persdossier_evol - Royal Belgian Institute of Natural Sciences

advertisement
PERSDOSSIER
GALERIJ VAN DE EVOLUTIE
VASTE ZAAL MUSEUM VOOR NATUURWETENSCHAPPEN
12 februari 2009
A. VOORSTELLING GALERIJ
1. Waarom een Galerij van de Evolutie
2. Persbericht: korte tekst en praktische info
3. Parcours van de tentoonstelling
B. WETENSCHAPPELIJKE INHOUD
1. De uitzwerming van zoogdieren bij het begin van het eoceen
2. De dieren van de toekomst
C. MOET CREATIONISME AAN BOD KOMEN IN EEN MUSEUM VOOR NATUURWETENSCHAPPEN ?
D. ACHTER DE SCHERMEN: beroepen in het Museum
1. Wetenschap als kunst: 5 sculpturen uit het cambrium
2. Een nieuwe galerij, het resultaat van wetenschappelijk onderzoek
E. MEER WETEN OVER EVOLUTIE
F. ACTIVITEITEN
G. FILMPJESWEDSTRID OP DE WEBSITE
H. NIEUW IN HET MUSEUM
I. PARTNERS
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
A. VOORSTELLING GALERIJ
1. Waarom een Galerij van de Evolutie in een Museum voor
Natuurwetenschappen?
De museumcollecties die toegankelijk zijn voor het publiek, zijn ondergebracht in twee vleugels: de vleugel van
het leven en die van de biodiversiteit. Het is dan ook geen toeval dat de Galerij van de Evolutie zich tussen beide
vleugels in bevindt.
Met de opening van deze nieuwe Galerij heeft het museumteam een dubbel doel voor ogen.
Biodiversiteit
Een synchronische benadering van de natuur, waarbij telkens één specifiek moment in een dynamisch
proces belicht wordt.
Van ‘syn’ in het Grieks = ‘met’
De rode draad van ons wetenschappelijk instituut is: biodiversiteit en hoe die te beschermen.
De huidige biodiversiteit kan onmogelijk toegelicht worden zonder daarbij een verklarend principe te hanteren.
De evolutietheorie is de hoeksteen van de biologie en biedt een beter inzicht in de huidige biodiversiteit. Zoals de
wetenschapper Theodosius Dobzhansky benadrukte:
‘Nothing in biology makes sense except in the light of evolution’
De geschiedenis van het leven
Een diachronische benadering, met belangstelling voor de geschiedenis en de evolutie ervan.
Van ‘dia’ in het Grieks = door(heen)
De geschiedenis van het leven beperkt zich niet tot de dinosauriërs. De collecties van het Koninklijk Belgisch
Instituut voor Natuurwetenschappen herbergen tal van specimens die een goed beeld geven van de evolutie en
de geschiedenis van het leven, en dat over een periode van miljoenen jaren. De Galerij laat de bezoekers de
fascinerende geschiedenis van het leven ontdekken, via collectiestukken die tot nog toe zelden te zien waren.
Het is ook de eerste galerij die dit thema belicht. Daarbij komen zowel de paleontologie in brede zin aan bod
(met tal van tentoongestelde fossielen), als de huidige periode (meer dan 400 specimens) en zelfs de
toekomst…
Het is ook die dubbele aanpak die tot de bewuste keuze heeft geleid om de menselijke evolutie niét te belichten
in de Galerij. In een andere museumzaal (Van Mensen en Mammoeten, Prehistorie) vindt u die terug. De
belangrijkste reden hiervoor is dat, als we de mens ten tonele zouden voeren aan het eind van het parcours, dat
zou kunnen veronderstellen dat diezelfde mens het sluitstuk is van de evolutie. Die ‘zelfgerichtheid’ hebben we
willen vermijden.
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
2. Persbericht
Galerij van de Evolutie
Het verhaal van het leven in 6 ½ hoofdstukken
vanaf 13.02.09 in het Museum voor Natuurwetenschappen
Is de giraf een neef van de sla? De microbe een verre voorouder van de olifant?
Waar komen we vandaan en wat is de oorsprong van de planten en dieren die ons omringen?
Het Museum voor Natuurwetenschappen zet zijn vernieuwingsprogramma door en opent in dit Darwinjaar de
prachtig gerenoveerde Galerij van de Evolutie.
Deze nieuwe vaste tentoonstelling, uniek in België, presenteert het verhaal van het vroegere, huidige en
toekomstige leven op aarde en belicht de veranderingen die levende organismen in de loop van de tijd hebben
doorgemaakt. Ons groot boek over de geschiedenis van het leven presenteert 600 fossielen en 400
opgezette dieren, die tonen hoe ongelooflijk rijk, verfijnd en complex het leven is, een ode aan de
biodiversiteit op aarde.
De evolutiemechanismen worden op interactieve manier duidelijk gemaakt.
De tentoonstelling zal zowel jongeren als volwassenen aangenaam verrassen door haar veelheid aan prachtige
dieren, fascinerende fossielen, haar betoverende architectuur en invulling en de manier waarop het complexe
thema is opgevat. De tentoonstelling is bedoeld voor een publiek vanaf 8 jaar in familieverband of vanaf 12 jaar
in schoolverband.
Een architecturale uitdaging: de renovatie van een zaal in terrasvorm, al 40 jaar gesloten voor het publiek
Passeer de Galerij van de Dinosauriërs, ga nog een verdieping hoger en treed langs de glazen loopbrug binnen
in de nieuwe Galerij van de Evolutie. Laat je meevoeren in het sfeervolle verhaal van het leven, dat net als
de dino’s onderdak vindt in het historische gebouw van architect Janlet. Deze bovenverdieping met haar
magistrale architectuur vol licht en ruimte, bleef meer dan 40 jaar gesloten voor het publiek en vormt nu de
kroon op het renovatiewerk van het Museum. De sobere fossielen en opgezette dieren contrasteren prachtig met
de kleurige opstelling. Een hedendaagse, interactieve museologie met respect voor de architectuur van
1905.
Het verhaal van de evolutie verloopt onomkeerbaar in één richting, wat maakt dat ook de bezoeker een
overeenstemmend vrij rechtlijnig traject kan volgen. De trapsgewijze inrichting, die in de volledige vleugel
aanwezig is, geeft bovendien ritme aan dit parcours.
Een museologische uitdaging: jou het verhaal van het leven laten overlopen zoals de pagina’s in een groot
boek, voor jou de hoofdstukken uitkiezen in al die overvloed aan informatie en uitleg geven over evolutie
Bijna 4 miljard jaar leven tonen in een zaal van 1200 m², stelde de expomakers voor enkele keuzes. De bijna
1000 specimens zijn uitgekozen om hun wetenschappelijke en esthetische waarde. In de Galerij wordt
bijzondere aandacht besteed aan enkele essentiële periodes in de evolutie, tijdens dewelke bepaalde
organismen belangrijke vernieuwingen ondergingen of beslissende afsplitsingen van groepen
plaatsvonden.
In de Galerij van de Evolutie maak je als bezoeker een boeiende chronologische reis in 6 1/2 hoofdstukken
doorheen de geschiedenis van het leven op aarde, vanaf het prille begin tot nu. Je houdt halt bij de rijkdom aan
levensvormen in zes sleutelperiodes (cambrium, devoon, carboon, jura, eoceen en heden).
In elke behandelde periode presenteren ‘panorama’s’ de biodiversiteit van toen. Talrijke echte fossielen,
maar ook afgietsels, reconstructietekeningen en -modellen en - voor het heden - ook vele opgezette dieren
getuigen van de veranderingen die levende wezens in de loop van de tijd ondergaan.
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
Bij elke periode kan je ook halt houden in de ‘evolutie ateliers’ om er de meest ingrijpende veranderingen en
vernieuwingen in de toenmalige levensvormen van dichtbij te onderzoeken. In deze ateliers kan je op
praktische en luchtige manier observeren, vergelijken en testen.
Je kan er fossielen met recente exemplaren vergelijken. We gaan telkens dieper in op significante aanpassingen
in bepaalde lichaamsstructuren, organen of gedragingen. We bekijken hoe deze geëvolueerde kenmerken een
bijdrage hebben geleverd aan het succesverhaal van het leven op aarde.
Op een heel interactieve manier kan je halverwege de tentoonstelling de mechanismen van de micro-evolutie
en de genetica ontrafelen, die achter al deze veranderingen schuilgaan. In deze ‘satellietzone’ spitsen we ons
toe op de verschillende werkwijzen van evolutie. Mechanismen, die constant en onafhankelijk van periodes, de
evolutieve processen regelen. Begrippen zoals de DNA-structuur van het leven, mutatie, variatie, genetische
drift, soortvorming… zullen geen geheimen meer voor je hebben.
Uiteraard beperkt evolutie zich niet tot de zes periodes waarop de Galerij van de Evolutie zich concentreert. Op
je tocht doorheen het evolutieverhaal ga je via poorten van het ene naar het andere tijdperk. In deze tijdsluizen
vatten we heel kort de veranderingen in fauna, klimaat en geografie samen. Op die manier ‘spring’ je naar een
volgende etappe in de evolutie, die ook niet altijd in hetzelfde tempo of ritme verloopt. Nu eens snel, dan weer
over miljoenen jaren.
Het verleden neemt uiteraard zijn plaats in de Galerij van de Evolutie. Maar een groot gedeelte van de
tentoonstelling behandelt het heden, want evolutie is een voortdurend proces.
Zes… en een half?
Evolutie gaat nog steeds door, met of zonder de mens, en dus neem je als zevende halte zelfs een sprong van
50 miljoen jaar in de toekomst, om te zien hoe sommige dieren zouden evolueren. Het gaat hier uiteraard om
een extrapolatie, maar die is wel logisch en wetenschappelijk gegrond. Ze volgt immers steeds de gekende
beginselen van de evolutie. Evolutie is eigen aan het leven en dit proces zal ook verdergaan wanneer we er niet
meer zijn.
Eindig je bezoek in de mysterieuze metalen bol, een kleine cinemazaal, waar de slotfilm toont hoe elk levend
organisme de sporen van het verleden, van de geschiedenis van het leven, in zich draagt.
De inhoud van de Galerij van de Evolutie is volledig ontworpen en uitgewerkt door de eigen diensten van het
Museum voor Natuurwetenschappen. Hiervoor werkten onze museologen samen met specialisten in
evolutiebiologie van binnen en buiten het huis en kregen ze hulp van de educatieve dienst en de dienst
multimedia.
In het persdossier dat volgt, vind je het volledig parcours van de zaal, wetenschappelijke onderwerpen,
alsook enkele beroepen achter de schermen van het Museum.
De Galerij van de Evolutie kwam tot stand in het kader van het samenwerkingsakkoord Beliris
tussen de Federale Regering en de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
met steun van de Regie der Gebouwen en het Federaal Wetenschapsbeleid,
met financiële steun van de Nationale Bank, de Nationale Loterij, Total, Roche Diagnostics
en met mediapartners Het Nieuwsblad, Eos, Radio1, tvbrussel, FMBrussel en Brussel Deze Week.
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
Praktische informatie
Museum voor Natuurwetenschappen
Vautierstraat 29 – 1000 Brussel
Info dag en nacht: 02 627 42 38
[email protected]
www.natuurwetenschappen.be
Bij de opening van de Galerij van de Evolutie komt een kleurrijke en informatieve gids over het Museum voor
Natuurwetenschappen uit. Deze gids leidt je door de museumzalen langs heel wat bezienswaardige stukken
uit de op twee na grootste natuurwetenschappelijke verzameling van Europa. Een onmisbare catalogus om je
bezoek aan de vaste tentoonstellingszalen te (her)beleven!
Gids Museum voor Natuurwetenschappen 2009
Een uitgave van het Museum voor Natuurwetenschappen en Luc Pire.
96 p., 17x24 cm, kleur, € 12,50 in de museumshop (buiten het Museum € 13).
Openingstijden
Dinsdag tot vrijdag: van 9.30 tot 16.45 uur (vanaf 1 september tot 17.00)
Zaterdag, zondag en Belgische schoolvakanties: van 10 tot 18 uur
Gesloten elke maandag, op 1 januari, 1 mei en 25 december
Let op: onze openingstijden veranderen op 1 juli 2009. Info op 02 627 42 38 of op www.natuurwetenschappen.be
Bereikbaarheid
Ons parkeerterrein is klein... Gebruik bij voorkeur het openbaar vervoer.
Metro: Lijn 1 halte Maalbeek - Lijn 2 halte Troon
Trein: station Brussel-Luxemburg
Bus: 34 en 80 halte Museum / 38 en 95 halte Parnassus
Je kan een B-dagtrip kopen in elk station: nr 131 (trein en toegang)
Tarieven
Individuele bezoekers: € 7 volwassenen / € 6 studenten, senioren, vrienden van het Instituut, personen met
een handicap / € 4,50 jongeren 6-17 jaar
Groepen (vanaf 15 personen): € 6 volwassenen / € 3 jongeren 2-25 jaar
Bezoek voor groepen en picknickruimte verplicht te reserveren: 02 627 42 52
Gratis
- Eerste woensdag van de maand vanaf 13 uur (geen reservering mogelijk)
- Kinderen jonger dan 6 jaar in gezinsverband
- Leraren op vertoon lerarenkaart
- Museumabonnees
- Begeleiders van personen met een handicap
Dino Café
Zin in een drankje, een hapje of wat stevigers? Laat je verleiden in ons Dino Café.
Dinoshop
Boeken, films, spelletjes, kaarten, T-shirts en nog veel meer moois rond dinosauriërs en andere schatten van
onze planeet. Geopend tijdens de openingsuren van het Museum.
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
Fotograferen en filmen voor persoonlijk gebruik is toegelaten, zolang het de andere bezoekers niet stoort. Fotograferen en
filmen voor professionele doeleinden is enkel toegestaan via de persdienst op 02 627 43 77 (nummer niet publiceren aub!).
B. WETENSCHAPPELIJKE INHOUD
1. De uitzwerming van zoogdieren bij het begin van het eoceen
Mocht dit artikel over de evolutiesnelheid een fabel zijn geweest, dan zou het als titel “de krokodil en de muis”
hebben gekregen.
Diplocynodon darwini, een prachtige gepantserde alligator die destijds in onze rivieren huisde, bewoog zich als
een geharnaste ridder door het panorama van het eoceen. Als waardige afstammeling van zijn krokodilvormige
voorouders uit de jura, wist zijn groep gedurende 130 miljoen jaar tot ons tijdperk te overleven en dit zonder al te
veel vormveranderingen.
De Nijlkrokodil (Crocodilus niloticus), een groot roofdier dat te zien is in het panorama van het heden, is een
opmerkelijk voorbeeld van dit behoudstalent. Deze krokodilachtigen die zich wonderwel aanpasten aan hun
ecologische omgeving, wisten de tijd zo goed te doorstaan dat ze wel eens het lichtelijk overdreven predikaat
van ‘levend fossiel’ meekrijgen. Maar dat is niet het geval voor de zoogdieren die zich tijdens het tijdperk van de
dinosauriërs op de achtergrond hielden, maar qua omvang en aantal soorten aan een opmars begonnen van
zodra deze reuzen 65 miljoen jaar geleden uitstierven. Dat was het begin van het tijdperk van de zoogdieren.
Aan het begin van het eoceen, 55 miljoen jaar geleden, volgde een intense opwarming van de aarde en die
maakte dat hun diversiteit spectaculair toenam. Op de drie continenten van het noordelijk halfrond verschijnen
nieuwe groepen zoogdieren, dankzij de intercontinentale bruggen die hun verspreiding mogelijk maakten.
Groenland was bedekt met subtropische wouden waardoor ook kleine zoogdieren, die uitsluitend in bomen
leefden, konden migreren. Deze nieuwe groepen, aangeduid als ‘moderne zoogdieren’, zijn knaagdieren,
haasachtigen, onevenhoevigen, evenhoevigen, walvisachtigen, primaten, carnivoren en vleermuizen. Hoewel
deze acht groepen vandaag 83% van de diversiteit van de zoogdiersoorten op onze planeet vertegenwoordigen,
zijn hun voorlopers nog onbekend.
Legende foto :
Eurohippus messelensis, een paardje uit het eoceen dat nauwelijks 40 cm hoog was en zich nog kenmerkt met
drie tenen en drie hoeven per poot.
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
2. De dieren van de toekomst – over 50 miljoen jaar
De 6 dieren van de toekomst, zoals je ze terugvindt in de Galerij van de Evolutie
CECI EST UNE FICTION!!! DIT IS FICTIE !!!
1. Neopyghoscelis
peddelpinguïn
Lengte: tot 4 meter
Stamt af van: de ezelspinguïn, Pygoscelis papua
Evolutie: achterpoten ontwikkelen zich tot peddels; vleugels worden langer; tanden komen weer tevoorschijn
2. Rhombosepia
schevekubusinktvis
Lengte: gemiddeld 20 cm, met mogelijks reuzenformaten in diepzee
Stamt af van: de gewone inktvis, Sepia officinalis
Evolutie: tentakels vergroeien tot twee kaken, geschikt om plankton te vangen; sifo (adembuis) wordt kleiner en
verplaatst zich naar de buik; de mantel breidt zich sterk uit; het dier beweegt zich onder water voort door ‘tractie’.
3. Propellonectes
aangedreven stormvogel
Lengte: 1 meter
Stamt af van: de noordelijke reuzenstormvogel, Macronectes halli
Evolutie: verliest vliegvermogen; vleugels verdwijnen; achterpoten worden uitzonderlijk groot; lichaam wordt
gestroomlijnder.
4. Helicopodus
zweefvliegende duizendpoot
Lengte: 25 cm
Stamt af van: Scolopendra subspinipes
Evolutie: het telson (laatste segment) wordt een soort ‘roer’; de antennes worden korter; centrale cortex wordt
langer; de ogen worden groter (beter dieptezicht), de sterk verlengde tergieten (rugplaten) schuiven voor een
deel over elkaar (in de richting van de lengteas)
5. Trichopteryx
vliegende buidelrat
Lengte: 1,5 meter, met de staart inbegrepen
Stamt af van: de voskoesoe, Trichosurus vulpecula, een in bomen levende buidelrat
Evolutie: grijpstaart wordt langer en elastischer; vingers worden langer; buidel opent omgekeerd (met opening
naar staart toe); ontwikkeling van huidplooien tussen de poten; hij doorprikt zijn prooien.
6. Corticochaeris
schorsafstropende capybara
Lengte: tot 2 meter
Stamt af van: de capybara, Hydrochaeris hydrochaeris, het grootste knaagdier ter wereld
Evolutie: schoudergordel en kop worden massiever; knaagtanden worden groter en steken meer naar voren.
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
Artikel ‘Creatief met Darwin – Hoe zien de dieren van de toekomst eruit?’ van Dieter De Cleene in Eos,
februari 2009, op basis van een interview met Sébastien Steyer (Expert voor het gedeelte ‘dieren van de
toekomst’ in de Galerij van de Evolutie en paleontoloog van het Muséum National d’Histoire Naturelle in Parijs en
aan het Centre National de Recherche Scientifique).
Leven er op onze planeet over vijftig miljoen jaar reusachtige knaagdieren en pinguïns met tanden? Volgens
paleontoloog Sébastien Steyer is dat goed mogelijk. Hij denkt na over hoe soorten in de toekomst zouden
kunnen evolueren.
Charles Darwin lanceerde de idee dat alle levensvormen afstammen van een gemeenschappelijke voorouder.
Evolutionaire mechanismen hebben geleid tot de enorme verscheidenheid en soortenrijkdom die we vandaag
om ons heen zien en evolutiebiologen krijgen een steeds beter beeld van hoe de evolutie het leven op onze
planeet gedurende miljarden jaren heeft gekneed.
Maar evolutie is een continu proces, dat vandaag nog steeds doorgaat en dat ook de komende miljoenen jaren
zal blijven doen. Niemand weet zeker hoe het leven op aarde verder zal evolueren – ‘Ik ben Nostradamus niet’,
zegt Sébastien Steyer – maar door te kijken naar het verleden kunnen we er wel gefundeerde uitspraken over
doen. Het resultaat is een wetenschappelijk onderbouwd sciencefictionverhaal.
Steyer is als paleontoloog verbonden aan het Muséum National d’Histoire Naturelle in Parijs en aan het Centre
National de Recherche Scientifique. Zijn voornaamste bezigheid is het bestuderen van fossielen om meer te
weten te komen over de omstandigheden tijdens belangrijke evolutionaire gebeurtenissen. Maar samen met
Marc Boulay en Sylvia Lorrain, gespecialiseerd in 3D-computermodellen, wierp hij ook een blik in de toekomst.
Yves Gaumetou maakte vervolgens zes bijna levensechte, opgezette toekomstdieren voor de nieuwe Galerij van
de Evolutie in het Museum voor Natuurwetenschappen.
U hebt nagedacht over hoe sommige soorten er over vijftig miljoen jaar zouden kunnen uitzien. Waarom
precies vijftig miljoen jaar?
‘We hebben aanvankelijk zowel aan dieren tussen nu en vijftig miljoen jaar als aan dieren over tweehonderd
miljoen jaar gedacht. Vijftig miljoen jaar is een goede consensus omdat het geologisch gezien niet zo heel ver
weg is – de basistijdseenheid in de geologie is een miljoen jaar – maar toch ver genoeg om al duidelijke
veranderingen te zien. We hebben die periode het Dixoniaan genoemd, verwijzend naar Dougal Dixon, auteur
van het boek After Man, a Zoology of the Future.
Ons toekomstbeeld is gebaseerd op de huidige platentektoniekmodellen, die ons laten zien hoe de aardkorst in
de toekomst zal bewegen. Daarnaast gebruiken we klimaatmodellen, die ons een beeld geven van het
toekomstige klimaat. We proberen de fysische omstandigheden zo goed mogelijk te schetsen, en denken we na
over hoe het leven op aarde zich daaraan zou kunnen aanpassen.’
En dat hebt u gedaan door te kijken naar het verleden.
‘Ja. Als we kijken naar de evolutie in het verleden zien we bepaalde modellen en concepten steeds terugkeren.
Een voorbeeld daarvan is evolutionaire convergentie, waarbij totaal verschillende soorten die in hetzelfde milieu
leven op elkaar gaan lijken. Een mooie illustratie daarvan zien we bij de dolfijn, de tonijn en de Ichtyosaurus, een
uitgestorven zeereptiel. Die dieren behoren tot verschillende groepen – zoogdieren, vissen en reptielen – maar
leven, of in het geval van de Ichtyosaurus ‘leefden’, alledrie in het water. Ze hebben zich aan dat milieu
aangepast door een hydrodynamische lichaamsvorm en een passend sensoren- en voortbewegingssysteem te
ontwikkelen. Daardoor zien ze er erg gelijksoortig uit.’
Hoe ziet de wereld er volgens de modellen over vijftig miljoen jaar uit?
‘Totaal verschillend van de wereld van vandaag! De Middellandse Zee zal verdwijnen en Afrika en Europa zullen
aan elkaar grenzen. Zo ontstaat een nieuwe landmassa die we Eurafrika noemen. De Middellandse Zee wordt
‘vervangen’ door een gebergteketen vergelijkbaar met de Alpen, die Eurafrika in twee klimaatzones zal splitsen.
Verder zullen Indonesië en Australië elkaar raken, zodat oceaanstromingen tussen de Stille en de zuidelijke
Atlantische oceaan stilvallen. Dat zal het klimaat in het zuidelijk halfrond sterk beïnvloeden.’
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
‘Over 250 miljoen jaar zullen alle continenten opnieuw verenigd zijn tot één groot continent, Neopangaea. Dat
was ook al het geval 250 en meer dan 500 miljoen jaar geleden. Je zou de bewegingen van de aardplaten bijna
kunnen zien als een cyclus.’
De biodiversiteit gaat er vandaag op achteruit. Sommigen spreken zelfs van een zesde massa-extinctie.
Hoe schat u de toekomst in op dat vlak?
‘In de geschiedenis zijn er verschillende momenten geweest met een enorme biodiversiteit, die gevolgd werden
door massa-extincties. Op dit moment zitten we in een fase met een hoge biodiversiteit die in de toekomst snel
zal dalen, grotendeels door onze schuld. Als je de curve extrapoleert die de evolutie van de biodiversiteit toont,
dan zou de biodiversiteit zich over vijftig miljoen jaar ongeveer hebben kunnen hersteld tot het niveau van
vandaag.’
U plaatst uw toekomstige dieren in drie ecosystemen. Hoe zien die eruit?
‘We hebben geopteerd voor een marien, een woestijn- en een bosecosysteem. Voor het mariene ecosysteem
hebben we gekozen voor een zone in de zuidelijke Atlantische Oceaan. De watertemperatuur is er iets hoger
dan de huidige temperatuur van polaire zeeën, een gevolg van het afsmelten van het poolijs. Het tweede neoecosysteem is een woestijn ten zuiden van de nieuwe bergketen die Eurafrika in tweeën splitst. Aan de randen
van die woestijn zouden nieuwe overlevingsstrategieën kunnen ontstaan. De derde habitat is een hoog en dicht
bos ter hoogte van de evenaar. Een verhoogd CO2-gehalte in de atmosfeer zou ervoor kunnen zorgen dat de
bomen daar meer dan 100 meter hoog worden, aangezien planten CO2 opnemen bij de groei.’
U bent telkens vertrokken van bestaande dieren, en dat zijn bijna allemaal gewervelden. Vanwaar die
keuze?
‘We zien dat de ongewervelden in de loop van de geschiedenis morfologisch niet zoveel veranderd zijn. Kijk
bijvoorbeeld naar de kakkerlakken: die lopen al driehonderd miljoen jaar op onze planeet rond! We zijn ervan
uitgegaan dat deze dieren ook in de toekomst waarschijnlijk niet veel zullen evolueren. We hebben altijd in het
achterhoofd gehouden dat het verleden de sleutel is om de toekomst beter te begrijpen.’
Hoe heeft u de bestaande dieren gekozen?
‘Enerzijds hebben we gekozen voor dieren die al lang bestaan, omdat het waarschijnlijk is dat ze nog lang zullen
overleven. Anderzijds zijn er een aantal dieren die we gewoon leuk vonden, zoals de pinguïn. Tenslotte is dit
geen honderd procent objectieve oefening, want evolutie blijft hoe dan ook onvoorspelbaar.
Vervolgens hebben we nagedacht over hoe die dieren er over vijftig miljoen jaar zouden kunnen uitzien. Slangen
zijn bijvoorbeeld geëvolueerd uit voorouders met ledematen, maar die zijn na verloop van tijd verdwenen. Wij zijn
ervan uitgegaan dat onze toekomstige slang Limaxopython door een verbreding van de ribbenkast nog minder
mobiel zou kunnen worden en zijn prooien zou kunnen verschalken door het grootste deel van zijn lichaam
onder de grond te verbergen.
De pinguïn is een dier dat vandaag al erg goed aan zijn omgeving is aangepast. Wij zijn een stap verder gegaan
en hebben een vogel bedacht die nog beter aan het water is aangepast. Het resultaat is Neopyghoscelis, een
geducht roofdier en superefficiënte zwemmer.’
Een opvallend kenmerk aan Neopyghoscelis is dat hij tanden heeft.
‘Vogels stammen af van de dinosauriërs en het gen voor tandontwikkeling is nog steeds aanwezig. Met
genetische manipulatie kan je kippenkuikentjes creëren waarbij beginnende tandontwikkeling te zien is. Die
diertjes zijn niet levensvatbaar, maar het is niet ondenkbaar dat zo’n gen in de toekomst weer tot expressie komt.
Dergelijke mutaties en veranderingen tijdens de embryologische ontwikkeling zijn erg belangrijk in de evolutie.
Eigenlijk kan je evolutie definiëren als een proces waarbij milieuomstandigheden de genetische plasticiteit
beperken. In een generatie kan een individu opduiken dat lichtjes verschilt van de anderen. Zo kan dat individu
met die nieuwe eigenschap zich toch nog voortplanten met zijn soortgenoten, en kan tegelijk een nieuwe
structuur worden uitgetest. Als die in een bepaald milieu een voordeel oplevert, kan ze geselecteerd worden
zodat soorten zich kunnen specialiseren. Té gespecialiseerd zijn, houdt echter risico’s in. Als je leefomgeving
dan verandert, zal je uitsterven.’
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
Een andere waterbewoner is Propellonectes. Ook een aan het leven in het water aangepaste vogel, die
afstamt van de stormvogel. Welke evolutionaire processen zouden ertoe kunnen leiden dat die zijn
vliegvermogen verliest?
‘Dat zou kunnen als zijn vliegende prooien – andere vogels of insecten – schaarser worden of als vliegende
roofdieren krachtiger en gevaarlijker worden. Maar het water kan ook aantrekkelijker worden als de prooien daar,
zoals vissen en inktvissen, talrijker worden.’
Trichopteryx is dan weer een boombewonende, ‘vliegende’ buidelrat. Het dier doet denken aan een grote
vliegende eekhoorn.
‘We hebben nagedacht over aanpassingen die voordelig kunnen zijn in het bosecosysteem. Daarom hebben we
onder andere de buidel omgedraaid, zodat de jongen er niet uitvallen als het dier omgekeerd aan een tak hangt, de
vingers langer gemaakt – handig om insecten van onder de schors te peuteren – en huidplooien tussen de poten
gehangen waarmee het dier van boom tot boom kan zweven. Sommige van die adaptaties zien we al bij bepaalde
lemuren en vliegende eekhoorns. Maar we hebben onze aanpassingen dan ook bewust realistisch gehouden.’
Nogal wat dieren worden een stuk groter. Dat zien we bijvoorbeeld bij Corticochaeris, een uit de kluiten
gewassen knaagdier. Hoe komt dat?
‘Meestal wordt een soort groter als ze in goede conditie is. Het zou niet onlogisch zijn dat Corticochaeris, die van
boomknoppen, wortels en schors leeft, in het toekomstige bos groter en steviger wordt. Kijk naar de mens. Ook wij
zijn in de loop van de evolutie groter geworden, zoals andere soorten die genoeg voedsel hebben en geen al te
sterke competitie ondervinden.’
Met ons loopt het volgens u niet zo goed af ...
‘Het oudste fossiel van Homo sapiens is zo’n 200 000 jaar oud. In geologische en paleontologische termen is dat
‘gisteren’, en niets vergeleken met de leeftijd van onze planeet, die vermoedelijk 4,5 miljard jaar oud is. Bedenk
eens hoe snel wij in staat zijn om ecosystemen en onszelf te vernietigen. Denk aan de demografische problemen
en grondstoffenschaarste waarmee we nu al geconfronteerd worden. Evolutie is een continu proces van
soortvorming en uitsterven. Uiteindelijk sterft elke soort uit, en ik denk dat de onze snel zal verdwijnen.’
Anderzijds zijn wij er net goed in om ons aan veranderende omstandigheden aan te passen.
‘Dat klopt. Er zijn natuurlijk ook positieve zaken, zoals de steeds betere geneeskunde die ons langer gezond
houdt. Maar ik denk dat onze redding eerder van ruimtereizen zou kunnen komen, van de technologie en de
mogelijkheid om naar een andere planeet te reizen. Maar wat we met deze oefening vooral duidelijk wilden
maken, is dat evolutie niet ophoudt bij de mens, en altijd zal blijven voortduren, ook zonder ons.’
La Terre avant les dinosaures
Een boek van Sébastien Steyer
Geïllustreerd door Alain Béléteau
‘UN OUVRAGE ÉVÉNEMENT’
dat verschijnt in maart 2009
Chez Belin – pour la science
208 kleurenpagina’s, € 25 *
* Voorlopig enkel in het Frans te verkrijgen.
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
C. MOET CREATIONISME AAN BOD KOMEN IN EEN MUSEUM VOOR
NATUURWETENSCHAPPEN?
In de loop van de geschiedenis heeft de mens zich altijd vragen gesteld rond de oorsprong en de
dynamiek van het leven op aarde en de plaats die hij daarbij inneemt. De controverse rond het antwoord op
deze vragen is zo oud als de vragen zelf: reeds in de oudheid, nog voor het Christendom en de Islam
ontstonden, stelden Socrates en Plato dat het leven op aarde slechts kan worden verklaard door de tussenkomst
van een intelligente ontwerper (een creatieve God), terwijl voor Democritus en Lucretius het leven een louter
natuurlijke verklaring heeft.
Deze controverse werd later verder op de spits gedreven met de ontwikkeling van de evolutietheorie en in het
bijzonder met het werk van Charles Darwin. Inderdaad, net zoals andere wetenschappelijke theorieën onze
voorstellingen van de wereld fundamenteel hebben veranderd, veroorzaakte Darwins boek ‘On the Origin of
Species’ (1859) een ware schokgolf en een storm van protest die zich tot ver buiten de wetenschappelijke wereld
liet voelen. Immers, doordat Darwin een natuurlijke, m.a.w. materiële, verklaring gaf voor de diversiteit van
het leven op basis van de evolutie van soorten door natuurlijke selectie, ging hij lijnrecht in tegen de
toenmalige, religieus geïnspireerde, creationistische ideeën en het bijbelse scheppingsverhaal.
Ondanks de overweldigende bewijsmassa die Darwins ideeën ondersteunt, zijn deze creationistische
protesten ook nu nog steeds heftig. Dit blijkt uit de vele rechtzaken in de VS rond de vraag of het
creationisme, al dan niet gemaskeerd als de ‘Intelligent Ontwerp’ idee, in het lesprogramma van het openbaar
secundair onderwijs moet worden opgenomen als ‘wetenschappelijk alternatief’ voor de evolutietheorie. Hoewel
het creationisme in Europa, en in het bijzonder in België, niet dezelfde maatschappelijke impact heeft als in de
VS, proberen conservatief christelijke en islamitische milieus ook hier het creationisme als een
wetenschappelijke theorie voor te stellen.
Om het wetenschappelijk karakter van het creationisme te staven, worden ‘bewijzen’ aangevoerd die, voor
zover ze niet gebaseerd zijn op een letterlijke lezing van de Bijbel of de Koran, op het eerste gezicht dikwijls zeer
overtuigend kunnen lijken, maar die bij nader toezien berusten op achterhaalde feiten, misvattingen en foute
interpretaties. Bovendien impliceert het creationisme dat, als we de oorsprong en/of werking van bepaalde
biologische structuren en mechanismen nu (nog) niet begrijpen, deze structuren en mechanismen per definitie
onbegrijpbaar zijn en dus moeten worden toegeschreven aan de tussenkomst van een bovennatuurlijke,
goddelijke, entiteit. God vult hier dus de gaten in onze kennis op. Een dergelijke houding zet echter een rem
op verder onderzoek en staat dan ook in schril contrast met de wetenschappelijke benadering van
leemten in onze kennis: voor de wetenschap vormen dergelijke problemen juist een uitdaging die aanzet
tot nieuw onderzoek dat moet leiden tot een coherente en verifieerbare verklaring en het toetsen daarvan.
In tegenstelling tot het creationisme is de evolutietheorie wél volledig in het moderne wetenschappelijke
denkkader verankerd. Dit betekent dat haar predicties, werkhypothesen en implicaties voortdurend worden
geverifieerd, getest en eventueel verworpen, op basis van statistisch verzamelde gegevens, wiskundige
modellen en proefondervindelijk onderzoek. In die zin doorstond de evolutietheorie met groot succes het
overweldigende aantal onafhankelijke tests en verificaties, waaraan ze in de loop van de voorbije 150 jaar
door duizenden onderzoekers werd onderworpen, terwijl niemand haar tot nu toe op wetenschappelijke gronden
heeft kunnen verwerpen. Daardoor is de evolutietheorie nu minstens even sterk onderbouwd en
wetenschappelijk aanvaard als de relativiteitstheorie en de gravitatietheorie.
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
Kortom, noch de aard van bewijsvoering, noch de bovennatuurlijke tussenkomsten waarop het creationisme is
gebaseerd, zijn in overeensteming met de methoden, inzichten en verworvenheden van de moderne
wetenschap. Anderzijds hoeven religie en wetenschap niet met elkaar in conflict te treden: het gaat
immers om verschillende inzichtsdomeinen, zoals door de katholieke kerk werd erkend, toen Paus JohannesPaulus II in zijn rede tot de Pauselijke Academie der Wetenschappen (22 oktober 1996) verklaarde dat de
evolutietheorie niet in tegenspraak is met de katholieke geloofsdoctrine. In dezelfde zin heeft de Anglicaanse
Kerk onlangs haar excuses aangeboden aan Darwin, omdat ze hem al die tijd verkeerd heeft begrepen.
Tegen de achtergrond van dit fundamentele verschil in methodiek en aard, en in het licht van de toenemende
maatschappelijke druk van het creationisme in Europa, stemde de Raad van Europa op 4 oktober 2007 een
resolutie, die het onderwijzen van creationisme als wetenschappelijke theorie uitdrukkelijk verwerpt. In
overeenstemming hiermee, is het dan ook een zeer bewuste keuze geweest om in de nieuwe Galerij van de
Evolutie het creationisme niet te behandelen. Zoals reeds eerder benadrukt, gaat het hier immers om een
religieuze geloofsdoctrine, die geen solide wetenschappelijke basis heeft en die bijgevolg ook geen
wetenschappelijk alternatief biedt voor de evolutietheorie. Dus net zoals het creationisme niet thuishoort in
het wetenschapsonderwijs, hoort het ook niet thuis in een educatief natuurwetenschappelijk museum.
De Galerij van de Evolutie laat het brede publiek kennismaken met de wetenschappelijke bewijzen die een
natuurlijke, materiële verklaring bieden voor de oorsprong en de dynamiek van de biodiversiteit op aarde,
inclusief de mens. Ze toont hiermee de gegevens, de werkwijzen en de resultaten die de wetenschap toelaten de
geschiedenis van het leven te reconstrueren. Zoals in ieder wetenschappelijk project is er daarbij geen plaats
voor zaken waarvoor geen bewijs bestaat of die niet kunnen worden getoetst.
De nieuwe galerij is dan ook het cement dat alle andere tentoonstellingsruimten over het leven op aarde tot een
logisch en wetenschappelijk onweerlegbaar geheel samenvoegt. Evolutie is immers de rode draad die alle leven
op aarde verbindt en het is die boodschap die het Museum aan de bezoekers wil meegeven met de beroemde
woorden van de evolutiebioloog Theodosius Dobzhansky (1973):
‘Niets in de biologie heeft betekenis, behalve in het licht van evolutie’
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
D. ACHTER DE SCHERMEN: beroepen in het Museum
1. Wetenschap als kunst: 5 sculpturen uit het cambrium
Wiwaxia, Hallucigenia, Marella, Aysheaia en Gerospina. 5 prachtige, tot de verbeelding sprekende diertjes
wachten je op in de Galerij van de Evolutie op in het cambrium, het eerste sleutelmoment in het verhaal van het
leven. Ze lijken zo uit de cambrische zeeën te zijn gekomen, waar in die periode een grote vormenrijkdom
leefde.
Het is Claire Goovaerts, de maquettiste van het Museum die de 5 beeldjes boetseerde . ‘Het is een kleine
selectie uit de vele diersoorten van de beroemde Canadese Burgess Shale, waar een groot aantal uitzonderlijk
bewaarde fossielen werd gevonden.’
Foto’s van de goed bewaarde fossielen en enkele artistieke weergaves dienden als basis voor de 3D-modellen.
‘Om de details van de dieren mooi te kunnen weergeven, hebben we ze allemaal ongeveer 4x uitvergroot’,
vertelt Claire. ‘De kleuren van de diertjes zijn natuurlijk niet gekend, zodat we kozen voor wit en transparant. Wit
voor de harde delen, transparant voor de weke delen van het lichaam.’
Voor de realisatie van de kunstwerkjes ging Claire aan het werk met een uitgebreid gamma aan materialen. Ze
boetseerde steeds de stevige basis in klei en bakte die in de keramiekoven. Voor de transparante delen nam ze
een mal van de kleibeeldjes , zodat ze met doorschijnende polyester een afgietsel kon maken. Voor de fijne
klauwtjes, pootjes, kieuwen… kwamen er onder andere nylondraad, plasticfolie, ijzerdraad, plexistaafjes en PVCplaatjes aan te pas.
‘Aan elk diertje heb ik, als je er al het opzoekwerk en de zoektocht naar materialen bij rekent, toch gemiddeld
een maand gewerkt! Vooral Marella, met zijn 24 paar pootjes en ontelbare kieuwplaatjes, was een hele klus.
Soms droomde ik ervan heel dunne vingertjes te hebben; dat zou zo’n detailwerk heel wat gemakkelijker maken,’
lacht Claire.
‘Toch blijft het, in het atelier, spannend tot het einde. Je bent pas 100% zeker dat het goed is als je ze in de zaal
gepresenteerd ziet.’ En dat is het zeker: dankzij Claire’s verbazingwekkende oog voor detail lijken de diertjes na
honderden miljoenen jaren eindelijk terug tot leven gekomen. Mis ze niet!
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
2. Een nieuwe galerij, het resultaat van wetenschappelijk onderzoekswerk
In de nieuwe Galerij van de Evolutie worden meer dan 600 fossielen en 400 actuele specimens getoond.
Stukken voor een tentoonstelling selecteren is geen eenvoudige opdracht. De keuze moet zowel gebaseerd zijn
op een wetenschappelijke als een museologische benadering. De voorbereidende werken namen meerdere
jaren in beslag.
De selectiecriteria
De Galerij vertelt de geschiedenis van het leven en toont specimens die getuigen van de evolutie doorheen 6
grote periodes die in het parcours aan bod komen. Selectiecriteria zijn het esthetische aspect van het stuk, maar
ook en vooral de educatieve en illustrerende waarde.
De keuze van de fossielen was uiteraard afhankelijk van wat wetenschappers hebben ontdekt: aangezien de
fossilisering van weke lichamen zeldzaam is, dateren de eerste fossielen die wij tentoonstellen uit het cambrium
(-540 miljoen jaar), de periode waarin levende wezens harde onderdelen begonnen te ontwikkelen. Eén enkel
stuk van vóór dit tijdperk getuigt van de aanwezigheid van leven op aarde 2 miljard jaar geleden. Het is
tentoongesteld bij de ingang van de zaal.
Omvangrijk wetenschappelijk werk
De bewaarplaatsen van het Instituut tellen meer dan 37 miljoen specimens die sinds de oprichting tot vandaag
werden verzameld. De collecties worden geregeld met andere stukken aangevuld naarmate onze
wetenschappelijke teams nieuwe ontdekkingen doen. Bij opname in de collectie krijgt elk specimen een
identificatie en zo wordt het ook bewaard.
Bij het begin van het project werd een eerste selectie gemaakt. Maar de wetenschap evolueert en de
classificatienomenclatuur verandert snel. Ook de dateringstechnieken zijn veranderd. Vandaar dat de specimens
in de preselectie opnieuw geïdentificeerd moesten worden.
Dit werk, uitgevoerd door de verantwoordelijke van de collecties en een speciaal voor deze opdracht
aangeworven wetenschapper, zorgde voor nogal wat verrassingen. Dat was het geval voor een schitterende
ammoniet met parelmoer, die beetsporen van een mosasaurus vertoont. Het was de bedoeling de ammoniet
tentoon te stellen in de jura (-203 miljoen jaar). Maar door het werk van heridentificatie verplaatsten we dit stuk
uiteindelijk naar het krijt (-135 miljoen jaar), een periode waar we niet op focussen in de Galerij. De ammoniet
moest dus vervangen worden door een ander specimen, weliswaar minder fraai, maar wetenschappelijk correct.
Samenwerking met andere instituten
De collecties van het Instituut mogen dan al bijzonder rijk zijn, niet alle gewenste specimens konden er in worden
teruggevonden. Vandaar dat het team een beroep deed op andere instellingen (de Musea van Lyon, Basel,
Wenen, Parijs en Toulouse) om de ontbrekende schakels op te sporen, die een goed begrip van de
geschiedenis van het leven mogelijk maken. Via aankopen, giften en bruikleen van originele specimens en
afgietsels kon de selectie in de loop van het project vervolledigd worden. Daarbij moest voortdurend rekening
gehouden worden met de museologische vereisten, zoals de plaatsing van de vitrines of de omvang van de
gekozen stukken.
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
E. MEER WETEN OVER EVOLUTIE
1. Evolutie on line
1.1. Dossier evolutie op www.natuurwetenschappen.be
Start je reis door de geschiedenis van het leven al via het internet! Een speciaal dossier over evolutie op onze
website www.natuurwetenschappen.be zet je op het juiste pad. Naast didactische informatie voor leerkrachten
(didactisch dossier, zomercursus…) biedt dit dossier vooral een betrouwbaar uitgangspunt voor alle
geïnteresseerde tijdsreizigers.
Ga naar http://www.natuurwetenschappen.be/educa/evolution of klik op het beeldje ‘Dossier Evolutie’ op onze
homepage!
1.2. Een gloednieuwe website: www.evolutietheorie.be van UGent
Donderdag 12 februari 2009 is het tweehonderd jaar geleden dat Charles Darwin werd geboren. Eveneens in
2009 is het honderd vijftig jaar geleden dat Darwins belangrijkste boek, ‘Over de oorsprong der soorten’ (‘On the
origin of species’), werd gepubliceerd.
Darwins inzichten veranderden op een fundamentele manier onze visie op de geschiedenis van het leven en
legden het fundament voor een wetenschappelijke verklaring van de eigenschappen van organismen en van het
ontstaan, de verspreiding en het uitsterven van soorten. Ook de herkomst en de ontwikkeling van de
eigenschappen van de menselijke soort kan men dankzij Darwins werk begrijpen.
Honderd vijftig jaar na de publicatie van ‘Over de oorsprong der soorten’ is de evolutietheorie een van de
krachtigste wetenschappelijke theorieën die er zijn. In de loop van de twintigste eeuw werd ze gesynthetiseerd
met de genetica en de moleculaire biologie, en blijkt ze steeds meer een inspiratiebron te zijn voor diverse
disciplines buiten de biologie.
Ondanks het enorme wetenschappelijke succes van de moderne evolutietheorie, bestaat nog veel discussie over
diverse aspecten ervan, en over haar reële of vermeende ideologische, religieuze, morele en politieke
consequenties. Ook blijken er meerdere misverstanden en vooroordelen te bestaan omtrent Darwin en de
evolutietheorie.
Om alle geïnteresseerden hieromtrent beter te informeren, lanceert de Universiteit Gent op 12 februari de
website www.evolutietheorie.be.
Aan deze site werken diverse experts mee, van de Universiteit Gent en andere wetenschappelijke instellingen,
die ondermeer via teksten en video’s meer informatie verstrekken over uiteenlopende wetenschappelijke,
historische, filosofische en andere vragen die zich stellen omtrent Darwin, de evolutietheorie en de disciplines
die zich hierop baseren.
Voor meer info: mail [email protected] of tel. prof. Johan Braeckman (0494 767 492)
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
2. Publicaties
1. Gids over het Museum voor Natuurwetenschappen – 2009.
Bij de opening van de Galerij van de Evolutie komt een kleurrijke en informatieve gids over het Museum voor
Natuurwetenschappen uit. Deze gids leidt je door de museumzalen langs heel wat bezienswaardige stukken
uit de op twee na grootste natuurwetenschappelijke verzameling van Europa. Een onmisbare catalogus om je
bezoek aan de vaste tentoonstellingszalen te (her)beleven!
Gids Museum voor Natuurwetenschappen 2009
Een uitgave van het Museum voor Natuurwetenschappen en Luc Pire.
96p., 17x24 cm, kleur, € 12,50 in de museumshop (buiten het Museum € 13).
2. Publicatie van Probio (voorlopig enkel in het Frans, maar komt ook in het Nederlands uit)
‘Comprendre l’évolution 150 ans après Darwin’
G. Cobut (dir.)
Uitgave: Deboeck, februari 2009
320 p. – € 23,50
Website van Probio = l’Association des professeurs de Biologie, asbl : www.probio.be
3. Brochure Regie der Gebouwen over renovatie Galerij van de Evolutie
Het persbericht van de Regie der Gebouwen vind je in dit persdossier.
De volledige brochure is te verkrijgen, op aanvraag:
Regie der Gebouwen - Persdienst
Gulden Vlieslaan 87 bus 2 - 1060 Brussel
Tel.: +32(0)2 541 70 66 - Fax: +32(0)2 541 70 70
pers@regiedergebouwen
www.regiedergebouwen.be
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
F. ACTIVITEITEN
1. Nocturne voor Science Lovers op 14 februari 2009 van 19 tot 21.30 uur (laatste toegang om 20u30)
Niets gepland voor Valentijn? Het Museum nodigt alle (science) lovers uit om tijdens een unieke nocturne onze
gloednieuwe Galerij van de Evolutie en de Galerij van de Dinosauriërs te ontdekken. Speciaal tarief: 2
volwassenen voor de prijs van één (€ 7)! En er wachten je muzikale en andere verrassingen...
2. Vakantieateliers georganiseerd door onze educatieve dienst voor individuele bezoekers
Paasvakantie - Evolutie, het verhaal van het leven
Het zijn veelgestelde vragen: waar komen wij vandaan en uit welke voorlopers zijn de huidige dieren ontstaan?
In dit atelier zoeken we de antwoorden op deze en nog vele andere vragen over evolutie in onze gloednieuwe
Galerij van de Evolutie. Met leuke, praktische activiteiten zal je snel merken dat evolutie hand in hand gaat met
aanpassingen aan veranderende omstandigheden, maar evenzeer met plotse mutaties en andere
evolutiemechanismen.
• Dinsdag 7 april 2009
• Van 10 tot 16 uur
• Leeftijd: 12-14 jaar
• Prijs: € 17
Om in te schrijven voor de vakantieateliers, bel je naar de dienst reserveringen op 02-627 42 52 (werkdagen van
9 tot 12 uur en van 13 tot 16.30 uur). Na de inschrijving gebeurt de betaling op postrekening 679-0091681-16.
Pas dan is de reservering volledig in orde.
3. Broodje Brussel
Zin in een lunchafspraak in de Galerij van de Evolutie? (16+)
Broodje Brussel op donderdag 26/2 om 12u30 - € 3
Reserveren bij Onthaal en Promotie Brussel: 0800 13 700
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
G. FILMPJESWEDSTRIJD OP DE WEBSITE
MakingMovies goes Darwin
Maak je eigen filmpje rond evolutie en win superprijzen!
Was jouw vroegste voorouder een strijdlustig hoopje cellen of een pienter blaadje sla? Kregen vissen pootjes of
landdieren vinnen? Leek de eerste mens op je leerkracht Geschiedenis? En hoe zullen planten en dieren er in
de toekomst uitzien?
De evolutie geeft je miljoenen jaren aan inspiratie, aan jou om er een leuk filmpje van te maken! Wij belonen de
beste inzendingen met een fantastische prijs.
Het Museum voor Natuurwetenschappen en Jekino slaan de handen in elkaar voor deze on line
filmpjeswedstrijd. Maak je eigen filmpje rond evolutie, stuur het in en win mooie prijzen!
De wedstrijd loopt van 30 maart tot 30 augustus 2009. De prijsuitreiking vindt plaats op 26 september 2009 in
het Museum voor Natuurwetenschappen. Kijk nu al op www.natuurwetenschappen.be voor de oproep van peter
Lieven Scheire!
Hoe neem je deel aan de wedstrijd?
Maak een filmpje van maximum 5 minuten over (een onderdeel van) de evolutie, en stuur het in voor 30
augustus 2009. Documentaire, life-action, animatie…: alles is mogelijk!
Je kan alleen, met je familie, vrienden of klasgroep deelnemen in één van de vier leeftijdscategorieën: -12, 1216, 16-21 of 21+. Je filmpje zal door een professionele jury worden beoordeeld op originaliteit en creativiteit,
maar zorg ook dat je inhoud strookt met de evolutieleer. Voor elke categorie worden drie filmpjes bekroond met
een fantastische prijs!
Naast deze juryprijzen maak je ook nog eens kans op de publieksprijs; de winnaar wordt door stemming via de
website verkozen.
Meer informatie en het wedstrijdreglement vanaf 30 maart op www.makingmoviesgoesdarwin.be.
Workshop voor movie makers!
Ben je tussen 8 en 12 jaar en wil je leren hoe je zelf een filmpje maakt? Schrijf je dan in voor de workshop
‘Studio Jekino Animatie’ op woensdag 15 april 2009! Onder professionele begeleiding van Jekino en het
Museum ga je te werk zoals in een echte filmcrew. Cameraman, regisseur, geluidsman: maak kennis met de
verschillende fasen en taken in het filmproces!
Voor meer informatie: www.natuurwetenschappen.be
Deze wedstrijd wordt georganiseerd in samenwerking met Jekino (www.jekino.be).
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
H. NIEUW IN HET MUSEUM IN 2009 - 2010
De derde editie van de Paleotrip
Twee weken aan de slag op een opgravingsterrein, samen met de wetenschappers van het Museum
Nu de Galerij van de Dinosauriërs en de Galerij van de Evolutie hun deuren hebben geopend, hebben we
opnieuw meer tijd voor veldwerk!
Van 3 tot 17 augustus gaan we dan ook op dinojacht, en nog wel verrassend dicht bij huis, in de buurt van
Marseille. En nog dit jaar krijgen 15 paleotrippers misschien de kans om hun passie in de praktijk te brengen en
als vrijwilliger deel te nemen aan deze opgravingscampagne.
De kandidaten worden geselecteerd op basis van een inschrijvingsformulier en een sollicitatiegesprek.
Persoonlijkheid en gedrevenheid zijn daarbij veel belangrijker dan kennis van paleontologie.
Zin in een originele vakantie? Dan moet je zeker meedoen! Kijk op
http://www.natuurwetenschappen.be/active/museumnews voor meer informatie.
Walvissen en Dolfijnen
Een nieuwe tijdelijke tentoonstelling van 14 oktober 2009 tot 29 augustus 2010
Deze tentoonstelling neemt je mee diep onder water, om je in te wijden in de diversiteit van de walvisachtigen,
hun oorsprong en evolutie, hun levenswijze en de soms dubbelzinnige relatie die de mens heeft met deze
dieren.
Licht- en geluidseffecten, audiovisuele projecties, sculpturen in reële grootte en unieke collectiestukken
dompelen je onder in de fantastische wereld van de zoogdieren die zich het best aangepast hebben aan het
leven onder water en die het symbool zijn geworden van bedreigde diersoorten.
Combineer deze tentoonstelling met een bezoek aan onze fascinerende Walvissenzaal met haar ongelooflijke
skeletten. Ze is voortaan gemakkelijk bereikbaar via de Galerij van de Evolutie.
Biodiversiteit in de stad
Een nieuwe vaste zaal vanaf september 2010
Na de Galerij van de Dinosauriërs en de Galerij van de Evolutie, die de vleugel van het leven vormen, zet het
Museum zijn architecturale en museologische vernieuwing voort. Zo openen we in september 2010 de eerste
zaal van de vleugel "Biodiversiteit".
Deze ruimte van 650 m² ligt in het ‘kloostergedeelte’ van het Museum en belicht de biodiversiteit van de
stedelijke gebieden in België.
De nieuwe zaal komt er in het kader van het Internationaal jaar van de Biodiversiteit 2010, een jaar waarin het
Museum tal van activiteiten organiseert:
Rondreizende tentoonstelling van het Belgisch Centrum voor Natuureducatie voor scholen (6-12 jaar), rond het
thema ‘biodiversiteit in de stad’, in de lente van 2010
Publicaties
Sensibiliseringscampagne
Grote evenementen om het publiek warm te maken voor biodiversiteit
Wetenschappelijke bijeenkomsten
Onderzoeks- en ontwikkelingssamenwerkingsprojecten.
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
I. PARTNERS
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
De Nationale Bank steunt het Museum voor Natuurwetenschappen
160 jaar nadat het werd geopend, begon het Museum voor Natuurwetenschappen met de
renovatie van zijn 4 580 m2 tentoonstellingsruimte in de Janletvleugel. De grootste zaal,de Galerij
van de Dinosauriërs, kwam het eerst aan de beurt. Nu opent het Museum met de Galerij van de
Evolutie, de tweede fase in de werkzaamheden.
De Nationale Bank ondersteunt die grondige renovatie, die een zo ruim mogelijk publiek kennis wil
laten maken met de wetenschap, van paleontologie tot biologie. Het belang en de pedagogische
doelstelling van het project alsook de historische en culturele betekenis van wat wordt
tentoongesteld, sluiten goed aan bij de doelstellingen van het mecenaat van de Nationale Bank. Ze
wil zo ten volle haar verantwoordelijkheid opnemen als maatschappijbetrokken onderneming, ten
dienste van de hele bevolking.
Ook de Nationale Bank beheert een museum,. Het is gewijd aan de geschiedenis van het geld en
aan de grote concepten van de economie. Voor scholen is de toegang gratis.
De Nationale Bank is de centrale bank van ons land; haar belangrijkste opdracht is zorg te dragen
voor het geld. Daartoe ziet ze onder meer toe op de kwaliteit van de betaalmiddelen en de
betalingssystemen. Daarbij gaat het zowel om de bankbiljetten als om het elektronisch
betalingsverkeer.
Maar een centrale bank moet er vooral voor zorgen dat geld zijn waarde behoudt, dat het voor alle
gebruikers - en met name voor de meest kwetsbare groepen van de bevolking - zijn koopkracht
behoudt. Geld verliest bijvoorbeeld zijn waarde als men door de stijgende prijzen (inflatie) voor
hetzelfde bedrag niet meer eenzelfde hoeveelheid goederen of diensten kan aankopen.
De Belgische wetgever heeft de Nationale Bank ook andere taken opgedragen, zoals statistische
gegevens verzamelen, studiewerk verrichten, jaarrekeningen van de ondernemingen en kredieten
aan ondernemingen en particulieren centraliseren. Ten slotte is de Nationale Bank eveneens belast
met taken in het vlak van de financiële stabiliteit. En ze verleent talrijke andere diensten aan de
Staat, de financiële sector en de hele bevolking.
Persdossier
Galerij van de Evolutie
12/02/2009
www.natuurwetenschappen.be
Download