Het enzym 3Na/2K-ATPase is een virtuele water pomp January 30, 2011 Running title: Logisch positivisme en de dupe van mimicry Jan Bijman Abstract a Het enzym 3Na/2 K-ATPase (a) is alomtegenwoordig in biologische membranen van zoogdieren. Primair genereert het enzym virtueel watertransport met als afgeleide daarvan zout- en/of water en zouttransport. Het enzym wekt in lipiden een virtuele capacitieve stroom op door 10x reductie van de water redoxpotentiaal (810mV), en tegelijkertijd een 10x virtuele toename in capaciteitstroom (10x105C). Deze virtuele capaciteit/stroom identiteitsverandering maakt biologische informatie-uitwisseling (energie, 3ngramNaCl/ngramH) met een tijds-constante van 1sec per molH2O over grote afstand mogelijk. De stroom/capaciteits membraan zorgt echter ook voor feedback van elke spanning of stroom waarmee biologische transport wordt onderzocht (patch clamp, micro-electrode, MRI). Het uiteindelijke doel van het onderzoek, het 'Ding op zich', blijft dan buiten schot*. Introductie ΔV NaCl C- + ATP 3Na 2K H+ ADP 1/3C - + ΔH ΔV H 2O+NaCl b in sweat duct A D NaCl C ATP B out a H2O benodigd voor ATP splitsing bevat de tegengestelde energieën ΔH-bonding and capaciteit 1/3C die door 3Na/2K-ATPase enzymkoppels uitgewisseld worden. Koppels zenden ΔH stroom, verpakt in virtuele membraan capaciteit (gas) van B naar A, in ruil voor virtuele proton capaciteit H, verpakt in ijs, stromend van A to B. b Het daarbij ontstane virtuele di-electrisch vacuüm bevat voldoende informatie (ATP energy) om het transmembrane zouttransport van C naar D, of zout en water transport van D naar C aan te drijven (a). Het in membraanlipiden gelokaliseerde enzym 3Na/2K-ATPase* wordt aangetroffen overal daar waar uitwisseling plaatsvindt tussen het zelf en de buitenwereld. In die positie verplaatst het enzym positieve stroom als zijnde negatieve capaciteit, en, nagenoeg tegelijkertijd, negatieve capaciteit als zijnde positieve stroom (a). Het enzym draait de wereld dus om, d.w.z. de sleutel tot de natuur zal men niet buiten maar binnen het zelf moeten vinden*,*. Misschien verrassend ofschoon de niet rationele lading-verhouding (1/3) op het enzym a priori al een logische enzymwerking uitsloot (a). Het enzym genereert en verbruikt daarentegen ATP energie en daarom ligt een rol in adiabatische energieomzetting, d.w.z. scalaire informatie-uitwisseling, meer voor de hand. In plaats van ATP te splitsen met H 2O zijn enzym-koppels A and B (b) dan in staat met ATP de in het dielectrische vacuüm van het H2O-molecuul verborgen energieën ΔH and C (a) als informatie virtueel tussen A and B in de lipiden membraan uit te wisselen (a,b). ATP consumptie vindt dan plaats als er interferentie met gegeven substantie Y is. Bijvoorbeeld met electroneutral NaCl zout dat de informatie die in het virtuele vacuüm (anti-ruimte) besloten ligt nodig heeft om in een zweetafvoergang van C naar D door de membraan lipiden getransfigureerd te worden (b). Na++Clverandert dan van 3-D stroom in 3-D NaCl capaciteit*. 30 Jaar geleden vonden we dat genoemde zoutopname flowonafhankelijk wordt boven de 625nl/min (10nlH2O/sec bij een verversing van 1.8/sec), wat inhield dat zoutopname een volledig membraan gestuurd proces moest zijn (sec/1nlH, c). 1ATP/sec genereert dan een virtueel warmte-vacuüm van 3ngNaCl/ngH. Helaas levert het ook de reageerbuisratio van 54molNaCl/18mmolH2O waaruit de ongelukkige suggestie is voortgekomen dat een enzym electrogeen 3Na+Eq/s per ATP transporteert (waarbij Cl ook nog passief moet volgen, n.b. door een lipide mebraan!). Dat zogenaamde electrogeen Na +-transport levert echter een Vmax van 11.5nEq/cm2.s (c), tegen 15.3nEq/cm2.s voor Vmax van lipide-gebonden electroneutraal NaCl transport (d,q,r). Het reële electroneutrale transport heet admittantie en de eraan gekoppelde perfusie onafhankelijkheid stelt enzym-koppels in staat informatie over zeer grote afstand uit te wisselen (bijvoorbeeld in zenuwcellen), elkaar daarbij informerend over een aanstaande enzym taak. Resultaten c 15 Jna (nEq/cm .sec) 2 11.5nEq/cm2 .s (54mmole/s) 7.5 d Perfusion (nl/min) 200 400 600 1500 0.054moleNa+ -9 =5.10 3Na/2K-ATPase's 6x18 -9 -9 11.5x10 /5.10 =log10/log(e)=ln(10)=2.3 -5 2 V = 0.0471x10 x11.5=15.3nEq/cm .s max 350nl Het mechanisme waarmee biologische informatie-uitwisseling tot stand komt voordat een taak wordt uitgevoerd heeft te maken met het 'kwantummechanische' transport van energie (informatie, e) in een rij H2O moleculen. De lengte van zo'n rij moleculen is onbepaald zolang het eerste H 2O molecule in die rij geen energetische impuls ontvangt. Hier geven de afwijkende watereigenschappen ons een klassiek-mechanisch antwoord op Schrödinger's kwantum-mechanische kat*. Wij krijgen zelfs een notie van c De electroneutrale NaCl opname door 3Na/2K-ATPase enzymen ((Jna) in geperfuseerde speekselafvoergangen (konijn) is flow-onafhankelijk vanaf 625nltr/min. d Vmax stabiliseert bij een opname van 3000ngram (52mmolNaCl) per 1000ngramH per cm2.sec (3NaCl/H.sec per ATP). De enzymdichtheid (zie p) en echte Vmax zijn daardoor volledig gedefinieerd (zie q,r). Merk op dat het zouttransport logarithmisch door enzymen wordt versterkt (ducts: Ø300μm, length 5mm, oppervlak 0.047cm2, volume 350nl). e Inductie*. Rij H2O moleculen net voor het krijgen van een ATP-warmte impuls in A. Klassieke mechanica eist dat de rij niet beweegt en de op handen zijnde volume toename (ijs!) in elke p moet daarom voorafgegaan worden door volume afname (gas, warmte) door voortijdige terugkeer van de impact uit B f In dit adiabatische proces wordt warmte virtueel getransporteerd als ΔH (18.10-12mtr) stroom verpakt in H2O-capaciteit van B to A, en verzonden van A naar B door capaciteit C met verpakte 108.10 -12mtr proton stroom. De lengte van de lijn is onbepaald tot bijvoorbeeld een enzym in A een ATP warmte-impuls afgeeft. g Een ander enzym in B reageert dan premature, 1 sec voor elke 3.10 5km lengte die een impuls in A op het punt staat te veroorzaken, als veroorzaakt. h Als afzonderlijke entiteiten geschieden respectievelijk verandering logaritmisch (ΔH/H=1) en verplaatsing exponentieel (ΔV/V=1)*. 6.102 3H2O e A f p B 6ΔH ice H H 1/3C gas g 36/6x10 -23sec C.10 -3cm3 x C.cm2 sec = -12 2 18.10 .10 3.105km de oneindigheid die zich met 1sec per molH 2O lijkt uit te breiden (h). Maar h ΔV = ln 10xΔH= 1/log(e) = 2.3 = ln10 belangrijk is het te zien dat 3Na/2K-ATPase enzym-koppels als virtuele V H waterpomp kunnen fungeren in een rij watermoleculen. Zonder belasting (interferentie) werken de enzymkoppels als pendule, als de proximale and distale enzymen adiabatisch energie uitwisselen (f). Een ATP geactiveerd enzym in cel A (i) veroorzaakt d.m.v. inductie*,* een capacitieve stroom (warmte) vanuit de distale cel met enzym B, vrijwel direct gevolgd door een stroom capaciteit (ijs) van A to B (j). De positieve bonding-energie ΔH in A treedt daarbij op als string of als onbewogen i ΔH energy stored in gas beweger*. ΔH laat zich nooit zien (i,j) omdat het enzym* actief is in een A gesloten gebied*, voor een niet interfererende 3-D toeschouwer lijkt daarom alles stil te staan*. Formalisering van het enzym k (zie a), toont dat het distale 2K - enzym de 4-D water redoxpotentiaal (810mV) 10x reduceert tot 81mV (81ml virtueel gas), terwijl het proximale enzym in ijs Faraday's constante met een 3Na ATP factor 10 ophoogt (1moleH=106C, k). De waarde 81mV staat bekend als j membraan-potentiaal, die echte alleen manifest wordt in geval van interferentie H energy stored in ice door een 3-D waarnemer, normalerwijze wisselen enzymen slechts adiabatisch A energie uit. Een membraan-potentiaal van 81mV ontstaat als enzymen, die niet als koppel actief zijn, capaciteit als stroom (identiteitsverandering) over de 3Na ingangsimpedantie van een versterker sturen (feedback). 2K Enzymkoppels zijn als virtuele waterpompen zeer veelzijdig. In epithelia met cellen voorzien van Na+- en Cl- kanalen genereren ze admittantie van gedehydreerd zout (c). Bij gekoppelde site-specifieke trage Na+-glucose- (jejunum) and gereguleerde 10-3x snellere Cl- (ileum) conductantie wordt de (electroneutrale) admittantie van de enzymkoppels bepaald door glucoseopname en weinig water secretie. Tijdens cholera, weinig suiker en zout, gaan de enzymkoppels zout rondpompen en puur water secreteren ten gevolge van de ontstane 3-voudige (81/27, k) virtuele onderdruk (anti-space) in het lumen. Diezelfde virtuele j -0.1mtr 4 1 0.081ltr onderdruk heeft isotone water en zout secretie tot gevolg in ducts met NaCl= x 1/3H 10 105C/cm admittantie tussen de cellen zoals in zweetklieren (m). Een ander activiteit van de 1 x 0.081ltr = 1ATP enzymkoppels is de secretie van water en transmitter, en daaraan gekoppelde opname van radicalen, in neuronen*. Of de zout en water opname in sferische 10 10 5C/cm sec organen zoals galblaas waar-van de cellen uitgerust zijn met anti-porters om de 4-D k 81ml gas 27ml ice naar 2-D capaciteitsflow te re-dirigeren (g). En verder moet de impedantie van niet actieve enzymkoppels een factor 10 zijn groter dan de admittantie (k) van actieve 1/3H enzymen. Al deze geleerde onwetendheid* zal hierna verder getoetst worden aan H de hand van het zout en water transport in exocriene klieren. ( Zout en watersecretie, en enzym activiteit 2-D ice 27ml ) 3-D water 18ml 4-D gas 81ml Zweetklieren (m, ezel*) zijn door ons 30 jaar geleden onder de microscoop bestudeerd. Vmax van deze extreem kleine ducts is 1.8 nl/min (30mC/s) in afwezigheid van interstitieel NaCl (n). Theorie (c,d) voorspelt dat de output stopt als de gecombineerde NaCl+mannitol (glucose equivalent) admittantie en de water admittantie in de tight junctions tussen de cellen in evenwicht is. 1.nl/min is equivalent met een V max van 54mmolNaCl (c) en het evenwicht is dan bereikt bij 810mOsm/ltr (30/2x54mOsm), als mannitol en NaCl elk 27mmol zijn in the junctions (=270/10 and 540/20. De exponentiele 10x toename in mannitol+NaCl is evenredig met een 10x logarithmische afname in de vloeistof admittantie. De helling van de lijn die de twee entiteiten met elkaar in verband brengt is daarom 2.3 (1/log2.718 of ln10(c,h,n), wat laat zien dat de 3Na/2K-ATPase enzymkoppels inderdaad een drievoudige virtuele water onderdruk kunnen generen (830/280=3, n) in het m lumen van de kliertjes. De proximale enzymen pompen eerst 560mOsm NaCl Interstitial fluid het lumen in, en vanaf dat moment pompen de distale enzymen mannitol tot 810mOsm*. Deze observatie ondersteunt het cholera model (zie boven) dat 81ml (Cl-4-D gas) suggereert dat proximale en distale enzymen op verschillende snelheden 27ml Na+ 2-D ice sweat werkzaam kunnen zijn. Dus 3Na/2K-ATPase enzymen hebben als virtuele waterpomp minder van doen met electriciteit dan met energie. 81/27=3 gland Enzym activiteit en NaCl zoutopname n Sweat rate (nl/gland.min) Zoutopname is door ons 33 jaar geleden bestudeerd in speekselducten van 1.5 Y=-2.2x+1.8 het konijn. Proximale en distale 3Na/2K-ATPase enzymkoppels genereren r= 0.91 een 3-voudig virtueel vacuüm in deze afvoergangen (o), waardoor in the lipid bilayer ongeveer 1nOsmol NaCl (58.44ngram-4.5ngramH2O) electro1.0 830 830 mOsm/l neutraal uitgewisseld wordt tegen 1nlH (c,k). Deze zoutopname neemt af =3 280 als Na+- of Cl- ionen uit de perfusievloeistof verwijderd worden waardoor 0.5 de afname een maat is voor de niet actieve enzymen die door ons met NaCl mannitol kortsluitstroom gemeten zijn (p). Actieve enzymen genereren admittantie (3NaCl/H, c) in een volledig electroneutraal proces, en zijn dientengevolge Bath osmolarity (mOsm) 800 ongevoelig voor kortsluitstroom. De inactieve enzymen evenwel wisselen wel adiabatisch energie uit met lichtsnelheid c (g) en elke gemeten membraan potentiaal is daarom het resultaat van enzym energie-feedback over de ingangsimpedantie van de meetversterker. Die ingangsimpedantie (1/C) wordt daarbij door de enzymen geïnverteerd tot admittantie (C). Zoals voorspeld blijkt de kortsluiting (c,k) van de niet actieve enzymen 10x meer energie te o NaCl vergen dan enzymen die actief zijn in de zoutopname* (p). Merk op dat 81ml (Cl- 4-D gas) sweat sweat dit stroom-feedback systeem equivalent is met patch-clamp recording. Dus voltage- of current clamp resultaten zijn te danken aan processen die in 27ml (Na+ 2-D ice) out niets met het 'ding op zich' van doen hebben. De notie verder dat 3Na-2KSweat duct ATPase's virtueel als water pomp actief zijn d.m.v. van het koppelen van NaCl 81/27=3 proximale- en distale enzymen is bevestigd met simpele enzymkinetiek (q,r). Analyse van de NaCl opname laat zien dat die opname bepaald is door de proximale sodium(q) en distale chloride ® concentratie in the ducten. De V max is voor beide opnames gelijk, zoals verwacht (d), wat nogmaals betekent dat de zoutopname electroneutraal is en niet electrogeen. p 2 -3 Merk ook op dat de netto NaCl opname stopt (q), zoals verwacht (c,d), als Nain 5 Short circuit current x10 C/cm kleiner is dan 18mmol (1/3x54mole/ 18=1). 4 Discussie 3 3Na/2K-ATPase enzymkoppels genereren adiabatisch een virtueel water 2 y=-9.7x+4.8 (r=1) volume door ATP/ADP energie uitwisseling in the lipide membraan van 1 biologische cellen. Het water en zouttransport over deze lipidelaag gebruikt de 0.1 0.3 0.5 informatie (energie) uit deze anti2 -3 Busy enzymes x10 C/cm .sec) ruimte (di-electrisch vacuüm) om q 2 J Na,Net (nEq/cm .sec) NaCl en/of water van de ene naar de andere zijde van lipiden te 10 Vmax =15.4 nEq/cm2.s transfigureren. Bij interferentie genereren de enzymen 3NaCl/H (c) per ATP molecuul (pendule). Zo'n lipidelaag bevat dus ATP energie, die opgebruikt wordt in geval van interferentie, bijvoorbeeld door NaCl (c,p,q). Deze 18 aanwezigheid van energie in de lipiden bilayer is dus de reden waarom 4 1/J Na,net enzymen de energie terugkoppelen die onderzoekers bij hun membraanonderzoek gebruiken. De enzymen inverteren de identiteit van 40 120 Na in capaciteit en stroom. Een membraanpotentiaal bestaat r J Cl,Net (nEq/cm2.s) normaal dus niet, cellen wisselen energie uit. En al naar gelang de manier Vmax=15.2nEq/cm2.s waarop proximale en distale enzymen energie uitwisselen 'meet' men dus een 12 constante membraan potentiaal, of spikes ergens tussen de 1 en 200kHz (2/105C). Omdat distale enzymen als eerst reageren (i,j) is het interessant op te merken dat die distale enzymen als het ware de toekomst produceren als 1/J Cl,net zingevend kader. Dus de membraanpotentiaal schept voor de logisch positivist 4 een zingevend kader hoewel die potentiaal normalerwijze helemaal niet bestaat. De facto gebruikt hij dus zijn toekomstige ervaring om zijn eigen 20 70 Cl in zingevende realiteit te produceren*,*. Verder ontkent de logisch positivist ook nog eens het bestaan van een anti-space. Zo'n wetenschapper is dus de dupe van zijn eigen mimicry. Nog interessanter is het gebruik van MRI om de vrije wil te bestuderen. Eveneens hersencellen communiceren met het rondpompen van energie, admittantie, en admittantie is een totaal elektro-neutraal fenomeen. Dus wat MRI juist acht heeft niets te doen met het 'Ding an Sich'*. Deze wetenschappers worden dubbel bedrogen door hun zintuigen. Zoetermeer 08 maart, 2011 www.janbijman.eu www.bijman.info