Kerstfeest en de naam van Jezus. Matt.1:20-21 De engel zei: Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de Heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal Zijn volk bevrijden van hun zonden. Luc.1:30-33 Maar de engel zei tegen haar: Wees niet bang, Maria, God heeft je Zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van Zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan Zijn koningschap zal geen einde komen. A: Introductie. Er zijn veel manieren om het kerstverhaal te benaderen, en er zijn veel vragen te stellen over dit verhaal; maar de meest intrigerende vraag is waarom God de Vader koos voor een scenario waarin Zijn Zoon veelvuldig ter discussie gesteld zou worden. Waarom werd Jezus geboren op een manier die Hem een schandelijke reputatie bezorgde als zoon van een overspelige vrouw? Waarom koos de Vader voor een jong meisje uit Nazareth dat al verloofd was, en waarom niet een jong meisje uit Bethlehem dat nog geen relatie had? De verwijten, de smet op onze reputaties, de minachting in ons leven zijn intens verbonden met het Kerstkind, want de verwijten zouden Jezus voor de rest van Zijn leven achtervolgen. De volmaakte Zoon van God begon Zijn leven als mens met de reputatie van de zoon van een overspelige vrouw, terwijl gedemoniseerde religieuze leiders in de valse veronderstelling leefden dat zij een onbesmette reputatie hadden. Joh.8:41b Ze zeiden: Wij zijn geen bastaardkinderen! We hebben maar één Vader: God. Maria was verloofd met Jozef, en hij was een rechtschapen mens die zijn verloofde in geen enkel opzicht in opspraak wilde brengen, toen hij van zijn verloofde te horen kreeg dat zij zwanger was (Matt.1:19). Maar toen hij d.m.v. een engel in een droom een openbaring van God kreeg met de opdracht om alsnog met Maria te trouwen, aarzelde hij geen moment en deed wat de engel van de Heer tegen hem gezegd had (Matt.1:24). Deze man was bereid om terwille van zijn liefde voor Maria alles neer te leggen; hij zou zijn reputatie verliezen, de eer en het respect van mensen, zijn veilige leven, maar vooral zijn controle over zijn liefde voor Maria. Op deze manier werd Jozef een voorbeeld voor ons en een model van de Zoon van God die ook alles zou neerleggen terwille van de liefde, namelijk Zijn reputatie, Zijn eer en Zijn veiligheid, en vooral Zijn controle over Zijn leven. Zowel Jozef als Jezus zouden hun troost vinden in de inwendige voldoening dat de Vader grote vreugde vond in hun houding en hun hartsgesteldheid. Jozef is voor ons een voorbeeld van liefde tot het uiterste, want hij was zelfs bereid om de romantiek van de huwelijksnacht en de wittebroodsweken op te offeren voor de heilige romantiek van een hemelse invasie op aarde (Matt.1:25). We kunnen het mysterie van de Menswording van Jezus ook benaderen door de lens van de theologie, waarbij we de betekenis van kerst analyseren op grond van het grote doel van de verlossing. De Menswording heeft inderdaad grote theologische betekenis, en alleen de eeuwigheid is lang genoeg om de diepten te onderzoeken van wat God gedaan heeft in en door Jezus Christus. De Menswording garandeert de christelijke openbaring van God en verzegelt die, want wie de Zoon gezien heeft, heeft ook de Vader gezien (Joh.14:9); daarom is de Menswording van Jezus de grote scheidslijn tussen het christelijk geloof en alle andere wereldreligies, want zij speculeren alleen maar over wie God is. De Menswording openbaart het gepassioneerde, jaloerse hart van een God die vurig mensen achternajaagt; wanneer deze God bereid is om mens te worden, tot welke uitersten is Hij dan nog meer bereid? De Menswording van Jezus Christus demonstreert de onbegrensde liefde van de eeuwige God, want het is God die door Christus de wereld met Zichzelf heeft verzoend (2Kor.5:19). Toen God de gedaante van een mens aannam, verklaarde Hij nadrukkelijk dat Hij van plan was om de wereld te verlossen (Joh.3:16). De Menswording van Jezus garandeerde ook de mogelijkheid tot wedergeboorte (Tit.3:4-5) en de mogelijkheid om deel te hebben aan het leven van God Zelf (2Petr.1:3-4). Toen Jezus 1 in de wereld kwam, kreeg het eeuwige leven gestalte in een menselijk lichaam en werd de bron van leven voor iedereen die Hem in zijn leven zou toelaten (Joh.1:12). De Menswording is de enige garantie voor relatie tussen volgelingen van Jezus, want het geestelijke Lichaam van Christus is samenbindend door de aanwezigheid van hetzelfde soort leven in iedere gelovige. Wij hebben één Hoofd en de gemeente is de plaats waar iedereen voor Jezus heeft gekozen en als gevolg daarvan elke andere aanwezige voor terug heeft gekregen. En de Menswording van Jezus is ook de garantie voor een zinvol christelijk leven dat uitmondt in de grote finale van de menselijke geschiedenis, want de Menswording is het centrum van de geschiedenis. Vanuit het heilige moment van de geboorte van Christus kan een gelovige vooruitkijken en terugkijken, want alle menselijke ervaringen doen terzake. De geschiedenis is niet cirkelvormig maar lineair en beweegt zich op weg naar het grote doel; want eerst kwam de geschiedenis terecht bij de eerste komst van Jezus en beweegt zich nu op weg naar de tweede komst van Jezus. God schiep de mens naar Zijn beeld en gaf hem de heerschappij over de hele aarde (Gen.1:26-27); de Menswording van Jezus heeft deze menselijke heerschappij opnieuw gestalte gegeven op de aarde, want wat verloren ging in het paradijs is weer hersteld door de persoon van Jezus Christus. Een menselijke Koning kwam via de geslachtslijn van Juda en het huis van David naar de aarde, en Hij zal eeuwige heerschappij over de aarde hebben. De beelddragers van God zijn in de Menswording hersteld in hun door God gegeven positie. B: Kerst. Matt.1:23 De maagd zal zwanger zijn en een Zoon baren, en men zal de Hem de naam Immanuël geven, wat in onze taal betekent God met ons. De kerstboodschap is echter veel heiliger dan het onderzoeken van de theologische diepten van kerst; om de boodschap echt te kunnen begrijpen moeten we uit de studeerkamer naar buiten komen en doen wat Maria en Jozef deden, wat de herders en de magiërs deden. We moeten naar het Kind kijken en Hem in onze armen nemen zoals Simeon, we moeten leren huilen als de herders die niet konden begrijpen waarom de engelen naar hen toekwamen en niet naar de Farizeeën en schriftgeleerden. We moeten leren om genade te voelen. Het leven van Jezus beïnvloedt ons altijd in de verschillende seizoenen van ons leven, want de kerkkalender is zodanig opgezet dat het leven van Jezus altijd centraal staat. Ja natuurlijk, wanneer je een gelovige bent, onderhoud je een relatie met Hem door de Heilige Geest die in je woont (1Kor.6:17); maar Zijn menselijke leven onderwijst ons over de grote waarheden over God, over onszelf en over de verlossing. De aardse bediening van Jezus openbaart Zijn passie voor het plan van de Vader, het werkelijke karakter van de Vader, en de bevrijding van mensen uit de onderdrukking door zonde, ziekte en demonen. De week van Goede Vrijdag en Pasen herinnert ons aan Gods vastberadenheid om de zonde te veroordelen, Zijn eigen Zoon op het kruis te verbrijzelen, en ons een gave te geven die wij niet verdienen. De geboorte van Jezus doet iets heel bijzonders, want in de boodschap van kerst worden wij aangespoord om dichterbij te komen en deel te hebben aan het mysterie waarin God dichtbij genoeg is en klein genoeg is om bij ons aanwezig te zijn. In de geboorte van Jezus komt God dichterbij, en Hij is niet langer op een afstand; want op kerstmorgen maakt God geen lijst die Hij twee keer controleert, maar Hij ligt in een kribbe en is in doeken gewikkeld. Engelen vertellen aan herders een heerlijke boodschap van grote vreugde, want zij proclameren de geboorte van Christus de Heer, een Koning die de Heer van alle mensen blijkt te zijn. Een groot leger van engelen breekt in aanbidding uit en geeft eer aan God in de hoogste hemel, met als gevolg dat er vrede op aarde zal komen voor de mensen in wie Hij plezier heeft (Luc.2:14). De kerstvakantie behoort daarom de meest populaire vakantie te zijn, want dan vieren wij de toegankelijkheid van God die zo enorm genadig is voor mensen. Ontzag hebben voor God is één ding, maar Hem liefhebben is heel iets anders; je kunt gehoorzaam door het leven gaan in ontzag voor Gods grootheid, maar het is nog heel iets anders om diep getroffen te zijn door Zijn vriendelijkheid. Wanneer je Zijn menselijkheid en Zijn zachtmoedige benadering van jouw zwakheid kent, voel je je veilig genoeg om naar Hem toe te gaan en Hem vragen te stellen die je normaalgesproken niet aan God zou vragen. De hoogste vorm van pure vreugde is contact hebben met je oudste 2 Broer, in gesprek met Hem zijn en Hem aanbidden, omdat je vrij bent Hem lief te hebben vanuit jouw specifieke persoonlijkheid. De hoogste vorm van vreugde is wanneer jij jezelf veilig genoeg voelt om te genieten van het feit dat juist jij van Hem geniet. Toen de Zoon van God een Mens werd ten behoeve van ons, had Hij op de aarde kunnen komen als een volwassen man vanaf het allereerste moment van Zijn menselijke bestaan. Maar kleine kinderen hebben het aantrekkelijke vermogen om ons aan te sporen hen lief te hebben, en daarom koos Jezus ervoor om bij Zijn eerste komst op aarde als een klein kind te komen. God wilde geboren worden als een kleine baby, zodat Hij ons kon onderwijzen om Hem lief te hebben in plaats van bang voor Hem te zijn. De profeet Jesaja had lang geleden al voorspeld dat de Zoon van God als een kind geboren zou worden om op die manier Zichzelf aan ons te geven vanwege de liefde die Hij voor ons koesterde (Jes.9:5). Welk ander motief kon Jezus, de superieure en waarachtige God, hebben om de hemel te verlaten en als Mens geboren te worden dan de vurige liefde die Hij voor ons voelde (Spr.8:31)? Wat haalde Jezus weg bij het hart van de Vader (Joh.1:18) om plaats te nemen in een harde en koude kribbe? Wat bracht Jezus vanaf Zijn troon boven de sterren naar beneden om gelegd te worden in een bundeltje stro? Wat bezielde Hem om de hemelse koren van engelen te verlaten en plaats te nemen tussen runderen, schapen en ezels? Hij zette de serafs en de cherubs in vuur en vlam met een heilig vuur (Hebr.1:7), maar rilde van de nachtelijke kou in Bethlehem. Hij zette de sterrenstelsels in het heelal in beweging (Gen.1), maar kon Zichzelf niet bewegen tenzij anderen Hem in hun armen namen. Hij gaf voedsel aan mensen en dieren (Ps.145:15-16), maar koos ervoor om afhankelijk te zijn van de moedermelk die nodig was om Hem in leven te houden. Hij was de vreugde van de hemel, maar koos ervoor om een schande op de aarde te worden; en wat was het dat Hem reduceerde tot zulke ellende? Zijn enige motief was vurige, gepassioneerde liefde voor mensen en het heerlijke vooruitzicht om voor eeuwig Zijn hart met ons te kunnen delen (Hebr.12:2). C: Het grote mysterie van de menswording. Joh.1:1+14 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God…… Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben Zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader. 1Tim.3:16 Ongetwijfeld is dit het grote mysterie van ons geloof: Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam, in het gelijk gesteld door de Geest, is verschenen aan de engelen, verkondigd onder de volken, vond geloof in de wereld, is opgenomen in majesteit. Wij weten uit ervaring hoe mensen zijn, en we kunnen met zekerheid zeggen dat Jezus Christus totaal anders is. Bijgelovige mensen denken een overeenkomst te zien tussen Jezus en de stichters van koninkrijken en de afgoden van andere religies, maar die gelijkenis bestaat niet; want tussen het christelijk geloof en elke willekeurige religie is een oneindige afstand. Alles wat bekend is over Jezus behoort ons te verbazen en met ontzag te vervullen; tussen Hem en de rest van de wereld is er geen enkele bestaande vergelijking. Hij is echt een Persoon op Zichzelf; Zijn gedachten en Zijn gevoelens, de waarheid die Hij verkondigt, en Zijn manier van overtuigen kunnen niet verklaard worden door menselijke uitleg of door de natuur van alle dingen. Hoe dichter wij naderen, hoe zorgvuldiger wij onderzoeken, toch gaat Hij ons begrip te boven; alles aan Hem is groots met een grootsheid die overweldigt. Zijn geloof is een openbaring vanuit een intelligentie die niet van een mens afkomt; er is een onvoorstelbare originaliteit in Zijn woorden met onbegrijpelijke diepten. Jezus heeft niets ontleend aan onze wetenschap; we kunnen absoluut nergens een navolging vinden van het voorbeeld van Zijn leven dan in Zijn eigen leven alleen. We zullen tevergeefs op zoek gaan naar een soortgelijk iemand als Jezus Christus, en het zal vergeefse moeite zijn om een gelijkwaardige boodschap als het evangelie van Jezus te vinden. Noch de geschiedenis, noch de eeuwigheid, noch de natuur, noch de menselijkheid heeft mij iets te bieden dat ik kan vergelijken met Jezus en Zijn evangelie. Hoe vaker wij het evangelie overdenken, hoe meer wij er van verzekerd zullen raken dat er niets is dat te vergelijken is met de wonderen die Hij deed en de woorden die Hij sprak. Iedereen die het leven van Jezus overdenkt, zal zich er elke dag opnieuw van bewust worden dat er iets “schandaligs” is gebeurd, namelijk dat God Zichzelf heeft geopenbaard in een menselijk bestaan. 3 De Menswording van Jezus is meer dan alleen maar een dogma of doctrine, het is een voorwerp van contemplatie en meditatie; het is de plaats waar engelen en mensen samen staren naar een mysterie dat even diep is als de Almachtige Zelf. Zodra er enig begrip ons verstand binnenkomt, verliest het begrijpen onmiddellijk zijn houvast en daalt af in de afgrond van absoluut onbegrip. Dit is echte vreugde, namelijk om datgene te overdenken wat nooit volledig begrepen kan worden. Paulus verklaarde met nadruk dat de grootsheid van het mysterie van ons geloof niet ter discussie staat, want Jezus werd in het gelijk gesteld door de Heilige Geest (1Tim.3:16), waaruit blijkt dat de Heilige Geest het volkomen eens was met de keuze van Jezus om Mens te worden. Paulus sprak ook niet als iemand die niet goed was geïnformeerd, want hij was zelf in de derde hemel geweest (2Kor.12:2-4); hij had zelf de Heer in de hemel gezien. Toch verklaarde Paulus met nadruk dat er geen discussie mogelijk was over de schoonheid van de Menswording van Jezus Christus; engelen staan perplex te kijken in zulke diepe dingen (1Petr.1:12b), en mensen kunnen totaal niet beseffen wat God heeft gedaan. Groot is het mysterie van ons geloof! Hebben wij ons ooit afgevraagd wat er met het menselijke leven aan de hand is dat de Schepper Zelf wilde wonen in een menselijk lichaam, omdat Hij zoveel plezier in de mens had? Jezus is niet alleen onze Schepper-God, onze Goddelijke Koning en Heer, maar Hij is nu ook onze oudste Broer (Rom.8:29b). Hoe heeft de Schepper-God Zichzelf kunnen scheppen als Mens? Wat is toch dat hartstochtelijke verlangen in de vloedgolf van Gods passie die resulteerde in het aannemen en omarmen van menselijkheid tot in alle eeuwigheden om voortaan als een menselijke Koning te regeren tussen mensen? Waar ligt de oorsprong in de gedachten van God met betrekking tot een onderwerp als de Menswording? Waar begon dit? Hoe is dit zo gegroeid? Wat was de dialoog binnen de Goddelijke Drie-Eenheid toen het Lam al vóór de fundering van de wereld werd geslacht in het centrum van de hemelse majesteit (Opb.13:8)? Hoe mysterieus is dit plan dat werd geboren in het zuivere hart van de oneindige, heilige God, een perfect plan dat ontworpen is door een perfecte God, om de God-Mens te laten zitten als Heerser op Zijn troon. Hebben wij er ooit bij stilgestaan dat er op dit moment een Menselijk lichaam aanwezig is in de Goddelijke Drie-Eenheid? In het centrum van de troon van God woont een Lam, een afstammeling van David, die geboren werd uit een jonge Joodse maagd. Deze bovennatuurlijke eenheid tussen God en Mens in één en dezelfde Persoon is een mysterie, omdat het bedoeld is ons tot aanbidding te brengen en niet alleen maar om ons te laten begrijpen; het gaat juist om de extase van niet-begrijpen (2Kor.5:13a). Dit mysterie is binnen de christelijke gemeente altijd het onderwerp van grote liefde voor God geweest; God werd een Mens en Hij nam onze gedaante aan om ons te kunnen liefhebben. De gemeente is niet in staat gebleken om de diepte van deze waarheid uit te leggen, maar doctrine en dogma hebben terecht gezocht naar het afbakenen van definities over deze eenheid tussen God en Mens in één en dezelfde Persoon. De geboorte van de God-Mens bevat de hoogste elementen van mystiek die dit mysterie omringen en versluieren in wolken van geheimhouding. De engel Gabriël kondigde Maria aan dat de Heilige Geest op haar zou komen en dat de kracht van de Allerhoogste haar zou overschaduwen, zodat er een heilig kind geboren zou worden dat de Zoon van God zou worden genoemd (Luc.1:35). Tevens voegde hij eraan toe dat voor God niets onmogelijk zou zijn (Luc.1:37). Een onvruchtbare oude vrouw werd zwanger van Johannes (Luc.1:24) en een jonge Joodse maagd werd zwanger door de Heilige Geest; het gevolg is dat engelen zingen (Luc.2:13-14), dat herders en dorpelingen verbaasd staan (2:15+18), en dat Maria al de gesproken woorden in haar hart overdenkt (2:19+51b). De vreugde van het christelijk geloof is om te staren naar het mysterie van de geboorte van Jezus, want Luc.2:7 beschrijft de geboorte van Jezus als een normale menselijke geboorte inclusief de geboorteweeën. God werd geboren als een baby, in doeken gewikkeld en in een voederbak gelegd, maar toch aanbaden de engelen Hem en de herders betoonden Hem hun eer. Lucas vervolgt zijn verhaal echter met te vertellen dat Jezus niet alleen geboren werd als een mens, maar dat Hij ook opgroeide als een mens (2:40+52). Jezus groeide ook in Zijn geest en werd vervuld met wijsheid, en de genade van God was op Hem; Hij groeide fysiek, emotioneel, mentaal en geestelijk. Maar wat waren de stadia die Hij doorliep voordat Hij besefte dat Hij de unieke God-Mens was? Wanneer was het moment dat 4 Hij besefte dat Hij verschilde van andere mensen, want Hij was en bleef altijd zonder zonde (2Kor.5:21, 1Petr.2:22)? Hoe voelde het toen Zijn mentale en geestelijke capaciteit kwam op het punt waar Hij herinneringen begon te krijgen aan de hemelse troonzaal? Wat betekende het voor Hem om het woord van God te lezen en Zich de woorden te herinneren als iets wat vroeger al uitgesproken was in de hemel? Wat voelde Hij, toen Hij opgroeide en engelen kon zien in Zijn directe omgeving en ook bij anderen? Hoe was het toen de dag aanbrak dat de Vader besloot dat Jezus klaar was om geestelijke realiteit te zien in dromen en visioenen, en om engelen te ontmoeten? Kon Hij Zich op dat moment herinneren dat Hij deze engelen al eerder had gezien in de hemel, toen Hij nog als de Zoon van God bij de Vader op de troon zat? De Menswording van Jezus is gehuld in vele mysteries waarover wij tijdens ons leven kunnen mediteren zonder ooit een einde te zien aan onze verbazing en ook nooit uitgekeken te raken op dit grote wonder. Er is veel aan de hand met dit Kind, want Hij is het beloofde nageslacht, Degene over wie geprofeteerd werd vanaf het eerste moment na de zondeval; de hoop van alle eeuwen rust op deze Persoon. Laten wij goed kijken naar Degene die bestemd was om Zijn volk van zonde te bevrijden en om de kop van de slang te vermorzelen; Degene die het gevallen nageslacht van Adam moest vrijkopen en een koninkrijk van eeuwige gerechtigheid moest brengen. Nu leven wij in de tijd na de kruisiging en de opstanding, en we zijn vergeven en vervuld met de Heilige Geest; maar de kribbe nodigt ons uit om opnieuw te komen kijken, want dat is de plaats waar wij voor het eerst hoop voelden. De kribbe is de plaats waar God in al Zijn vriendelijkheid zo laag kon afdalen om te delen in mijn levenservaringen; en de nederigheid in dit alles maakt dat wij neerbuigen, maar de kleine vingers van de baby-Koning maken dat ons hart zich naar Hem uitstrekt. Bij de kribbe verlies ik mijn slechte humeur en mijn religieuze hardheid die opgebouwd is vanuit mijn defensieve rechtvaardigheid; bij de kribbe begint mijn hart zacht te worden en begin ik te communiceren met een God die het aandurfde om bij ons allen te komen. Hij nodigt mij uit om met Hem te dromen ten behoeve van allen die nog nooit van Hem gehoord hebben. D: Twee verschillende kanten aan het kerstverhaal. Matt.1:20-21 De engel zei: Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de Heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal Zijn volk bevrijden van hun zonden. Luc.1:30-33 Maar de engel zei tegen haar: Wees niet bang, Maria, God heeft je Zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van Zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan Zijn koningschap zal geen einde komen. Het is vreemd maar de gemeente van Jezus is er in de kerkgeschiedenis in geslaagd om de twee verhalen van kerst tot één verhaal te maken, terwijl de twee verhalen toch in twee verschillende Bijbelboeken staan. Matteüs schreef zijn eigen kerstverhaal, en Lucas schreef ook zijn eigen kerstverhaal, maar deze twee verhalen staan apart omdat ze een eigen unieke boodschap hebben. Het is vreemd maar waarom scheiden wij als christenen soms dingen uit elkaar, waar God ze heeft samengevoegd (Matt.19:6), en waarom voegen wij dingen samen die God gescheiden van elkaar heeft gegeven? Het mysterie van de Menswording van Jezus is zo groot dat de Heilige Geest het nodig vond om het mysterie in twee aparte verhalen aan ons te vertellen. In vrijwel alle kerststalletjes staan de magiërs uit het oosten gebroederlijk naast de herders uit Bethlehem, en op de achtergrond vinden we meestal wel een rund, een ezel en een of meer schapen. Toch rept Lucas met geen woord over een stal, en het is mijn volle overtuiging dat Jezus niet in een stal geboren werd maar buiten op straat; de kribbe of voederbak stond waarschijnlijk gewoon ergens buiten. Er was geen plaats voor Jezus in het nachtverblijf van Bethlehem (Luc.2:7), en daarom werd de Zoon van God eenvoudigweg in een kribbe gelegd. Bij het begin van Zijn leven op aarde werd Jezus in doeken gelegd, en ook bij het einde van Zijn natuurlijke leven werd Hij in doeken gelegd (Matt.27:59); Jezus begon Zijn leven in de buitenlucht, en Hij eindigde Zijn aardse leven op een kruis. Wat een groots mysterie; wij zijn zo vertrouwd geraakt met een God die we nauwelijks kennen!! 5 De herders kwamen direct na de geboorte van Jezus bij Hem op bezoek (Luc.2:16), want de engel had gezegd dat op die dag de Messias geboren was (Luc.2:11). Maar de magiërs uit het oosten gaven aan Herodes de datum op waarop zij voor het eerst de ster van de Koning der Joden hadden gezien (Matt.2:2+7); Herodes maakte daaruit op dat het koningskind ongeveer een jaar oud moest zijn, en daarom gaf hij bevel om alle jongens van twee jaar en jonger te doden (Matt.2:16). Toen de magiërs uit het oosten kwamen, bracht hun komst de hele stad Jeruzalem in beroering, maar iedereen was allang het voorval met de herders uit Bethlehem vergeten. Jozef, Maria en Jezus waren in Bethlehem gebleven en woonden op dat moment in een huis (Matt.2:11), en de magiërs brachten hun profetische geschenken aan de Zoon van God die Mens geworden was, namelijk goud, wierook en mirre. Maar de boodschap van Matteüs is totaal verschillend van die van Lucas, net zo verschillend als de komst van de magiërs verschilde van de komst van de herders. E: De naam van Jezus in het Lucas-evangelie. Luc.1:30-33 Maar de engel zei tegen haar: Wees niet bang, Maria, God heeft je Zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van Zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan Zijn koningschap zal geen einde komen. De dimensies van geestelijke openbaring in het kerstverhaal van Lucas verschillen enorm met de dimensies in het kerstverhaal van Matteüs; om dezelfde reden is het hemelse motief voor de naam Jezus ook totaal verschillend. Laten we eens gaan kijken naar de geestelijke dimensies van openbaring in het Lucas-evangelie, dan zullen we daarna zien hoezeer het Matteüs-evangelie een andere boodschap heeft. E1: In het Lucas-evangelie spreekt God uitsluitend tot het Joodse volk. Het evangelie van Jezus is in de eerste plaats voor de Joden bestemd (Rom.1:16), en om die reden stuurde Jezus later Zijn apostelen in eerste instantie uitsluitend naar de verloren schapen van het volk van Israël (Matt.10:6), want ook Hijzelf was uitsluitend gezonden naar de verloren schapen van het volk van Israël (Matt.15:24). Heidenen weten niet wat voor god(en) zij aanbidden, maar de Joden weten dat wel, want de verlossende boodschap komt via het Joodse volk (Joh.4:22). Het volk van Israël moest na de pinksterdag als eerste horen over de boodschap van de gekruisigde Christus (Hand.2:36, 3:26), want voor hen golden de belofte van God (Hand.2:39). Daarom moesten zij als eersten weten dat Jezus als Leidsman en Redder gestuurd was om Israël tot inkeer te brengen (Hand.5:31, 10:36); maar hoewel de boodschap eerst aan de Joden bekendgemaakt moest worden, was hij ook voor de heidenen bestemd (Hand.13:46). In het Lucas-evangelie spreekt God tot Zacharias (1:11-20), tot Maria (1:26-38), door Maria heen (1:46-55), door Zacharias heen (1:67-79), tot de herders (2:9-14), tot Simeon (2:25-27), door Simeon heen (2:28-35), tot Hanna en door haar heen (2:36-38). De openbaring van de geboorte van Jezus wordt in het Lucas-evangelie alleen gegeven aan hen die deel uitmaken van Gods uitverkoren volk van Israël. E2: In het Lucas-evangelie spreekt God alleen door Bijbelse openbaringsmiddelen. In het Lucas-evangelie gebruikte de Heilige Geest verschillende middelen van geestelijke openbaring. Zacharias werd eerst aangesproken door een engel (1:11), maar later werd hij vervuld met de Heilige Geest en profeteerde hij (1:67). Maria werd eerst ook aangesproken door een engel (1:26), maar later profeteerde zij ook in haar aanbidding van God (1:46-55). De herders van Bethlehem werden ook aangesproken door een engel (2:9), terwijl de oude Simeon een openbaring van de Heilige Geest had ontvangen over de komst van de Joodse Messias (2:26). Ook de profetes Hanna had een openbaring van de Heilige Geest ontvangen op een manier die niet verteld wordt. We lezen over geestelijke openbaring d.m.v. engelen en d.m.v. profetische inspiraties door de Heilige Geest; deze middelen van openbaring zijn allemaal terug te vinden in de Bijbel als van God afkomstig. De overheersende toon in de geestelijke openbaring is de vreugde over de vervulling van Gods belofte over de komst van de Joodse Messias. 6 E3: In het Lucas-evangelie is grote vreugde het resultaat van de openbaring. Zacharias schrok eerst omdat hij door angst overvallen wordt (1:12), maar later werd hij overweldigd door de Heilige Geest en gaf hij expressie aan zijn vreugde in het uitspreken van een profetie (1:67). Maria schrok ook eerst bij de komst van een engel (1:29), maar ook zij werd vervuld met vreugde vanwege datgene wat de Heer beloofd heeft dat Hij door middel van haar zal gaan doen (1:47). Elisabeth voelde hoe het kind in haar baarmoeder (Johannes de Doper) van vreugde opsprong toen de nog ongeboren Jezus in zijn nabijheid kwam (1:41), en zijzelf voelde zich ook enorm gezegend (1:42-45). De buren van Zacharias en Elisabeth waren enorm blij met de geboorte van Johannes de Doper (1:58) en diep onder de indruk van de gebeurtenissen (1:65-66). Een groot hemels leger van engelen barstte uit in grote vreugde toen de Messias geboren was (2:13), want de eerste engel had goed nieuws aan de herders verteld dat het hele volk van Israël met grote vreugde zou vervullen (2:10). De herders waren zo blij dat zij hun ervaring onmiddellijk gingen delen met iedereen die ze maar tegenkwamen in Bethlehem (2:17), en op de terugweg loofden en prezen zij God om alles wat ze gehoord en gezien hadden (2:20). Ook de oude Simeon stroomde over van vreugde toen hij de belofte van de Heilige Geest in zijn eigen armen kon nemen (2:28), en ook hij prees God en zegende Jozef en Maria (2:34). Ook de profetes Hanna bracht hulde aan God en sprak met iedereen over het Kind (2:38). Zo zien wij dat grote vreugde het resultaat is van de Goddelijke openbaring over de geboorte van Jezus. E4: De naam van Jezus in het Lucas-evangelie. Luc.1:31 Maar de engel zei tegen haar: Wees niet bang, Maria, God heeft je Zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen. In het Lucas-evangelie krijgt Maria dezelfde opdracht als Jozef in het Matteüs-evangelie, want beiden moeten het Kind de naam Jezus geven, maar het motief voor de naam Jezus is in het Lucas-evangelie totaal anders dan in het Matteüs-evangelie. Maria moet het Kind de naam Jezus geven, want …… Luc.1:32 Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van Zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan Zijn koningschap zal geen einde komen. De naam Jezus wordt in het Lucas-evangelie gekoppeld aan de vreugde die Jezus zal brengen ten gevolge van Zijn koningschap, want Hij zal op de troon van Zijn vader David zitten en tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn en aan Zijn koningschap zal geen einde komen. Het kerstverhaal in het Lucas-evangelie geeft alleen maar aanleiding voor een geweldig groot feest dat letterlijk eeuwig gaat duren. Alleen Maria krijgt te horen dat deze gebeurtenis haar op gegeven moment het gevoel zal geven dat ze met een zwaard doorstoken wordt (2:35), maar dat is de enige pijnlijke boodschap in het hele kerstverhaal van Lucas. Jes.9:5-6 Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst. Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen. Davids troon en rijk zijn erop gebouwd, ze staan vast, in recht en gerechtigheid, van nu tot in eeuwigheid. Daarvoor zal hij zich beijveren, de HEER van de hemelse machten. F: De naam van Jezus in het Matteüs-evangelie. Matt.1:20-21 De engel zei: Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de Heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal Zijn volk bevrijden van hun zonden. De geestelijke atmosfeer rondom de geboorte van het Kind Jezus in het kerstverhaal van het Matteüs-evangelie is totaal anders dan die in het verhaal van Lucas; bovendien hebben de gebeurtenissen als gevolg van de komst van de magiërs uit het oosten ongeveer een jaar later plaatsgevonden dan de gebeurtenissen in het Lucas-evangelie. Elke medaille heeft twee kanten, en wanneer er een bepaalde kant ontbreekt, is de waarde van de medaille niet compleet; zo is ook het verhaal van Lucas niet compleet zonder de boodschap van Matteüs. 7 F1: In het Matteüs-evangelie spreekt God tot Joden en heidenen. Als eerste wordt Jozef aangesproken over de geboorte van Jezus d.m.v. een droom (1:20), en als gevolg daarvan weet hij hoe bevoorrecht hij is door getrouwd te zijn met een jonge vrouw die op het punt staat de moeder te worden van de Joodse Messias die de naam Jezus zal dragen. Daarna worden de magiërs uit het oosten d.m.v. een droom gewaarschuwd om niet naar Herodes terug te gaan (2:12), en zij geven gehoor aan deze droom. Vervolgens krijgt Jozef nog drie keer een droom waarin hij aanwijzingen van de Heilige Geest ontvangt door bemiddeling van een engel (2:13+19+22). Verder wordt er niemand rechtstreeks door God aangesproken over de geboorte van Jezus. F2: In het Matteüs-evangelie spreekt God alleen door Bijbelse openbaringsmiddelen. Er zijn twee Bijbelse middelen van openbaring waardoor de Heilige Geest spreekt, en dat is in de eerste plaats d.m.v. dromen tot Jozef en de magiërs (1:20, 2:12+13+19+22). Het tweede middel van openbaring is het geschreven woord van God dat tot iedereen spreekt die het Matteüs-evangelie leest, want in dit verhaal gaat in vervulling wat door de profeten gezegd werd (1:22, 2:5+15+17+23). Maar God spreekt niet d.m.v. sterrenbeelden, d.w.z. horoscopen (Deut.4:19, Jes.47:13) om ons de toekomst of bepaalde gebeurtenissen te voorspellen. God spreekt wel door de sterren om Zijn grootheid als Schepper van hemel en aarde te laten zien (Gen.15:5, Job 22:12, Ps.8:4, 19:2-3, 147:4), maar het is niet geoorloofd om andere informatie uit de sterren te halen dan alleen de grootheid van God als Schepper van hemel en aarde. F3: De magiërs en de ster in het oosten. Was het God die een of andere nieuwe ster aan het uitspansel plaatste om deze magiërs naar Israël te brengen of was er iets anders aan de hand? Gelukkig heeft de NBV-vertaling het Griekse woord ‘magos’ terecht vertaald als magiër, terwijl de oude vertaling nog spreekt van de wijzen uit het oosten. De rooms-katholieken spreken over de drie koningen uit het oosten, maar deze mannen waren noch wijzen noch koningen; zij waren gewoon magiërs die hun dagelijkse praktijken bedreven op grond van occultisme, en dat is iets waar de Bijbel ons veelvuldig tegen waarschuwt. We komen nog twee magiërs tegen in het Nieuwe Testament, namelijk Simon de magiër (Hand.8:9-11) en Elymas of Bar-Jezus de magiër (Hand.13:6-8); maar van Simon wordt gezegd dat hij een verfoeilijk gedrag heeft, vol venijn zit en verstrikt zit in het kwaad vanwege slechte gedachten (Hand.8:20-23) en van Elymas wordt gezegd dat hij een bedrieger en gewetenloze oplichter is, een kind van de duivel en een vijand van elke vorm van gerechtigheid (Hand.13:10). Deze magiërs uit het oosten bedreven dagelijks hun aanbidding van demonen door hun occulte praktijken, en een onderdeel daarvan was het bestuderen van de sterrenbeelden. De ster die zij zagen bracht hen rechtstreeks naar Jeruzalem, regelrecht bij Herodes, de grootst mogelijke tegenstander van Jezus; pas daarna bracht de ster hen naar Bethlehem, als gevolg waarvan de kindermoord in Bethlehem plaats vond. Deze ster bracht geen zegen aan Israël maar groot verdriet; de eerste poging tot een moordaanslag op Jezus was een feit, en er zouden nog meerdere volgen. F4: In het Matteüs-evangelie is groot verdriet het resultaat van de openbaring. Terwijl het kerstverhaal in het Lucas-evangelie een aaneenschakeling van vreugdeuitingen is, spreekt het kerstverhaal in het Matteüs-evangelie meer over verdriet; de enige personen van wie wordt gezegd dat zij blij zijn, zijn de magiërs uit het oosten (2:10). Jozef is eerst verdrietig en bang vanwege de onverwachte zwangerschap van Maria (1:20), Herodes schrikt hevig bij de gedachte dat er een andere koning in Israël is dan hij (2:3), vervolgens wordt hij verschrikkelijk kwaad en geeft opdracht tot de kindermoord (2:16). De moeders in Bethlehem wenen en klagen luid (2:18), en Jozef en Maria moeten voortdurend vluchten om het leven van het pasgeboren Kind te kunnen beschermen (2:13-14, 2:22). In het Matteüsevangelie overheerst het verdriet, terwijl vreugde overheerst in het Lucas-evangelie; beide elementen zijn echter nodig in het mysterie van de Menswording 8 F5: De naam van Jezus in het Matteüs-evangelie. Matt.1:20-21 De engel zei: Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de Heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal Zijn volk bevrijden van hun zonden. In deze tekst komen we bij de hartslag van het kerstverhaal in het Matteüs-evangelie; in het Lucas-evangelie moest Maria aan haar Kind de naam Jezus geven, omdat Hij groot zou zijn en Zoon van God genoemd zou worden. Bovendien zou God Hem de troon van Zijn vader David geven en Hij zou voor eeuwig koning zijn, en aan Zijn koningschap zou geen einde komen. De naam Jezus in het kerstverhaal van Lucas spreekt van de eeuwige glorie van Jezus Christus, de Zoon van God en de Koning der koningen. Geen wonder dat Lucas zo uitvoerig de vreugde van alle deelnemers aan het kerstverhaal beschrijft, maar zo geheel anders is de naam van Jezus in het kerstverhaal van Matteüs. De naam Jezus luidt in het Grieks ‘Jèsous’ wat een afgeleide vorm van de Hebreeuwse naam ‘Jehoshuwa’ of ‘Yeshua’ is; deze naam kennen wij als de naam Jozua. De naam Jozua is een samengestelde vorm van de Hebreeuwse naam van God Jehovah en van het Hebreeuwse werkwoord ‘yasha’ wat redden betekent. De naam Jozua en dus ook Jezus betekent dat God redding is, en de engel citeerde daarmee Psalm 130. Ps.130:7-8 Israël, hoop op de HEER! Bij de HEER is genade, bij Hem is bevrijding, altijd weer. Hij zal Israël bevrijden uit al zijn zonden. In deze betekenis van de naam Jezus komen we bij het grote mysterie van de Menswording van Jezus terecht; we komen in aanraking met Degene die niet gekomen was om gediend te worden, maar om anderen te dienen en Zijn leven te geven als losgeld voor vele mensen (Matt.20:28). Jezus hoefde niet te komen om gediend te worden, want Hij wist dat Hij tot in eeuwigheid gediend zou worden door vele miljoenen engelen en aanbeden worden door vele miljoenen gelovigen. Jezus kende Zijn eeuwige bestemming, maar Hij kwam niet alleen maar naar de aarde om Zijn eigen eeuwige bestemming veilig te stellen, maar veel meer om onze eeuwige redding en roeping veilig te stellen. Matteüs brengt ons met zijn verklaring over de naam van Jezus in het hart van het evangelie en het lijden van Christus; en daarom spreekt Matteüs veelvuldig over verdriet in tegenstelling tot de vreugde bij Lucas. Als gevolg daarvan moeten Jozef en Maria uit Bethlehem vluchten om de eerste moordaanslag op Jezus te voorkomen; vervolgens kunnen ze niet terug naar Bethlehem maar moeten ze uitwijken naar Nazareth. Angst, vluchten en verdriet volgen Jozef en Maria als een schaduw, terwijl zij al hun ouderlijke liefde gebruiken om Jezus te beschermen. Hoewel de magiërs uit het oosten zich lieten leiden door een expressie van hun occulte praktijken vanuit hun aanbidding van afgoden - en dus demonen - is er toch ook sprake van een natuurlijke oprechtheid waarmee zij een koning willen eren. Zij hebben geen idee gehad voor welke Koning zij hebben neergeknield om Hem eer te bewijzen, maar de Heilige Geest gebruikte hun komst om drie profetische tekenen aan Jezus te geven. Zij boden het Kind geschenken aan, namelijk goud en wierook en mirre (2:11); het goud spreekt van eeuwige glorie, wierook spreekt van eeuwige aanbidding, maar de mirre spreekt van het lijden en sterven van Jezus. Hoewel hun komst naar Jeruzalem de oorzaak werd van de kindermoord in Bethlehem, laat de Heilige Geest ook zien dat God de aanbidding van de heidenen voor Zijn Zoon accepteert (Hand.15:14-18). G: Nog eens het grote mysterie van de Menswording. 1Tim.3:16 Ongetwijfeld is dit het grote mysterie van ons geloof: Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam, in het gelijk gesteld door de Geest, is verschenen aan de engelen, verkondigd onder de volken, vond geloof in de wereld, is opgenomen in majesteit. We zullen tot in alle eeuwigheden Jezus Christus, de Zoon van God, aanbidden vanwege het mysterie van de Menswording, waardoor Hij ons met Zijn bloed gekocht heeft en ons voor eeuwig gemaakt heeft tot een koninkrijk van priesters (Openb.1:5-6, 5:9-10). Lucas beschrijft de vreugde over de geboorte van de Zoon van God als mens, Matteüs beschrijft het verdriet rond de geboorte van Jezus als de Mensenzoon. In Lucas dansen, zingen en profeteren de Joden als gevolg van de geboorte van de Messias, in Matteüs vluchten Jozef en Maria voor dreigende moordaanslagen op het leven van de Mensenzoon. Engelen, dromen, profetieën 9 en Bijbelteksten bevestigen de geboorte van de Messias zowel in Matteüs als in Lucas, maar een ster in het oosten gooit behoorlijk roet in het eten. Deze ster gaf licht aan de magiërs, maar zette hen op een duister spoor op weg naar Herodes, die daarna pogingen ondernam om de Messias te vermoorden; Bethlehem huilde totdat er geen tranen meer waren, terwijl de Mensenzoon moest vluchten voor Zijn leven. Maar al te vaak doet de satan zich voor als een engel van het licht (2Kor.11:14), en zo leken ook de magiërs boodschappers te zijn van een goede tijding, maar dood en verderf was het gevolg. De eerste komst van de Man van smarten werd aangekondigd door het lijden van anderen. Toch heeft God de Vader dit niet voorkomen, hoewel Hij dat had kunnen doen; immers, zou voor God iets te wonderlijk zijn (Luc.1:37)? Maar zoals Israël geconfronteerd werd met het lijden bij de eerste komst van de Messias, zo zal Israël ook geconfronteerd worden met lijden bij Zijn tweede komst; het zoete en bittere mengsel van glorie en lijden begeleidde de geboorte van Jezus. Engelen juichten, maar demonen zochten een jaar later toch nog een gelegenheid om het plan van God te dwarsbomen en de Messias te laten vermoorden. Zacharias geloofde niet en moest bijna een jaar lang zwijgen (Luc.1:20), totdat het woord van God in vervulling was gegaan, maar Maria geloofde wel (1:38+45), als gevolg waarvan zij kon spreken (1:46-55). Op dat moment juichte zij, maar later zou een zwaard van emotionele pijn door haar hart gestoken worden (2:35). Jozef blijft in het kerstverhaal van Lucas op de achtergrond, maar betaalt in het kerstverhaal van Matteüs zijn eigen prijs voor de geboorte van de Messias, want hij offert de romantiek van de huwelijksnacht en de daaropvolgende wittebroodsweken. De magiërs brengen hun geschenken aan de Koning, en keren daarna terug zonder ooit te weten voor Wie zij hebben neergeknield. Herodes geloofde de Bijbel (Matt.2:4-8), terwijl de hogepriesters en schriftgeleerden wel de Bijbel kenden (2:5-6), maar vervolgens naar huis gingen zonder in de gaten te hebben dat de tekst uit Micha 5:1 al bijna een jaar geleden in vervulling was gegaan. Een moordzuchtige koning geloofde dus meer in de Bijbel dan de theologen van zijn tijd, en hij nam zijn maatregelen; deze zelfde theologen bewandelden 33 jaar later dezelfde weg als Herodes en slaagden waar Herodes faalde. Zij zorgden ervoor dat de laatste moordaanslag op Jezus een succes werd zonder dat zij in de gaten hadden hoe groot het succes van de dood van Jezus zou worden (Joh.11:49-53). Het mysterie van de Menswording is te groot om onder woorden te brengen; de diepten zijn te diep, de hoogten zijn te hoog, de dimensies zijn te lang en te breed voor ons om te kunnen begrijpen. We hebben de volledige gemeenschap van gelovigen van alle tijden en culturen tot in alle eeuwigheid nodig om de lengte en de breedte, de hoogte en de diepte van de liefde van Christus te kunnen begrijpen (Efez.3:18). En toch zullen we in de eeuwigheid nooit de buitenste grenzen van de liefde van Jezus bereiken, want Zijn liefde gaat alle kennis te boven (Efez.3:19). Maar één ding weten we, niets zal ons ooit nog kunnen scheiden van deze buitensporige liefde die grenzeloos is in al zijn afmetingen. Rom.8:31-39 Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Zal Hij, die Zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar Hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met Hem niet alles schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God Zelf spreekt hen vrij. Wie zal hen veroordelen? Christus Jezus, die gestorven is, meer nog, die is opgewekt en aan de rechterhand van God zit, pleit voor ons. Wat zal ons scheiden van de liefde van Christus? Tegenspoed, ellende of vervolging, honger of armoede, gevaar of het zwaard? Er staat geschreven: Om U worden wij dag na dag gedood en afgevoerd als schapen voor de slacht. Maar wij zegevieren in dit alles glansrijk dankzij Hem die ons heeft liefgehad. Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer. V.v.d.B. 10