Standpunten “Groen

advertisement
Standpunten “Groen!”
Een vernieuwd en radicaal milieu- en natuurbeleid
Van milieuvriendelijk naar duurzaam
De tijd dat vervuiling alleen bestreden werd aan het einde van de pijp, door
filters op schoorstenen te plaatsen, ligt stilaan achter ons. Men licht
productieprocessen zelf door en denkt op voorhand na over stoffen of producten
die in omloop gebracht worden. Door te kiezen voor minder verspilling van
energie en materialen, en voor minder vervuiling en afval, door de hele
levensloop van consumptiegoederen vooraf te screenen, kan men de ecoefficiëntie van de productie aanzienlijk verhogen. Door de vervuiling aan te
pakken aan de bron, nestelt de zorg om het milieu zich geleidelijk in het hart van
de economie. Deze ontwikkeling staat nog in haar kinderschoenen. Groen! wil ze
ondersteunen en op het terrein mee mogelijk maken.
Ondanks de positieve ontwikkelingen, blijft de druk op het milieu en de natuur in
Vlaanderen erg groot. Vlaanderen is een dichtbevolkte regio, met een barslechte
ruimtelijke ordening en een overmaat aan verkeer.
Uit de MIRA-rapporten blijkt dat de blijvende druk op het milieu alles te maken
heeft met de stijgende productie en consumptie: meer waren en verpakkingen,
meer vlees, meer sigaretten, meer pillen, meer auto’s, meer vliegreizen, noem
maar op. Er is een lichte ontkoppeling gekomen van economische groei en de
druk op het milieu. We zijn er in geslaagd meer te produceren en te consumeren
met minder schadelijke effecten voor ons milieu en onze gezondheid. Maar als
we ongeremd blijven doorgroeien en onze welvaart afhankelijk blijft van steeds
meer consumeren, zal de ecologie altijd achterop hinken en zal onze economie
nooit echt duurzaam worden. Dat blijkt overduidelijk als we berekenen hoeveel
beslag onze huidige manier van leven in de rijke westerse landen legt op
schaarse hulpbronnen en ruimte in de armste landen. Als alle landen in het
Zuiden dezelfde levensstijl zouden aannemen als wij, is onze planeet vele malen
te klein.
Duurzaamheid is niet op te lossen via milieuregeltjes of technische
wonderoplossingen alleen. Ook een vernieuwd milieubeleid zal onvoldoende
uithalen, als consumenten in de rijke industrielanden niet kiezen voor een
duurzame levensstijl. Hier komen we ook aan de grenzen van wat politiek
vermag. We kunnen groene producten stimuleren door ze aantrekkelijker,
toegankelijker en goedkoper te maken. Maar een duurzame leefwijze kan nooit
opgelegd worden. Het is een blijvende uitdaging voor het milieubeleid om
mensen te overtuigen dat levenskwaliteit niet afhangt van de hoeveelheid
geconsumeerde goederen of diensten.
Milieubeleid in samenspraak
In Vlaanderen werd de voorbije jaren een heel instrumentarium aan
milieumaatregelen uitgebouwd. Met positieve resultaten: water wordt stilaan
weer zuiver, de lucht iets properder, de afvalberg begint eindelijk te slinken,
vervuilde bodem wordt gereinigd. Het bedrijfsleven leverde daarbij heel wat
inspanningen: de vuilvracht aan schadelijke stoffen die vroeger ongeremd
geloosd werd in lucht, water en bodem, is drastisch verminderd. Dat is te danken
aan de milieunormen, maar ook aan de bewuste keuze van een groeiende groep
ondernemers voor groen ondernemen. Soms nog louter uit imago-overwegingen.
Maar bij anderen ook omdat men overtuigd is van de eigen verantwoordelijkheid
voor het leefmilieu, voor de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen.
‘Responsible Care’ heet dat dan in bedrijfsjargon.
Groen! wil met grote en kleine bedrijven sluitende afspraken maken, uitgaand
van een wederzijdse verantwoordelijkheid. Het blijft aan de overheid om vast te
leggen welke milieu- en gezondheidsdoelstellingen men wil halen en welke
risico’s men zeker wil vermijden. Maar de mensen in de verschillende
bedrijfssectoren weten het best hoe men de overeengekomen doelstellingen kan
halen. Groen! kiest voor de verdere uitbouw van integrale milieuvoorwaarden of
zelfs vergunningen op hoofdlijnen, voor vormen van zelfcontrole en milieuaudits. Op voorwaarde dat de afspraken duidelijk zijn en de overheid altijd het
recht behoudt tot een controle op de controle. Bedrijven of sectoren die een
duidelijke lijst met middelen-verbintenissen verkiezen boven een beperkt aantal
resultaatsverbintenissen, moeten die keuze kunnen blijven maken. Maar de
algemene regel is dat de overheid zich niet meer tot in de kleinste details
bemoeit met de interne keuken van bedrijven. En alleen achteraf controleert of
er effectief een positief resultaat is voor milieu en gezondheid.
Meer ruimte voor natuur
Duurzame ontwikkeling kan niet zonder een progressief natuurbeleid. Vlaanderen
smacht naar meer groene ruimte: meer natuur en bos, meer groen voor
recreatie. Groene ruimten worden zo schaars, zeker in de steden, dat onze
gezondheid zelf eronder gaat lijden. De voorbije jaren zijn we erin geslaagd de
ontbossingsgolf in Vlaanderen te stoppen en grote delen van het Vlaams
Ecologisch netwerk (VEN) af te bakenen. We willen de natuurlijke structuur in
Vlaanderen verder beschermen via groene ruimtelijke uitvoeringsplannen. Om de
geplande stadsrandbossen te creëren en goede afspraken te krijgen rond het
samengaan van landbouw en natuur in verwevingsgebieden (IVON) is veel
overleg, maar ook politieke vastberadenheid nodig. Groen! wil dat de Vlaamse
overheid het beleid van aankopen van natuur- en bosgebieden nog jaren
aanhoudt, om onze grote achterstand t.o.v. andere landen in te lopen. Tegelijk
wil Groen! verder werk maken van het toegankelijk maken van groengebieden.
Stadsrandbossen bieden een ideale mix van natuurbehoud en zachte recreatie.
Voor Groen! moeten de private natuurverenigingen en de duizenden
onbezoldigde vrijwilligers ook in de toekomst hun positieve rol blijven spelen.
Natuurbeschermers, landbouwers, jagers en vissers kunnen een pact tot behoud
van de open ruimte sluiten. Want het platteland verliest haar eigen karakter door
verdere verstedelijkingsdruk. Straks is heel Vlaanderen één grote stedelijke
agglomeratie. Iedereen op het platteland, maar ook alle stedelingen hebben
belang aan het behoud van meer (bio)diversiteit. Om dat te bereiken willen we
de milieukwaliteit in het buitengebied vrijwaren. De boeren hebben inspanningen
gedaan om de hoeveelheid nitraten en fosfaten op landbouwgronden en
grondwater te drukken. Toch blijft er nood aan een nieuw en doorzichtig
mestdecreet dat duidelijke ecologische doelstellingen vooropstelt en de
verantwoordelijkheid legt bij de landbouwers zelf.
Hefbomen voor verandering

Minder regels, meer stimuli
Groen! wil werk maken van meer milieukwaliteit en meer natuur door
overeenkomsten (convenanten) af te sluiten met bedrijven, landbouwers,
vervoerders. Duurzame productie willen we belonen. De aflijning van te
vermijden milieurisico’s kan via nieuwe democratische instrumenten, b.v.
fora van burgers die zich informeren over alle risico’s en dan een
evenwichtig oordeel vellen. Denk aan de wenselijkheid van genetisch
gemanipuleerd voedsel, de verspreiding van chemische stoffen die
menselijke hormonen verstoren, de risico’s van klimaatverandering, enz.
Aan producenten willen we meer eigen verantwoordelijkheid laten. Zij zijn
het best geplaatst om bij het bereiken van afgesproken doelstellingen zelf
hun weg naar meer duurzaamheid te kiezen.

Milieu: een kerntaak voor de overheid en voor de begroting
Duurzame productie en milieusanering zijn economische sectoren in volle
opkomst. Milieubedrijven zullen steeds meer jobs scheppen. Maar het
uitzetten van doelstellingen, de planning van saneringsinspanningen en
van de ombouw naar meer duurzame producten en de handhaving blijven
een belangrijke verantwoordelijkheid van de overheid. Toegang tot
drinkbaar water, zuivere lucht, een propere bodem zijn basisrechten, die
nooit tot een privé-monopolie mogen verworden.
Milieubeleid kost ook geld. Het eerlijkste is dat wie vervuilt ook de kosten
betaalt. Dit kan via een groen prijzenbeleid: maak milieuvriendelijke
producten goedkoper dan vervuilende producten.
Groen! komt ook op voor een eerlijke verdeling van de lasten. In geen
geval mogen alle lasten op de zwakste schouders geladen worden, die van
de gezinnen. Daarom pleit Groen! ervoor om milieutaken zoveel mogelijk
uit algemene middelen te betalen. Zogenaamde milieubelastingen waarbij
iedereen evenveel betaalt, ongeacht verbruik of inkomen willen we
afschaffen. Dergelijke belastingen zijn sociaal onrechtvaardig en hebben
niet veel te maken met "de vervuiler betaalt".

Spaarzaam met ruimte
De aandacht voor de rechtszekerheid van burgers en bedrijven in de
ruimtelijke ordening is terecht. Mensen moeten weten waar ze aan toe zijn
en mogen niet het slachtoffer worden van het gedoogbeleid dat in een
aantal gemeenten de regel was. Groen! steunt evenwichtige oplossingen
voor zonevreemde woningen, bedrijven, sportterreinen, waarbij rechten
van mensen verzoend worden met het respect voor de schaarse open
ruimte en natuur. En waarbij geen oneigenlijke voordelen gegeven worden
aan mensen die in het verleden bewust uit eigen belang regels overtraden.
Op voorwaarde dat gemeenten in overleg met hun bewoners nu wel
verantwoordelijkheid nemen en met hun bewoners bindende afspraken
maken over het ruimtegebruik op hun grondgebied.
Omgekeerd dient er ook een oplossing te komen voor zonevreemde
natuurgebieden en bossen. En pleit Groen! voor het behoud van de laatste
spatjes groen in verstedelijkte gebieden. We stellen voor te werken met
een "zuurstofmeter": als de oppervlakte groen in een stedelijke omgeving
beneden een bepaald minimum zakt, dient de overheid via een groen
gronden-beleid het evenwicht te herstellen.
Waar men omwille van privébelangen toch een loopje neemt met een
goede ruimtelijke ordening, b.v. door illegaal te bouwen in
natuurgebieden, blijft een daadkrachtig handhavingsbeleid nodig.
Met het decreet integraal waterbeleid kan men eindelijk werk maken van
een beleid dat de mensen beveiligt tegen overstromingen door waar nodig
voldoende ruimte te geven aan water. Zo lopen dorpskernen en kelders
van mensen elders niet langer onder. De watertoets is er om mensen te
helpen en onnodige wateroverlast te vermijden.
Een groene visie op werkgelegenheid
Werk geeft mensen de kans om een inkomen te verwerven, om contacten met
andere mensen te onderhouden, om een bijdrage te leveren aan de samenleving.
Maar het recht op een volwaardige job is lang niet voor iedereen gegarandeerd.
Terwijl veel mensen de tijd niet meer vinden om werk en andere activiteiten te
combineren, blijft het voor veel anderen moeilijk om een volwaardige job te
vinden. Sommige groepen, zoals allochtonen, laaggeschoolden, jongeren en
mensen met een handicap hebben het extra moeilijk op de arbeidsmarkt.
Bovendien liggen in ons land de lasten op arbeid relatief hoog, die op
milieuvervuiling (en vermogen) relatief laag. Dat is slecht voor werkgelegenheid
en milieu: arbeid wordt wegbelast, terwijl milieuvervuiling amper ontmoedigd
wordt.
Wat wil Groen!
Groen! wil



voor iedereen het recht op duurzame arbeid mogelijk maken, met
bijzondere aandacht voor de kwaliteit van de arbeid,
voor iedereen het recht op een duurzame combinatie mogelijk maken
tussen betaalde arbeid, gezinstaken, sociale engagementen en
persoonlijke of vrije tijd realiseren,
in een ecologisch, sociaal en economisch duurzame welzijnssamenleving.
In plaats van een eenzijdige en overactieve welvaartsstaat kiezen we voor
een pluri-actieve samenleving waarin mensen alle kansen hebben om
arbeid op een duurzame wijze met andere activiteiten te combineren.
We kiezen daartoe voor een vergroening van de economie, waarbij we onder
andere via een lastenverschuiving duurzame jobs willen creëren, en voor een
specifiek beleid om ook kwetsbare groepen aan werk te helpen. Ten slotte wil
Groen! mensen de kans te geven hun betaalde job beter met andere activiteiten
te combineren en zo ook plaats te maken voor bijkomende jobs.
Hefbomen voor verandering


Groen werkt: meer investeringen in een vergroening van de economie als
hefboom voor een werkgelegenheidsbeleid:
o Minder lasten op arbeid door een lastenverschuiving naar
milieuverspilling en inkomsten uit grote vermogens. Een fiscaal
neutrale lastenverschuiving van arbeid naar milieuverspilling zorgt
voor een daling van het CO²-energieverbruik en een stijging van de
werkgelegenheid. Internationale en binnenlandse studies tonen aan
dat de veelzijdige dynamiek die dat op gang zou brengen, in België
tienduizenden nieuwe jobs zou kunnen opleveren.
o Lagere belastingen voor arbeidsintensieve en milieuvriendelijke
diensten;
o Een vergroening van de expansie- en investeringssteun.
o Extra investeringen in de zorgsector.
Sociaal werkt: specifieke maatregelen voor groepen die het extra
moeilijk hebben op de arbeidsmarkt, zoals allochtonen,
laaggeschoolden, jongeren en mensen met een handicap:
o Om de achterstelling van allochtonen op de arbeidsmarkt aan te
pakken wil Groen! dat de overheid een voorbeeldfunctie opneemt.
Dat kan door ervoor te zorgen dat 10% van de nieuw aangeworven
werknemers in Vlaamse en federale overheidsinstellingen van
allochtone herkomst zijn en door allochtonen ook in zichtbare
functies te brengen bij De Post, de NMBS, De Lijn, in het
onderwijs,… Ook de privésector vragen we zijn verantwoordelijkheid
op te nemen. Meer en betere opleidingen moeten taal- en andere
kennisbarrières bij allochtonen verder wegwerken.
o Voor lagergeschoolden pleit Groen! voor de invoering van een
gewogen leerkrediet voor iedereen die de schoolbanken verlaat.
Wie korter heeft gestudeerd, krijgt een hoger leerkrediet (in tijd en
geld) voor de rest van de loopbaan. Zo krijgen mensen die de
schoolbanken sneller hebben verlaten een leven lang een grotere
kans om via een financiële ondersteuning cursussen of opleidingen
te volgen.
Verder is een betere erkenning van verworven competenties
noodzakelijk.
o Ook de jeugdwerkloosheid willen we aanpakken. Het doel is om
te komen tot een sterke uitbreiding van het werkervaringsaanbod,
waarbij een job van minstens één jaar wordt aangeboden. Verder
vraagt Groen! een soepeler toegang tot een normale
werkloosheidsvergoeding, een kortere wachttijd en een hogere
wachtuitkering voor jongeren. Groen! wil jongeren ook de
mogelijkheid bieden te kiezen voor allerlei vormen van
gemeenschapsarbeid, waarbij ze zowel ervaring kunnen opdoen als
een bijdrage tot de samenleving leveren.
o Ten slotte vraagt Groen! om voor de zwakste groepen op de
arbeidsmarkt meer te investeren in de uitbreiding van het aantal

arbeidsplaatsen in de sociale economie, met extra impulsen zowel
op federaal als op Vlaams vlak.
Kwaliteit werkt
o Groen! wil mensen de kans geven om minder te werken om de
verschillende activiteiten en levenssferen beter te kunnen
combineren. Daarvoor pleiten wij voor uitbreiding van tijds- en
zorgkrediet en voor het recht om vrijwillig te kiezen voor ene 30urenweek met behoud van voltijdse rechten in de sociale zekerheid.
Mensen de kans geven om minder te werken, betekent ook
plaats creëren voor anderen. Onder andere door de patronale lasten
te verlagen wanneer werknemers vrijwillig overstappen naar een
30-urenweek, willen we ondernemingen aanzetten tot
compenserende aanwervingen.
o Ook kwaliteit van de arbeid zelf is belangrijk. Groen! stelt de
uitbouw voor - in overleg met de sociale partners – van een
instrument om de evolutie van de kwaliteit van de arbeid
(werkbaarheid) op bedrijfsniveau en op sector- en
arbeidsmarktniveau te kunnen meten. De werkgevers en hun
organisaties hebben hier een belangrijke rol om voor goede
arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en arbeidsinhoud te
zorgen, met meer nadruk op de preventie van problemen.
Een groene visie op het holebibeleid
"Ik hoop dat we op een dag niet enkel onze verschillen zullen
aanvaarden, maar echt van onze diversiteit genieten" (Hillary Swank bij
de Oscar-uitreiking voor haar vertolking in "Boy's don't cry" (2000))
Jong of oud, man of vrouw, Belg of allochtoon, holebi of hetero, geen twee
mensen zijn aan elkaar gelijk, en dat is maar goed ook. Voor Groen! is deze
diversiteit in de eerste plaats een verrijking voor onze samenleving. Groen! wil
dan ook alle discriminaties van holebi's (homo's, lesbiennes en biseksuelen)
wegwerken. Maar een goed holebibeleid is meer dan dat: het gaat ook om het
wegwerken van de zogenaamde heteronorm, de impliciete veronderstelling dat
iedereen hetero is tot bewijs van het tegendeel.
De groenen waren de eerste partij die opkwam voor de rechten van holebi's. Zo
diende Mieke Vogels al in de jaren '80 een voorstel in om holebi's toe te laten om
te huwen. En de groenen waren voortrekkers bij de verwezenlijking van twee
mijlpalen, de goedkeuring van een algemene antidiscriminatiewet en de
openstelling van het burgerlijk huwelijk. Maar dat betekent niet dat alles
gerealiseerd is.
Wat wil Groen!
Groen! wil enerzijds de nog resterende discriminaties oplossen, zoals adoptie of
de mogelijkheid om met een buitenlandse partner te huwen. Maar het
wegwerken van wettelijke discriminaties is onvoldoende: een holebibeleid dient
te streven naar echt samenleven in diversiteit. Om daaraan te bouwen, ijvert
Groen! onder andere voor de opname van holebiseksualiteit in de eindtermen
van het onderwijs. De emancipatie van allochtone en oudere holebi’s verdient ten
slotte extra aandacht.
Hefbomen voor verandering







Een regeling voor ouderschap en adoptie
Holebi's zijn even goede (of slechte) ouders als hetero's. En in de praktijk
hebben veel holebikoppels nu al kinderen. Daarom is er nood aan de
erkenning van meemoeders- en vaders als volwaardige ouders. En er is
uiteraard geen enkele reden om holebikoppels van adoptie uit te sluiten.
Openstelling van het burgerlijk huwelijk ook voor buitenlandse
partners
Het recht om te huwen mag niet beperkte blijven tot partners met de
Belgische (of Nederlandse) nationaliteit. Elke Belg en iedereen die hier
woont moet met zijn of/haar partner kunnen huwen, ongeacht diens
nationaliteit. Groen! vraagt hiervoor een sluitende wettelijke regeling.
Bovendien vraagt groen! dat België ijvert voor de internationale erkenning
van het huwelijk, om te voorkomen dat in België gehuwde koppels in het
buitenland voor verrassingen komen te staan.
Opheffing discriminaties tussen gehuwden en samenwonenden
Groen! vindt dat de juridische samenlevingsvorm niet bepalend mag zijn
voor de hoogte van de personenbelasting, de erfenisrechten of de sociale
zekerheidsrechten. De voorbije jaren werden heel wat discriminaties
weggewerkt. Groen! wil verder op deze weg.
Discriminaties blijven aanpakken
Uit enquêtes en onderzoek blijkt dat de maatschappelijke aanvaarding van
homoseksualiteit toeneemt, maar ook dat er nog een hele weg te gaan is
omdat nog steeds vele mensen holebi’s uitsluiten en homoseksualiteit
veroordelen. Daarom moeten we blijvend attent zijn en blijven werken aan
het wegwerken van wettelijke en feitelijke discriminaties op alle
maatschappelijke terreinen en binnen alle bevoegdheidsniveaus. De
organisaties die op Federaal, Vlaams, provinciaal en gemeentelijk vlak
actief zijn op het terrein van gelijke kansen voor holebi’s moeten dan ook
meer middelen krijgen.
Holebiseksualiteit in de eindtermen
Scholen horen jongeren eerlijk te informeren over holebiseksualiteit. Het
thema verdient een plaats in de eindtermen. En holebiseksuele
leerkrachten en opvoeders verdienen bescherming. Zij kunnen immers een
belangrijke voorbeeldfunctie vervullen voor jongeren die zich vragen
stellen over hun seksuele geaardheid.
Aandacht voor allochtone holebi’s en senioren
Allochtone holebi’s stuiten vaak op heel wat onbegrip, zowel binnen de
allochtone gemeenschap als bij andere holebi’s. En ook oudere holebi’s
hebben het soms extra moeilijk. Daarom vraagt groen! extra aandacht
voor deze groepen.
Erkenning als vluchteling
Groen! is voorstander van een meer eigentijdse interpretatie van het
begrip vluchteling. Zo moet seksuele geaardheid ook een grond van
erkenning zijn als holebi's in hun land een reëel gevaar lopen.



Gezinshereniging
Naar analogie met de gezinshereniging voor gehuwde partners is een
wettelijke regeling nodig voor de overkomst van buitenlandse partners.
Een wettelijke regeling voor transseksuelen
Een gemeentelijk en proviciaal holebibeleid
Niet enkel de federale en Vlaamse overheid kunnen een holebibeleid
voeren, ook de provinciale en lokale overheden hebben heel wat
mogelijkheden. Groene schepenen in Antwerpen en Brussel geven reeds
het goede voorbeeld. Ook in gemeenten waar geen georganiseerde
holebibeweging is, zijn holebivriendelijke maatregelen meer dan welkom.
Vaak gaat het om kleine dingen: zelf niet discrimineren, het personeel
sensibiliseren, informatie zichtbaar ter beschikking leggen in bibliotheken,
gemeentehuis, op de jeugddienst.
Een groene kijk op gezondheid
Een groene benadering van de gezondheid kijkt in de eerste plaats naar de
oorzaken van gezondheidsproblemen. Vandaar onze aandacht voor alle
‘ziektemakende’ elementen in onze samenleving: allerlei vormen van
milieuvervuiling- of hinder (lucht-, water-, bodem-, lichtvervuiling, lawaai),
ongezond voedsel, ongezonde voedingsgewoonten, stress, ongezonde
werkomstandigheden, verkeersongevallen. Belangrijk is dat hierover meer
onderzoek gebeurt zodat een aantal verbanden nog duidelijker kan gelegd
worden.
Een bijzondere groene bekommernis is de sterke correlatie tussen
(on)gezondheid en armoede. Het is dan ook logisch dat in een goed
gezondheidsbeleid de strijd tegen de armoede en de toegankelijkheid van de
gezondheidszorgen voorop staan.
Wat wil Groen!
Groen! plaatst de patiënt centraal, en houdt daarbij ook rekening met de
geestelijke, sociale en milieuaspecten van het leven. Gezondheidszorg bestaat uit
meer dan alleen technische prestaties. Groen! wil meer aandacht voor preventie,
een versterking van de eerstelijnszorg en meer samenwerking tussen
zorgverstrekkers.
Groen! wil iedereen het recht garanderen op een toegankelijk, betaalbaar en
kwalitatief zorgaanbod. Dat vereist voldoende overheidsmiddelen, maar ook de
bestrijding van overconsumptie van geneesmiddelen of zorg. Een andere
organisatie en financiering van de gezondheidszorg dringt zich op, met onder
andere meer forfaitaire betalingen. Zorgverstrekkers worden zo meer vergoed
voor hun zorg voor mensen minder per prestatie.
Hefbomen voor verandering

Voorlichting en preventie
Vanuit een betere kennis van de oorzaken van ziektes en ongemakken
heeft de overheid als taak (niet-betuttelend) te informeren en
preventiecampagnes op te zetten om te komen tot een gezondere werken leefomgeving en om ziektes te voorkomen. Hierbij wordt ook een
aantal regels opgelegd in zoverre men met zijn of haar gedrag de
gezondheid van anderen schaadt.
Het individu heeft een verantwoordelijkheid ten aanzien van het gedrag
dat eventueel de eigen gezondheid beïnvloedt. De overheid kan hier wel
informerend maar niet noodzakelijk dirigerend optreden.
Belangrijk is dat er voldoende middelen worden vrijgemaakt om vanuit
een objectieve, wetenschappelijk onderbouwde benadering over alle
aspecten van de gezondheidszorg onderzoek te doen en informatie te
verstrekken. En dat als tegengewicht voor alles wat er op ons afkomt
vanuit een commercieel geïnspireerde hoek.

De mens centraal
Niet het systeem, niet de zorgaanbieder, maar de mens als eventuele
patiënt staat centraal. Dit betekent dat de patiënt over rechten beschikt
om zelf belangrijke beslissingen te kunnen nemen op basis van grondig
advies. De wet op de patiëntenrechten is geen eindpunt maar heeft nood
aan een verdere verfijning en uitdieping. Uiteraard heeft de patiënt ook
een belangrijke verantwoordelijkheid. De verhoudingen tussen patiënt en
zorgaanbieder zullen ook in de praktijk nog meer gebeuren vanuit
gelijkwaardigheid dan vanuit ondergeschiktheid.
Een Globaal Medisch Dossier is een interessant instrument om alle
gegevens voor patiënt en zorgverstrekker te bundelen. Het moet dan ook
voor alle partijen financieel gestimuleerd worden.
Indien de mens centraal staat zal men veel meer aandacht hebben voor de
mens als geheel – dus ook voor het psychisch welzijn. Daartoe is een
verdere uitbouw van de psychische gezondheidszorg dringend nodig. Dit
gebeurt thuis of ambulant als het kan, in een ziekenhuis als het moet.

Zorgverstrekkers werken samen
De verschillende zorgverstrekkers in de gezondheidszorg hebben elk hun
eigen bekwaamheden, specialiteit en benadering. Een zieke moet kunnen
geholpen worden voor de verschillende aspecten van de ziekte. Vandaar
dat een goede samenwerking tussen de verschillende zorgverstrekkers
zeer belangrijk is. De huisarts speelt hierbij in de eerste lijn een grote
(maar niet de enige) rol. Groen! wil de eerste lijn versterken door de
gezondheidszorg verder te echelonneren. Het bundelen van de informatie
over de verschillende aspecten van iemands gezondheid is hierbij
noodzakelijk.
De samenwerking dient georganiseerd en ondersteund te worden.
Huisartsenpraktijken, groepspraktijken, wijkgezondheidscentra en
geïntegreerde diensten thuiszorg zijn modellen die we inhoudelijk en
financieel willen uitbouwen.

Gezondheidsbeleid wordt open besproken en democratisch beslist
Op dit ogenblik is de beslissingsmacht te zeer geconcentreerd in het RIZIV
en in de ‘medico-mut’. Enerzijds wordt hierbij te veel gehandeld vanuit het
budget en niet vanuit de volksgezondheid en de kosteneffectiviteit.
Anderzijds staan dikwijls de zorgverstrekkers en niet de patiënten
centraal. We moeten evolueren naar een meer open debat vanuit
volksgezondheid waaraan ook patiënten (-verenigingen) kunnen
deelnemen. Bovendien is het nodig de rol van elk van de actoren duidelijk
te stellen en uit te zuiveren.
Institutioneel zijn er in België verschillende niveaus bevoegd voor het
gezondheidsbeleid. Een duidelijke bevoegdheidsafbakening maar vooral
een goede coördinatie is absoluut nodig.
Overleg en sturing moet niet alleen op federaal of Vlaams niveau gebeuren
maar ook (sub)regionaal. Per streek is het belangrijk om aan zorgplanning
te doen zodat er overal een voldoende zorgaanbod is.

Financiering
Traditioneel wordt de ziekteverzekering grotendeels gefinancierd vanuit
werkgevers- en werknemersbijdragen. Omdat ziekte niet (noodzakelijk)
arbeidsgebonden is en omdat de lasten niet alleen op de arbeid mogen
rusten is het aangewezen te zorgen voor alternatieve financieringsvormen
vanuit de algemene middelen.
Het is belangrijk de uitgaven onder controle te krijgen. Toch is door de
veroudering van de bevolking en door nieuwe noden een voldoende
stijging van het budget ziekteverzekering onvermijdelijk. Meer aandacht
moet gaan naar echelonnering waarbij de huisarts centraal staat zodat
onnodige en ook overlappende behandelingen en onderzoeken vermeden
worden.
Bovendien dringt een ander betalingsysteem zich op. Nog altijd ligt de
nadruk te zeer op de betaling per prestatie en op de vergoeding van
technische handelingen. Groen! kiest voor een meer forfaitaire financiering
van de gezondheidszorg (dit houdt onder andere een herwaardering van
de intellectuele akten in).
Ook de grotere aandacht voor preventieve gezondheidszorg kan de
uitgaven helpen afremmen.
Ondanks alle maatregelen blijven uitgaven voor gezondheidszorgen voor
velen zeer hoog en bestaat zelfs de neiging noodzakelijke raadplegingen of
ingrepen uit te stellen. Vandaar een radicaal pleidooi voor het
‘derdebetalersysteem’.

Geneesmiddelen
Ook in het geneesmiddelenbeleid zijn er heel wat kansen tot besparing:
het resoluut promoten van de generische geneesmiddelen, het sneller
laten vervallen van patenten, controle op het voorschrijfgedrag van
geneesheren (met sanctionering), een meer adviserende en minder
‘verkopende’ rol voor de apotheker.
Onafhankelijk onderzoek en voorlichting rond geneesmiddelen zijn een
taak voor de overheid die niet aan de producenten en de distributeurs mag
overgelaten worden.

Complementaire en alternatieve geneeswijzen
Naast de klassieke geneeswijzen wordt er door velen beroep gedaan op
alternatieve geneeswijzen. In het kader van de aandacht voor de kwaliteit
van de gezondheidszorg moet de overheid hier een regelgevend kader
scheppen en overgaan tot de erkenning van beroepsverenigingen en
diploma’s. Prioritair is de regelgeving voor homeopathie, chiropraxie,
osteopathie en acupunctuur.

Gezondheidsberoepen
Een planning van het aantal zorgaanbieders is nodig. Daarvoor moeten de
zorgbehoeftes in kaart gebracht worden. Van sommige beroepen dreigen
er tekorten te ontstaan. We pleiten ervoor om de toelatingsproef voor
bepaalde beroepen bij de aanvang van de studies om te vormen tot een
adviserende oriëntatieproef.
Het is bovendien nodig permanent bijscholing te organiseren en
voortdurend de nadruk te leggen op de kwaliteit als element van het
gezondheidszorgsysteem. Vandaar dat het opstellen van standaarden en
richtlijnen rond belangrijke aandoeningen zowel voor zorgaanbieders,
instellingen en voorzieningen aangewezen is.
Gezien het belastende karakter van heel wat van deze beroepen willen we
betere eindeloopbaansystemen uitwerken.
Duurzame economie: kiezen voor de sectoren van de
toekomst
Sectoren komen en gaan
De Groenen staan voor een sociale en milieuvriendelijke economie. Het klassiek
economisch model creëert te veel overproductie en afdankingen, werkloosheid en
stress, milieuvervuiling en natuurvernietiging. De neoliberale globalisering, met
haar vrij verkeer van goederen en multinationals, speelt landen tegen elkaar uit.
Sociale verworvenheden en milieunormen worden onder grote druk gezet. Veel
mensen zien ook hun werk- en inkomenszekerheid aangetast. Daarom willen we
een andere economie.
Een groen economisch alternatief voor de 21ste eeuw
Een ecologische industriële revolutie
Een eerste deel van de oplossing is een ecologische industriële revolutie.
Sommige bedrijfstakken die nu nog in hun kinderschoenen staan, hebben een
groot potentieel aan jobs en komen rechtstreeks het milieu ten goede. We
denken hier onder meer aan hernieuwbare energiebronnen en technologie voor
rationeel energiegebruik; openbaar vervoer, goederenvervoer per spoor en
binnenvaart, automatische snelheidsaanpassing, auto’s op zonne-energie;
hergebruik, reparatie en renovatie; ecologische landbouw; milieutechnologie
(afvalvoorkoming en -beheer, recyclage, waterzuivering, …).
Alles samen gaat dit alleen al voor ons land om tienduizenden nieuwe jobs,
ook voor kort- en laaggeschoolden. Naast deze ‘groene’ sectoren, zijn er
natuurlijk nog vele andere industriële en dienstensectoren met toekomstkansen
die de moeite waard zijn te ondersteunen, zoals: sociale woningbouw,
informatica, zorg, cultuur, medische technologie, farmacie, domotica voor
mensen met een handicap en ouderen, onderwijstechnologie, ecotoerisme, ….
Groen! heeft bijzondere aandacht voor de KMO’s en de bloeiende sector van
kleine mens- en milieuvriendelijke bedrijven.
Een revolutie inzake duurzame producten en eco-efficiëntie
Een duurzame economie streeft niet naar steeds meer producten, maar naar
duurzame goederen met veel minder milieugebruik met behoud en creatie van
kwaliteitsvolle jobs. Dit houdt onder meer een verregaande ontkoppeling in
tussen economische ontwikkeling enerzijds en milieu-impact, materiaal- en
energiegebruik anderzijds.
Een gemeenschap die zich opnieuw met de economie bemoeit
De gemeenschap mag en moet zich bemoeien met de fundamentele economische
keuzes, zowel op nationaal als internationaal niveau. De vrije markt is niet bezig
met de lange termijn. Dat is een belangrijk verschil tussen de groene visie, het
neoliberalisme en de paarse ‘derde weg’. Gemeenschap is ook meer dan de
staat. Als Groenen hechten we ook veel belang aan de rol die zowel de sociale
partners als
consumenten-, Noord-Zuid-, vredes- en andere bewegingen kunnen spelen bij de
economische vernieuwing.
Concreet stelt Groen! voor dat de overheid een breed overleg organiseert met de
vakbonden en werkgeversorganisaties, de nieuwe sociale bewegingen, de
wetenschappelijke wereld en het onderwijs). Bedoeling is dat zij samen de grote
economische uitdagingen van de toekomst in kaart brengen en oplossingen
uitwerken. Een belangrijk luik hierin is de zoektocht naar de ‘sectoren van de
toekomst’, die kunnen zorgen voor duurzame werkgelegenheid en kwaliteit, met
respect voor de ecologische grenzen.
Een beleid dat alle talenten aanspreekt
Bij dit alles beroep doen we een beroep op de creativiteit en
ondernemingszin van ondernemers, wetenschappers, activisten en talloze
andere burgers. Het is enorm belangrijk dat het secundair en hoger onderwijs
nauw betrokken worden bij het formuleren van de antwoorden op de grote
ecologische en economische uitdagingen. De economie van de toekomst zal
grotendeels steunen op KMO’s en hun netwerken. Groen! wil dat de overheid
goed luistert naar hun bekommernissen.
Een globalisering op mensenmaat
Groen! staat voor een ‘economie van het genoeg’. Vanaf een bepaalde
levensstandaard leggen wij meer nadruk op meer kwaliteit in plaats van
kwantiteit. Het nieuw economisch beleid dient rekening te houden met de
ecologische draagkracht. Opdat economieën niet langer speelbal zouden zijn van
de losgeslagen globalisering, is het nodig te evolueren naar zoveel mogelijk
regionale productie (neem als regio b.v. West-Europa) als principe voor
landbouw, industrie en diensten. Dat gaat ook in tegen de concurrentie tussen
regio’s en continenten, die leidt tot een neerwaartse spiraal op het vlak van
sociale en ecologische verworvenheden. Het (Europees) handelsbeleid en de
internationale samenwerking kunnen deze doelstelling ondersteunen. Het
verrekenen van de hoge milieukosten in de transportkosten zou een grote
stap vooruit zijn naar een globalisering op mensenmaat.
Hefbomen voor verandering

Groen! wil overheidssteun, overheidsparticipatie en fiscale voordelen
ecologisch én toekomstgericht oriënteren.

Groen! wil het onderwijs nauw betrekken bij ecologische en economische
vernieuwing, met bijzondere aandacht voor milieuvriendelijke productie
(b.v. hernieuwbare energiebronnen, ecologische landbouw, ecologisch
bouwen, afvalpreventie, enz.) in middelbaar en hoger onderwijs.

Groen! wil de oprichting van een ‘Centrum voor Duurzame Economische
Vernieuwing’ of ‘Innovatiecentrum’ , zowel op Vlaams als Europees niveau.
Dit organiseert overleg tussen overheid, sociale partners, onderwijs,
wetenschappelijke wereld, milieu-, consumenten- en andere bewegingen.
Het adviseert de overheid in verband met expansiesteun,
belastingvoordelen, overheidsparticipatie, wetenschapsbeleid en andere
instrumenten. Het verricht studiewerk naar mogelijkheden en
internationale trends, is een open en dynamisch huis, met de vinger aan
de pols, transparant en democratisch.

Ecotechwinkels zijn wetenschappelijke adviesbureaus voor KMO’s en
zelfstandigen, voor technologische en andere kennisproblemen,
gespecialiseerd in toekomstgerichte, milieuvriendelijke oplossingen.

Groen! vraagt sociale garanties voor ‘ernstige starters’. Voorwaarde is een
ernstig business-plan, met zicht op duurzame werkgelegenheid en
milieuvriendelijke productie. Het project wordt door een dienst voor
starters begeleid. Groen! wil de fiscale en parafiscale druk redelijk houden
voor alle KMO’s en zelfstandigen en zeker in de beginfase geen hoge
belastingen.

Milieukosten in transport inbrengen, om regionale productie te bevorderen.

Een hogere eco-efficiëntie vereist een innovatiebeleid dat de productie van
goederen anders organiseert. Sleutels zijn:
o de radicale verhoging van de grondstoffen- en energieproductiviteit
(versneld ontwikkelen en invoeren van ecotechnologie in alle
bedrijfstakken, de ontwikkeling van nieuwe generaties van
duurzame consumptiegoederen met laag verbruik)
o het nabootsen van natuurlijke processen en het uitschakelen van
afvalstromen (ontwikkeling van lagetemperatuurprocessen, gebruik
van hernieuwbare energiebronnen, decentralisatie van energieproductie, economie van gesloten kringen bestaande uit enerzijds
recyclage van materialen en anderzijds het hergebruik van
onderdelen …)
o het ontwikkelen van een diensteneconomie (als alternatief voor het
huidige kortdurig gebruik van duurzame consumptiegoederen, die
telkens door volledig nieuwe modellen worden vervangen)
o het (her)investeren in natuurlijk kapitaal (maatregelen tot
instandhouding van ecosystemen, herstel van schade, uitbreiding en
herwinning van terrein).
Europese ‘ecologische clausules’ of invoerheffingen op producten uit rijke
industrielanden die veel lagere milieunormen hanteren. Afbouw van het
principe van absolute vrijhandel in de EU en de Wereldhandelsorganisatie.
Om regionale productie en verankering van bepaalde nijverheden mogelijk
te maken, moeten landen hun markt kunnen afschermen.
Ontwikkelingssamenwerking moet de uitbouw van duurzame
productiecapaciteit in armere landen ondersteunen. Gelijkaardige
initiatieven moeten ten aanzien van Oost-Europa worden genomen.

Levende democratie en cultuur
Waarom werken aan een levende democratie en cultuur?
De laatste decennia is onze samenleving sterk gewijzigd. Kerk, zuil of lokale
gemeenschap bepalen veel minder dan vroeger wat we zijn of worden. Er is meer
keuzevrijheid en mobiliteit. Deze evolutie is positief maar creëert ook
kwetsbaarheid. Want als instellingen minder bepalend zijn, worden persoonlijke
vaardigheden en beperkingen belangrijker.
Kwetsbaarheid vergroot als het marktdenken dominant wordt en
maatschappelijke verbondenheid en solidariteit onder druk staan. Want dan
wordt het louter je persoonlijke verantwoordelijkheid om eerst een goede
opleiding te volgen om dan een toffe job te vinden. Waarbij men vergeet dat b.v.
je afkomst sterk je slaagkansen in het onderwijs bepaalt, of zelfs een straf
diploma kan leiden tot werkloosheid.
Vandaar het belang van actief burgerschap en sociaal-culturele vaardigheden: ze
laten toe om deel te nemen aan beslissingen die je leven beïnvloeden, ze maken
je sterker om om te gaan met een snel veranderende samenleving, om andere
keuzemogelijkheden te verkennen, maar ook om samen met anderen structurele
kansen te scheppen of belemmeringen weg te werken..
Wat wil Groen!
Groen! wil dat elk individu maximale kansen krijgt om zich te ontplooien. Deze
kansen worden beïnvloed door de toegang tot kwalitatief onderwijs, het aanbod
van de arbeidsmarkt, de kracht van het verenigingsleven, het cultureel aanbod,
... Daarom treedt de democratie actief op om burgers te ondersteunen,
uitsluiting te bestrijden, grondrechten (zoals onderwijs) te realiseren, de
cultuursector en het verenigingsleven te ondersteunen, …
Groen! wil de democratie uitbreiden en versterken. De democratie uitbreiden
betekent een systeem dat in staat is mensenrechten te realiseren voor elke
burger op deze aarde. De democratie versterken betekent o.m. een meer open
vorm van beleidsvorming die burgers en hun organisaties van bij aanvang
betrekt in de opmaak en uitvoering van het beleid.
Een levende democratie staat of valt met netwerken van actieve burgers die
elkaar ontmoeten in verenigingen en actiegroepen. Dit middenveld leert mensen
om te onderhandelen rond waarden en belangen, en deze te verdedigen tegen
overheid en economie. Het laat toe persoonlijke ontplooiing te koppelen aan
maatschappelijk engagement. De overheid moet de autonomie van het
middenveld respecteren, en tegelijk een kader creëren dat het mensen
aanmoedigt om zich in te zetten voor de samenleving en zo nieuwe
maatschappelijke uitdagingen op de agenda te zetten.
Groen! wil een cultuurbeleid dat actief ondersteuning en stimulansen biedt voor
iedereen die creëert of participeert, vanuit de waardering van de veelheid aan
leefwerelden en subculturen. Een groen cultuurbeleid erkent dit ‘cultureel
pluralisme’. Er is ruimte voor b.v. theatervoorstellingen die vooral leiden tot
esthetisch genieten, maar evenzeer voor voorstellingen die ons vervreemden van
de werkelijkheid en meer vragen oproepen dan antwoorden.
Groen! verwerpt de schijnpolitiek die de illusie koestert om iedereen naar alles
toe te leiden; de zogenaamde ‘sociale mix’ in de zaal. We willen werken aan het
aanbieden van cultuuruitingen voor alle bevolkingsgroepen, het streven naar een
samenleving van zelfbewuste burgers die in staat zijn zelf te kiezen.
Publiekswerking gaat dan over de wisselwerking tussen kunstenaars en het
publiek. Culturele competentie wordt niet op een belerende wijze ingelepeld
maar vanuit een nieuwsgierigheid opgedaan. En de overheid ondersteunt een
breder palet aan kunstenaarsactiviteiten dat minder gericht is op productie van
vandaag. Kunstenaars hebben recht op een volwaardig sociaal en fiscaal statuut,
waartoe stilaan de eerste stappen zijn gezet.
Ook onderwijs speelt een belangrijke rol in een democratie: het verwerven van
kennis, inzichten, attitudes en vaardigheden moet toelaten dat jongeren hun
leven als mens en burger volwaardig kunnen ontplooien. Het is goed dat het
onderwijs jongeren ook voorbereidt op een toekomstige job, maar onderwijs
moet meer blijven dan b.v. het bijbrengen van ‘ondernemingszin’. Haaks op onze
prestatiemaatschappij wil Groen! dat kinderen zich op hun eigen ritme kunnen
ontplooien in de klas, wat kan door kleinere klassen en dus meer tijd van de
leerkracht voor ieder kind. En in onze multiculturele samenleving willen we
verdraagzaamheid realiseren in ‘vrije-keuze-scholen’, die een opvoedingsproject
aanbieden met respect voor alle levensbeschouwelijke of religieuze
overtuigingen.
Hefbomen voor verandering
Actief burgerschap stimuleren


Versterk van het middenveld
Groen! wil een versterking van het middenveld op de verschillende
beleidsniveaus. Nu wordt vanuit het ‘primaat van de politiek’ al te snel
voorbij gegaan aan de aanwezige ervaringsdeskundigheid bij de
uittekening van het beleid.
Economische democratie verder uitbouwen en nieuwe
machtscentra democratiseren
Werk maken van economische democratie betekent ondermeer het
ondersteunen van vakbonden om zich internationaal te organiseren,
bijvoorbeeld door de versterking van de rol van Europese
ondernemingsraden van multinationals. En de rechten van werknemers in
Belgische KMO’s worden sterker door de verlaging van de drempel voor
officiële werknemersvertegenwoordiging.
Democratisering van nieuwe machtscentra zoals multinationale
ondernemingen door principes op te leggen die de verantwoordelijkheid
van deze centra maatschappelijk actief maken: openbaarheid (over b.v.
arbeidsvoorwaarden in filialen in de Derde Wereld), aansprakelijkheid
(over b.v. ecologische risico’s), verplichte verzekerbaarheid.



Open beleidsvoering
Groen! wil een open vorm van beleidsvoering. We willen overgaan van
inspraak als de plannen reeds klaar zijn (b.v. openbaar onderzoek bij
structuurplannen) naar ‘co-productie’ van beleid. Zeker voor grote
infrastructuurwerken is er nood aan open besluitvormingsprocedures
waarbij men alle betrokken bevolkingsgroepen pro-actief betrekt, en alle
aspecten (b.v. ecologische) in alle openbaarheid toetst . Hierbij is er
ruimte voor b.v. het betrekken van zelforganisaties van
ondervertegenwoordigde bevolkingsgroepen. Op gemeentelijk niveau
willen we werk maken van wijkbudgetten waar bewonersgroepen
autonoom over kunnen beslissen.
Gebruikersrechten geven gebruikers meer stem
Voor de openbare diensten zoals het openbaar vervoer of de post wil
Groen! werk maken van gebruikersrechten: de gebruikers moeten hun
ervaringen en wensen kunnen inbrengen. Dit vereist een gestructureerd
overleg tussen gebruikersvertegenwoordigingen en de beheersstructuren
van deze basisdiensten.
Publieke ruimtes herwaarderen
Groen! wil de publieke vrijheden op straten en pleinen beter garanderen,
onder meer het recht op vrije meningsuiting, het demonstratierecht of het
recht om rond te hangen.
Levende cultuur







Van vuurtorens naar spinnenwebben…
Cultuurbeleid focust zich te sterk op grote culturele infrastructuur.
Tegenover dit groot vertrouwen in ‘vuurtorens’ pleit Groen! voor een
‘spinnenwebmodel’, dat als een netwerk de belangrijkste openbare en
culturele infrastructuur verbindt. Het is vanuit een dergelijk spinnenwebdenken dat we pluralisme in de praktijk kunnen omzetten.
Nieuwe ontmoetingskansen creëren
Hoewel een aantal culturele centra en kunstencentra eerlijke pogingen
onderneemt om het publiek dichter te betrekken bij voorstellingen of
concerten, blijven vele centra niet meer dan lege dozen met een pr-ruimte
annex café. Daarom wil Groen! centra die specifiek initiatieven nemen om
interactie tussen het publiek onderling en met de kunstenaars mogelijk te
maken, extra ondersteunen.
Musea voor vele publieken
Ook musea moeten onderdeel uitmaken van dergelijke spinnenwebben.
Zeker de stadsmusea hebben als opdracht de weerspiegeling te zijn van
de historische achtergrond van zowel de diverse bevolkingsgroepen als
van de plek waar het om gaat. Ook hier willen we een kwantitatieve
benadering van publieksbereik (hoeveel mensen per jaar?) vervangen
door het stimuleren van een diversiteit aan tentoonstellingen en
evenementen, waarbij er zowel ruimte is voor het grote (in publieksbericht
en opzet) als het grootse (initiatieven die veel durven vragen aan
potentiële deelnemers).
Cultuurarmoede blijft ontbering: de noodzaak aan sociaalartistieke praktijken
Opgroeien in een cultuurarme omgeving is een vorm van ontbering.
Cultuurarm slaat niet op geen toegang tot de ‘juiste’ cultuur, wel op het
feit dat de samenleving het niet nodig vindt te investeren in aangepaste
manieren waarop mensen vanuit hun eigenheid en leefwereld hun
culturele vaardigheden kunnen ontwikkelen. Daarom willen we
kwalitatieve sociaal-artistieke praktijken, waarbij de eigenheid van de
groepen in kwestie centraal staat, extra ondersteunen.
Meer diversiteit en ruimte voor het experiment in het
kunstenbeleid
Er is nood aan het ontwikkelen van een stimulerend werkkader voor jonge
kunstenaars (peterschap bij ervaren collega’s, werkbeurzen, werk- en
productieplekken voor jonge kunstenaars vanuit een multidisciplinaire
aanpak, …). Deze bredere blik op het werkveld van een kunstenaar kan
inspiratie bieden voor herschikking van het subsidiebeleid, dat te veel
vertrekt van dikke dossiers en te veel afrekent op succesvolle producties.
Is er bijvoorbeeld nog ruimte voor ‘gelukt mislukken’?
Culturele bemiddelaars en de opbouw van een heterogeen
(cultureel) middenveld
Een langzaam opgebouwd netwerk van culturele bemiddelaars zou wel
eens het ankerpunt kunnen vormen van een nieuw, heterogeen (cultureel)
middenveld. Ze kunnen verbindingen leggen tussen het ‘oude’ middenveld,
de culturele actoren en de waaier aan nieuwe verenigingen (buurtcomités,
actiegroepen, …).
Onderwijs een cruciale schakel
‘Meer cultuur hebben’, betekent niet langer encyclopedische kennis, maar
slaat op het vertrouwd zijn met wijzen waarop men tegen het leven kan
aankijken. Culturele rijkdom slaat dan op het verhoogd vermogen om met



veranderingen te kunnen omgaan. En juist kunst kan die alternatieve
inzichten geven. Waarom geen scholen ondersteunen als ze een
kunstenaar voor een ‘periode’ in residence in huis halen?
Geef de opleiding wat de opleiding toekomt
Kunstopleidingen aan hogescholen krijgen het hoe langer hoe moeilijker.
De hoge kost per student en de geplafonneerde inkomsten maken het
financiële plaatje dramatisch. Om de kunstopleidingen overeind te houden
moeten hogescholen én overheid tot actie overgaan. De hogescholen
overleggen onderling om het aantal opleidingen rationeel te organiseren
en te spreiden. Een koepel ‘kunstopleidingen’ kan een gesprekspartner
voor de overheid en stimulator van kunst en kunstonderwijs zijn en kan dit
besturen. En aandacht promoten voor kunst en cultuur bij andere
studierichtingen. De overheid moet de kunstopleidingen rechtstreeks
financieren op basis van duidelijke afspraken, ten bate van artiest én
kunst én schoonheid.
Aandacht voor bedreigde soorten
Bij vele genres zijn subsidie en commercie sowieso intens verweven. Een
film is een commercieel product, maar kan niet zonder steun. Een musical
is moeilijk op scène te zetten zonder subsidie, maar kan soms wel
gecommercialiseerd worden. Een boek is een economisch product bij
uitstek, maar de letterensector overleeft niet zonder hulp. Om film,
musical, boek en andere overeind te houden moet de overheid er geld in
blijven steken, en kan zij een graantje meepikken bij eventuele winst.
Ideetje: ontwikkel de publiek-private samenwerking voor allerhande
kunstuitingen en bespaar nooit op letteren- en filmsubsidies.
De openbare omroep als megafoon
Voor de verspreiding en beleving van kunst en cultuur is de openbare
omroep vandaag onvervangbaar. Het is een van haar kerntaken. Niet alle
programma’s of genres moeten een hoog kijkcijfer halen, het is wel
belangrijk dat ze worden aangeboden, dat men toont of signaleert wat er
gespeeld, geschreven, gedanst of gezongen wordt… Maar de omroep moet
ook daadwerkelijk steunen. Haar opdracht is veel meer dan goed bekeken
programma’s maken. Zij heeft een taak in de samenleving, onder meer op
vlak van kunst en cultuur. Ideetje: laat de VRT bij en met alle ‘genres’
onderzoeken hoe ze – los van kijkcijfers – best gesteund kunnen worden:
via coproductie, via promotie, via captatie, via wat dan ook.
(W)onderwijs


Aandacht voor leerlingen: kleinere klassen
Kleine klassen zijn nodig om meer aandacht te kunnen schenken aan de
verschillen tussen kinderen. In een kleinere klas kan een leraar opnieuw
echte gelijke kansen geven aan leerlingen. Tijd vrijmaken voor leerlingen
doorbreekt de dolle rush van het leven die vandaag reeds voelbaar is in de
school. Groen! wil:
o kleine klassen: max. 15 leerlingen in kleuterklas en lagere
schoolklas/ 20 in secundair;
o CLB’s (Centrum voor Leerlingenbegeleiding) omvormen en terug in
de school brengen.
Hogescholenonderwijs: het onderwijs van de toekomst
Hogescholen spelen een belangrijke rol bij de democratisering van het
hoger onderwijs. Maar ze krijgen minder geld per student dan




universiteiten. Die ongelijkheid is ontoelaatbaar. Hogescholen leiden
immers de toekomstige werknemers van belangrijke maatschappelijke
groeisectoren zoals onderwijs, verpleging, kinderen-/ouderenzorg op.
Groen! wil:
o gelijkschakeling toelage voor sociale voorzieningen aan hogeschoolen universiteitsstudenten;
o historische inhaalbeweging voor het onderwijs in de hogescholen.
Klas-assistenten en leerkrachten: eigen loopbaan terug in handen
Je eigen loopbaan als leerkracht in handen nemen betekent dat je
makkelijk in en uit de klas kan stappen voor een bedrijfsstage, vorming,
educatief project, … Het is ook voor de school een meerwaarde als mensen
met andere praktijkervaring maximaal worden ingeschakeld in het
leerproces. Een ‘klas-assistent’ kan een leerkracht ondersteunen in de klas
voor routinematige taken (b.v. herhalingsoefeningen) en/of praktische
ondersteunende en verzorgende taken (helpen bij het lezen, meestappen
naar het zwembad, …)? Groen! wil:
o een werk-opleiding die lager geschoolden en/of moeilijke
herintreders in staat stelt om klas-assistent te worden
o globale schoolopdracht waarin alle onderwijs- en andere
schoolopdrachten opgenomen worden
o anciënniteitsbehoud voor mensen die vanuit de privé naar het
onderwijs stappen.
Scholen als positieve spiegel van de diversiteit in onze
samenleving
Groen! wil dat de school een positieve spiegel is van de diversiteit in onze
samenleving. Dit is echter niet altijd het geval. Kansarme kinderen worden
dikwijls onterecht doorverwezen naar ‘mindere’ richtingen in het secundair
onderwijs. Welstellende ouders wonend in kansarme wijken sturen hun
kinderen niet naar de buurtschool. Groen! wil scholen die extra
inspanningen doen om deze tendensen te keren en dus extra taken
opnemen, extra ondersteunen. Groen! wil om dynamische buurtgerichte
scholen te ondersteunen, het principieel inschrijvingsrecht uit het gelijke
onderwijskansen decreet herbekijken (o.m. in functie van nabijheid van
wonen) en de taalachtergrond als volwaardig criterium laten meetellen in
het onderwijsvoorrangsbeleid.
Geen vermarkting van het (hoger) onderwijs
Met de toepassing van de ‘Bologna-verklaring’ wordt een grotere mobiliteit
mogelijk van studenten en docenten. Deze evolutie kan een bijdrage
leveren tot een verdraagzaam Europa. Maar tegelijk houdt ze gevaren in
van meer marktwerking: universiteiten die zich vooral richten op
elitestudenten en toponderzoekers. Groen! verzet zich tegen een
dergelijke vermarkting van het hoger onderwijs. Groen! wil dat de
eigenheid van het Vlaams hoger onderwijs, namelijk de combinatie met
kwaliteit en toegankelijkheid, bewaard blijft. Concreet mag het
inschrijvingsgeld niet verhoogd worden, en moet het beurzensysteem
hervormd worden zodat ook minder begoede studenten over dezelfde
kansen beschikken om (een deel van) hun studies in het buitenland te
doen.
Levenslang leren voor iedereen
Levenslang leren lijkt wel een nieuw toverwoord. Vaak loert echter een
Mattheus-effect om de hoek: aan wie reeds weet, zal nog meer geleerd
worden. Bijkomende opleidingskansen zijn er vooral voor wie reeds lang
opleiding heeft genoten, terwijl kortgeschoolden vaak in de kou blijven
staan. Groen! kiest daarom voor een leerkrediet voor iedereen, omgekeerd
evenredig met het opleidingsniveau. Kortgeschoolden hebben zo recht op
extra leerkrediet. Groen! wil ook centra voor basiseducatie versterken.
Een groene visie op drugs
Cannabisgebruikers lopen meer schade op door juridische
tussenkomsten dan door het gebruik op zich. (VAD - Vereniging voor
Alcohol- en andere Drugproblemen).
Drugs zijn alom aanwezig in onze samenleving en we weten dat genotsmiddelen
van alle tijden zijn. Helaas nemen dat de problemen verbonden aan het gebruik
en misbruik van deze middelen alsmaar toe. Het gaat dan zowel over illegale als
legale drugs: we mogen niet vergeten dat ook de legale middelen (alcohol en
tabak) de volksgezondheid grote schade toebrengen.
In onze samenleving is de dwang tot presteren maar ook tot consumeren heel
groot. De combinatie van deze twee elementen zorgt ervoor dat het gebruik van
stimulerende- en genotsmiddelen, waarvan het aanbod groot en gevarieerd is,
stijgt.
Enerzijds is er het traditionele gebruik: als tegengewicht voor de
maatschappelijke druk zoekt de mens naar ontspanning. Anderzijds worden er
middelen aangewend om het tempo die de prestatiedruk oplegt, vol te houden.
Niet iedereen kan even goed met die druk om. Pepmiddelen, anti-depressiva,
slaapmiddelen houden op een artificiële manier het ritme draaglijk. Onafgezien
van de reden waarom men is beginnen gebruiken, behoren ook hardnekkige
koffie- en nicotineverslavingen tot de sfeer van stressgerelateerde gewoonten.
De relatie tussen onze prestatie- en consumptiecultuur en het gebruik van drugs
illustreert dat de problematiek iedereen aanbelangt. In het uitgaansleven spreekt
men over recreatiedrugs, er is doping in de sport. En een feestje is niet geslaagd
zonder alcohol of als je niet drinkt heb je geen succes. Althans, dat is wat de
reclame ons wil doen geloven. In de blokperiode zoekt menig student zijn
toevlucht tot stimulerende middelen.
Geen enkele drug of genotsmiddel is onschadelijk. Maar niet alle drugs zijn even
schadelijk. Druggebruik kan drugmisbruik worden, en drugmisbruik kan levens
ruïneren en gezinnen kapot maken. Het is daarom essentieel dat de overheid
deze problematiek ter harte neemt. Een algemeen preventiebeleid is daarbij
essentieel. Het uitgangspunt is dat het gebruik van drugs, buiten medisch
verantwoorde doeleinden, dient ontraden te worden.
Een beleid ten aanzien van de illegale drugs dat alleen maar repressief is en geen
onderscheid maakt tussen de verschillende middelen, schiet zijn doel voorbij.
Want illegale drugs vormen een makkelijke exploitatiebron voor criminele
individuen en organisaties die zich via de handel in deze drugs schaamteloos
verrijken en de volksgezondheid daarmee nog sterker in gevaar brengen.
Wat wil Groen!
Het uitgangspunt van Groen! is de volksgezondheid: Groen! wil het drugmisbruik
terugdringen. Een doorgedreven preventiebeleid is een absolute prioriteit
Een louter repressief beleid biedt geen oplossing. Het heeft geen zin om
gebruikers van drugs in de gevangenis te stoppen en te vervolgen indien zij
buiten het gebruik geen daden tegen de wet hebben gesteld.
Het onderscheid wat betreft het maatschappelijke risico van de verschillende
illegale drugs maakt een genuanceerde aanpak noodzakelijk. Wetenschappelijke
informatie (toxicologisch, farmacologisch,…) geeft aan dat cannabis eerder op
dezelfde hoogte gebracht zou moeten worden als tabak en alcohol.
Gecontroleerde legalisering van cannabis (in verbruik en verwerving) is daarom
aangewezen.
Harddrugs komen wegens het onaanvaardbare hoge maatschappelijke risico niet
in aanmerking komen voor legalisering. De handel in deze drugs moet keihard
bestreden worden.
Hefbomen voor verandering




Hulp eerder dan bestraffen
Een druggebruiker die buiten het gebruik geen strafbare feiten heeft
gepleegd moet geholpen worden, hem of haar extra te laten lijden door te
straffen heeft heel weinig zin. Groen! wil daarom het gebruik (van legale
en illegale) drugs in de eerste plaats benaderen als een
gezondheidsprobleem. Voorkomen is beter dan genezen; genezen is beter
dan straffen. Preventie door informatie en door het aanleren van
leefvaardigheden ontraadt druggebruik en voorkomt problematisch
druggebruik. Medische hulp moet terugbetaalbaar zijn. Het bestaande
hulpverleningsaanbod uitbreiden en optimaliseren door het bevorderen
van samenwerking en netwerkvorming. Nieuwe methodieken
implementeren zoals casemanagement en outreaching (het opzoeken van
de cliënt in zijn eigen leefomgeving).
Een wettelijk kader cannabisproducten
Groen! heeft voorstellen uitgewerkt voor een wettelijke regeling van de
teelt, de distributie van de verkoop van cannabisproducten.
In beslag genomen druggeld gebruiken voor preventie en hulp aan
verslaafden
Herziening van internationale verdragen
België neemt initiatieven via de Verenigde Naties voor een procedure tot
wijziging van het Enkelvoudig Verdrag, met de bedoeling om een minder
repressief en meer realistisch internationaal drugbeleid toe te laten.
Een transport-revolutie: duurzaam verplaatsen in plaats van
nog langere files
Waarom een transport-revolutie?
De groei van het aantal auto-, vrachtwagen- en vliegtuigverplaatsingen bedreigt
de kwaliteit van leven. De uitstoot van uitlaatgassen is de belangrijkste bron van
luchtvervuiling. Weg- en vliegverkeer zijn de eerste oorzaak van lawaai. Verder
is er het ruimtebeslag door steeds meer wegen en parkings. En de blijvende
verkeersonveiligheid. Ondanks de verscherping van de verkeerswet en van de
controles tellen we nog altijd veel meer verkeersslachtoffers dan in onze
buurlanden.
Deze situatie is onzinnig, omdat veel storende verplaatsingen in feite overbodig
zijn. Als je kiest voor een lokale economie met kortere afstanden tussen
producent en consument, kan je heel wat zware vrachtverplaatsingen uitsparen.
Als je kiest voor een betere planning en ruimere stocks zijn nachtvluchten of
rijdende magazijnen op onze wegen overbodig. Het aanrekenen van de echte
kosten (inclusief voor het milieu) van vervoer over lange afstand (door de lucht
of over autostrades) zal helpen om tot een echt duurzame economie te komen.
Wat wil Groen!
Groen! wil de steden en dorpskernen terug leefbaar maken door auto’s en
vrachtwagens die er niet echt nodig zijn, zoveel mogelijk uit de centra te weren.
We willen stad en dorp teruggeven aan wandelaars en fietsers, aan gebruikers
van het openbaar vervoer. Met ruimte voor kinderen om te spelen. De straat kan
terug een leefstraat worden, zoals we de wegcode reeds aanvulden met een
straatcode met voorrang voor de zwakke weggebruikers. Het beleid in veel
Vlaamse gemeenten blijft halfslachtig: men kiest tegelijk voor de auto en voor de
zachtere vervoersvormen. Men probeert echte keuzes te ontwijken. Groen! is
niet tegen de auto, maar wil deze een nieuwe plaats geven: de privé-wagen
dient voor verplaatsingen over langere afstanden, tussen kernen en
complementair aan het openbaar vervoer.
Dit kan maar als er een voldoende aanbod is aan treinen, trams en bussen.
Basismobiliteit en een efficiënt vervoer-op-aanvraag in plattelandsgebieden. En
een fijnmazig net en zeer frequent aanbod in de steden. Ook in het weekend of ’s
avonds laat. Dit kan als echt werk gemaakt wordt van een vlotte doorstroming,
van voldoende materieel en personeel. Aantrekkelijke tarieven of gratis rijden
kunnen daarbij helpen, maar het is de frequentie en nabijheid van treinen,
bussen en trams die echt beslissend is of mensen al dan niet de wagen laten
staan.
De criteria voor kwaliteitsvolle fietspaden en voetpaden werden vastgelegd,
middelen uitgetrokken. Toch blijft er een achterstand van weg te werken zwarte
punten, en van aan te leggen vrije fietspaden, obstakelvrije loopzones en ‘trage
wegen’ die terug vrij gemaakt moeten worden. Een goede samenwerking met de
lokale besturen (gemeenten, provincies) is nodig. Maar ook de gewesten moeten
hun verantwoordelijkheid opnemen.
Een concreet actieplan
Minder verplaatsingen, minder snelheid, meer mobiliteit
Mobiel zijn kan ook zonder veel kilometers of een steeds hogere snelheid. En dat
door een ruimtelijke ordening op mensenmaat. Wonen, werken, school lopen,
uitgaan kunnen dichter bij elkaar gebracht worden, zodat minder tijdrovende
verplaatsingen nodig zijn en er ruimte vrijkomt voor natuur. Vrije ruimte zonder
economische bestemming. Winkels, diensten, kinderopvang, restauratie- en
wasplaatsen in de directe omgeving zorgen ervoor dat mensen ook zonder altijd
de auto te nemen, mobiel kunnen leven. Het verkeer vertragen kan ervoor
zorgen dat toch ieder sneller en vooral veiliger op zijn bestemming komt.
Minder voertuigen, schonere voertuigen
Autovrij wonen, auto-delen, autoluwe kernen, Groen! wil het aanmoedigen.
Gezinnen, gemeenten die durven kiezen voor minder auto rijden, minder auto’s,
willen we actief aanmoedigen. Net als mensen of bedrijven die kiezen voor
schone auto’s, vrachtwagens, bussen of boten die minder verbruiken en minder
vervuilen. Een afschaffing van de verkeersbelasting voor wie rijdt met LPG, een
overtuigend belastingsvoordeel voor wie rijdt met euro 4- of beter nog met euro
5-wagens (wagens die voldoen aan of nog beter doen dan de strengste Europese
uitlaatnormen). Vooral dieselfilters willen we om gezondheidsredenen fors
stimuleren. Net als bussen op stadsgas of zelfs op waterstof. Als er
vervuilingspieken zijn, mogen vuile wagens tijdelijk niet meer bollen. Wij
aanvaarden niet dat kinderen aan astma en allergieën lijden door vervuilend
verkeer of dat ouderen meer kans lopen op een hartaanval door dieselroet in de
lucht.
Slimme wagens en wegen: de boordcomputer ten dienste van veiligheid
en milieu
Verkeersveiligheid is een kwestie van mentaliteit. ‘Rustig op de baan’: we vragen
de chauffeurs om hier bewust voor te tekenen. Maar veilige wegen en wagens
kunnen ook helpen. Technische snufjes voor wagens en op de wegen moeten
zorgen voor minder vervuiling, verspilling en meer veiligheid. Intelligente
snelheidsbegrenzers die zich aanpassen aan de meest veilige snelheid op elke
weg, wagens die je vertellen hoeveel je verbruikt en vervuilt, wegen die
aanzetten tot voorzichtiger rijden, het is technisch allemaal mogelijk. Laat de
autocomputer ook werken voor de veiligheid en gezondheid van de andere
weggebruikers.
Samen rijden in plaats van solo-trippen
Openbaar en collectief vervoer is de toekomst. Op voorwaarde dat samen rijden
ook echt aantrekkelijk en comfortabel wordt. De bus of trein nemen is nog te
dikwijls een beproeving. In plaats van een uitdaging. Groen! wil een megainvesteringsplan voor meer openbaar vervoer. Ideeën zijn er zat: de plannen van
de Lijn voor meer basisdiensten (belbussen, aangepast vervoer) in
buitengebieden en voor een fijnmaziger net in stedelijke gebieden, het Pegasusplan voor een fikse opwaardering van trams en bussen binnen de Vlaamse ruit,
de NMBS-voorstadsnetten voor treinen en light - rail in en om onze steden. Voor
Groen! ligt hier de echte prioriteit. Renovatie en een veilige herinrichting van
bestaande wegen zijn voor ons veel belangrijker dan ‘missing links’.
Veel mensen kiezen nu al voor samen rijden, via taxistop, bedrijfsbus of
openbaar vervoer. Via bedrijfs- en schoolvervoerplannen kunnen we dit verder
aanmoedigen. Carpoolen en parkeren in park & ride aan de randstad moeten
financieel extra voordelig worden, b.v. via een vervoerscheque.
Hefbomen voor verandering

Groen! stelt grenzen aan de groei van het verkeer
"Meer dag- of nachtvluchten zorgen voor meer jobs. Ook meer autorijden
zorgt voor meer jobs." Zo houdt men ons voor. Maar ook duurzame
mobiliteit creëert jobs, groene jobs, in openbaar vervoer, meer
buschauffeurs, meer jobs in de bouw van bus- en treinstellen, meer
mensen die zorgen voor een vlotte dienstverlening in (de omgeving van)
stations, de productie en het onderhoud van fietsen, mobiliteitscentrales
die je uitleggen hoe je door samen te rijden, toch snel op je bestemming
raakt, schippers op de binnenvaart of kustvaart, noem maar op. Hele
magazijnen die rondrijden in vrachtwagens of pakjes die in het holst van
de nacht worden aangevlogen op luchthavens, dat is maar één vorm van
tewerkstelling door logistiek en mobiliteit. Vlaanderen kan best een nijver
distributieland blijven, maar dan door inzet van meer duurzame
transportwijzen. Mobiliteit kan overigens ook jobs vernietigen, werk
wegzuigen uit je streek of de concurrentie van honderden kilometers ver
tegen spotprijzen naast je deur halen. Mobiliteit sparen kan werk in eigen
streek, producten in de eigen buurt fors voortrekken.

Groen! wil voorrang voor zwakkere weggebruikers
Kiezen voor leef-straten is voor ons de kern van het verkeersbeleid.
Veiligheid en leefbaarheid is de eerste voorwaarde om te ver-keren. De
voorrang voor fietsers en voetgangers, voor kinderen en ouderen volgt
hier logisch uit. Doorgaand verkeer (auto’s, maar zelfs openbaar vervoer)
moet zich op alle lokale wegen aan het leven op straat aanpassen en niet
omgekeerd. Vandaar onze blijvende inzet voor zone 30 in woonwijken,
voor 50 km/u in de bebouwde kommen en onze steun voor het instellen
van een begrenzing tot 70 km/u op drukke gewestwegen. Op
autosnelwegen kan de snelheid variëren naargelang de omstandigheden
(drukte, zichtbaarheid, weer), maar aan de maximumsnelheid kan niet
geraakt worden.

Groen! wil eerlijke prijzen voor verkeer
Je verplaatsen belast het milieu en kost geld, tenzij je te voet gaat, op
skates of met de fiets. Groenen vragen daarom overal ter wereld eerlijke
en doorzichtige prijzen voor vervoer. Wie het milieu minder belast, wie
minder benzine verbruikt, kan beloond worden. Wie in de spits rijdt, op
drukke verkeersassen en veel uitstoot, moet navenant belast worden.
Groen! wil een kilometerheffing voor vrachtwagens zoals in Duitsland, in
de plaats van het bestaand eurovignet. Ook voor de kerosinevervuiling
door vliegtuigen moet de prijs aangerekend worden. En privégebruik van
bedrijfswagens willen wij niet langer bevoordelen. Milieuvriendelijke
vervoersmodi verdienen dan weer alle steun: fiets (recht op een
fietsvergoeding voor alle werknemers), spoor, scheepvaart, maar ook
vervoer via pijpleidingen. Het voorkómen van verplaatsingen willen we nog
het meest van al moeten stimuleren: thuis werken b.v. (als dit niet ten
koste gaat van sociale werkrelaties), een goede mobiliteitsadvisering en
alle vormen van gecombineerd of collectief vervoer.
Wonen in een leefbare omgeving
Waarom een ander woonbeleid?
Behoorlijk wonen is een grondrecht. Ruimte is schaars. Beide zijn te belangrijk
om volledig over te laten aan de vrije markt. De prijs-kwaliteitsverhouding op de
woningmarkt is uit balans. Wie een normaal inkomen heeft, betaalt zich blauw
aan huur of lening. Wonen is helemaal problematisch voor wie leeft van een
uitkering of een laag loon. De oplossing ligt niet in nog méér woningen, wél in
een actievere woonpolitiek van de overheid. Zo’n woonpolitiek gaat verder dan
sociale huisvesting, maar bewaakt ook de betaalbaarheid en kwaliteit van de
huisvesting en de leefbaarheid van de omgeving.
Wat wil Groen!
Voor Groen! is betaalbaar en goed wonen voor iedereen een absolute prioriteit.
De overheid moet een krachtig woonbeleid voeren dat de vrije markt sociaal en
ecologisch corrigeert.
Betaalbaar? De laatste jaren schoten de prijzen voor huur- en koopwoningen de
hoogte in. Bijna een kwart van de Vlaamse gezinnen kampt met (te) hoge
woonuitgaven.
Kwaliteit? Vlaanderen telt 300.000 woningen met zware tot zeer zware
gebreken (geen degelijk sanitair of verwarming, schimmel- en vochtproblemen).
Eén op tien Vlamingen woont dus slecht.
Voor iedereen? In Vlaanderen is er nood aan 100.000 nieuwe sociale woningen.
Aan dit tempo duurt het nog zo’n 50 jaar vooraleer aan die behoefte is voldaan.
Er is ook te weinig variatie in het aanbod.
Prioritair? Vlaanderen is al volgebouwd en toch is er woningnood en leegstand.
Het woonbeleid is een essentiële dienstverlening aan de bevolking. De overheid
moet een verdelende, beschermende en bemiddelende rol opnemen die mens,
markt en milieu verzoent.
Hefbomen voor verandering

De overheid actief op de private woningmarkt
Om te zorgen voor een voldoende aanbod aan kwalitatieve en betaalbare
woongelegenheden, moet de overheid ook buiten de publieke sector en de
huisvestingsmaatschappijen actiever worden. Zij moet levensvatbare
panden bewoond krijgen en door dit groter aanbod de prijzen redelijk
houden, zowel voor kopers als voor huurders.
o Een systeem van richthuurprijzen dat een prijskwaliteitsverhouding vastlegt. Dat biedt niet alleen aan de lagere
inkomensgroepen meer bescherming en betere woonkwaliteit.
o Het stelsel van huursubsidies mag er niet toe leiden dat
verhuurders hun prijzen hoog houden, maar moet mensen helpen
die eigenlijk in aanmerking komen voor een sociale woning, maar
niet verder geraken dan de wachtlijst.
o
o
o
o
o
o

Renovatiepremies, waarvan de hoogte onder andere afhankelijk is
van het inkomen. Ook mensen die een nieuwe woning optrekken op
een verkrotte kavel moeten er recht op krijgen. Door voorwaarden
te verbinden aan de aard van de renovatie kunnen nuttige
investeringen in isolatie en energiezuinigheid hierin hun plaats
krijgen.
Lokale woonwinkels, naar analogie met de lokale werkwinkels.
Men kan hier terecht voor alle informatie omtrent wonen: het
aanvragen van een sociale woning, rechten en plichten van
huurders, renovatiepremies, bouwvoorschriften en ecologische
bouwtips, …
Formules als het ethisch verhuren sporen eigenaars aan om hun
te verhuren pand te laten beheren door een daartoe bestemde
dienst.
Sommige panden staan half leeg en andere zijn overbevolkt.
Onderverhuur zit vast in de semi-illegale sfeer. Friends-wonen, of
samenwonen in niet-gezinsverband moet beter mogelijk
gemaakt worden. Eigenaars moeten een te groot geworden woning
gedeeltelijk kunnen verhuren.
Stedenbouwkundige reglementen die de woonfunctie
beschermen. Zeker in de grote steden moet de woonmarkt
opboksen tegen de ‘opbrengstwoningen’, vooral grote huizen die
worden omgebouwd tot kantoor of ingedeeld in kleine studio’s.
Duurzaam bouwen en verbouwen stimuleren: gebruik van
milieuvriendelijke materialen, recyclage en hergebruik via centrale
bouwateliers, efficiënt ruimtegebruik, energie- en waterzuinigheid,
…
Ongezonde en leegstaande woningen kordaat aanpakken
Van onbewoonbaar verklaard tot onverklaarbaar bewoond. Met overvolle
opvangcentra, huisjesmelkers, ellenlange wachtlijsten voor een sociale
woning, krakers, noodgedwongen campingbewoners en een niet-aflatende
druk om de nog resterende open ruimte ‘aan te snijden’ is leegstand en
verkrotting onaanvaardbaar. Ongezonde en leegstaande woningen heb je
zowel in openbaar bezit en sociale woningen, als in privé-eigendom of bij
maatschappijen. De overheid heeft krachtige instrumenten nodig om deze
te bestrijden en zo de woonkwaliteit te verbeteren.
o Leegstand of onderbenutting van woningen in openbare handen
in versneld tempo wegwerken. De overheid kan niet geloofwaardig
optreden tegen leegstand in privé-handen als zijzelf in gebreke
blijft.
o Een goed functionerende inspectiedienst spoort actief
verwaarlozing en leegstand van huizen op en neemt contact op met
de eigenaars om deze tot activering van het pand aan te zetten.
o Een woning kan op de huurmarkt worden aangeboden nadat een
verhuurvergunning is afgeleverd. Deze richt zich vooral op de
veiligheid en de gezondheid van de woning.
o Een meldpunt in de grote steden waar omwonenden
huisjesmelkerij of mistoestanden uit hun buurt kunnen melden. Een
goede samenwerking tussen milieu-inspectie en (bouw)politie zorgt
voor een snelle opvolging.
o
Uitgezette huurders krijgen een tijdelijke transitwoning, terwijl er
actief wordt gezocht naar een passende woning.

De openbare en sociale woningen op rechtvaardige en ecologische
wijze beheren
Zelfs bij redelijker prijzen op de privé-markt is het instandhouden en het
versterken van het systeem van sociale huisvesting noodzakelijk. Lage
lonen en vervangingsinkomens houden geen gelijke tred met de
levensduurte. Er zullen altijd mensen zijn die de hulp van de overheid hard
nodig hebben om menswaardig te kunnen leven. Het is een
maatschappelijke kost waar niet op mag beknibbeld worden. Wat niet
wegneemt dat de sociale huisvesting de toegekende middelen verstandig
moet beheren… door milieuvriendelijke maatregelen bijvoorbeeld.
o De huidige sociale huisvestingsmaatschappijen omvormen naar
woningcorporaties, die actief inspelen op woningaanbod en
woonbehoefte.
o De sociale verhuurkantoren breiden hun patrimonium actief uit
door bijvoorbeeld ook het wonen boven winkels aan te moedigen.
o Bij renovatie en bouw van sociale woningen investeren in energieen waterbesparende maatregelen, zodat de woonlasten kunnen
dalen.
o Een eerlijk berekeningssysteem voor huurprijzen. De
allerarmsten mogen niet uit de boot vallen.
o Nieuwe sociale woonprojecten zijn kleinschalig en verstandig
ingeplant, met spreiding over alle wijken.
o Ghettovorming tegengaan door ook genoeg diversiteit onder de
bewoners na te streven.

Woonplaats en leefomgeving in harmonie: behoud de open ruimte!
Wij geloven in een platteland dat leefbaar en groen blijft en haar open
karakter behoudt, we geloven ook in leefbare steden waar groen en open
ruimte aanwezig is. Studies hebben uitgewezen dat er voor elke
stadsbewoner 30m² groen moet zijn om van een gezonde omgeving te
spreken. Daarom moet er efficiënter omgesprongen worden met de open
als de reeds bebouwde ruimte. Ook het milieu is een belangrijk element
voor kwalitatief wonen.
o Op duurzaamheid en leefbaarheid geïnspireerde gemeentelijke
ruimtelijke structuurplannen zijn geen eenmalige operatie maar
een instrument voor een evenwichtig woonbeleid.
o Gedifferentieerd en creatief bouwen laten ook in dichtbevolkte
wijken wat vrije ruimte toe. Door bijvoorbeeld ontpitting wordt er
meer speel- en ontmoetingsruimte gecreëerd.
o Een efficiënt instrument inzake leegstand werkt ook ter
vergroening van dichtbebouwde buurten.
o Elke stad een stadsbos
o Vaste standaarden omtrent bereikbaar groen. Als er bijvoorbeeld
binnen een straal van 500 m geen speelpark is, moet er een worden
gecreëerd. Deze kunnen verbindingselementen tussen buurten zijn.
o Herwaardering van volkstuintjes en buurttuinen. Groen in de
stad moet zo multifunctioneel en polyvalent mogelijk zijn. Tuinieren
hoort daar ook bij. Waarom niet gekoppeld aan een educatief of
sociaal project?
o
o
o

Meer water in de stad. Heropen de gedempte waterlopen. Water
vervult een belangrijke rol in het stadsweefsel. Naast esthetische en
milieuvoordelen, is open water ook goed voor een beter beheer van
de waterhuishouding.
Ook in kleinere gemeenten is er nood aan toegankelijk publiek
domein. Het is niet omdat de mensen er individueel meer ruimte
hebben dat de nood aan een gemeenschappelijke ruimte weg is.
Open ruimte is meer dan een plaats waar tuinlozen de benen
kunnen strekken; het zijn ook belangrijke ontmoetingsplaatsen.
Door een samenwerking (bvb. hulp bij het onderhoud) tussen de
overheid en privé-eigenaars van grote open ruimten (de boomgaard
van de pastorie, de speelplaats, het kasteelpark, het jeugdlokaal, …)
deze ruimten ontsluiten voor publiek gebruik
De woonplaats en hoe we samenleven
Niet alleen de kwaliteit van onze woning, maar ook hoe we samenleven is
een belangrijk thema. Betrokkenheid en inspraak van de bevolking,
concepten rond toegankelijkheid, diversiteit en buurtleven staan hier
centraal. Is het nog wenselijk dat grote residentiële projecten ontwikkeld
worden zonder dat deze inclusief en geïntegreerd binnen een woonbeleid
kaderen? Wonen moet in alle opzichten voor iedereen prettig zijn. Daarom
willen we contacten tussen bewoners en bevolkingsgroepen stimuleren en
met voldoende gemeenschapsvoorzieningen de buurt levend houden.
o Het beleid moet bij haar ruimtelijke planning van wijken aandacht
hebben voor concepten als een bank, een ontmoetingsplaats, een
basketbalring, een buurtwinkel, groene ruimten, …
o Gelijkmatige spreiding van buurtvoorzieningen zoals kinder- en
ouderenopvang, sport- en ontspannings infrastructuur,
gezondheids- en welzijnsdiensten
o Scholen kunnen een buurtfunctie ontplooien buiten de schooluren.
Terugdringen van verkeersdrukte in woonbuurten. Straten kunnen
speelstraten worden tijdens vakanties en op woensdagnamiddag.
o Mensen worden nu vaak hun auto ingejaagd omdat er te weinig
woonfaciliteiten in hun directe omgeving zijn. Ook in
woonverkavelingen en sociale woonwijken zijn kleine KMO’s zoals
bakkers en kappers een surplus voor de levenskwaliteit. Bij de
opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen moet er meer oog zijn
voor invullingen die de woonfunctie ondersteunen.
Een groene visie over dierenwelzijn
Het beschavingsniveau van de mens is recht evenredig met het respect
dat
zij/hij opbrengt voor al het leven op aarde, ook voor dat van dier en
natuur.
Respect voor de natuur en voor dieren is één van de groene uitgangspunten.
Daarom is aandacht voor dierenwelzijn voor Groen! een vanzelfsprekendheid.
Iedere dag sterven wereldwijd diersoorten uit door de aantasting van ons milieu.
Het behoud van de biodiversiteit is van fundamenteel belang: ook onze kinderen
hebben recht op natuur. Daarom willen we diersoorten beschermen die in ons
land en internationaal bedreigd zijn.
Wie levenskwaliteit, respect en menselijkheid als waarden naar voor schuift, kan
moeilijk dierenmishandeling aanvaarden. De aandacht voor dierenwelzijn is de
laatste jaren sterk gegroeid, onder meer met de acties rond veemarkten en transporten. Dierenwelzijn omhelst ook talrijke andere dossiers, zoals: de
bescherming van proefdieren; huisdieren en vakantie; de behandeling van
greyhounds - de afgedankte windhonden -; amputatie van lichaamsdelen bij
dieren en natuurlijk ook de 'foie gras', de ganzenleverpastei. Maar we mogen ook
de intensieve landbouw niet vergeten, daar waar het gaat over de kistkalveren,
de legbatterijen en dergelijke praktijken.
In de 'industriële landbouw' is het 'dierenonwelzijn' zeer groot. De Groenen
pleiten daarom al jaren lang voor kleinschalige en biologische en ecologische
vormen van landbouw. Dit komt zowel de kwaliteit van onze voeding als het
dierenwelzijn ten goede.
Het komt erop neer dat we in onze samenleving aandacht moeten blijven hebben
voor het welzijn van dieren. Dierenwelzijn is nog te dikwijls ondergeschikt aan
het economisch belang.
Wat wil Groen!
De landbouw willen we diervriendelijker maken. Dat betekent een afbouw van
legbatterijen, zeugenboxen en de kweek van kistkalveren, een verbod op wrede
fok- en dwangvoedermethodes zoals het gedwongen voederen voor de productie
van foie gras en een aanpak van transporten van vee over een lange afstand.
Criteria voor het kweken van nutsdieren als konijnen, struisvogels en
zwemvogels moeten garanderen dat deze dieren de nodige leefruimte hebben.
Pelsdierkwekerijen voor bont willen we afbouwen.
Dierproeven kunnen voor ons niet, behalve onder zeer strikte omstandigheden:
als dit de enige manier is om te komen tot een substantiële verbetering van de
volksgezondheid. Dierproeven op primaten en dierproeven in de cosmetica,
wapen- en tabaksindustrie zijn uit den boze.
Het welzijn van gezelschapsdieren kan verbeteren door de handel te beperken
tot fokkers die werken volgens deontologische criteria en door een verbod op de
handel op openbare markten, zoals dat nu al bestaat voor honden en katten.
Verminkende ingrepen bij dieren, zoals het couperen van hondenstaarten, willen
wij uit de wereld helpen.
Voor het gebruik van dieren in sport, spel en folklore willen we sluitende regels
voorzien en het houden van wilde dieren in circussen willen we aan banden
leggen.
Hefbomen voor verandering

De bedreigde soorten op internationaal niveau beschermen. Via
buitenlandse programma’s en verdragen binnenlandse wantoestanden
aanpakken. Voorbeelden hiervan zijn Antwerpen en Zaventem als
draaischijven van de smokkel in allerlei bedreigde en beschermde
diersoorten of producten ervan. Een limitatieve lijst somt op welke








vogelsoorten en reptielen particulieren, gespecialiseerde kweekcentra en
dierentuinen mogen houden, naar analogie met de lijst voor zoogdieren.
De naleving van de huidige dierenwelzijnwetten strikt controleren.
Groen! pleit voor een regelmatige audit van de inspecties dierenwelzijn
binnen het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en
een duidelijke financiering van het controlesysteem voor alle nietnutsdieren. Uitzonderingen op dierenwelzijnwetten, zoals op het gebruik
van speciaal gekweekte dieren voor dierproeven, afbouwen.
Dierproeven verbieden, behalve onder zeer strikte omstandigheden, als
dit de enige manier is om te komen tot een substantiële verbetering van
de volksgezondheid. In het bijzonder dierproeven op primaten en
dierproeven in de cosmetica-industrie de wapenindustrie en de
tabaksindustrie zijn uit den boze.
Handel in gezelschapsdieren beperken tot fokkers die werken volgens
deontologische criteria en die zich specialiseren in een ras. Handel in
gezelschapsdieren op de openbare weg of markten verbieden, zoals nu al
het geval is voor honden en katten. De veiligheid voor de mens en het
dierenwelzijn staan centraal. Groen! is onder andere voorstander van een
verbod op aanvalsdressuur voor particulieren en sensibiliserende
maatregelen pro sterilisatie. Die maken deel uit van een doordacht beleid
inzake gezelschapsdieren.
Huisvestingscriteria realiseren voor nutsdieren als konijnen, nertsen,
struisvogels en zwemvogels, zodat ze de nodige ruimte hebben voor een
aantal essentiële natuurlijke gedragingen. Een efficiëntere procedure
uitwerken voor het overleg tussen federale en gewestelijke overheden
over dierenwelzijn in de nutsdierensector. Een blokkering van de
besluitvorming door één van de gewesten louter om economische redenen
moet onmogelijk worden. Pelsdierkwekerijen voor bont verbieden. Een
eerste stap is het verbieden van het houden van vossen en chinchilla’s als
pelsdier.
Verminkende ingrepen bij dieren verbieden. Het voorziene verbod op
het couperen van hondenstaarten gaat ten laatste in 2006 effectief in. Ook
biggencastratie en tandknippen verbieden.
Sluitende regels voorzien voor het gebruik van dieren in sport, spel
en folklore.
Het houden van wilde dieren in circussen aan banden leggen. Het
houden van gedomesticeerde dieren in circussen kan enkel mits naleving
van strikte voorwaarden op het vlak van goede huisvesting, vervoer en de
aard van de optredens.
De veehouderij diervriendelijk maken. De veehouderij moet rekening
houden met het welzijn van de dieren. De normen in die zin aanpassen:
beschikbare oppervlakte per dier, natuurlijke afwisseling van dag en nacht,
toegang tot buitenloop en onderling contact, verbod op wrede fok- en
dwangvoedermethodes (zoals het gaveren voor de productie van foie
gras). Het gebruik van onder andere legbatterijen en zeugenboxen en de
kweek van kistkalveren zo snel mogelijk afbouwen. De veemarkten
sluiten.
Op Europees niveau transporten van levend vee beperken tot maximaal 8
uur, dieren zo dicht mogelijk slachten bij de plaats waar ze gekweekt
worden en vervolgens verre transporten van levend vee vervangen door
transport van karkassen.
Een groene visie op sociale zekerheid
Een sterke sociale zekerheid is een kwestie van solidariteit. Ze is ook in ieders
belang: we kunnen allen werkloos of ziek worden, we worden allemaal een dagje
ouder, vele mensen hebben kinderen,...
Ons land kent sinds lange tijd een sterk uitgebouwde sociale zekerheid, en dat is
een goede zaak. Maar onze sociale zekerheid is niet altijd aangepast aan nieuwe
maatschappelijke evoluties. Ze biedt daarom niet altijd meer afdoende
bescherming. Zo is onze sociale zekerheid grotendeels gebaseerd op het
kostwinnersmodel – met één (mannelijke) kostwinner, een thuiswerkende vrouw
en kinderen. En ook een financiering louter op basis van inkomsten uit arbeid is
niet langer houdbaar.
Wat wil Groen!
Groen! wil de sociale zekerheid beschermen en verbeteren. Zo willen we inspelen
op veranderingen in de samenleving, waarbij het traditionele kostwinnersgezin
niet meer het enige model is. De financiering van de sociale zekerheid willen we
versterken door ook een bijdrage te laten betalen door andere inkomens dan die
uit arbeid, zoals die uit vermogen of door heffingen op energieverbruik of de
CO2-uitstoot.
De sociale zekerheid moet voor iedereen een voldoende, kwalitatief hoogstaand
aanbod garanderen. Daarvoor is het nodig alle uitkeringen welvaartsvast te
maken. Onder meer voor de minima is een inhaalbeweging vereist.
Solidariteit met de groeiende groep senioren blijft voor ons cruciaal. Groeps- en
privépensioenen mogen geen alibi zijn om het wettelijk pensioen niet te
versterken. Een soepelere overgang van beroepsloopbaan naar pensioen willen
we aanmoedigen. Heel wat 50-plussers willen zich nog graag inzetten, maar zien
een zware voltijdse job niet meer zitten. Maar deze soepelere overgang mag niet
leiden tot een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Wij zijn ook gekant
tegen een lineaire afschaffing of inperking van het brugpensioen.
Hefbomen voor verandering

De financiering van de sociale zekerheid verbeteren en
moderniseren
Herverdelende effecten bewerken: minder lasten op lonen en wedden,
meer op energiegebruik, milieuvervuiling en op (inkomsten uit) vermogen,
minder lasten op arbeidsintensieve ondernemingen, meer op energieintensieve en/of milieuvervuilende ondernemingen. Daartoe bepleit Groen!
de volgende maatregelen:
o Een selectieve verschuiving van lasten, van de belasting op arbeid
naar de belasting op het gebruik van kapitaalgoederen en energie
en inkomsten uit vermogen of beleggingen. Deze lastenverlaging
specifiek inzetten voor de herverdeling van bestaande en de creatie
van nieuwe jobs.
o De bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid vervangen door
een nieuwe (para)fiscale heffing op alle werkelijke inkomsten, in de
vorm van een Algemene Sociale Bijdrage (ASB), met een vrijgesteld





minimuminkomen per gezin. Die ASB financiert mee de
gezondheidszorg, de kinderbijslag en het basispensioen. Door deze
maatregelen vermindert het reële inkomen van loontrekkende
werknemers in geen geval, maar worden de inkomsten uit onder
andere vermogen wél aangesproken.
o Het systeem van lastenverlagingen en alternatieve financiering
voldoende duidelijk en overzichtelijk maken.
De invoering van deze maatregelen mag in geen geval leiden tot een
vermindering van de totale inkomsten van de sociale zekerheid.
De uitkeringen van de sociale zekerheid en de bijstand en de plafonds
waarop ze berekend worden, koppelen aan de welvaartsontwikkeling,
om de koopkracht van de sociale uitkeringen op regelmatige basis te
verbeteren. Een permanente (jaarlijkse) screening van de uitkeringen op
hun leefbaarheid en aandeel in de armoedecijfers is noodzakelijk.
Een algemene inhaaloperatie van minstens 3% doorvoeren om de
achterstand van de uitkeringen ten opzichte van de groei van het
algemene welvaartspeil in te halen en daarnaast een bijzondere
inspanning doen voor de meest achtergebleven uitkeringen.
De uitkeringen van de sociale zekerheid hervormen, met als doel de
sociale rechten van de verzekerden, mannen en vrouwen, te
versterken en de uitkeringen van de sociale zekerheid beter aan te
passen aan de samenleving:
o De kinderbijslag omvormen tot een gelijk basisrecht voor elk kind:
leeftijd- en rangtoeslagen verdwijnen. Voor de gezinnen uit de
laagste inkomensgroepen zijn er wel extra toeslagen. Groen!
verkiest een hogere uitkering boven belastingvermindering en
aftrekken voor kinderen ten laste. Daardoor kunnen ook de laagste
inkomens hier ten volle van genieten.
o De verschillende uitkeringscategorieën in de werkloosheid stap voor
stap afschaffen. Werklozen schrappen omwille van langdurige
werkloosheid is voor Groen! onaanvaardbaar. Wij willen de
administratieve rechten van werklozen versterken en de wachttijd
voor schoolverlaters inkorten.
o Voor wie leeft van een overlevingspensioen en de daarbij toegelaten
arbeid, cumul toelaten met het vervangingsinkomen in geval van
werkonbekwaamheid of onvrijwillige werkloosheid.
Geen privatisering van de sociale zekerheid. Aanvullende regelingen
kunnen tot stand komen binnen de context van sociaal overleg.
Solidariteit van en met senioren.
Iedereen die nieuw op pensioen gaat, ontvangt een gelijk basispensioen.
Een pensioenrecht verworven op basis van loonverbonden bijdragen vult
dit basispensioen aan. De combinatie van deze twee pensioenen vormt het
nieuwe wettelijke en welvaartsvaste pensioenrecht. Het wettelijk pensioen
moet voldoende hoog zijn, zodat het tenminste kosten voor zorg en
rusthuis dekt. De tweede (groeps-) en derde (privé)pensioenpijler mogen
geen excuus zijn voor een onvoldoende sterk wettelijk pensioen.
Solidariteit is essentieel bij de eventuele uitbouw van de tweede
pensioenpijler.
Groen! pleit voor een soepele overgang van beroepsloopbaan naar
pensioen. De soepele overgang naar het pensioen mag niet leiden tot een
verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Het toegelaten


arbeidsinkomen van gepensioneerden in combinatie met een
pensioenuitkering niet verder verhogen.
De onderhoudsplicht van kinderen voor bejaarde ouders bijsturen.
Deze onderhoudsplicht kan slechts gevraagd worden vanaf een voldoende
hoog inkomensniveau en met een bepaald maximumbedrag. Alle
gemeenten en ocmw’s passen ze op dezelfde wijze toe. Door een
versterking van sociale zekerheidssystemen (zorg en pensioenen) de nood
om een beroep te doen op de onderhoudsplicht verkleinen.
De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden integreren in de
sociale zekerheid. Ze wordt dus toegekend aan zorgbehoevende bejaarden
in functie van de graad van zorgbehoevendheid, los van het inkomen.
Een groene visie op staatshervorming
Staatshervorming en maatschappijhervorming gaan voor Groen!
steeds hand in hand.
Want goede structuren zijn noodzakelijk voor een goed beleid.
Een democratische werking in België is enkel mogelijk als structuren ook efficiënt
en doorzichtig zijn. Hiervoor kan het nodig zijn bevoegdheidspakketten te
verschuiven van de ene naar de andere overheid. Want het is belangrijk dat de
bevoegdheden toegewezen worden aan het meest geëigende niveau. Voor de
Groenen blijft de toetssteen voor elke hervorming: gaat het beleid voor de
mensen zelf er kwalitatief op vooruit, wordt de democratie er beter van? Een
belangrijk element is dat Vlaanderen met de bevoegdheden die zij heeft, ook zelf
haar eigen beleid vorm kan geven. Op die manier zien wij emancipatie als een
democratisch surplus.
Een ander element van een kwalitatieve democratie is de solidariteit tussen
burgers. De Groenen organiseren die solidariteit in een federale staat. De
financiering van de sociale zekerheid is een vorm van interpersoonlijke
solidariteit. Daarom blijft die voor ons federaal.
Voor ons is het debat over de staatshervorming niet gesloten, maar is er wel
meer nood aan dialoog. Groen! wil bijkomende beperkte hervormingen
doorvoeren om beter beleid te kunnen voeren, maar kant zich tegen
communautair opbod dat de aandacht afleidt van problemen waar de burger echt
van wakker ligt.
Wat wil Groen!
Groen! pleit ervoor de staatsstructuren en de federale grondwet verder te
herzien vanuit de volgende bekommernissen en uitgangspunten:


Het federale kader behouden. Wel een inhoudelijk kerntakendebat voeren
(zoals in Vlaanderen gebeurt) over welke bevoegdheden essentieel aan het
federaal niveau toebehoren. Efficiëntie en transparantie zijn daarbij
uitgangspunten. Daar hoort ook de Europese Unie bij als politieke
structuur voor bovennationale materies.
Het subsidiariteitsbeginsel steeds laten gepaard gaan met de bijhorende
financiering

Solidariteit tussen alle burgers van ons land. Een solidariteit die gebaseerd
is op objectieve gegevens. Die keuze omvat een sociale zekerheid die op
federaal vlak blijft gefinancierd, omwille van de interpersoonlijke
solidariteit.
Hefbomen voor verandering






De sociale zekerheid blijft federaal. De organisatie en de uitgaven in
de gezondheidszorg worden overgedragen aan de gemeenschappen. De
kinderbijslag is een individueel recht en blijft dus federaal. Het
gezinsbeleid hoort aan de gemeenschappen. Het sociaal beleid is
complementair een federale en gemeenschapsmaterie. Het beheer van de
werkloosheidsuitkeringen blijft federaal, de arbeidsbemiddeling regionaal.
Met het oog op de veiligheid de verkeersreglementering zo organiseren
dat ze in de toepassing een ruime beoordelingsmarge laat aan gewesten
en gemeenschappen. Daarvoor:
o De volledige reglementering binnenvaart overhevelen naar de
gewesten.
o De gewesten voor hun specifieke verkeersproblematiek aanvullende
regels laten uitvaardigen aangaande verkeersreglementering en
regels van algemene politie.
NMBS: de spoorwegen blijven federale materie
o De gewesten zijn evenwel betrokken bij de besluitvorming en
hebben een inbreng in het NMBS-beheerscontract. Gewesten
kunnen initiatieven nemen voor de aanleg van spoorinfrastructuur.
Zij kunnen ook de exploitatie van lokale lijnen mee financieren.
o De federale overheid en de gewesten sluiten hiertoe een
samenwerkingsakkoord over het beheer en de financiering van de
NMBS.
o De dienstverlening van de NMBS en de regionale
vervoersmaatschappijen beter op elkaar afstemmen.
Justitie, Justitieel welzijnsbeleid
o Jeugdrecht: Er komt snel een vernieuwd federaal jeugdrecht. De
uitvoeringsbevoegdheid hiervan blijft homogeen en exclusief bij de
gemeenschappen (van alternatieven tot gesloten opvang). Voor de
preventieve hechtenis komt er een gedeelde bevoegdheid middels
verplichte samenwerkingsakoorden: federaal-gemeenschap.
o Duidelijkheid scheppen over bevoegdheid en financiering van de
volgende materies: herstelbemiddeling; neutrale
ontmoetingsruimten; gerechtelijke alternatieve maatregelen; de
internering; de veiligheidscontracten.
Energiebeleid: de gewesten krijgen medebeslissingsrecht voor die
beleidsaspecten die interfereren met hun bevoegdheden, bijvoorbeeld de
vaststelling van de distributienettarieven in het In het kader van een
effectief REG-beleid.
Ontwikkelingssamenwerking gedeeltelijk regionaliseren, op
voorwaarde dat dit een aanvulling op en geen uitholling van de federale
ontwikkelingssamenwerking betekent. Een versterking van de capaciteit
van de gewesten en de gemeenschappen die de globale inspanning voor
ontwikkelingssamenwerking opvoert, is een positieve evolutie. Er wordt
een gezamenlijk normatief kader uitgetekend dat de federale overheid, de
gewesten en de gemeenschappen bindt. Als uitgangspunt voor elke

taakverdeling geldt steeds de optimale verwezenlijking van de
ontwikkelingsdoelstellingen. Bovendien letten op een maximale coherentie
tussen alle beleidsdomeinen en beleidsniveaus die verband houden met
ontwikkelingssamenwerking.
Meer autonomie inzake de organisatie van de eigen instellingen om
het democratisch gehalte van de instelling te vergroten.
Onze samenleving is multicultureel en mag dat blijven
Diversiteit is een realiteit waarin we allemaal leven. Dat is niet altijd makkelijk of
comfortabel: de onderlinge verschillen zijn soms groot. Groen! aanvaardt en
waardeert deze verschillen tussen mensen. Groen! beschouwt 'samenleven-inverschil' als een verrijking, als een nieuwe impuls. Vandaag is de multiculturele
samenleving meer dan ooit voorwerp van een levendige discussie, met boeiende,
maar ook zorgwekkende kanten. De jongste tijd worden sommige fenomenen
nogal sterk uitvergroot: hoofddoek, fundamentalisme, gebrekkige talenkennis
van migranten, gedwongen huwelijken, … Groen! is niet blind voor problemen,
maar pleit voor een open dialoog en een punctuele aanpak, in eerste plaats
binnen de gemeenschappen zelf. Geen algemene stemmingmakerij dus, maar
dialoog en een eerlijke en consequente aanpak van problemen.
Wat wij als Groenen al te vaak missen in de discussie, is de sociaaleconomische dimensie. Het culturaliseren van het debat rond diversiteit heeft
ervoor gezorgd dat de achtergrondsituatie van kansarmoede volledig uit het zicht
is verdwenen. Niettemin blijft het overduidelijk dat de allochtone
gemeenschappen in Vlaanderen behoren tot de zwakste sociale groepen, met de
laagste inkomens en het laagste opleidingsniveau. Schoolachterstand,
werkloosheid, slechte huisvesting en discriminatie zijn slechts enkele van de
problemen die allochtonen beduidend zwaarder treffen dan de autochtonen.
Abnormaal veel allochtone kinderen komen in het buitengewoon en
beroepsonderwijs terecht. Maar weinigen stromen door naar het hoger onderwijs.
En zelfs zij hebben het – eens het diploma behaald – op de arbeidsmarkt niet
altijd even gemakkelijk. Op die manier blijven vele talenten onbenut, wat ook
economisch nadelig is. Deze malaise is niet alleen sociaal onaanvaardbaar, ze
draagt ook bij tot verbittering en moedeloosheid onder de migranten en tot wat
men 'samenlevingsproblemen' noemt. Het is ook op dit soort problemen aan de
onderkant van de samenleving dat ondemocratische groeperingen aan beide
kanten teren.
Volwaardig burgerschap betekent erkenning van diversiteit
Als we aanvaarden dat onze samenleving multicultureel is en mag blijven, dan
kan het niet dat allochtone medeburgers als tweede- of derderangsburgers
worden beschouwd. Groen! is ervan overtuigd dat een verbetering van de
sociaal-economische situatie van deze groepen een aantal sociaal-cultureel
georiënteerde problemen in positieve zin zal beïnvloeden. Uiteraard kan niet alles
van de overheid komen, maar het is ook niet ernstig de verantwoordelijkheid
bijna helemaal bij de allochtonen zelf te leggen, zoals we ook niet van de
Belgische kansarmen kunnen verwachten dat ze op eigen houtje de
armoedespiraal doorbreken.
Groen! wil een beleid dat allochtone mannen en vrouwen sterker maakt,
zowel qua taal en onderwijs, als op de arbeids- en woningmarkt. De huidige
toestand maakt moedige ingrepen vanuit de overheid nodig. Actieve maatregelen
ter bevordering van de werkgelegenheid van migranten zijn noodzakelijk omdat
de toestand momenteel dramatisch is. Campagnes tegen discriminatie en
racisme dienen dringend opnieuw aangezwengeld te worden, omdat nog steeds
grote groepen mensen er het slachtoffer van worden. Er is ook dringend nood
aan het ontkoppelen van de thema’s veiligheid en diversiteit. Hopelijk hoeven de
maatregelen maar tijdelijk te zijn, en kan een verhoogde weerbaarheid van
migranten in de toekomst automatisch tot een betere weerspiegeling van de
samenleving op de arbeidsmarkt, in de scholen en in de buurten leiden.
Groen! wil dat de overheid de voorwaarden schept voor de beleving van de
culturele en religieuze eigenheid van alle gemeenschappen die ons land rijk is.
Ten slotte zeggen wij al jaren dat migranten ook als volwaardige burgers aan
het politieke leven moeten kunnen deelnemen. Een burger is voor Groen! iemand
die hier woont, leeft, werkt, belastingen betaalt. Geen twee burgers zijn gelijk,
maar iedereen heeft dezelfde rechten. Erg belangrijk voor de Groenen is dat
migranten een eigen middenveld van zelforganisaties uitbouwen, als
spreekbuis voor hun ideeën en wensen, opnieuw om sterker in de samenleving te
staan.
Een open samenleving
Groen! kiest voor een open samenleving in evolutie, niet voor een hermetisch
afgesloten fort. Daarom blijven wij opkomen voor een humaan asielbeleid, dat
'vervolging' voldoende ruim interpreteert, dat mensen uit oorlogsgebieden een
veilige haven biedt, dat zorgvuldig en dus niet te overhaast – en zeker niet met
streefcijfers in het achterhoofd – aanvragen onderzoekt, dat de asielzoeker een
eerlijke kans op beroep geeft.
Daarnaast vraagt Groen! een opening voor beperkte nieuwe immigratie. Het
gebrek aan toekomstkansen in veel derdewereldlanden, de afschuwelijke
toestanden bij mensensmokkel en de krapte in sommige sectoren van onze
arbeidsmarkt zijn argumenten voor een beperkte opheffing van de migratiestop.
Groen! wil evenwel niet zomaar de deuren openzetten. Het is niet de bedoeling
dat landen met een lage scholingsgraad al hun hoogopgeleiden zien wegtrekken.
Het is evenmin de bedoeling alleen rekening te houden met de behoeften van de
arbeidsmarkt. Naast sectorale tekorten, moeten humane overwegingen deel
uitmaken van het toe te laten quotum. Voor de nieuwkomers moet een degelijk
onthaalbeleid met voldoende taalcursussen klaarstaan. En alle vormen van
misbruik, b.v. door de internationale misdaad, huisjesmelkerij of illegale
tewerkstelling moeten hard worden aangepakt.
Hefbomen voor verandering

We willen een serene maatschappelijke discussie opstarten die moet
uitmonden in een ‘pact voor de multiculturele samenleving’. Het gaat
hier om een veelzijdig geheel van afspraken over de knelpunten in de
multiculturele samenleving, waarbij alle relevante actoren zich engageren
tot concrete afspraken en streefdoelen, met goede coördinatie en















opvolging. Het Strategisch Plan Minderheden van de Vlaamse regering
past daarin.
De overheid moet het goede voorbeeld tonen in verband met de
tewerkstelling van allochtonen. Er is een aanzienlijke inhaalbeweging
nodig. Vanaf 2007 zou 10% van de nieuwe aanwervingen in
overheidsdienst allochtonen moeten zijn, ook gemeenten met belangrijke
migrantenpopulatie. Dit hoog niveau wordt aangehouden zolang dat nodig
is om in overheidsdienst een goede weerspiegeling van de samenleving te
hebben.
De overheid moet de sociale partners in de privésector aanmoedigen tot
bindende afspraken tegen de massale werkloosheid onder allochtonen. De
overheid kan dit door selectieve lastenverlaging te stimuleren.
Meer initiatieven om de werknemers vertrouwd te maken met een
multiculturele werkvloer.
Specifieke steun vanuit de Vlaamse overheid en grote gemeenten aan
allochtonen die een onderneming willen starten.
Een beleid dat allochtone en autochtone kansarme ouders nauw bij
het schoolleven van hun kinderen betrekt.
Voldoende en kwaliteitsvolle omkadering van leerlingen met
taalproblemen.
Een behoeftedekkend aanbod van onthaal- en taalcursussen voor zowel
nieuwkomers als aanwezige migranten.
Voortzetten van initiatieven om de zorgsector te interculturaliseren
(zowel meer allochtone medewerkers als gebruikers).
Stemrecht op alle niveaus en verkiesbaarheid als gemeente- disctricts- of
OCMW-raadslid of schepen voor niet-Belgen, met een voldoende
verblijfsduur als enige bijkomende voorwaarde.
Versterking van middenveld aan de hand van meer personeel en
middelen voor zelforganisaties en hun federaties, met respect voor hun
eigenheid en onafhankelijkheid.
Migranten meer en op positieve wijze in de media (in berichtgeving, als
experts, als acteurs, ...) om een positievere beeldvorming te bereiken.
Ook meer migranten in zichtbare functies in publieke dienstverlening.
Voorwaardenscheppende rol van overheid voor beleving van culturele
en religieuze eigenheid. Onder meer: een voldoende aanbod van
begraafplaatsen voor alle levensbeschouwingen, voorzieningen voor een
waardig offerfeest, faculteit voor de opleiding van imams, sterkere
aanwezigheid van allochtonen in domein van cultuur- en kunsten
Periodieke onafhankelijke evaluatie van het beleid, op een
gecoördineerde manier, rond verscheidene aspecten: werk, onderwijs,
huisvesting, non-discriminatie, … Groen! pleit voor concrete
actieplannen met concrete streefcijfers voor elk domein, en met
opvolging in nauw overleg met alle betrokken actoren
Bijzonder verblijfsstatuut voor mensen uit risicolanden en
oorlogsgebieden, zonder dat individuele vervolging moet worden
aangetoond.
Opheffing van de absolute migratiestop, niet alleen gestoeld op de
behoeften van onze arbeidsmarkt, maar met aandacht voor humane
aspecten en noden van de zendende landen en geflankeerd door een
onthaalbeleid en een antwoord op misbruiken. Tegelijkertijd ook werken
aan de ontwikkeling van allochtone groepen in België om zo de situatie op
de arbeidsmarkt
Degelijke openbare diensten
Waarom opkomen voor degelijke openbare besturen?
Openbare besturen hebben in de loop der tijd een pakket aan fundamentele
dienstverlening ontwikkeld met een universeel karakter. Ze zijn in principe overal
aanwezig en worden verzekerd voor elke deelgemeenschap, elk gezin of individu.
Ze zijn een uiting van (1) basisrechten als het recht op onderwijs, verzorging en
veiligheid of (2) het recht op basisvoorzieningen zoals drinkbaar water en
energie of het zijn (3) essentiële schakels in de organisatie van onze
samenleving op het vlak van communicatie (post, telefonie, internet), mobiliteit
(openbaar vervoer) of financiële dienstverlening (spaarrekeningen,
verzekeringswezen).
De grote verscheidenheid aan dienstverlening laat niet toe om ze onder een
noemer te brengen op het vlak van organisatie of tarifering. De markt kan nooit
het universeel karakter tegen gelijkwaardige en betaalbare prijzen kan
organiseren. De overheid is de enige die garant kan staan voor toegankelijk en
betaalbaar basisdienstverlening voor iedereen.
Dat maakt dat het ook de taak is van die overheid om vast te leggen wat
omvang, aard en kwaliteit is van de dienstverlening die universeel voor iedereen
beschikbaar moet zijn.
Om die kwaliteit voor iedereen te garanderen moet de overheid – wanneer ze
zelf instaat voor de dienstverlening – van haar eigen instellingen en bedrijven
ook efficiëntie en een passende productiviteit vragen en daar ook de nodige
investeringen voor doorvoeren.
Het gebrek aan aandacht in de voorbije decennia voor efficiëntie en productiviteit
heeft een liberaliserings- en privatiseringsgolf op gang gebracht. De gevolgen
zijn zelden positief. Op enkele uitzonderingen na heeft de markt niet in het
voordeel van de consument gespeeld. Prijzen stijgen, er komt een verschraling
en kwaliteitsdaling van het aanbod en het universeel karakter wordt uitgehold.
Dat geldt onder meer voor spoorvervoer en postdiensten. Het universeel
karakter van bank- en verzekeringsdiensten staat op de helling. Het vermarkten
van het onderwijs zou de democratisering van het onderwijs volledig
ondermijnen.
Het is dus enorm belangrijk dat de overheid haar eigen rol in de dienstverlening
opnieuw op een positieve manier formuleert en investeert in haar
organisatiestructuur, in kwaliteitsverbeteringen en productiviteitsverhogingen.
Dit is nodig voor het gros van de dienstverlening, aangezien de markt op geen
enkele manier het universeel en democratisch karakter van de dienstverlening
kan garanderen. Op het huidig moment staan hier vooral het postwezen en het
openbaar vervoer onder zware druk als gevolg van Europese regelgeving. In
andere gevallen moet een dwingende regulering op het vlak van toegankelijkheid
en tarieven de markt bijsturen en sociale tarieven garanderen voor de laagste
inkomensgroepen. Dit geldt onder meer voor de energiesector, voor
telecommunicatie en internettoepassingen. Tot slot wil Groen! het democratisch
recht op onderwijs sterk verankeren waarbij elke vermarkting uit den boze is.
Een goede publieke dienstverlening vraagt dus een inspanning van de overheid,
ook financieel, maar als de middelen goed besteed worden is het die inspanning
waard.
Wat wil Groen!?
Drie zaken staan voor Groen! telkens centraal:




het vrijwaren van het universeel karakter en van de kwaliteit van de
openbare dienstverlening voor de hele samenleving
een tariefbeleid dat het hele pakket aan openbare dienstverlening
betaalbaar en toegankelijk maakt voor alle inkomensgroepen
het versterken van de bestaande overheidsbedrijven zodat ze beter
gewapend om de concurrentie met de privésector aan te gaan.
Het spoorvervoer: stimuleren in plaats van privatiseren
De liberalisering van het spoorvervoer heeft voor het reizigersverkeer tot
nu toe enkel geleid tot een verschraling van het internationale
reizigersvervoer (volledige afschaffing van de klassieke nachttreinen,
verdwijnen van een deel van de klassieke dagtreinen). Duurdere
hogesnelheidstreinen kunnen dat hiaat niet volledig opvullen. Ook de
hogesnelheidstreinen zijn op het vlak van rendabiliteit overigens beperkt
tot een aantal toplijnen. Ze rijden bovendien slechts op een beperkt aantal
lijnen.
Daarom willen we op Europees niveau opdrachten van openbare dienst die
klassieke treinverbindingen over langere afstanden en meerdere landen
ook in de toekomst mogelijk maken op minder belangrijke internationale
assen. Dit kan door de invoering van een basismobiliteit op Europees
niveau: op elke internationale hoofdlijn wordt een minimale dagelijkse
frequentie gehandhaafd tegen een normaal treintarief op het niveau van
de binnenlandse treintarieven. De betrokken spoormaatschappijen worden
a rato van hun inzet vergoed voor het niet door inkomsten gedekte deel
van de openbare dienst. Zo kunnen we vermijden dat internationaal
spoorverkeer zich verengt tot een beperkt pakket van spoorverbindingen,
waar goede spoormaatschappijen de concurrentie met het vliegtuig voor
het zakelijk verkeer aankunnen.
Groen! is gekant tegen een verdere liberalisering van het binnenlands
reizigersverkeer. Daarom heeft Groen! op het netbeheer na altijd gepleit
voor het bijeenhouden van het spoorbedrijf zowel in exploitatie naar
personen- en goederenverkeer als naar infrastructuurontwikkeling. Enkel
op die manier kan een beleid worden gevoerd dat de binnenlandse
reizigers ten goede komt en dat een verdere expansie van het aanbod
inhoudt tot op de lokale lijnen in de provincie. Wel is te overwegen dat dit
ene spoorbedrijf zowel van de federale als de gewestelijke overheden
opdrachten van openbare dienst kan krijgen.
In het goederenverkeer tekenen zich nu al de desastreuze gevolgen van
de liberalisering voor België af. De vervoerde tonnenmaat dreigt sterk te
dalen, vooral in het intermodaal vervoer.
Groen! pleit voor een ruime betoelaging van het intermodaal vervoer naar
buitenlands voorbeeld zodat dit marktsegment niet verder afkalft en een
alternatief biedt voor de forse toename van het containervervoer in onze
havens.
Dit alles moet voor Groen! resulteren in duidelijke engagementen van de
federale en gewestelijke regeringen naar de NMBS in de vorm van:
o
o
o
de overname van de totale historische schuld van de NMBS zodat
het spoorbedrijf effectief opnieuw van een schone lei kan beginnen;
een volledig gebudgetteerd meerjarig investeringsplan, dat daarna
correct en volgens afspraak wordt uitgevoerd;
een nieuw beheerscontract dat het treinaanbod vanaf 2007 verder
uitbreidt en garandeert.
Groen! wil dat de federale overheid als hoofdaandeelhouder van de NMBS
het spoorbedrijf in staat stelt om haar productiviteit vooral inzake het
goederenvervoer op te drijven. Dit moet er uiteindelijk toe leiden dat
verzelfstandigingsoperaties niet verder nodig zijn en dat we
privatiseringen kunnen vermijden. Het is aan de federale overheid om het
daarbij noodzakelijke sociaal plan te financieren.

De Post: basisdienstverlening betaalbaar voor iedereen
Ook bij De Post was het de voorbije jaren allesbehalve rustig. De
priorzegel, een verkapte prijsverhoging en (letterlijk) een dienstverlening
met twee snelheden onder het mom van kwaliteitsverhoging - mag
binnenkort weer de vuilnisbak in. Op de nieuwe sorteercentra is het nog
altijd wachten. De toekomst van kleine kantoren blijft onzeker, het
personeelsbestand moet inkrimpen. De opkomst van nieuwe
communicatiemedia vormt bovendien een bijkomende uitdaging.
Voor Groen! blijft de garantie van betaalbare, voor iedereen toegankelijke
postdiensten een belangrijke overheidstaak. Maar het vraagt wel een
ernstige inspanning van De Post als zij die uitdaging met succes wil
aangaan. Optimale dienstverlening en optimale besteding van
overheidsmiddelen zijn de kernwoorden:
o
o
o
o
o
Recht op betaalbare, kwaliteitsvolle dienstverlening. Iedereen moet
op tijd zijn post, krant of tijdschrift krijgen, waar hij of zij ook
woont. Ook bereikbare postbussen en -kantoren behoren tot de
basisdienstverlening.
De overheid bepaalt de inhoud en voorwaarden voor die universele
dienstverlening en waakt over de naleving van objectieve
kwaliteitsnormen.
Commerciële activiteiten kunnen perfect, op voorwaarde dat zij de
essentiële dienstverlening niet belemmeren.
De sociale rol van kantoren en postbodes moet objectief
gevaloriseerd worden en waar nodig vergoed voor de overheid.
Door samen te werken met gemeenten, OCMW’s, NMBS (kantoren
in stations), maar ook met de privé-sector kan men een fijnmazige
dienstverlening waarborgen. En waarom geen klassieke en nieuwe
communicatiemedia combineren: een overheidswinkel met
postdiensten én internet?
Een politiek van de tijd
Waarom een politiek van de tijd?
Het gebrek aan tijd legt voor vele mensen een zware druk op hun welzijn en
levenskwaliteit. Heel wat koppels en eenoudergezinnen kreunen onder de druk
van langer, harder en flexibeler werken in een overactieve welvaartsstaat. Een
voltijdse job en een gezin zijn vaak moeilijk combineerbaar. Iedere dag
worstelen we met tijd: de job, de boodschappen, de kinderopvang, de file
onderweg, werk mee naar huis, … Tijdsdruk is niet alleen een probleem van
hooggeschoolde tweeverdieners. In vele schoonmaakbedrijven gelden de meest
gezinsonvriendelijke uren. En probeer als alleenstaande moeder of vader maar
eens om een voltijdse job te combineren met zorg voor kinderen.
Waar de ene groep te veel werk en te weinig tijd heeft, groeit ondertussen het
leger werklozen. Vandaag wil men meer mensen langer laten werken. Groen!
kiest daarentegen voor herverdeling van arbeid en tijd. Groen! wil meer
levenskwaliteit door mensen kansen te geven om minder te werken. Zo krijgen
anderen de kans om te werken. Kortom: een tijds- en combinatiebeleid is
cruciaal voor iedereen. In onze moderne maatschappij is het een
basisvoorwaarde voor het welzijn en levenskwaliteit.
Wat wil Groen!
Naast (betaald) werk bieden ook andere vormen van engagement individuele
ontplooiing en betrokkenheid. Groen! wil meer mensen de kans geven om te
werken door meer mensen de kans te geven om minder te werken. Wie zin heeft
om minder te werken, moet daar de kans toe krijgen. Een groen tijdsbeleid geeft
mensen meer keuzevrijheid om de arbeidstijd te laten variëren volgens de
levensfase.
Nu domineert nog altijd het klassieke loopbaanmodel: van de schoolbank tot aan
het pensioen werken we liefst voltijds en ononderbroken. Met een duurzaam
tijdsbeleid wil Groen! een meer emanciperende visie op loopbanen. Na de
schooltijd werken mannen en vrouwen periodes voltijds, onderbreken ze
eventueel hun professionele loopbaan voor zorgtaken of andere engagementen,
kennen ze periodes van deeltijdwerk afhankelijk van de fase in hun leven, om
vervolgens al dan niet weer naar voltijdse banen door te stromen. Groen! pleit
voor een samenleving waarin betaalde arbeid niet de levensloop dicteert, maar
waarin arbeid, zorg en vrije tijd ruimte en waardering krijgen in een duurzaam
evenwicht. Levens- en sociale noden sturen dan de tijdskeuzes, eerder dan
economische noden.
Een tijdsbeleid houdt rekening met de volle duur van een mensenleven. Groen!
wil een debat over oudere werknemers en eindeloopbaan, waarbij kwaliteit van
arbeid en kwaliteit van leven centraal staan. Wil men oudere werknemers de
kans geven iets langer te blijven werken, dan gebeurt dat niet door te knabbelen
aan brugpensioenstelsels. Het kan wel door mensen de kans te geven om hun
loopbaan anders in te delen, via tijdskredieten, maar ook via landingsbanen voor
oudere werknemers en door het stimuleren van mentorschap tegenover jongere
collega’s.
Een concreet actieplan.
De waaier aan beleidsinstrumenten voor een tijdsbeleid groeide de afgelopen
jaren. Deeltijdarbeid en tijdskrediet, landingsbanen in de zorg,
borstvoedingsverlof en ouderschapsverlof, vaderschapsverlof, palliatief verlof, …
Deze maatregelen kennen ook steeds meer succes. De volgende jaren is er zowel
nood aan uitbreiding als aan vereenvoudiging en harmonisering van de
verschillende stelsels. Cruciaal is ook meer aandacht voor een gelijkere verdeling
tussen mannen en vrouwen, zowel van de tijdsmaatregelen als van zorgtaken.
Tijdsbeleid is een hefboom voor meer levenskwaliteit én voor
arbeidsherverdeling, zodat wie vandaag werk zoekt, ook een job kan vinden.
Hefbomen voor verandering

Groen! wil voltijdse sociale zekerheidsrechten voor wie 30 uur
werkt
Groen! wil bedrijven en vakbonden aanmoedigen om werknemers meer
keuzevrijheid te geven om minder te werken. Een belangrijke stap is om
30 uur loonarbeid per week als norm voor een voltijdse baan te
beschouwen voor de opbouw van sociale zekerheidsrechten (zoals het
recht op pensioen en werkloosheidsuitkering). Met sociale lasten die het
laagst zijn voor wie in een 30-urenweek werkt, stimuleren we bedrijven
om dergelijke stelsels toe te kennen.

Groen! wil systemen van sectorale arbeidsduurverkorting
stimuleren
Groen! wil voluit gaan voor nieuwe jobs. Verlaging van de patronale
bijdragen en premies uit een Tijdsfonds voor werknemers die minder gaan
werken, moeten de sociale partners in de diverse sectoren stimuleren om
CAO's met arbeidsduurverkorting af te sluiten. Op die manier kunnen
duizenden mensen aan de slag. Groen! opteert in eerste instantie voor
sectoren waar de zwakkere groepen op de arbeidsmarkt nog kansen
krijgen en waar nu tienduizenden kortgeschoolden werken. Op termijn wil
Groen! het systeem uitbreiden naar andere sectoren.

Groen! wil vijf jaar tijdskrediet als recht voor iedereen
Tegen 2010 moet iedereen, ongeacht de sector, recht hebben op vijf
jaar betaald tijdskrediet gedurende een volledige loopbaan en met
behoud van alle rechten op sociale zekerheid en pensioen. Een tijdskrediet
moet toelaten om de vrijgekomen tijd te besteden aan zorg,
vrijwilligerswerk, bijscholing of gewoon vakantie. Dat tijdskrediet is vrij in
te vullen: 1 dag per week, 1 week per maand, 1 maand per jaar, 1 jaar
per decennium, 3 maanden per jaar, 5 jaar achter mekaar, … Groen! wil
bovendien creatieve oplossingen om ook zelfstandigen en werknemers van
KMO’s de kans op onthaasting te geven.
Recht op tijdskrediet is vanuit zorgoogpunt veel wenselijker dan
‘tijdsparen’. Tijdsparen zet werknemers aan om meer overuren te
presteren en op te sparen, of om verlofdagen niet op te nemen, wat de
combinatie arbeid en gezin op korte termijn alleen maar kan verzwaren.
Bovendien creëert tijdskrediet jobs, omdat er een gedeeltelijke aanwerving
is ter vervanging van wie tijdskrediet neemt. Tijdsparen doodt jobs, door
mensen langer te laten werken.

Groen! wil ouderschapsverlof uitbreiden tot één jaar per kind
Een vernieuwend tijdsbeleid is een hefboom voor meer zorg voor
kinderen. Een mens- en gezinsvriendelijk tijdsbeleid betekent de
onmiddellijke uitbreiding van het recht op ouderschapsverlof tot één
jaar per kind voor beide ouders. Bovendien wil Groen! dat het
ouderschapsverlof opgenomen kan worden zolang de kinderen jonger dan
18 zijn. Zo kunnen ouders niet alleen voor de zeer kleine kinderen meer
tijd maken, maar ook als er meer aandacht nodig is in andere levensfases.

Groen! wil nachtrust en zondagsrust beschermen.
Groen! wil de beperking op zondagsopening van winkels behouden. Meer
zondagsopening is een volgende stap naar een 24-uurs-economie, ten
koste van het personeel en van kleine zelfstandigen, die bij
zondagsopening moeilijker opkunnen tegen grote ketens. Omwille van
levenskwaliteit van mensen willen we ook nachtarbeid en overuren
beperkt houden. Een tijdsbeleid moet ook voor minder sterke groepen op
de arbeidsmarkt voldoende mens- en gezinsvriendelijke uren proberen te
bieden.

Groen! wil bedrijven stimuleren om een mensvriendelijk
personeelsbeleid te voeren.
Een mensvriendelijk personeelsbeleid biedt werknemers de reële
mogelijkheden om via tijdskredieten, ouderschapsverlof, mogelijkheden
tot overschakeling van voltijds naar deeltijds werk (of omgekeerd) arbeid,
gezin en andere engagementen op een optimale manier te combineren,
zonder de werkdruk te verhogen of de kwaliteit van de arbeid te verlagen.
Daarom wil Groen! de patronale bijdragen verlagen voor alle
aanwervingen die gebeuren ter vervanging van mensen die via
tijdsmaatregelen hun arbeidsduur verminderen of onderbreken.

Groen! wil een ander debat over vergrijzing
Groen! wil in het debat over vergrijzing de eenzijdige focus op de
verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de rigide 'langer
werken'-retoriek vervangen door een meer moderne en flexibele visie op
arbeid, arbeidstijd, loopbaan en op de relatie tussen loonarbeid en andere
vormen van maatschappelijk en noodzakelijk werk.
Anders werken veronderstelt een duurzaam tijdsbeleid en een nieuwe visie
op loopbanen. In plaats van 30 tot 35 jaar voltijds te werken en vervroegd
uit te stromen, kunnen we mannen en vrouwen in de 21ste eeuw andere
loopbanen bieden. Mensen kunnen na de school eerst voltijds werken, om
dan eventueel hun loopbaan voor zorgtaken, opleiding of andere
engagementen te onderbreken, of om te kiezen voor deeltijdwerk.
Vervolgens kunnen ze al dan niet weer voltijds werken om tenslotte voor
een geleidelijke overgang naar pensioen te kiezen.
Het debat over de vergrijzing en de toekomst van onze sociale
bescherming wordt onmogelijk als de discussie over de aanvullende en
alternatieve financiering in de lade blijft.

Groen! wil meer investeren in de sociale economie.
De werkeisen en de tijdsdruk op de reguliere arbeidsmarkt liggen zo hoog,
dat zelfs met een duurzaam en mensvriendelijk personeelsbeleid de lat
voor een aantal mensen te hoog blijft liggen. Eigen aan de sociale
economie is dat men hier wél vertrekt van de mogelijkheden van de
(doelgroep)werknemers en vanuit hun kracht en mogelijkheden
maatschappelijk erg noodzakelijke producten en diensten levert. Om
mensen aan de rand van de arbeidsmarkt voldoende kansen te geven op
kwalitatieve en duurzame werkgelegenheid, is een uitbreiding van de
sociale economie noodzakelijk.
Zorgzekerheid uitbouwen voor iedereen
Waarom werk maken van zorgzekerheid?
Mensen leven vandaag langer. Deze veroudering leidt wel tot stijgende
zorgbehoeften. Ook wie op actieve leeftijd is, kent vaak stijgende zorgbehoeften.
Onze economie legt de lat steeds hoger voor mensen, waardoor een groeiende
groep niet meer meekan. Dat leidt tot stijgende zorgbehoeften, waarop we een
antwoord moeten geven.
Bovendien zijn onze welvaart en ons welzijn erg ongelijk verdeeld. In 2002
moesten liefst 15% meer mensen een beroep doen op het OCMW voor een
leefloon. Meer dan 400.000 Belgen krijgen hun schulden niet afbetaald. De
werkloosheid stijgt. Groen! vindt armoede onaanvaardbaar en pleit voor gelijke
rechten (en kansen) op bestaanszekerheid, huisvesting, onderwijs en zorg.
Daarom moeten we werk maken van meer zorgzekerheid.
Wat wil Groen!
Groen wil meer sociale rechtvaardigheid. We willen blijven opkomen voor
solidariteit. Een groen project is voor ons per definitie ook een sociaal project.
We willen levenskwaliteit immers voor iedereen zo maximaal mogelijk te maken.
Daarom kiest Groen! voor een sterker sociaal beleid. Een rechtvaardige
verdeling van rijkdom én van toegang tot milieugoederen als zuivere lucht of
zuiver water is daarvoor een voorwaarde. Dat veronderstelt herverdeling tussen
de bewoners in ons land, maar ook herverdeling op wereldvlak. Het is ook een
keuze voor solidariteit met onze kinderen en kleinkinderen.
Groen wil ook een verdere versterking van het zorgbeleid. Werken aan
levenskwaliteit is werken aan zorgzekerheid. Zorgzekerheid is mensen recht op
zorg en kans op een verantwoorde keuze geven. Mensen moeten een beroep
kunnen doen op de zorg die ze nodig hebben en daarbij een zo groot mogelijke
zorgkeuze hebben. Dat veronderstelt de autonomie van mensen ondersteunen,
informele zorg uitbouwen en een verder groeiend professioneel aanbod. Zelfzorg,
zorg voor naasten en familie en professionele zorg moeten goed op elkaar zijn
afgestemd. Zorgzekerheid is een van de basistaken van de Vlaamse overheid, die
inspanningen vereist op alle beleidsdomeinen.
Hefbomen voor verandering

Groen! wil een sterker sociaal beleid
Een sterker sociaal beleid betekent kiezen voor herverdeling van middelen
vanuit solidariteit en sociale rechtvaardigheid.
Dat veronderstelt een verhoging van de sociale minima met 6% en
het welvaartsvast maken ervan. Een leefloon moet immers meer
zijn dan een ‘overleef-loon’.
o Het betekent werk maken van het alimentatiefonds, zodat (ex)partners na een scheiding niet langer in armoede terecht dreigen te
komen.
o Het vraagt om een versterking van het stedenbeleid in Vlaanderen.
Wie moet leven aan de onderkant van de samenleving, zoekt
immers vaak de stad op, waar de steden onvoldoende middelen
hebben om hun sociaal-economische situatie te verbeteren en de
leefkwaliteit van alle wijken op peil te houden.
o Ruim 10 jaar na het ‘Algemeen Verslag over de Armoede’ is het de
hoogste tijd voor een evaluatie en een nieuwe impuls.
o Groen! wil meer aandacht voor armoede, ongelijkheid en uitsluiting
in alle beleidsdomeinen, zoals onderwijs, huisvesting,
arbeidsmarktbeleid of welzijnsbeleid.
o Ten slotte betekent het een modernisering van de sociale zekerheid,
zodat deze ook zekerheid blijft bieden in tijden van hoge
werkloosheid, precaire jobs en vergrijzing.
Groen! wil een verdere versterking van het zorgbeleid.
o

Aan levenskwaliteit voor wie zorg nodig heeft, hangt een prijskaartje.
Daarom moeten we de keuze voor zorgzekerheid ook budgettair vertalen.
Dat vereist een welzijnsbudget dat de zorgbehoeften kan dekken. Het is
niet evident, maar wel noodzakelijk om op federaal niveau het budget voor
gezondheidszorg de volgende jaren met bijna 5% per jaar te laten stijgen.
Op Vlaams niveau vereist de garantie van zorgzekerheid een structurele
en duurzame toename van het welzijnsbudget als antwoord op
demografische, sociaal-economische en culturele verschuivingen. We
moeten de grenzen van de zorg verleggen om het zorgniveau in onze
samenleving op peil te houden. Indien een volgende Vlaamse regering dit
niet structureel inbouwt, dan wordt de zorgbalans negatief en dreigen
wachtlijsten voor zorgvragers en toenemende werkdruk voor
zorgverleners. Dat vereist een zorg-kartel tussen
beleidsverantwoordelijken van verschillende partijen en beleidsniveaus om
zorgzekerheid te realiseren en budgettair te vertalen.

Groen! wil de zorgverzekering uitbouwen en solidair financieren
De zorgverzekering is een van de meest cruciale hefbomen om
zorgzekerheid te garanderen. De Vlaamse erkenning van
zorgafhankelijkheid als nieuw sociaal risico is baanbrekend in onze
welvaartsstaat. De uitbouw van de zorgverzekering vormt een belangrijke
stap in de vernieuwing ervan.
Anno 2004 maken al 140.000 mensen gebruik van de zorgverzekering. De
verdere uitbouw vereist een aanpassing van de financiering. De Vlaamse
overheid besteedt jaarlijks bijna 100 miljoen euro aan het Zorgfonds.
Daarnaast betaalt iedere Vlaming een jaarlijkse bijdrage aan haar of zijn
zorgkas. Er zijn nu reeds twee categorieën van bijdragebetalers. Wie kan
genieten van het recht op een verhoogde tegemoetkoming in de
ziekteverzekering (WIGW’s), betaalt een lagere bijdrage. Zo is een eerste
stap gezet naar bijdragen op basis van draagkracht. Omwille van sociale
rechtvaardigheid moeten we op korte termijn overgaan naar een volledig
inkomensgebonden financiering en dus de bijdrage koppelen aan de
hoogte van het inkomen. Dat kan door de invoering van een zorgcentiem
via de personenbelasting ter vervanging van de huidige forfaitaire
bijdrage.

Groen! wil een verdere modernisering van de zorg
Groen! wil niet alleen aandacht voor een economie van de zorg: hoe gaan
we het betalen? We willen vooral ook aandacht voor een ecologie van de
zorg: hoe kunnen we kwalitatieve zorg voor iedereen garanderen en de
levenskwaliteit maximaliseren? Dat vereist dat we zowel aan meer als aan
andere zorg werken. Dat we tegelijk professionele zorg uitbouwen, meer
afstemmen op de zorgvrager en mensen kansen geven en stimuleren tot
informele zorg. Hiervoor moeten ze tijd hebben (zie een politiek van de
tijd) en stimulansen krijgen. Uitbouw van informele zorg betekent
zorgnetwerken ondersteunen en de afstemming op professionele zorg
versterken.

Groen! wil een keuze voor zorg op maat van de zorgvrager
Wie zorg nodig heeft, stuit nog te vaak op drempels bij de toegang tot
zorg. Zorgzekerheid versterken is drempels wegwerken. Naast de
zorgverzekering kunnen ook organisatorische maatregelen de
zorgzekerheid versterken. Zo is het veel eenvoudiger om mensen enkel
remgeld te laten betalen. Dat kan door de veralgemening van het
derdebetalersysteem voor de hele gezondheidszorg.
Een groene visie op gezonde voeding en landbouw
Lekker en gezond kunnen eten zou een evidentie moeten zijn. Maar
voedselveiligheid is de laatste jaren een hot item: dolle koeien, varkens met
pest, grieperige dioxinekippen en peren met pesticide… Ons voedsel wordt nu
strenger gecontroleerd. Maar die controle zegt nog niets over de smaak of de
milieu- en diervriendelijkheid van wat we eten. Een gecontroleerd kistkalf blijft
een kistkalf, gekweekt in een te kleine box. Ook al zou genetisch gemanipuleerd
voedsel voor onze maag veilig zijn, is het dat dan ook voor onze velden? Wat als
onze kip een plofkip blijkt te zijn, ingespoten met varkens- of rundereiwitten en
water om zo groter en sappiger te lijken? Groen! wil smaakvol en gezond voedsel
voor iedereen.
Wat wil Groen!
Groen! kiest voor een verdere vergroening van het landbouwbeleid. Groen! wil
gezond en kwaliteitsvol voedsel, een rechtvaardig en duurzaam inkomen voor de
landbouw(st)er en een evenwicht tussen landbouw, milieu en dierenwelzijn.
Iedereen heeft recht op smaakvol en gezond voedsel. Daarom willen we
duurzame producten voor iedereen betaalbaar en toegankelijk maken, en zorgen
voor duidelijke,leesbare productinformatie. Ook moeten consumenten en
producenten kunnen kiezen voor voedsel dat niet genetisch gemanipuleerd is.
Hefbomen voor verandering
Een andere landbouw, veeteelt en visserij
Gezond en kwaliteitsvol voedsel zonder pesticiden, antibiotica of hormonen, een
rechtvaardig en duurzaam inkomen voor de landbouwers en een duurzaam
evenwicht tussen landbouw, milieu en dierenwelzijn: dat is waar een groen
landbouwbeleid voor staat.



Naar 10% biolandbouw in 2010: steun voor meer duurzame en
biologische landbouw, zowel voor opleiding en onderwijs, omschakeling,
promotie, bedrijfsbegeleiding als uitbouw van de afzetketens.
Milieu- en diervriendelijke productie stimuleren. Wij willen een
verdere ombouw van het EU-landbouwbeleid, om te komen tot een
multifunctionele landbouw, die sociale, ecologische en economische doelen
met elkaar verbindt. Daarom willen we de afbouw van dier- en
akkerpremies die meer op ‘massa’ dan op kwaliteit gericht zijn. Premies
willen we verbinden aan kwaliteits-, milieu- en dierenwelzijnsnormen. In
de toekomst willen we de helft van de voorziene middelen los van de
productie richten op duurzame ontwikkeling van het platteland.
Belastinggeld gaat zo niet meer naar overproductie maar naar een
duurzame landbouw.
De landbouwhervorming afstemmen op een keuze voor duurzame
ontwikkeling binnen de Wereld Handels Organisatie. Dat kan door
versterking van duurzame ontwikkeling in de ontwikkelingslanden




en door gelijktijdig de kwaliteits-, milieu- en dierenwelzijnsnormen
wereldwijd te ontwikkelen en verzekeren. Exportsubsidies willen we
afschaffen. In plaats daarvan gaat er steun naar regionale productie- en
marktstructuren in de ontwikkelingslanden.
Diervriendelijke veehouderij, met duidelijke dierenwelzijnnormen:
beschikbare oppervlakte per dier, natuurlijke afwisseling van dag en nacht,
toegang tot buitenloop en onderling contact, verbod op wrede fok- en
dwangvoedermethodes.
Gezonde landbouw voor gezond drinkwater. Dat kan door het
pesticidengebruik te verminderen en het mestoverschot weg te werken.
Het mestactieplan en het mestdecreet zijn aan een globale herziening toe.
Groen! pleit voor duidelijke normen zodat de kwaliteit van ons grondwater
verzekerd is. Een vereenvoudiging van de regelgeving kan samengaan met
meer garanties voor de milieudoelstellingen. Een aanpak aan de bron staat
daarbij centraal. Groen! wil boeren steunen die kiezen voor een afbouw
van de veestapel.
Landbouwers spelen een sleutelrol in plattelandsontwikkeling als
leverancier van kwaliteitsvol voedsel, maar ook in landschapsbeheer,
zachte recreatie en toerisme. Plattelandsvlucht willen we actief tegengaan
door steunprogramma’s (gericht op diversifiëring), ook in de nieuwe EUlidstaten. Groen! wil daarbij ook steun voor landbouwers die ook bezig zijn
met biomassa- en windinstallaties, hernieuwbare grondstoffen en
duurzaam toerisme.
Bij internationale afspraken over beheer van zeeën en oceanen krijgt
kleinschalige seizoens- en kustvisserij voorrang boven industriële
zeevisserij. De Europese zeevisserijvloot wordt ingekrompen. We willen
visquota en zeedagenregelingen afstemmen op de herstelmogelijkheden
van de visstand.
Gezonde voeding, betaalbaar en beschikbaar voor iedereen
Veel mensen willen kiezen voor gezond, milieu- en diervriendelijk geproduceerd
voedsel. Maar vaak schrikken ze terug voor de prijs. Groen! wil voor iedereen
betaalbare en beschikbare biovoeding. Het is niet logisch dat consumenten een
meerprijs moeten betalen, terwijl de industriële landbouw haar ecologische kost
op de hele maatschappij afwentelt.




Goedkopere biovoeding door een lagere BTW, betere
afzetmogelijkheden, ondersteuning van groente- en fruitabonnementen,…
Stimuleren van biovoeding in scholen, ziekenhuizen en
overheidsinstellingen. Alle overheidskantines voorzien ook een
vegetarische maaltijd.
Kinderen zijn gevoeliger voor schadelijke stoffen in voedsel en worden er
door hun eetgewoonten dikwijls meer aan blootgesteld. Groen! wil normen
hierop afstemmen.
Gezonde voeding, ook voor zuigelingen. Groen! wil borstvoeding
stimuleren en via een doortastend milieubeleid de kwaliteit van de
moedermelk beschermen.
Goede productinformatie
Om als consument bewust te kunnen kiezen, moet je wel weten wat je
voorgeschoteld krijgt. Als consument heb je recht op duidelijke, leesbare
productinformatie, over de ingrediënten, maar ook over herkomst,
productiewijze en respect voor milieu- en dierenwelzijn.
Geen genetisch gemanipuleerd voedsel in mijn bord
Het gebruik van genetisch gemanipuleerde organismen (GGO’s) is echt niet
zonder risico. Groen! wil de garantie dat boeren en consumenten kunnen kiezen
voor GGO-vrij voedsel.




Groen! wil besmetting van landbouw en natuur met GGO’s voorkomen.
Alleen zo kan men het recht op GGO-vrij voedsel garanderen.
We willen de aansprakelijkheid van GGO-producenten duidelijk regelen. Zij
moeten instaan voor de kosten van bescherming tegen GGO’s.
Zolang er geen duidelijke regels zijn voor heel de EU die de coëxistentie
tussen GGO- en niet-GGO-gewassen en de aansprakelijkheid regelen,
dient het moratorium op GGO’s gehandhaafd te blijven.
Groen! wil GGO-vrije zones afbakenen om besmetting met GGO’s te
vermijden. Gemeenten moeten hun grondgebied GGO-vrij kunnen
verklaren.
Solidariteit tussen generaties versterken
Een groene kijk op vergrijzing.
Het discours over de vergrijzing is vooral alarmerend. Pensioenen en
gezondheidszorg zouden onbetaalbaar worden, tenzij iedereen langer gaat
werken. Wie niet zelf aan pensioensparen zou doen, kan een comfortabele oude
dag vergeten. De vergrijzing dreigt te worden misbruikt om inlevering te
legitimeren en een gedeeltelijke privatisering van de sociale zekerheid te
stimuleren. Je zou voor minder grijze haren krijgen…
Groen! kiest voor een andere, positieve benadering. Dat meer mensen ouder
worden, langer leven, langer van hun pensioen kunnen genieten en langer
gezond blijven, dan vormt één van de grote successen van de welvaartsstaat in
de voorbije decennia.
Die vergrijzing dwingt ons vandaag wél om na te denken over maatregelen om
de vergrijzing vandaag en de volgende decennia goed op te vangen en om onze
samenleving aan te passen aan deze verandering. Dat omvat veel meer dan
enkel weer de vraag naar de betaalbaarheid. Voor Groen! zijn er drie grote
uitdagingen:



Groen! wil mensen zekerheid geven voor hun oude dag. Dat betekent
de verdere uitbouw van zorg, pensioenen en solidariteit in een
vergrijzende samenleving, met een duurzame en meer rechtvaardige
financiering ervan.
Groen! wil de levenskwaliteit van mensen ook in hun tweede levenshelft
vergroten. Onze samenleving moet kunnen garanderen dat wie oud wordt,
zo lang mogelijk van zijn of haar oude dag kan genieten.
Groen! wil ten slotte voldoende betrokkenheid van ouderen bij de
samenleving en van de samenleving bij ouderen. Dat vereist een
wederzijdse responsabilisering. Om er voor te zorgen dat ‘oud’ niet ‘out’ is,
moeten we de groeiende opdeling tegengaan tussen economisch actieven
die de samenleving domineren, en de groeiende groep economisch
zogenaamd niet-actieven.
De vijf uitgangspunten van Groen!
De uitdaging van de vergrijzing gaat dus over meer dan over de betaalbaarheid
of over het eindeloopbaandebat. Meer ouderen in onze maatschappij raakt
fundamenteel aan de inrichting van onze samenleving. Het groene antwoord op
de uitdagingen van de vergrijzing vertrekt van vijf uitgangspunten:





Groen! stelt levenskwaliteit van ouderen centraal
Groen! vertrekt van de kracht en maximale zelfredzaamheid van
ouderen
Groen! kiest voor solidariteit tussen én binnen generaties
Groen! kiest voor een cultuur van betrokkenheid van bevolkings- en
leeftijdsgroepen bij elkaar en bij de samenleving.
Groen! wil deze uitgangspunten voor iedereen kunnen waarmaken. Dat
vereist een beleid dat vertrekt van de levensloop van mensen.
Zekerheid voor de oude dag vraagt een sterke eerste pensioenpijler.
1. Groen! wil prioriteit voor een voldoende hoog en welvaartsvast
wettelijk pensioen
Een volwaardig pensioen is één van de basisvoorwaarden voor een kwalitatieve
oude dag. De voortdurende onheilsboodschappen over de betaalbaarheid van de
vergrijzing maakt mensen vandaag angstig en onzeker over hun oude dag. Privéverzekeraars stimuleren deze onzekerheid maar al te graag om hun
verzekeringsproducten en pensioenplannen te slijten. Maar ook deze regering
biedt ouderen en werknemers onvoldoende zekerheid. Ze maakt veel middelen
vrij om de tweede en derde pensioenpijler fiscaal te stimuleren, maar maakt
onvoldoende werk van een voldoende hoog en welvaartsvast wettelijk pensioen.
In plaats van mensen angst aan te jagen over hun pensioen wil Groen! dat de
overheid prioritair een voldoende sterke en welvaartsvaste eerste
pensioenpijler garandeert. Een voldoende sterk wettelijk pensioen is cruciaal
moet het uitgangspunt van ieder pensioenbeleid zijn.




De afgelopen 10 jaar verloren de pensioenen steeds verder terrein ten
aanzien van de lonen en inkomens uit vermogen. Daarom willen we
pensioenen welvaartsvast maken. Een inhaalbeweging moet de
verloren welvaartsvastheid van het voorbije decennium compenseren,
zeker voor de laagste pensioenen. Bijzondere aandacht moet gaan naar de
lage pensioenen van vrouwen met een nog onvolledige loopbaan en naar
een verdere gelijkschakeling van pensioenen van zelfstandigen.
Ondersteuningsmaatregelen voor de tweede en derde pensioenpijler
mogen op geen enkele manier ten koste gaan van de eerste wettelijke
pijler.
Groen! verzet zich verder tegen een eenzijdige sociale afbraak van
pensioenrechten (bijvoorbeeld door het verhogen van de wettelijke
pensioenleeftijd) of van het brugpensioen.
Groen! wil meer flexibele en geleidelijke overgangen tussen arbeid en
pensioen aanmoedigen. Ook voor wie op pensioen is, wil Groen! actief
maatschappelijk engagement aanmoedigen. Groen! wil wel vermijden dat
gepensioneerden om inkomensredenen gedwongen zijn om bij te
verdienen.
2. Groen! kiest voor duurzame pensioenfondsen.
Liefst 111 miljard euro hebben de Belgen opzij liggen voor de opbouw van
aanvullende pensioenen. Mede dankzij fiscale stimuli heeft het pensioensparen
het afgelopen decennium een reusachtige vlucht genomen en bedraagt vandaag
bijna de helft van het BBP van één jaar. De pensioenfondsen groeiden daarmee
uit tot mega-investeerders met een cruciale invloed op de beurs, het vastgoed en
op de economie.
Groen! wil dat de overheid dringend werk maakt van meer duurzame
pensioenfondsen in de tweede en derde pensioenpijler. Dat is nodig. De
meeste pensioenfondsen hebben vooral oog voor maximale rendementen, en
onvoldoende tot niet voor werkgelegenheid, duurzaamheid of solidariteit. De
rendementsdruk op korte termijn in de bedrijven leidt zo tot meer onzekerheid
ten koste van de werknemers die net bijdragen aan die pensioenfondsen. Het
zoeken naar zekerheid voor de oude dag vergroot dus de onzekerheid over de
job vandaag.
Groen! wil uit deze paradox door duurzame pensioenfondsen, die investeren in
duurzame sectoren, op basis van erkende economische, sociale, ecologische en
ethische criteria. Zo komt ook extra geld beschikbaar voor sectoren van de
toekomst zoals milieutechnologie (groene energie, afvalrecyclage, duurzame
vormen van biotechnologie,…). Studies van financiële instellingen tonen aan dat
duurzame investeringen over een lange periode eenzelfde rendabiliteit opleveren
als de bestaande pensioenfondsen. Daarom wil Groen! dat overheidsinstellingen
kiezen voor duurzame pensioenfondsen.
Groen! steunt het wetsvoorstel van Ecolo ‘tot duurzame oriëntatie van de
pensioenfondsen van de tweede en de derde pijler en van de reserves van het
Zilverfonds’. Groen! wil de fiscale voordelen voor het pensioensparen
koppelen aan hefbomen voor een meer duurzame economie. Dat kan door
de middelen enkel in duurzame fondsen te beleggen. Dat kan ook door de
garantie dat het kapitaal voor een minimale periode van vijf jaar in een bedrijf
blijft, als rem voor een zuiver speculatief kapitalisme. Voor het volledige dossier,
zie
http://www.groen.be/nieuwseninformatie/pers/persconf_item.asp?persconf_id=1
55
3. De vergrijzing betaalbaar maken.
De babyboomgeneratie gaat de volgende jaren op pensioen, wat tot meer
gepensioneerden zal leiden. Tegelijk leven mensen steeds langer. Dat vertaalt
zich in stijgende uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg. De vergrijzing
vormt daarom een belangrijke financiële uitdaging voor de sociale zekerheid en
de overheidsuitgaven.
Volgens nieuwe berekeningen van de Hoge Raad voor Financiën
(Studiecommissie voor de vergrijzing, scenario mei 2006) vraagt de totale
budgettaire kost van de vergrijzing tussen 2005 en 2030 een toename van de
sociale uitgaven van 3,8% van het BBP, inclusief een beperkte
welvaartsaanpassing van de uitkeringen. In totaal zijn alle sociale uitgaven in
2030 goed voor 26,8% van het BBP. Dat is veel, maar allesbehalve
onoverkomelijk op 25 jaar.
Een deel van deze middelen kan mogelijk komen uit verdere economische groei.
Toch kunnen we hier als ecologisten niet alles van verwachten. Een
modernisering en verbreding van de financieringsbasis van de sociale zekerheid
dringt zich op. Op haar congres ‘Keuzes voor de Toekomst’ van 2005 legde
Groen! hiervoor de krijtlijnen vast:




Groen! wil een duurzame en meer rechtvaardige financiering voor de
sociale zekerheid. Daarom wil Groen! de bijdragen van loontrekkenden
(werkgevers en werknemers) in de financiering van de sociale zekerheid
verminderen en aanvullen met andere inkomensbronnen.
Dat kan door inkomsten uit vermogen mee te laten bijdragen aan de
financiering van de sociale zekerheid. Ook de extra inkomsten die de
volgende jaren voortkomen uit de roerende voorheffing in het kader van
de Europese spaarrichtlijn moeten dienen als aanvullende financiering van
de sociale zekerheid.
Daarnaast bepleit Groen! een grotere fiscale rechtvaardigheid. Groen!
wil dat die inkomsten uit vermogen die vandaag ontsnappen aan iedere
fiscale bijdrage gelijkaardig worden belast, om met de opbrengst de
financieringsbasis van de sociale zekerheid rechtvaardiger en duurzamer
te maken. De belastbare basis moet zo ruim mogelijk zijn door zoveel
mogelijk inkomens uit vermogen te vatten.
De paarse regering schermt voortdurend met het Zilverfonds wanneer
het over de betaalbaarheid van de pensioenen gaat. Het Zilverfonds wil
financiële reserves opbouwen en boekhoudkundig opzij zetten om het
hoofd te bieden aan de stijgende uitgaven voor pensioenen en
gezondheidszorg. Het vormt een aanzet om de pensioenen betaalbaar te
houden, maar het blijft vooral een begrotingstechniek. De financiering van
het Zilverfonds is onvoldoende structureel en gebeurde in veel te grote
mate met toevallige overschotten en éénmalige operaties. Voor Groen! is
het Zilverfonds onvoldoende omdat het geen structurele hervorming
betekent van de financieringsbasis van de sociale zekerheid. Bovendien is
de techniek onvoldoende transparant. Groen! is voorstander van een
structurele verbreding van de financieringsbasis om de kosten van de
vergrijzing op te vangen (zie hierboven).
4. De vergrijzing anders aanpakken dan het eenzijdige
generatiepact…
Met het Generatiepact wou deze regering een antwoord geven op de vergrijzing.
In plaats van een pact dat werknemers een wervend sociaal perspectief biedt,
zorgde de aanpak van de regering ervoor dat het wantrouwen steeg en het
draagvlak bij werknemers afnam. Met de eenzijdige nadruk op ‘langer-werken’ in
de actieve welvaartsstaat heeft de regering zo een cruciale kans op de
noodzakelijke modernisering van de sociale zekerheid gemist.
Wanneer mensen langer werken, dragen ze langer bij aan de sociale zekerheid.
Hoewel deze logica steeds dominanter wordt, is Groen! het er op een aantal
punten radicaal mee oneens. Groen! bepleit ontspannen loopbanen voor een
betere combinatie van arbeid en gezin én voor een betere overgang tussen werk
en pensioen:



Groen! wil meer mensen die willen werken daadwerkelijk de kans
geven om te kunnen werken. De massale en structurele werkloosheid
vraagt om een ander beleid dan één dat oudere werknemers aanzet om
langer te blijven werken.
Paars wil mensen langer laten werken omdat ze geen werk willen maken
van een echte modernisering van de sociale zekerheid en van de
uitwerking van een alternatieve, meer rechtvaardige financiering ervan
(zie 1.3.)
de huidige benadering van de eindeloopbaan zal weinig effect hebben,
omdat vele bedrijven nog steeds oudere werknemers willen laten
afvloeien. Bovendien ontbreekt het vele werknemers aan een wervend
perspectief voor een herschikking van de arbeid over de gehele loopbaan.
Voor de gedetailleerde kritiek op het Generatiepact, zie
http://www.groen.be/nieuwseninformatie/pers/persconf_item.asp?persconf_id=1
43
Tegenover het eenzijdige generatiepact plaatst Groen! duidelijke alternatieven:


Groen! wil een beleid dat de hele levensloop van mensen als uitgangspunt
neemt. Voor Groen! vereist een debat over de eindeloopbaan een debat
over de gehele levensloop(baan). Met een modernisering van de sociale
zekerheid willen we mensen de kans geven hun arbeid anders over de
gehele levensloopbaan te spreiden. Daarom wil Groen! een
tijdsverzekering als nieuwe pijler in de sociale zekerheid. Een
tijdsverzekering bundelt de bestaande en onvolkomen stelsels van
tijdskredieten en ouderschapsverloven en breidt deze uit, zodat mensen
hun arbeidstijd kunnen aanpassen afhankelijk van de levensfase waarin ze
verkeren.
Groen! wil ook verdere stappen naar een leeftijdsbewust
personeelsbeleid, dat oudere werknemers echte kansen geeft om langer
te werken wanneer ze dit willen, zonder ze te verplichten. Samen met de
tijdsverzekering wil Groen! positieve maatregelen als een aangepast
loopbaanbeleid en het recht op landingsbanen voor alle oudere
werknemers. Groen! wil ook formules van mentorschap sterker uitbouwen,
waarbij oudere werknemers jongeren opleiden en coachen. Zo krijgen
oudere werknemers meer keuze dan enkel voltijds werken of voltijds
brugpensioen: ze kunnen hun arbeidstijd geleidelijk afbouwen én hun
ervaring doorgeven.
Levenskwaliteit ook garanderen in de tweede levenshelft
1. Groen! wil zorgzekerheid garanderen in gezondheids- en
ouderenzorg
De vergrijzing draagt mee bij tot een groeiend beroep op gezondheidszorg:
ouderen hebben meer zorg (care) en meer gezondheidszorg (cure) nodig, met
vaak zwaardere problemen en langere revalidatie. De vergrijzing versterkt de
nood aan een voldoende en betaalbaar aanbod aan zorg en gezondheidszorg.
Groen! wil zorgzekerheid garanderen in gezondheids- en ouderenzorg. Dat
vereist ook een debat over en aanpak van vormen van overconsumptie vandaag,
over wachtlijsten en over de groeiende dualisering in onze gezondheidszorg. Een
voldoende aanbod aan zorg betekent immers niet alleen meer uitgaven voor
gezondheidszorg: zowel om inhoudelijke redenen als om financiële redenen
vereist dit ook een bijsturing van de gezondheidszorg, ondermeer met een
versterking van de eerstelijnszorg.
Onze gezondheidszorg vraagt om dringende bijsturing. Ons land is koploper op
vlak van overconsumptie aan geneesmiddelen en technische prestaties, maar
voor maatschappelijk zwakke bevolkingsgroepen is er onvoldoende toegankelijke
basiszorg.
Het antwoord van de paarse regering blijft echter beperkt tot halfslachtige ad hoc
maatregelen die geen duurzame oplossing bieden en die zeker niet gekaderd zijn
binnen een globale visie op welke gezondheidszorg de beste garanties geeft op
lange termijn voor de patiënt en de samenleving. Groen! vertrekt van een
globale visie op gezondheidszorg, gebaseerd op vier basisprincipes:
1. Groen! wil de patiënt centraal stellen: de hele organisatie van onze
gezondheidszorg moet in functie staan van de noden van de patiënten en
niet gestuurd worden op basis van de eisen van belangengroepen of de
winsthonger van (farmaceutische) bedrijven. Essentieel daarbij is het
zelfbeschikkingsrecht van de patiënten, zeker voor ouderen.
2. Groen! wil er mee voor zorgen dat mensen minder ziek worden. Preventie
is daarbij het sleutelbegrip, ook inzake milieukwaliteit.
3. Groen! kiest voor de minst ingrijpende zorg waar mogelijk. Zieke mensen
moeten op een zo gezond mogelijke manier kunnen genezen.
Overconsumptie van geneesmiddelen en het nodeloos opdrijven van
allerlei technische prestaties ondermijnen niet alleen op financieel vlak
onze gezondheidzorg, het is ook een zeer ongezonde manier om patiënten
te genezen.
4. Groen! wil dat iedereen kan genieten van een kwalitatieve
gezondheidszorg. Wanneer iemand ziek wordt mag het geen rol spelen of
hij arm of rijk is, of hij maatschappelijk zwak of sterk staat, of hij al dan
niet papieren heeft. Iedereen heeft evenveel recht op goede en adequate
hulp bij gezondheidsproblemen. Met de voortschrijdende dualisering
tussen mensen met en zonder hospitalisatieverzekering, dreigt goede zorg
op de duur enkel betaalbaar te blijven voor wie zich zo’n verzekering kan
veroorloven.
Wanneer men resoluut kiest voor de rechten van de patiënt, kiest men
automatisch ook voor de huisarts als de centrale spil en de toegangspoort tot
onze gezondheidszorg. De huisartsen als eerstelijnsverzorgers kunnen het
best zorg op maat bieden, preventie aankaarten bij patiënten en overbodige
prestaties vermijden.
2. Groen! wil de zorgverzekering uitbouwen als hefboom voor
betaalbare zorg.
De Vlaamse zorgverzekering is één van de meest cruciale hefbomen om
zorgzekerheid te garanderen. De Vlaamse erkenning van zorgafhankelijkheid als
nieuw sociaal risico is baanbrekend in onze welvaartstaat. Groen! wil deze
zorgverzekering verder uitbouwen.
Omwille van sociale rechtvaardigheid wil Groen! op korte termijn afstappen van
de huidige forfaitaire bijdrage, waarbij iedereen evenveel betaalt. Groen! wil
overgaan naar een inkomensgebonden financiering en de bijdrage koppelen aan
de hoogte van het inkomen. Dat kan door de invoering van een zorgcentiem via
de personenbelasting ter vervanging van de huidige forfaitaire bijdrage.
Groen! pleit voor een gelijke behandeling van elke zorgbehoevende persoon,
ongeacht de zorgvorm. De nog bestaande discriminaties moeten verdwijnen. Wie
recht heeft op een tegemoetkoming van de zorgverzekering in de kosten voor
zorg, moet er op kunnen rekenen dat die tussenkomst overeenkomt met de
graad van zorgbehoevendheid, ongeacht waar die zorg verleend wordt (thuis of
binnen een instelling). In de toekomst moet er een grotere variatie komen in de
graad van zorgbehoevendheid en in de daarbij horende tegemoetkomingen.
Groen! wil éénvormige regels om de zorgbehoevendheid te bepalen.
3. Werk maken van redelijke solidariteit tussen en binnen generaties
De betaalbaarheid van zorg is vandaag voor armere bejaarden een probleem.
Zorgzekerheid bieden betekent ook dat zorg betaalbaar moet zijn. Tegelijk
hebben minder kapitaalkrachtige ouderen vaak angst om ten laste te komen van
hun kinderen, zeker wanneer die het ook niet breed hebben.
Groen! wil daarom ook de onderhoudsplicht van kinderen voor bejaarde
ouders bijsturen. Deze onderhoudsplicht kan slechts gevraagd worden vanaf
een voldoende hoog inkomensniveau bij de kinderen en met een bepaald
maximumbedrag. Alle gemeenten en ocmw’s moeten ze op dezelfde wijze
toepassen. Door een versterking van sociale zekerheidssystemen (
zorgverzekering, betaalbare gezondheidszorg en pensioenen) wil Groen! er voor
zorgen dat men steeds minder beroep moet doen op de onderhoudsplicht.
4. Bestrijden van vervuiling op maat van kwetsbare groepen
Levenskwaliteit garanderen betekent ook meer dan vandaag werk maken van
een gezonde leefomgeving. Ouderen lopen, net als kinderen, grotere risico’s op
gezondheidsproblemen door milieuvervuiling. Zo vormen hoge smog- of
ozonconcentraties of vervuiling door fijn stof in de lucht een reële bedreiging
voor het welzijn en de gezondheid van vele ouderen. Bij smog- en
ozonconcentraties zorgt dit voor vele ouderen met hart- of
ademhalingsproblemen voor een voelbare verslechtering van hun
gezondheidstoestand.
Tot vandaag zijn vele normen onvoldoende streng om deze kwetsbare groepen te
beschermen. Andere normen, zoals de Europese norm voor fijn stof, worden
overschreden bij gebrek aan en doortastend milieubeleid. De vergrijzing in onze
samenleving vormt een bijkomende reden om in het milieubeleid radicalere
keuzes te maken. Het is noodzakelijk om de levenskwaliteit en de gezondheid
van ouderen te vrijwaren.
5. Levenskwaliteit betekent recht op zelfbeschikking en op
menswaardig sterven
Wie de levenskwaliteit van ouderen wil versterken, moet ook het recht op
zelfbeschikking mee garanderen en het recht op menswaardig sterven mogelijk
maken. Mensen hebben het recht om ‘therapeutische hardnekkigheid’ te
weigeren en om zelf mee de zorg bij hun levenseinde te bepalen. Aanvullend aan
een goede wettelijke regeling en bescherming inzake euthanasie vraagt Groen!
de uitbouw van palliatieve zorg voor al wie daar een beroep op wenst te doen.
Groen! wil ook werk maken van een specifiek juridisch statuut voor
dementerende bejaarden.
Een samenleving waar alle leeftijden zich thuisvoelen en op elkaar
betrokken zijn.
In het huidige vergrijzingsdebat dreigen generaties tegen elkaar komen te staan.
Het debat wordt te vaak gevoerd in termen van wij-en-zij. Vergrijzing wordt dan
een probleem voor de rest van de samenleving. Mensen in de actieve leeftijd
zouden meer en langer moeten werken om de vergrijzing betaalbaar te houden.
We evolueren stilaan naar een over-actieve welvaartsstaat, waarin enkel
werkenden meetellen en waarin mensen zonder werk of gepensioneerden een
tweederangsrol krijgen omdat ze niet ‘actief’ zijn.
Groen! kiest voor een andere aanpak. We willen een samenleving waar de
solidariteit zowel binnen als tussen generaties kan groeien. We zetten
levenskwaliteit centraal, zowel voor mensen met een job als voor diegenen die
(tijdelijk of definitief) niet (meer) actief zijn op de arbeidsmarkt.
Groen! vertrekt van de kracht van ouderen in onze samenleving. We willen een
samenleving waar ook de groeiende groep ouderen zich thuisvoelt en waar ze op
hun manier een bijdrage aan de samenleving kunnen bieden. Dat vraagt niet
alleen een volwaardige plek op het publieke forum, maar ook een inclusief
ouderenbeleid op alle maatschappelijke domeinen.
1. Werk maken van een volwaardige plaats in de samenleving
Vergrijzing is geen ‘probleem’, maar juist een uitdaging voor de samenleving. We
moeten niet alleen het pensioenstelsel en de gezondheidszorg verbeteren of
zorgzekerheid garanderen. Het betekent ook dat we een samenleving scheppen
waarin ouderen zich thuis voelen, waarin ze een volwaardige plaats hebben.
Groen! wil werk maken van een samenleving waarin de verschillende generaties
op elkaar betrokken zijn. Groen! wil een volwaardige plaats in de
samenleving voor senioren. Dat betekent ondermeer:








Leeftijdsgebonden discriminatie tegengaan.
De dienst- en zorgverlening aan ouderen zoveel mogelijk organiseren
onder de regie van de zorgbehoevende oudere zelf.
Werken aan positieve beeldvorming ten aanzien van ouderen.
Een leeftijdsoverschrijdend algemeen beleid voeren dat anticipeert op
maatschappelijke vergrijzing.
Groen! wil de mogelijkheden tot vrijwilligerswerk van ouderen uitbouwen
en hen daartoe stimuleren. Naast hun ervaring beschikken heel wat
ouderen immers over meer tijd dan mensen die nog beroepsactief zijn. Zij
vormen een kapitaal voor het verenigingsleven en voor de samenleving.
Via vrijwilligerswerk komt de ervaringsdeskundigheid van ouderen ter
beschikking van onze samenleving. Tegelijk kunnen we zo de
maatschappelijke, politieke en bestuursparticipatie van ouderen
stimuleren.
Invulling geven aan het proces van levenslang leren (optimale
zelfontplooiing).
Ondersteuning bieden bij het omgaan met nieuwe technologieën.
Ondersteuning bieden bij het zoeken naar antwoorden op
levensvraagstukken en de zingevingsopdracht in de laatste levensfase: de
toegankelijkheid van geestelijke gezondheidszorg vergroten.
2. Meer werk maken van aangepaste woonvormen
Ons woningaanbod is onvoldoende aangepast aan de vergrijzing. Meer ouderen,
en vooral meer hoogbejaarden, vragen ook om aangepaste voorzieningen.
Tussen blijven wonen in de eigen woning en verhuis naar een serviceflat of een
rust- en verzorgingstehuis is er onvoldoende keuzemogelijkheid. Daardoor
wonen te veel ouderen in te grote of niet meer aangepaste woningen, die te veel
onderhoud vragen of waarvan de bovenste verdieping(en) niet meer toegankelijk
zijn voor de betrokkenen.
Groen! wil mensen de kans geven zo lang als mogelijk zelfstandig te
wonen. Dat vereist een uitbreiding van het zorgaanbod aan huis, maar ook de
uitbouw van vernieuwende woonvormen die meer informele zorg tussen ouderen
en tussen generaties mogelijk maken. Groen! wil dat de overheid initiatieven
genereert of actief ondersteunt om in te spelen op nieuwe noden. Naast de nood
aan meer klassieke voorzieningen zoals serviceflats of rust- en
verzorgingstehuizen, denken we aan vernieuwende experimenten en
ontwikkelingen. Hiervoor bestaan tal van mogelijkheden en voorbeelden:





Groepswonen van ouderen is een toekomstgerichte woonvorm voor
ouderen. Veel ouderen denken eraan op termijn hun (dan te grote) huis te
verlaten en te kiezen voor een interessante formule die zelfstandig wonen
toelaat zonder dat men moet kiezen voor een verzorgingstehuis.
Groepswonen kent in Nederland een groot succes en komt tegemoet aan
de leefwijze van de eigentijdse ouderen. (zie
http://www.groenleuven.be/leuven2006/bgs_groepswonen_van_ouderen.
htmm)
Zorgwonen geeft zorgbehoevende ouderen zo lang mogelijk de kans in
een eigen woning te blijven, met maximale ondersteuning aan huis. Het
aanbod kan verder gaan dan de klassieke poetsdiensten, maaltijden en
verzorging aan huis. Het benadert het aanbod van service-flats rond een
dienstencentrum, maar dan vanuit de eigen woning.
Bij kangeroewonen delen ouderen een woning met een jonger gezin,
waarbij (al dan niet wederzijds) vormen van informele hulp mogelijk zijn
(bv. boodschappen doen, op de kinderen passen, …). Kangeroewonen kan
in nieuwbouw, opgezet door gemeente, OCMW of
huisvestingsmaatschappijen (zie bv. Malle), maar het kan ook door de
opdeling van bestaande woningen die voor ouderen te groot zijn
geworden.
Verder pleit Groen! er voor om bij nieuwbouw te bouwen vanuit een
concept van ‘levenslang wonen’. Aandacht voor brede deuren, ruime
doorgangen, plaats van stopcontacten, … kunnen woningen van bij het
ontwerp toegankelijk maken en houden voor minder mobiele personen,
zodat mensen ook op hun (zeer) oude dag zelfstandig kunnen blijven
wonen in een aangepaste woning.
Aanvullend aan de bestaande initiatieven van ouderenzorg willen Groen!
een actievere ondersteuning van mantelzorgers. Dat kan bijvoorbeeld
door werk te maken van een ouderen-equivalent van onthaalouders, die
ouderen op regelmatige basis opvangen zodat de mantelzorgers tijd vrij
hebben voor boodschappen, een avond alleen, of zodat ook mantelzorgers
vakantie kunnen nemen. Groen! wil ook nachtopvang stimuleren. Al te
vaak is opvang enkel dagopvang. Groen! pleit ervoor dat zwaar
zorgbehoevende ouderen overdag in hun eigen omgeving en hun eigen
sociaal netwerk kunnen vertoeven en ’s nachts een inslapende vrijwilliger
als gezelschap kunnen krijgen, ofwel terecht kunnen in een kortverblijf.
3. Werk maken van bereikbare voorzieningen en van mobiliteit van
ouderen
Vergrijzing betekent ook dat meer mensen minder mobiel worden. Daar moeten
we bij de bereikbaarheid van voorzieningen en in het mobiliteitsbeleid rekening
mee houden.
Groen! wil ouderen zo lang als mogelijk de kans geven om thuis te wonen. Dat
betekent dat de voorzieningen op buurtniveau aanwezig moeten zijn. Groen! wil
daarom een stimuleringsbeleid om in alle buurten leefbare buurtwinkels op
wandelafstand te houden. Via sociale economieprojecten willen we
boodschappendiensten en huis-aan-huis-leveringen uitbouwen.
Voor ouderen en zeker hoogbejaarden worden afstanden soms moeilijk te
overbruggen, omdat verplaatsingen zwaardere inspanningen vragen. Groen! wil
bijzondere aandacht voor minder mobiele mensen in het mobiliteitsbeleid. Dat
betekent ondermeer



verdere uitbouw van een comfortabel en toegankelijk openbaar vervoer
uitbouw van belbussen en taxicheques voor wie minder mobiel is
goed onderhouden en gemakkelijk oversteekbare straten in de steden en
gemeenten, met voldoende ruime oversteektijden aan kruispunten met
verkeerslichten
4. Werk maken van een interculturalisering van de zorg
De vergrijzing krijgt ook stilaan kleur: de eerste generatie migranten die in de
jaren ’60 en vroege de jaren ’70 naar ons land kwamen, bereiken nu ook de
pensioenleeftijd. Naarmate ze ouder worden, stijgt ook hun zorgbehoevendheid.
De ouderenzorg is hier nog onvoldoende op voorbereid.
Groen! wil sterker inspelen op de groeiende diversiteit bij ouderen. Dat vereist
ondermeer




aandacht voor de toegankelijkheid van het aanbod voor etnisch-culturele
minderheden, die vaak minder vertrouwd zijn met de bestaande diensten.
aandacht bij de hulpverlening voor de identiteit van allochtone ouderen,
voor hun cultuur en voor taalproblemen, die zeker bij de eerste generatie
nog reëel kunnen zijn.
aandacht voor diversiteit in de opleiding en in de navormingen van
hulpverleners en zorgverstrekkers in de ouderenzorg.
actieve recrutering van jongeren van andere etnische afkomst voor
opleidingen in de gezondheids- en ouderenzorg en begeleiding op de
werkvloer in het kader van een actieve interculturalisering van de zorg.
Een groene visie op justitie
Een goedwerkend gerecht is – als derde macht – het sluitstuk van een
democratie. Alleen blijven de drempels van het gerecht voor vele mensen even
hoog als de trappen van onze negentiende-eeuwse justitiepaleizen – en paleizen
zijn er zelden voor de gewone vrouw of man. De drempels zijn nochtans gekend:
naast financiële belemmeringen blijft er een culturele kloof bestaan, die maakt
dat sociaal zwakkeren minder een beroep (kunnen) doen op het gerecht. Wie in
nood zit, kan zich evenmin veroorloven om maanden of zelfs jaren op een
uitspraak te wachten. De toegenomen aandacht voor justitie moet tot meer
zichtbare resultaten leiden, zeker in tijden van toenemende juridisering van de
samenleving.
Wat wil Groen!
Groen! wil een efficiënt, rechtvaardig en kordaat functionerend
gerechtelijk apparaat, dat voor iedereen toegankelijk is. Alleen een
kwalitatief justitieel apparaat kan het geschonden vertrouwen in het gerecht bij
het publiek herstellen en de vraag naar een rechtvaardig recht afdoende
beantwoorden. Groen! wil dat het gerecht op korte termijn de achterstand in
gerechtelijke dossiers inloopt. Via structurele maatregelen moet ieder
gerechtelijk dossier in de toekomst binnen een gepaste tijd een behandeling
krijgen. De ingezette modernisering van het gerechtelijk apparaat mag een
tandje bijsteken. Groen! wil de werkdruk op het justitieapparaat verlichten. Ook
moet justitie meer in de samenleving staan en helder en transparant
functioneren. Zo kan het gerechtsgebouw evolueren tot een glazen huis.
Groen! hecht binnen justitie veel belang aan een herstelgerichte benadering,
in combinatie met alternatieve bestraffing, om de herhaling van storend gedrag
of delicten te vermijden. Een sterk preventief element vormt de beste waarborg
voor een veilige samenleving.
Groen! wil ook een hervorming van het jeugdrecht. We zijn voorstander van
een kordaat en duidelijk jeugdrecht, dat streeft naar een nieuw en duidelijk
evenwicht tussen integratie, herstel en beveiliging van de maatschappij.
Integratie blijft de algemene finaliteit van dit nieuwe jeugdrecht.
Ten slotte, maar niet in het minst, wil Groen! meer aandacht voor intrafamiliaal
geweld, verkeersveiligheid en milieurecht.
Hefbomen voor verandering


Binnen de justitie staan rechtvaardigheid en de rechtszoekende centraal.
Iedereen moet tot haar of zijn recht kunnen komen. Het gerecht is
toegankelijk voor iedereen, ongeacht inkomen, opleiding, leeftijd of
etniciteit:
o De expeditierechten op afschriften van documenten verlagen, zodat
iedereen gebruik kan maken van het inzagerecht van documenten.
o Het pro-Deosysteem herzien en de inkomensgrenzen om voor
rechtsbijstand in aanmerking te komen verhogen. Anderzijds de
overconsumptie van justitie voorkomen, door iedereen een beperkte
eigen bijdrage te laten leveren, afhankelijk van de financiële
draagkracht. Dit geldt ook voor bemiddelings- en
arbitrageprocedures.
Een goede justitie werkt helder en transparant. Het gerecht dialogeert
met de burgers, geeft duidelijke informatie over wetten en procedures in








een begrijpbare taal. Dit kan door een centraal loket in ieder
gerechtgebouw waar de burger terechtkan met alle vragen. De griffie kan
uitgroeien tot een efficiënte dienstverlenende instelling. Dit kan ook via
een goede website waar men informatie vindt, klachten kan neerleggen of
vragen kan stellen. Justitie is in de wijken aanwezig door het opstarten
van projecten Justitie in de Buurt.
De efficiëntie van het gerecht verhogen door meer vormen van
conflictregeling buiten de rechtbank te hanteren. Zulke vormen van
conflictregeling verlichten de werkdruk voor Justitie en geven tegelijkertijd
ook een efficiënt en duurzamer gerecht. Alternatieve procedures brengen
nieuwe actoren met zich mee, zoals, naast de justitieassistenten,
bemiddelaars, arbiters, fiscalisten en accountants. Deze nieuwe actoren
moeten ook voldoen aan kwaliteitscriteria inzake professionaliteit en
opleiding.
Procedures vereenvoudigen waar het kan. Er is nood aan een
systematische doorlichting en aanpak om procedures te vereenvoudigen
en om de afhandeling van gerechtelijke zaken te versnellen.
De werking van de diensten optimaliseren door betere
personeelsbezetting, invulling van het kader, werklastmeting voor de
magistraten, case management; modernisering en informatisering van het
gerechtelijk apparaat; meer verantwoordelijkheid voor administratieve
diensten en griffies.
Een andere en efficiëntere inning van boetes, rekening houdend met
de financiële draagkracht. Onze concrete voorstellen: verjaringstermijn
van sommige misdrijven verlengen; de mogelijkheid van
boetevervangende dienstverlening in plaats van boetevervangende
gevangenisstraf; boetes innen via het afhouden van terugbetalingen in
bepaalde belastingen.
Verkeers- en milieumisdrijven harder aanpakken, omdat die enorme
schade (en overlast) toebrengen aan de samenleving. Het kan niet dat de
helft van de milieudelicten zomaar wordt geseponeerd. In de parketten en
rechtbanken gespecialiseerde afdelingen inrichten ter bestrijding van
milieudelicten en binnen het politiekorps een milieucel oprichten.
Het jeugdrecht grondig hervormen. Een kordaat en duidelijk
jeugdrecht, vervangt de veronderstelling van de onverantwoordelijke
minderjarige in de huidige wet betreffende de jeugdbescherming door een
nieuw en duidelijk evenwicht tussen integratie, herstel en
maatschappijbeveiliging. Integratie blijft de algemene finaliteit van dit
nieuwe jeugdrecht. Dankzij deze integratie kan een jongere goed
voorbereid terugkeren in de samenleving. Bij dat proces kan opsluiting
horen, je kunt een jongere ook dwingen om school te lopen, een diploma
te halen, tijdelijk niet in een bepaald milieu te verkeren en gedrags- en/of
andere therapieën te volgen.
De verschillende overheden stemmen hun beleid structureel op elkaar af.
Minderjarigen krijgen in bepaalde gevallen een eigen
rechtsbevoegdheid. Zodra ze kunnen meebeslissen, worden ze
betrokken bij de procedures die hen aangaan. Deze eigen
rechtsbevoegdheid gaat altijd uit van het belang van de minderjarige en
mag geen omgekeerd effect inhouden.
Intrafamiliaal geweld moet een prioritair aandachtspunt worden in het
geheel van de buurtwerking van politie, welzijnssector en alle andere
betrokkenen. Politie, gerecht, artsen maar ook de diensten


slachtofferonthaal en slachtofferhulp moeten op een adequate manier met
deze delicate problematiek omgaan.
Een modern strafbeleid is meer dan retributie en is gericht op herstel
en responsabilisering. Alle vormen van strafuitvoering zijn gericht op
het herstellen van de schade aan de samenleving (slachtoffer, dader,
omgeving) en moeten gepaard gaan met maatregelen inzake
responsabilisering en reïntegratie van de dader. Herstellende gerechtigheid
kadert in een geest van preventie: positieve herintegratie in de
samenleving vermijdt een teruggrijpen naar de criminaliteit.
Gevangenisstraf blijft zoveel mogelijk voorbehouden voor daders
waartegen de samenleving effectief moet worden beschermd en als de
kans op recidive reëel is. Een grotere variatie van bestraffing op punt
stellen, met onder meer huisarrest, weekendarrest, elektronisch toezicht,
werkstraf en leerstraf, dagelijkse meldingsplicht, dienstverlening aan de
gemeenschap en rijverbod voor agressieve chauffeurs.
De rechten van het slachtoffer vormen de basis voor de uitvoering van
het slachtofferbeleid: het recht op een correcte en tactvolle behandeling,
het recht op het krijgen van informatie, het recht op het geven van
informatie, het recht op juridische bijstand, het recht op herstel van de
materiële, lichamelijke en psychologische schade, het recht op hulp en ten
slotte het recht op bescherming en privacy.
Om de basisrechten van slachtoffers te versterken en te garanderen stelt
Groen! onder andere voor:
o Slachtofferonthaal versterken en de doorstroming naar
slachtofferhulp bevorderen.
o Een aanpassing van het schadefonds: toegankelijkheid en efficiëntie
verhogen.
o Herstelbemiddeling tussen conflicterende partijen biedt de beste
perspectieven op herstel: het aanbod uitbreiden.
o Inachtneming van de rechten van de verdediging (bijvoorbeeld
mogelijkheid van straat- of lokaalverbod voor daders, mogelijkheid
van bevriezing van vermogensbestanddelen van verdachten in
vermogensdelicten).
Een nieuwe visie op fiscaliteit
Het huidige belastingstelsel is niet meer van deze tijd
In ons land worden de inkomsten uit arbeid heel zwaar belast. Daarentegen
worden inkomsten uit kapitaal relatief weinig belast. In België staan de milieuen energiefiscaliteit nog in hun kinderschoenen. Het resultaat is een
belastingstelsel dat de werkgelegenheid aantast, sociaal heel onrechtvaardig is,
en vele kansen laat liggen voor een toekomstgericht milieubeleid. Het is met
andere woorden niet aangepast aan deze tijd, en nog minder aan de grote
sociaal-economische en ecologische uitdagingen van de toekomst.
Te zware lasten op arbeid zijn slecht voor de werkgelegenheid
In ons belastingsysteem is er sprake van een onevenwicht: arbeid wordt relatief
zwaar belast, terwijl dat veel minder geldt voor kapitaal en natuur. Wij stellen
ons ook vragen bij de ongenuanceerde hetze tegen belastingen in het algemeen.
Belastingen zorgen voor inkomsten voor de gemeenschap om maatschappelijke
noden te lenigen zoals onderwijs, sociale zekerheid, openbaar vervoer, …
Daarom willen wij dat de verlaging van de personenbelasting en de sociale lasten
op arbeid worden gecompenseerd door andere inkomsten. Groen! is bijgevolg
ook voorstander van een uitbreiding van de alternatieve financiering van de
sociale zekerheid.
Fiscale discriminatie tussen arbeid en kapitaal is onrechtvaardig
In België worden vermogenswinsten – vergeleken met de lonen – wel erg
vriendelijk behandeld. Op koerswinsten door beursspeculatie wordt in de praktijk
geen belasting geheven. De roerende voorheffing op interesten (15%) en
dividenden (25%) is ‘bevrijdend’. De inkomsten hoeven niet meer bij het totale
inkomen gerekend te worden, en komen dus ook niet in de meestal hogere
schijven van de personenbelasting terecht. Sommige winstgevende
beleggingsfondsen zijn zo goed als belastingvrij. In ons land bestaan er
bovendien allerlei legale en illegale manieren om gemakkelijk erfenisrechten te
ontlopen. Ons land past daarnaast voordelige gunstregimes voor multinationals
toe. Boven op deze voorkeursbehandeling voor kapitaalinkomsten, komt nu nog
de fiscale amnestie, waardoor ook grote fraudeurs voor een prikje hun zwart geld
kunnen witwassen. De fiscale discriminatie tussen arbeid en kapitaal is sociaal
onrechtvaardig. Het zijn vooral de rijkere gezinnen die veel inkomsten uit
vermogen hebben. Groen! wil dat deze discriminatie terugdringen.
Onderontwikkelde milieufiscaliteit: veel gemiste kansen
Milieufiscaliteit is een van de hefbomen om de economie in een ecologische
richting te oriënteren. Toch heeft België hier nog niet veel gebruik van gemaakt.
Het gevolg is dat vervuiling onvoldoende ontmoedigd wordt, en de kosten op de
maatschappij worden afgewenteld.
Het aanmoedigen van milieuvriendelijke producten via ecoboni staat nog in de
kinderschoenen. In verband met energiefiscaliteit staan we bijna nergens.
Nochtans wijzen diverse studies uit dat een lastenverschuiving van arbeid naar
energieverbruik onmisbaar is voor het halen in België van de Kyoto-normen
tegen het broeikaseffect. Het feit dat de lasten op arbeid in België hoger en de
lasten op energie lager liggen dan in onze buurlanden, biedt ruimte voor een
correctie zonder schade aan de concurrentiepositie.
Naar een arbeids- en milieuvriendelijk belastingsysteem
Groen! wil de discussie aangaan over een radicale belastinghervorming rond
volgende krachtlijnen:

Tastbare lastenverschuiving van arbeid naar kapitaal en milieu. Een
dergelijke hervorming zou sociaal een dubbel gunstig effect hebben: een
verlaging van de arbeidskost komt de creatie van nieuwe jobs ten goede,
maar zorgt er ook voor dat de sterkste schouders de zwaarste lasten
dragen, wat in het huidig belastingsysteem steeds minder het geval is.
Groen! kiest niet voor een algemene verhoging van de BTW, omdat bij
deze belasting mensen met een laag inkomen evenveel betalen als
mensen met een hoog inkomen.



Opdrijven van fraudebestrijding. Met de opbrengst een algemene verlaging
van de lasten op werknemers, zelfstandigen en KMO’s.
Verdere ontwikkeling van de milieufiscaliteit als hefboom om de economie
ecologischer te maken.
België dient het voortouw te nemen bij Europese fiscale samenwerking.
Groen! is ervan overtuigd dat op Belgisch niveau reeds een aantal
progressieve fiscale maatregelen kan worden doorgevoerd. Europese
samenwerking maakt de invoering van een progressief en ecologisch
belastingstelsel gemakkelijker. De EU-uitbreiding maakt fiscale
samenwerking nog dringender.
Hefbomen voor verandering



Groen! wil een eenvoudiger belastingssysteem door het beperken van de
aftrekmogelijkheden.
Groen! kiest voor een tastbare verlaging van de lasten op lonen,
inkomsten van zelfstandigen en KMO’s, gefinancierd door:
o Een verschuiving naar lasten op vermogen. Een jaarlijkse heffing
op het rendement van grote vermogens (b.v. vanaf 500.000
euro) van bijvoorbeeld 1 procent. Volgens schattingen kan een
dergelijke heffing in ons land jaarlijks 4 miljard euro opleveren.
o Een bijzonder maatregelenpakket is vereist tegen frauduleuze
kapitaalvlucht. Daarvoor willen we
 De aanleg van vermogenskadaster, om het financiële
vermogen (aandelen, spaarrekeningen, kasbons, enz…) te
kennen. Dit veronderstelt het einde van de anonieme
waardepapieren en een beperking van het bankgeheim.
 Banken mee verantwoordelijk maken voor het detecteren van
grensoverschrijdende kapitaalbewegingen. De Europese
richtlijn over spaarfiscaliteit die in 2005 ingaat, en tussen de
EU-landen informatie-uitwisseling of bronheffing voorziet,
beperkt reeds de mogelijkheden van frauduleuze
kapitaalvlucht. Dit neemt niet weg dat nog meer Europese
samenwerking aangewezen is.
o Gevoelig opdrijving van de bestrijding van de fraude. Hiervoor dient
er extra geïnvesteerd te worden in personeel en infrastructuur.
o Een deel van de opbrengst van de sociale energieheffing.
Groen! wil een lastenverschuiving van arbeid naar
milieuverspilling. De lasten op energie dragen voor een deel bij tot de
alternatieve financiering van de sociale zekerheid. Zo kan tegelijk de
fiscale en/of parafiscale druk op arbeid naar beneden. Hernieuwbare
energiebronnen genieten van een vrijstelling.
Om te zorgen dat ook gezinnen globaal niet meer betalen, voorziet Groen!
financiële en technische steun aan gezinnen die hun huis energie-zuinig
willen maken en een vrijstelling of andere tegemoetkoming aan gezinnen
met een laag inkomen.
De fiscale druk verhoogt niet, maar kent een verschuiving van arbeid naar
milieu. Hierdoor daalt het CO²- en energieverbruik en stijgt de
werkgelegenheid. Internationale en binnenlandse studies tonen aan dat de
veelzijdige dynamiek die dat op gang zou brengen, in België tienduizenden
nieuwe jobs zou kunnen opleveren.


Groen! pleit ook voor meer Europese fiscale samenwerking:
Een eenvormig fiscaal statuut voor multinationale ondernemingen binnen
de Europese Unie.
Een minimumtarief voor de vennootschapsbelasting.
Uitbreiding van de ‘spaarrichtlijn’ naar inkomsten uit aandelen,
beleggingsfondsen en levensverzekeringen.
Een werkbare variant van Tobin-taks binnen de Eurozone.
Tenslotte willen we een vergroening van de BTW: lagere BTW voor
milieuvriendelijke producten in vergelijking met milieuschadelijke
producten
Download