BIOLOGIE H8 46 SAMENVATTING DION NIJENHUIS 8.1 De romp is verdeeld in de borst & buikholte. Aan de onderkant word het afgesloten door het middenrif. Organen die aan dezelfde taak werken heten orgaanstelsels. Energie haal je uit voedingsstoffen. De spieren hebben glucose en zuurstof nodig. Daarvoor zijn de verteringsstelsels allemaal nodig. Energie komt vrij tijdens verbranding. Hierbij worden glucosestukjes stukgemaakt. Hierin zit energie. Glucose + Zuursof= energie Energie » spieren Energie = afval Afval = Koolstofdioxide + water Koolstofdioxide = uitgescheiden door het ademhalingsstelsel Water: Uitgescheiden door verteringsstelsel (nieren, urineblaas) 8.1 8.2 8.3 (8.4) 8.5. 8.3 zie boek blz. 45 Orgaanstelsels Organen Doel Verteringsstelsel Slokdarm, maag, dikke darm, dunne darm, endeldarm. Luchtpijp, longen Hart, alle bloedvaten Maakt voedsel fijn zodat er voedingsstoffen in het bloed kunnen. Zuurstof opnemen Stoffen door het lichaam vervoeren Hierdoor raakt je lichaam afvalstoffen kwijt. Ademhalingsstelsel Bloedvatenstelsel Uitscheidingsstelsel Nieren, urineblaas 8.2 Brood is een voedingsmiddel. Water, mineralen en vitamines kunnen zo in het bloed worden opgenomen. Het klein maken van voedsel heet vertering. In verteringssappen zitten enzymen. Dit zijn stoffen die grote voedingsstoffen in stukjes knippen. Uiteindelijk worden het losse glucosedeeltjes. Eerst komt het eten in je mondholte. Door de speekselklieren komt hier speeksel bij, hierin zitten enzymen. Deze verteren alleen zetmeel. Na het doorslikken komt het papje in je slokdarm, deze maakt een peristaltische beweging. Door lengte en kringspieren. Vervolgens komt het in de maag. De maagwand maakt maagsap dit verteert eiwitten. En maagzuur dood bacteriën. Na de maag komt het in de 12-vingerige darm, hier komt alvleessap en gal bij het voedsel. Deze enzymen verteren zetmeel, eiwitten en vet. Gal uit de galblaas verdeeld het vet in kleine deeltjes. Daardoor werken ze makkelijker in. In de dunne darm komt er nog darmsap bij. Deze enzymen knippen de overige deeltjes af. Het kan naar het bloed door de haarvaatjes. Door darmplooien en darmvlokken kunnen veel voedingsstoffen naar het bloed. Poep ontstaat doordat de dikke darm water uit Slagaders: voeren bloed van het onverteerbare resten haalt. Een enzym werkt het best op hart af. Dikke gespierde wand. optimumtemperatuur (37*C) Kleppen beginnen bij het hart. Bloed stroomt snel. (8.4) Bloedcellen gaan door het bloedplasma. Deze hebben een rode Haarvaten: vervoeren bloed kleur. Glucose en afvalstoffen zitten in het bloedplasma. Zuurstof word door organen. Zeer dunne vervoerd door de hemoglobine in de cel. (Leer de bronnen op pag. 51 wand. Bloed stroomt langzaam. en de stukken tekst op blz. 50 & 51). Je hart klopt gemiddeld 70x per Aders: Voeren bloed naar het minuut. Bij de rechterboezem zitten speciale cellen die seintjes vanuit hart toe. Dunne slappe wand. de hersenen opvangen: de sinusknoop. Deze maakt vervolgens Kleppen op de gehele lengte. elektrische stroomstootjes. Deze worden aangestuurd door de Bloed stroomt erg langzaam. hersenen. Vanuit dit hartritme maak je een elektrocardiogram. 8.5 Alle cellen hebben glucose en zuurstof nodig. Dit word aangevoerd door een haarvat. Glucose en zuurstof komt eerst in de weefselvloeistof terecht. Als er continu weefselvloeistof uit miljoenen haarvaten lekt. Krijg je een stroperige massa bloedcellen. Het komt dus weer terug in de bloedsomloop. Via de haarvaten of de lymfevaten. Lymfevaten voeren lymfe naar lymfeknopen (lymfeklieren). Deze knopen controleren de lymfe op ziektes etc. Als ze veel ziekteverwekkers moeten bestrijden zwellen ze op. Zo krijg je pijn bij het slikken. (Bekijk bron 3 pag. 56) EINDE SAMENVATTING H8.