordt een
individueel handelingsplan opgesteld. De leerkracht stelt het handelingsplan op en
bewaakt de voortgang.
Niveau 2: begeleide hulp in de groep
Wanneer, bij evaluatie van het groeps- of handelingsplan, blijkt dat de hulp niet
voldoende resultaat heeft gehad, volgt begeleide hulp binnen de groep.
Bij begeleide hulp in de groep wordt het groeps- of handelingsplan gemaakt in
samenspraak met de intern begeleider. Deze bespreekt met de leerkracht welke
doelen voor dit kind haalbaar zijn, welke materialen ingezet kunnen worden, welke
instructiemogelijkheden er zijn en hoe de zorg georganiseerd kan worden. De intern
begeleider is op de achtergrond aanwezig en ondersteunt de leerkracht bij het
geven van zorg op maat. Wanneer deze hulp, na evaluatie, niet leidt tot het
gewenste resultaat zal de leerkracht met het zorgteam in een groepsbespreking
bekijken of er behoefte is aan hulp in de groep, externe leerlingenzorg of een
andere zorgvraag. Afhankelijk van de vraag wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt
van een bespreking in het BSOT, een onderzoek door de intern begeleider naar het
leerniveau van de leerling of een diagnostisch gesprek of er wordt overgegaan naar
niveau 3: hulp in de groep.
Niveau 3: extra hulp
Op dit moment geldt dit niveau alleen voor de leerlingen die tot en met het
schooljaar 2013-2014 een rugzak hadden. Deze leerlingen krijgen in elk geval voor
Schoolgids 2015-2019 NSV2
31
het schooljaar 2015-2016 nog extra hulp in en/of buiten de groep. Per jaar moet
worden bekeken of deze hulp nog te realiseren is.
Niveau 4: externe hulp.
Bij niveau 4 zijn de grenzen van onze interne zorgstructuur bereikt en gaan we met
ouders, de leerkracht en het zorgteam kijken naar externe vormen van
zorgverlening. We brengen in kaart welke vragen er leven en bekijken via welke
wegen we deze vragen het best kunnen beantwoorden. Mogelijkheden binnen dit
niveau zijn bijvoorbeeld; preventieve ambulante begeleiding vanuit het speciaal
basisonderwijs
of
kortdurende
ambulante
begeleiding
vanuit
het
samenwerkingsverband.
Hoewel dit het laatste niveau is dat wordt beschreven, betekent het niet dat deze
niveaus altijd in deze volgorde worden doorlopen. Externe hulp is breed en omvat
diverse soorten hulpverlening die soms ook in een eerder stadium wordt
ingeroepen. Zo is het bijvoorbeeld voorstelbaar dat ouders van een leerling die
alleen hulp in de groep krijgt (niveau 1) toch behoefte hebben aan
opvoedingsondersteuning in de vorm van schoolmaatschappelijk werk. In dat geval
kan niveau 4 dus parallel lopen aan niveau 1.
Evalueren
Minimaal drie maal per jaar evalueert de leerkracht het handelingsplan of
groepsplan: zijn de doelen gehaald, waren de interventies effectief? Deze resultaten
worden met de ouders besproken in een oudergesprek. Ook worden hierin de
vervolgstappen besproken. Als de doelen in het handelingsplan zijn behaald en de
hulp is effectief geweest, kan besloten worden om het kind daarna weer met het
reguliere programma mee te laten doen. Als de hulp onvoldoende effectief is
geweest en de signalen blijven bestaan, wordt samen met de zorggroep gekeken
welke vervolgstappen er nodig zijn.
Op dit moment gaat opnieuw de cyclus werken: observatie-signalerendiagnosticeren-interveniëren-evalueren alleen dan met intensieve betrokkenheid
van de zorggroep. Als bij de volgende evaluatie blijkt dat ook deze hulp
onvoldoende is, wordt de cyclus nogmaals doorlopen. Bij dit traject wordt dan vaak
de externe leerlingenzorg betrokken.
5.3 Specifieke onderwijsbehoeften
In deze schoolgids willen we aan twee specifieke onderwijsbehoeften wat extra
aandacht besteden: de (hoog)begaafde kinderen en de kinderen met dyslexie. Voor
deze twee categorieën bestaat een beleidsplan: Het beleidsplan (Hoog)begaafden
en het beleidsplan Dyslexie.
Meer- en hoogbegaafden
Zoals eerder aangegeven is er op onze school ook zorg voor kinderen die problemen
ervaren in de groep als gevolg van (meer)begaafdheid. Als blijkt dat een kind
Schoolgids 2015-2019 NSV2
32
(meer)begaafd is (hetzij door signalering van de ouders, de leerkracht, door
onderzoek, goede prestaties op school of juist door onderprestatie) wordt het kind
in het zorgteam besproken. In samenspraak met de ouders wordt besloten hoe om
te gaan met dit kind. Mogelijke oplossingen kunnen zijn:
 Het leerstofaanbod aanpassen zodat de leereigenschappen van de leerling
beter tot zijn recht komen. We delen het leerstofaanbod per leerjaar in op
verdiepings- en verrijkingsstof. Het kind blijft in de groep en heeft een eigen
programma, wat elke week in een weektaak ingepland wordt.
 We laten het kind versnellen: de leerstof van het volgende leerjaar wordt
versneld aangeboden, het zogenaamde ‘compacten’, het kind kan dan
vervroegd naar een volgende groep. Zie ook protocol Versnellen.
 Kinderen die in groep 7 en 8 zitten worden in de plusgroep geplaatst. Onder
leiding van een excellentiespecialist komen de kinderen één keer per week
bij elkaar. Zij werken dan met cursussen bijv. Spaanse les, wiskunde,
scheikunde, een web-site maken. Tevens heeft deze plusgroep de functie van
‘peergroup’.
Kinderen die deelnemen aan de plusklas, krijgen in hun rapport een bijlage waarin
de plusklas-leerkracht verslag doet van de vorderingen van het kind. Tenminste
twee keer per jaar volgt een gesprek tussen ouders en plusklas-leerkracht over het
functioneren van het kind in de groep.
Dyslexie
Uit onderzoek is gebleken dat 10% van de leerlingen aanzienlijk moeite heeft met
het leren lezen (en spellen). Een klein gedeelte van deze leerlingen heeft zodanig
moeite met het leesproces dat de diagnose dyslexie gesteld kan worden.
De eerste signalen dat er sprake zou kunnen zijn van leesproblemen en/of dyslexie
zijn vaak al waarneembaar in de kleutergroep: kinderen hebben moeite om de
namen van de andere kinderen te onthouden, vinden het moeilijk om liedjes te
onthouden en hebben moeite om zich de voorwaarden voor het lezen (zoals
auditieve analyse/synthese) eigen te maken.
In groep 3 laten deze kinderen zien dat ze de letters met moeite automatiseren en
dat ze moeizaam tot lezen komen omdat ze de klanktekens niet goed kunnen
koppelen. Als dit beeld zich voortzet in groep 4 en het kind op alle meetmomenten
laat zien op de leesontwikkeling uit te vallen, kan de leerling halverwege groep 4
onderzocht worden. Vaak wordt dit onderzoek en de eventuele behandeling door uw
ziektekostenverzekeraar of door de gemeente vergoed.
Met of zonder diagnose: een kind met leesproblemen heeft specifieke
onderwijsbehoeften. Wij willen hier zoveel mogelijk aan tegemoet komen en kijken
per kind wat er nodig is. Mogelijke aanpassingen kunnen bijvoorbeeld zijn:
 Extra oefenmogelijkheden, zodat het kind meer tijd en instructie krijgt om
het leesproces op gang te brengen.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
33
 Werkbladen vergroten, zodat het kind zich minder hoeft in te spannen om de
letters te ontcijferen.
 Toetsen voorlezen, zodat de score zo min mogelijk beïnvloed wordt door het
gebrek aan leesvaardigheden.
In het groepsplan wordt voor ieder kind beschreven aan welke doelen er gewerkt
wordt en op welke manier. Voor aanpassingen van de Cito bij een dyslexieverklaring; zie bijlage ‘Cito en dyslexie’.
5.4 Herfstleerlingen
Bij kinderen die tussen 1 oktober en 1 januari geboren zijn en op hun vierde
verjaardag instromen op school bestaat soms twijfel of zij na anderhalf jaar al klaar
zijn voor groep 3. In het protocol ‘Herfstleerlingen’ vindt u de stappen die wij dan
met elkaar nemen.
5.5 Doubleren en versnellen
In sommige gevallen kan het wenselijk zijn om een jaar te doubleren of te
versnellen. De stappen die dan gezet worden, staan beschreven in het protocol
‘Doublure en versnellen’ . In het geval dat ouders en school het niet eens worden,
neemt de school de definitieve beslissing.
5.6 Samenwerkingspartners
Brede School Ondersteunings Team
Op het moment dat ouders, school of buitenschoolse organisaties signalen krijgen
dat de ontwikkeling van een kind niet goed verloopt, kan er gebruik gemaakt
worden van het Brede School Ondersteunings Team. Dit team komt ongeveer een
keer in de zes weken bij elkaar. De vaste teamleden zijn; de schooldirecteur
(Janneke van den Wollenberg), de intern begeleider (Lyette Wullems en Roos
Peters, de platformondersteuner vanuit het samenwerkingsverband (Pytsje
Veldman), het sociaal wijkteam (Karin Essers),de schoolverpleegkundige (Merit
Boelens van Hensbroek) en het schoolmaatschappelijk werk (Linde Bouwkamp). Het
is uitdrukkelijk onze wens dat ook ouders aanwezig zijn als hun kind besproken
wordt. Daarnaast kunnen eventuele andere betrokken experts ook aanschuiven op
verzoek van school en/of ouders, zoals bijvoorbeeld een fysiotherapeut of een
logopedist. De bespreking vindt plaats aan de hand van het groeidocument. Dit
document wordt door school ingevuld en aangevuld door ouders. Daarna wordt het
ter voorbereiding van de bespreking verspreid onder de overige deelnemers
minimaal een week voor de bespreking.
Het doel van de bespreking is te komen tot adviezen voor het vervolg, bijvoorbeeld
handelingsadviezen in de groep of een observatie door een expert. De bespreking
duurt meestal een half uur per kind.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
34
Platformondersteuner
Vanuit
het
samenwerkingsverband
is
er
voor
iedere
school
een
onderwijsondersteuner beschikbaar gedurende een aantal uur in de week. Zij
fungeert als vraagbaak voor school op het moment dat wij vragen hebben rondom
leer- of gedragsproblemen. Bij ons op school is dat Pytsje Veldman Ingrid. Zij is ook
het contactpersoon als wij verder expertise nodig hebben of als een kind verwezen
wordt naar het speciaal (basis)onderwijs.
Schoolmaatschappelijk werk
De schoolmaatschappelijk werker vanuit NIM komt op afgesproken tijden op school
om samen met ouders en/of intern begeleider de zorgen over een leerling te
bespreken. In overleg wordt dan besloten welke stappen er verder worden
ondernomen. De maatschappelijk werker is er in eerste instantie voor de
begeleiding van ouders, maar kan ook gesprekken hebben met de leerling om een
beter beeld te krijgen van de problemen. Bij ons op school is dit Linde Bouwkamp.
Schoolarts
De GGD Regio Nijmegen (schoolarts) is er voor om gezondheidsproblemen van
jeugdigen (4- tot 19-jarigen) te signaleren, te adviseren en waar nodig te
verwijzen. In het basisonderwijs in de regio Nijmegen onderzoekt de schoolarts
standaard alle 5-jarigen en de leerlingen van groep 7. Daarnaast onderzoekt de
schoolarts leerlingen op verzoek van ouders of school. In overleg met ouders
worden leerlingen met leer- en/of gezondheidsproblemen naar de juiste
hulpverlenende instelling doorverwezen. Naast individuele contacten heeft de
schoolarts ook een taak in (groeps)voorlichting aan leerlingen en ouders en
adviseren van gemeenten over het jeugdbeleid. Onze schoolarts is Tai-Ati Rakers.
Onze schoolverpleegkundige is Merit Boelens van Hensbroek. Merit is iedere derde
woensdag van de maand aanwezig op school. Ouders mogen binnenlopen of een
afspraak met haar maken.
Logopedist
De logopedist (GGD) onderzoekt leerlingen apart op spraaktaalontwikkeling, stem,
mondgewoonten en gehoor rond het 5e jaar. Aansluitend vindt, indien nodig,
jaarlijks controle plaats of wordt een verwijzing afgegeven.
5.7 Schoolondersteuningsprofiel
Welke (extra) ondersteuning wij onze kinderen op de NSV2 bieden, brengen wij in
beeld d.m.v. ons schoolondersteuningsprofiel. Ook geven wij aan welke stappen wij
gaan zetten om de ondersteuning op onze school te verbeteren. Daarmee worden
ook de mogelijkheden van ons onderwijs duidelijk. Het schoolondersteuningsprofiel
is te vinden op de website van de NSV2.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
35
Een korte typering van onze school
De NSV 2 staat voor basisonderwijs in de meest uitgebreide zin, met respect voor
ieders politieke en godsdienstige overtuiging, met inachtneming van de kerndoelen
en de referentieniveaus die de overheid stelt. Wij besteden behalve aan de
cognitieve ontwikkeling (kennis) ook aandacht aan de pedagogische, sociaalemotionele, motorische en creatieve ontwikkeling van de leerlingen. Dit betekent
dat team en schoolleiding naast het leren, ook de opvoedkundige taak serieus
neemt en belangrijk vindt. De leerlingen leren samen werken, over hun gevoelens
en die van anderen na te denken en te praten en daar in de dagelijkse praktijk
rekening mee te houden.
De creatieve ontwikkeling komt onder meer aan bod in de vakken handvaardigheid,
muziek, drama en tekenen. Aandacht voor de motorische ontwikkeling komt onder
meer tot uiting tijdens gymlessen en dansante vorming.
De NSV 2 staat voor een goede aansluiting op het vervolgonderwijs, zodat de
individuele leerling zijn leerweg met succes kan vervolgen en uiteindelijk zijn of
haar plaats in de maatschappij vindt. Het team en schoolleiding hechten er veel
waarde aan, dat leerlingen na acht jaar basisonderwijs kunnen terugkijken op een
leerzame èn plezierige tijd.
Dit onderwijs willen wij vormgeven vanuit de waarden empathie,
verantwoordelijkheid, autonomie, betrokkenheid, passie en doelgericht werken.
De (concrete) basisondersteuning van de NSV2
 Overdracht:
 De NSV2 organiseert een warme overdracht met alle VVE-locaties en alle
andere kinderdagverblijven en peuterspeelzalen in Nijmegen. Vanaf 1
augustus 2015 zal ook een warme overdracht georganiseerd worden met
alle andere kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. Daarbij wordt het
instrument ‘Alle Kinderen in Beeld’ gebruikt. Wanneer er meer zorgen zijn
omtrent een kind kan er een warme overdracht + worden georganiseerd.
Dit kan op verzoek van de voorschoolse voorziening, de school of ouders
worden aangevraagd. Hierbij zijn de ouders, de school en de voorschoolse
voorziening aanwezig.
 Aanname:
 De NSV2 wil een school zijn waarbij we alle kinderen binnen onze
mogelijkheden passend onderwijs kunnen geven. In ons protocol
‘Aanname’ is verwoord hoe de procedure verloopt om ervoor te zorgen dat
we ieder kind een kans geven op passend onderwijs.
 De NSV2 staat open voor terugplaatsing van kinderen vanuit het speciaal
(basis)onderwijs wanneer de S(B)O school aangeeft dat het
desbetreffende kind daar aan toe is. Wel onderzoeken wij van te voren of
wij op dat moment aan de hulpvraag van dit specifieke kind kunnen
voldoen en of wij passend onderwijs aan dit kind vorm kunnen geven.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
36





 Het team van de NSV2 gaat over tot verwijzing naar het Speciaal (Basis)
Onderwijs wanneer het welbevinden van de leerling of van andere
leerlingen in gevaar komt of wanneer er sprake is van ernstige
ontwikkelingsachterstanden en/of externaliserende gedragsproblematiek.
Pedagogisch klimaat:
 De NSV2 wil een veilige school zijn voor kinderen, ouders en leerkrachten.
Hierbij richten wij ons in eerste instantie op het welbevinden van de
kinderen.
Afstemming:
 De leerkrachten van de NSV2 stemmen hun onderwijs af op de
onderwijsbehoeften van de leerlingen. Deze onderwijsbehoeften worden
twee maal per jaar in kaart gebracht tijdens de groepsbesprekingen.
Deskundigheid:
 De leerkrachten van de NSV2 zijn in ontwikkeling om Passend Onderwijs
zo goed mogelijk vorm te geven. Dat doen we dmv scholing, coaching en
collegiale consultatie. In het schooljaar van 2013-2014 zijn alle
leerkrachten van de NSV2 geschoold in het handelingsgericht voeren van
gesprekken met leerlingen en ouders.
 Op dit moment hebben wij een aantal leerkrachten met een afgeronde
master SEN-opleiding, een gedragspecialist, een specialist hoogbegaafde
kind, de vertrouwenspersonen, één rekencoördinator en één
taalcoördinator.
 Er is een pestcoördinator en een coördinator Excellentie aanwezig.
 Er is expertise aanwezig rondom de creatieve vakken en kunstzinnige
vorming.
 Wij hebben een vakleerkracht dansante vorming.
 De NSV2 heeft een ondersteunende structuur waarbij de leerkracht
ondersteund wordt bij het doorlopen van de cyclus van handelingsgericht
werken door middel van groepsbesprekingen, leerlingbesprekingen en
klassenconsultaties. Om ouders goed te informeren over de
ondersteuningsstructuur van de NSV2 wordt er tijdens de inloopochtenden
(2x per jaar) en informatieavonden voor nieuwe ouders (2x per jaar) een
presentatie hierover gegeven door de intern begeleider. Vanuit de
speerpuntgroep Zorg schuift de intern begeleider éénmaal per jaar aan bij
de MR om de ondersteuning te evalueren en nieuwe speerpunten toe te
lichten.
Opbrengstgericht werken:
 De NSV2 gebruikt een leerlingvolgsysteem om de ontwikkeling van alle
leerlingen te volgen en vroegtijdig stagnaties of excellente ontwikkeling te
kunnen signaleren.
 De NSV2 stelt voor alle kinderen hoge en haalbare doelen.
Planmatig werken:
Schoolgids 2015-2019 NSV2
37


 Op de NSV2 werken wij met groepsoverzichten en groepsplannen op de
gebieden technisch/begrijpend lezen en rekenen waarin de leerkrachten
de pedagogische en didactische behoeftes van ieder kind in beeld
brengen. We richten ons niet op wat het kind mankeert, maar op wat het
nodig heeft om zich verder te ontwikkelen.
Ondersteuning:
 De ondersteuning van en voor de kinderen met extra onderwijsbehoeften
en het beleid rondom leerlingenzorg beschrijven wij in het document
“zorgplan NSV2”.
 In de afgelopen jaren is in de groepen het voeren van kindgesprekken
geïmplementeerd. De leerkracht kan ook de methode Kids’ Skills inzetten.
Dit is een oplossingsgerichte manier van kindgesprekken voeren met een
plan van aanpak en sluit aan bij het handelingsgericht werken. In de
overige groepen wordt gewerkt met kindgesprekken en kindplannen.
 De NSV2 heeft expertise opgebouwd voor wat betreft preventieve en
(licht)curatieve interventies bij kinderen die een specifieke aanpak nodig
hebben bij technisch lezen, taal, begrijpend lezen, spelling, schrijven en
rekenen.
 De NSV2 heeft een specifieke begeleiding en opvang voor meer- en
hoogbegaafde kinderen. De ondersteuning van en voor deze kinderen
beschrijven wij in het “beleidsplan Excellentie.”
 De school heeft een ondersteuningsaanpak voor leerlingen met dyslexie.
Een ondersteuningsaanpak voor dyscalculie is in ontwikkeling.
 De school heeft en gebruikt onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn
afgestemd op leerlingen met een minder dan gemiddelde intelligentie. Ons
uitgangspunt daarbij is dat alle kinderen zo lang mogelijk het gewone
onderwijsprogramma uit de onderwijsmethodes die de school gebruikt
blijven volgen.
 De school heeft beperkte mogelijkheden om kinderen met een fysieke
en/of medische ondersteunings-behoefte van een aanpak te voorzien. Er
wordt per kind bekeken in hoeverre de school tegemoet kan komen aan
de ondersteuningsbehoefte van dit kind in deze specifieke situatie.
 De school heeft mogelijkheden om kinderen met lichte
taakwerkhoudingsproblemen/concentratieproblemen van een aanpak te
voorzien.
 De school heeft mogelijkheden voor wat betreft preventieve en
(licht)curatieve interventies bij kinderen die een specifieke aanpak nodig
hebben omtrent hun gedrag, maar wij ervaren een grote mate van
handelingsverlegenheid bij extreem externaliserend gedrag.
Ontwikkelingsperspectief:
 De school heeft mogelijkheden om kinderen een eigen leerlijn te laten
volgen op één van de volgende gebieden (Begrijpend lezen, rekenen,
spelling). Voor leerlingen vanaf groep 6 is het daarbij mogelijk om de
instructie in de groep te volgen waar het kind zich qua niveau bevindt.
Voor deze leerlingen wordt een ontwikkelingsperspectief opgesteld. De
Schoolgids 2015-2019 NSV2
38
consequentie hiervan is dat de leerling op dit vakgebied uit zal stromen
met een niveau dat lager ligt dan het eind groep 8-niveau.

Ouders:
 De NSV2 informeert ouders minimaal twee keer per jaar over de
vorderingen en ontwikkeling van hun kind via een rapport (groep 3 t/m 8)
en oudergesprekken (groep 1 t/m 8).
 De NSV2 houdt aan het begin van ieder schooljaar met alle ouders
kennismakingsgesprekken over de kwaliteiten en aandachtspunten van
hun kind.
De interne en externe expertise van de NSV2
 Interne expertise:
De school maakt gebruik van de volgende intern aanwezige specifieke
teamdeskundigheid: video interactie begeleiding, pestproblematiek,
rekenproblematiek, dyslexie, gedragsproblematiek, Kids’Skills,
zelfregulatievaardigheden, techniek, creatieve vakken en meer- en
hoogbegaafdheid. We hebben op school twee vertrouwenspersonen voor leerlingen,
Ann de Schouwer en Lyette Wullems.
 Externe expertise:
De school maakt gebruik van de volgende extern aanwezige specifieke
deskundigheid binnen het bestuur en/of het samenwerkingsverband:
orthopedagoog, schoolmaatschappelijk werker, dyslexie-specialist, logopediste,
begeleiders vanuit het expertisecentrum voor taal, spraak en auditieve beperkingen
(cluster 2) en de dienst ambulante begeleiding Nijmegen.
De ondersteuningsvoorzieningen van de NSV2
De NSV2 heeft de volgende extra ondersteuningsvoorzieningen:
 Ondersteuning voor meer- en hoogbegaafde kinderen (plusgroep, Levelwerk
en Levelspel)
De voorzieningen in de fysieke omgeving van de NSV2
De volgende voorzieningen zijn in de gebouwen van de NSV2 aanwezig voor
specifieke ondersteuning en opvang van kinderen: rolstoelvriendelijk en
toegankelijk, invalidentoilet, in de nieuwbouw een lift en de nodige
gespreksruimten. Voor dove/slechthorende leerlingen hebben wij ervaring met het
werken met solo-apparatuur. De lokalen zijn hoog en qua akoestiek voor deze
kinderen vaak niet optimaal.
De ketenpartners van de NSV2
De school werkt, ten behoeve van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben,
samen met de volgende organisaties en instellingen: afdeling Leerplicht gemeente
Nijmegen, schoolagent, CJG Nijmegen Midden, Bureau Jeugdzorg, NIM schoolmaat-
Schoolgids 2015-2019 NSV2
39
schappelijk werk, GGD/JGZ, voorschoolse voorzieningen zoals peuterspeelzalen en
kinderopvang, scholen voor PO en VO, SBO de Windroos en de Regionale Expertise
Centra.
De ambities van de NSV2 voor de toekomst
 Basisondersteuning:
o Om de ondersteuningsstructuur goed in te kunnen blijven richten, zal
formatie beschikbaar gehouden worden voor interne begeleiding en de
ondersteuning voor meerbegaafde kinderen. Het komend jaar wordt ook
nog remedial teaching ingezet tbv de ex-rugzakleerlingen en leerlingen
met een aangepast ontwikkelingsperspectief
o Wij willen graag het aantal gespecialiseerde leerkrachten uitbreiden
o Om ook passend onderwijs te kunnen bieden aan de (zeer) goede
leerlingen, gaan we ons oriënteren op een doorgaande lijn in het
onderwijs aan deze leerlingen.
o Om leerlingen goed te kunnen volgen in hun sociaal-emotionele
ontwikkeling wordt in het schooljaar 2016-2017 Kanvas geïmplementeerd.
o Om een goed onderwijsaanbod te kunnen vormgeven op het gebied van
sociaal-emotionele ontwikkeling zal in het schooljaar 2016-2017 de
nieuwe methode Kanjertraining worden geimplenteerd.
o Om duidelijkheid te geven over de stappen en criteria ten aanzien van
dyscalculie, willen we de komende jaren een beleidsplan dyscalculie
ontwikkelen.
o Om een moderne school- en leeromgeving te kunnen bieden, passend bij
deze tijd, willen we de komende jaren investeren in materialen en
oplossingen waardoor er meer mogelijkheden zijn om in kleine groepjes
instructie te geven of kinderen zelfstandig oefenstof te laten verwerken.
5.8 Aanname
Wij hebben een gezamenlijk belang bij een passende onderwijsplek voor ieder kind.
Daarom hebben wij de stappen voor de aanname op een rijtje gezet. Deze kunt u
vinden op onze site: www.nsv2.nl
5.9 Speciaal basisonderwijs
Wanneer een kind een leer- of ontwikkelachterstand heeft op meerdere gebieden
kan hulp vanuit het ondersteuningsplatform en het samenwerkingsverband
Stromenland worden aangevraagd. Hiervoor moet het kind altijd eerst besproken
worden in het BSOT. Samen kijken we naar de onderwijsbehoeften en naar de wijze
waarop daar binnen onze school aan kan worden tegemoet gekomen. Pas als
duidelijk is, dat alle mogelijkheden benut zijn en onvoldoende resultaat opleveren,
kan een Toelaatbaarheids Verklaring worden aangevraagd. De intern begeleider
begeleidt dit proces.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
40
5.10 Speciaal onderwijs
Ouders met een kind dat een handicap heeft, staan maar al te vaak voor een lastige
keuze: welk type onderwijs past het best bij hun kind? Via het protocol aanname
bijzondere onderwijsbehoeften kan onderzocht worden of het kind op de NSV2
passend onderwijs kan volgen.
De directeur en de intern begeleider onderzoeken met de ouders de mogelijkheden
binnen en buiten de school voor de gewenste extra begeleiding. Wij kijken naar de
onderwijsbehoeften van dit kind en of deze binnen ons schoolondersteuningsprofiel
passen.
Als besloten wordt het kind op NSV2 te plaatsen, vindt aansluitend een gesprek
plaats met de ouders van het kind, waarbij wordt toegelicht of, en zo ja, op welke
wijze het onderwijs voor het betreffende kind gestalte zal gaan krijgen. Als de
conclusie luidt dat aanmelden voor een andere school beter is, zal deze conclusie
beargumenteerd worden toegelicht. Samen met ouders zullen we dan op zoek gaan
naar een andere passende plek.
5.11 Gescheiden ouders
Scheiding is voor de betrokken partijen altijd ingrijpend en heftig. Zowel voor
ouders als het kind. Helderheid over de situatie en duidelijke afspraken zijn juist in
een onrustige periode een prettig houvast. De stappen die we dan samen zetten,
staan beschreven in het protocol ‘School en Scheiding’, te vinden op onze site.
5.12 Verwijsindex
De gemeenten in de regio Nijmegen hebben zich aangesloten bij de landelijke
verwijsindex. Dit is een digitaal systeem waarin professionals kunnen aangeven dat
zij zich zorgen maken over een kind. Als meerdere mensen zich zorgen maken,
kunnen ze via dit systeem contact met elkaar opnemen en overleggen hoe ze het
kind samen sneller en beter kunnen helpen. In de verwijsindex worden alle signalen
over kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar uit de gemeente Nijmegen en
omgeving maximaal twee jaar opgeslagen.
De Intern begeleider van onze school is bevoegd om een kind via dit systeem aan te
melden. Wanneer er besloten wordt een kind aan te melden worden ouders hierover
geïnformeerd via een folder en een brief. Wanneer u meer informatie wilt over de
verwijsindex liggen bij de Intern begeleider folders ter inzage.
5.13 Schorsing en verwijdering
In de Wet op het primair onderwijs is het volgende opgenomen over schorsing:
Artikel 40c. Schorsing
1. Het bevoegd gezag kan met opgave van redenen een leerling voor een
periode van ten hoogste één week schorsen.
2. Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de ouders bekendgemaakt.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
41
3. Het bevoegd gezag stelt de inspectie van een schorsing voor een periode
langer dan één dag schriftelijk en met opgave van redenen in kennis.
Op de NSV2 hanteren wij het volgende beleid:
Wij willen graag dat alle kinderen met plezier naar school gaan en zich daar in een
veilige en stimulerende omgeving kunnen ontwikkelen. Echter er doen zich situaties
voor waarin het verblijf van een kind op school onmogelijk is geworden. Wij kunnen
dan overgaan tot schorsen of verwijderen.
Schorsing
Een geschorst kind mag tijdelijk geen lessen volgen en mag niet op school komen.
Dit geldt ook voor scholen voor speciaal basisonderwijs. De school mag uw kind
maximaal 1 week (5 schooldagen) schorsen.
Bezwaar tegen schorsing
Bent u het niet eens met de schorsing van uw kind? Dan kunt u op 2 manieren
bezwaar maken:
 Openbare school
U kunt bezwaar maken bij het bevoegd gezag. Levert dit niets op, dan kunt u naar
de bestuursrechter stappen.
 Bijzondere school
U kunt naar de civiele rechter stappen. U kunt ook een klacht indienen over de
schorsing. In de schoolgids vindt u informatie over de klachtenregeling.
Verwijdering basisschool
Een school kan om verschillende redenen een leerling verwijderen. Bijvoorbeeld als:

de school een leerling niet de nodige speciale zorg kan bieden;

de leerling zich voortdurend agressief gedraagt;

er ernstige ruzies zijn (ook als de ouders daar betrokken bij zijn).
Eerst moet het bevoegd gezag naar het verhaal van ouders en de leerkracht
luisteren. Dan pas mag de school beslissen over de verwijdering van een leerling.
Bezwaar tegen verwijdering
Bent u het niet eens met de verwijdering van uw kind? Dan kunt u bezwaar maken
bij de school. Daarover moet u ook het bevoegd gezag op de hoogte stellen. De
school moet binnen 4 weken schriftelijk reageren op uw bezwaar. Blijft de school bij
het besluit uw kind te verwijderen? Dan kunt u voor uw bezwaar bij een openbare
school terecht bij de bestuursrechter. Bij een bijzondere school kunt u naar de
civiele rechter.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
42
Het bevoegd gezag zorgt voor een nieuwe school.
Het bevoegd gezag beslist over de verwijdering van een leerling. Het bevoegd
gezag mag uw kind pas verwijderen als het een nieuwe school voor uw kind heeft
gevonden.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
43
6. SCHOOLPLAN 2015-2019
Iedere school in Nederland is verplicht eens in de 4 jaar een plan op te stellen
m.b.t. de schoolontwikkelingen voor de volgende 4 jaar, een zogenaamd
‘Schoolplan’. Ook wij hebben dat afgelopen schooljaar gedaan. We hebben als team
kritisch gekeken naar wat er om ons heen gebeurt in de maatschappij, in het
onderwijs en binnen onze eigen school. We hebben de opbrengsten van
tevredenheidsonderzoeken onder ouders, leerlingen en onszelf serieus genomen. En
we hebben ons gerealiseerd dat we niet alles kunnen wat we zouden willen. Maar
dat als we ons focussen op een paar ontwikkelingen, we wel stappen kunnen zetten.
Onze ambitie wordt zowel vanuit een verlangen als vanuit een noodzaak gevoed.
Het verlangen om goed onderwijs te blijven geven aan een generatie leerlingen die
op een andere manier functioneert dan een aantal jaren geleden. We willen
bijdragen aan autonome, betrokken en zelfstandige leerlingen. Dat betekent dat we
op een andere manier ons onderwijs moeten vormgeven. Leerlingen uitdagen om
autonoom, zelfstandig en betrokken te kunnen en mogen zijn. In zowel aanbod als
vorm zullen we daar bij stil staan. We realiseren ons dat alle leerlingen andere
kwaliteiten hebben. En dat dat betekent dat zij ook op verschillende manieren
mogen leren en benaderd moeten worden. Het is voor ons als professional ook de
uitdaging om aan te sluiten bij niveau en interesses van leerlingen. We gaan dan
ook op zoek naar een concept dat hierbij sluit.
We willen het leerstofjaarklassensysteem als (voorlopige) basis vasthouden,
waarbinnen we op zoek gaan naar vormen waarbij leerlingen zelf meer keuzes en
ook verantwoordelijkheid hebben in het leerproces. De leerkracht blijft
eindverantwoordelijk, dat hoort bij onze taak. Maar we willen leerlingen uitdagen
om zelf keuzes te leren maken, samen te werken met anderen, op onderzoek uit te
gaan naar kennis. We geloven in de kracht van heterogeen onderwijs. En we zullen
soms ook kiezen voor momenten waarop leerlingen op hun eigen niveau kunnen
werken. We willen leerlingen bewust maken van hun plek en rol in de maatschappij.
Ze te laten zien welke bijdrage zij kunnen leveren, en ook wat dat van hen vraagt.
Dat kunnen we ook niet alleen. We willen hierin ook meer in afstemming en overleg
met ouders werken. Ouderbetrokkenheid en Ouderparticipatie. Een gedeelde
verantwoordelijkheid. Dat maakt dat we samen op zoek moeten naar een passende
vorm, waarbij we de oude structuren en overtuigingen ook moeten bijstellen.
Als team willen we ook meer samen ontwikkelen en leren. We zullen ons overleg
qua inhoud en vorm daarop moeten inrichten. Onze tijd ook goed en effectief
besteden. Geen ellenlange agenda’s, maar doelgericht. Van elkaar leren door ook bij
elkaar in de groepen te kijken. De deuren open. En daarbij open staan voor elkaars
kwaliteiten en ideeën. Als wij ons eigen vak belangrijk vinden, moeten we als
professional ook zelf de regie gaan nemen over wat we belangrijk vinden. Het
neerzetten van deze ambitie helpt ons hierbij. Het vraagt van ons ook een hoge
mate van vakmanschap: vakkennis, samenwerken, zelfreflectie. Op zoek naar
Schoolgids 2015-2019 NSV2
44
voorbeelden en ideeën, ook buiten onze eigen school. Steeds onszelf opnieuw de
vraag te stellen: doen we de goede dingen en kan het beter?
Onze ambitie hebben we in drie speerpunten vertaald.
 Onze leerlingen zijn Autonoom, Gemotiveerd en Betrokken
 We werken in een professionele organisatie met een professionele
cultuur
 We zijn een moderne school
Deze speerpunten hebben we vertaald naar doelen waar we aan willen werken.
Deze doelen komen terug in de jaarplannen die we steeds opstellen. Waarin we
benoemen welke activiteiten we gaan ondernemen om de doelen te realiseren. En
daarmee de speerpunten zichtbaar te maken.
1. Onze leerlingen zijn autonoom, gemotiveerd en betrokken.
Zij kunnen zelfstandig beslissingen nemen, zijn gemotiveerd om zichzelf te
ontwikkelen en zijn betrokken bij de leerstof en op elkaar.
a. We hebben een doorgaande lijn in het versterken van de zelfstandigheid
van leerlingen. Leerlingen kunnen zelf keuzes maken in planning en
activiteiten binnen de gegeven kaders.
b. Leerlingen stemmen in overleg met de leerkracht hun leerdoelen en
werkwijze af voor een bepaalde periode.
c. Leerlingen leren hoe zij overwogen keuzes maken en de consequenties
hiervan leren inzien en dragen. Zowel voor henzelf als voor hun
omgeving.
d. We hebben volop aandacht voor de persoonlijke en sociale ontwikkeling
van leerlingen, door in contact te zijn met leerlingen.
e. We kunnen onze leerlingen in hoge mate onderwijs op maat bieden.
f. We werken met (digitale) hulpmiddelen om leerlingen ook minder
leerkrachtafhankelijk te laten zijn in de lessen.
g. We werken volgens projectonderwijs, waarbij leerlingen thema’s
ontdekken en uitwerken met ondersteuning van leerkrachten.
h. We werken groepsdoorbrekend daar waar dit ondersteunend is voor het
leerproces van leerlingen.
i. Ouders zijn betrokken bij de ontwikkeling van leerlingen op school. We
willen meer afstemmen en samenwerken met ouders en leerling samen.
2. We werken in een professionele organisatie met een professionele
cultuur
Dat betekent dat we weten wat onze doelen zijn, en dat we steeds opnieuw
kijken op welke wijze we hier individueel en gezamenlijk aan bijdragen.
a. We hebben een hoge standaard wat betreft ons vakmanschap: we
beheersen de lesstof, kennen de (wetenschappelijke) ontwikkelingen op
het terrein van leren, kunnen digitale leermiddelen adequaat toepassen
Schoolgids 2015-2019 NSV2
45
b.
c.
d.
e.
f.
en weten hoe we de persoonlijke en sociale ontwikkeling van leerlingen
kunnen versterken.
We werken op een professionele manier met elkaar samen, dat wil
zeggen doel-bewust, oog voor het proces en in staat om te reflecteren op
ons eigen en gezamenlijk handelen. Met als doel ons onderwijs kwalitatief
steeds beter te maken.
Onze overleggen zijn gericht op de inhoud, op het steeds beter worden.
We laten ons inspireren door elkaar en door voorbeelden van buiten.
We nemen onze verantwoordelijkheid wanneer hoort en geven deze waar
dat kan. En spreken ook uit naar anderen waar dit wel en niet goed gaat.
We zijn ons bewust van het belang van een goede werkrelatie met ouders
en organisaties om ons heen.
3. We zijn een moderne school.
Ons schoolgebouw is een aantrekkelijke, functionele werkomgeving. Waar
kinderen voldoende ruimte hebben om te leren, spelen en samen te werken.
Een moderne omgeving waarin digitale hulpmiddelen voldoende voor handen
zijn.
a. De school heeft een lichte, ruime uitstraling, waarin voldoende ruimte is
gecreëerd om zowel binnen de klaslokalen als erbuiten in groepjes en
zelfstandig aan het werk te kunnen.
b. De ruimtes zijn ingericht met multifunctionele meubels.
c. er is een goede digitale infrastructuur die we op professionele wijze
gebruiken
d. we hebben een herkenbare uitstraling in kleur en onderwijskundige
inrichting van het gebouw.
Aan deze doelen gaan wij vanaf augustus 2015 tot augustus 2019 hard werken. We
hanteren daarbij een gezamenlijke strategie;
 Planmatig werken. Dat wil zeggen dat we benoemen wat ons doel is,
waarom we daarvoor kiezen, welke effecten we voor ogen hebben, hoe we
daar aan willen werken en hoe we ook steeds toetsen of we de goede dingen
doen.
 Samen werken. We willen de kwaliteiten van mensen goed gebruiken.
Zowel wat betreft kennis en vaardigheden als hun natuurlijke talenten.
 Verantwoordelijkheid en eigenaarschap laten waar het hoort. Dus wat
leerlingen zelf kunnen, doen ze zelf. Wat leerkrachten zelf kunnen, doen ze
ook zelf. Bij eigenaarschap hoort ook verantwoordelijkheid: het kunnen
afleggen van verantwoording over je keuzes en consequenties. Voor
iedereen.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
46
 Focus houden. We willen met de tijd en energie die we hebben een aantal
zaken goed neerzetten. Omdat we niet voor niets keuzes maken in wat we
willen. Dus bewust ‘ja’ zeggen en ook bewust ‘nee’. Niet altijd makkelijk, wel
noodzakelijk.
 Lef tonen om iets nieuws te proberen. Als we vooruit willen, moeten we
oude denkbeelden durven los laten en iets nieuws durven uit te proberen. Dat
is soms ook spannend. Maar geeft ook energie.
 Delen van ervaringen, vieren van successen.
Bovenstaande wordt ieder jaar weer in een jaarplan uitgewerkt. We zullen niet ieder
jaar aan alle doelen werken. In ons schoolplan 2015-2019 en ieder schooljaar in
onze jaarplannen kunt u hier meer over lezen.
Wij houden ouders met enige regelmaat op de hoogte van de ontwikkeling die de
NSV2 doormaakt door het organiseren van momenten waarop ouders toelichting
krijgen en vragen kunnen stellen.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
47
7. OUDERS EN ONZE SCHOOL
Dat ouders zich betrokken voelen en actief zijn in de verschillende oudergeledingen
bevordert de samenwerking tussen school en ouders. En dat is goed voor de sfeer
op school. Ouderparticipatie wordt daarom door leerkrachten en schoolleiding op
prijs gesteld. Ouderparticipatie uit zich in verschillende vormen. Denk aan de
Medezeggenschapsraad (MR), Oudervereniging (OV), OuderActiviteitenRaad (OAR),
De vrienden van de NSV2, Biebmedewerkers, Verkeersouders en incidenteel
deelnemen in commissies of assisteren bij activiteiten in de klas onder
verantwoordelijkheid van de leerkracht. Daarnaast vindt communicatie tussen
ouders en school plaats via de Weekbrief (digitaal via Digiduif). Hiermee worden
ouders op de hoogte gehouden van allerlei zaken betreffende de school en de groep
van hun kind.
7.1 Medezeggenschapsraad (MR)
Medezeggenschap is zo gewoon. We zijn eraan gewend dat meepraten wordt
gewaardeerd, wettelijk verplicht is en georganiseerd wordt in officiële vergaderingen
en overleggen met de schoolleiding. Op het werk en op de school van onze
kinderen. Hoewel gewoon en verplicht; het moet wel gebeuren. Door ouders en
leerkrachten. Vrijwilligers die in de avonduren hun steentje bijdragen aan een
prettig en veilig leer- en leefklimaat. Voor kinderen én voor leerkrachten. Een
gezamenlijk belang.
Rechten
De MR heeft adviesrecht en/of instemmingsrecht, en kan ook zelf het initiatief
nemen om vragen over het beleid op de agenda van de schoolleiding te zetten. De
MR wordt geïnformeerd door de directeur over alle lopende zaken.
De wet op de Medezeggenschap in het onderwijs regelt dat de MR instemmingsrecht
heeft over schoolbeleid. Concreet betekent dit dat voor dit jaar: het schoolplan, het
zorgbeleid, de vakantieplanning en het formatieplan. De MR overlegt met de
directeur, coördinator of leerkracht over specifieke onderwerpen. Met de directeur
worden de lopende zaken besproken. De directeur informeert, de MR reflecteert. De
MR werkt samen met de verschillende commissies binnen de school, zoals de
Oudervereniging.
Sollicitaties
De MR levert twee kandidaten, één ouder en één leerkracht, voor de
benoemingsadviescommissie (BAC). Deze commissie voert de sollicitatiegesprekken
met geselecteerde kandidaten en komt op basis hiervan tot een
benoemingsvoordracht aan het bestuur.
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR)
Schoolgids 2015-2019 NSV2
48
De Medezeggenschapsraden van Conexus-scholen zijn vertegenwoordigd in een
gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Deze raad heeft bevoegdheden
op het gebied van bovenschoolse en bestuurlijke beleidsvorming.
Verkiezingen
De Medezeggenschapsraad van de NSV2 heeft 10 leden. 5 ouders en 5
leerkrachten. Elk jaar treden leden af en worden nieuwe leden gekozen voor een
termijn van 3 jaar. Ouders worden gekozen door de ouders; leerkrachten door
leerkrachten. Eind mei, begin juni wordt via de Weekbrief en de posters bij de
ingang van de school, bekend gemaakt dat er verkiezingen zijn.
Contact
U kunt contact opnemen met de MR via de mail. [email protected]
7.2 Oudervereniging (OV)
De drie hoofdtaken van de oudervereniging zijn:
1. Het innen en verantwoord besteden van de jaarlijkse ouderbijdrage. Met dit
geld kan de school specifieke activiteiten organiseren en materialen
aanschaffen, waar binnen de reguliere begroting geen ruimte voor is.
2. Het bevorderen van ouderparticipatie op onze school. Hoewel heel veel
ouders al heel veel doen op school, hebben we een specifieke
stimuleringsregeling in het leven geroepen. De oudervereniging heeft
namelijk een speciaal potje geld gereserveerd voor bijzondere activiteiten, die
ouders kunnen aanvragen bij de leerkracht. Zo zijn excursies naar
bijvoorbeeld de imkerij, de kaasboerderij en het Afrika museum activiteiten
die inmiddels zijn ingeburgerd op school. De procedure van het aanvragen
van excursies en activiteiten is bekend bij alle leerkrachten. Hebt u als ouder
een idee, overleg dit eerst met de leerkracht van uw kind. De leerkracht kan
de aanvraagprocedure in gang zetten. Ook kunt u als ouder bij de drie
bouwcoördinatoren terecht voor een aanvraag.
3. Het bevorderen van de communicatie en de samenwerking tussen de
schoolgeledingen. Hiertoe hebben leden van het bestuur regelmatig overleg
met onder meer de MR, OAR, de vrienden van NSV2 en de verkeerscommissie
De oudervereniging vraagt aan ouders geld voor de leuke extraatjes voor de
kinderen. De oudervereniging beheert het geld en draagt hiervoor ook de volledige
verantwoordelijkheid. Ouders worden daarom lid van de vereniging en betalen
contributie, die vaak met ‘vrijwillige ouderbijdrage’ wordt aangeduid. Lid worden
van een vereniging is vrijwillig, maar wie lid wordt, moet wél de contributie betalen,
net als bij de voetbal- of tennisvereniging.
Een oudervereniging valt niet onder de onderwijswetgeving, maar onder het
verenigingsrecht. Volgens dit recht bepaalt de algemene ledenvergadering de
hoogte en de besteding van de contributie. Ouders die hierover niet tevreden zijn,
moeten dat dus in de algemene ledenvergadering kenbaar maken. Een reductie- en
Schoolgids 2015-2019 NSV2
49
kwijtscheldingsregeling voor leden die niet kunnen betalen, is formeel niet verplicht,
maar wel sociaal.
De vrijwillige ouderbijdrage is weliswaar een vrijwillige, maar nooit een vrijblijvende
aangelegenheid. Wie mee wil doen, móet betalen, tenzij hij dat echt niet kan. Indien
geen contributie zal worden betaald kan dit helaas betekenen dat het kind niet kan
deelnemen aan de activiteiten of gebruik kan maken van de voorzieningen die uit
contributie worden betaald.
Op de site van de school (www.nsv2.nl) vindt u onder het kopje ‘ouderparticipatie Oudervereniging’, uit welke personen het bestuur van de Oudervereniging bestaat.
7.3 Ouderactiviteitenraad (OAR)
De OAR is een van de vier oudergeledingen binnen de NSV2. De raad bestaat
idealiter uit minimaal acht ouders. De OAR helpt de schoolcommissies mee bij het
bedenken, organiseren en uitvoeren van allerlei leuke activiteiten voor de kinderen
van de NSV2 die niet direct met het leerprogramma te maken hebben.
Elk OAR-lid zit – samen met een of twee andere OAR-collega’s – in één of meer
commissies en organiseert samen met de leerkrachten in die commissie(s) de
activiteiten rondom:

Sinterklaas

Kerst

Carnaval

Open dag

Zomermarkt

Kinderboekenweek/voorleesontbijt
De OAR organiseert ook - in overleg met de school - zelfstandig een aantal
activiteiten, zoals de avondvierdaagse, een thema-avond voor ouders, verkoop van
NSV2-shirts of een extra (muziek)theatervoorstelling.
De OAR als geheel vergadert zo'n acht avonden per jaar, waarin o.a. de OARbegroting besproken wordt, de voortgang en een evaluatie van de werkzaamheden
in de commissies en eventuele nieuwe ontwikkelingen.
7.4 ‘De Vrienden van de NSV2’
Op 22 februari 2013 is de stichting Vrienden van NSV2 opgericht. De stichting is
opgericht met als doel om de basisschool Nijmeegse School Vereniging 2 te
ondersteunen door zoveel mogelijk te voorzien in niet structurele financiële
middelen ten behoeve van schoolactiviteiten en/of duurzame voorzieningen die de
kwaliteit van het onderwijs en verblijf op school voor de leerlingen verhogen. Om de
financiële middelen te verzamelen zullen zij diverse activiteiten ondernemen. Zo zijn
in het schooljaar 2012-2013 zonnepanelen geplaatst op het dak van de school.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
50
7.5 Klassenouder
De klassenouder ondersteunt de leerkracht bij verschillende activiteiten waar een
extra ‘handje’ wenselijk is. Elke groep heeft tenminste één klassenouder.
7.6 Biebmedewerkers
De uitgebreide bibliotheek- en documentatieafdeling van de NSV2, gericht op de
groepen 1 tot en met 8, wordt door ouders, de biebmedewerkers, gerund. Zij lenen
de boeken uit en nemen de boeken weer in. Tevens zijn de biebmedewerkers
betrokken bij bv de Kinderboekenweek en de week van Poëzie.
7.7 Verkeersouders
Er zijn ook ouders actief als verkeersouder. In totaal zijn er drie ouders en een
leerkracht actief op het terrein van de verkeersveiligheid rondom de school. De
Verkeersouders hebben onder meer de plannen van de gemeente Nijmegen om de
Hazenkamp verkeersveiliger te maken, besproken en van commentaar voorzien.
Onder verkeersveiligheid bespreken verstaan de verkeersouders deze twee punten :
 Verkeersveiligheid bespreken naar de gemeente toe (verkeersplannen
bespreken)
 Verkeersveiligheid bespreken naar de kinderen toe (fietsenkeuring, ANWB
Trapvaardig/Streetwise-parcours)
De verkeersouders vragen ook met regelmaat aandacht voor de verkeersonveilige
situaties op het parkeerterrein die ontstaan door gedrag van ouders. De
verkeersouders van de NSV 2 hebben overleg met de verkeersouders van
buurschool De Hazesprong.
7.8 Luizenouders
Om de overdracht van mogelijke luizen tegen te gaan, kent de NSV2 een commissie
van ouders, die regelmatig alle kinderen van elke groep controleert op de
aanwezigheid van luizen. Een werkwijze die effect heeft. Daarnaast is er voor alle
kinderen een ‘luizencape’ waarin de jassen worden opgehangen. Op de website van
de school en via de weekbrief laten we u weten wanneer uw kind gecontroleerd
wordt op de aanwezigheid van luizen.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
51
8. VOOR-, TUSSEN- EN NASCHOOLSE OPVANG
8.1 Voor- en naschoolse opvang
Voor en na school biedt KION bso Bink opvang aan uw kind(eren) in een
gezellige en veilige omgeving. Verspreid over drie locaties brengen de
kinderen hun vrije tijd door met gediplomeerde pedagogisch medewerkers.
Tijdens vakanties, vrije vrijdagen en studiedagen biedt bso Bink opvang aan
op aangepaste tijden. Dagelijks organiseert Bink uitdagende activiteiten van
sport tot koken en van creatief tot natuur. Uw kind kiest zelf waar het aan
mee wilt doen, maar ook lekker hangen hoort tot de mogelijkheden. Bink is
dan ook van mening dat uw kind niet mee moet doen, maar mee mag doen.
Naast het aanbod van eigen activiteiten kan bso Bink uw kind ook naar
diverse andere activiteiten brengen.
Openingstijden KION
vso: 7:30 uur t/m 8:30 uur
bso: 15:00 uur t/m 18:00 uur (woe & vr vanaf 12:00 uur)
vakanties en studiedagen: 8:00 uur t/m 18:00 uur
Locaties KION
Jagerspad 2
Dingostraat 71
Heidebloemstraat 28a
Contactgegevens KION
BSO Bink
Jagerspad 2
6531PX Nijmegen
024-3504420
[email protected]
Struin
Voor basisschoolkinderen en peuters biedt natuurBSO/KDV Struin opvang in een natuurlijke
omgeving. De natuur biedt een inspirerende en uitdagende omgeving waarin
kinderen in vrij spel hun creativiteit, fantasie en probleemoplossend vermogen
kunnen ontwikkelen en leren samenwerken. Kinderen leren van en over van alles
wat de natuur te bieden heeft. De kinderen worden na school opgehaald om met de
bekende Struin-fiets de natuur in te gaan. Aldaar krijgen ze tussen het spelen
door biologische snacks, zoals een appel en een cracker. Elke week heeft struin een
ander thema waarin leuke activiteiten worden aangeboden, zoals het maken van
vlierbloesem-limonade of vissen met een schepnet. Al sinds 2012 is Struin de meest
duurzame BSO van Nederland en heeft Struin het EKO-keurmerk.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
52
Ouder: “Het is als ouder heerlijk je kinderen bij Struin op te halen en door
je kinderen onthaald te worden met een frisse blik, rooie blossen, een gulle lach en
al hun ‘schatten’ van de dag”.
Locaties Struin:
Struin heeft locaties in de Ooijpolder, Lent en in de Goffert
Contactgegevens Struin
Dijkgraaf van Wijckweg 11
6522 KS Nijmegen
024-7506085
www.struin.nl / [email protected]
Kantoor bereikbaar op:
 Maandag: 09.30 – 15.30 uur
 Dinsdag: 09.30 – 15.30 uur
 Donderdag: 09.30 – 15.30 uur
 Vrijdag: 09.30 – 14.00 uur
8.2 Tussenschoolse opvang
Stichting SOOS organiseert de tussenschoolse opvang (overblijven) voor een groot
aantal basisscholen in Nijmegen, zo ook op basisschool NSV2. Met tussenschoolse
opvang bedoelen we de periode van de lunchpauze die de kinderen doorbrengen op
school, maar die niet geldt als schooltijd. SOOS wil deze tussenschoolse opvang op
professionele wijze organiseren. Dus met goed personeel en in nauwe
samenwerking met de scholen en de ouders/verzorgers van de kinderen.
De kinderen op NSV 2 blijven in hun eigen klaslokaal over met een vaste
overblijfkracht. Met ingang van 2011 moet ten minste de helft van
de overblijfkrachten een scholing op het gebied van overblijven hebben gevolgd.
Op NSV2 is nu al 75% van de krachten geschoold.
Wie zijn betrokken bij SOOS
Iedere school heeft zijn eigen coördinator TSO en samen met de vrijwilligers (TSOkrachten) zorgt deze coördinator voor de tussenschoolse opvang op school. Op
NSV2 is Anita Hermsen de coördinator TSO. De school, de TSO-coördinator en de
kinderen zijn vertegenwoordigd in de overblijfcommissie. Zij komen een paar keer
per jaar bij elkaar om over allerlei zaken te praten die betrekking hebben op het
overblijven.
Pedagogisch beleid – afstemming op school
Uitgangspunt voor SOOS is dat er een optimale afstemming plaatsvindt tussen de
school en de tussenschoolse opvang. Dit moet leiden tot een veilige en prettige
situatie voor uw kind. Dit betekent dat we per school afspraken maken hoe we de
opvang organiseren. Hoe ziet de indeling van de opvang eruit? Welke regels worden
Schoolgids 2015-2019 NSV2
53
gevolgd? Welke activiteiten organiseren we en wat doen we met bijvoorbeeld
verjaardagen of bijzondere feesten zoals Sinterklaas, Suikerfeest of Kerstmis? Dit
alles is samen te vatten onder de noemer ‘pedagogisch beleid’. Afgesproken is dat
we zoveel mogelijk aansluiten bij het pedagogisch beleid van de betreffende school.
U kunt hierover altijd informeren bij Anita Hermsen.
Meer informatie
Voor informatie over de tarieven voor vast en incidenteel overblijven en nog veel
meer kunt u terecht op de website van Stichting SOOS: www.stichtingsoos.nl
of bellen naar het bedrijfsbureau van Stichting SOOS 024-3503874.
Hoe ziet het ‘uurtje- tussen- de- middag’ op Basisschool NSV II eruit
11.50uur: TSO-krachten verzamelen in de BSO-ruimte. De TSO-coördinator vertelt
de bijzonderheden voor de dag.
Na de bel van 12.00 uur gaan de groepen 5 t/m 8 buitenspelen.
Bij het huisje op het schoolplein wordt door een TSO-kracht speelgoed uitgedeeld.
Tijdens het buitenspelen kunnen de leerlingen gebruik maken van de w.c.’s bij de
rode deur.
Rond 12.25 uur gaat de bel 1 keer. Dit is voor de bovenbouwers het teken, dat ze
het speelgoed moeten opruimen. Als een paar minuten later de bel weer gaat,
mogen ze naar binnen.
Ze gaan in de klas hun brood opeten en nog wat verder spelen.
Er zijn gezelschapsspelletjes, kleurplaten enz. waar de kinderen zich mee kunnen
vermaken. De TSO-kracht vult de presentielijst in en telt het aantal kinderen in de
groep. In het logschriftje worden de gebeurtenissen van die dag geschreven.




De kinderen uit de groepen 1 t/m 4 blijven na de bel van 12.00 uur binnen en
gaan eerst rustig hun brood opeten. Ook voor hen zijn er volop spelletjes en
kleurplaten aanwezig.
Als de bel van 12.25 uur gaat, ruimen de kinderen het speelgoed op en als de
bel daarna twee keer gaat, gaan zij samen met de TSO-kracht naar buiten. Ook
dan deelt een TSO-kracht kracht het buitenspeelgoed uit bij het huisje. Tijdens
het buitenspelen kunnen de kinderen van groep 3 en 4 bij de rode deur naar de
wc en de kleuters bij de gele deur.
Rond 12.50 uur wordt het speelgoed weer opgeruimd.
Om 12.55 uur gaan alle kinderen naar binnen. De TSO-krachten kijken of er
geen kinderen zijn achter gebleven op het schoolplein. Daarna tellen zij het
aantal kinderen in de rij en lopen samen met de kinderen naar binnen.
Alle kinderen nemen hun eigen lunchpakketje mee naar school. U wordt verzocht de
kinderen geen snoep of koek mee te geven. Als een kind zijn boterhammen is
vergeten of ze om 10 uur al heeft opgegeten, dan krijgt hij/zij van de TSO-kracht
een dubbele evergreen.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
54
Af- en aanmeldingen kunt u inspreken op het antwoordapparaat van tel.nr. 024 3560453. Een overblijfdag ruilen kan maar dan alleen in dezelfde schoolweek. Voor
alle andere inlichtingen m.b.t. het overblijven op NSV2 kunt u op overblijfdagen
bellen met Anita Hermsen coördinator van de tussenschoolse opvang, tel.nr.024 3503874 of 06 - 49203741of e-mail: [email protected]
Schoolgids 2015-2019 NSV2
55
9. REGELING SCHOOLTIJDEN
9.1 Schooltijden
Schooltijden groepen 1 tot en met 4:
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag:
van 8.30 tot 8.45 uur inloopkwartier
van 8.45 tot 12.00 uur lestijd
van 13.00 tot 15.00 uur lestijd
woensdag:
van 8.30 tot 8.45 uur inloopkwartier
van 8.45 tot 12.00 uur lestijd
de groepen 1 en 2 hebben 13 extra vrije dagen.
De groepen 3 en 4 hebben 7 extra vrije dagen.
Deze dagen worden opgenomen in de jaarkalender.
Schooltijden groepen 5 tot en met 8:
maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag:
van 8.30 tot 12.00 uur lestijd
van 13.00 tot 15.00 uur lestijd
woensdag:
van 8.30 tot 12.00 uur lestijd
Vijf minuten voor aanvang van de lessen, dus om 8.25 uur, 8.40 uur en 12.55 uur
gaat de zoemer ten teken dat de kinderen naar binnen mogen. Dit doen wij zodat
wij ook echt op tijd met onze lessen kunnen beginnen.
Wij verzoeken u uw kind op tijd op school te laten komen. Ongeoorloofd te laat
komen valt wettelijk onder verzuim en wordt gemeld bij de afdeling leerplicht van
de gemeente.
9.2 Vakantierooster
Het vakantierooster wordt jaarlijks vermeld in de bijlage van de schoolgids op de
website en in de jaarkalender. Bovendien vindt u het vakantierooster in de
weekbrief van de school op het moment dat deze is goedgekeurd door het bestuur
en MR.
9.3 Leerplicht en verlof buiten schoolvakanties
Uw kind mag als het 4 jaar wordt naar school. Vanaf 5 jaar is een kind leerplichtig
en moet het elke dag naar school. Voor een leerling van 5 jaar die de volle
Schoolgids 2015-2019 NSV2
56
schoolweek nog niet aan kan, kunnen in overleg met de directeur schooltijden
worden aangepast.
Aanvragen voor verlof buiten de schoolvakantie lopen via de directeur. Dit geldt
voor alle leerlingen, dus ook voor de 4-jarigen. Het is raadzaam eerst de genoemde
richtlijnen te raadplegen alvorens een verzoek in te dienen . Het maximale aantal
extra verlofdagen dat een directeur mag toekennen omvat 10 schooldagen (zie
bijlage). Deze verzoeken dienen altijd schriftelijk twee maanden van tevoren
ingediend worden bij de directeur. Let op de tijdslimiet! De formulieren zijn bij balie
van de conciërge verkrijgbaar en kunt u tevens vinden op onze website.
Vanzelfsprekend zijn in noodgevallen uitzonderingen mogelijk. De directeur is het
eerste aanspreekpunt. Bij verlof langer dan tien werkdagen moet de directeur het
verzoek aan de Leerplichtambtenaar voorleggen. Deze is in dit geval
beslissingsbevoegd.
9.4 Schoolverzuim
Natuurlijk let de school er dagelijks op dat uw kind niet zonder geoorloofde reden
van school wegblijft. Dagelijks wordt aan de hand van absentielijsten in alle groepen
gecontroleerd of de leerlingen afwezig zijn. De ouders/verzorgers moeten, indien
een leerling met een geldige reden (verlof, ziekte) de school niet kan bezoeken, dit
voor aanvang van de school melden. Zijn leerlingen zonder gemelde reden afwezig
en niet afgemeld vóór 9.00u , dan wordt er naar huis gebeld door de school .
Indien een leerling in verband met ziekte niet naar school kan, dient dit voor
aanvang van de lessen telefonisch te worden meegedeeld via 024-355 1717.
Ongeoorloofd verzuim wordt gemeld aan de leerplichtambtenaar.
9.5 Studiedagen
Met studiedagen bedoelen we dagen (of een morgen of middag) waarop kinderen
vrij zijn, maar leerkrachten niet. Deze dagen worden door de leerkrachten gebruikt
voor onderwijsinhoudelijke bijeenkomsten, cursussen, etc.. Elk schoolteam heeft de
beschikking over studiedagen, omdat de kinderen meer uren naar school gaan dan
wettelijk is voorgeschreven. Studiedagen (vrije) dagen worden elk schooljaar
opgenomen in de jaarkalender.
9.6 Na schooltijd
Het kan voorkomen dat leerlingen na schooltijd wat langer in school blijven.
Voorbeelden hiervan zijn o.a. klassendienst en het voeren van een pedagogisch
gesprek door de leerkracht met de leerling(en). Dit zal incidenteel plaatsvinden,
indien nodig zullen ouders hierover geïnformeerd worden.
De toegangsdeuren zijn 5 minuten voor schooltijd geopend tot 15 minuten na
schooltijd. Op andere momenten is de via de hoofdingang Lamastraat bereikbaar.
De speelplaats is voor kinderen en ouders een kwartier vóór schooltijd (8.15u) tot
een kwartier na schooltijd (15.15u) toegankelijk. Op woensdag tot 12.15u.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
57
10. HUISHOUDELIJKE EN PRAKTISCHE ZAKEN
Op alfabetische volgorde
10.1 Aanmelden
Aanmelden van nieuwe leerlingen verloopt via SCHOOLWIJZER. In november en
februari zijn de inloopochtenden waar u een kijkje kunt nemen in de groepen.
Hiervoor zich kunt opgeven bij [email protected] . Data staan op de site en in de
wijkkrant. In januari is er een ‘Open Dag’ voor ouders die een school zoeken voor
hun kind.
Kinderen worden geplaatst van augustus, start schooljaar, tot 1 juni, einde
schooljaar, wanneer de kinderen 4 jaar worden. Ouders en kinderen krijgen
ongeveer 6 a 8 weken voor 4e verjaardag een kaart met de daarop de naam van de
juf(fen) bij wie ze in de groep komen en de uitnodiging voor de meedraaiochtenden.
Zie voor meer informatie ook onze website: www.nsv2.nl Aanspreekpunt is de
adjunct-directeur, mevr. Bea Klaus. [email protected]
10.2 Bedrijfs Hulpverlening (BHV)
Op de NSV2 zijn verschillende leerkrachten aangewezen als bedrijfshulpverleners.
Zij zijn hiervoor getraind en weten wat zij in geval van calamiteiten moeten doen.
Desondanks kunnen er nog steeds ongelukken gebeuren. In het protocol
’Ongelukken kunnen gebeuren’ leest u hoe wij hiermee omgaan.
10.3 Digiduif
Ons communicatiemiddel naar ouders toe is Digiduif. Ouders krijgen via dit systeem
alle post van school toe gemaild. Tevens kunnen ouders ervoor kiezen de app te
downloaden. Hierin staat alle post en tevens de gehele jaarkalender. Digiduif wordt
ook gebruikt voor het werven van ouders voor uitjes en het plannen van de
oudergesprekken. Bij aanmelding van uw kind krijgt u schriftelijk uitgelegd hoe u
zich aan kunt melden bij dit systeem.
Als ouders contact willen opnemen met de leerkrachten kan dat via de mailadressen
die in de jaarkalender vermeld staan.
10.4 Klachtenprocedure
Schoolwerk is bij uitstek mensenwerk. Dat betekent ook zeker dat er
onduidelijkheden, misverstanden, verschillen van mening of zelfs klachten zullen
ontstaan. In het algemeen geldt dat het verstandig is om zo snel mogelijk contact
op te nemen met de betrokkene om beider bevindingen uit te wisselen. In onze
school willen we voorkomen, dat we óver mensen en niet mét mensen praten.
Aarzel niet om bij twijfel of onvrede contact op te nemen met een lid van de
schoolleiding. Na de leerkracht is de bouwcoördinator over het algemeen de meest
Schoolgids 2015-2019 NSV2
58
aangewezen persoon. Natuurlijk zullen zij doorgaans ook zo snel mogelijk contact
opnemen met betrokkene. We beschouwen een klacht zeker niet negatief. Vaak is
een klacht ook een gratis advies om iets net een slag anders en beter te doen. Een
lerende organisatie kan van klachten beter worden. Uiteraard kunt u ook
schriftelijk een klacht indienen bij het bestuur van de school.
Wanneer dit alles niet tot een gewenst resultaat leidt, geldt de volgende
klachtenregeling:
Het kan soms voorkomen dat ouders een klacht hebben over het gedrag of een
beslissing, dan wel het nalaten van gedrag of het niet nemen van een beslissing
door een leerkracht, de directie, het bestuur of andere bij de school betrokken
personen. Voor die gevallen heeft de school een klachtenregeling. Die
klachtenregeling kunt u vinden op de website van de Stichting Conexus (www
conexus.nu) onder het kopje ‘ouders’.
Een belangrijke hulp is ook de brochure ‘Klachten op school, hoe los je ze op?’ Deze
brochure kunt u downloaden van www.klachtenopschool.kennisnet.nl
Het uitgangspunt bij een klacht is dat deze zal moeten worden opgelost binnen de
school zelf. Als ouders een klacht hebben over het gedrag van een bepaalde
persoon binnen de school, dan kan die klacht het beste besproken worden met de
persoon om wie het gaat. Als dat niet tot een oplossing leidt, kan de klacht worden
voorgelegd aan de directie.
Als ouders van mening zijn dat de klacht op de school niet naar behoren wordt
opgelost, dan kunnen zij zich richten tot de contactpersoon. De contactpersoon kan
ouders informatie geven over de klachtenregeling en zal de ouders doorsturen naar
de vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon zal de klacht met de ouders
bespreken en altijd eerst proberen alsnog intern tot een oplossing te komen. Daarbij
kan de vertrouwenspersoon als bemiddelaar optreden. Ook kan de
vertrouwenspersoon bijvoorbeeld voorstellen om een externe bemiddelaar aan te
wijzen.
Pas indien ook de bemiddelingspoging niet tot een oplossing leidt, kunnen ouders
een klacht indienen bij de klachtencommissie waarbij de school is aangesloten: de
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs. De vertrouwenspersoon kan zonodig de
ouders behulpzaam zijn bij het indienen van de klacht en het formuleren ervan.
De klachtencommissie zal altijd in haar oordeel betrekken of voldoende ondernomen
is om tot een oplossing van de klacht binnen de school te komen. De
klachtencommissie zal uiteindelijk een uitspraak doen over de gegrondheid van de
klacht en de school soms ook een advies geven over eventueel te nemen
maatregelen.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
59
De klachtenregeling kunt u vinden op www.conexus.nu – ouders.
Contactpersoon NSV2
Vertrouwenspersonen NSV2
:
:
De vertrouwenspersoon Conexus is:
Bea Klaus
Lyëtte Wullems
Ann de Schouwer
024 3551717
idem
idem
Pieter Jan Landsheer
NIM Maatschappelijk werk
Postbus 6841
6503 GH Nijmegen
024-3232751
Gedragscode
Ter voorkoming van (seksuele) intimidatie en machtsmisbruik is in overleg met het
bestuur van de Stichting Conexus een gedragscode opgesteld die in de
documentenmap (op iedere school aanwezig) ingezien kan worden en waarin een
aantal regels staan waar iedereen die bij de school betrokken is zich aan dient te
houden.
10.5 Schoolregels
We werken op de NSV2 met de methode ‘Kanjertraining’. Hierbij horen
onderstaande posters met schoolregels. Voor de groepen 1/2, 3 t/m 5 en 6 t/m 8.
Deze regels komen regelmatig in de groepen aan bod.
10.6 Stichting Leergeld Nijmegen
Voor steeds meer ouders is het financieel niet haalbaar om hun kinderen mee te
laten aan buitenschoolse sport of culturele activiteiten. Ook schoolkosten, zoals de
ouderbijdrage en schoolreizen, zijn vaak niet op te brengen. Voor deze gezinnen
kan Leergeld ondersteuning bieden zodat ook deze kinderen gewoon kunnen
meedoen. We helpen kinderen in de leeftijd van vier tot achttien jaar die in
Schoolgids 2015-2019 NSV2
60
Nijmegen wonen en van wie de ouders een laag inkomen hebben.
Indien u wilt weten of uw gezin in aanmerking komt, meld u dan aan als client. Na
een huisbezoek kunnen wij beoordelen of wij de ouderbijdrage en de rekeningen
voor sport en cultuur voor u gaan betalen.
024-3237644 op ma, wo en vr van 10.00-12.00 uur
[email protected]
www.leergeldnijmegen.nl
10.7 Verloren- en gevonden voorwerpen
Zijn leerlingen iets kwijtgeraakt op school, dan is de balie van de conciërge de
eerste plaats om te kijken. Zijn muts, gymschoenen of jas daar niet te vinden, dan
kan de conciërge wellicht verder helpen. Hij bewaart de gevonden voorwerpen.
10.8 Verzekering
Voor alle leerlingen is een scholierenongevallenverzekering afgesloten. Deze
verzekering is geldig voor de schooltijd en de weg van en naar school. Leerkrachten
en assisterende ouders zijn tijdens schoolactiviteiten voor de wettelijke
aansprakelijkheid (WA) verzekerd. Schadegevallen dienen gemeld te worden bij de
directeur.
10.9 Weekbrief
Elke donderdag verschijnt de Weekbrief: het informatiebulletin van de NSV2,
boordevol met algemeen- en groepsnieuws. Via Digiduif wordt de Weekbrief
verstuurd. Indien ouders niet beschikken over een e-mailadres wordt een papieren
versie verstrekt.
Schoolgids 2015-2019 NSV2
61
11. CONTACT
Contactgegevens
NSV2
Lamastraat 67
6531 PP
Nijmegen
024-35517171
e-mail: [email protected]
Website: www.nsv2.nl
School Management Team (SMT)
Waarnemend directeur
Rianne Wanders
e-mail: [email protected]
Adjunct-directeur / onderbouwcoordinator
Bea Klaus
e-mail: [email protected]
Coördinator middenbouw
Rianne Wanders
e-mail: [email protected]
Coördinator bovenbouw
Nathalie Mulders
e-mail: [email protected]
Intern begeleiders
Roos Peters
e-mail: [email protected]
Lyette Wullems
e-mail: [email protected]
Voor de overige mailadressen van ons team zie www.nsv2.nl
12. TOT SLOT
Wij hebben getracht om u een zo volledig en goed mogelijk beeld van onze school
te geven. Voor meer informatie verwijzen wij u graag naar onze website:
www.nsv2.nl. Daar kunt ook onderstaande bijlagen vinden:
Schoolgids 2015-2019 NSV2
62
Bijlage
Bijlage
Bijlage
Bijlage
1.
2.
3.
4.
Pestprotocol NSV2 2017
Protocol Doublure en versnellen
Protocol Herfstleerlingen
Protocol School en scheiding
Opmerkingen of suggesties zijn van harte welkom.
Onvoorziene omstandigheden kunnen van invloed zijn op de uitvoering van al het
hierboven gestelde. Het is dus mogelijk dat in bepaalde periodes zaken anders dan
omschreven worden uitgevoerd of ingevuld. Hebt u vragen, dan kunt u te allen tijde
deze stellen aan de directie van de school.
Met vriendelijke groet,
Het team van de NSV2
Schoolgids 2015-2019 NSV2
63
Download