H1.1 De agrarische revolutie

advertisement
H8.3 BURGERS AAN DE
MACHT: FRANKRIJK
Pruiken en
revoluties
OORZAKEN EN AANLEIDING VAN DE
FRANSE REVOLUTIE
Oorzaken
 Economische problemen en armoede
 Standensamenleving (geen sociale gelijkheid)
 Absolutisme (vooral de burgerij heeft niets te
vertellen)
 Ideeën van de Verlichte schrijvers boden alternatief
Aanleiding
Financiële crisis(staat dreigt failliet te gaan)
Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bij elkaar
om nieuwe belastingen op te kunnen leggen
ENORME SCHULDEN
6%
26%
4%
Bestuur
Politie
Onderwijs
Economie
Paleizen
Leger
Schulden
2%
2%
11%
49%
TOTAAL: 630 miljoen
BEGIN VAN DE REVOLUTIE
 Ruzie om de stemprocedure(per stand of per hoofd)
 Derde stand komt bij elkaar in de Kaatsbaan en legt
een eed af
Gewone volk komt ook in actie
 Het volk bestormt de Bastille(14 juli)
 Boeren vallen landheren aan(velen vluchten naar het
buitenland)
STEMPROCEDURES IN DE STATEN
GENERAAL IN 1789
EERSTE
STAND
JA
TWEEDE
STAND
JA
DERDE
STAND
NEE
BESTORMING VAN DE BASTILLE
HET ONTWAKEN VAN DE 3 DE STAND
VERLOOP REVOLUTIE(BEGIN)
1 ste fase (1789-1792) Bewind der gematigden
 De Nationale Vergadering aan de macht
 Afschaffing standensamenleving
 Onteigening grond van de kerk
 Verklaring van de rechten van de mens
en de burger
 Nieuwe grondwet(1791) :
Frankrijk een constitutionele monarchie
-uitvoerende macht = koning + regering
-wetgevende macht = Nationale Vergadering
(gekozen met censuskiesrecht)
VERLOOP (VERVOLG)
2 de Fase(1792-1795) Bewind der radicalen
 Koning probeert naar het buitenland te vluchten
 Gevangen en afgezet : Frankrijk republiek
 Jakobijnen (gewone volk) aan de macht
o.l.v. Robespierre:
 Instellen Terreur (guillotine voor ‘verraders’
Lodewijk XVI wordt onthoofd)
 Dienstplicht(vanwege oorlog)
 Nieuwe jaartelling
 Christendom afgeschaft
 Invoering algemeen kiesrecht
TERREUR ONDER ROBESPIERRE
VLUCHT VAN DE KONING
VERLOOP REVOLUTIE (SLOT)
3 de Fase (1795-1799)Contrarevolutie
Robespierre terechtgesteld
Macht weer naar de gematigden:
Uitvoerende macht=5 Directeuren
Wetgevende macht=Parlement
(censuskiesrecht)
Verzet van royalisten en radicalen
Groeiende invloed van het leger
1799 Staatsgreep van Napoleon
DIRECTORAAT EN STAATSGREEP
NAPOLEON
NAPOLEON(BINNENLANDSE POLITIEK)
 Herstel orde
 Aan de ene kant dictatuur(censuur, geheime politie)
 Aan de andere kant revolutie verspreiden (Code
Napoleon: wetboeken)
 Gelijkheidsideaal (bekwaamheid ipv afkomst telt)
 1804 Napoleon kroont zichzelf tot keizer
WETBOEKEN VAN NAPOLEON
NAPOLEON(BUITENLANDSE POLITIEK)
 Napoleon onderwerpt bijna heel Europa
 Overal zet hij familieleden op de troon
 Engelsen probeert hij te verslaan door het
Continentaal Stelsel
 Napoleontische oorlogen
 Succesvol tot de veldtocht naar Rusland (1812) en
daarna de slag bij Leipzig (1813)
 Napoleon verbannen (Elba) maar keert terug
 Definitief verslagen bij Waterloo (1815)
 Napoleon verbannen naar Sint Helena
RIJK VAN NAPOLEON
LEIPZIG EN ELBA
WATERLOO EN ST HELENA
Download