Meerjarenprogramma 2016-2019 en Werkplan 2016 Oktober 2015 1 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Ontwikkelingen 3. Focusthema’s 4. Ondersteunende thema’s 5. Meerjarenprogramma 2016-2019 6. Werkplan 2016 7. Regionale plannen 2 INLEIDING 1. Inleiding Ambitie ROV Oost-Nederland Iedereen komt elke dag weer veilig thuis! Visie ROV Oost-Nederland Met het verkeersveiligheidsbeleid van de afgelopen jaren is veel bereikt, maar om de doelstellingen te halen is een extra impuls nodig. Aansluitend op het beleid van de regievoerende provincies geeft het ROV dat gestalte door: ● Zich te richten op gedragsverandering ● Samen te werken van nationaal tot lokaal niveau ● Integraal te werken, door aan te sluiten bij aanliggende thema’s/programma’s ● Te focussen op kwetsbare verkeersdeelnemers en risicogedrag ● Kennis gestuurd te werken en eigen kennisvragen te formuleren ● Innovatief te werken (zowel technisch als procesmatig) ● Samen te werken met partners, vanuit ieders verantwoordelijkheid ● In te spelen op ontwikkelingen in de omgeving en het maatschappelijk veld ● De uitvoering steeds meer bij externe partijen te leggen Deze werkwijze pleit voor een flexibel programma met een inhoudelijke focus. 3 INLEIDING Inhoudelijke focus Op basis van onderzoek en analyse van de verkeersongevallencijfers kiest het ROV ervoor om bepaalde doelgroepen en gedragingen prioriteit te geven. Dit betreft de volgende 4 focusthema’s: ● Fietsers (vooral jongeren en ouderen) ● Jonge bestuurders ● Snelheid ● Alcohol (rijden onder invloed) Deze focusthema’s bevatten bijna 70% van het aantal verkeersdoden en ruim 80% van het aantal ernstig verkeersgewonden in Oost-Nederland. Naast de 4 focusthema’s kent het ROV nog een drietal thema’s van ondersteunende en voorwaardenscheppende aard: ● Kennis ● Samenwerking/netwerk ● Communicatie Omvang Focusthema (bron: SWOV) Doden Ernstig gewonden Fietsers 23% 57% Jonge bestuurders 16% 13% Snelheid 30% 30%* Alcohol 20% 20%* *Opmerking: de omvang van het aantal ernstig gewonden t.g.v. snelheid en alcohol was niet beschikbaar. Uitgegaan is van hetzelfde percentage als voor de doden. Uitgaande van bovenstaande percentages (en rekening houdend met ontdubbeling) richten de 4 focusthema’s zich op 67% van het aantal verkeersdoden en op 83% van het aantal ernstig verkeersgewonden in Oost-Nederland. 4 INLEIDING Het speelveld wordt groter Steeds meer partijen zijn bezig met (verkeers)veiligheid, variërend van lokale initiatieven tot ontwikkelingen bij partners en/of bedrijven. De effectiviteit van ons beleid kan worden vergroot door hierbij aan te haken. Voorbeelden zijn: ● Mobiliteitsthema’s (Beter Benutten, mobiliteits- en verkeersmanagement, beheer en onderhoud, openbaar vervoer, fietsbeleid) ● Aanpalende thema’s (economie, toerisme/recreatie, ruimtelijke ordening) ● Veiligheidspartners (politie, brandweer) ● Safety Culture (bedrijfsleven, organisaties) Meerjarenprogramma en werkplan In lijn met het voorgaande: ● Volstaan met strategie en onderbouwing op hoofdlijnen ● Per thema ambtelijke vertaling en uitwerking naar operationeel niveau onder regie van de programmaleider ● Ruimte om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen ● Afhankelijk van de aard, omvang en betekenis legt de programmaleider dit voor aan de regievoerders en de stuurgroep 5 ONTWIKKELINGEN 2. Ontwikkelingen Opheffing WGR+ regio’s en BDU Met ingang van 2016 worden de BDUmiddelen van de provincies en de (opgeheven) WGR+ regio’s toegevoegd aan het provinciefonds. Een deel van deze middelen is bestemd voor verkeersveiligheidsactiviteiten bij de Oost-Nederlandse gemeenten. In nauwe samenwerking met de beide provincies wordt voorgesteld om de effectiviteit hiervan te vergroten door: ● Uitvoering op het juiste schaalniveau ● Intensieve (regionale) samenwerking tussen gemeenten, waarbij het ROV faciliteert en coördineert ● Een projectmatige en SMARTe uitvoering ● Voorkoming van bureaucratische rompslomp Deze aanpak betekent dat de 8 OostNederlandse regio’s ieder een regionaal werkplan opstellen, zoveel mogelijk aansluitend bij het ROV-werkplan. Het ROV faciliteert en draagt zorg voor de uitvoering. Gelijksoortige activiteiten, die in meerdere plannen voorkomen, kunnen dan als één pakket worden uitgevoerd. Samenwerkingsovereenkomst Vanwege het opheffen van de WGR+ regio’s voldoet de huidige samenwerkingsovereenkomst (tussen de provincies Overijssel en Gelderland en de WGR+regio’s Twente en Arnhem-Nijmegen) niet meer. Tevens zijn er nieuwe inzichten opgedaan t.a.v. verantwoording en rolverdeling. Daarom wordt een nieuwe samenwerkingsovereenkomst opgesteld en vastgesteld. 6 ONTWIKKELINGEN Opschakelen naar meer verkeersveiligheid Op verzoek van de minister heeft de SWOV begin 2015 een rapport uitgebracht, waarin onderzocht is met welke extra maatregelen de doelstellingen voor 2020 gehaald kunnen worden. Dit betrof met name de doelstelling voor het aantal ernstig verkeersgewonden. De SWOV komt in haar rapport “Opschakelen naar meer verkeersveiligheid” tot 18 maatregelen die voor 2020 effect kunnen sorteren, waarvoor enig draagvlak is en die relatief betaalbaar zijn. De SWOV stelt dat bij inzet van alle 18 maatregelen er een kans is dat de doelstelling voor de ernstig verkeersgewonden binnen bereik komt. De minister heeft op 24 juni middels een brief aan de Tweede Kamer gereageerd op het SWOV-rapport. Ze stelt dat er weliswaar al het nodige in gang is gezet, maar acht een volledige uitvoering van alle 18 maatregelen niet realistisch. In samenwerking met de decentrale overheden wordt dit najaar bezien wat haalbaar is voor 2020, maar ook in de verdere toekomst. Daarbij wordt ook ingezet op maatregelen waarvan het effect moeilijker is in te schatten, zoals technische maatregelen en gedragsbeïnvloeding. Het ROV zal hierop aansluiten/anticiperen. 7 ONTWIKKELINGEN Coalitieakkoorden In april dit jaar hebben beide provincies hun coalitieakkoorden voor de periode 20152019 gepresenteerd. ● ● ● In beide akkoorden zijn aanknopingspunten voor het beleid van het ROV te vinden, zoals: ● Veel aandacht voor samenwerking, zowel onderling, als t.a.v. gemeenten, regio’s en andere partners Een mobiliteitsbeleid waarbij ingezet wordt op doorstroming, veiligheid en leefbaarheid Ruimte geven aan initiatieven vanuit de samenleving Ruimte voor ontwikkeling en innovatie Koersdocument en pilots Overijssel In het koersdocument presenteert de Provincie Overijssel een vernieuwde verkeersveiligheidsaanpak, uitgaande van een risicogestuurde werkwijze, gericht op drie pijlers: integrale aanpak, door met duurzaam veilig en kennis/innovatie. Deze vernieuwde aanpak wordt thans beproefd samen met een aantal Overijsselse gemeenten in twee regionale pilots, waarbij ook het ROV nauw betrokken is. 8 ONTWIKKELINGEN Trends In het eerder genoemde koersdocument worden een aantal trends geschetst die gevolgen voor de verkeersveiligheid kunnen hebben. De toename van de vergrijzing, de verstedelijking en allerlei technische en ICT ontwikkelingen zijn daar voorbeelden van. De grote vlucht van het elektrisch fietsen is al in de ongevallencijfers zichtbaar. Een andere interessante ontwikkeling is de veranderende rolopvatting van de overheid in relatie tot burgerinitiatieven. ● Toename ik-cultuur; minder verdraagzaamheid ● Beleving: kleinschaliger en intiemer ● Meer lokaal en dichtbij ● Gezondheid voorop Het ROV anticipeert op deze trends, zowel bij de inhoudelijke uitwerking van de thema’s als bij het inrichten van haar communicatiestrategie. Op basis van een ROV-onderzoek in 2014 kunnen hieraan nog een aantal trends worden toegevoegd: ● Toename van het MVO-gedrag door bedrijven ● Marketing meer themagericht (storytelling) 9 ONTWIKKELINGEN Input vanuit partners/netwerk Regievoerders (21 mei 2015) ● Maak duidelijk hoe het ROV intrinsieke gedragsverandering wil bereiken ● De eigen onderzoeksvragen van het ROV zijn leidend, maar voorkom dat ‘het wiel opnieuw uitgevonden wordt’ ● Maak de toegevoegde waarde van het ROV (kennis, inspiratie, verbinding e.d.) beter zichtbaar en acteer daarop ● Participeer en werk bewust samen met partners met ruimte voor ieders rol en eigen verantwoordelijkheid. Zorg voor blijvende betrokkenheid van gemeenten, zowel bestuurlijk als ambtelijk ● Neem initiatief bij het ‘veranderen’. Doe daartoe voorstellen naar de provincie(s) Expertmeeting (9 juni 2015) ● Gebruik nieuwe invalshoeken bij gedragsbeïnvloeding (zelfreflectie, sociale norm, statusonderkenning) ● Maak gebruik van andere programma’s (Beter benutten, Veilig Verantwoord Leven e.d.) ● Sluit aan bij maatschappelijke trends (zoals MVO) ● Geef aandacht aan de thema’s Afleiding en Drugs/Medicijnen Adviesraad (11 juni 2015) ● Waak voor een teveel aan onderwerpen; zorg voor een focus ● Kijk verder dan 2020 ● Maak gebruik van het SWOV-rapport “Opschakelen” ● Denk aan eigen marketing (betere zichtbaarheid) 10 ONTWIKKELINGEN Educatie 2.0 Het ROV is bezig met een herijking van de aanpak van verkeersonveiligheid onder kinderen en jongeren (0-17 jaar). De aanleiding hiervoor is de vraag of de huidige aanpak wel effectief genoeg is. Weliswaar worden tal van educatieve projecten uitgevoerd, maar het is niet evident dat daarmee gedragsverandering wordt bewerkstelligd. De doelgroepen staan ook onder invloed van allerlei andere factoren in de verkeers- en sociale omgeving. Verder manifesteert risicogedrag zich ook op andere gebieden dan verkeer. Het is daarom de moeite waard om na te gaan of er andere/betere mogelijkheden zijn om de verkeersveiligheid van deze doelgroepen te verbeteren. Inmiddels is de eerste stap voor de herijking gezet. Op basis van literatuurstudie en gesprekken met experts is het probleem afgebakend en zijn de belangrijkste en meest kansrijke aangrijpingspunten in beeld gebracht: ● Een grotere rol voor ouders/verzorgers en informele educatie ● Meer prioriteit bij de 12-17 jarigen (clustering van risicogedrag) ● Aandacht voor impulscontrole en sociale omgeving (context) ● Een meer multimodale aanpak (i.p.v. geïsoleerde interventies) ● Meer gebruik maken van gedragskennis bij de ontwikkeling van interventies De tweede stap, de uitwerking van de meest kansrijke aangrijpingspunten (interventies, implementatie) is gaande. Waar mogelijk is daarop in dit werkplan al aangesloten. 11 FOCUSTHEMA’S 3. Focusthema’s In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de 4 focusthema’s van het ROV: fietsers, jonge bestuurders, snelheid en rijden onder invloed. Per thema wordt een korte schets gegeven van: ● De probleemanalyse ● De strategie ● De doelstelling en aanpak Teneinde de middelen effectief te besteden, zal het ROV de activiteiten scherper toetsen aan deze prioritaire thema’s. Aanbesteding Voor de thema’s snelheid en rijden onder invloed (met daarbinnen extra aandacht voor de jonge bestuurders) wordt thans een aanbesteding voorbereid. Daarbij wordt voorzien in een aanpak over twee jaar (2016-2017) voor een vastgesteld budget. Voor de aansluitende jaren (20182019) is een optie tot verlenging voorzien. Deze aanpak wordt, mits deze voldoet aan een aantal voorwaarden, vrijgelaten aan de uitvoerder. Het resultaat staat centraal. Op basis van de ervaringen met deze nieuwe aanpak, waarbij veel aan de uitvoerende partij wordt overgelaten, zal de komende jaren worden bezien of ook de andere thema’s op een dergelijke innovatieve wijze kunnen worden neergezet. 12 FOCUSTHEMA’S FIETSERS Probleemanalyse: ● Jonge fietser (4-12): Fietsen is een complexe taak. Zolang dit nog niet op de automatische piloot gaat is er maar weinig tijd voor verkeerstaken. Er zijn signalen dat de fietsvaardigheid van (sommige groepen) kinderen afneemt. Het is daarom goed om te werken aan de fietsvaardigheid van kinderen. Deze vaardigheid ontwikkelt zich sneller wanneer de kinderen in de praktijk verkeerservaring opdoen. ● Jonge fietser (12-16): De actieradius van deze doelgroep wordt sterk vergroot door de overstap van basis- naar voortgezet onderwijs. De verkeerssituaties worden complexer en de rijsnelheden van het overige verkeer hoger. Daarbij komt dat het sociale en emotionele ontwikkelingsstadium deze doelgroep gevoelig maakt voor peer gedrag en een overschatting van het eigen kunnen. ● Oudere fietser (60+): Hier speelt met name de afname van de functionele capaciteiten (zicht, gehoor, reactie en conditie). Ook medicijngebruik speelt bij deze doelgroep een verhoudingsgewijs grote rol. Het is van belang dat de oudere de afname van de motorische en zintuiglijke vaardigheden beseft en daar compenserend gedrag tegenover stelt. Door de vergrijzing en het streven van de overheid om de oudere zo lang mogelijk zelfstandig te laten functioneren zal deze doelgroep de komende jaren een steeds prominentere plaats innemen. Strategie: ● Jonge fietser (4-12): Inzetten op het bijbrengen van praktische fietsvaardigheden en op informele educatie, zodat ouders zich bewust worden van hun eigen rol t.a.v. de educatie van hun kinderen (en niet alleen via de school). ● Jonge fietser (12-16): Ontwikkeling en implementatie (via het VEVO netwerk) van een integraal programma (geen losse producten meer) toegesneden op de doelgroep (inzicht, risico’s en bewustzijn). ● Oudere fietser (60+): Interventies ontwikkelen die het zelfregelend gedrag stimuleren. De risicofactoren worden verbonden met de lagen van bekwaamheid. Door middel van assessments (op het gebied van zelfevaluatie, risico inschatting en situationeel bewustzijn) wordt dit in beeld gebracht. Tevens aansluiten op fietsbeleid provincies Overijssel en Gelderland. Doelstelling/aanpak: ● Jonge fietser (4-12): In 2019 is het aanbod van het ROV Oost-Nederland gericht op praktische fietsvaardigheid, met een grotere ouderbetrokkenheid (informele educatie), waardoor de scholen worden ontlast. ● Jonge fietser (12-16): In 2019 is het VEVO-netwerk ook in de provincie Gelderland opgebouwd en heeft respectievelijk 90% (Overijssel) en 50% (Gelderland) van de VO-leerlingen toegesneden educatie voor op de fiets ontvangen. ● Oudere fietser (60+): In 2019 zijn op basis van assessments gerichte trainingen voor de oudere fietser ontwikkeld c.q. aangescherpt en zijn deze tevens geïmplementeerd. 13 FOCUSTHEMA’S JONGE BESTUURDERS Opmerking: voor jonge bestuurders geldt dat ze extra aandacht (dienen te) krijgen in het aanbestedingstraject voor de thema’s snelheid en rijden onder invloed. Wanneer hier meer duidelijkheid over is dienen strategie en doelstelling hierop nader te worden afgestemd. Probleemanalyse: ● Jonge brom/snorfietser (16-24): Er is sprake van een relatief hoog risico door combinatie rijsnelheid en kwetsbaarheid van de berijder. Jonge scooterrijders hebben een onrealistisch beeld van de kans op een ongeval. Dit speelt sterker bij lager opgeleide jongeren. Vrijwel alle bromfietsers (96%) dragen een helm, maar deze is in veel gevallen niet goed vastgemaakt. Van de bromfietsers die in het ziekenhuis moeten worden opgenomen heeft ca 25% ernstig hoofdletsel. ● Jonge automobilist (17-24): Het ongevalsrisico van jonge automobilisten is 5x zo hoog als dat van ervaren bestuurders (bij jonge mannen is dit zelfs 7x zo hoog). De risicofactoren zijn: hoge risicoacceptatie, groepsdruk, weinig rijervaring, alcohol en drugs. Strategie: ● Jonge brom/snorfietser (16-24): Aanpak enerzijds richten op 1) het verbeteren van de vaardigheden en het inzicht bij verkeersdeelname, 2) de attitude van de jongere t.a.v. verkeersveilig gedrag en 3) het verhogen van de handhavingsdruk (subjectieve pakkans). Bestaande en nieuwe programma’s (Scooter Halt, Traffic Matters, VRO-R Scooter, campagnes) verder implementeren. ● Jonge automobilist (17-24): De risicofactoren zijn vergelijkbaar met die van de jonge brom/snorfietser. De aanpak richt zich dus eveneens op vaardigheden, inzicht, attitude en pakkans. Daarnaast wordt aangesloten bij de ontwikkelingen rond het ‘getrapt rijbewijs’ (2toDrive), worden bestaande programma’s verbeterd en wordt gebruik gemaakt van de nieuwste inzichten. Zo blijkt onder meer dat er door differentiatie (onderscheid tussen de grote groep en de probleemgroep) winst is te behalen. Doelstelling/aanpak: ● Jonge brom/snorfietser (16-24): Alle scooterrijders dragen de helm correct, houden zich aan de snelheid en rijden niet onder invloed. Daartoe is beschikbaar en geïmplementeerd: handhavingsstrategie (snelheid, ROI), educatieprogramma VMBO/ROC, risicotraining (VRO-R Scooter), communicatiecampagne helm. ● Jonge automobilist (17-24): Er zijn effectieve programma’s ontwikkeld/verbeterd en geïmplementeerd, waarbij van de nieuwste inzichten gebruik is gemaakt en wordt aangesloten bij effectieve interventies vanuit de thema’s snelheid en rijden onder invloed. 14 FOCUSTHEMA’S SNELHEID Probleemanalyse: Ongeveer 30% van de ernstige ongevallen is snelheidsgerelateerd. Bij een toenemende snelheid neemt de kans op een ongeval toe en tevens de ernst van de afloop. Uit onderzoek blijkt dat bij 1 km harder rijden de kans op een ongeval met 3% toeneemt en de kans op een dodelijk ongeval zelfs met 5%. De meeste ongevallen vinden plaats op de 50 en 80 km wegen, maar op de 30 en 60 km wegen is sprake van een toenemende tendens (mede door vergroting van het areaal). Voor wat betreft de doelgroepen zien we dat vooral zakelijke rijders en jonge mannen (zeker als ze worden vergezeld door jonge mannelijke passagiers) het vaakst de limiet overschrijden. Strategie: Zoals eerder vermeld wordt voor dit thema een aanbesteding voorbereid, waarbij de aanpak niet wordt voorgeschreven, maar wordt overgelaten aan de uitvoerder. Wel is er in 2014/2015 in opdracht van het ROV een integraal plan van aanpak thema snelheid opgesteld, van waaruit een aantal aandachtspunten zijn meegegeven: ● Snelheid leent zich bij uitstek voor een integrale aanpak. Denk bijvoorbeeld aan leefbaarheid en milieu. ● Maak bij het ontwikkelen van projecten gebruik van burgerparticipatie en betrek ook andere maatschappelijke organisaties. ● Zoek veranderingen of nieuwe (technologische) ontwikkelingen in de samenleving en haak daarbij aan. ● Er liggen kansen binnen MVO/Safety Culture, waarbij (snelheids)gedrag door de werkgever kan worden beïnvloed. ● Focus op een traject- en gebiedsaanpak. ● Politie/handhaving blijft een belangrijk element in de aanpak (zowel proces als uitvoering). ● Gedragsbeïnvloeding is de rode draad. Doelstelling/aanpak: Bij de uitvraag aan de markt is als algemene doelstelling “het verminderen van het aantal bestuurders dat met een te hoge snelheid rijdt in Gelderland en Overijssel” geformuleerd. Gevraagd is om een uitvoeringsprogramma met kansrijke projecten gericht op een veilige snelheid (van de weggebruiker), implementatie van dit programma en evaluatie en effectmeting. 15 FOCUSTHEMA’S RIJDEN ONDER INVLOED Probleemanalyse: Ongeveer 20% van de ernstige ongevallen is alcoholgerelateerd. Dat houdt in dat er gemiddeld in Oost-Nederland jaarlijks naar schatting 30 doden en 400 ernstig gewonden ten gevolge van alcoholgebruik vallen. Belangrijke doelgroepen zijn jongeren (1824 jaar), jonge mannen (18-39 jaar) en zware drinkers. In toenemende mate spelen ook drugs en medicijnen een rol. Zo blijkt 5,5% van de ernstig gewonde bestuurders onder invloed van drugs te zijn. Het gaat daarbij vooral om mannen. Zo’n 3,5% van de ernstig gewonde bestuurders is onder invloed van medicijnen. Dit betreft met name ouderen. Strategie: Zoals eerder vermeld wordt voor dit thema een aanbesteding voorbereid, waarbij de aanpak niet wordt voorgeschreven, maar wordt overgelaten aan de uitvoerder. Wel worden vanuit het plan van aanpak ‘rijden onder invloed’ een aantal aandachtspunten meegegeven: ● Geef inzicht in de effectiviteit van projecten en onderbouw de gewenste prioritering van aandacht voor alcohol/drugs en/of medicijnen. ● Schenk aandacht aan o.a. zware drinkers, fietsen onder invloed en ouderen met de vraag of er aanleiding is om meer in te zetten op deze groepen en zo ja, met welke prioriteit. ● Denk na over een creatieve en innovatieve aanpak. ● Speel in op de ontwikkelingen die gaande zijn op het gebied van handhaving in relatie tot drugs. ● Zet in op versterking van de samenwerking met en in de markt. Uit een eerdere marktverkenning (niet in het kader van deze aanbesteding) bleek belangstelling bij diverse partijen, alsmede bereidheid om mee te denken/praten. Doelstelling/aanpak: Bij de uitvraag aan de markt is als algemene doelstelling “het verminderen van het aantal bestuurders dat rijdt onder invloed van alcohol/drugs in Gelderland en Overijssel” geformuleerd. Gevraagd is om een concreet en compleet programma dat hieraan invulling geeft (gericht op voorkomen, behouden en veranderen), implementatie van dit programma en monitoring en evaluatie van de beoogde resultaten. 16 ONDERSTEUNENDE THEMA’S 4. Ondersteunende thema’s In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de 3 ondersteunende thema’s van het ROV: kennis, samenwerking/netwerk en communicatie. Per thema wordt een korte schets gegeven van: ● De strategie ● De doelstelling en aanpak 17 ONDERSTEUNENDE THEMA’S KENNIS Strategie: Het ROV wil een kennisplatform/-makelaar voor verkeersveiligheid in Oost-Nederland zijn. Dit doet zij door: ● Verbinding te leggen tussen (landelijke/fundamentele) kennis op hoog niveau en praktische uitvoering in de regio: Dit houdt in dat het ROV met experimenten/pilots/onderzoek/stages vooral aansluit bij concrete projecten, waarbij de bijdrage van het ROV geprioriteerd wordt aan de hand van haar focusthema’s en de praktische toepasbaarheid in de regio. De effectmetingen/monitoring rond de aanbesteding van de thema’s snelheid en rijden onder invloed zijn daarbij een belangrijk onderdeel. Voor fundamenteel onderzoek wordt in principe naar landelijke gremia verwezen. ● Stimulering en facilitering van kennisgestuurde aanpak (intern en extern): In samenhang met bovenstaande dient een kennisgestuurde aanpak steeds meer binnen de focusthema’s door te werken (evidence based). Daarnaast vindt kennisoverdracht plaats (website, bijeenkomsten, advisering) en worden de regionale partners gefaciliteerd (diverse monitoringsproducten, checklist verkeerseducatie, enz.). ● Samenwerking/partnerships aan te gaan met andere actoren op het gebied van kennis: Naast het op peil houden van de eigen kennis en het volgen van ontwikkelingen (zoals ITS/ICT, ProMeV e.d.) werkt het ROV samen met diverse kennisinstituten, zoals de SWOV, het CROW, universiteiten e.d., maar daarnaast ook met afdelingen binnen de eigen provinciale organisatie(s). Doelstelling/aanpak: Het ROV wordt gezien als kennisplatform en kennismakelaar voor verkeersveiligheid in de regio en een kennisgestuurde aanpak werkt (volledig) door in de focusthema’s en de regionale projecten. Daartoe legt het ROV verbinding tussen kennis op hoog niveau en praktische uitvoering, stimuleert een kennisgestuurde aanpak en werkt samen met andere kennisactoren. 18 ONDERSTEUNENDE THEMA’S SAMENWERKING/NETWERK Strategie: ● Aansturing ROV: De aansturing van het ROV gebeurt primair door de stuurgroep met daarin de (bestuurlijke) vertegenwoordigers van de beide regievoerders/opdrachtgevers. De voorbereiding vindt plaats door de (ambtelijke) regievoerders. De adviesraad adviseert het bestuur gevraagd en ongevraagd over ontwikkelingen, kansen en innovaties ter verbetering van de verkeersveiligheid in Oost-Nederland. Deze structuur is in principe het vertrekpunt voor de komende jaren, waarbij het wel de inzet is om de betrokkenheid van de stuurgroep te vergroten en de rol van de adviesraad te versterken. ● Regio’s: De regionale overlegstructuur van het ROV wordt gecontinueerd en verder uitgebreid. Met het opheffen van de WGR+ en het opgaan van de BDU-middelen in het provinciefonds zal de financiering van de gemeentelijke verkeersveiligheidsactiviteiten gekoppeld worden aan regionale werkplannen van de 8 Oost-Nederlandse regio’s. Deze werkplannen sluiten zoveel mogelijk aan bij het ROV-werkplan. Het ROV faciliteert en regelt dat e.e.a. (door derden) wordt uitgevoerd. Op deze wijze vindt uitvoering plaats op het meest effectieve niveau en kunnen gelijksoortige activiteiten, die in meerdere plannen voorkomen, als één pakket worden ingekocht/aanbesteed. ● Dynamisch netwerk: Rondom specifieke verkeersveiligheidsthema’s en -projecten faciliteert het ROV een aantal werk- en projectgroepen. Rond handhaving wordt een (landsdelige) overlegstructuur gefaciliteerd met politie/OM voor ondersteuning en waar mogelijk versterking van de handhavingsactiviteiten en de afstemming daarvan op de andere thema’s. Daarnaast wil het ROV ook ruimte maken voor andere thema’s dan verkeersveiligheid, mits deze thema’s daar wel een relatie mee hebben. Te denken valt aan thema’s als integrale veiligheid, safety culture, mobiliteitsmanagement, verkeersmanagement en fietsbeleid. Dit zijn vaak dynamische netwerken, die zich vormen rondom een onderwerp en na verloop van tijd weer worden ontbonden. ● Team: Het team (bestaande uit de programmaleider en de medewerkers) is verantwoordelijk voor het goed functioneren van het netwerk en het uitvoeren van het werkplan. Daarnaast is het team het directe en dagelijkse aanspreekpunt van het ROV Oost-Nederland, zowel voor partners als voor derden. Doelstelling/aanpak: Naast de hoofdambitie (iedereen komt elke dag weer veilig thuis) wil het ROV Oost-Nederland voorop lopen in beleid en aanpak, mede vanuit een zo effectief mogelijke inzet van middelen. Daartoe vindt de komende jaren innovatie plaats op inhoud en organisatie. Belangrijke onderdelen daarbij zijn het organiseren en beheren van het netwerk, het ontwikkelen en verspreiden van kennis en het zorgdragen voor een effectieve uitvoering van projecten. Ten aanzien van het laatste onderdeel zullen in 2016 de eerste ervaringen worden opgedaan met het grootschalig aanbesteden van thema’s en met de uitvoering van de regionale werkplannen in de 8 regio’s. 19 ONDERSTEUNENDE THEMA’S COMMUNICATIE Strategie: In het strategisch communicatieplan van het ROV Oost-Nederland is, op basis van taken, rollen en verantwoordelijkheden, vastgelegd dat corporate communicatie en projectcommunicatie voor het ROV de belangrijkste vormen van communicatie zijn. ● Corporate communicatie: Hierbij gaat het om de organisatie, mensen, doelen, kennis en samenwerkingsverbanden. Het ROV is zichtbaar in haar eigen netwerk, bij haar samenwerkingspartners. Zichtbaar als regisseur, deskundige en kennismakelaar. Ook interne communicatie (zichtbaar binnen de ambtelijke organisaties van de opdrachtgevers) maakt hier deel van uit. ● Projectcommunicatie: Hierbij gaat het vooral om specifieke (verkeersveiligheids)activiteiten, waarbij de doelgroep voornamelijk uit verkeersdeelnemers/publiek bestaat. Anders dan bij corporate communicatie is het ROV hiervan niet de afzender, maar heeft een rol als regisseur. Een partner of andere uitvoerder is verantwoordelijk voor de projectcommunicatie. ● Publieksfunctie: Nauw verbonden met de communicatierollen is de publieksfunctie. Het ROV heeft in principe geen publieksfunctie. De samenwerkingspartners (zoals bijvoorbeeld politie, VVN en ANWB) hebben veelal een positief en vertrouwd imago binnen de verkeersveiligheid. De weggebruiker ziet ze als een logische afzender en is daardoor ontvankelijk voor hun boodschap. Bij de communicatie van het ROV zèlf is de website van het ROV Oost-Nederland het belangrijkste medium. Verder wordt gebruik gemaakt van de sociale media en een (digitale) nieuwsbrief. Doelstelling/aanpak: ● Corporate: Het ROV wordt gezien als de vanzelfsprekende en onmisbare partner om in Overijssel en Gelderland verkeersveiligheid op de kaart te zetten. ● Project: Het ROV wil dat in Overijssel en Gelderland het thema verkeersveiligheid continue op een aansprekende manier gecommuniceerd wordt. Daartoe wordt voor elk project waar het ROV bij betrokken is vooraf vastgelegd óf en hoe de communicatie ingevuld wordt. 20 MEERJARENPROGRAMMA 2016-2019 5. Meerjarenprogramma 2016-2019 Om effectief te kunnen zijn wil het ROV, analoog aan de aanpak bij de thema’s snelheid en rijden onder invloed, toe naar een duurzame en structurele aanpak met marktpartijen. Deze marktpartijen worden verantwoordelijk gemaakt en afgerekend op afgesproken resultaten. Om de marktpartijen voldoende perspectief te kunnen bieden is het maken van meerjarige afspraken van belang. Daarmee wordt bovendien een duidelijke focus aangebracht in beleid en uitvoering, waarop partners van het ROV (zoals gemeenten en politie) zich kunnen richten. Er wordt dan ook voorgesteld om meerjarig te plannen en te verplichten. Bij het samenstellen van het (hierna volgende) meerjarenprogramma 2016-2019 is al op deze werkwijze geanticipeerd. Daarnaast is het programma (uiteraard) ook afgestemd op de uitgangspunten die in de hoofdstukken 3 en 4 voor de diverse thema’s zijn geformuleerd. 21 MEERJARENPROGRAMMA 2016-2019 THEMA/ACTIVITEIT 2016 2017 2018 2019 ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ● Jonge brom/snorfietser (16-24): implementatie educatieprogramma en training ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ● Jonge brom/snorfietser (16-24): communicatie correcte helmdracht ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● FIETSERS ● Jonge fietser (4-12): ontwikkeling programma praktische fietsvaardigheid ●●●●●●● ● Jonge fietser (4-12): ontwikkeling programma informele educatie ●●●●●●● ● Jonge fietser (4-12): implementatie programma’s ● Jonge fietser (12-16): ontwikkeling integraal programma fiets ●●●●●●● ● Jonge fietser (12-16): implementatie integraal programma (via VEVO) ● Oudere fietser (60+): assessments oudere fietser ● Oudere fietser (60+): ontwikkeling interventies/trainingen zelfregulerend gedrag ●●●●●●● ●●● ●●●●●●● ● Oudere fietser (60+): implementatie interventies/trainingen JONGE BESTUURDERS ● Specifiek aandacht binnen de programma’s SNELHEID en ROI ●●●●●●● ● Jonge brom/snorfietser (16-24): ontwikkeling handhavingsstrategie ●●●●●●● ● Jonge brom/snorfietser (16-24): ontwikkeling educatieprogramma en training ●●●●●●● ● Jonge automobilist (17-24): ontwikkeling/verbetering effectieve programma’s ● Jonge automobilist (17-24): implementatie effectieve programma’s ●●●●●●● ●●●●●●● 22 MEERJARENPROGRAMMA 2016-2019 THEMA/ACTIVITEIT 2016 2017 ●●●●●●● ●●●●●●● 2018 2019 ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● SNELHEID ● Aanbesteding en uitvoering programma Snelheid 2016-2017 ● Evaluatie contractperiode 2016-2017 ●●●●●●● ● Uitvoering programma Snelheid 2018-2019 ● Contractmanagement ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● RIJDEN ONDER INVLOED ● Aanbesteding en uitvoering programma ROI 2016-2017 ● Evaluatie contractperiode 2016-2017 ●●●●●●● ● Uitvoering programma ROI 2018-2019 ● Contractmanagement ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ● (Praktische, regionale) kennisontwikkeling aansluitend bij focusthema’s ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ● Kennisoverdracht en facilitering (regionale) partners ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ● Kennisgestuurde aanpak binnen de focusthema’s (Evidence Based) ●●●●●●● ●●●●●●● ● Doorwerking educatie 2.0 in productenaanbod ●●●●●●● ● Samenwerking/partnerships andere kennisactoren ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● KENNIS ● Effectmetingen/monitoring programma’s Snelheid en ROI ●●●●●●● 23 MEERJARENPROGRAMMA 2016-2019 THEMA/ACTIVITEIT 2016 2017 2018 2019 ● Bestuur: ondersteuning stuurgroep/regievoerders/adviesraad ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ● Bestuur: versterken rol stuurgroep/adviesraad ●●●●●●● ● Regio’s: ondersteuning + uitbreiding regionale overlegstructuur ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ● Regio’s: uitvoering regionale werkplannen Gelderland ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● SAMENWERKING/NETWERK ● Regio’s: uitvoering regionale werkplannen Overijssel ● Samenwerking t.a.v. verkeersveiligheidsthema’s (dynamisch netwerk) ●●●●●●● ●●●●●●● ● Samenwerking t.a.v. andere thema’s (dynamisch netwerk) ●●●●●●● ●●●●●●● ● Uitvoering Corporate Communicatie (afzender: ROV) ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ● Regie Projectcommunicatie (afzender: partners/uitvoerders) ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● ●●●●●●● COMMUNICATIE 24 WERKPLAN 2016 6. Werkplan 2016 In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de activiteiten die zijn gepland voor 2016. Deze activiteiten zijn een verdere uitwerking voor het eerste jaar van het meerjarenprogramma 2016-2019 (zie voorgaande hoofdstuk) met de benodigde kosten en menskracht (van het ROV-team). Zoals al eerder aangegeven is gekozen voor een flexibele opzet, met ruimte om te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen, in nauw overleg met de beide regievoerders. In het werkplan 2016 zijn de kosten dan ook op hoofdposten toegedeeld en is rekening gehouden met een overprogrammering van 15%. Voor wat betreft de beschikbare menskracht is rekening gehouden met een beleidsvrije ruimte van 25%. 25 WERKPLAN 2016 Activiteit FIETSERS Jonge fietser 4-12 € Uur 445.000 950 € 215.000,= 100 Activiteit € uur 90.000 200 € 60.000,= 100 € 30.000,= 100 SNELHEID 155.000 250 Aanbesteding programma Snelheid € 105.000 100 Campagne 2 seconden afstand € 50.000,= 150 RIJDEN ONDER INVLOED 300.000 100 Aanbesteding programma ROI € 300.000,= 100 JONGE BESTUURDERS Jonge brom/snorfietser 16-24 ● Praktische verkeerslessen (verkeerskunsten) ● Ontwikkeling handhavingsstrategie ● Plan van aanpak informele educatie ● Ontwikkeling educatieprogramma en training ● Plan/pilot zelfstandig fietsen kinderen ● Stimuleren helmdracht onderbouw Jonge automobilist 17-24 ● Jonge fietser 12-16 ● Ontwikkeling integraal programma fiets ● VEVO netwerk (Overijssel) ● VEVO netwerk (uitbreiding Gelderland) Oudere fietser (60+) ● ● € 115.000,= € 60.000,= 300 400 Ontwikkeling/verbetering effectieve programma’s Assessments oudere fietser ● Uitvoering programma Ontwikkeling gerichte trainingen ● Contractmanagement Campagnes fietsers ● De Scholen Zijn Weer Begonnen ● Fietsverlichtingscampagne € 55.000,= 150 ● Aanbesteding en uitvoering programma ● Contractmanagement 26 WERKPLAN 2016 Activiteit € Uur Activiteit KENNIS 310.000 1600 Praktische/regionale kennis € 115.000 600 ● Effectmetingen/monitoring programma’s € Uur SAMENWERKING/NETWERK 200.000 2950 Aansturing ROV € 10.000,= 1200 € 75.000,= 1200 € 115.000,= 550 ● Snelheid en ROI Ondersteuning stuurgroep, (ambtelijke) regievoerders en adviesraad ● Pilots/onderzoek aansluitend bij focusthema’s ● Versterken rol stuurgroep/adviesraad ● Verkeersveiligheidsmakelaar ● Werkplan/jaarverslag ● Stages/afstudeeropdrachten ● Strategie/beleid/management Kennisgestuurde aanpak ● € 190.000,= 700 Onderzoek kennisgestuurde (evidence based) Regio’s ● aanpak binnen de focusthema’s (inclusief Ondersteuning + uitbreiding regionale overlegstructuur (8 regio’s) doorwerking educatie 2.0) ● Uitvoering regionale werkplannen ● Kennisoverdracht (bijeenkomsten/advisering) ● Themadag GVVC-ers ● Facilitering (ViaStat, ongevallenkaart, educatiekaart, monitoringssysteem e.d.) Samenwerking (dynamisch netwerk) ● Samenwerking kennisactoren ● € 5.000,= 300 Project- en werkgroepen diverse verkeersveiligheidsthema’s Samenwerking SWOV, CROW, universiteiten ● Safety Culture e.d. ● Samenwerking sportfederaties (fietseducatie) ● Landelijke overlegstructuren ● Samenwerking hulpdiensten ● Organisatie landelijke verkeersveiligheidsdag 27 WERKPLAN 2016 Activiteit COMMUNICATIE Corporate communicatie ● Uitvoering conform communicatieplan ● Gebruik communicatiemiddelen (website, € uur Overzicht € Uur 130.000 900 FIETSERS 445.000 950 € 110.000,= 600 90.000 200 SNELHEID 155.000 250 RIJDEN ONDER INVLOED 300.000 100 KENNIS 310.000 1600 SAMENWERKING / 200.000 2950 130.000 900 80.000 800 1.710.000 7750 JONGE BESTUURDERS nieuwsbrieven, sociale media) Projectcommunicatie ● Opstellen eisen/criteria ● Regie projectcommunicatie door derden ● Ondersteuning landelijke campagnekalender € 20.000,= 300 NETWERK BEDRIJFSVOERING Aanbesteding ● 80.000 800 € 80.000,= 150 Vergoeding aanbieders percelen Snelheid en ROI ● COMMUNICATIE BEDRIJFSVOERING Totaal Voorbereiding/onderzoek aanbesteding andere thema’s/programma’s Secretariële ondersteuning p.m. 650 Beschikbare middelen: ● Geld: € 1.490.000,= + 15% overprogr. = € 1.713.500,= ● Menskracht: 10.350 – 25% beleidsvrije ruimte = 7760 uur 28 REGIONALE PLANNEN 7. Regionale plannen Regionale overlegstructuur Het ROV Oost-Nederland kent een regionale overlegstructuur. Daarmee investeert het ROV in haar contacten met de Oost-Nederlandse gemeenten. Zo worden de verkeersveiligheidsactiviteiten op lokaal en regionaal niveau gestimuleerd, wordt de onderlinge samenwerking bevorderd en een kennisplatform geboden. De regionale overlegstructuur biedt tevens de gelegenheid om gemeenten te informeren over (nieuwe) verkeersveiligheidsthema’s. Regionale plannen In nauwe samenwerking met de regio worden regionale plannen met niet-infrastructurele verkeersveiligheidsactiviteiten samengesteld, zoveel mogelijk afgestemd op het ROV-werkplan. Teneinde gemeenten te ontzorgen, onderuitputting tegen te gaan en projecten op het juiste schaalniveau uit te voeren, wordt voorgesteld om het ROV zorg te laten dragen voor de uitvoering van deze regionale plannen. Daarmee kunnen gelijksoortige activiteiten, die in meerdere plannen voorkomen, als één pakket worden uitgevoerd, waarmee de effectiviteit wordt verhoogd. Voor de financiering van de regionale plannen wordt vooralsnog uitgegaan van de huidige (BDU-)budgetten die thans per regio beschikbaar zijn voor de niet-infrastructurele verkeersveiligheidsactiviteiten. De 25% cofinanciering van de gemeenten kan dan worden ingezet voor lokale verkeersveiligheidsprojecten. 29 REGIONALE PLANNEN Beschikbare budgetten (huidige BDU) Gelderland Beschikbare regionale budgetten (indicatie), exclusief bijdrage gemeenten: Overijssel Totaal lokale budgetten (€ 1,50 per inwoner) gesommeerd per regio, exclusief bijdrage gemeenten: Regio Budget Regio Budget Vallei € 125.000,= Twente € 750.000,= Noord-Veluwe € 170.000,= West-Overijssel € 750.000,= Stedendriehoek € 150.000,= Totaal Overijssel Achterhoek € 150.000,= Stadsregio Arnhem-Nijmegen € 400.000,= Rivierenland € 120.000,= Totaal Gelderland € 1.500.000,= € 1.115.000,= 30