Natuurwetenschappen 1ste graad: Het spijsverteringsstelsel Naam: …………………………………………… Klas: …………………….. Nr: ………. Datum: ………………………………………….. 50 50 Toets: Het spijsverteringsstelsel De organen van het spijsverteringsstelsel 1. Benoem de aangeduide delen van het spijsverteringsstelsel /10 1 slokdarm 2 maag 3 dunne darm 4 galblaas 5 alvleesklier 6 strottenhoofd 7 appendix 8 lever 9 speekselklieren 10dikke darm 2. Vul de tabel verder aan Soorten tanden Snijtanden Hoektanden Kiezen /3 Aantal Functie 8 Voedsel afsnijden 4 Voedsel afscheuren 18 Voedsel fijnmalen Natuurwetenschappen 1ste graad: Het spijsverteringsstelsel 3. Beantwoord de vragen /4 A) Waar wordt gal gevormd? In de lever B) Wat is de grootste klier in ons lichaam? De lever C) Welk orgaan verdeelt de romp in twee holtes? Benoem ook deze twee holtes. Het middenrif verdeelt de romp in borstholte en buikholte D) Geef een andere naam voor cariës? gaatjes De bouw en werking van de spijsverteringsorganen 4. Juist of fout: verklaar wanneer de uitspraak fout is. Stellling 1. Darmvlokken zijn grote uitstulpingen aan de binnenzijde van de dunne darm. /4 Juist/Fout Fout Darmplooien … ……………………………………………………………………………………………... 2. Alle voedingsstoffen die klein genoeg zijn kunnen door de wand van de dunne darm Fout heen. Verteerde voedingsstoffen die klein genoeg zijn … ……………………………………………………………………………………………... 3. De lever zorgt voor de resorptie van verschillende voedingsstoffen. fout Darmen zorgen voor resorptie ……………………………………………………………………………………………... 4.Wanneer je vet eet, zal de lever samenknijpen om zo gal in je dunne darm te krijgen. De galblaas knijpt samen ……………………………………………………………………………………………... fout Natuurwetenschappen 1ste graad: Het spijsverteringsstelsel 5. Verklaar volgende begrippen /3 a)Peristaltische beweging: een duwende en knijpende beweging waardoor het voedsel wordt voortgeduwd ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… b)carnivoren vleeseters ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… c)darmvlokken kleine uitstulpingen van de darmplooien ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… De samenstelling van ons voedsel 6. Duid het juiste antwoord aan. Wat is de functie van voedingsvezels? 0 omzetting naar energie 0 bevorderen van de spijsvertering 0 zorgen voor aanmaak van cellen Wat is de naam voor de dingen waarmee we ons voeden? 0 voedingsstoffen 0 voedingsmiddelen 0 nutriënten Welke voedingsstof is geen koolhydraat? 0 zetmeel 0 suikers 0 vetten Wat is chemisch bederf? 0 rotting 0 reactie met de lucht 0 bacteriën /4 Natuurwetenschappen 1ste graad: Het spijsverteringsstelsel 7. Verbind met elkaar. Gebruik kleurtjes! Voedingsstof vitaminen /5 Taak O O energie leveren – onze brandstoffen koolhydraten en vetten O vezels O eiwitten O O sterke botten O zorgen voor een goede vertering O lichaam beschermen tegen ziektes mineralen O O geven me sterke spieren 8. Markeer het juiste antwoord Melk, mosselen, kaas, biefstuk zijn plantaardige / dierlijke voedingsmiddelen. Eiwitten, suikers en vetten zijn voedingsmiddelen / voedingsstoffen. Eiwitten, mineralen en water zijn bouwstoffen /beschermstoffen /brandstoffen. Bouwstoffen zorgen voor de aanmaak van cellen / het leveren energie. 9. Vul de tekst verder aan. /4 /4 Kies uit: diarree, constipatie, te hard, te zacht, lopend, te veel, geen Constipatie wordt veroorzaakt door het te lang ophouden van de ontlasting waardoor deze te hard wordt. Diarree wil dan weer zeggen dat er te veel vocht in je ontlasting aanwezig is. Dit wijst op een probleem in je darmen bij het onttrekken van het vocht. 10. Geef het verschil tussen /6 a) diastix – albustix Diastix opsporen van suikers Albustix opsporen van eiwitten ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… Natuurwetenschappen 1ste graad: Het spijsverteringsstelsel b)voedingsbeweringen – gezondheidsbeweringen Voedingsbeweringen ze verwijzen naar de energetische waarde van het voedingsmiddel, naar de nutriënten of andere stoffen die zich in het voedingsmiddel bevinden. Gezondheidsbeweringen deze verwijzen naar een effect dat het voedingsmiddel heeft op de lichaamsfunctie. c) voedselinfectie – voedselvergiftiging voedselinfectie De bacterie maakt je zelf ziek. Voedselvergiftiging De gifstoffen die de bacterie maken, maken je ziek. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… 11. Geef de naam voor volgende omschrijving en zoek dit begrip in de woordzoeker - Zetmeel en suikers vormen: - Een ander woord voor planteneters: herbivoren - Opsporingsmiddel voor zetmeel: lugol - Energieleverende stoffen: sachariden - Een bouwstof: water - Orgaan waar eiwitten verteerd worden: maag /3