Standpunten “Groen!” Een vernieuwd en radicaal milieu- en natuurbeleid Van milieuvriendelijk naar duurzaam De tijd dat vervuiling alleen bestreden werd aan het einde van de pijp, door filters op schoorstenen te plaatsen, ligt stilaan achter ons. Men licht productieprocessen zelf door en denkt op voorhand na over stoffen of producten die in omloop gebracht worden. Door te kiezen voor minder verspilling van energie en materialen, en voor minder vervuiling en afval, door de hele levensloop van consumptiegoederen vooraf te screenen, kan men de ecoefficiëntie van de productie aanzienlijk verhogen. Door de vervuiling aan te pakken aan de bron, nestelt de zorg om het milieu zich geleidelijk in het hart van de economie. Deze ontwikkeling staat nog in haar kinderschoenen. Groen! wil ze ondersteunen en op het terrein mee mogelijk maken. Ondanks de positieve ontwikkelingen, blijft de druk op het milieu en de natuur in Vlaanderen erg groot. Vlaanderen is een dichtbevolkte regio, met een barslechte ruimtelijke ordening en een overmaat aan verkeer. Uit de MIRA-rapporten blijkt dat de blijvende druk op het milieu alles te maken heeft met de stijgende productie en consumptie: meer waren en verpakkingen, meer vlees, meer sigaretten, meer pillen, meer auto’s, meer vliegreizen, noem maar op. Er is een lichte ontkoppeling gekomen van economische groei en de druk op het milieu. We zijn er in geslaagd meer te produceren en te consumeren met minder schadelijke effecten voor ons milieu en onze gezondheid. Maar als we ongeremd blijven doorgroeien en onze welvaart afhankelijk blijft van steeds meer consumeren, zal de ecologie altijd achterop hinken en zal onze economie nooit echt duurzaam worden. Dat blijkt overduidelijk als we berekenen hoeveel beslag onze huidige manier van leven in de rijke westerse landen legt op schaarse hulpbronnen en ruimte in de armste landen. Als alle landen in het Zuiden dezelfde levensstijl zouden aannemen als wij, is onze planeet vele malen te klein. Duurzaamheid is niet op te lossen via milieuregeltjes of technische wonderoplossingen alleen. Ook een vernieuwd milieubeleid zal onvoldoende uithalen, als consumenten in de rijke industrielanden niet kiezen voor een duurzame levensstijl. Hier komen we ook aan de grenzen van wat politiek vermag. We kunnen groene producten stimuleren door ze aantrekkelijker, toegankelijker en goedkoper te maken. Maar een duurzame leefwijze kan nooit opgelegd worden. Het is een blijvende uitdaging voor het milieubeleid om mensen te overtuigen dat levenskwaliteit niet afhangt van de hoeveelheid geconsumeerde goederen of diensten. Milieubeleid in samenspraak In Vlaanderen werd de voorbije jaren een heel instrumentarium aan milieumaatregelen uitgebouwd. Met positieve resultaten: water wordt stilaan weer zuiver, de lucht iets properder, de afvalberg begint eindelijk te slinken, vervuilde bodem wordt gereinigd. Het bedrijfsleven leverde daarbij heel wat inspanningen: de vuilvracht aan schadelijke stoffen die vroeger ongeremd geloosd werd in lucht, water en bodem, is drastisch verminderd. Dat is te danken aan de milieunormen, maar ook aan de bewuste keuze van een groeiende groep ondernemers voor groen ondernemen. Soms nog louter uit imago-overwegingen. Maar bij anderen ook omdat men overtuigd is van de eigen verantwoordelijkheid voor het leefmilieu, voor de toekomst van hun kinderen en kleinkinderen. ‘Responsible Care’ heet dat dan in bedrijfsjargon. Groen! wil met grote en kleine bedrijven sluitende afspraken maken, uitgaand van een wederzijdse verantwoordelijkheid. Het blijft aan de overheid om vast te leggen welke milieu- en gezondheidsdoelstellingen men wil halen en welke risico’s men zeker wil vermijden. Maar de mensen in de verschillende bedrijfssectoren weten het best hoe men de overeengekomen doelstellingen kan halen. Groen! kiest voor de verdere uitbouw van integrale milieuvoorwaarden of zelfs vergunningen op hoofdlijnen, voor vormen van zelfcontrole en milieuaudits. Op voorwaarde dat de afspraken duidelijk zijn en de overheid altijd het recht behoudt tot een controle op de controle. Bedrijven of sectoren die een duidelijke lijst met middelen-verbintenissen verkiezen boven een beperkt aantal resultaatsverbintenissen, moeten die keuze kunnen blijven maken. Maar de algemene regel is dat de overheid zich niet meer tot in de kleinste details bemoeit met de interne keuken van bedrijven. En alleen achteraf controleert of er effectief een positief resultaat is voor milieu en gezondheid. Meer ruimte voor natuur Duurzame ontwikkeling kan niet zonder een progressief natuurbeleid. Vlaanderen smacht naar meer groene ruimte: meer natuur en bos, meer groen voor recreatie. Groene ruimten worden zo schaars, zeker in de steden, dat onze gezondheid zelf eronder gaat lijden. De voorbije jaren zijn we erin geslaagd de ontbossingsgolf in Vlaanderen te stoppen en grote delen van het Vlaams Ecologisch netwerk (VEN) af te bakenen. We willen de natuurlijke structuur in Vlaanderen verder beschermen via groene ruimtelijke uitvoeringsplannen. Om de geplande stadsrandbossen te creëren en goede afspraken te krijgen rond het samengaan van landbouw en natuur in verwevingsgebieden (IVON) is veel overleg, maar ook politieke vastberadenheid nodig. Groen! wil dat de Vlaamse overheid het beleid van aankopen van natuur- en bosgebieden nog jaren aanhoudt, om onze grote achterstand t.o.v. andere landen in te lopen. Tegelijk wil Groen! verder werk maken van het toegankelijk maken van groengebieden. Stadsrandbossen bieden een ideale mix van natuurbehoud en zachte recreatie. Voor Groen! moeten de private natuurverenigingen en de duizenden onbezoldigde vrijwilligers ook in de toekomst hun positieve rol blijven spelen. Natuurbeschermers, landbouwers, jagers en vissers kunnen een pact tot behoud van de open ruimte sluiten. Want het platteland verliest haar eigen karakter door verdere verstedelijkingsdruk. Straks is heel Vlaanderen één grote stedelijke agglomeratie. Iedereen op het platteland, maar ook alle stedelingen hebben belang aan het behoud van meer (bio)diversiteit. Om dat te bereiken willen we de milieukwaliteit in het buitengebied vrijwaren. De boeren hebben inspanningen gedaan om de hoeveelheid nitraten en fosfaten op landbouwgronden en grondwater te drukken. Toch blijft er nood aan een nieuw en doorzichtig mestdecreet dat duidelijke ecologische doelstellingen vooropstelt en de verantwoordelijkheid legt bij de landbouwers zelf. Hefbomen voor verandering Minder regels, meer stimuli Groen! wil werk maken van meer milieukwaliteit en meer natuur door overeenkomsten (convenanten) af te sluiten met bedrijven, landbouwers, vervoerders. Duurzame productie willen we belonen. De aflijning van te vermijden milieurisico’s kan via nieuwe democratische instrumenten, b.v. fora van burgers die zich informeren over alle risico’s en dan een evenwichtig oordeel vellen. Denk aan de wenselijkheid van genetisch gemanipuleerd voedsel, de verspreiding van chemische stoffen die menselijke hormonen verstoren, de risico’s van klimaatverandering, enz. Aan producenten willen we meer eigen verantwoordelijkheid laten. Zij zijn het best geplaatst om bij het bereiken van afgesproken doelstellingen zelf hun weg naar meer duurzaamheid te kiezen. Milieu: een kerntaak voor de overheid en voor de begroting Duurzame productie en milieusanering zijn economische sectoren in volle opkomst. Milieubedrijven zullen steeds meer jobs scheppen. Maar het uitzetten van doelstellingen, de planning van saneringsinspanningen en van de ombouw naar meer duurzame producten en de handhaving blijven een belangrijke verantwoordelijkheid van de overheid. Toegang tot drinkbaar water, zuivere lucht, een propere bodem zijn basisrechten, die nooit tot een privé-monopolie mogen verworden. Milieubeleid kost ook geld. Het eerlijkste is dat wie vervuilt ook de kosten betaalt. Dit kan via een groen prijzenbeleid: maak milieuvriendelijke producten goedkoper dan vervuilende producten. Groen! komt ook op voor een eerlijke verdeling van de lasten. In geen geval mogen alle lasten op de zwakste schouders geladen worden, die van de gezinnen. Daarom pleit Groen! ervoor om milieutaken zoveel mogelijk uit algemene middelen te betalen. Zogenaamde milieubelastingen waarbij iedereen evenveel betaalt, ongeacht verbruik of inkomen willen we afschaffen. Dergelijke belastingen zijn sociaal onrechtvaardig en hebben niet veel te maken met "de vervuiler betaalt". Spaarzaam met ruimte De aandacht voor de rechtszekerheid van burgers en bedrijven in de ruimtelijke ordening is terecht. Mensen moeten weten waar ze aan toe zijn en mogen niet het slachtoffer worden van het gedoogbeleid dat in een aantal gemeenten de regel was. Groen! steunt evenwichtige oplossingen voor zonevreemde woningen, bedrijven, sportterreinen, waarbij rechten van mensen verzoend worden met het respect voor de schaarse open ruimte en natuur. En waarbij geen oneigenlijke voordelen gegeven worden aan mensen die in het verleden bewust uit eigen belang regels overtraden. Op voorwaarde dat gemeenten in overleg met hun bewoners nu wel verantwoordelijkheid nemen en met hun bewoners bindende afspraken maken over het ruimtegebruik op hun grondgebied. Omgekeerd dient er ook een oplossing te komen voor zonevreemde natuurgebieden en bossen. En pleit Groen! voor het behoud van de laatste spatjes groen in verstedelijkte gebieden. We stellen voor te werken met een "zuurstofmeter": als de oppervlakte groen in een stedelijke omgeving beneden een bepaald minimum zakt, dient de overheid via een groen gronden-beleid het evenwicht te herstellen. Waar men omwille van privébelangen toch een loopje neemt met een goede ruimtelijke ordening, b.v. door illegaal te bouwen in natuurgebieden, blijft een daadkrachtig handhavingsbeleid nodig. Met het decreet integraal waterbeleid kan men eindelijk werk maken van een beleid dat de mensen beveiligt tegen overstromingen door waar nodig voldoende ruimte te geven aan water. Zo lopen dorpskernen en kelders van mensen elders niet langer onder. De watertoets is er om mensen te helpen en onnodige wateroverlast te vermijden. Een groene visie op werkgelegenheid Werk geeft mensen de kans om een inkomen te verwerven, om contacten met andere mensen te onderhouden, om een bijdrage te leveren aan de samenleving. Maar het recht op een volwaardige job is lang niet voor iedereen gegarandeerd. Terwijl veel mensen de tijd niet meer vinden om werk en andere activiteiten te combineren, blijft het voor veel anderen moeilijk om een volwaardige job te vinden. Sommige groepen, zoals allochtonen, laaggeschoolden, jongeren en mensen met een handicap hebben het extra moeilijk op de arbeidsmarkt. Bovendien liggen in ons land de lasten op arbeid relatief hoog, die op milieuvervuiling (en vermogen) relatief laag. Dat is slecht voor werkgelegenheid en milieu: arbeid wordt wegbelast, terwijl milieuvervuiling amper ontmoedigd wordt. Wat wil Groen! Groen! wil voor iedereen het recht op duurzame arbeid mogelijk maken, met bijzondere aandacht voor de kwaliteit van de arbeid, voor iedereen het recht op een duurzame combinatie mogelijk maken tussen betaalde arbeid, gezinstaken, sociale engagementen en persoonlijke of vrije tijd realiseren, in een ecologisch, sociaal en economisch duurzame welzijnssamenleving. In plaats van een eenzijdige en overactieve welvaartsstaat kiezen we voor een pluri-actieve samenleving waarin mensen alle kansen hebben om arbeid op een duurzame wijze met andere activiteiten te combineren. We kiezen daartoe voor een vergroening van de economie, waarbij we onder andere via een lastenverschuiving duurzame jobs willen creëren, en voor een specifiek beleid om ook kwetsbare groepen aan werk te helpen. Ten slotte wil Groen! mensen de kans te geven hun betaalde job beter met andere activiteiten te combineren en zo ook plaats te maken voor bijkomende jobs. Hefbomen voor verandering Groen werkt: meer investeringen in een vergroening van de economie als hefboom voor een werkgelegenheidsbeleid: o Minder lasten op arbeid door een lastenverschuiving naar milieuverspilling en inkomsten uit grote vermogens. Een fiscaal neutrale lastenverschuiving van arbeid naar milieuverspilling zorgt voor een daling van het CO²-energieverbruik en een stijging van de werkgelegenheid. Internationale en binnenlandse studies tonen aan dat de veelzijdige dynamiek die dat op gang zou brengen, in België tienduizenden nieuwe jobs zou kunnen opleveren. o Lagere belastingen voor arbeidsintensieve en milieuvriendelijke diensten; o Een vergroening van de expansie- en investeringssteun. o Extra investeringen in de zorgsector. Sociaal werkt: specifieke maatregelen voor groepen die het extra moeilijk hebben op de arbeidsmarkt, zoals allochtonen, laaggeschoolden, jongeren en mensen met een handicap: o Om de achterstelling van allochtonen op de arbeidsmarkt aan te pakken wil Groen! dat de overheid een voorbeeldfunctie opneemt. Dat kan door ervoor te zorgen dat 10% van de nieuw aangeworven werknemers in Vlaamse en federale overheidsinstellingen van allochtone herkomst zijn en door allochtonen ook in zichtbare functies te brengen bij De Post, de NMBS, De Lijn, in het onderwijs,… Ook de privésector vragen we zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Meer en betere opleidingen moeten taal- en andere kennisbarrières bij allochtonen verder wegwerken. o Voor lagergeschoolden pleit Groen! voor de invoering van een gewogen leerkrediet voor iedereen die de schoolbanken verlaat. Wie korter heeft gestudeerd, krijgt een hoger leerkrediet (in tijd en geld) voor de rest van de loopbaan. Zo krijgen mensen die de schoolbanken sneller hebben verlaten een leven lang een grotere kans om via een financiële ondersteuning cursussen of opleidingen te volgen. Verder is een betere erkenning van verworven competenties noodzakelijk. o Ook de jeugdwerkloosheid willen we aanpakken. Het doel is om te komen tot een sterke uitbreiding van het werkervaringsaanbod, waarbij een job van minstens één jaar wordt aangeboden. Verder vraagt Groen! een soepeler toegang tot een normale werkloosheidsvergoeding, een kortere wachttijd en een hogere wachtuitkering voor jongeren. Groen! wil jongeren ook de mogelijkheid bieden te kiezen voor allerlei vormen van gemeenschapsarbeid, waarbij ze zowel ervaring kunnen opdoen als een bijdrage tot de samenleving leveren. o Ten slotte vraagt Groen! om voor de zwakste groepen op de arbeidsmarkt meer te investeren in de uitbreiding van het aantal arbeidsplaatsen in de sociale economie, met extra impulsen zowel op federaal als op Vlaams vlak. Kwaliteit werkt o Groen! wil mensen de kans geven om minder te werken om de verschillende activiteiten en levenssferen beter te kunnen combineren. Daarvoor pleiten wij voor uitbreiding van tijds- en zorgkrediet en voor het recht om vrijwillig te kiezen voor ene 30urenweek met behoud van voltijdse rechten in de sociale zekerheid. Mensen de kans geven om minder te werken, betekent ook plaats creëren voor anderen. Onder andere door de patronale lasten te verlagen wanneer werknemers vrijwillig overstappen naar een 30-urenweek, willen we ondernemingen aanzetten tot compenserende aanwervingen. o Ook kwaliteit van de arbeid zelf is belangrijk. Groen! stelt de uitbouw voor - in overleg met de sociale partners – van een instrument om de evolutie van de kwaliteit van de arbeid (werkbaarheid) op bedrijfsniveau en op sector- en arbeidsmarktniveau te kunnen meten. De werkgevers en hun organisaties hebben hier een belangrijke rol om voor goede arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en arbeidsinhoud te zorgen, met meer nadruk op de preventie van problemen. Een groene visie op het holebibeleid "Ik hoop dat we op een dag niet enkel onze verschillen zullen aanvaarden, maar echt van onze diversiteit genieten" (Hillary Swank bij de Oscar-uitreiking voor haar vertolking in "Boy's don't cry" (2000)) Jong of oud, man of vrouw, Belg of allochtoon, holebi of hetero, geen twee mensen zijn aan elkaar gelijk, en dat is maar goed ook. Voor Groen! is deze diversiteit in de eerste plaats een verrijking voor onze samenleving. Groen! wil dan ook alle discriminaties van holebi's (homo's, lesbiennes en biseksuelen) wegwerken. Maar een goed holebibeleid is meer dan dat: het gaat ook om het wegwerken van de zogenaamde heteronorm, de impliciete veronderstelling dat iedereen hetero is tot bewijs van het tegendeel. De groenen waren de eerste partij die opkwam voor de rechten van holebi's. Zo diende Mieke Vogels al in de jaren '80 een voorstel in om holebi's toe te laten om te huwen. En de groenen waren voortrekkers bij de verwezenlijking van twee mijlpalen, de goedkeuring van een algemene antidiscriminatiewet en de openstelling van het burgerlijk huwelijk. Maar dat betekent niet dat alles gerealiseerd is. Wat wil Groen! Groen! wil enerzijds de nog resterende discriminaties oplossen, zoals adoptie of de mogelijkheid om met een buitenlandse partner te huwen. Maar het wegwerken van wettelijke discriminaties is onvoldoende: een holebibeleid dient te streven naar echt samenleven in diversiteit. Om daaraan te bouwen, ijvert Groen! onder andere voor de opname van holebiseksualiteit in de eindtermen van het onderwijs. De emancipatie van allochtone en oudere holebi’s verdient ten slotte extra aandacht. Hefbomen voor verandering Een regeling voor ouderschap en adoptie Holebi's zijn even goede (of slechte) ouders als hetero's. En in de praktijk hebben veel holebikoppels nu al kinderen. Daarom is er nood aan de erkenning van meemoeders- en vaders als volwaardige ouders. En er is uiteraard geen enkele reden om holebikoppels van adoptie uit te sluiten. Openstelling van het burgerlijk huwelijk ook voor buitenlandse partners Het recht om te huwen mag niet beperkte blijven tot partners met de Belgische (of Nederlandse) nationaliteit. Elke Belg en iedereen die hier woont moet met zijn of/haar partner kunnen huwen, ongeacht diens nationaliteit. Groen! vraagt hiervoor een sluitende wettelijke regeling. Bovendien vraagt groen! dat België ijvert voor de internationale erkenning van het huwelijk, om te voorkomen dat in België gehuwde koppels in het buitenland voor verrassingen komen te staan. Opheffing discriminaties tussen gehuwden en samenwonenden Groen! vindt dat de juridische samenlevingsvorm niet bepalend mag zijn voor de hoogte van de personenbelasting, de erfenisrechten of de sociale zekerheidsrechten. De voorbije jaren werden heel wat discriminaties weggewerkt. Groen! wil verder op deze weg. Discriminaties blijven aanpakken Uit enquêtes en onderzoek blijkt dat de maatschappelijke aanvaarding van homoseksualiteit toeneemt, maar ook dat er nog een hele weg te gaan is omdat nog steeds vele mensen holebi’s uitsluiten en homoseksualiteit veroordelen. Daarom moeten we blijvend attent zijn en blijven werken aan het wegwerken van wettelijke en feitelijke discriminaties op alle maatschappelijke terreinen en binnen alle bevoegdheidsniveaus. De organisaties die op Federaal, Vlaams, provinciaal en gemeentelijk vlak actief zijn op het terrein van gelijke kansen voor holebi’s moeten dan ook meer middelen krijgen. Holebiseksualiteit in de eindtermen Scholen horen jongeren eerlijk te informeren over holebiseksualiteit. Het thema verdient een plaats in de eindtermen. En holebiseksuele leerkrachten en opvoeders verdienen bescherming. Zij kunnen immers een belangrijke voorbeeldfunctie vervullen voor jongeren die zich vragen stellen over hun seksuele geaardheid. Aandacht voor allochtone holebi’s en senioren Allochtone holebi’s stuiten vaak op heel wat onbegrip, zowel binnen de allochtone gemeenschap als bij andere holebi’s. En ook oudere holebi’s hebben het soms extra moeilijk. Daarom vraagt groen! extra aandacht voor deze groepen. Erkenning als vluchteling Groen! is voorstander van een meer eigentijdse interpretatie van het begrip vluchteling. Zo moet seksuele geaardheid ook een grond van erkenning zijn als holebi's in hun land een reëel gevaar lopen. Gezinshereniging Naar analogie met de gezinshereniging voor gehuwde partners is een wettelijke regeling nodig voor de overkomst van buitenlandse partners. Een wettelijke regeling voor transseksuelen Een gemeentelijk en proviciaal holebibeleid Niet enkel de federale en Vlaamse overheid kunnen een holebibeleid voeren, ook de provinciale en lokale overheden hebben heel wat mogelijkheden. Groene schepenen in Antwerpen en Brussel geven reeds het goede voorbeeld. Ook in gemeenten waar geen georganiseerde holebibeweging is, zijn holebivriendelijke maatregelen meer dan welkom. Vaak gaat het om kleine dingen: zelf niet discrimineren, het personeel sensibiliseren, informatie zichtbaar ter beschikking leggen in bibliotheken, gemeentehuis, op de jeugddienst. Een groene kijk op gezondheid Een groene benadering van de gezondheid kijkt in de eerste plaats naar de oorzaken van gezondheidsproblemen. Vandaar onze aandacht voor alle ‘ziektemakende’ elementen in onze samenleving: allerlei vormen van milieuvervuiling- of hinder (lucht-, water-, bodem-, lichtvervuiling, lawaai), ongezond voedsel, ongezonde voedingsgewoonten, stress, ongezonde werkomstandigheden, verkeersongevallen. Belangrijk is dat hierover meer onderzoek gebeurt zodat een aantal verbanden nog duidelijker kan gelegd worden. Een bijzondere groene bekommernis is de sterke correlatie tussen (on)gezondheid en armoede. Het is dan ook logisch dat in een goed gezondheidsbeleid de strijd tegen de armoede en de toegankelijkheid van de gezondheidszorgen voorop staan. Wat wil Groen! Groen! plaatst de patiënt centraal, en houdt daarbij ook rekening met de geestelijke, sociale en milieuaspecten van het leven. Gezondheidszorg bestaat uit meer dan alleen technische prestaties. Groen! wil meer aandacht voor preventie, een versterking van de eerstelijnszorg en meer samenwerking tussen zorgverstrekkers. Groen! wil iedereen het recht garanderen op een toegankelijk, betaalbaar en kwalitatief zorgaanbod. Dat vereist voldoende overheidsmiddelen, maar ook de bestrijding van overconsumptie van geneesmiddelen of zorg. Een andere organisatie en financiering van de gezondheidszorg dringt zich op, met onder andere meer forfaitaire betalingen. Zorgverstrekkers worden zo meer vergoed voor hun zorg voor mensen minder per prestatie. Hefbomen voor verandering Voorlichting en preventie Vanuit een betere kennis van de oorzaken van ziektes en ongemakken heeft de overheid als taak (niet-betuttelend) te informeren en preventiecampagnes op te zetten om te komen tot een gezondere werken leefomgeving en om ziektes te voorkomen. Hierbij wordt ook een aantal regels opgelegd in zoverre men met zijn of haar gedrag de gezondheid van anderen schaadt. Het individu heeft een verantwoordelijkheid ten aanzien van het gedrag dat eventueel de eigen gezondheid beïnvloedt. De overheid kan hier wel informerend maar niet noodzakelijk dirigerend optreden. Belangrijk is dat er voldoende middelen worden vrijgemaakt om vanuit een objectieve, wetenschappelijk onderbouwde benadering over alle aspecten van de gezondheidszorg onderzoek te doen en informatie te verstrekken. En dat als tegengewicht voor alles wat er op ons afkomt vanuit een commercieel geïnspireerde hoek. De mens centraal Niet het systeem, niet de zorgaanbieder, maar de mens als eventuele patiënt staat centraal. Dit betekent dat de patiënt over rechten beschikt om zelf belangrijke beslissingen te kunnen nemen op basis van grondig advies. De wet op de patiëntenrechten is geen eindpunt maar heeft nood aan een verdere verfijning en uitdieping. Uiteraard heeft de patiënt ook een belangrijke verantwoordelijkheid. De verhoudingen tussen patiënt en zorgaanbieder zullen ook in de praktijk nog meer gebeuren vanuit gelijkwaardigheid dan vanuit ondergeschiktheid. Een Globaal Medisch Dossier is een interessant instrument om alle gegevens voor patiënt en zorgverstrekker te bundelen. Het moet dan ook voor alle partijen financieel gestimuleerd worden. Indien de mens centraal staat zal men veel meer aandacht hebben voor de mens als geheel – dus ook voor het psychisch welzijn. Daartoe is een verdere uitbouw van de psychische gezondheidszorg dringend nodig. Dit gebeurt thuis of ambulant als het kan, in een ziekenhuis als het moet. Zorgverstrekkers werken samen De verschillende zorgverstrekkers in de gezondheidszorg hebben elk hun eigen bekwaamheden, specialiteit en benadering. Een zieke moet kunnen geholpen worden voor de verschillende aspecten van de ziekte. Vandaar dat een goede samenwerking tussen de verschillende zorgverstrekkers zeer belangrijk is. De huisarts speelt hierbij in de eerste lijn een grote (maar niet de enige) rol. Groen! wil de eerste lijn versterken door de gezondheidszorg verder te echelonneren. Het bundelen van de informatie over de verschillende aspecten van iemands gezondheid is hierbij noodzakelijk. De samenwerking dient georganiseerd en ondersteund te worden. Huisartsenpraktijken, groepspraktijken, wijkgezondheidscentra en geïntegreerde diensten thuiszorg zijn modellen die we inhoudelijk en financieel willen uitbouwen. Gezondheidsbeleid wordt open besproken en democratisch beslist Op dit ogenblik is de beslissingsmacht te zeer geconcentreerd in het RIZIV en in de ‘medico-mut’. Enerzijds wordt hierbij te veel gehandeld vanuit het budget en niet vanuit de volksgezondheid en de kosteneffectiviteit. Anderzijds staan dikwijls de zorgverstrekkers en niet de patiënten centraal. We moeten evolueren naar een meer open debat vanuit volksgezondheid waaraan ook patiënten (-verenigingen) kunnen deelnemen. Bovendien is het nodig de rol van elk van de actoren duidelijk te stellen en uit te zuiveren. Institutioneel zijn er in België verschillende niveaus bevoegd voor het gezondheidsbeleid. Een duidelijke bevoegdheidsafbakening maar vooral een goede coördinatie is absoluut nodig. Overleg en sturing moet niet alleen op federaal of Vlaams niveau gebeuren maar ook (sub)regionaal. Per streek is het belangrijk om aan zorgplanning te doen zodat er overal een voldoende zorgaanbod is. Financiering Traditioneel wordt de ziekteverzekering grotendeels gefinancierd vanuit werkgevers- en werknemersbijdragen. Omdat ziekte niet (noodzakelijk) arbeidsgebonden is en omdat de lasten niet alleen op de arbeid mogen rusten is het aangewezen te zorgen voor alternatieve financieringsvormen vanuit de algemene middelen. Het is belangrijk de uitgaven onder controle te krijgen. Toch is door de veroudering van de bevolking en door nieuwe noden een voldoende stijging van het budget ziekteverzekering onvermijdelijk. Meer aandacht moet gaan naar echelonnering waarbij de huisarts centraal staat zodat onnodige en ook overlappende behandelingen en onderzoeken vermeden worden. Bovendien dringt een ander betalingsysteem zich op. Nog altijd ligt de nadruk te zeer op de betaling per prestatie en op de vergoeding van technische handelingen. Groen! kiest voor een meer forfaitaire financiering van de gezondheidszorg (dit houdt onder andere een herwaardering van de intellectuele akten in). Ook de grotere aandacht voor preventieve gezondheidszorg kan de uitgaven helpen afremmen. Ondanks alle maatregelen blijven uitgaven voor gezondheidszorgen voor velen zeer hoog en bestaat zelfs de neiging noodzakelijke raadplegingen of ingrepen uit te stellen. Vandaar een radicaal pleidooi voor het ‘derdebetalersysteem’. Geneesmiddelen Ook in het geneesmiddelenbeleid zijn er heel wat kansen tot besparing: het resoluut promoten van de generische geneesmiddelen, het sneller laten vervallen van patenten, controle op het voorschrijfgedrag van geneesheren (met sanctionering), een meer adviserende en minder ‘verkopende’ rol voor de apotheker. Onafhankelijk onderzoek en voorlichting rond geneesmiddelen zijn een taak voor de overheid die niet aan de producenten en de distributeurs mag overgelaten worden. Complementaire en alternatieve geneeswijzen Naast de klassieke geneeswijzen wordt er door velen beroep gedaan op alternatieve geneeswijzen. In het kader van de aandacht voor de kwaliteit van de gezondheidszorg moet de overheid hier een regelgevend kader scheppen en overgaan tot de erkenning van beroepsverenigingen en diploma’s. Prioritair is de regelgeving voor homeopathie, chiropraxie, osteopathie en acupunctuur. Gezondheidsberoepen Een planning van het aantal zorgaanbieders is nodig. Daarvoor moeten de zorgbehoeftes in kaart gebracht worden. Van sommige beroepen dreigen er tekorten te ontstaan. We pleiten ervoor om de toelatingsproef voor bepaalde beroepen bij de aanvang van de studies om te vormen tot een adviserende oriëntatieproef. Het is bovendien nodig permanent bijscholing te organiseren en voortdurend de nadruk te leggen op de kwaliteit als element van het gezondheidszorgsysteem. Vandaar dat het opstellen van standaarden en richtlijnen rond belangrijke aandoeningen zowel voor zorgaanbieders, instellingen en voorzieningen aangewezen is. Gezien het belastende karakter van heel wat van deze beroepen willen we betere eindeloopbaansystemen uitwerken. Duurzame economie: kiezen voor de sectoren van de toekomst Sectoren komen en gaan De Groenen staan voor een sociale en milieuvriendelijke economie. Het klassiek economisch model creëert te veel overproductie en afdankingen, werkloosheid en stress, milieuvervuiling en natuurvernietiging. De neoliberale globalisering, met haar vrij verkeer van goederen en multinationals, speelt landen tegen elkaar uit. Sociale verworvenheden en milieunormen worden onder grote druk gezet. Veel mensen zien ook hun werk- en inkomenszekerheid aangetast. Daarom willen we een andere economie. Een groen economisch alternatief voor de 21ste eeuw Een ecologische industriële revolutie Een eerste deel van de oplossing is een ecologische industriële revolutie. Sommige bedrijfstakken die nu nog in hun kinderschoenen staan, hebben een groot potentieel aan jobs en komen rechtstreeks het milieu ten goede. We denken hier onder meer aan hernieuwbare energiebronnen en technologie voor rationeel energiegebruik; openbaar vervoer, goederenvervoer per spoor en binnenvaart, automatische snelheidsaanpassing, auto’s op zonne-energie; hergebruik, reparatie en renovatie; ecologische landbouw; milieutechnologie (afvalvoorkoming en -beheer, recyclage, waterzuivering, …). Alles samen gaat dit alleen al voor ons land om tienduizenden nieuwe jobs, ook voor kort- en laaggeschoolden. Naast deze ‘groene’ sectoren, zijn er natuurlijk nog vele andere industriële en dienstensectoren met toekomstkansen die de moeite waard zijn te ondersteunen, zoals: sociale woningbouw, informatica, zorg, cultuur, medische technologie, farmacie, domotica voor mensen met een handicap en ouderen, onderwijstechnologie, ecotoerisme, …. Groen! heeft bijzondere aandacht voor de KMO’s en de bloeiende sector van kleine mens- en milieuvriendelijke bedrijven. Een revolutie inzake duurzame producten en eco-efficiëntie Een duurzame economie streeft niet naar steeds meer producten, maar naar duurzame goederen met veel minder milieugebruik met behoud en creatie van kwaliteitsvolle jobs. Dit houdt onder meer een verregaande ontkoppeling in tussen economische ontwikkeling enerzijds en milieu-impact, materiaal- en energiegebruik anderzijds. Een gemeenschap die zich opnieuw met de economie bemoeit De gemeenschap mag en moet zich bemoeien met de fundamentele economische keuzes, zowel op nationaal als internationaal niveau. De vrije markt is niet bezig met de lange termijn. Dat is een belangrijk verschil tussen de groene visie, het neoliberalisme en de paarse ‘derde weg’. Gemeenschap is ook meer dan de staat. Als Groenen hechten we ook veel belang aan de rol die zowel de sociale partners als consumenten-, Noord-Zuid-, vredes- en andere bewegingen kunnen spelen bij de economische vernieuwing. Concreet stelt Groen! voor dat de overheid een breed overleg organiseert met de vakbonden en werkgeversorganisaties, de nieuwe sociale bewegingen, de wetenschappelijke wereld en het onderwijs). Bedoeling is dat zij samen de grote economische uitdagingen van de toekomst in kaart brengen en oplossingen uitwerken. Een belangrijk luik hierin is de zoektocht naar de ‘sectoren van de toekomst’, die kunnen zorgen voor duurzame werkgelegenheid en kwaliteit, met respect voor de ecologische grenzen. Een beleid dat alle talenten aanspreekt Bij dit alles beroep doen we een beroep op de creativiteit en ondernemingszin van ondernemers, wetenschappers, activisten en talloze andere burgers. Het is enorm belangrijk dat het secundair en hoger onderwijs nauw betrokken worden bij het formuleren van de antwoorden op de grote ecologische en economische uitdagingen. De economie van de toekomst zal grotendeels steunen op KMO’s en hun netwerken. Groen! wil dat de overheid goed luistert naar hun bekommernissen. Een globalisering op mensenmaat Groen! staat voor een ‘economie van het genoeg’. Vanaf een bepaalde levensstandaard leggen wij meer nadruk op meer kwaliteit in plaats van kwantiteit. Het nieuw economisch beleid dient rekening te houden met de ecologische draagkracht. Opdat economieën niet langer speelbal zouden zijn van de losgeslagen globalisering, is het nodig te evolueren naar zoveel mogelijk regionale productie (neem als regio b.v. West-Europa) als principe voor landbouw, industrie en diensten. Dat gaat ook in tegen de concurrentie tussen regio’s en continenten, die leidt tot een neerwaartse spiraal op het vlak van sociale en ecologische verworvenheden. Het (Europees) handelsbeleid en de internationale samenwerking kunnen deze doelstelling ondersteunen. Het verrekenen van de hoge milieukosten in de transportkosten zou een grote stap vooruit zijn naar een globalisering op mensenmaat. Hefbomen voor verandering Groen! wil overheidssteun, overheidsparticipatie en fiscale voordelen ecologisch én toekomstgericht oriënteren. Groen! wil het onderwijs nauw betrekken bij ecologische en economische vernieuwing, met bijzondere aandacht voor milieuvriendelijke productie (b.v. hernieuwbare energiebronnen, ecologische landbouw, ecologisch bouwen, afvalpreventie, enz.) in middelbaar en hoger onderwijs. Groen! wil de oprichting van een ‘Centrum voor Duurzame Economische Vernieuwing’ of ‘Innovatiecentrum’ , zowel op Vlaams als Europees niveau. Dit organiseert overleg tussen overheid, sociale partners, onderwijs, wetenschappelijke wereld, milieu-, consumenten- en andere bewegingen. Het adviseert de overheid in verband met expansiesteun, belastingvoordelen, overheidsparticipatie, wetenschapsbeleid en andere instrumenten. Het verricht studiewerk naar mogelijkheden en internationale trends, is een open en dynamisch huis, met de vinger aan de pols, transparant en democratisch. Ecotechwinkels zijn wetenschappelijke adviesbureaus voor KMO’s en zelfstandigen, voor technologische en andere kennisproblemen, gespecialiseerd in toekomstgerichte, milieuvriendelijke oplossingen. Groen! vraagt sociale garanties voor ‘ernstige starters’. Voorwaarde is een ernstig business-plan, met zicht op duurzame werkgelegenheid en milieuvriendelijke productie. Het project wordt door een dienst voor starters begeleid. Groen! wil de fiscale en parafiscale druk redelijk houden voor alle KMO’s en zelfstandigen en zeker in de beginfase geen hoge belastingen. Milieukosten in transport inbrengen, om regionale productie te bevorderen. Een hogere eco-efficiëntie vereist een innovatiebeleid dat de productie van goederen anders organiseert. Sleutels zijn: o de radicale verhoging van de grondstoffen- en energieproductiviteit (versneld ontwikkelen en invoeren van ecotechnologie in alle bedrijfstakken, de ontwikkeling van nieuwe generaties van duurzame consumptiegoederen met laag verbruik) o het nabootsen van natuurlijke processen en het uitschakelen van afvalstromen (ontwikkeling van lagetemperatuurprocessen, gebruik van hernieuwbare energiebronnen, decentralisatie van energieproductie, economie van gesloten kringen bestaande uit enerzijds recyclage van materialen en anderzijds het hergebruik van onderdelen …) o het ontwikkelen van een diensteneconomie (als alternatief voor het huidige kortdurig gebruik van duurzame consumptiegoederen, die telkens door volledig nieuwe modellen worden vervangen) o het (her)investeren in natuurlijk kapitaal (maatregelen tot instandhouding van ecosystemen, herstel van schade, uitbreiding en herwinning van terrein). Europese ‘ecologische clausules’ of invoerheffingen op producten uit rijke industrielanden die veel lagere milieunormen hanteren. Afbouw van het principe van absolute vrijhandel in de EU en de Wereldhandelsorganisatie. Om regionale productie en verankering van bepaalde nijverheden mogelijk te maken, moeten landen hun markt kunnen afschermen. Ontwikkelingssamenwerking moet de uitbouw van duurzame productiecapaciteit in armere landen ondersteunen. Gelijkaardige initiatieven moeten ten aanzien van Oost-Europa worden genomen. Levende democratie en cultuur Waarom werken aan een levende democratie en cultuur? De laatste decennia is onze samenleving sterk gewijzigd. Kerk, zuil of lokale gemeenschap bepalen veel minder dan vroeger wat we zijn of worden. Er is meer keuzevrijheid en mobiliteit. Deze evolutie is positief maar creëert ook kwetsbaarheid. Want als instellingen minder bepalend zijn, worden persoonlijke vaardigheden en beperkingen belangrijker. Kwetsbaarheid vergroot als het marktdenken dominant wordt en maatschappelijke verbondenheid en solidariteit onder druk staan. Want dan wordt het louter je persoonlijke verantwoordelijkheid om eerst een goede opleiding te volgen om dan een toffe job te vinden. Waarbij men vergeet dat b.v. je afkomst sterk je slaagkansen in het onderwijs bepaalt, of zelfs een straf diploma kan leiden tot werkloosheid. Vandaar het belang van actief burgerschap en sociaal-culturele vaardigheden: ze laten toe om deel te nemen aan beslissingen die je leven beïnvloeden, ze maken je sterker om om te gaan met een snel veranderende samenleving, om andere keuzemogelijkheden te verkennen, maar ook om samen met anderen structurele kansen te scheppen of belemmeringen weg te werken.. Wat wil Groen! Groen! wil dat elk individu maximale kansen krijgt om zich te ontplooien. Deze kansen worden beïnvloed door de toegang tot kwalitatief onderwijs, het aanbod van de arbeidsmarkt, de kracht van het verenigingsleven, het cultureel aanbod, ... Daarom treedt de democratie actief op om burgers te ondersteunen, uitsluiting te bestrijden, grondrechten (zoals onderwijs) te realiseren, de cultuursector en het verenigingsleven te ondersteunen, … Groen! wil de democratie uitbreiden en versterken. De democratie uitbreiden betekent een systeem dat in staat is mensenrechten te realiseren voor elke burger op deze aarde. De democratie versterken betekent o.m. een meer open vorm van beleidsvorming die burgers en hun organisaties van bij aanvang betrekt in de opmaak en uitvoering van het beleid. Een levende democratie staat of valt met netwerken van actieve burgers die elkaar ontmoeten in verenigingen en actiegroepen. Dit middenveld leert mensen om te onderhandelen rond waarden en belangen, en deze te verdedigen tegen overheid en economie. Het laat toe persoonlijke ontplooiing te koppelen aan maatschappelijk engagement. De overheid moet de autonomie van het middenveld respecteren, en tegelijk een kader creëren dat het mensen aanmoedigt om zich in te zetten voor de samenleving en zo nieuwe maatschappelijke uitdagingen op de agenda te zetten. Groen! wil een cultuurbeleid dat actief ondersteuning en stimulansen biedt voor iedereen die creëert of participeert, vanuit de waardering van de veelheid aan leefwerelden en subculturen. Een groen cultuurbeleid erkent dit ‘cultureel pluralisme’. Er is ruimte voor b.v. theatervoorstellingen die vooral leiden tot esthetisch genieten, maar evenzeer voor voorstellingen die ons vervreemden van de werkelijkheid en meer vragen oproepen dan antwoorden. Groen! verwerpt de schijnpolitiek die de illusie koestert om iedereen naar alles toe te leiden; de zogenaamde ‘sociale mix’ in de zaal. We willen werken aan het aanbieden van cultuuruitingen voor alle bevolkingsgroepen, het streven naar een samenleving van zelfbewuste burgers die in staat zijn zelf te kiezen. Publiekswerking gaat dan over de wisselwerking tussen kunstenaars en het publiek. Culturele competentie wordt niet op een belerende wijze ingelepeld maar vanuit een nieuwsgierigheid opgedaan. En de overheid ondersteunt een breder palet aan kunstenaarsactiviteiten dat minder gericht is op productie van vandaag. Kunstenaars hebben recht op een volwaardig sociaal en fiscaal statuut, waartoe stilaan de eerste stappen zijn gezet. Ook onderwijs speelt een belangrijke rol in een democratie: het verwerven van kennis, inzichten, attitudes en vaardigheden moet toelaten dat jongeren hun leven als mens en burger volwaardig kunnen ontplooien. Het is goed dat het onderwijs jongeren ook voorbereidt op een toekomstige job, maar onderwijs moet meer blijven dan b.v. het bijbrengen van ‘ondernemingszin’. Haaks op onze prestatiemaatschappij wil Groen! dat kinderen zich op hun eigen ritme kunnen ontplooien in de klas, wat kan door kleinere klassen en dus meer tijd van de leerkracht voor ieder kind. En in onze multiculturele samenleving willen we verdraagzaamheid realiseren in ‘vrije-keuze-scholen’, die een opvoedingsproject aanbieden met respect voor alle levensbeschouwelijke of religieuze overtuigingen. Hefbomen voor verandering Actief burgerschap stimuleren Versterk van het middenveld Groen! wil een versterking van het middenveld op de verschillende beleidsniveaus. Nu wordt vanuit het ‘primaat van de politiek’ al te snel voorbij gegaan aan de aanwezige ervaringsdeskundigheid bij de uittekening van het beleid. Economische democratie verder uitbouwen en nieuwe machtscentra democratiseren Werk maken van economische democratie betekent ondermeer het ondersteunen van vakbonden om zich internationaal te organiseren, bijvoorbeeld door de versterking van de rol van Europese ondernemingsraden van multinationals. En de rechten van werknemers in Belgische KMO’s worden sterker door de verlaging van de drempel voor officiële werknemersvertegenwoordiging. Democratisering van nieuwe machtscentra zoals multinationale ondernemingen door principes op te leggen die de verantwoordelijkheid van deze centra maatschappelijk actief maken: openbaarheid (over b.v. arbeidsvoorwaarden in filialen in de Derde Wereld), aansprakelijkheid (over b.v. ecologische risico’s), verplichte verzekerbaarheid. Open beleidsvoering Groen! wil een open vorm van beleidsvoering. We willen overgaan van inspraak als de plannen reeds klaar zijn (b.v. openbaar onderzoek bij structuurplannen) naar ‘co-productie’ van beleid. Zeker voor grote infrastructuurwerken is er nood aan open besluitvormingsprocedures waarbij men alle betrokken bevolkingsgroepen pro-actief betrekt, en alle aspecten (b.v. ecologische) in alle openbaarheid toetst . Hierbij is er ruimte voor b.v. het betrekken van zelforganisaties van ondervertegenwoordigde bevolkingsgroepen. Op gemeentelijk niveau willen we werk maken van wijkbudgetten waar bewonersgroepen autonoom over kunnen beslissen. Gebruikersrechten geven gebruikers meer stem Voor de openbare diensten zoals het openbaar vervoer of de post wil Groen! werk maken van gebruikersrechten: de gebruikers moeten hun ervaringen en wensen kunnen inbrengen. Dit vereist een gestructureerd overleg tussen gebruikersvertegenwoordigingen en de beheersstructuren van deze basisdiensten. Publieke ruimtes herwaarderen Groen! wil de publieke vrijheden op straten en pleinen beter garanderen, onder meer het recht op vrije meningsuiting, het demonstratierecht of het recht om rond te hangen. Levende cultuur Van vuurtorens naar spinnenwebben… Cultuurbeleid focust zich te sterk op grote culturele infrastructuur. Tegenover dit groot vertrouwen in ‘vuurtorens’ pleit Groen! voor een ‘spinnenwebmodel’, dat als een netwerk de belangrijkste openbare en culturele infrastructuur verbindt. Het is vanuit een dergelijk spinnenwebdenken dat we pluralisme in de praktijk kunnen omzetten. Nieuwe ontmoetingskansen creëren Hoewel een aantal culturele centra en kunstencentra eerlijke pogingen onderneemt om het publiek dichter te betrekken bij voorstellingen of concerten, blijven vele centra niet meer dan lege dozen met een pr-ruimte annex café. Daarom wil Groen! centra die specifiek initiatieven nemen om interactie tussen het publiek onderling en met de kunstenaars mogelijk te maken, extra ondersteunen. Musea voor vele publieken Ook musea moeten onderdeel uitmaken van dergelijke spinnenwebben. Zeker de stadsmusea hebben als opdracht de weerspiegeling te zijn van de historische achtergrond van zowel de diverse bevolkingsgroepen als van de plek waar het om gaat. Ook hier willen we een kwantitatieve benadering van publieksbereik (hoeveel mensen per jaar?) vervangen door het stimuleren van een diversiteit aan tentoonstellingen en evenementen, waarbij er zowel ruimte is voor het grote (in publieksbericht en opzet) als het grootse (initiatieven die veel durven vragen aan potentiële deelnemers). Cultuurarmoede blijft ontbering: de noodzaak aan sociaalartistieke praktijken Opgroeien in een cultuurarme omgeving is een vorm van ontbering. Cultuurarm slaat niet op geen toegang tot de ‘juiste’ cultuur, wel op het feit dat de samenleving het niet nodig vindt te investeren in aangepaste manieren waarop mensen vanuit hun eigenheid en leefwereld hun culturele vaardigheden kunnen ontwikkelen. Daarom willen we kwalitatieve sociaal-artistieke praktijken, waarbij de eigenheid van de groepen in kwestie centraal staat, extra ondersteunen. Meer diversiteit en ruimte voor het experiment in het kunstenbeleid Er is nood aan het ontwikkelen van een stimulerend werkkader voor jonge kunstenaars (peterschap bij ervaren collega’s, werkbeurzen, werk- en productieplekken voor jonge kunstenaars vanuit een multidisciplinaire aanpak, …). Deze bredere blik op het werkveld van een kunstenaar kan inspiratie bieden voor herschikking van het subsidiebeleid, dat te veel vertrekt van dikke dossiers en te veel afrekent op succesvolle producties. Is er bijvoorbeeld nog ruimte voor ‘gelukt mislukken’? Culturele bemiddelaars en de opbouw van een heterogeen (cultureel) middenveld Een langzaam opgebouwd netwerk van culturele bemiddelaars zou wel eens het ankerpunt kunnen vormen van een nieuw, heterogeen (cultureel) middenveld. Ze kunnen verbindingen leggen tussen het ‘oude’ middenveld, de culturele actoren en de waaier aan nieuwe verenigingen (buurtcomités, actiegroepen, …). Onderwijs een cruciale schakel ‘Meer cultuur hebben’, betekent niet langer encyclopedische kennis, maar slaat op het vertrouwd zijn met wijzen waarop men tegen het leven kan aankijken. Culturele rijkdom slaat dan op het verhoogd vermogen om met veranderingen te kunnen omgaan. En juist kunst kan die alternatieve inzichten geven. Waarom geen scholen ondersteunen als ze een kunstenaar voor een ‘periode’ in residence in huis halen? Geef de opleiding wat de opleiding toekomt Kunstopleidingen aan hogescholen krijgen het hoe langer hoe moeilijker. De hoge kost per student en de geplafonneerde inkomsten maken het financiële plaatje dramatisch. Om de kunstopleidingen overeind te houden moeten hogescholen én overheid tot actie overgaan. De hogescholen overleggen onderling om het aantal opleidingen rationeel te organiseren en te spreiden. Een koepel ‘kunstopleidingen’ kan een gesprekspartner voor de overheid en stimulator van kunst en kunstonderwijs zijn en kan dit besturen. En aandacht promoten voor kunst en cultuur bij andere studierichtingen. De overheid moet de kunstopleidingen rechtstreeks financieren op basis van duidelijke afspraken, ten bate van artiest én kunst én schoonheid. Aandacht voor bedreigde soorten Bij vele genres zijn subsidie en commercie sowieso intens verweven. Een film is een commercieel product, maar kan niet zonder steun. Een musical is moeilijk op scène te zetten zonder subsidie, maar kan soms wel gecommercialiseerd worden. Een boek is een economisch product bij uitstek, maar de letterensector overleeft niet zonder hulp. Om film, musical, boek en andere overeind te houden moet de overheid er geld in blijven steken, en kan zij een graantje meepikken bij eventuele winst. Ideetje: ontwikkel de publiek-private samenwerking voor allerhande kunstuitingen en bespaar nooit op letteren- en filmsubsidies. De openbare omroep als megafoon Voor de verspreiding en beleving van kunst en cultuur is de openbare omroep vandaag onvervangbaar. Het is een van haar kerntaken. Niet alle programma’s of genres moeten een hoog kijkcijfer halen, het is wel belangrijk dat ze worden aangeboden, dat men toont of signaleert wat er gespeeld, geschreven, gedanst of gezongen wordt… Maar de omroep moet ook daadwerkelijk steunen. Haar opdracht is veel meer dan goed bekeken programma’s maken. Zij heeft een taak in de samenleving, onder meer op vlak van kunst en cultuur. Ideetje: laat de VRT bij en met alle ‘genres’ onderzoeken hoe ze – los van kijkcijfers – best gesteund kunnen worden: via coproductie, via promotie, via captatie, via wat dan ook. (W)onderwijs Aandacht voor leerlingen: kleinere klassen Kleine klassen zijn nodig om meer aandacht te kunnen schenken aan de verschillen tussen kinderen. In een kleinere klas kan een leraar opnieuw echte gelijke kansen geven aan leerlingen. Tijd vrijmaken voor leerlingen doorbreekt de dolle rush van het leven die vandaag reeds voelbaar is in de school. Groen! wil: o kleine klassen: max. 15 leerlingen in kleuterklas en lagere schoolklas/ 20 in secundair; o CLB’s (Centrum voor Leerlingenbegeleiding) omvormen en terug in de school brengen. Hogescholenonderwijs: het onderwijs van de toekomst Hogescholen spelen een belangrijke rol bij de democratisering van het hoger onderwijs. Maar ze krijgen minder geld per student dan universiteiten. Die ongelijkheid is ontoelaatbaar. Hogescholen leiden immers de toekomstige werknemers van belangrijke maatschappelijke groeisectoren zoals onderwijs, verpleging, kinderen-/ouderenzorg op. Groen! wil: o gelijkschakeling toelage voor sociale voorzieningen aan hogeschoolen universiteitsstudenten; o historische inhaalbeweging voor het onderwijs in de hogescholen. Klas-assistenten en leerkrachten: eigen loopbaan terug in handen Je eigen loopbaan als leerkracht in handen nemen betekent dat je makkelijk in en uit de klas kan stappen voor een bedrijfsstage, vorming, educatief project, … Het is ook voor de school een meerwaarde als mensen met andere praktijkervaring maximaal worden ingeschakeld in het leerproces. Een ‘klas-assistent’ kan een leerkracht ondersteunen in de klas voor routinematige taken (b.v. herhalingsoefeningen) en/of praktische ondersteunende en verzorgende taken (helpen bij het lezen, meestappen naar het zwembad, …)? Groen! wil: o een werk-opleiding die lager geschoolden en/of moeilijke herintreders in staat stelt om klas-assistent te worden o globale schoolopdracht waarin alle onderwijs- en andere schoolopdrachten opgenomen worden o anciënniteitsbehoud voor mensen die vanuit de privé naar het onderwijs stappen. Scholen als positieve spiegel van de diversiteit in onze samenleving Groen! wil dat de school een positieve spiegel is van de diversiteit in onze samenleving. Dit is echter niet altijd het geval. Kansarme kinderen worden dikwijls onterecht doorverwezen naar ‘mindere’ richtingen in het secundair onderwijs. Welstellende ouders wonend in kansarme wijken sturen hun kinderen niet naar de buurtschool. Groen! wil scholen die extra inspanningen doen om deze tendensen te keren en dus extra taken opnemen, extra ondersteunen. Groen! wil om dynamische buurtgerichte scholen te ondersteunen, het principieel inschrijvingsrecht uit het gelijke onderwijskansen decreet herbekijken (o.m. in functie van nabijheid van wonen) en de taalachtergrond als volwaardig criterium laten meetellen in het onderwijsvoorrangsbeleid. Geen vermarkting van het (hoger) onderwijs Met de toepassing van de ‘Bologna-verklaring’ wordt een grotere mobiliteit mogelijk van studenten en docenten. Deze evolutie kan een bijdrage leveren tot een verdraagzaam Europa. Maar tegelijk houdt ze gevaren in van meer marktwerking: universiteiten die zich vooral richten op elitestudenten en toponderzoekers. Groen! verzet zich tegen een dergelijke vermarkting van het hoger onderwijs. Groen! wil dat de eigenheid van het Vlaams hoger onderwijs, namelijk de combinatie met kwaliteit en toegankelijkheid, bewaard blijft. Concreet mag het inschrijvingsgeld niet verhoogd worden, en moet het beurzensysteem hervormd worden zodat ook minder begoede studenten over dezelfde kansen beschikken om (een deel van) hun studies in het buitenland te doen. Levenslang leren voor iedereen Levenslang leren lijkt wel een nieuw toverwoord. Vaak loert echter een Mattheus-effect om de hoek: aan wie reeds weet, zal nog meer geleerd worden. Bijkomende opleidingskansen zijn er vooral voor wie reeds lang opleiding heeft genoten, terwijl kortgeschoolden vaak in de kou blijven staan. Groen! kiest daarom voor een leerkrediet voor iedereen, omgekeerd evenredig met het opleidingsniveau. Kortgeschoolden hebben zo recht op extra leerkrediet. Groen! wil ook centra voor basiseducatie versterken. Een groene visie op drugs Cannabisgebruikers lopen meer schade op door juridische tussenkomsten dan door het gebruik op zich. (VAD - Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen). Drugs zijn alom aanwezig in onze samenleving en we weten dat genotsmiddelen van alle tijden zijn. Helaas nemen dat de problemen verbonden aan het gebruik en misbruik van deze middelen alsmaar toe. Het gaat dan zowel over illegale als legale drugs: we mogen niet vergeten dat ook de legale middelen (alcohol en tabak) de volksgezondheid grote schade toebrengen. In onze samenleving is de dwang tot presteren maar ook tot consumeren heel groot. De combinatie van deze twee elementen zorgt ervoor dat het gebruik van stimulerende- en genotsmiddelen, waarvan het aanbod groot en gevarieerd is, stijgt. Enerzijds is er het traditionele gebruik: als tegengewicht voor de maatschappelijke druk zoekt de mens naar ontspanning. Anderzijds worden er middelen aangewend om het tempo die de prestatiedruk oplegt, vol te houden. Niet iedereen kan even goed met die druk om. Pepmiddelen, anti-depressiva, slaapmiddelen houden op een artificiële manier het ritme draaglijk. Onafgezien van de reden waarom men is beginnen gebruiken, behoren ook hardnekkige koffie- en nicotineverslavingen tot de sfeer van stressgerelateerde gewoonten. De relatie tussen onze prestatie- en consumptiecultuur en het gebruik van drugs illustreert dat de problematiek iedereen aanbelangt. In het uitgaansleven spreekt men over recreatiedrugs, er is doping in de sport. En een feestje is niet geslaagd zonder alcohol of als je niet drinkt heb je geen succes. Althans, dat is wat de reclame ons wil doen geloven. In de blokperiode zoekt menig student zijn toevlucht tot stimulerende middelen. Geen enkele drug of genotsmiddel is onschadelijk. Maar niet alle drugs zijn even schadelijk. Druggebruik kan drugmisbruik worden, en drugmisbruik kan levens ruïneren en gezinnen kapot maken. Het is daarom essentieel dat de overheid deze problematiek ter harte neemt. Een algemeen preventiebeleid is daarbij essentieel. Het uitgangspunt is dat het gebruik van drugs, buiten medisch verantwoorde doeleinden, dient ontraden te worden. Een beleid ten aanzien van de illegale drugs dat alleen maar repressief is en geen onderscheid maakt tussen de verschillende middelen, schiet zijn doel voorbij. Want illegale drugs vormen een makkelijke exploitatiebron voor criminele individuen en organisaties die zich via de handel in deze drugs schaamteloos verrijken en de volksgezondheid daarmee nog sterker in gevaar brengen. Wat wil Groen! Het uitgangspunt van Groen! is de volksgezondheid: Groen! wil het drugmisbruik terugdringen. Een doorgedreven preventiebeleid is een absolute prioriteit Een louter repressief beleid biedt geen oplossing. Het heeft geen zin om gebruikers van drugs in de gevangenis te stoppen en te vervolgen indien zij buiten het gebruik geen daden tegen de wet hebben gesteld. Het onderscheid wat betreft het maatschappelijke risico van de verschillende illegale drugs maakt een genuanceerde aanpak noodzakelijk. Wetenschappelijke informatie (toxicologisch, farmacologisch,…) geeft aan dat cannabis eerder op dezelfde hoogte gebracht zou moeten worden als tabak en alcohol. Gecontroleerde legalisering van cannabis (in verbruik en verwerving) is daarom aangewezen. Harddrugs komen wegens het onaanvaardbare hoge maatschappelijke risico niet in aanmerking komen voor legalisering. De handel in deze drugs moet keihard bestreden worden. Hefbomen voor verandering Hulp eerder dan bestraffen Een druggebruiker die buiten het gebruik geen strafbare feiten heeft gepleegd moet geholpen worden, hem of haar extra te laten lijden door te straffen heeft heel weinig zin. Groen! wil daarom het gebruik (van legale en illegale) drugs in de eerste plaats benaderen als een gezondheidsprobleem. Voorkomen is beter dan genezen; genezen is beter dan straffen. Preventie door informatie en door het aanleren van leefvaardigheden ontraadt druggebruik en voorkomt problematisch druggebruik. Medische hulp moet terugbetaalbaar zijn. Het bestaande hulpverleningsaanbod uitbreiden en optimaliseren door het bevorderen van samenwerking en netwerkvorming. Nieuwe methodieken implementeren zoals casemanagement en outreaching (het opzoeken van de cliënt in zijn eigen leefomgeving). Een wettelijk kader cannabisproducten Groen! heeft voorstellen uitgewerkt voor een wettelijke regeling van de teelt, de distributie van de verkoop van cannabisproducten. In beslag genomen druggeld gebruiken voor preventie en hulp aan verslaafden Herziening van internationale verdragen België neemt initiatieven via de Verenigde Naties voor een procedure tot wijziging van het Enkelvoudig Verdrag, met de bedoeling om een minder repressief en meer realistisch internationaal drugbeleid toe te laten. Een transport-revolutie: duurzaam verplaatsen in plaats van nog langere files Waarom een transport-revolutie? De groei van het aantal auto-, vrachtwagen- en vliegtuigverplaatsingen bedreigt de kwaliteit van leven. De uitstoot van uitlaatgassen is de belangrijkste bron van luchtvervuiling. Weg- en vliegverkeer zijn de eerste oorzaak van lawaai. Verder is er het ruimtebeslag door steeds meer wegen en parkings. En de blijvende verkeersonveiligheid. Ondanks de verscherping van de verkeerswet en van de controles tellen we nog altijd veel meer verkeersslachtoffers dan in onze buurlanden. Deze situatie is onzinnig, omdat veel storende verplaatsingen in feite overbodig zijn. Als je kiest voor een lokale economie met kortere afstanden tussen producent en consument, kan je heel wat zware vrachtverplaatsingen uitsparen. Als je kiest voor een betere planning en ruimere stocks zijn nachtvluchten of rijdende magazijnen op onze wegen overbodig. Het aanrekenen van de echte kosten (inclusief voor het milieu) van vervoer over lange afstand (door de lucht of over autostrades) zal helpen om tot een echt duurzame economie te komen. Wat wil Groen! Groen! wil de steden en dorpskernen terug leefbaar maken door auto’s en vrachtwagens die er niet echt nodig zijn, zoveel mogelijk uit de centra te weren. We willen stad en dorp teruggeven aan wandelaars en fietsers, aan gebruikers van het openbaar vervoer. Met ruimte voor kinderen om te spelen. De straat kan terug een leefstraat worden, zoals we de wegcode reeds aanvulden met een straatcode met voorrang voor de zwakke weggebruikers. Het beleid in veel Vlaamse gemeenten blijft halfslachtig: men kiest tegelijk voor de auto en voor de zachtere vervoersvormen. Men probeert echte keuzes te ontwijken. Groen! is niet tegen de auto, maar wil deze een nieuwe plaats geven: de privé-wagen dient voor verplaatsingen over langere afstanden, tussen kernen en complementair aan het openbaar vervoer. Dit kan maar als er een voldoende aanbod is aan treinen, trams en bussen. Basismobiliteit en een efficiënt vervoer-op-aanvraag in plattelandsgebieden. En een fijnmazig net en zeer frequent aanbod in de steden. Ook in het weekend of ’s avonds laat. Dit kan als echt werk gemaakt wordt van een vlotte doorstroming, van voldoende materieel en personeel. Aantrekkelijke tarieven of gratis rijden kunnen daarbij helpen, maar het is de frequentie en nabijheid van treinen, bussen en trams die echt beslissend is of mensen al dan niet de wagen laten staan. De criteria voor kwaliteitsvolle fietspaden en voetpaden werden vastgelegd, middelen uitgetrokken. Toch blijft er een achterstand van weg te werken zwarte punten, en van aan te leggen vrije fietspaden, obstakelvrije loopzones en ‘trage wegen’ die terug vrij gemaakt moeten worden. Een goede samenwerking met de lokale besturen (gemeenten, provincies) is nodig. Maar ook de gewesten moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. Een concreet actieplan Minder verplaatsingen, minder snelheid, meer mobiliteit Mobiel zijn kan ook zonder veel kilometers of een steeds hogere snelheid. En dat door een ruimtelijke ordening op mensenmaat. Wonen, werken, school lopen, uitgaan kunnen dichter bij elkaar gebracht worden, zodat minder tijdrovende verplaatsingen nodig zijn en er ruimte vrijkomt voor natuur. Vrije ruimte zonder economische bestemming. Winkels, diensten, kinderopvang, restauratie- en wasplaatsen in de directe omgeving zorgen ervoor dat mensen ook zonder altijd de auto te nemen, mobiel kunnen leven. Het verkeer vertragen kan ervoor zorgen dat toch ieder sneller en vooral veiliger op zijn bestemming komt. Minder voertuigen, schonere voertuigen Autovrij wonen, auto-delen, autoluwe kernen, Groen! wil het aanmoedigen. Gezinnen, gemeenten die durven kiezen voor minder auto rijden, minder auto’s, willen we actief aanmoedigen. Net als mensen of bedrijven die kiezen voor schone auto’s, vrachtwagens, bussen of boten die minder verbruiken en minder vervuilen. Een afschaffing van de verkeersbelasting voor wie rijdt met LPG, een overtuigend belastingsvoordeel voor wie rijdt met euro 4- of beter nog met euro 5-wagens (wagens die voldoen aan of nog beter doen dan de strengste Europese uitlaatnormen). Vooral dieselfilters willen we om gezondheidsredenen fors stimuleren. Net als bussen op stadsgas of zelfs op waterstof. Als er vervuilingspieken zijn, mogen vuile wagens tijdelijk niet meer bollen. Wij aanvaarden niet dat kinderen aan astma en allergieën lijden door vervuilend verkeer of dat ouderen meer kans lopen op een hartaanval door dieselroet in de lucht. Slimme wagens en wegen: de boordcomputer ten dienste van veiligheid en milieu Verkeersveiligheid is een kwestie van mentaliteit. ‘Rustig op de baan’: we vragen de chauffeurs om hier bewust voor te tekenen. Maar veilige wegen en wagens kunnen ook helpen. Technische snufjes voor wagens en op de wegen moeten zorgen voor minder vervuiling, verspilling en meer veiligheid. Intelligente snelheidsbegrenzers die zich aanpassen aan de meest veilige snelheid op elke weg, wagens die je vertellen hoeveel je verbruikt en vervuilt, wegen die aanzetten tot voorzichtiger rijden, het is technisch allemaal mogelijk. Laat de autocomputer ook werken voor de veiligheid en gezondheid van de andere weggebruikers. Samen rijden in plaats van solo-trippen Openbaar en collectief vervoer is de toekomst. Op voorwaarde dat samen rijden ook echt aantrekkelijk en comfortabel wordt. De bus of trein nemen is nog te dikwijls een beproeving. In plaats van een uitdaging. Groen! wil een megainvesteringsplan voor meer openbaar vervoer. Ideeën zijn er zat: de plannen van de Lijn voor meer basisdiensten (belbussen, aangepast vervoer) in buitengebieden en voor een fijnmaziger net in stedelijke gebieden, het Pegasusplan voor een fikse opwaardering van trams en bussen binnen de Vlaamse ruit, de NMBS-voorstadsnetten voor treinen en light - rail in en om onze steden. Voor Groen! ligt hier de echte prioriteit. Renovatie en een veilige herinrichting van bestaande wegen zijn voor ons veel belangrijker dan ‘missing links’. Veel mensen kiezen nu al voor samen rijden, via taxistop, bedrijfsbus of openbaar vervoer. Via bedrijfs- en schoolvervoerplannen kunnen we dit verder aanmoedigen. Carpoolen en parkeren in park & ride aan de randstad moeten financieel extra voordelig worden, b.v. via een vervoerscheque. Hefbomen voor verandering Groen! stelt grenzen aan de groei van het verkeer "Meer dag- of nachtvluchten zorgen voor meer jobs. Ook meer autorijden zorgt voor meer jobs." Zo houdt men ons voor. Maar ook duurzame mobiliteit creëert jobs, groene jobs, in openbaar vervoer, meer buschauffeurs, meer jobs in de bouw van bus- en treinstellen, meer mensen die zorgen voor een vlotte dienstverlening in (de omgeving van) stations, de productie en het onderhoud van fietsen, mobiliteitscentrales die je uitleggen hoe je door samen te rijden, toch snel op je bestemming raakt, schippers op de binnenvaart of kustvaart, noem maar op. Hele magazijnen die rondrijden in vrachtwagens of pakjes die in het holst van de nacht worden aangevlogen op luchthavens, dat is maar één vorm van tewerkstelling door logistiek en mobiliteit. Vlaanderen kan best een nijver distributieland blijven, maar dan door inzet van meer duurzame transportwijzen. Mobiliteit kan overigens ook jobs vernietigen, werk wegzuigen uit je streek of de concurrentie van honderden kilometers ver tegen spotprijzen naast je deur halen. Mobiliteit sparen kan werk in eigen streek, producten in de eigen buurt fors voortrekken. Groen! wil voorrang voor zwakkere weggebruikers Kiezen voor leef-straten is voor ons de kern van het verkeersbeleid. Veiligheid en leefbaarheid is de eerste voorwaarde om te ver-keren. De voorrang voor fietsers en voetgangers, voor kinderen en ouderen volgt hier logisch uit. Doorgaand verkeer (auto’s, maar zelfs openbaar vervoer) moet zich op alle lokale wegen aan het leven op straat aanpassen en niet omgekeerd. Vandaar onze blijvende inzet voor zone 30 in woonwijken, voor 50 km/u in de bebouwde kommen en onze steun voor het instellen van een begrenzing tot 70 km/u op drukke gewestwegen. Op autosnelwegen kan de snelheid variëren naargelang de omstandigheden (drukte, zichtbaarheid, weer), maar aan de maximumsnelheid kan niet geraakt worden. Groen! wil eerlijke prijzen voor verkeer Je verplaatsen belast het milieu en kost geld, tenzij je te voet gaat, op skates of met de fiets. Groenen vragen daarom overal ter wereld eerlijke en doorzichtige prijzen voor vervoer. Wie het milieu minder belast, wie minder benzine verbruikt, kan beloond worden. Wie in de spits rijdt, op drukke verkeersassen en veel uitstoot, moet navenant belast worden. Groen! wil een kilometerheffing voor vrachtwagens zoals in Duitsland, in de plaats van het bestaand eurovignet. Ook voor de kerosinevervuiling door vliegtuigen moet de prijs aangerekend worden. En privégebruik van bedrijfswagens willen wij niet langer bevoordelen. Milieuvriendelijke vervoersmodi verdienen dan weer alle steun: fiets (recht op een fietsvergoeding voor alle werknemers), spoor, scheepvaart, maar ook vervoer via pijpleidingen. Het voorkómen van verplaatsingen willen we nog het meest van al moeten stimuleren: thuis werken b.v. (als dit niet ten koste gaat van sociale werkrelaties), een goede mobiliteitsadvisering en alle vormen van gecombineerd of collectief vervoer. Wonen in een leefbare omgeving Waarom een ander woonbeleid? Behoorlijk wonen is een grondrecht. Ruimte is schaars. Beide zijn te belangrijk om volledig over te laten aan de vrije markt. De prijs-kwaliteitsverhouding op de woningmarkt is uit balans. Wie een normaal inkomen heeft, betaalt zich blauw aan huur of lening. Wonen is helemaal problematisch voor wie leeft van een uitkering of een laag loon. De oplossing ligt niet in nog méér woningen, wél in een actievere woonpolitiek van de overheid. Zo’n woonpolitiek gaat verder dan sociale huisvesting, maar bewaakt ook de betaalbaarheid en kwaliteit van de huisvesting en de leefbaarheid van de omgeving. Wat wil Groen! Voor Groen! is betaalbaar en goed wonen voor iedereen een absolute prioriteit. De overheid moet een krachtig woonbeleid voeren dat de vrije markt sociaal en ecologisch corrigeert. Betaalbaar? De laatste jaren schoten de prijzen voor huur- en koopwoningen de hoogte in. Bijna een kwart van de Vlaamse gezinnen kampt met (te) hoge woonuitgaven. Kwaliteit? Vlaanderen telt 300.000 woningen met zware tot zeer zware gebreken (geen degelijk sanitair of verwarming, schimmel- en vochtproblemen). Eén op tien Vlamingen woont dus slecht. Voor iedereen? In Vlaanderen is er nood aan 100.000 nieuwe sociale woningen. Aan dit tempo duurt het nog zo’n 50 jaar vooraleer aan die behoefte is voldaan. Er is ook te weinig variatie in het aanbod. Prioritair? Vlaanderen is al volgebouwd en toch is er woningnood en leegstand. Het woonbeleid is een essentiële dienstverlening aan de bevolking. De overheid moet een verdelende, beschermende en bemiddelende rol opnemen die mens, markt en milieu verzoent. Hefbomen voor verandering De overheid actief op de private woningmarkt Om te zorgen voor een voldoende aanbod aan kwalitatieve en betaalbare woongelegenheden, moet de overheid ook buiten de publieke sector en de huisvestingsmaatschappijen actiever worden. Zij moet levensvatbare panden bewoond krijgen en door dit groter aanbod de prijzen redelijk houden, zowel voor kopers als voor huurders. o Een systeem van richthuurprijzen dat een prijskwaliteitsverhouding vastlegt. Dat biedt niet alleen aan de lagere inkomensgroepen meer bescherming en betere woonkwaliteit. o Het stelsel van huursubsidies mag er niet toe leiden dat verhuurders hun prijzen hoog houden, maar moet mensen helpen die eigenlijk in aanmerking komen voor een sociale woning, maar niet verder geraken dan de wachtlijst. o o o o o o Renovatiepremies, waarvan de hoogte onder andere afhankelijk is van het inkomen. Ook mensen die een nieuwe woning optrekken op een verkrotte kavel moeten er recht op krijgen. Door voorwaarden te verbinden aan de aard van de renovatie kunnen nuttige investeringen in isolatie en energiezuinigheid hierin hun plaats krijgen. Lokale woonwinkels, naar analogie met de lokale werkwinkels. Men kan hier terecht voor alle informatie omtrent wonen: het aanvragen van een sociale woning, rechten en plichten van huurders, renovatiepremies, bouwvoorschriften en ecologische bouwtips, … Formules als het ethisch verhuren sporen eigenaars aan om hun te verhuren pand te laten beheren door een daartoe bestemde dienst. Sommige panden staan half leeg en andere zijn overbevolkt. Onderverhuur zit vast in de semi-illegale sfeer. Friends-wonen, of samenwonen in niet-gezinsverband moet beter mogelijk gemaakt worden. Eigenaars moeten een te groot geworden woning gedeeltelijk kunnen verhuren. Stedenbouwkundige reglementen die de woonfunctie beschermen. Zeker in de grote steden moet de woonmarkt opboksen tegen de ‘opbrengstwoningen’, vooral grote huizen die worden omgebouwd tot kantoor of ingedeeld in kleine studio’s. Duurzaam bouwen en verbouwen stimuleren: gebruik van milieuvriendelijke materialen, recyclage en hergebruik via centrale bouwateliers, efficiënt ruimtegebruik, energie- en waterzuinigheid, … Ongezonde en leegstaande woningen kordaat aanpakken Van onbewoonbaar verklaard tot onverklaarbaar bewoond. Met overvolle opvangcentra, huisjesmelkers, ellenlange wachtlijsten voor een sociale woning, krakers, noodgedwongen campingbewoners en een niet-aflatende druk om de nog resterende open ruimte ‘aan te snijden’ is leegstand en verkrotting onaanvaardbaar. Ongezonde en leegstaande woningen heb je zowel in openbaar bezit en sociale woningen, als in privé-eigendom of bij maatschappijen. De overheid heeft krachtige instrumenten nodig om deze te bestrijden en zo de woonkwaliteit te verbeteren. o Leegstand of onderbenutting van woningen in openbare handen in versneld tempo wegwerken. De overheid kan niet geloofwaardig optreden tegen leegstand in privé-handen als zijzelf in gebreke blijft. o Een goed functionerende inspectiedienst spoort actief verwaarlozing en leegstand van huizen op en neemt contact op met de eigenaars om deze tot activering van het pand aan te zetten. o Een woning kan op de huurmarkt worden aangeboden nadat een verhuurvergunning is afgeleverd. Deze richt zich vooral op de veiligheid en de gezondheid van de woning. o Een meldpunt in de grote steden waar omwonenden huisjesmelkerij of mistoestanden uit hun buurt kunnen melden. Een goede samenwerking tussen milieu-inspectie en (bouw)politie zorgt voor een snelle opvolging. o Uitgezette huurders krijgen een tijdelijke transitwoning, terwijl er actief wordt gezocht naar een passende woning. De openbare en sociale woningen op rechtvaardige en ecologische wijze beheren Zelfs bij redelijker prijzen op de privé-markt is het instandhouden en het versterken van het systeem van sociale huisvesting noodzakelijk. Lage lonen en vervangingsinkomens houden geen gelijke tred met de levensduurte. Er zullen altijd mensen zijn die de hulp van de overheid hard nodig hebben om menswaardig te kunnen leven. Het is een maatschappelijke kost waar niet op mag beknibbeld worden. Wat niet wegneemt dat de sociale huisvesting de toegekende middelen verstandig moet beheren… door milieuvriendelijke maatregelen bijvoorbeeld. o De huidige sociale huisvestingsmaatschappijen omvormen naar woningcorporaties, die actief inspelen op woningaanbod en woonbehoefte. o De sociale verhuurkantoren breiden hun patrimonium actief uit door bijvoorbeeld ook het wonen boven winkels aan te moedigen. o Bij renovatie en bouw van sociale woningen investeren in energieen waterbesparende maatregelen, zodat de woonlasten kunnen dalen. o Een eerlijk berekeningssysteem voor huurprijzen. De allerarmsten mogen niet uit de boot vallen. o Nieuwe sociale woonprojecten zijn kleinschalig en verstandig ingeplant, met spreiding over alle wijken. o Ghettovorming tegengaan door ook genoeg diversiteit onder de bewoners na te streven. Woonplaats en leefomgeving in harmonie: behoud de open ruimte! Wij geloven in een platteland dat leefbaar en groen blijft en haar open karakter behoudt, we geloven ook in leefbare steden waar groen en open ruimte aanwezig is. Studies hebben uitgewezen dat er voor elke stadsbewoner 30m² groen moet zijn om van een gezonde omgeving te spreken. Daarom moet er efficiënter omgesprongen worden met de open als de reeds bebouwde ruimte. Ook het milieu is een belangrijk element voor kwalitatief wonen. o Op duurzaamheid en leefbaarheid geïnspireerde gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen zijn geen eenmalige operatie maar een instrument voor een evenwichtig woonbeleid. o Gedifferentieerd en creatief bouwen laten ook in dichtbevolkte wijken wat vrije ruimte toe. Door bijvoorbeeld ontpitting wordt er meer speel- en ontmoetingsruimte gecreëerd. o Een efficiënt instrument inzake leegstand werkt ook ter vergroening van dichtbebouwde buurten. o Elke stad een stadsbos o Vaste standaarden omtrent bereikbaar groen. Als er bijvoorbeeld binnen een straal van 500 m geen speelpark is, moet er een worden gecreëerd. Deze kunnen verbindingselementen tussen buurten zijn. o Herwaardering van volkstuintjes en buurttuinen. Groen in de stad moet zo multifunctioneel en polyvalent mogelijk zijn. Tuinieren hoort daar ook bij. Waarom niet gekoppeld aan een educatief of sociaal project? o o o Meer water in de stad. Heropen de gedempte waterlopen. Water vervult een belangrijke rol in het stadsweefsel. Naast esthetische en milieuvoordelen, is open water ook goed voor een beter beheer van de waterhuishouding. Ook in kleinere gemeenten is er nood aan toegankelijk publiek domein. Het is niet omdat de mensen er individueel meer ruimte hebben dat de nood aan een gemeenschappelijke ruimte weg is. Open ruimte is meer dan een plaats waar tuinlozen de benen kunnen strekken; het zijn ook belangrijke ontmoetingsplaatsen. Door een samenwerking (bvb. hulp bij het onderhoud) tussen de overheid en privé-eigenaars van grote open ruimten (de boomgaard van de pastorie, de speelplaats, het kasteelpark, het jeugdlokaal, …) deze ruimten ontsluiten voor publiek gebruik De woonplaats en hoe we samenleven Niet alleen de kwaliteit van onze woning, maar ook hoe we samenleven is een belangrijk thema. Betrokkenheid en inspraak van de bevolking, concepten rond toegankelijkheid, diversiteit en buurtleven staan hier centraal. Is het nog wenselijk dat grote residentiële projecten ontwikkeld worden zonder dat deze inclusief en geïntegreerd binnen een woonbeleid kaderen? Wonen moet in alle opzichten voor iedereen prettig zijn. Daarom willen we contacten tussen bewoners en bevolkingsgroepen stimuleren en met voldoende gemeenschapsvoorzieningen de buurt levend houden. o Het beleid moet bij haar ruimtelijke planning van wijken aandacht hebben voor concepten als een bank, een ontmoetingsplaats, een basketbalring, een buurtwinkel, groene ruimten, … o Gelijkmatige spreiding van buurtvoorzieningen zoals kinder- en ouderenopvang, sport- en ontspannings infrastructuur, gezondheids- en welzijnsdiensten o Scholen kunnen een buurtfunctie ontplooien buiten de schooluren. Terugdringen van verkeersdrukte in woonbuurten. Straten kunnen speelstraten worden tijdens vakanties en op woensdagnamiddag. o Mensen worden nu vaak hun auto ingejaagd omdat er te weinig woonfaciliteiten in hun directe omgeving zijn. Ook in woonverkavelingen en sociale woonwijken zijn kleine KMO’s zoals bakkers en kappers een surplus voor de levenskwaliteit. Bij de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen moet er meer oog zijn voor invullingen die de woonfunctie ondersteunen. Een groene visie over dierenwelzijn Het beschavingsniveau van de mens is recht evenredig met het respect dat zij/hij opbrengt voor al het leven op aarde, ook voor dat van dier en natuur. Respect voor de natuur en voor dieren is één van de groene uitgangspunten. Daarom is aandacht voor dierenwelzijn voor Groen! een vanzelfsprekendheid. Iedere dag sterven wereldwijd diersoorten uit door de aantasting van ons milieu. Het behoud van de biodiversiteit is van fundamenteel belang: ook onze kinderen hebben recht op natuur. Daarom willen we diersoorten beschermen die in ons land en internationaal bedreigd zijn. Wie levenskwaliteit, respect en menselijkheid als waarden naar voor schuift, kan moeilijk dierenmishandeling aanvaarden. De aandacht voor dierenwelzijn is de laatste jaren sterk gegroeid, onder meer met de acties rond veemarkten en transporten. Dierenwelzijn omhelst ook talrijke andere dossiers, zoals: de bescherming van proefdieren; huisdieren en vakantie; de behandeling van greyhounds - de afgedankte windhonden -; amputatie van lichaamsdelen bij dieren en natuurlijk ook de 'foie gras', de ganzenleverpastei. Maar we mogen ook de intensieve landbouw niet vergeten, daar waar het gaat over de kistkalveren, de legbatterijen en dergelijke praktijken. In de 'industriële landbouw' is het 'dierenonwelzijn' zeer groot. De Groenen pleiten daarom al jaren lang voor kleinschalige en biologische en ecologische vormen van landbouw. Dit komt zowel de kwaliteit van onze voeding als het dierenwelzijn ten goede. Het komt erop neer dat we in onze samenleving aandacht moeten blijven hebben voor het welzijn van dieren. Dierenwelzijn is nog te dikwijls ondergeschikt aan het economisch belang. Wat wil Groen! De landbouw willen we diervriendelijker maken. Dat betekent een afbouw van legbatterijen, zeugenboxen en de kweek van kistkalveren, een verbod op wrede fok- en dwangvoedermethodes zoals het gedwongen voederen voor de productie van foie gras en een aanpak van transporten van vee over een lange afstand. Criteria voor het kweken van nutsdieren als konijnen, struisvogels en zwemvogels moeten garanderen dat deze dieren de nodige leefruimte hebben. Pelsdierkwekerijen voor bont willen we afbouwen. Dierproeven kunnen voor ons niet, behalve onder zeer strikte omstandigheden: als dit de enige manier is om te komen tot een substantiële verbetering van de volksgezondheid. Dierproeven op primaten en dierproeven in de cosmetica, wapen- en tabaksindustrie zijn uit den boze. Het welzijn van gezelschapsdieren kan verbeteren door de handel te beperken tot fokkers die werken volgens deontologische criteria en door een verbod op de handel op openbare markten, zoals dat nu al bestaat voor honden en katten. Verminkende ingrepen bij dieren, zoals het couperen van hondenstaarten, willen wij uit de wereld helpen. Voor het gebruik van dieren in sport, spel en folklore willen we sluitende regels voorzien en het houden van wilde dieren in circussen willen we aan banden leggen. Hefbomen voor verandering De bedreigde soorten op internationaal niveau beschermen. Via buitenlandse programma’s en verdragen binnenlandse wantoestanden aanpakken. Voorbeelden hiervan zijn Antwerpen en Zaventem als draaischijven van de smokkel in allerlei bedreigde en beschermde diersoorten of producten ervan. Een limitatieve lijst somt op welke vogelsoorten en reptielen particulieren, gespecialiseerde kweekcentra en dierentuinen mogen houden, naar analogie met de lijst voor zoogdieren. De naleving van de huidige dierenwelzijnwetten strikt controleren. Groen! pleit voor een regelmatige audit van de inspecties dierenwelzijn binnen het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en een duidelijke financiering van het controlesysteem voor alle nietnutsdieren. Uitzonderingen op dierenwelzijnwetten, zoals op het gebruik van speciaal gekweekte dieren voor dierproeven, afbouwen. Dierproeven verbieden, behalve onder zeer strikte omstandigheden, als dit de enige manier is om te komen tot een substantiële verbetering van de volksgezondheid. In het bijzonder dierproeven op primaten en dierproeven in de cosmetica-industrie de wapenindustrie en de tabaksindustrie zijn uit den boze. Handel in gezelschapsdieren beperken tot fokkers die werken volgens deontologische criteria en die zich specialiseren in een ras. Handel in gezelschapsdieren op de openbare weg of markten verbieden, zoals nu al het geval is voor honden en katten. De veiligheid voor de mens en het dierenwelzijn staan centraal. Groen! is onder andere voorstander van een verbod op aanvalsdressuur voor particulieren en sensibiliserende maatregelen pro sterilisatie. Die maken deel uit van een doordacht beleid inzake gezelschapsdieren. Huisvestingscriteria realiseren voor nutsdieren als konijnen, nertsen, struisvogels en zwemvogels, zodat ze de nodige ruimte hebben voor een aantal essentiële natuurlijke gedragingen. Een efficiëntere procedure uitwerken voor het overleg tussen federale en gewestelijke overheden over dierenwelzijn in de nutsdierensector. Een blokkering van de besluitvorming door één van de gewesten louter om economische redenen moet onmogelijk worden. Pelsdierkwekerijen voor bont verbieden. Een eerste stap is het verbieden van het houden van vossen en chinchilla’s als pelsdier. Verminkende ingrepen bij dieren verbieden. Het voorziene verbod op het couperen van hondenstaarten gaat ten laatste in 2006 effectief in. Ook biggencastratie en tandknippen verbieden. Sluitende regels voorzien voor het gebruik van dieren in sport, spel en folklore. Het houden van wilde dieren in circussen aan banden leggen. Het houden van gedomesticeerde dieren in circussen kan enkel mits naleving van strikte voorwaarden op het vlak van goede huisvesting, vervoer en de aard van de optredens. De veehouderij diervriendelijk maken. De veehouderij moet rekening houden met het welzijn van de dieren. De normen in die zin aanpassen: beschikbare oppervlakte per dier, natuurlijke afwisseling van dag en nacht, toegang tot buitenloop en onderling contact, verbod op wrede fok- en dwangvoedermethodes (zoals het gaveren voor de productie van foie gras). Het gebruik van onder andere legbatterijen en zeugenboxen en de kweek van kistkalveren zo snel mogelijk afbouwen. De veemarkten sluiten. Op Europees niveau transporten van levend vee beperken tot maximaal 8 uur, dieren zo dicht mogelijk slachten bij de plaats waar ze gekweekt worden en vervolgens verre transporten van levend vee vervangen door transport van karkassen. Een groene visie op sociale zekerheid Een sterke sociale zekerheid is een kwestie van solidariteit. Ze is ook in ieders belang: we kunnen allen werkloos of ziek worden, we worden allemaal een dagje ouder, vele mensen hebben kinderen,... Ons land kent sinds lange tijd een sterk uitgebouwde sociale zekerheid, en dat is een goede zaak. Maar onze sociale zekerheid is niet altijd aangepast aan nieuwe maatschappelijke evoluties. Ze biedt daarom niet altijd meer afdoende bescherming. Zo is onze sociale zekerheid grotendeels gebaseerd op het kostwinnersmodel – met één (mannelijke) kostwinner, een thuiswerkende vrouw en kinderen. En ook een financiering louter op basis van inkomsten uit arbeid is niet langer houdbaar. Wat wil Groen! Groen! wil de sociale zekerheid beschermen en verbeteren. Zo willen we inspelen op veranderingen in de samenleving, waarbij het traditionele kostwinnersgezin niet meer het enige model is. De financiering van de sociale zekerheid willen we versterken door ook een bijdrage te laten betalen door andere inkomens dan die uit arbeid, zoals die uit vermogen of door heffingen op energieverbruik of de CO2-uitstoot. De sociale zekerheid moet voor iedereen een voldoende, kwalitatief hoogstaand aanbod garanderen. Daarvoor is het nodig alle uitkeringen welvaartsvast te maken. Onder meer voor de minima is een inhaalbeweging vereist. Solidariteit met de groeiende groep senioren blijft voor ons cruciaal. Groeps- en privépensioenen mogen geen alibi zijn om het wettelijk pensioen niet te versterken. Een soepelere overgang van beroepsloopbaan naar pensioen willen we aanmoedigen. Heel wat 50-plussers willen zich nog graag inzetten, maar zien een zware voltijdse job niet meer zitten. Maar deze soepelere overgang mag niet leiden tot een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Wij zijn ook gekant tegen een lineaire afschaffing of inperking van het brugpensioen. Hefbomen voor verandering De financiering van de sociale zekerheid verbeteren en moderniseren Herverdelende effecten bewerken: minder lasten op lonen en wedden, meer op energiegebruik, milieuvervuiling en op (inkomsten uit) vermogen, minder lasten op arbeidsintensieve ondernemingen, meer op energieintensieve en/of milieuvervuilende ondernemingen. Daartoe bepleit Groen! de volgende maatregelen: o Een selectieve verschuiving van lasten, van de belasting op arbeid naar de belasting op het gebruik van kapitaalgoederen en energie en inkomsten uit vermogen of beleggingen. Deze lastenverlaging specifiek inzetten voor de herverdeling van bestaande en de creatie van nieuwe jobs. o De bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid vervangen door een nieuwe (para)fiscale heffing op alle werkelijke inkomsten, in de vorm van een Algemene Sociale Bijdrage (ASB), met een vrijgesteld minimuminkomen per gezin. Die ASB financiert mee de gezondheidszorg, de kinderbijslag en het basispensioen. Door deze maatregelen vermindert het reële inkomen van loontrekkende werknemers in geen geval, maar worden de inkomsten uit onder andere vermogen wél aangesproken. o Het systeem van lastenverlagingen en alternatieve financiering voldoende duidelijk en overzichtelijk maken. De invoering van deze maatregelen mag in geen geval leiden tot een vermindering van de totale inkomsten van de sociale zekerheid. De uitkeringen van de sociale zekerheid en de bijstand en de plafonds waarop ze berekend worden, koppelen aan de welvaartsontwikkeling, om de koopkracht van de sociale uitkeringen op regelmatige basis te verbeteren. Een permanente (jaarlijkse) screening van de uitkeringen op hun leefbaarheid en aandeel in de armoedecijfers is noodzakelijk. Een algemene inhaaloperatie van minstens 3% doorvoeren om de achterstand van de uitkeringen ten opzichte van de groei van het algemene welvaartspeil in te halen en daarnaast een bijzondere inspanning doen voor de meest achtergebleven uitkeringen. De uitkeringen van de sociale zekerheid hervormen, met als doel de sociale rechten van de verzekerden, mannen en vrouwen, te versterken en de uitkeringen van de sociale zekerheid beter aan te passen aan de samenleving: o De kinderbijslag omvormen tot een gelijk basisrecht voor elk kind: leeftijd- en rangtoeslagen verdwijnen. Voor de gezinnen uit de laagste inkomensgroepen zijn er wel extra toeslagen. Groen! verkiest een hogere uitkering boven belastingvermindering en aftrekken voor kinderen ten laste. Daardoor kunnen ook de laagste inkomens hier ten volle van genieten. o De verschillende uitkeringscategorieën in de werkloosheid stap voor stap afschaffen. Werklozen schrappen omwille van langdurige werkloosheid is voor Groen! onaanvaardbaar. Wij willen de administratieve rechten van werklozen versterken en de wachttijd voor schoolverlaters inkorten. o Voor wie leeft van een overlevingspensioen en de daarbij toegelaten arbeid, cumul toelaten met het vervangingsinkomen in geval van werkonbekwaamheid of onvrijwillige werkloosheid. Geen privatisering van de sociale zekerheid. Aanvullende regelingen kunnen tot stand komen binnen de context van sociaal overleg. Solidariteit van en met senioren. Iedereen die nieuw op pensioen gaat, ontvangt een gelijk basispensioen. Een pensioenrecht verworven op basis van loonverbonden bijdragen vult dit basispensioen aan. De combinatie van deze twee pensioenen vormt het nieuwe wettelijke en welvaartsvaste pensioenrecht. Het wettelijk pensioen moet voldoende hoog zijn, zodat het tenminste kosten voor zorg en rusthuis dekt. De tweede (groeps-) en derde (privé)pensioenpijler mogen geen excuus zijn voor een onvoldoende sterk wettelijk pensioen. Solidariteit is essentieel bij de eventuele uitbouw van de tweede pensioenpijler. Groen! pleit voor een soepele overgang van beroepsloopbaan naar pensioen. De soepele overgang naar het pensioen mag niet leiden tot een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd. Het toegelaten arbeidsinkomen van gepensioneerden in combinatie met een pensioenuitkering niet verder verhogen. De onderhoudsplicht van kinderen voor bejaarde ouders bijsturen. Deze onderhoudsplicht kan slechts gevraagd worden vanaf een voldoende hoog inkomensniveau en met een bepaald maximumbedrag. Alle gemeenten en ocmw’s passen ze op dezelfde wijze toe. Door een versterking van sociale zekerheidssystemen (zorg en pensioenen) de nood om een beroep te doen op de onderhoudsplicht verkleinen. De tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden integreren in de sociale zekerheid. Ze wordt dus toegekend aan zorgbehoevende bejaarden in functie van de graad van zorgbehoevendheid, los van het inkomen. Een groene visie op staatshervorming Staatshervorming en maatschappijhervorming gaan voor Groen! steeds hand in hand. Want goede structuren zijn noodzakelijk voor een goed beleid. Een democratische werking in België is enkel mogelijk als structuren ook efficiënt en doorzichtig zijn. Hiervoor kan het nodig zijn bevoegdheidspakketten te verschuiven van de ene naar de andere overheid. Want het is belangrijk dat de bevoegdheden toegewezen worden aan het meest geëigende niveau. Voor de Groenen blijft de toetssteen voor elke hervorming: gaat het beleid voor de mensen zelf er kwalitatief op vooruit, wordt de democratie er beter van? Een belangrijk element is dat Vlaanderen met de bevoegdheden die zij heeft, ook zelf haar eigen beleid vorm kan geven. Op die manier zien wij emancipatie als een democratisch surplus. Een ander element van een kwalitatieve democratie is de solidariteit tussen burgers. De Groenen organiseren die solidariteit in een federale staat. De financiering van de sociale zekerheid is een vorm van interpersoonlijke solidariteit. Daarom blijft die voor ons federaal. Voor ons is het debat over de staatshervorming niet gesloten, maar is er wel meer nood aan dialoog. Groen! wil bijkomende beperkte hervormingen doorvoeren om beter beleid te kunnen voeren, maar kant zich tegen communautair opbod dat de aandacht afleidt van problemen waar de burger echt van wakker ligt. Wat wil Groen! Groen! pleit ervoor de staatsstructuren en de federale grondwet verder te herzien vanuit de volgende bekommernissen en uitgangspunten: Het federale kader behouden. Wel een inhoudelijk kerntakendebat voeren (zoals in Vlaanderen gebeurt) over welke bevoegdheden essentieel aan het federaal niveau toebehoren. Efficiëntie en transparantie zijn daarbij uitgangspunten. Daar hoort ook de Europese Unie bij als politieke structuur voor bovennationale materies. Het subsidiariteitsbeginsel steeds laten gepaard gaan met de bijhorende financiering Solidariteit tussen alle burgers van ons land. Een solidariteit die gebaseerd is op objectieve gegevens. Die keuze omvat een sociale zekerheid die op federaal vlak blijft gefinancierd, omwille van de interpersoonlijke solidariteit. Hefbomen voor verandering De sociale zekerheid blijft federaal. De organisatie en de uitgaven in de gezondheidszorg worden overgedragen aan de gemeenschappen. De kinderbijslag is een individueel recht en blijft dus federaal. Het gezinsbeleid hoort aan de gemeenschappen. Het sociaal beleid is complementair een federale en gemeenschapsmaterie. Het beheer van de werkloosheidsuitkeringen blijft federaal, de arbeidsbemiddeling regionaal. Met het oog op de veiligheid de verkeersreglementering zo organiseren dat ze in de toepassing een ruime beoordelingsmarge laat aan gewesten en gemeenschappen. Daarvoor: o De volledige reglementering binnenvaart overhevelen naar de gewesten. o De gewesten voor hun specifieke verkeersproblematiek aanvullende regels laten uitvaardigen aangaande verkeersreglementering en regels van algemene politie. NMBS: de spoorwegen blijven federale materie o De gewesten zijn evenwel betrokken bij de besluitvorming en hebben een inbreng in het NMBS-beheerscontract. Gewesten kunnen initiatieven nemen voor de aanleg van spoorinfrastructuur. Zij kunnen ook de exploitatie van lokale lijnen mee financieren. o De federale overheid en de gewesten sluiten hiertoe een samenwerkingsakkoord over het beheer en de financiering van de NMBS. o De dienstverlening van de NMBS en de regionale vervoersmaatschappijen beter op elkaar afstemmen. Justitie, Justitieel welzijnsbeleid o Jeugdrecht: Er komt snel een vernieuwd federaal jeugdrecht. De uitvoeringsbevoegdheid hiervan blijft homogeen en exclusief bij de gemeenschappen (van alternatieven tot gesloten opvang). Voor de preventieve hechtenis komt er een gedeelde bevoegdheid middels verplichte samenwerkingsakoorden: federaal-gemeenschap. o Duidelijkheid scheppen over bevoegdheid en financiering van de volgende materies: herstelbemiddeling; neutrale ontmoetingsruimten; gerechtelijke alternatieve maatregelen; de internering; de veiligheidscontracten. Energiebeleid: de gewesten krijgen medebeslissingsrecht voor die beleidsaspecten die interfereren met hun bevoegdheden, bijvoorbeeld de vaststelling van de distributienettarieven in het In het kader van een effectief REG-beleid. Ontwikkelingssamenwerking gedeeltelijk regionaliseren, op voorwaarde dat dit een aanvulling op en geen uitholling van de federale ontwikkelingssamenwerking betekent. Een versterking van de capaciteit van de gewesten en de gemeenschappen die de globale inspanning voor ontwikkelingssamenwerking opvoert, is een positieve evolutie. Er wordt een gezamenlijk normatief kader uitgetekend dat de federale overheid, de gewesten en de gemeenschappen bindt. Als uitgangspunt voor elke taakverdeling geldt steeds de optimale verwezenlijking van de ontwikkelingsdoelstellingen. Bovendien letten op een maximale coherentie tussen alle beleidsdomeinen en beleidsniveaus die verband houden met ontwikkelingssamenwerking. Meer autonomie inzake de organisatie van de eigen instellingen om het democratisch gehalte van de instelling te vergroten. Onze samenleving is multicultureel en mag dat blijven Diversiteit is een realiteit waarin we allemaal leven. Dat is niet altijd makkelijk of comfortabel: de onderlinge verschillen zijn soms groot. Groen! aanvaardt en waardeert deze verschillen tussen mensen. Groen! beschouwt 'samenleven-inverschil' als een verrijking, als een nieuwe impuls. Vandaag is de multiculturele samenleving meer dan ooit voorwerp van een levendige discussie, met boeiende, maar ook zorgwekkende kanten. De jongste tijd worden sommige fenomenen nogal sterk uitvergroot: hoofddoek, fundamentalisme, gebrekkige talenkennis van migranten, gedwongen huwelijken, … Groen! is niet blind voor problemen, maar pleit voor een open dialoog en een punctuele aanpak, in eerste plaats binnen de gemeenschappen zelf. Geen algemene stemmingmakerij dus, maar dialoog en een eerlijke en consequente aanpak van problemen. Wat wij als Groenen al te vaak missen in de discussie, is de sociaaleconomische dimensie. Het culturaliseren van het debat rond diversiteit heeft ervoor gezorgd dat de achtergrondsituatie van kansarmoede volledig uit het zicht is verdwenen. Niettemin blijft het overduidelijk dat de allochtone gemeenschappen in Vlaanderen behoren tot de zwakste sociale groepen, met de laagste inkomens en het laagste opleidingsniveau. Schoolachterstand, werkloosheid, slechte huisvesting en discriminatie zijn slechts enkele van de problemen die allochtonen beduidend zwaarder treffen dan de autochtonen. Abnormaal veel allochtone kinderen komen in het buitengewoon en beroepsonderwijs terecht. Maar weinigen stromen door naar het hoger onderwijs. En zelfs zij hebben het – eens het diploma behaald – op de arbeidsmarkt niet altijd even gemakkelijk. Op die manier blijven vele talenten onbenut, wat ook economisch nadelig is. Deze malaise is niet alleen sociaal onaanvaardbaar, ze draagt ook bij tot verbittering en moedeloosheid onder de migranten en tot wat men 'samenlevingsproblemen' noemt. Het is ook op dit soort problemen aan de onderkant van de samenleving dat ondemocratische groeperingen aan beide kanten teren. Volwaardig burgerschap betekent erkenning van diversiteit Als we aanvaarden dat onze samenleving multicultureel is en mag blijven, dan kan het niet dat allochtone medeburgers als tweede- of derderangsburgers worden beschouwd. Groen! is ervan overtuigd dat een verbetering van de sociaal-economische situatie van deze groepen een aantal sociaal-cultureel georiënteerde problemen in positieve zin zal beïnvloeden. Uiteraard kan niet alles van de overheid komen, maar het is ook niet ernstig de verantwoordelijkheid bijna helemaal bij de allochtonen zelf te leggen, zoals we ook niet van de Belgische kansarmen kunnen verwachten dat ze op eigen houtje de armoedespiraal doorbreken. Groen! wil een beleid dat allochtone mannen en vrouwen sterker maakt, zowel qua taal en onderwijs, als op de arbeids- en woningmarkt. De huidige toestand maakt moedige ingrepen vanuit de overheid nodig. Actieve maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid van migranten zijn noodzakelijk omdat de toestand momenteel dramatisch is. Campagnes tegen discriminatie en racisme dienen dringend opnieuw aangezwengeld te worden, omdat nog steeds grote groepen mensen er het slachtoffer van worden. Er is ook dringend nood aan het ontkoppelen van de thema’s veiligheid en diversiteit. Hopelijk hoeven de maatregelen maar tijdelijk te zijn, en kan een verhoogde weerbaarheid van migranten in de toekomst automatisch tot een betere weerspiegeling van de samenleving op de arbeidsmarkt, in de scholen en in de buurten leiden. Groen! wil dat de overheid de voorwaarden schept voor de beleving van de culturele en religieuze eigenheid van alle gemeenschappen die ons land rijk is. Ten slotte zeggen wij al jaren dat migranten ook als volwaardige burgers aan het politieke leven moeten kunnen deelnemen. Een burger is voor Groen! iemand die hier woont, leeft, werkt, belastingen betaalt. Geen twee burgers zijn gelijk, maar iedereen heeft dezelfde rechten. Erg belangrijk voor de Groenen is dat migranten een eigen middenveld van zelforganisaties uitbouwen, als spreekbuis voor hun ideeën en wensen, opnieuw om sterker in de samenleving te staan. Een open samenleving Groen! kiest voor een open samenleving in evolutie, niet voor een hermetisch afgesloten fort. Daarom blijven wij opkomen voor een humaan asielbeleid, dat 'vervolging' voldoende ruim interpreteert, dat mensen uit oorlogsgebieden een veilige haven biedt, dat zorgvuldig en dus niet te overhaast – en zeker niet met streefcijfers in het achterhoofd – aanvragen onderzoekt, dat de asielzoeker een eerlijke kans op beroep geeft. Daarnaast vraagt Groen! een opening voor beperkte nieuwe immigratie. Het gebrek aan toekomstkansen in veel derdewereldlanden, de afschuwelijke toestanden bij mensensmokkel en de krapte in sommige sectoren van onze arbeidsmarkt zijn argumenten voor een beperkte opheffing van de migratiestop. Groen! wil evenwel niet zomaar de deuren openzetten. Het is niet de bedoeling dat landen met een lage scholingsgraad al hun hoogopgeleiden zien wegtrekken. Het is evenmin de bedoeling alleen rekening te houden met de behoeften van de arbeidsmarkt. Naast sectorale tekorten, moeten humane overwegingen deel uitmaken van het toe te laten quotum. Voor de nieuwkomers moet een degelijk onthaalbeleid met voldoende taalcursussen klaarstaan. En alle vormen van misbruik, b.v. door de internationale misdaad, huisjesmelkerij of illegale tewerkstelling moeten hard worden aangepakt. Hefbomen voor verandering We willen een serene maatschappelijke discussie opstarten die moet uitmonden in een ‘pact voor de multiculturele samenleving’. Het gaat hier om een veelzijdig geheel van afspraken over de knelpunten in de multiculturele samenleving, waarbij alle relevante actoren zich engageren tot concrete afspraken en streefdoelen, met goede coördinatie en opvolging. Het Strategisch Plan Minderheden van de Vlaamse regering past daarin. De overheid moet het goede voorbeeld tonen in verband met de tewerkstelling van allochtonen. Er is een aanzienlijke inhaalbeweging nodig. Vanaf 2007 zou 10% van de nieuwe aanwervingen in overheidsdienst allochtonen moeten zijn, ook gemeenten met belangrijke migrantenpopulatie. Dit hoog niveau wordt aangehouden zolang dat nodig is om in overheidsdienst een goede weerspiegeling van de samenleving te hebben. De overheid moet de sociale partners in de privésector aanmoedigen tot bindende afspraken tegen de massale werkloosheid onder allochtonen. De overheid kan dit door selectieve lastenverlaging te stimuleren. Meer initiatieven om de werknemers vertrouwd te maken met een multiculturele werkvloer. Specifieke steun vanuit de Vlaamse overheid en grote gemeenten aan allochtonen die een onderneming willen starten. Een beleid dat allochtone en autochtone kansarme ouders nauw bij het schoolleven van hun kinderen betrekt. Voldoende en kwaliteitsvolle omkadering van leerlingen met taalproblemen. Een behoeftedekkend aanbod van onthaal- en taalcursussen voor zowel nieuwkomers als aanwezige migranten. Voortzetten van initiatieven om de zorgsector te interculturaliseren (zowel meer allochtone medewerkers als gebruikers). Stemrecht op alle niveaus en verkiesbaarheid als gemeente- disctricts- of OCMW-raadslid of schepen voor niet-Belgen, met een voldoende verblijfsduur als enige bijkomende voorwaarde. Versterking van middenveld aan de hand van meer personeel en middelen voor zelforganisaties en hun federaties, met respect voor hun eigenheid en onafhankelijkheid. Migranten meer en op positieve wijze in de media (in berichtgeving, als experts, als acteurs, ...) om een positievere beeldvorming te bereiken. Ook meer migranten in zichtbare functies in publieke dienstverlening. Voorwaardenscheppende rol van overheid voor beleving van culturele en religieuze eigenheid. Onder meer: een voldoende aanbod van begraafplaatsen voor alle levensbeschouwingen, voorzieningen voor een waardig offerfeest, faculteit voor de opleiding van imams, sterkere aanwezigheid van allochtonen in domein van cultuur- en kunsten Periodieke onafhankelijke evaluatie van het beleid, op een gecoördineerde manier, rond verscheidene aspecten: werk, onderwijs, huisvesting, non-discriminatie, … Groen! pleit voor concrete actieplannen met concrete streefcijfers voor elk domein, en met opvolging in nauw overleg met alle betrokken actoren Bijzonder verblijfsstatuut voor mensen uit risicolanden en oorlogsgebieden, zonder dat individuele vervolging moet worden aangetoond. Opheffing van de absolute migratiestop, niet alleen gestoeld op de behoeften van onze arbeidsmarkt, maar met aandacht voor humane aspecten en noden van de zendende landen en geflankeerd door een onthaalbeleid en een antwoord op misbruiken. Tegelijkertijd ook werken aan de ontwikkeling van allochtone groepen in België om zo de situatie op de arbeidsmarkt Degelijke openbare diensten Waarom opkomen voor degelijke openbare besturen? Openbare besturen hebben in de loop der tijd een pakket aan fundamentele dienstverlening ontwikkeld met een universeel karakter. Ze zijn in principe overal aanwezig en worden verzekerd voor elke deelgemeenschap, elk gezin of individu. Ze zijn een uiting van (1) basisrechten als het recht op onderwijs, verzorging en veiligheid of (2) het recht op basisvoorzieningen zoals drinkbaar water en energie of het zijn (3) essentiële schakels in de organisatie van onze samenleving op het vlak van communicatie (post, telefonie, internet), mobiliteit (openbaar vervoer) of financiële dienstverlening (spaarrekeningen, verzekeringswezen). De grote verscheidenheid aan dienstverlening laat niet toe om ze onder een noemer te brengen op het vlak van organisatie of tarifering. De markt kan nooit het universeel karakter tegen gelijkwaardige en betaalbare prijzen kan organiseren. De overheid is de enige die garant kan staan voor toegankelijk en betaalbaar basisdienstverlening voor iedereen. Dat maakt dat het ook de taak is van die overheid om vast te leggen wat omvang, aard en kwaliteit is van de dienstverlening die universeel voor iedereen beschikbaar moet zijn. Om die kwaliteit voor iedereen te garanderen moet de overheid – wanneer ze zelf instaat voor de dienstverlening – van haar eigen instellingen en bedrijven ook efficiëntie en een passende productiviteit vragen en daar ook de nodige investeringen voor doorvoeren. Het gebrek aan aandacht in de voorbije decennia voor efficiëntie en productiviteit heeft een liberaliserings- en privatiseringsgolf op gang gebracht. De gevolgen zijn zelden positief. Op enkele uitzonderingen na heeft de markt niet in het voordeel van de consument gespeeld. Prijzen stijgen, er komt een verschraling en kwaliteitsdaling van het aanbod en het universeel karakter wordt uitgehold. Dat geldt onder meer voor spoorvervoer en postdiensten. Het universeel karakter van bank- en verzekeringsdiensten staat op de helling. Het vermarkten van het onderwijs zou de democratisering van het onderwijs volledig ondermijnen. Het is dus enorm belangrijk dat de overheid haar eigen rol in de dienstverlening opnieuw op een positieve manier formuleert en investeert in haar organisatiestructuur, in kwaliteitsverbeteringen en productiviteitsverhogingen. Dit is nodig voor het gros van de dienstverlening, aangezien de markt op geen enkele manier het universeel en democratisch karakter van de dienstverlening kan garanderen. Op het huidig moment staan hier vooral het postwezen en het openbaar vervoer onder zware druk als gevolg van Europese regelgeving. In andere gevallen moet een dwingende regulering op het vlak van toegankelijkheid en tarieven de markt bijsturen en sociale tarieven garanderen voor de laagste inkomensgroepen. Dit geldt onder meer voor de energiesector, voor telecommunicatie en internettoepassingen. Tot slot wil Groen! het democratisch recht op onderwijs sterk verankeren waarbij elke vermarkting uit den boze is. Een goede publieke dienstverlening vraagt dus een inspanning van de overheid, ook financieel, maar als de middelen goed besteed worden is het die inspanning waard. Wat wil Groen!? Drie zaken staan voor Groen! telkens centraal: het vrijwaren van het universeel karakter en van de kwaliteit van de openbare dienstverlening voor de hele samenleving een tariefbeleid dat het hele pakket aan openbare dienstverlening betaalbaar en toegankelijk maakt voor alle inkomensgroepen het versterken van de bestaande overheidsbedrijven zodat ze beter gewapend om de concurrentie met de privésector aan te gaan. Het spoorvervoer: stimuleren in plaats van privatiseren De liberalisering van het spoorvervoer heeft voor het reizigersverkeer tot nu toe enkel geleid tot een verschraling van het internationale reizigersvervoer (volledige afschaffing van de klassieke nachttreinen, verdwijnen van een deel van de klassieke dagtreinen). Duurdere hogesnelheidstreinen kunnen dat hiaat niet volledig opvullen. Ook de hogesnelheidstreinen zijn op het vlak van rendabiliteit overigens beperkt tot een aantal toplijnen. Ze rijden bovendien slechts op een beperkt aantal lijnen. Daarom willen we op Europees niveau opdrachten van openbare dienst die klassieke treinverbindingen over langere afstanden en meerdere landen ook in de toekomst mogelijk maken op minder belangrijke internationale assen. Dit kan door de invoering van een basismobiliteit op Europees niveau: op elke internationale hoofdlijn wordt een minimale dagelijkse frequentie gehandhaafd tegen een normaal treintarief op het niveau van de binnenlandse treintarieven. De betrokken spoormaatschappijen worden a rato van hun inzet vergoed voor het niet door inkomsten gedekte deel van de openbare dienst. Zo kunnen we vermijden dat internationaal spoorverkeer zich verengt tot een beperkt pakket van spoorverbindingen, waar goede spoormaatschappijen de concurrentie met het vliegtuig voor het zakelijk verkeer aankunnen. Groen! is gekant tegen een verdere liberalisering van het binnenlands reizigersverkeer. Daarom heeft Groen! op het netbeheer na altijd gepleit voor het bijeenhouden van het spoorbedrijf zowel in exploitatie naar personen- en goederenverkeer als naar infrastructuurontwikkeling. Enkel op die manier kan een beleid worden gevoerd dat de binnenlandse reizigers ten goede komt en dat een verdere expansie van het aanbod inhoudt tot op de lokale lijnen in de provincie. Wel is te overwegen dat dit ene spoorbedrijf zowel van de federale als de gewestelijke overheden opdrachten van openbare dienst kan krijgen. In het goederenverkeer tekenen zich nu al de desastreuze gevolgen van de liberalisering voor België af. De vervoerde tonnenmaat dreigt sterk te dalen, vooral in het intermodaal vervoer. Groen! pleit voor een ruime betoelaging van het intermodaal vervoer naar buitenlands voorbeeld zodat dit marktsegment niet verder afkalft en een alternatief biedt voor de forse toename van het containervervoer in onze havens. Dit alles moet voor Groen! resulteren in duidelijke engagementen van de federale en gewestelijke regeringen naar de NMBS in de vorm van: o o o de overname van de totale historische schuld van de NMBS zodat het spoorbedrijf effectief opnieuw van een schone lei kan beginnen; een volledig gebudgetteerd meerjarig investeringsplan, dat daarna correct en volgens afspraak wordt uitgevoerd; een nieuw beheerscontract dat het treinaanbod vanaf 2007 verder uitbreidt en garandeert. Groen! wil dat de federale overheid als hoofdaandeelhouder van de NMBS het spoorbedrijf in staat stelt om haar productiviteit vooral inzake het goederenvervoer op te drijven. Dit moet er uiteindelijk toe leiden dat verzelfstandigingsoperaties niet verder nodig zijn en dat we privatiseringen kunnen vermijden. Het is aan de federale overheid om het daarbij noodzakelijke sociaal plan te financieren. De Post: basisdienstverlening betaalbaar voor iedereen Ook bij De Post was het de voorbije jaren allesbehalve rustig. De priorzegel, een verkapte prijsverhoging en (letterlijk) een dienstverlening met twee snelheden onder het mom van kwaliteitsverhoging - mag binnenkort weer de vuilnisbak in. Op de nieuwe sorteercentra is het nog altijd wachten. De toekomst van kleine kantoren blijft onzeker, het personeelsbestand moet inkrimpen. De opkomst van nieuwe communicatiemedia vormt bovendien een bijkomende uitdaging. Voor Groen! blijft de garantie van betaalbare, voor iedereen toegankelijke postdiensten een belangrijke overheidstaak. Maar het vraagt wel een ernstige inspanning van De Post als zij die uitdaging met succes wil aangaan. Optimale dienstverlening en optimale besteding van overheidsmiddelen zijn de kernwoorden: o o o o o Recht op betaalbare, kwaliteitsvolle dienstverlening. Iedereen moet op tijd zijn post, krant of tijdschrift krijgen, waar hij of zij ook woont. Ook bereikbare postbussen en -kantoren behoren tot de basisdienstverlening. De overheid bepaalt de inhoud en voorwaarden voor die universele dienstverlening en waakt over de naleving van objectieve kwaliteitsnormen. Commerciële activiteiten kunnen perfect, op voorwaarde dat zij de essentiële dienstverlening niet belemmeren. De sociale rol van kantoren en postbodes moet objectief gevaloriseerd worden en waar nodig vergoed voor de overheid. Door samen te werken met gemeenten, OCMW’s, NMBS (kantoren in stations), maar ook met de privé-sector kan men een fijnmazige dienstverlening waarborgen. En waarom geen klassieke en nieuwe communicatiemedia combineren: een overheidswinkel met postdiensten én internet? Een politiek van de tijd Waarom een politiek van de tijd? Het gebrek aan tijd legt voor vele mensen een zware druk op hun welzijn en levenskwaliteit. Heel wat koppels en eenoudergezinnen kreunen onder de druk van langer, harder en flexibeler werken in een overactieve welvaartsstaat. Een voltijdse job en een gezin zijn vaak moeilijk combineerbaar. Iedere dag worstelen we met tijd: de job, de boodschappen, de kinderopvang, de file onderweg, werk mee naar huis, … Tijdsdruk is niet alleen een probleem van hooggeschoolde tweeverdieners. In vele schoonmaakbedrijven gelden de meest gezinsonvriendelijke uren. En probeer als alleenstaande moeder of vader maar eens om een voltijdse job te combineren met zorg voor kinderen. Waar de ene groep te veel werk en te weinig tijd heeft, groeit ondertussen het leger werklozen. Vandaag wil men meer mensen langer laten werken. Groen! kiest daarentegen voor herverdeling van arbeid en tijd. Groen! wil meer levenskwaliteit door mensen kansen te geven om minder te werken. Zo krijgen anderen de kans om te werken. Kortom: een tijds- en combinatiebeleid is cruciaal voor iedereen. In onze moderne maatschappij is het een basisvoorwaarde voor het welzijn en levenskwaliteit. Wat wil Groen! Naast (betaald) werk bieden ook andere vormen van engagement individuele ontplooiing en betrokkenheid. Groen! wil meer mensen de kans geven om te werken door meer mensen de kans te geven om minder te werken. Wie zin heeft om minder te werken, moet daar de kans toe krijgen. Een groen tijdsbeleid geeft mensen meer keuzevrijheid om de arbeidstijd te laten variëren volgens de levensfase. Nu domineert nog altijd het klassieke loopbaanmodel: van de schoolbank tot aan het pensioen werken we liefst voltijds en ononderbroken. Met een duurzaam tijdsbeleid wil Groen! een meer emanciperende visie op loopbanen. Na de schooltijd werken mannen en vrouwen periodes voltijds, onderbreken ze eventueel hun professionele loopbaan voor zorgtaken of andere engagementen, kennen ze periodes van deeltijdwerk afhankelijk van de fase in hun leven, om vervolgens al dan niet weer naar voltijdse banen door te stromen. Groen! pleit voor een samenleving waarin betaalde arbeid niet de levensloop dicteert, maar waarin arbeid, zorg en vrije tijd ruimte en waardering krijgen in een duurzaam evenwicht. Levens- en sociale noden sturen dan de tijdskeuzes, eerder dan economische noden. Een tijdsbeleid houdt rekening met de volle duur van een mensenleven. Groen! wil een debat over oudere werknemers en eindeloopbaan, waarbij kwaliteit van arbeid en kwaliteit van leven centraal staan. Wil men oudere werknemers de kans geven iets langer te blijven werken, dan gebeurt dat niet door te knabbelen aan brugpensioenstelsels. Het kan wel door mensen de kans te geven om hun loopbaan anders in te delen, via tijdskredieten, maar ook via landingsbanen voor oudere werknemers en door het stimuleren van mentorschap tegenover jongere collega’s. Een concreet actieplan. De waaier aan beleidsinstrumenten voor een tijdsbeleid groeide de afgelopen jaren. Deeltijdarbeid en tijdskrediet, landingsbanen in de zorg, borstvoedingsverlof en ouderschapsverlof, vaderschapsverlof, palliatief verlof, … Deze maatregelen kennen ook steeds meer succes. De volgende jaren is er zowel nood aan uitbreiding als aan vereenvoudiging en harmonisering van de verschillende stelsels. Cruciaal is ook meer aandacht voor een gelijkere verdeling tussen mannen en vrouwen, zowel van de tijdsmaatregelen als van zorgtaken. Tijdsbeleid is een hefboom voor meer levenskwaliteit én voor arbeidsherverdeling, zodat wie vandaag werk zoekt, ook een job kan vinden. Hefbomen voor verandering Groen! wil voltijdse sociale zekerheidsrechten voor wie 30 uur werkt Groen! wil bedrijven en vakbonden aanmoedigen om werknemers meer keuzevrijheid te geven om minder te werken. Een belangrijke stap is om 30 uur loonarbeid per week als norm voor een voltijdse baan te beschouwen voor de opbouw van sociale zekerheidsrechten (zoals het recht op pensioen en werkloosheidsuitkering). Met sociale lasten die het laagst zijn voor wie in een 30-urenweek werkt, stimuleren we bedrijven om dergelijke stelsels toe te kennen. Groen! wil systemen van sectorale arbeidsduurverkorting stimuleren Groen! wil voluit gaan voor nieuwe jobs. Verlaging van de patronale bijdragen en premies uit een Tijdsfonds voor werknemers die minder gaan werken, moeten de sociale partners in de diverse sectoren stimuleren om CAO's met arbeidsduurverkorting af te sluiten. Op die manier kunnen duizenden mensen aan de slag. Groen! opteert in eerste instantie voor sectoren waar de zwakkere groepen op de arbeidsmarkt nog kansen krijgen en waar nu tienduizenden kortgeschoolden werken. Op termijn wil Groen! het systeem uitbreiden naar andere sectoren. Groen! wil vijf jaar tijdskrediet als recht voor iedereen Tegen 2010 moet iedereen, ongeacht de sector, recht hebben op vijf jaar betaald tijdskrediet gedurende een volledige loopbaan en met behoud van alle rechten op sociale zekerheid en pensioen. Een tijdskrediet moet toelaten om de vrijgekomen tijd te besteden aan zorg, vrijwilligerswerk, bijscholing of gewoon vakantie. Dat tijdskrediet is vrij in te vullen: 1 dag per week, 1 week per maand, 1 maand per jaar, 1 jaar per decennium, 3 maanden per jaar, 5 jaar achter mekaar, … Groen! wil bovendien creatieve oplossingen om ook zelfstandigen en werknemers van KMO’s de kans op onthaasting te geven. Recht op tijdskrediet is vanuit zorgoogpunt veel wenselijker dan ‘tijdsparen’. Tijdsparen zet werknemers aan om meer overuren te presteren en op te sparen, of om verlofdagen niet op te nemen, wat de combinatie arbeid en gezin op korte termijn alleen maar kan verzwaren. Bovendien creëert tijdskrediet jobs, omdat er een gedeeltelijke aanwerving is ter vervanging van wie tijdskrediet neemt. Tijdsparen doodt jobs, door mensen langer te laten werken. Groen! wil ouderschapsverlof uitbreiden tot één jaar per kind Een vernieuwend tijdsbeleid is een hefboom voor meer zorg voor kinderen. Een mens- en gezinsvriendelijk tijdsbeleid betekent de onmiddellijke uitbreiding van het recht op ouderschapsverlof tot één jaar per kind voor beide ouders. Bovendien wil Groen! dat het ouderschapsverlof opgenomen kan worden zolang de kinderen jonger dan 18 zijn. Zo kunnen ouders niet alleen voor de zeer kleine kinderen meer tijd maken, maar ook als er meer aandacht nodig is in andere levensfases. Groen! wil nachtrust en zondagsrust beschermen. Groen! wil de beperking op zondagsopening van winkels behouden. Meer zondagsopening is een volgende stap naar een 24-uurs-economie, ten koste van het personeel en van kleine zelfstandigen, die bij zondagsopening moeilijker opkunnen tegen grote ketens. Omwille van levenskwaliteit van mensen willen we ook nachtarbeid en overuren beperkt houden. Een tijdsbeleid moet ook voor minder sterke groepen op de arbeidsmarkt voldoende mens- en gezinsvriendelijke uren proberen te bieden. Groen! wil bedrijven stimuleren om een mensvriendelijk personeelsbeleid te voeren. Een mensvriendelijk personeelsbeleid biedt werknemers de reële mogelijkheden om via tijdskredieten, ouderschapsverlof, mogelijkheden tot overschakeling van voltijds naar deeltijds werk (of omgekeerd) arbeid, gezin en andere engagementen op een optimale manier te combineren, zonder de werkdruk te verhogen of de kwaliteit van de arbeid te verlagen. Daarom wil Groen! de patronale bijdragen verlagen voor alle aanwervingen die gebeuren ter vervanging van mensen die via tijdsmaatregelen hun arbeidsduur verminderen of onderbreken. Groen! wil een ander debat over vergrijzing Groen! wil in het debat over vergrijzing de eenzijdige focus op de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en de rigide 'langer werken'-retoriek vervangen door een meer moderne en flexibele visie op arbeid, arbeidstijd, loopbaan en op de relatie tussen loonarbeid en andere vormen van maatschappelijk en noodzakelijk werk. Anders werken veronderstelt een duurzaam tijdsbeleid en een nieuwe visie op loopbanen. In plaats van 30 tot 35 jaar voltijds te werken en vervroegd uit te stromen, kunnen we mannen en vrouwen in de 21ste eeuw andere loopbanen bieden. Mensen kunnen na de school eerst voltijds werken, om dan eventueel hun loopbaan voor zorgtaken, opleiding of andere engagementen te onderbreken, of om te kiezen voor deeltijdwerk. Vervolgens kunnen ze al dan niet weer voltijds werken om tenslotte voor een geleidelijke overgang naar pensioen te kiezen. Het debat over de vergrijzing en de toekomst van onze sociale bescherming wordt onmogelijk als de discussie over de aanvullende en alternatieve financiering in de lade blijft. Groen! wil meer investeren in de sociale economie. De werkeisen en de tijdsdruk op de reguliere arbeidsmarkt liggen zo hoog, dat zelfs met een duurzaam en mensvriendelijk personeelsbeleid de lat voor een aantal mensen te hoog blijft liggen. Eigen aan de sociale economie is dat men hier wél vertrekt van de mogelijkheden van de (doelgroep)werknemers en vanuit hun kracht en mogelijkheden maatschappelijk erg noodzakelijke producten en diensten levert. Om mensen aan de rand van de arbeidsmarkt voldoende kansen te geven op kwalitatieve en duurzame werkgelegenheid, is een uitbreiding van de sociale economie noodzakelijk. Zorgzekerheid uitbouwen voor iedereen Waarom werk maken van zorgzekerheid? Mensen leven vandaag langer. Deze veroudering leidt wel tot stijgende zorgbehoeften. Ook wie op actieve leeftijd is, kent vaak stijgende zorgbehoeften. Onze economie legt de lat steeds hoger voor mensen, waardoor een groeiende groep niet meer meekan. Dat leidt tot stijgende zorgbehoeften, waarop we een antwoord moeten geven. Bovendien zijn onze welvaart en ons welzijn erg ongelijk verdeeld. In 2002 moesten liefst 15% meer mensen een beroep doen op het OCMW voor een leefloon. Meer dan 400.000 Belgen krijgen hun schulden niet afbetaald. De werkloosheid stijgt. Groen! vindt armoede onaanvaardbaar en pleit voor gelijke rechten (en kansen) op bestaanszekerheid, huisvesting, onderwijs en zorg. Daarom moeten we werk maken van meer zorgzekerheid. Wat wil Groen! Groen wil meer sociale rechtvaardigheid. We willen blijven opkomen voor solidariteit. Een groen project is voor ons per definitie ook een sociaal project. We willen levenskwaliteit immers voor iedereen zo maximaal mogelijk te maken. Daarom kiest Groen! voor een sterker sociaal beleid. Een rechtvaardige verdeling van rijkdom én van toegang tot milieugoederen als zuivere lucht of zuiver water is daarvoor een voorwaarde. Dat veronderstelt herverdeling tussen de bewoners in ons land, maar ook herverdeling op wereldvlak. Het is ook een keuze voor solidariteit met onze kinderen en kleinkinderen. Groen wil ook een verdere versterking van het zorgbeleid. Werken aan levenskwaliteit is werken aan zorgzekerheid. Zorgzekerheid is mensen recht op zorg en kans op een verantwoorde keuze geven. Mensen moeten een beroep kunnen doen op de zorg die ze nodig hebben en daarbij een zo groot mogelijke zorgkeuze hebben. Dat veronderstelt de autonomie van mensen ondersteunen, informele zorg uitbouwen en een verder groeiend professioneel aanbod. Zelfzorg, zorg voor naasten en familie en professionele zorg moeten goed op elkaar zijn afgestemd. Zorgzekerheid is een van de basistaken van de Vlaamse overheid, die inspanningen vereist op alle beleidsdomeinen. Hefbomen voor verandering Groen! wil een sterker sociaal beleid Een sterker sociaal beleid betekent kiezen voor herverdeling van middelen vanuit solidariteit en sociale rechtvaardigheid. Dat veronderstelt een verhoging van de sociale minima met 6% en het welvaartsvast maken ervan. Een leefloon moet immers meer zijn dan een ‘overleef-loon’. o Het betekent werk maken van het alimentatiefonds, zodat (ex)partners na een scheiding niet langer in armoede terecht dreigen te komen. o Het vraagt om een versterking van het stedenbeleid in Vlaanderen. Wie moet leven aan de onderkant van de samenleving, zoekt immers vaak de stad op, waar de steden onvoldoende middelen hebben om hun sociaal-economische situatie te verbeteren en de leefkwaliteit van alle wijken op peil te houden. o Ruim 10 jaar na het ‘Algemeen Verslag over de Armoede’ is het de hoogste tijd voor een evaluatie en een nieuwe impuls. o Groen! wil meer aandacht voor armoede, ongelijkheid en uitsluiting in alle beleidsdomeinen, zoals onderwijs, huisvesting, arbeidsmarktbeleid of welzijnsbeleid. o Ten slotte betekent het een modernisering van de sociale zekerheid, zodat deze ook zekerheid blijft bieden in tijden van hoge werkloosheid, precaire jobs en vergrijzing. Groen! wil een verdere versterking van het zorgbeleid. o Aan levenskwaliteit voor wie zorg nodig heeft, hangt een prijskaartje. Daarom moeten we de keuze voor zorgzekerheid ook budgettair vertalen. Dat vereist een welzijnsbudget dat de zorgbehoeften kan dekken. Het is niet evident, maar wel noodzakelijk om op federaal niveau het budget voor gezondheidszorg de volgende jaren met bijna 5% per jaar te laten stijgen. Op Vlaams niveau vereist de garantie van zorgzekerheid een structurele en duurzame toename van het welzijnsbudget als antwoord op demografische, sociaal-economische en culturele verschuivingen. We moeten de grenzen van de zorg verleggen om het zorgniveau in onze samenleving op peil te houden. Indien een volgende Vlaamse regering dit niet structureel inbouwt, dan wordt de zorgbalans negatief en dreigen wachtlijsten voor zorgvragers en toenemende werkdruk voor zorgverleners. Dat vereist een zorg-kartel tussen beleidsverantwoordelijken van verschillende partijen en beleidsniveaus om zorgzekerheid te realiseren en budgettair te vertalen. Groen! wil de zorgverzekering uitbouwen en solidair financieren De zorgverzekering is een van de meest cruciale hefbomen om zorgzekerheid te garanderen. De Vlaamse erkenning van zorgafhankelijkheid als nieuw sociaal risico is baanbrekend in onze welvaartsstaat. De uitbouw van de zorgverzekering vormt een belangrijke stap in de vernieuwing ervan. Anno 2004 maken al 140.000 mensen gebruik van de zorgverzekering. De verdere uitbouw vereist een aanpassing van de financiering. De Vlaamse overheid besteedt jaarlijks bijna 100 miljoen euro aan het Zorgfonds. Daarnaast betaalt iedere Vlaming een jaarlijkse bijdrage aan haar of zijn zorgkas. Er zijn nu reeds twee categorieën van bijdragebetalers. Wie kan genieten van het recht op een verhoogde tegemoetkoming in de ziekteverzekering (WIGW’s), betaalt een lagere bijdrage. Zo is een eerste stap gezet naar bijdragen op basis van draagkracht. Omwille van sociale rechtvaardigheid moeten we op korte termijn overgaan naar een volledig inkomensgebonden financiering en dus de bijdrage koppelen aan de hoogte van het inkomen. Dat kan door de invoering van een zorgcentiem via de personenbelasting ter vervanging van de huidige forfaitaire bijdrage. Groen! wil een verdere modernisering van de zorg Groen! wil niet alleen aandacht voor een economie van de zorg: hoe gaan we het betalen? We willen vooral ook aandacht voor een ecologie van de zorg: hoe kunnen we kwalitatieve zorg voor iedereen garanderen en de levenskwaliteit maximaliseren? Dat vereist dat we zowel aan meer als aan andere zorg werken. Dat we tegelijk professionele zorg uitbouwen, meer afstemmen op de zorgvrager en mensen kansen geven en stimuleren tot informele zorg. Hiervoor moeten ze tijd hebben (zie een politiek van de tijd) en stimulansen krijgen. Uitbouw van informele zorg betekent zorgnetwerken ondersteunen en de afstemming op professionele zorg versterken. Groen! wil een keuze voor zorg op maat van de zorgvrager Wie zorg nodig heeft, stuit nog te vaak op drempels bij de toegang tot zorg. Zorgzekerheid versterken is drempels wegwerken. Naast de zorgverzekering kunnen ook organisatorische maatregelen de zorgzekerheid versterken. Zo is het veel eenvoudiger om mensen enkel remgeld te laten betalen. Dat kan door de veralgemening van het derdebetalersysteem voor de hele gezondheidszorg. Een groene visie op gezonde voeding en landbouw Lekker en gezond kunnen eten zou een evidentie moeten zijn. Maar voedselveiligheid is de laatste jaren een hot item: dolle koeien, varkens met pest, grieperige dioxinekippen en peren met pesticide… Ons voedsel wordt nu strenger gecontroleerd. Maar die controle zegt nog niets over de smaak of de milieu- en diervriendelijkheid van wat we eten. Een gecontroleerd kistkalf blijft een kistkalf, gekweekt in een te kleine box. Ook al zou genetisch gemanipuleerd voedsel voor onze maag veilig zijn, is het dat dan ook voor onze velden? Wat als onze kip een plofkip blijkt te zijn, ingespoten met varkens- of rundereiwitten en water om zo groter en sappiger te lijken? Groen! wil smaakvol en gezond voedsel voor iedereen. Wat wil Groen! Groen! kiest voor een verdere vergroening van het landbouwbeleid. Groen! wil gezond en kwaliteitsvol voedsel, een rechtvaardig en duurzaam inkomen voor de landbouw(st)er en een evenwicht tussen landbouw, milieu en dierenwelzijn. Iedereen heeft recht op smaakvol en gezond voedsel. Daarom willen we duurzame producten voor iedereen betaalbaar en toegankelijk maken, en zorgen voor duidelijke,leesbare productinformatie. Ook moeten consumenten en producenten kunnen kiezen voor voedsel dat niet genetisch gemanipuleerd is. Hefbomen voor verandering Een andere landbouw, veeteelt en visserij Gezond en kwaliteitsvol voedsel zonder pesticiden, antibiotica of hormonen, een rechtvaardig en duurzaam inkomen voor de landbouwers en een duurzaam evenwicht tussen landbouw, milieu en dierenwelzijn: dat is waar een groen landbouwbeleid voor staat. Naar 10% biolandbouw in 2010: steun voor meer duurzame en biologische landbouw, zowel voor opleiding en onderwijs, omschakeling, promotie, bedrijfsbegeleiding als uitbouw van de afzetketens. Milieu- en diervriendelijke productie stimuleren. Wij willen een verdere ombouw van het EU-landbouwbeleid, om te komen tot een multifunctionele landbouw, die sociale, ecologische en economische doelen met elkaar verbindt. Daarom willen we de afbouw van dier- en akkerpremies die meer op ‘massa’ dan op kwaliteit gericht zijn. Premies willen we verbinden aan kwaliteits-, milieu- en dierenwelzijnsnormen. In de toekomst willen we de helft van de voorziene middelen los van de productie richten op duurzame ontwikkeling van het platteland. Belastinggeld gaat zo niet meer naar overproductie maar naar een duurzame landbouw. De landbouwhervorming afstemmen op een keuze voor duurzame ontwikkeling binnen de Wereld Handels Organisatie. Dat kan door versterking van duurzame ontwikkeling in de ontwikkelingslanden en door gelijktijdig de kwaliteits-, milieu- en dierenwelzijnsnormen wereldwijd te ontwikkelen en verzekeren. Exportsubsidies willen we afschaffen. In plaats daarvan gaat er steun naar regionale productie- en marktstructuren in de ontwikkelingslanden. Diervriendelijke veehouderij, met duidelijke dierenwelzijnnormen: beschikbare oppervlakte per dier, natuurlijke afwisseling van dag en nacht, toegang tot buitenloop en onderling contact, verbod op wrede fok- en dwangvoedermethodes. Gezonde landbouw voor gezond drinkwater. Dat kan door het pesticidengebruik te verminderen en het mestoverschot weg te werken. Het mestactieplan en het mestdecreet zijn aan een globale herziening toe. Groen! pleit voor duidelijke normen zodat de kwaliteit van ons grondwater verzekerd is. Een vereenvoudiging van de regelgeving kan samengaan met meer garanties voor de milieudoelstellingen. Een aanpak aan de bron staat daarbij centraal. Groen! wil boeren steunen die kiezen voor een afbouw van de veestapel. Landbouwers spelen een sleutelrol in plattelandsontwikkeling als leverancier van kwaliteitsvol voedsel, maar ook in landschapsbeheer, zachte recreatie en toerisme. Plattelandsvlucht willen we actief tegengaan door steunprogramma’s (gericht op diversifiëring), ook in de nieuwe EUlidstaten. Groen! wil daarbij ook steun voor landbouwers die ook bezig zijn met biomassa- en windinstallaties, hernieuwbare grondstoffen en duurzaam toerisme. Bij internationale afspraken over beheer van zeeën en oceanen krijgt kleinschalige seizoens- en kustvisserij voorrang boven industriële zeevisserij. De Europese zeevisserijvloot wordt ingekrompen. We willen visquota en zeedagenregelingen afstemmen op de herstelmogelijkheden van de visstand. Gezonde voeding, betaalbaar en beschikbaar voor iedereen Veel mensen willen kiezen voor gezond, milieu- en diervriendelijk geproduceerd voedsel. Maar vaak schrikken ze terug voor de prijs. Groen! wil voor iedereen betaalbare en beschikbare biovoeding. Het is niet logisch dat consumenten een meerprijs moeten betalen, terwijl de industriële landbouw haar ecologische kost op de hele maatschappij afwentelt. Goedkopere biovoeding door een lagere BTW, betere afzetmogelijkheden, ondersteuning van groente- en fruitabonnementen,… Stimuleren van biovoeding in scholen, ziekenhuizen en overheidsinstellingen. Alle overheidskantines voorzien ook een vegetarische maaltijd. Kinderen zijn gevoeliger voor schadelijke stoffen in voedsel en worden er door hun eetgewoonten dikwijls meer aan blootgesteld. Groen! wil normen hierop afstemmen. Gezonde voeding, ook voor zuigelingen. Groen! wil borstvoeding stimuleren en via een doortastend milieubeleid de kwaliteit van de moedermelk beschermen. Goede productinformatie Om als consument bewust te kunnen kiezen, moet je wel weten wat je voorgeschoteld krijgt. Als consument heb je recht op duidelijke, leesbare productinformatie, over de ingrediënten, maar ook over herkomst, productiewijze en respect voor milieu- en dierenwelzijn. Geen genetisch gemanipuleerd voedsel in mijn bord Het gebruik van genetisch gemanipuleerde organismen (GGO’s) is echt niet zonder risico. Groen! wil de garantie dat boeren en consumenten kunnen kiezen voor GGO-vrij voedsel. Groen! wil besmetting van landbouw en natuur met GGO’s voorkomen. Alleen zo kan men het recht op GGO-vrij voedsel garanderen. We willen de aansprakelijkheid van GGO-producenten duidelijk regelen. Zij moeten instaan voor de kosten van bescherming tegen GGO’s. Zolang er geen duidelijke regels zijn voor heel de EU die de coëxistentie tussen GGO- en niet-GGO-gewassen en de aansprakelijkheid regelen, dient het moratorium op GGO’s gehandhaafd te blijven. Groen! wil GGO-vrije zones afbakenen om besmetting met GGO’s te vermijden. Gemeenten moeten hun grondgebied GGO-vrij kunnen verklaren. Solidariteit tussen generaties versterken Een groene kijk op vergrijzing. Het discours over de vergrijzing is vooral alarmerend. Pensioenen en gezondheidszorg zouden onbetaalbaar worden, tenzij iedereen langer gaat werken. Wie niet zelf aan pensioensparen zou doen, kan een comfortabele oude dag vergeten. De vergrijzing dreigt te worden misbruikt om inlevering te legitimeren en een gedeeltelijke privatisering van de sociale zekerheid te stimuleren. Je zou voor minder grijze haren krijgen… Groen! kiest voor een andere, positieve benadering. Dat meer mensen ouder worden, langer leven, langer van hun pensioen kunnen genieten en langer gezond blijven, dan vormt één van de grote successen van de welvaartsstaat in de voorbije decennia. Die vergrijzing dwingt ons vandaag wél om na te denken over maatregelen om de vergrijzing vandaag en de volgende decennia goed op te vangen en om onze samenleving aan te passen aan deze verandering. Dat omvat veel meer dan enkel weer de vraag naar de betaalbaarheid. Voor Groen! zijn er drie grote uitdagingen: Groen! wil mensen zekerheid geven voor hun oude dag. Dat betekent de verdere uitbouw van zorg, pensioenen en solidariteit in een vergrijzende samenleving, met een duurzame en meer rechtvaardige financiering ervan. Groen! wil de levenskwaliteit van mensen ook in hun tweede levenshelft vergroten. Onze samenleving moet kunnen garanderen dat wie oud wordt, zo lang mogelijk van zijn of haar oude dag kan genieten. Groen! wil ten slotte voldoende betrokkenheid van ouderen bij de samenleving en van de samenleving bij ouderen. Dat vereist een wederzijdse responsabilisering. Om er voor te zorgen dat ‘oud’ niet ‘out’ is, moeten we de groeiende opdeling tegengaan tussen economisch actieven die de samenleving domineren, en de groeiende groep economisch zogenaamd niet-actieven. De vijf uitgangspunten van Groen! De uitdaging van de vergrijzing gaat dus over meer dan over de betaalbaarheid of over het eindeloopbaandebat. Meer ouderen in onze maatschappij raakt fundamenteel aan de inrichting van onze samenleving. Het groene antwoord op de uitdagingen van de vergrijzing vertrekt van vijf uitgangspunten: Groen! stelt levenskwaliteit van ouderen centraal Groen! vertrekt van de kracht en maximale zelfredzaamheid van ouderen Groen! kiest voor solidariteit tussen én binnen generaties Groen! kiest voor een cultuur van betrokkenheid van bevolkings- en leeftijdsgroepen bij elkaar en bij de samenleving. Groen! wil deze uitgangspunten voor iedereen kunnen waarmaken. Dat vereist een beleid dat vertrekt van de levensloop van mensen. Zekerheid voor de oude dag vraagt een sterke eerste pensioenpijler. 1. Groen! wil prioriteit voor een voldoende hoog en welvaartsvast wettelijk pensioen Een volwaardig pensioen is één van de basisvoorwaarden voor een kwalitatieve oude dag. De voortdurende onheilsboodschappen over de betaalbaarheid van de vergrijzing maakt mensen vandaag angstig en onzeker over hun oude dag. Privéverzekeraars stimuleren deze onzekerheid maar al te graag om hun verzekeringsproducten en pensioenplannen te slijten. Maar ook deze regering biedt ouderen en werknemers onvoldoende zekerheid. Ze maakt veel middelen vrij om de tweede en derde pensioenpijler fiscaal te stimuleren, maar maakt onvoldoende werk van een voldoende hoog en welvaartsvast wettelijk pensioen. In plaats van mensen angst aan te jagen over hun pensioen wil Groen! dat de overheid prioritair een voldoende sterke en welvaartsvaste eerste pensioenpijler garandeert. Een voldoende sterk wettelijk pensioen is cruciaal moet het uitgangspunt van ieder pensioenbeleid zijn. De afgelopen 10 jaar verloren de pensioenen steeds verder terrein ten aanzien van de lonen en inkomens uit vermogen. Daarom willen we pensioenen welvaartsvast maken. Een inhaalbeweging moet de verloren welvaartsvastheid van het voorbije decennium compenseren, zeker voor de laagste pensioenen. Bijzondere aandacht moet gaan naar de lage pensioenen van vrouwen met een nog onvolledige loopbaan en naar een verdere gelijkschakeling van pensioenen van zelfstandigen. Ondersteuningsmaatregelen voor de tweede en derde pensioenpijler mogen op geen enkele manier ten koste gaan van de eerste wettelijke pijler. Groen! verzet zich verder tegen een eenzijdige sociale afbraak van pensioenrechten (bijvoorbeeld door het verhogen van de wettelijke pensioenleeftijd) of van het brugpensioen. Groen! wil meer flexibele en geleidelijke overgangen tussen arbeid en pensioen aanmoedigen. Ook voor wie op pensioen is, wil Groen! actief maatschappelijk engagement aanmoedigen. Groen! wil wel vermijden dat gepensioneerden om inkomensredenen gedwongen zijn om bij te verdienen. 2. Groen! kiest voor duurzame pensioenfondsen. Liefst 111 miljard euro hebben de Belgen opzij liggen voor de opbouw van aanvullende pensioenen. Mede dankzij fiscale stimuli heeft het pensioensparen het afgelopen decennium een reusachtige vlucht genomen en bedraagt vandaag bijna de helft van het BBP van één jaar. De pensioenfondsen groeiden daarmee uit tot mega-investeerders met een cruciale invloed op de beurs, het vastgoed en op de economie. Groen! wil dat de overheid dringend werk maakt van meer duurzame pensioenfondsen in de tweede en derde pensioenpijler. Dat is nodig. De meeste pensioenfondsen hebben vooral oog voor maximale rendementen, en onvoldoende tot niet voor werkgelegenheid, duurzaamheid of solidariteit. De rendementsdruk op korte termijn in de bedrijven leidt zo tot meer onzekerheid ten koste van de werknemers die net bijdragen aan die pensioenfondsen. Het zoeken naar zekerheid voor de oude dag vergroot dus de onzekerheid over de job vandaag. Groen! wil uit deze paradox door duurzame pensioenfondsen, die investeren in duurzame sectoren, op basis van erkende economische, sociale, ecologische en ethische criteria. Zo komt ook extra geld beschikbaar voor sectoren van de toekomst zoals milieutechnologie (groene energie, afvalrecyclage, duurzame vormen van biotechnologie,…). Studies van financiële instellingen tonen aan dat duurzame investeringen over een lange periode eenzelfde rendabiliteit opleveren als de bestaande pensioenfondsen. Daarom wil Groen! dat overheidsinstellingen kiezen voor duurzame pensioenfondsen. Groen! steunt het wetsvoorstel van Ecolo ‘tot duurzame oriëntatie van de pensioenfondsen van de tweede en de derde pijler en van de reserves van het Zilverfonds’. Groen! wil de fiscale voordelen voor het pensioensparen koppelen aan hefbomen voor een meer duurzame economie. Dat kan door de middelen enkel in duurzame fondsen te beleggen. Dat kan ook door de garantie dat het kapitaal voor een minimale periode van vijf jaar in een bedrijf blijft, als rem voor een zuiver speculatief kapitalisme. Voor het volledige dossier, zie http://www.groen.be/nieuwseninformatie/pers/persconf_item.asp?persconf_id=1 55 3. De vergrijzing betaalbaar maken. De babyboomgeneratie gaat de volgende jaren op pensioen, wat tot meer gepensioneerden zal leiden. Tegelijk leven mensen steeds langer. Dat vertaalt zich in stijgende uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg. De vergrijzing vormt daarom een belangrijke financiële uitdaging voor de sociale zekerheid en de overheidsuitgaven. Volgens nieuwe berekeningen van de Hoge Raad voor Financiën (Studiecommissie voor de vergrijzing, scenario mei 2006) vraagt de totale budgettaire kost van de vergrijzing tussen 2005 en 2030 een toename van de sociale uitgaven van 3,8% van het BBP, inclusief een beperkte welvaartsaanpassing van de uitkeringen. In totaal zijn alle sociale uitgaven in 2030 goed voor 26,8% van het BBP. Dat is veel, maar allesbehalve onoverkomelijk op 25 jaar. Een deel van deze middelen kan mogelijk komen uit verdere economische groei. Toch kunnen we hier als ecologisten niet alles van verwachten. Een modernisering en verbreding van de financieringsbasis van de sociale zekerheid dringt zich op. Op haar congres ‘Keuzes voor de Toekomst’ van 2005 legde Groen! hiervoor de krijtlijnen vast: Groen! wil een duurzame en meer rechtvaardige financiering voor de sociale zekerheid. Daarom wil Groen! de bijdragen van loontrekkenden (werkgevers en werknemers) in de financiering van de sociale zekerheid verminderen en aanvullen met andere inkomensbronnen. Dat kan door inkomsten uit vermogen mee te laten bijdragen aan de financiering van de sociale zekerheid. Ook de extra inkomsten die de volgende jaren voortkomen uit de roerende voorheffing in het kader van de Europese spaarrichtlijn moeten dienen als aanvullende financiering van de sociale zekerheid. Daarnaast bepleit Groen! een grotere fiscale rechtvaardigheid. Groen! wil dat die inkomsten uit vermogen die vandaag ontsnappen aan iedere fiscale bijdrage gelijkaardig worden belast, om met de opbrengst de financieringsbasis van de sociale zekerheid rechtvaardiger en duurzamer te maken. De belastbare basis moet zo ruim mogelijk zijn door zoveel mogelijk inkomens uit vermogen te vatten. De paarse regering schermt voortdurend met het Zilverfonds wanneer het over de betaalbaarheid van de pensioenen gaat. Het Zilverfonds wil financiële reserves opbouwen en boekhoudkundig opzij zetten om het hoofd te bieden aan de stijgende uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg. Het vormt een aanzet om de pensioenen betaalbaar te houden, maar het blijft vooral een begrotingstechniek. De financiering van het Zilverfonds is onvoldoende structureel en gebeurde in veel te grote mate met toevallige overschotten en éénmalige operaties. Voor Groen! is het Zilverfonds onvoldoende omdat het geen structurele hervorming betekent van de financieringsbasis van de sociale zekerheid. Bovendien is de techniek onvoldoende transparant. Groen! is voorstander van een structurele verbreding van de financieringsbasis om de kosten van de vergrijzing op te vangen (zie hierboven). 4. De vergrijzing anders aanpakken dan het eenzijdige generatiepact… Met het Generatiepact wou deze regering een antwoord geven op de vergrijzing. In plaats van een pact dat werknemers een wervend sociaal perspectief biedt, zorgde de aanpak van de regering ervoor dat het wantrouwen steeg en het draagvlak bij werknemers afnam. Met de eenzijdige nadruk op ‘langer-werken’ in de actieve welvaartsstaat heeft de regering zo een cruciale kans op de noodzakelijke modernisering van de sociale zekerheid gemist. Wanneer mensen langer werken, dragen ze langer bij aan de sociale zekerheid. Hoewel deze logica steeds dominanter wordt, is Groen! het er op een aantal punten radicaal mee oneens. Groen! bepleit ontspannen loopbanen voor een betere combinatie van arbeid en gezin én voor een betere overgang tussen werk en pensioen: Groen! wil meer mensen die willen werken daadwerkelijk de kans geven om te kunnen werken. De massale en structurele werkloosheid vraagt om een ander beleid dan één dat oudere werknemers aanzet om langer te blijven werken. Paars wil mensen langer laten werken omdat ze geen werk willen maken van een echte modernisering van de sociale zekerheid en van de uitwerking van een alternatieve, meer rechtvaardige financiering ervan (zie 1.3.) de huidige benadering van de eindeloopbaan zal weinig effect hebben, omdat vele bedrijven nog steeds oudere werknemers willen laten afvloeien. Bovendien ontbreekt het vele werknemers aan een wervend perspectief voor een herschikking van de arbeid over de gehele loopbaan. Voor de gedetailleerde kritiek op het Generatiepact, zie http://www.groen.be/nieuwseninformatie/pers/persconf_item.asp?persconf_id=1 43 Tegenover het eenzijdige generatiepact plaatst Groen! duidelijke alternatieven: Groen! wil een beleid dat de hele levensloop van mensen als uitgangspunt neemt. Voor Groen! vereist een debat over de eindeloopbaan een debat over de gehele levensloop(baan). Met een modernisering van de sociale zekerheid willen we mensen de kans geven hun arbeid anders over de gehele levensloopbaan te spreiden. Daarom wil Groen! een tijdsverzekering als nieuwe pijler in de sociale zekerheid. Een tijdsverzekering bundelt de bestaande en onvolkomen stelsels van tijdskredieten en ouderschapsverloven en breidt deze uit, zodat mensen hun arbeidstijd kunnen aanpassen afhankelijk van de levensfase waarin ze verkeren. Groen! wil ook verdere stappen naar een leeftijdsbewust personeelsbeleid, dat oudere werknemers echte kansen geeft om langer te werken wanneer ze dit willen, zonder ze te verplichten. Samen met de tijdsverzekering wil Groen! positieve maatregelen als een aangepast loopbaanbeleid en het recht op landingsbanen voor alle oudere werknemers. Groen! wil ook formules van mentorschap sterker uitbouwen, waarbij oudere werknemers jongeren opleiden en coachen. Zo krijgen oudere werknemers meer keuze dan enkel voltijds werken of voltijds brugpensioen: ze kunnen hun arbeidstijd geleidelijk afbouwen én hun ervaring doorgeven. Levenskwaliteit ook garanderen in de tweede levenshelft 1. Groen! wil zorgzekerheid garanderen in gezondheids- en ouderenzorg De vergrijzing draagt mee bij tot een groeiend beroep op gezondheidszorg: ouderen hebben meer zorg (care) en meer gezondheidszorg (cure) nodig, met vaak zwaardere problemen en langere revalidatie. De vergrijzing versterkt de nood aan een voldoende en betaalbaar aanbod aan zorg en gezondheidszorg. Groen! wil zorgzekerheid garanderen in gezondheids- en ouderenzorg. Dat vereist ook een debat over en aanpak van vormen van overconsumptie vandaag, over wachtlijsten en over de groeiende dualisering in onze gezondheidszorg. Een voldoende aanbod aan zorg betekent immers niet alleen meer uitgaven voor gezondheidszorg: zowel om inhoudelijke redenen als om financiële redenen vereist dit ook een bijsturing van de gezondheidszorg, ondermeer met een versterking van de eerstelijnszorg. Onze gezondheidszorg vraagt om dringende bijsturing. Ons land is koploper op vlak van overconsumptie aan geneesmiddelen en technische prestaties, maar voor maatschappelijk zwakke bevolkingsgroepen is er onvoldoende toegankelijke basiszorg. Het antwoord van de paarse regering blijft echter beperkt tot halfslachtige ad hoc maatregelen die geen duurzame oplossing bieden en die zeker niet gekaderd zijn binnen een globale visie op welke gezondheidszorg de beste garanties geeft op lange termijn voor de patiënt en de samenleving. Groen! vertrekt van een globale visie op gezondheidszorg, gebaseerd op vier basisprincipes: 1. Groen! wil de patiënt centraal stellen: de hele organisatie van onze gezondheidszorg moet in functie staan van de noden van de patiënten en niet gestuurd worden op basis van de eisen van belangengroepen of de winsthonger van (farmaceutische) bedrijven. Essentieel daarbij is het zelfbeschikkingsrecht van de patiënten, zeker voor ouderen. 2. Groen! wil er mee voor zorgen dat mensen minder ziek worden. Preventie is daarbij het sleutelbegrip, ook inzake milieukwaliteit. 3. Groen! kiest voor de minst ingrijpende zorg waar mogelijk. Zieke mensen moeten op een zo gezond mogelijke manier kunnen genezen. Overconsumptie van geneesmiddelen en het nodeloos opdrijven van allerlei technische prestaties ondermijnen niet alleen op financieel vlak onze gezondheidzorg, het is ook een zeer ongezonde manier om patiënten te genezen. 4. Groen! wil dat iedereen kan genieten van een kwalitatieve gezondheidszorg. Wanneer iemand ziek wordt mag het geen rol spelen of hij arm of rijk is, of hij maatschappelijk zwak of sterk staat, of hij al dan niet papieren heeft. Iedereen heeft evenveel recht op goede en adequate hulp bij gezondheidsproblemen. Met de voortschrijdende dualisering tussen mensen met en zonder hospitalisatieverzekering, dreigt goede zorg op de duur enkel betaalbaar te blijven voor wie zich zo’n verzekering kan veroorloven. Wanneer men resoluut kiest voor de rechten van de patiënt, kiest men automatisch ook voor de huisarts als de centrale spil en de toegangspoort tot onze gezondheidszorg. De huisartsen als eerstelijnsverzorgers kunnen het best zorg op maat bieden, preventie aankaarten bij patiënten en overbodige prestaties vermijden. 2. Groen! wil de zorgverzekering uitbouwen als hefboom voor betaalbare zorg. De Vlaamse zorgverzekering is één van de meest cruciale hefbomen om zorgzekerheid te garanderen. De Vlaamse erkenning van zorgafhankelijkheid als nieuw sociaal risico is baanbrekend in onze welvaartstaat. Groen! wil deze zorgverzekering verder uitbouwen. Omwille van sociale rechtvaardigheid wil Groen! op korte termijn afstappen van de huidige forfaitaire bijdrage, waarbij iedereen evenveel betaalt. Groen! wil overgaan naar een inkomensgebonden financiering en de bijdrage koppelen aan de hoogte van het inkomen. Dat kan door de invoering van een zorgcentiem via de personenbelasting ter vervanging van de huidige forfaitaire bijdrage. Groen! pleit voor een gelijke behandeling van elke zorgbehoevende persoon, ongeacht de zorgvorm. De nog bestaande discriminaties moeten verdwijnen. Wie recht heeft op een tegemoetkoming van de zorgverzekering in de kosten voor zorg, moet er op kunnen rekenen dat die tussenkomst overeenkomt met de graad van zorgbehoevendheid, ongeacht waar die zorg verleend wordt (thuis of binnen een instelling). In de toekomst moet er een grotere variatie komen in de graad van zorgbehoevendheid en in de daarbij horende tegemoetkomingen. Groen! wil éénvormige regels om de zorgbehoevendheid te bepalen. 3. Werk maken van redelijke solidariteit tussen en binnen generaties De betaalbaarheid van zorg is vandaag voor armere bejaarden een probleem. Zorgzekerheid bieden betekent ook dat zorg betaalbaar moet zijn. Tegelijk hebben minder kapitaalkrachtige ouderen vaak angst om ten laste te komen van hun kinderen, zeker wanneer die het ook niet breed hebben. Groen! wil daarom ook de onderhoudsplicht van kinderen voor bejaarde ouders bijsturen. Deze onderhoudsplicht kan slechts gevraagd worden vanaf een voldoende hoog inkomensniveau bij de kinderen en met een bepaald maximumbedrag. Alle gemeenten en ocmw’s moeten ze op dezelfde wijze toepassen. Door een versterking van sociale zekerheidssystemen ( zorgverzekering, betaalbare gezondheidszorg en pensioenen) wil Groen! er voor zorgen dat men steeds minder beroep moet doen op de onderhoudsplicht. 4. Bestrijden van vervuiling op maat van kwetsbare groepen Levenskwaliteit garanderen betekent ook meer dan vandaag werk maken van een gezonde leefomgeving. Ouderen lopen, net als kinderen, grotere risico’s op gezondheidsproblemen door milieuvervuiling. Zo vormen hoge smog- of ozonconcentraties of vervuiling door fijn stof in de lucht een reële bedreiging voor het welzijn en de gezondheid van vele ouderen. Bij smog- en ozonconcentraties zorgt dit voor vele ouderen met hart- of ademhalingsproblemen voor een voelbare verslechtering van hun gezondheidstoestand. Tot vandaag zijn vele normen onvoldoende streng om deze kwetsbare groepen te beschermen. Andere normen, zoals de Europese norm voor fijn stof, worden overschreden bij gebrek aan en doortastend milieubeleid. De vergrijzing in onze samenleving vormt een bijkomende reden om in het milieubeleid radicalere keuzes te maken. Het is noodzakelijk om de levenskwaliteit en de gezondheid van ouderen te vrijwaren. 5. Levenskwaliteit betekent recht op zelfbeschikking en op menswaardig sterven Wie de levenskwaliteit van ouderen wil versterken, moet ook het recht op zelfbeschikking mee garanderen en het recht op menswaardig sterven mogelijk maken. Mensen hebben het recht om ‘therapeutische hardnekkigheid’ te weigeren en om zelf mee de zorg bij hun levenseinde te bepalen. Aanvullend aan een goede wettelijke regeling en bescherming inzake euthanasie vraagt Groen! de uitbouw van palliatieve zorg voor al wie daar een beroep op wenst te doen. Groen! wil ook werk maken van een specifiek juridisch statuut voor dementerende bejaarden. Een samenleving waar alle leeftijden zich thuisvoelen en op elkaar betrokken zijn. In het huidige vergrijzingsdebat dreigen generaties tegen elkaar komen te staan. Het debat wordt te vaak gevoerd in termen van wij-en-zij. Vergrijzing wordt dan een probleem voor de rest van de samenleving. Mensen in de actieve leeftijd zouden meer en langer moeten werken om de vergrijzing betaalbaar te houden. We evolueren stilaan naar een over-actieve welvaartsstaat, waarin enkel werkenden meetellen en waarin mensen zonder werk of gepensioneerden een tweederangsrol krijgen omdat ze niet ‘actief’ zijn. Groen! kiest voor een andere aanpak. We willen een samenleving waar de solidariteit zowel binnen als tussen generaties kan groeien. We zetten levenskwaliteit centraal, zowel voor mensen met een job als voor diegenen die (tijdelijk of definitief) niet (meer) actief zijn op de arbeidsmarkt. Groen! vertrekt van de kracht van ouderen in onze samenleving. We willen een samenleving waar ook de groeiende groep ouderen zich thuisvoelt en waar ze op hun manier een bijdrage aan de samenleving kunnen bieden. Dat vraagt niet alleen een volwaardige plek op het publieke forum, maar ook een inclusief ouderenbeleid op alle maatschappelijke domeinen. 1. Werk maken van een volwaardige plaats in de samenleving Vergrijzing is geen ‘probleem’, maar juist een uitdaging voor de samenleving. We moeten niet alleen het pensioenstelsel en de gezondheidszorg verbeteren of zorgzekerheid garanderen. Het betekent ook dat we een samenleving scheppen waarin ouderen zich thuis voelen, waarin ze een volwaardige plaats hebben. Groen! wil werk maken van een samenleving waarin de verschillende generaties op elkaar betrokken zijn. Groen! wil een volwaardige plaats in de samenleving voor senioren. Dat betekent ondermeer: Leeftijdsgebonden discriminatie tegengaan. De dienst- en zorgverlening aan ouderen zoveel mogelijk organiseren onder de regie van de zorgbehoevende oudere zelf. Werken aan positieve beeldvorming ten aanzien van ouderen. Een leeftijdsoverschrijdend algemeen beleid voeren dat anticipeert op maatschappelijke vergrijzing. Groen! wil de mogelijkheden tot vrijwilligerswerk van ouderen uitbouwen en hen daartoe stimuleren. Naast hun ervaring beschikken heel wat ouderen immers over meer tijd dan mensen die nog beroepsactief zijn. Zij vormen een kapitaal voor het verenigingsleven en voor de samenleving. Via vrijwilligerswerk komt de ervaringsdeskundigheid van ouderen ter beschikking van onze samenleving. Tegelijk kunnen we zo de maatschappelijke, politieke en bestuursparticipatie van ouderen stimuleren. Invulling geven aan het proces van levenslang leren (optimale zelfontplooiing). Ondersteuning bieden bij het omgaan met nieuwe technologieën. Ondersteuning bieden bij het zoeken naar antwoorden op levensvraagstukken en de zingevingsopdracht in de laatste levensfase: de toegankelijkheid van geestelijke gezondheidszorg vergroten. 2. Meer werk maken van aangepaste woonvormen Ons woningaanbod is onvoldoende aangepast aan de vergrijzing. Meer ouderen, en vooral meer hoogbejaarden, vragen ook om aangepaste voorzieningen. Tussen blijven wonen in de eigen woning en verhuis naar een serviceflat of een rust- en verzorgingstehuis is er onvoldoende keuzemogelijkheid. Daardoor wonen te veel ouderen in te grote of niet meer aangepaste woningen, die te veel onderhoud vragen of waarvan de bovenste verdieping(en) niet meer toegankelijk zijn voor de betrokkenen. Groen! wil mensen de kans geven zo lang als mogelijk zelfstandig te wonen. Dat vereist een uitbreiding van het zorgaanbod aan huis, maar ook de uitbouw van vernieuwende woonvormen die meer informele zorg tussen ouderen en tussen generaties mogelijk maken. Groen! wil dat de overheid initiatieven genereert of actief ondersteunt om in te spelen op nieuwe noden. Naast de nood aan meer klassieke voorzieningen zoals serviceflats of rust- en verzorgingstehuizen, denken we aan vernieuwende experimenten en ontwikkelingen. Hiervoor bestaan tal van mogelijkheden en voorbeelden: Groepswonen van ouderen is een toekomstgerichte woonvorm voor ouderen. Veel ouderen denken eraan op termijn hun (dan te grote) huis te verlaten en te kiezen voor een interessante formule die zelfstandig wonen toelaat zonder dat men moet kiezen voor een verzorgingstehuis. Groepswonen kent in Nederland een groot succes en komt tegemoet aan de leefwijze van de eigentijdse ouderen. (zie http://www.groenleuven.be/leuven2006/bgs_groepswonen_van_ouderen. htmm) Zorgwonen geeft zorgbehoevende ouderen zo lang mogelijk de kans in een eigen woning te blijven, met maximale ondersteuning aan huis. Het aanbod kan verder gaan dan de klassieke poetsdiensten, maaltijden en verzorging aan huis. Het benadert het aanbod van service-flats rond een dienstencentrum, maar dan vanuit de eigen woning. Bij kangeroewonen delen ouderen een woning met een jonger gezin, waarbij (al dan niet wederzijds) vormen van informele hulp mogelijk zijn (bv. boodschappen doen, op de kinderen passen, …). Kangeroewonen kan in nieuwbouw, opgezet door gemeente, OCMW of huisvestingsmaatschappijen (zie bv. Malle), maar het kan ook door de opdeling van bestaande woningen die voor ouderen te groot zijn geworden. Verder pleit Groen! er voor om bij nieuwbouw te bouwen vanuit een concept van ‘levenslang wonen’. Aandacht voor brede deuren, ruime doorgangen, plaats van stopcontacten, … kunnen woningen van bij het ontwerp toegankelijk maken en houden voor minder mobiele personen, zodat mensen ook op hun (zeer) oude dag zelfstandig kunnen blijven wonen in een aangepaste woning. Aanvullend aan de bestaande initiatieven van ouderenzorg willen Groen! een actievere ondersteuning van mantelzorgers. Dat kan bijvoorbeeld door werk te maken van een ouderen-equivalent van onthaalouders, die ouderen op regelmatige basis opvangen zodat de mantelzorgers tijd vrij hebben voor boodschappen, een avond alleen, of zodat ook mantelzorgers vakantie kunnen nemen. Groen! wil ook nachtopvang stimuleren. Al te vaak is opvang enkel dagopvang. Groen! pleit ervoor dat zwaar zorgbehoevende ouderen overdag in hun eigen omgeving en hun eigen sociaal netwerk kunnen vertoeven en ’s nachts een inslapende vrijwilliger als gezelschap kunnen krijgen, ofwel terecht kunnen in een kortverblijf. 3. Werk maken van bereikbare voorzieningen en van mobiliteit van ouderen Vergrijzing betekent ook dat meer mensen minder mobiel worden. Daar moeten we bij de bereikbaarheid van voorzieningen en in het mobiliteitsbeleid rekening mee houden. Groen! wil ouderen zo lang als mogelijk de kans geven om thuis te wonen. Dat betekent dat de voorzieningen op buurtniveau aanwezig moeten zijn. Groen! wil daarom een stimuleringsbeleid om in alle buurten leefbare buurtwinkels op wandelafstand te houden. Via sociale economieprojecten willen we boodschappendiensten en huis-aan-huis-leveringen uitbouwen. Voor ouderen en zeker hoogbejaarden worden afstanden soms moeilijk te overbruggen, omdat verplaatsingen zwaardere inspanningen vragen. Groen! wil bijzondere aandacht voor minder mobiele mensen in het mobiliteitsbeleid. Dat betekent ondermeer verdere uitbouw van een comfortabel en toegankelijk openbaar vervoer uitbouw van belbussen en taxicheques voor wie minder mobiel is goed onderhouden en gemakkelijk oversteekbare straten in de steden en gemeenten, met voldoende ruime oversteektijden aan kruispunten met verkeerslichten 4. Werk maken van een interculturalisering van de zorg De vergrijzing krijgt ook stilaan kleur: de eerste generatie migranten die in de jaren ’60 en vroege de jaren ’70 naar ons land kwamen, bereiken nu ook de pensioenleeftijd. Naarmate ze ouder worden, stijgt ook hun zorgbehoevendheid. De ouderenzorg is hier nog onvoldoende op voorbereid. Groen! wil sterker inspelen op de groeiende diversiteit bij ouderen. Dat vereist ondermeer aandacht voor de toegankelijkheid van het aanbod voor etnisch-culturele minderheden, die vaak minder vertrouwd zijn met de bestaande diensten. aandacht bij de hulpverlening voor de identiteit van allochtone ouderen, voor hun cultuur en voor taalproblemen, die zeker bij de eerste generatie nog reëel kunnen zijn. aandacht voor diversiteit in de opleiding en in de navormingen van hulpverleners en zorgverstrekkers in de ouderenzorg. actieve recrutering van jongeren van andere etnische afkomst voor opleidingen in de gezondheids- en ouderenzorg en begeleiding op de werkvloer in het kader van een actieve interculturalisering van de zorg. Een groene visie op justitie Een goedwerkend gerecht is – als derde macht – het sluitstuk van een democratie. Alleen blijven de drempels van het gerecht voor vele mensen even hoog als de trappen van onze negentiende-eeuwse justitiepaleizen – en paleizen zijn er zelden voor de gewone vrouw of man. De drempels zijn nochtans gekend: naast financiële belemmeringen blijft er een culturele kloof bestaan, die maakt dat sociaal zwakkeren minder een beroep (kunnen) doen op het gerecht. Wie in nood zit, kan zich evenmin veroorloven om maanden of zelfs jaren op een uitspraak te wachten. De toegenomen aandacht voor justitie moet tot meer zichtbare resultaten leiden, zeker in tijden van toenemende juridisering van de samenleving. Wat wil Groen! Groen! wil een efficiënt, rechtvaardig en kordaat functionerend gerechtelijk apparaat, dat voor iedereen toegankelijk is. Alleen een kwalitatief justitieel apparaat kan het geschonden vertrouwen in het gerecht bij het publiek herstellen en de vraag naar een rechtvaardig recht afdoende beantwoorden. Groen! wil dat het gerecht op korte termijn de achterstand in gerechtelijke dossiers inloopt. Via structurele maatregelen moet ieder gerechtelijk dossier in de toekomst binnen een gepaste tijd een behandeling krijgen. De ingezette modernisering van het gerechtelijk apparaat mag een tandje bijsteken. Groen! wil de werkdruk op het justitieapparaat verlichten. Ook moet justitie meer in de samenleving staan en helder en transparant functioneren. Zo kan het gerechtsgebouw evolueren tot een glazen huis. Groen! hecht binnen justitie veel belang aan een herstelgerichte benadering, in combinatie met alternatieve bestraffing, om de herhaling van storend gedrag of delicten te vermijden. Een sterk preventief element vormt de beste waarborg voor een veilige samenleving. Groen! wil ook een hervorming van het jeugdrecht. We zijn voorstander van een kordaat en duidelijk jeugdrecht, dat streeft naar een nieuw en duidelijk evenwicht tussen integratie, herstel en beveiliging van de maatschappij. Integratie blijft de algemene finaliteit van dit nieuwe jeugdrecht. Ten slotte, maar niet in het minst, wil Groen! meer aandacht voor intrafamiliaal geweld, verkeersveiligheid en milieurecht. Hefbomen voor verandering Binnen de justitie staan rechtvaardigheid en de rechtszoekende centraal. Iedereen moet tot haar of zijn recht kunnen komen. Het gerecht is toegankelijk voor iedereen, ongeacht inkomen, opleiding, leeftijd of etniciteit: o De expeditierechten op afschriften van documenten verlagen, zodat iedereen gebruik kan maken van het inzagerecht van documenten. o Het pro-Deosysteem herzien en de inkomensgrenzen om voor rechtsbijstand in aanmerking te komen verhogen. Anderzijds de overconsumptie van justitie voorkomen, door iedereen een beperkte eigen bijdrage te laten leveren, afhankelijk van de financiële draagkracht. Dit geldt ook voor bemiddelings- en arbitrageprocedures. Een goede justitie werkt helder en transparant. Het gerecht dialogeert met de burgers, geeft duidelijke informatie over wetten en procedures in een begrijpbare taal. Dit kan door een centraal loket in ieder gerechtgebouw waar de burger terechtkan met alle vragen. De griffie kan uitgroeien tot een efficiënte dienstverlenende instelling. Dit kan ook via een goede website waar men informatie vindt, klachten kan neerleggen of vragen kan stellen. Justitie is in de wijken aanwezig door het opstarten van projecten Justitie in de Buurt. De efficiëntie van het gerecht verhogen door meer vormen van conflictregeling buiten de rechtbank te hanteren. Zulke vormen van conflictregeling verlichten de werkdruk voor Justitie en geven tegelijkertijd ook een efficiënt en duurzamer gerecht. Alternatieve procedures brengen nieuwe actoren met zich mee, zoals, naast de justitieassistenten, bemiddelaars, arbiters, fiscalisten en accountants. Deze nieuwe actoren moeten ook voldoen aan kwaliteitscriteria inzake professionaliteit en opleiding. Procedures vereenvoudigen waar het kan. Er is nood aan een systematische doorlichting en aanpak om procedures te vereenvoudigen en om de afhandeling van gerechtelijke zaken te versnellen. De werking van de diensten optimaliseren door betere personeelsbezetting, invulling van het kader, werklastmeting voor de magistraten, case management; modernisering en informatisering van het gerechtelijk apparaat; meer verantwoordelijkheid voor administratieve diensten en griffies. Een andere en efficiëntere inning van boetes, rekening houdend met de financiële draagkracht. Onze concrete voorstellen: verjaringstermijn van sommige misdrijven verlengen; de mogelijkheid van boetevervangende dienstverlening in plaats van boetevervangende gevangenisstraf; boetes innen via het afhouden van terugbetalingen in bepaalde belastingen. Verkeers- en milieumisdrijven harder aanpakken, omdat die enorme schade (en overlast) toebrengen aan de samenleving. Het kan niet dat de helft van de milieudelicten zomaar wordt geseponeerd. In de parketten en rechtbanken gespecialiseerde afdelingen inrichten ter bestrijding van milieudelicten en binnen het politiekorps een milieucel oprichten. Het jeugdrecht grondig hervormen. Een kordaat en duidelijk jeugdrecht, vervangt de veronderstelling van de onverantwoordelijke minderjarige in de huidige wet betreffende de jeugdbescherming door een nieuw en duidelijk evenwicht tussen integratie, herstel en maatschappijbeveiliging. Integratie blijft de algemene finaliteit van dit nieuwe jeugdrecht. Dankzij deze integratie kan een jongere goed voorbereid terugkeren in de samenleving. Bij dat proces kan opsluiting horen, je kunt een jongere ook dwingen om school te lopen, een diploma te halen, tijdelijk niet in een bepaald milieu te verkeren en gedrags- en/of andere therapieën te volgen. De verschillende overheden stemmen hun beleid structureel op elkaar af. Minderjarigen krijgen in bepaalde gevallen een eigen rechtsbevoegdheid. Zodra ze kunnen meebeslissen, worden ze betrokken bij de procedures die hen aangaan. Deze eigen rechtsbevoegdheid gaat altijd uit van het belang van de minderjarige en mag geen omgekeerd effect inhouden. Intrafamiliaal geweld moet een prioritair aandachtspunt worden in het geheel van de buurtwerking van politie, welzijnssector en alle andere betrokkenen. Politie, gerecht, artsen maar ook de diensten slachtofferonthaal en slachtofferhulp moeten op een adequate manier met deze delicate problematiek omgaan. Een modern strafbeleid is meer dan retributie en is gericht op herstel en responsabilisering. Alle vormen van strafuitvoering zijn gericht op het herstellen van de schade aan de samenleving (slachtoffer, dader, omgeving) en moeten gepaard gaan met maatregelen inzake responsabilisering en reïntegratie van de dader. Herstellende gerechtigheid kadert in een geest van preventie: positieve herintegratie in de samenleving vermijdt een teruggrijpen naar de criminaliteit. Gevangenisstraf blijft zoveel mogelijk voorbehouden voor daders waartegen de samenleving effectief moet worden beschermd en als de kans op recidive reëel is. Een grotere variatie van bestraffing op punt stellen, met onder meer huisarrest, weekendarrest, elektronisch toezicht, werkstraf en leerstraf, dagelijkse meldingsplicht, dienstverlening aan de gemeenschap en rijverbod voor agressieve chauffeurs. De rechten van het slachtoffer vormen de basis voor de uitvoering van het slachtofferbeleid: het recht op een correcte en tactvolle behandeling, het recht op het krijgen van informatie, het recht op het geven van informatie, het recht op juridische bijstand, het recht op herstel van de materiële, lichamelijke en psychologische schade, het recht op hulp en ten slotte het recht op bescherming en privacy. Om de basisrechten van slachtoffers te versterken en te garanderen stelt Groen! onder andere voor: o Slachtofferonthaal versterken en de doorstroming naar slachtofferhulp bevorderen. o Een aanpassing van het schadefonds: toegankelijkheid en efficiëntie verhogen. o Herstelbemiddeling tussen conflicterende partijen biedt de beste perspectieven op herstel: het aanbod uitbreiden. o Inachtneming van de rechten van de verdediging (bijvoorbeeld mogelijkheid van straat- of lokaalverbod voor daders, mogelijkheid van bevriezing van vermogensbestanddelen van verdachten in vermogensdelicten). Een nieuwe visie op fiscaliteit Het huidige belastingstelsel is niet meer van deze tijd In ons land worden de inkomsten uit arbeid heel zwaar belast. Daarentegen worden inkomsten uit kapitaal relatief weinig belast. In België staan de milieuen energiefiscaliteit nog in hun kinderschoenen. Het resultaat is een belastingstelsel dat de werkgelegenheid aantast, sociaal heel onrechtvaardig is, en vele kansen laat liggen voor een toekomstgericht milieubeleid. Het is met andere woorden niet aangepast aan deze tijd, en nog minder aan de grote sociaal-economische en ecologische uitdagingen van de toekomst. Te zware lasten op arbeid zijn slecht voor de werkgelegenheid In ons belastingsysteem is er sprake van een onevenwicht: arbeid wordt relatief zwaar belast, terwijl dat veel minder geldt voor kapitaal en natuur. Wij stellen ons ook vragen bij de ongenuanceerde hetze tegen belastingen in het algemeen. Belastingen zorgen voor inkomsten voor de gemeenschap om maatschappelijke noden te lenigen zoals onderwijs, sociale zekerheid, openbaar vervoer, … Daarom willen wij dat de verlaging van de personenbelasting en de sociale lasten op arbeid worden gecompenseerd door andere inkomsten. Groen! is bijgevolg ook voorstander van een uitbreiding van de alternatieve financiering van de sociale zekerheid. Fiscale discriminatie tussen arbeid en kapitaal is onrechtvaardig In België worden vermogenswinsten – vergeleken met de lonen – wel erg vriendelijk behandeld. Op koerswinsten door beursspeculatie wordt in de praktijk geen belasting geheven. De roerende voorheffing op interesten (15%) en dividenden (25%) is ‘bevrijdend’. De inkomsten hoeven niet meer bij het totale inkomen gerekend te worden, en komen dus ook niet in de meestal hogere schijven van de personenbelasting terecht. Sommige winstgevende beleggingsfondsen zijn zo goed als belastingvrij. In ons land bestaan er bovendien allerlei legale en illegale manieren om gemakkelijk erfenisrechten te ontlopen. Ons land past daarnaast voordelige gunstregimes voor multinationals toe. Boven op deze voorkeursbehandeling voor kapitaalinkomsten, komt nu nog de fiscale amnestie, waardoor ook grote fraudeurs voor een prikje hun zwart geld kunnen witwassen. De fiscale discriminatie tussen arbeid en kapitaal is sociaal onrechtvaardig. Het zijn vooral de rijkere gezinnen die veel inkomsten uit vermogen hebben. Groen! wil dat deze discriminatie terugdringen. Onderontwikkelde milieufiscaliteit: veel gemiste kansen Milieufiscaliteit is een van de hefbomen om de economie in een ecologische richting te oriënteren. Toch heeft België hier nog niet veel gebruik van gemaakt. Het gevolg is dat vervuiling onvoldoende ontmoedigd wordt, en de kosten op de maatschappij worden afgewenteld. Het aanmoedigen van milieuvriendelijke producten via ecoboni staat nog in de kinderschoenen. In verband met energiefiscaliteit staan we bijna nergens. Nochtans wijzen diverse studies uit dat een lastenverschuiving van arbeid naar energieverbruik onmisbaar is voor het halen in België van de Kyoto-normen tegen het broeikaseffect. Het feit dat de lasten op arbeid in België hoger en de lasten op energie lager liggen dan in onze buurlanden, biedt ruimte voor een correctie zonder schade aan de concurrentiepositie. Naar een arbeids- en milieuvriendelijk belastingsysteem Groen! wil de discussie aangaan over een radicale belastinghervorming rond volgende krachtlijnen: Tastbare lastenverschuiving van arbeid naar kapitaal en milieu. Een dergelijke hervorming zou sociaal een dubbel gunstig effect hebben: een verlaging van de arbeidskost komt de creatie van nieuwe jobs ten goede, maar zorgt er ook voor dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, wat in het huidig belastingsysteem steeds minder het geval is. Groen! kiest niet voor een algemene verhoging van de BTW, omdat bij deze belasting mensen met een laag inkomen evenveel betalen als mensen met een hoog inkomen. Opdrijven van fraudebestrijding. Met de opbrengst een algemene verlaging van de lasten op werknemers, zelfstandigen en KMO’s. Verdere ontwikkeling van de milieufiscaliteit als hefboom om de economie ecologischer te maken. België dient het voortouw te nemen bij Europese fiscale samenwerking. Groen! is ervan overtuigd dat op Belgisch niveau reeds een aantal progressieve fiscale maatregelen kan worden doorgevoerd. Europese samenwerking maakt de invoering van een progressief en ecologisch belastingstelsel gemakkelijker. De EU-uitbreiding maakt fiscale samenwerking nog dringender. Hefbomen voor verandering Groen! wil een eenvoudiger belastingssysteem door het beperken van de aftrekmogelijkheden. Groen! kiest voor een tastbare verlaging van de lasten op lonen, inkomsten van zelfstandigen en KMO’s, gefinancierd door: o Een verschuiving naar lasten op vermogen. Een jaarlijkse heffing op het rendement van grote vermogens (b.v. vanaf 500.000 euro) van bijvoorbeeld 1 procent. Volgens schattingen kan een dergelijke heffing in ons land jaarlijks 4 miljard euro opleveren. o Een bijzonder maatregelenpakket is vereist tegen frauduleuze kapitaalvlucht. Daarvoor willen we De aanleg van vermogenskadaster, om het financiële vermogen (aandelen, spaarrekeningen, kasbons, enz…) te kennen. Dit veronderstelt het einde van de anonieme waardepapieren en een beperking van het bankgeheim. Banken mee verantwoordelijk maken voor het detecteren van grensoverschrijdende kapitaalbewegingen. De Europese richtlijn over spaarfiscaliteit die in 2005 ingaat, en tussen de EU-landen informatie-uitwisseling of bronheffing voorziet, beperkt reeds de mogelijkheden van frauduleuze kapitaalvlucht. Dit neemt niet weg dat nog meer Europese samenwerking aangewezen is. o Gevoelig opdrijving van de bestrijding van de fraude. Hiervoor dient er extra geïnvesteerd te worden in personeel en infrastructuur. o Een deel van de opbrengst van de sociale energieheffing. Groen! wil een lastenverschuiving van arbeid naar milieuverspilling. De lasten op energie dragen voor een deel bij tot de alternatieve financiering van de sociale zekerheid. Zo kan tegelijk de fiscale en/of parafiscale druk op arbeid naar beneden. Hernieuwbare energiebronnen genieten van een vrijstelling. Om te zorgen dat ook gezinnen globaal niet meer betalen, voorziet Groen! financiële en technische steun aan gezinnen die hun huis energie-zuinig willen maken en een vrijstelling of andere tegemoetkoming aan gezinnen met een laag inkomen. De fiscale druk verhoogt niet, maar kent een verschuiving van arbeid naar milieu. Hierdoor daalt het CO²- en energieverbruik en stijgt de werkgelegenheid. Internationale en binnenlandse studies tonen aan dat de veelzijdige dynamiek die dat op gang zou brengen, in België tienduizenden nieuwe jobs zou kunnen opleveren. Groen! pleit ook voor meer Europese fiscale samenwerking: Een eenvormig fiscaal statuut voor multinationale ondernemingen binnen de Europese Unie. Een minimumtarief voor de vennootschapsbelasting. Uitbreiding van de ‘spaarrichtlijn’ naar inkomsten uit aandelen, beleggingsfondsen en levensverzekeringen. Een werkbare variant van Tobin-taks binnen de Eurozone. Tenslotte willen we een vergroening van de BTW: lagere BTW voor milieuvriendelijke producten in vergelijking met milieuschadelijke producten