Cultuuropdracht `De Trojaanse oorlog`

Cultuuropdracht ‘De Trojaanse oorlog’
3Q/Z Grieks, oktober 2011
De Trojaanse oorlog: inleiding
De Griekse zanger Homerυs beschrijft in een dichterlijk verhaal de legendarische strijd, die de Grieken
en Trojanen omstreeks 1200 voor Christus uitvochten voor de muren van Troje. Deze stad lag vlak aan
de kust van Klein-Azië bij de ingang van de Hellespont en was in die tijd machtig en welvarend. Het
heldendicht van Homerus heet de Ilias, naar de Griekse naam voor Troje: Ιλιος.
In de Ilias beschrijft Homerus maar een klein gedeelte van de strijd om Troje: 51 dagen van de in
totaal 10 jaar, die de Grieken nodig hadden om de stad te veroveren.
In dit heldendicht speelt Achilles, zoon van Peleus en de zeegodin Thetis, een centrale rol.
De zogenaamde Trojaanse oorlog had een beroemde voorgeschiedenis, die Homerus niet zelf vertelt,
maar die we kennen van andere Griekse schrijvers.
Het verhaal van de gouden appel , het Paris-oordeel dat de aanleiding voor de Trojaanse oorlog
vormde en de inhoud van de Ilias is in de lessen Grieks behandeld (aan de hand van Pallas, deel 1)
Cultuuropdracht: wat te doen?
De cultuuropdracht bestaat uit het doen van onderzoek naar de Trojaanse oorlog en mondt uit in een
geschreven verslag. Je geeft daarin informatie/feiten/ theorieën /opvattingen/eigen mening over een
aantal aspecten van de Trojaanse oorlog. Het verslag moet aan de volgende punten voldoen:
1. de onderwerpen A,B,C worden onderzocht en in het verslag behandeld:
A. Oorlogvoering en strijdtechniek
(Hoe werd gevochten? Waar? Door wie? Met welke wapens? Is het waargebeurd?)
B. De rol van de goden
(welke rol spelen de goden? Vertelt Homerus over inmenging door de goden? Wie wel /
niet, wat waarom?)
C. De menselijke maat in de Ilias
(Zijn Homerus’ personages levensecht? Is er sprake van (boven) menselijk gedrag?
overeenkomsten / verschillen met nu?)
2. Daarnaast bedenk je minimaal twee andere aspecten van de Trojaanse oorlog die je gaat
onderzoeken en ook daarvan doe je verslag in het werkstuk.
3. Je verslag bestaat uit minimaal 6, maximaal 8 A-4tjes geschreven tekst (letterpt. 11)
4. Als je afbeeldingen opneemt, zorg dan dat ze de tekst ondersteunen en zijn voorzien van
onderschrift.
5. Zorg voor een goede lay-out (titelpagina, inhoudsopgave, deelvragen middels koppen en
sub-kopjes, overzichtelijkheid, paginanummering, leesbaarheid, spelling)
Deadline inleveren: maandag 21 november ‘11