1 - Faculteit Farmaceutische Wetenschappen

advertisement
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
1. Formulering en bereiding van geneesmiddelenvormen
Doelstellingen
Deze cursus heeft tot doel de student de basiskennis over de farmaceutische toedieningsvormen bij te
brengen, zodat een geneesmiddel op verantwoorde wijze kan bereid, geëvalueerd en afgeleverd worden.
Met deze basiskennis moet de student ook in staat zijn kwalitatieve samenstellingen van farmaceutische
specialiteiten te interpreteren.
Begintermen
Basiskennis van (1) fysicochemische eigenschappen van geneesmiddelen en farmaceutische grondstoffen
en (2) farmaceutische scheikunde.
Inhoud
Het eerste deel, dat als inleiding dient, definieert de verschillende subdomeinen van de “galenische farmacie”
als farmaceutische discipline, en omschrijft de positie van het magistraal voorschrift, de gestandaardiseerde
formuleringen
en
de
farmaceutische
specialiteiten.
De
impact
van
de
samenstelling,
bewaringsomstandigheden en verpakking op de houdbaarheid en stabiliteit van geneesmiddelen wordt
verduidelijkt.
In het tweede deel van de cursus wordt aandacht besteed aan kwaliteitszorg en de richtlijnen voor “ goede
bereidingspraktijk” en protocollering.
In het derde deel worden de voornaamste basisbewerkingen die bij de formulering en bereiding van
geneesmiddelen aan bod komen besproken, zoals afwegen, mengen, deeltjesverkleining.
Na deze algemene hoofdstukken zijn de volgende delen volledig gewijd aan een bespreking van de
geneesmiddelenvormen zoals de diverse oplossingen voor uitwendig en oraal gebruik , emulsies,
suspensies, poeders en capsulen, rectale en vaginale preparaten, halfvaste farmaceutische preparaten,
basisbegrippen over steriliteit en kiemfiltratie. De verschillende doseervormen worden gedefinieerd,
gesitueerd en besproken met betrekking tot hun bereidingswijze, eigenschappen, kwaliteitseisen,
controlemethodes en vrijstellingspatroon van het actief bestanddeel uit de doseervorm. Van elke vorm
worden een aantal representatieve voorbeelden besproken. Voor die vormen, die bijna uitsluitend industrieel
worden bereid zoals tabletten , pulmonaire doseervormen en de orale, transdermale en parenterale vormen
met gecontroleerde of vertraagde vrijstelling van het farmacon, gaat de aandacht uitsluitend naar de
formulering en het vrijstellingspatroon.
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege
Examenvorm
Schriftelijk examen waarbij de kennis en het inzicht in de materie worden geëvalueerd
Studiemateriaal
Physicochemical principles of Pharmacy (Florence and Attwood)
Receptuurkunde (Bolhuis, Cox en Zuidema)
Physical Pharmacy (Martin)
Galenisch Formularium (R. Kinget)
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
2. Farmaceutische Scheikunde I & II
Doelstellingen



de student een degelijk inzicht bijbrengen van de scheikundige eigenschappen en de analyse van
anorganische en organische geneesmiddelen van verschillende farmaceutische klassen
de studenten het verband leren inzien tussen enerzijds de chemische structuur en chemische
eigenschappen en anderzijds de speciale voorzorgen bij bewaring en gebruik van farmaceutische
grondstoffen
de studenten vertrouwd maken met de Europese Farmacopee.
Begintermen
De student wordt verwacht basiskennis te bezitten van algemene, anorganische en organische scheikunde
en van analytische scheikunde.
Inhoud
Bespreking van de belangrijkste geneesmiddelen uit volgende klassen:
DEEL I
Geneesmiddelen bij maag- en darmziekten: antiacida, laxativa, antidiarreïca, geneesmiddelen bij
hemorroïden
Belangrijke mineralen (ijzer, fluoride, calcium- en magnesiumzouten)
Anorganische grondstoffen gebruikt in oftalmologische preparaten (zilvernitraat, boorzuur en boraat,
zinkoxide, natriumjodide)
Excipientia en hulpmiddelen (Mg-stearaat, calcium- en magnesiumcarbonaat, natriumthiosulfaat, ….)
Anorganische grondstoffen voor dermatologisch gebruik (kaolien, talk, titaanoxide, ….)
Anorganische grondstoffen met belangrijke farmacologische werking: lithiumzouten (anxiolytica),
platinumverbindingen (antitumorale geneesmiddelen), natriumnitroprussiaat
Metaalcomplexerende stoffen (EDTA, ….)
Antiseptica
Diuretica
Analgetica, narcotische analgetica, anesthetica
Hoestbedarende geneesmiddelen
Analeptica
Antihistaminica, anti-emetica
DEEL II
Psychofarmaca (neuroleptica, ataractica, sedativa, hypnotica, antidepressiva)
Anti-epileptica
Spierrelaxantia
Antiparasitaire en antiprotozoaire geneesmiddelen
Inwendige antiseptica, antibacteriële chemotherapeutica, antimycotica
FR/24.10.2001
Antibiotica
Bijlage 2b - syllabi
Antitumorale en immunosuppressieve geneesmiddelen
Parasympathicomimetica, parasympathicolytica, sympathicomimetica, sympathicolytica
Cardiovasculaire geneesmiddelen
Schildklierhormonen
Antidiabetische geneesmiddelen
Steroïdhormonen
De analytische bespreking blijft in grote mate beperkt tot het kwalitatieve deel. Voor bepaalde groepen
geneesmiddelen wordt een monografie uit de Europese Farmacopee besproken.
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges met transparanten en studie van farmacopeeteksten. De praktische oefeningen dienen ter
illustratie van het analytisch-scheikundig aspect.
Examenvorm
Schriftelijk.
Studiemateriaal
Cursusnota’s met onder meer kopieën van transparanten.
Europese Farmacopee.
Wilson and Gisvold's textbook of organic medicinal and pharmaceutical chemistry, J. N. Delgado and W. A.
Remers (Eds), Lippincott.
Principles of medicinal chemistry, W.O. Foye, T.L. Lemke, D.A. Williams(Eds) Lippincott.
Arzneistoffanalyse, K. Eger, R. Troschütz, H.J. Roth, Deutscher Apotheker Verlag.
Deutschen Arzneibuch - kommentar, K. Hartke, H. Hartke, E. Mutschler, Govi-Verlag.
Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium, Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie.
Deze werken zijn in de faculteitsbibliotheek voorhanden.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
3. Fysiopathologie I
Doelstellingen
Deze cursus tracht een inzicht te bieden in de basismechanismen betrokken bij het ontstaan en de evolutie
van ziekten en een overzicht te geven van de fysiopathologie van een aantal belangrijke ziektebeelden. De
student wordt gestimuleerd om de opgebouwde basiskennis betreffende functionele morfologie, fysiologie,
biochemie en andere disciplines te integreren in de benadering van pathologie. Tezelfdertijd wordt een basis
aangeboden ter onderbouwing van de farmacologie. De nadruk ligt op wetenschappelijk inzicht, integratie
van basiskennis over de disciplines heen en de vertaling van deze kennis naar de klinische praktijk.
Begintermen
Basiskennis van morfologie, fysiologie en biochemie zoals aangebracht in de kandidaturen.
Inhoud
In zijn totaliteit omvat het vak Begrippen van Fysiopathologie en Ziektenleer drie delen : algemene
fysiopathologie, stoornissen van homeostasemechanismen en orgaan- en systeemfysiopathologie.
In deel I wordt ingegaan op de algemene fysiopathologie en op stoornissen in homeostasemechanismen .
Een goed inzicht in deze processen is vereist voor het begrijpen van orgaan en systeemfysiopathologie. In
het gedeelte algemene fysiopathologie worden de basisprocessen van de pathologie beschreven. Na een
inleiding over belangrijke concepten als ziekte en veroudering overlopen we de rol van genetische factoren
bij het ontstaan en het verloop van pathologie. Daarna wordt ingegaan op de belangrijkste niet-specifieke en
specifieke verdedigingssystemen tegen locale of veralgemeende beschadiging. Achtereenvolgens worden
besproken: de ontstekingsreactie, de stress reactie, de immunologische reactie. De nadruk ligt daarbij op
inzicht in de fysiologische en biochemische basisprocessen die aangrijpingspunten vormen voor de
farmacologie. Twee belangrijke uitlopers van deze verdedigingsreacties worden verder uitgediept: koorts (en
andere stoornissen in thermoregulatie) en pijn.
Het tweede gedeelte overloopt de grote homeostasemechanismen. Als typische en frequente afwijkingen
van volume- en osmolariteits-homeostase bespreken we oedeem en dehydratatie. Voor het zuur-base
evenwicht overlopen wij de enkelvoudige stoornissen: metabole/respiratoire acidose/alkalose. Voor kalium
wordt hypokalemie, kaliumdepletie en hyperkalemie besproken en voor calcium hypocalcemie en
hypercalcemie met een inleiding tot een aantal metabole beenderziekten (rachitis en osteomalacie, hypo- en
hyperparathyroidie, osteoporose en ziekte van Paget…). Voor al deze homeostase stoornissen worden de
pathogenese, de klinische gevolgen en de mogelijkheden tot (farmacologische) interventie uitgediept.
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges
Examenvorm
Mondeling met schriftelijke voorbereiding
Studiemateriaal
Syllabus: “Begrippen van fysiopathologie en ziekteleer voor apothekers” en verwijzingen naar literatuur.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
4. Klinische Chemie
Doelstellingen
De student vertrouwd maken met de principes van laboratorium-diagnostiek, en met enkele analytische
technieken die ook in de farmaceutisch-analytische disciplines van groot belang zijn. Kennismaking met en
voorbereiding op een eventuele verder gezette opleiding (specialisatie klinische biologie).
Begintermen
Vereiste voorkennis: basis analytische chemie, biochemie, fysiologie, fysiopathologie.
Inhoud
Hoorcolleges / begeleide zelfstudie
Algemene begrippen : staalname, biologische variëteit, referentiewaarden, klinisch performantie
Principes van kwaliteitsbewaking: interne kwaliteitscontrole, externe kwaliteitscontrole, accreditatie
Immunochemische technieken in het klinisch laboratorium: precipitatietechnieken,
agglutinatietechnieken, nefelometrie, turbidimetrie, RIA, ELISA, enz.
Eiwitten : belangrijkste eiwitten in plasma, bepaling van totaal eiwit in plasma, urine en
cerebrospinaal vocht, eiwit-electroforese
Klinisch-chemische analyse van de nierfunctie
Bloedgassen en zuur-base afwijkingen
Principes van klinische enzymologie
Klinisch-chemisch onderzoek van leveraandoeningen
Laboratorium-diagnostiek van aangeboren metabole afwijkingen
Oefeningen
Algemene principes van de berekening van de activiteit van een enzym, aan de hand van
voorbeelden, na opfrissing van de theoretische achtergrond.
Bespreking van een aantal “case studies”
Bezoek aan een klinisch laboratorium
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges
Begeleide zelfstudie
Oefeningen
Examenvorm
Er is één schriftelijk examen. Dit bestaat doorgaans uit vier vragen. Twee ervan zijn theoretische vragen (bv.
bespreking van een klinisch-chemische parameter of een analysetechniek), twee ervan zijn
toepassingsvragen (één case study en één uitwerking van een enzymbepaling).
Studiemateriaal
Voor de theoretische cursus wordt een syllabus ter beschikking gesteld. Deze bevat de essentiële elementen
van de leerstof, maar laat de titularis een zekere ruimte voor invulling van actuele gegevens. Eén hoofdstuk
(voorlopig niet meer) wordt aangeboden onder de vorm van begeleide zelfstudie.
Voor de oefeningen worden nota’s ter beschikking gesteld i.v.m. de te bespreken “case studies” en de
bepaling van enzym activiteiten.
De titularis maakt gebruik van transparanten voor de verduidelijking van de leerstof.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
5. Farmaceutische data-analyse
Doelstellingen
Experimentele gegevens op een inzichtvolle en wetenschappelijk verantwoorde wijze samenvatten.
Inzicht bekomen in het statistisch denken en dan voornamelijk inzicht hebben in veel gebruikte statistische
termen, zoals de P-waarde, het significantie niveau en het betrouwbaarheidsinterval.
Eénvoudige statistische testen begrijpen en hun relevantie inzien.
Begintermen
Wiskunde op het niveau van de humaniora representeert de voorkennis voor de cursus.
Inhoud
Inleiding tot de algemene statistische methoden
1. Inleidende begrippen
Populatie, steekproef, variabele, distributie
Gemiddelde, mediaan, standaardafwijking
Toevallige en systemische fout, precisie en accuraatheid, herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid
2. De normaalverdeling
Formule
Confidentie-interval
t-distributie
toets op normaliteit
andere verdelingen: binomiaal, Poisson
3. Hypothesetoetsing
Gebruik van het confidentie-interval bij toetsen
Nulhypothese, significantie, eenzijdige vs. tweezijdige test,  en  fout
t-test: vergelijken van 2 gemiddelden of van het gemiddelde met een gegeven waarde
F-test: vergelijken van 2 varianties of van een variantie met een gegeven waarde
Uitbijters (outliers)
Chi-kwadraat test, contingentietabellen
4. Variantie-analyse (ANOVA)
Vergelijking van meer dan 2 gemiddelden
Één-wegs ANOVA tabel
5. Regressie
Lineaire regressie
Kalibratie
confidentielimieten
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege.
Examenvorm
Schriftelijk
Studiemateriaal
B. Andersen. Methodological errors in medical research. Blackwell Scientific Publications. 1990
P. Armitage and G. Berry. Statistical methods in medical research. Second edition. Blackwell Scientific
Publications. 1987.
M. Bland. An introduction to medical statistics. Oxford Medical Publications. 1987
Freedman, R. Pisani, R. Purves en A. Adhikari. Statistics. Second Edition. Norton International Student
FR/24.10.2001
Edition. 1991
Bijlage 2b - syllabi
6. Fysiopathologie II
Doelstellingen



inzicht in de fysiopathologische fenomenen om zo de huidige en ook toekomstige medicamenteuze
behandelingen te begrijpen
kennis van klachten en de daarbij horende ziektebeelden om een verantwoord gezondheidsadvies te
kunnen geven.
directe voorbereiding voor het vak farmacologie
Begintermen
Vereiste voorkennis:
anatomie en vooral fysiologie
fysiopathologie deel I
Inhoud
In deel II van de cursus fysiopathologie wordt ingegaan op orgaan- en systeemfysiopathologie met de nadruk
op de grote decompensatiesyndromen en de klinische implicaties. Als inleiding wordt een toelichting
gegeven over het medisch diagnostisch proces en de principes van de besliskunde (probabilistic reasoning).
Er is geen systematische encyclopedische bespreking van de ziektebeelden van de verschillende organen.
Van hart, longen, maag-darmstelsel, nieren, bloedvormende organen, het endocrien systeem, het
voortplantingsstelsel , beender- en gewrichtsstelsel, worden een beperkt aantal ziektebeelden besproken.
Frequentie van voorkomen en medicamenteuze behandeling zijn de belangrijkste determinanten voor de
selectie van de te bespreken ziektebeelden. Atheromatose en hyperlipidemie komen aan bod in het cardiale
hoofdstuk. Het ontstaansmechanisme en de behandelingsprincipes van tumoren worden ook kort toegelicht
zonder bespreking van de cytostatica.
Onderwijsactiviteit
Hoorcolleges.
Examenvorm
Mondeling examen na schriftelijke voorbereiding. Er wordt getoetst op fysiopathologisch inzicht en het
vermogen de verworven kennis probleem-georiënteerd toe te passen, vooral voor wat de medicamenteuze
behandelingsprincipes betreft.
Studiemateriaal
Cursustekst wordt jaarlijks uitgegeven via de studenten cursusdienst.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
7. Farmacochemie
Doelstellingen
Deze cursus heeft tot doel de student op een logische wijze te leren nadenken over werking en
nevenwerking van geneesmiddelen en hun een denkpatroon te bezorgen waarin ook toekomstige
geneesmiddelen kunnen worden ingepast.
Begintermen
Een goede kennis van de organische scheikunde, de celbiologie en een inleiding op de farmacologie is
noodzakelijk
Inhoud
In deze cursus wordt de structurele informatie van een geneesmiddel geïnterpreteerd in functie van
farmacologische werking. De geneesmiddelen worden dan ook gerangschikt volgens hun mechanistische
eigenschappen. De geneesmiddelen worden ingedeeld in drie groepen, nl. degene die inwerken op
neurotransmitters, degene die inwerken op hormonen en neurohormonen en de geneesmiddelen die werken
zonder klassieke receptorsystemen. Er wordt vooral aandacht besteed aan het chemisch aspect, d.w.z. hoe
de interactie tussen geneesmiddel en doelwit kan leiden tot de gewenste biologische respons.
Geneesmiddelen die inwerken op het neurotransmittersysteem
-
acetylcholine en cholinerge receptoren
norepinefrine en adrenerge receptoren
dopamine en dopamine receptoren
serotonine en serotonine receptoren
histamine en histamine receptoren
aminozuren of neurotransmitters
Geneesmiddelen die inwerken op hormonen, neurohormonen en nucleïnezuren
-
enkefalines, endorfines en opiaatanalgetica
het arachidonzuurmetabolisme en inflammatie
intracellulaire receptoren (steroidhormonen, schildklierhormonen, vitamine D, cholesterol,…)
peptidehormonen en neurohormonen
nucleinezuren en de celdeling (antitumoraal, antiviraal, antibacterieel,…)
Direct werkende geneesmiddelen
-
exciteerbare membranen (Ca2+, Na+, K+)
celwand synthese inhibitoren (antibiotica, antifungale producten)
enzymen als doelwitstructuren en interactie met metabole processen
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges
Examenvorm
Schriftelijk examen
Studiemateriaal
Een cursustekst wordt ter beschikking gesteld.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
8. Medische aspecten van de voeding
Doelstellingen
De student inzicht geven in:
 de bijzondere voedingsvereisten voor kinderen en bejaarden
 het verband tussen het gebruik van bepaalde voedingsproducten en het ontstaan en de behandeling van
sommige pathologieën.
De student leren literatuurgegevens kritisch te interpreteren en de correcte conclusies er uit af te leiden.
Begintermen
Basisbegrippen van fysiologie en biochemie.
Inhoud
Deel 1: voeding van zuigeling en kind
College 1
voedingsaanbevelingen voor kinderen (specifieke noden)
voedingsgewoonten van kinderen in België
College 2
College 3 + 4
College 5
voeding van de gezonde zuigeling: zin/onzin van specifieke producten
voeding van de zuigeling met afwijkende behoeften: specifieke producten
speciale voedingspreparaten voor kinderen: zin/onzin
Deel 2: voeding van de volwassen
College 1
College 2
College 3
College 4
College 5
College 6
College 7
College 8 tot 10
voedingsaanbevelingen van België
voedingsgewoonten in België
specifieke aspecten van de voeding bij bejaarden
hypertensie: de rol van de voeding bij het ontstaan en in de behandeling
obesitas: behandeling (dieet, multidisciplinair,…); preparaten in de behandeling;
medicatie: nieuwe trends
atherosclerose: de rol van de voeding bij het ontstaan en in de behandeling
diabetes: de rol van de voeding bij het ontstaan en in de behandeling
voeding en kanker
nieuwe trends in de voeding: bespreken van tegenstrijdigheden in de literatuur.
De onderwerpen zijn aan te passen aan de actualiteit en/of eventueel de vraag van de
studenten maar kunnen o.a. zijn:
 zin/onzin van chroomsupplementen
 zin/onzin van foliumzuursupplementen
 vitamine A en het teratogeen effect
 anti-oxydantia
 functional foods
 …
Onderwijsactiviteiten
hoorcollege
Examenvorm
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Tijdens het examen mag gebruik gemaakt worden van de
NUBEL-voedingsmiddelentabel.
4 vragen (elk op 5 punten).
Studiemateriaal
Syllabus (beschikbaar voor het begin van het 2de semester).
Nubel-voedingsmiddelentabel + Voedingsplanner (CD-rom) : beide verkrijgbaar bij Acco.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
9. Receptuurkunde I: practicum
Doelstellingen
Het basispracticum Receptuurkunde I leert de principes aan van de bereiding van de voornaamste
farmaceutische vormen, die voor de toediening van farmaca worden gebruikt. Hiervoor worden eenvoudige
samenstellingen gebruikt zodat de klemtoon niet ligt op de formulering doch op de bereidingstechniek.
Begintermen
Basiskennis (1) Formulering en bereiding van geneesmiddelenvormen, (2) fysicochemische eigenschappen
van geneesmiddelen en farmaceutische grondstoffen, en (3) farmaceutische scheikunde.
Inhoud
1. Doseringsnauwkeurigheid
2. Vaste toedieningsvormen
3. Oplossingen en dranken
4. Suspensies en emulsies
5. Zalven, pasta's gelen en crèmes
6. Zetpillen en ovulen
Onderwijsactiviteiten
Praktische oefeningen
Examenvorm
Klaarmaken van 2 bereidingen uit practicum handboek
Studiemateriaal
Practicum handleiding
Physicochemical principles of Pharmacy (Florence and Attwood)
Receptuurkunde (Bolhuis, Cox en Zuidema)
Physical Pharmacy (Martin)
Galenisch Formularium (R. Kinget)
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
10. Scheidingstechnieken en absorptiespectrometrie
Doelstellingen
Een grondig overzicht geven van het nut en de toepassingen van scheidingstechnieken en van
absorptiespectrometrie in de analyse van geneesmiddelen. Dit vak is bedoeld als uitbreiding van het
onderdeel Instrumentele Methoden van de Inleiding tot de Farmaceutische Analyse, dat geprogrammeerd is
in de 2° kandidatuur.
Begintermen
De kennis aangebracht door de scheikundige vakken, gedoceerd gedurende de kandidaturen farmacie, is
voldoende als basiskennis voor dit vak.
Inhoud
I. Chromatografische scheidingstechnieken
Inleiding
chromatografische grootheden, Van Deemter vergelijking
I.1. Gaschromatografie
apparatuur, keuze van de stationaire fase, Kovats indices, derivatisering, kwalitatieve en
kwantitatieve analyse, toepassingen, validatie van een chromatografisch systeem
I.2. Dunnelaagchromatografie
adsorptie als vertragingsmechanisme, normale verdeling als vertragingsmechanisme, omgekeerde
fase verdelingschromatografie, apparatuur en uitvoering
I.3. Hoge druk vloeistofchromatografie
apparatuur, adsorptie als vertragingsmechanisme, verdeling als vertragingsmechanisme, gebonden
fase
chromatografie,
ionenpaarchromatografie,
chirale
scheidingen,
ionenuitwisselingschromatografie, exclusiechromatografie, affiniteitschromatografie, toepassingen
I.4. Andere chromatografische scheidingstechnieken
superkritische vloeistofchromatografie, capillaire elektrochromatografie
II. Elektroforetische scheidingstechnieken
II.1. Planaire elektroforese
agarose elektroforese, SDS-PAGE, Ferguson kurve, toepassingen
II.2. Capillaire elektroforese
apparatuur, capillaire zone elektroforese, toepassingen met zevende matrix, isoelektrische
focussering, micellaire elektrokinetische capillaire chromatografie, chirale scheidingen,
toepassingen
III. Absorptiespectrometrie
Inleiding
III.1. Infraroodspectrometrie
apparatuur, moleculaire vibraties, fingerprint
III.2. Ultraviolet- en zichtbaar lichtspectrometrie
apparatuur, belangrijke begrippen en termen in UV/Vis spectrometrie, conjugatie, wet van LambertBeer, toepassingen
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges, met mogelijkheid tot inoefenen van de leerstof aan de hand van vragen die gedurende de les
opgelost worden, en aan de hand van een didactisch computerprogramma.
Praktische oefeningen komen aan bod in het practicum Biofarmaceutische Analyse I en II.
Examenvorm
Mondeling met schriftelijke voorbereiding.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
Studiemateriaal
Kopieën van transparanten.
Vloeistofchromatografie, ten Hagen Stam, Den Haag, Nederland, 1995.
Quantitative Chemical Analysis, Fifth Edition, Daniel C. Harris, W.H. Freeman and Company, New York,
1999.
Spectroscopic Methods in Organic Chemistry, Fifth Edition, Dudley H. Williams and Ian Fleming, McGrawHill, London, 1995.
Europese Farmacopee, i.e. onderdelen uit algemeen deel die relevant zijn m.b.t. scheidingstechnieken en
absorptiespectrometrie, en monografieën als toepassing.
Deze werken zijn voorhanden in de faculteitsbibliotheek.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
11. Farmacologie
Doelstellingen
Het doel van dit onderwijs is een basisopleiding te geven in de farmacologie van de verschillende klassen
van geneesmiddelen met betrekking tot hun gebruik bij de mens.
Begintermen
Verwachte voorkennis : fysiologie en pathofysiologie; biochemie; beperkte kennis van de anatomie.
Inhoud
Transmissiesystemen in het perifeer zenuwstelsel. Cholinerge transmissie. Stoffen gebruikt bij maag- en
duodenumulcera. Stoffen die de maaglediging versnellen. Adrenerge transmissie. Dopaminerge, serotinerge
en purinerge transmissie. Geneesmiddelen bij astma. Geneesmiddelen in verband met het cardiovasculair
stelsel. Geneesmiddelen gebruikt bij hyperlipidemie. Geneesmiddelen bij bloedstolling. Spierrelaxantia.
Histamine en antihistaminica
Inleidende begrippen van farmacodynamie en farmacokinetiek. Bespreking van werkingsmechanismen,
farmacokinetische eigenschappen, indicaties, contra-indicaties, nevenwerkingen en interacties van
geneesmiddelen
i.v.m.
het
hormonale
systeem
(schildklierhormoon,
bijnierschorshormonen,
geslachtshormonen, antidiabetica, parathyroïd hormoon, calcitonine, vitamine D).
Bespreking van werkingsmechanismen, farmacokinetische eigenschappen, indicaties, contra-indicaties,
nevenwerkingen en interacties van antipsychotica, antidepressiva, hypnotica, sedativa, anxiolytica, antiParkinson-middelen, anti-epileptica, narcotische analgetica, analgetische, antipyretische en antiinflammatoire geneesmiddelen, geneesmiddelen bij rheuma en jicht, geneesmiddelen bij migraine,
cytostatica en immuunfarmaca.
Onderwijsactiviteiten
Uitsluitend hoorcolleges.
Examenvorm
Schriftelijk examen
- 1 Bespreekvraag; enkele meerkeuzevragen mét motivatie; enkele korte vragen (die peilen naar verklaren
van werkingsmechanismen).
- Vragen i.v.m. de inleidende begrippen van farmacokinetiek en farmacodynamie; 1 bespreekvraag i.v.m. het
hormonale systeem.
Studiemateriaal
Gebruikte handboeken
"Goodman & Gilman's The Pharmacological Basis of Therapeutics" 9th edition (1996) Mc Graw-Hill
"Basic & Clinical Pharmacology” B.G. Katzung, 7th Edition (1998) Appleton & Lange
“Pharmacology” Rang, Dale and Ritter, 3 rd Edition (1995) Churchill Livingstone
Cursus: wordt aan de studenten gegeven en door hen uitgegeven.
 Nota's en transparanten gebruikt tijdens de hoorcolleges worden ter beschikking gesteld van de
studenten.
Gebruikte handboeken
“Goodman & Gilman's The Pharmacological Basis of Therapeutics” 9 th Edition (1996) Mc Graw Hill
“Basic and Clinical Pharmacology” B.G. Katzung, 7th Edition (1998) Appleton & Lange
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
Clinical Pharmacokinetics : Concepts and Applications” Rowland and Tozer, 3 rd Edition
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
12. Farmaceutische Biotechnologie
Doelstellingen
Inzicht verwerven over de huidige mogelijkheden voor de productie van geneesmiddelen door middel van
biotechnologische procédés. Het begrijpen van verschillende principes is daarbij heel belangrijk.
Inzicht verwerven in de problematiek specifiek verbonden aan de kwalitatieve en kwantitatieve analyse van
biotechnologische geneesmiddelen.
Aan de hand van de verworven kennis en inzichten dienen de studenten in staat te zijn om, uitgaande van
een eenvoudige beginsituatie, zelfstandig een "productie" schema te ontwerpen voor de aanmaak van een
biotechnologisch geneesmiddel (m.a.w. de besproken methodologie moet kunnen toegepast worden in een
nieuwe situatie).
Begintermen
Kandidaatsdiploma farmaceutische wetenschappen
Inhoud
Er wordt een overzicht gegeven van de verschillende stappen nodig om het genetisch materiaal (DNA) dat
codeert voor een specifiek eiwit selectief te isoleren en te incorporeren in een "in vitro systeem" dat de
uiteindelijke productie van dit eiwit op efficiënte wijze toelaat. De gebruikte technologie en principes worden
daarbij gedetailleerd besproken. Aan de hand van wetenschappelijke publicaties wordt de student vertrouwd
gemaakt met de toepassingen.
Tevens wordt de problematiek besproken die inherent is aan geneesmiddelen die bereid zijn d.m.v.
recombinante DNA technologie. Dit omvat dus controles op het niveau van de initiële stappen (isolatie van
genetisch materiaal, ...), op het niveau van de productie, op het niveau van de zuivering en op het niveau van
de evaluatie van het eindproduct (identiteit, biologische activiteit).
Anderzijds worden ook een aantal mogelijkheden besproken die, dank zij de toepassing van recente
biotechnologische aanwinsten, toelaten om op rationele wijze nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen.
Inhoudstafel
1. inleiding
2. structuur, eigenschappen en voorkomen van nucleïnezuren
3. isolatie van nucleïnezuren
 cellysaten
 electroforese
 centrifugatie
 chromatografie
-gel filtratie
-ionenuitwisseling
-intercalerende agentia
-affiniteits-chromatografie
4. Analyse ( ‘basis’)
 fysicochemisch
 Hybridisatie ( southern, northern, dot-blot, kolonie en plaque)
5. Manipulatie (incl. Analytische toepassingen)
 Fragmentatie ( aspecifiek/base specifiek/sequentiespecifiek)
 Diverse enzymes voor fragmentatie ( nucleasen, RE,)
 Restrictieanalyse
 Polymerasen/transferasen/ligasen/fosfatasen/kinasen
 mutagenese
FR/24.10.2001
6. Sekwentie analyse
Bijlage 2b - syllabi
7. Gemerkte probes
8. Kloningsprocedures
 Vectoren ( plasmiden, viraal, faag en cosmiden, shuttlevektoren, …)
 cDNA bank/ genomische bank
 PCR
 constructie chimere vector
9. Transformatie
10. Selectieprocedures (voor transformanten, recombinanten, phage display)
11. Expressie
12. Transgene organismen
13. Monoklonale antilichamen




kenmerken
productie
manipulatie
gebruik
14. Gentherapie (inleiding tot)
15. Zuivering van eiwitten en analyse (aard van onzuiverheden en wijze om op te sporen ( zonder details
over methodes!))
Opmerking
De chromatografische en electroforetische technieken worden in het kader van deze cursus enkel “gebruikt”,
de diepgaande theoretische beschouwingen daaromtrent worden gezien in andere cursussen
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege. Mogelijkheid tot deelname aan begeleide zelfstudie aan de hand van een wetenschappelijke
publicatie.
Examenvorm
Mondeling (met schriftelijke voorbereiding). Voornamelijk toepassingsvragen.
Studiemateriaal
Illustratiemateriaal en syllabus op CD-rom
± 5 wetenschappelijke artikels
Aanbevolen handboeken:
R.W. Old & S.B. Primrose, Principles of gene manipulations, Blackwell Science, Cambridge, U.S.A.,
1994.
C. Howe, Gene cloning and manipulation, Cambridge University Press, Cambridge, U.S.A., 1995
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
13. Microbiologie en immunologie
Doelstellingen
-
-
-
Student begrijpt de structuur en functie van micro-organismen, leert het onderscheid maken tussen de
verschillende relatievormen, heeft kennis van de interactie tussen de pathogeniciteit van microorganismen en de immuniteit van de gastheer
Student verwerft basiskennis van micro-organismen in functie van de belangrijke infectieziekten. Nadruk
wordt gelegd op de epidemiologie, de pathogenese en de evolutie van enkele belangrijke infectieziekten
zoals lage luchtweginfecties, enteritis, meningitis en urineweginfecties. Ook moeten de voornaamste
diagnostische mogelijkheden in het microbiologisch laboratorium begrepen worden.
Student verwerft een basiskennis betreffende antimicrobiële therapie met vooral aandacht voor
werkingsmechanismen, resistentieontwikkeling en toepassingsgebied
Student heeft kennis van de verschillende sterilisatie en ontsmettingstechnieken
Begintermen
-
Student heeft inzichten in de biochemie, genetica, anatomie en de wijze waarop ons afweersysteem
functioneert
Student heeft inzichten in microscopische waarnemingen
Inhoud
In het inleidend deel worden de structuur, het metabolisme en de groei van bacteriën en virussen
beschreven. Er wordt vooral aandacht besteed aan kenmerken en structuren die van belang zijn voor hun
ziekmakend vermogen en die geschikte aangrijpingspunten zijn voor antimicrobiële middelen. De bacteriële
genetica wordt beperkt tot de aspecten die belangrijk zijn voor het ontwikkelen van weerstand tegen
antibiotica, zo bv. plasmiden en episomen.
Vervolgens behandelen we de fysische en chemische middelen tot sterilisatie en antisepsis. Van de
voornaamste groepen antibiotica wordt telkens besproken : werkingsmechanisme, antibacterieel spectrum,
de indicaties en nevenwerkingen.
De immunologie behandelt de moderne inzichten over de wijze waarop hogere dieren zich verdedigen tegen
infecties. Besproken worden: antigenen, antistoffen, celgebonden immuniteit, interacties tussen macrofagen,
B-cellen en T-cellen, overgevoeligheidsreacties en problemen rond transplantatie van weefsels en organen.
In de systematiek worden de belangrijkste infectieverwekkers besproken : morfologie, besmettingsbronnen,
hoe en welke ziekte ze veroorzaken, hoe het laboratoriumonderzoek kan bijdragen tot de diagnosestelling,
de principes (hygiëne, vaccinatie) of van een curatieve behandeling door antimicrobiële middelen. Bijzondere
aandacht gaat naar de klassieke evenals de nieuwere bereidingswijzen van vaccins tegen virusziekten.
Onderwijsactiviteiten
Cursus wordt onder de vorm van een hoorcollege gedoceerd. Tijdens de colleges worden transparanten en
diapositieven gebruikt
Examenvorm
Het examen wordt afgenomen in twee delen, namelijk virologie/immunologie en bacteriologie/parasitologie.
Per groep van examinandi wordt één deel uitsluitend schriftelijk geexamineerd, het andere deel mondeling
met schriftelijke voorbereiding. Elk examen bevat vragen geselecteerd uit alle cursusdelen. Ook de practica
worden mee in de evaluatie opgenomen maar krijgen een afzonderlijke kwotering
Studiemateriaal
-
Medische bacteriologie deel 1 (Acco, J. Verhaegen en L. Verbist)
Medische bacteriologie deel 2 (Acco, J. Van Eldere, L. Verbist en J. Verhaegen)
Medische mycologie en parasitologie (Acco, J. Verhaegen)
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
- Medical Immunology made memorable, (Red.: J.H.L. Playfair & P.M. Lydyard; Uitg: Churchill Livingstone,
New York, 2000) - ca. 650,- BEF
- Medische Virologie – Algemene Aspecten (Acco, A. Billiau)
- Vaccins tegen Virusziekten (Acco, A. Billiau)
- Het Virologisch en serologisch Laboratorium (Acco, A. Billiau)
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
14. Farmaceutische Zorg en Beleid
Algemene doelstelling
De studenten nog vóór de stage in laten nadenken over de rol van de apotheker in een multidisciplinaire
aanpak van de gezondheidszorg.
Leerdoelen
De te verwerven vaardigheden en kenniselementen moeten geïntegreerd worden tot een harmonisch geheel.
Om de bijdrage van ieder vakonderdeel duidelijker te stellen worden ze hier opgesplitst.
Communicatievaardigheden en methodologie




De plaats en verantwoordelijkheid kunnen bepalen van de apotheker als gezondheidswerker in de
huidige samenleving.
Een basiskennis bezitten over de elementen eigen aan communicatief denken en handelen (o.a.
praktische communicatievaardigheden).
Gepast omgaan met materiële hulpmiddelen bij het uitoefenen van het beroep en in beperkte mate zelf
hulpmiddelen kunnen aanmaken (bijvoorbeeld schriftelijk infomateriaal).
Het verantwoord communiceren met patiënten over geneesmiddelen en preparaten voor zelfzorg met het
oog op een sturen van aflevering of doorverwijzing.
Farmaco-epidemiologie en Biostatistiek






Begrippen kunnen hanteren in verband met de algemene beginselen van epidemiologie, klinische
epidemiologie, farmaco-epidemiologie en farmacovigilantie of geneesmiddelenbewaking..
Het belang leren inschatten van causaliteit verbonden met bepaalde gedragingen van heterogene en
homogene patiëntenpopulaties.
Inzicht verwerven in het concipiëren van beleidsbeslssingen verbonden met resultaten uit
gezondheidsgericht onderzoek bij grote populaties.
Een praktische kennis verwerven over de basisbegrippen in statistische data-analyse, om vast te stellen
in hoeverre primaire- en surrogaat eindpunten in klinische studies bereikt zijn.
Een concept opmaken van klinische studies en projecten gericht naar farmaceutische zorg met een
voldoende stevige onderbouw om wetenschappelijk verantwoorde data-analyse uit te voeren.
Kennis verwerven over de statistische modellen met mogelijkheden en beperkingen bij klinische en
farmaco-epidemiologische studies.
Farmaco-economie en farmacopolitiek


Het belang leren kennen van geneesmiddelen als uitgavenpost in de sociale zekerheid, alsmede diverse
beïnvloedende mechanismen.
Kennismaken met het instrumentarium voor het onderbouwen van allerlei keuzen in het beleid en
management in de gezondheidszorg.
Begintermen
Basiskennis van fysiologie, fysiopathologie en farmacologie.
Bereid zijn tot sterke interactie met een zin voor positieve communicatie.
Interesse voor de beroepsfinaliteiten van de apotheker in diverse sectoren: openbare apotheek,
ziekenhuisapotheek, regulatory affairs, farmaceutische marketing, marktgerichte research, administratie in
verband met gezondheidszorg en politieke mandaten.
Inhoud
De inhoud van het vak kan afgeleid worden uit de leerdoelen :
 Voorhouden van basiscommunicatievaardigheden.
 Bijbrengen van de belangrijkste elementen in een mondelinge communicatie.
 Schrijven en analyseren van een patiëntgerichte tekst.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
 Beschouwingen rond de aflevering van zelfmedicatie bij 9 frequent voorkomende aandoeningen in de
apotheek.
 Betekenis van belangrijke statistische parameters, de wijze waarop deze worden berekend en de
omstandigheden waarin ze worden toegepast. Bij wijze van voorbeelden volgen hier een aantal geregeld
gebruikte statistische concepten in het klinisch en farmaco-epidemiologisch onderzoek
- concept van parametrische en niet parametrische testen
- significantie in klinische studie uitgaande van goed gedefinieerde eindpunten
- odds ratio, risico-analyse en 95% betrouwbaarheid
- power van een studie in relatie tot het meten van verschillen met de voorgestelde instrumenten
- beperkingen en mogelijkheden van cluster analyse
- correctie van bias
- intent-to-treat analyse versus per protocol analyse
- trend- en regressie-analyse
- discontinue en dummy variabelen
- naast ANOVA ook ANCOVA (analysis of covariance)
- het Kaplan-Meier concept
- bepaalde specifieke testen in functie van hun belang : Kruskall-Wallis, Duncan, Cochran-MantelHaenszel, Crohnbachs (alfa), Mann-Withney-U / Wilcoxon, kappa- en Z-test.
 Diverse concepten in de meting van leefkwaliteit en begrip QUALY (Quality Adjusted Life Years).
 Constructie van farmaco-economische modellen uitgaande van kostprijs en gedragsvariabelen eigen aan
patiënten en het medisch korps.
Onderwijsvormen







Hoorcolleges
Uitvoeren van opdrachten in het kader van begeleide zelfstudie
Observatie van videomontages
Rollenspel
Conceptueel projectwerk
Interpretatie van publicaties
Schrijven van een patiëntgerichte tekst.
Examenvormen
De evaluatie gebeurt op basis van uit te voeren opdrachten en via toetsing van vaardigheden en kennis op
geregelde basis.
Studiemateriaal






Communicatie in de Apotheek, ACCO 1999.
Laatste uitgave van het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium.
Pakketten voor begeleide zelfstudie rond observatie en analyse van communicatie (cf. OOI-project 19982000).
Basishandboek of cursus over klinische data-analyse.
Statistieken van het Belgisch Instituut voor Gezondheidseconomie (BIGE) en het BIGE Compendium.
Rapportering over uitgevoerde of in uitvoering zijnde (Belgische) projecten over farmaceutiche zorg
(AstmaTOM, Diabetic foot).
Praktisch
Dit curriculumonderdeel neemt officieel 30 u hoorcollege en 20 u seminarie in beslag in het gedeelte dat door
alle studenten “Farmaceutische zorg” wordt gevolgd. Voor de studenten van de optie “Officinale Farmacie” is
er een bijkomend seminarie van 40 u. De hoorcolleges hebben als doel kennis over te dragen en
begeleiding onder vorm van terugkoppeling bij toetsen te verzekeren. Tijdens deze colleges zal speciaal
aandacht geschonken worden aan volgende aspecten:
 Communicatievaardigheden en methodologie: 10 contacturen.
 Biostatistiek aan de hand van praktische voorbeelden: 10 contacturen.
 Farmaco-economie: 10 contacturen.
Tijdens de seminaries komen onder meer aan bod:
 Farmaco-epidemiologie: komt via werkseminaries aan bod, toegepast op concrete voorbeelden: 10 uur
voorzien.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
 Afnemen van toetsen en terugkoppeling daarop.
 Toelichten van vorderingen in projectwerk, waarbij ieder jaar een thema wordt gekozen.
Tijdens het tweede semester besteden de studenten de voorziene tijd aan het vervulllen van opdrachten in
het kader van begeleide zelfstudie, rollenspel en voorbereiding van de toetsen.
Nog praktischer
Hoe het er in de praktijk zou kunnen uitzien, illustreren we aan de hand van een praktisch voorbeeld. Dit
vakonderdeel
bestaat
uit
een
aantal
« onveranderlijke »
basiselementen :
statistiek,
communicatievaardigheden, inleiding op farmaco-epidemiologie. Ieder jaar kan evenwel een ander thema
aan bod komen als project.
We nemen als thema commercialisering van selectieve COX-2 inhibitoren. Bij de uitwerking doorlopen we
volgende fasen :
 Een farmacologische recapitulatie van de begrippen COX-1 en COX-2 eventueel gebruik makend van
het betreffende hoofdstuk in de cursus farmacologie. Hierbij hoort ook een overzicht van diverse
medicatie gebruikt bij pijn in chronische aandoeningen.
 Het belang van chronische inflammatoire aandoeningen en artrose aan de hand van een groepsgesprek
met een patiënt.
 Beschouwingen over het kostenplaatje verbonden aan medicamenteuze behandeling van hoger
genoemde aandoeningen en een dynamische simulering van evolutie bij eventuele terugbetaling van
COX-2 inhibitoren (ter vergelijking : DICLOFENAC Eurogenerics 30x25mg kost 177 bef., VIOXX
28x12,5mg kost 1696 bef.)
 Analyse van klinische studies waaruit de kosten-baten van nieuwe geneesmiddelen worden afgeleid.
 Uitgaande van deze gegevens een project concipiëren dat zowel retrospectief kan zijn (analyse van
werkelijke of imaginaire data : Drug Utilisation Review of DUR-studie) of prospectief met de apotheker
als belangrijke medespeler in het verzekeren van optimale en betaalbare farmaceutische zorg. Om dit
alles binnen het tijdsbestek van één semester te houden worden concepten grotendeels als begeleide
oefeningen aangeboden.
Het gaat hier om team-teaching. Experten uit verschillende hoeken werken samen binnen een goed
gecoördineerd geheel.
 Communicatievaardigheden.
 Gebruik van zelfmedicatie.
 Data-analyse.
 Toelichting projecten farmaceutische zorg.
 Gezondheidseconomische aspecten.
 Farmacologie : samenspraak met huidige titularissen (de les moet niet extra gegeven worden maar kan
als « normale » geregelde les deel uitmaken van de programmatie wat tijdswinst betekent).
 Fysiopathologische en klinische beschouwingen: een professor uit de kliniek
 Visie van de patiënt : contact met Trefpunt Zelfhulp.
 Visie van de industrie : een collega uit de farmaceutische industrie.
 Algemene coördinatie.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
15. Dermofarmaca
Doelstellingen
Het is de bedoeling dat de toekomstige apotheker deskundig advies kan verstrekken aangaande dermofarmaceutische producten.
Hiertoe krijgt hij:

een overzicht van verzorgende dermofarmaceutische producten en hun wetenschappelijke
verantwoording.

een kritische benadering van de formulering van cosmetica.

kennis betreffende de mogelijke neveneffecten op de huid van cosmetica en farmaceutische topica.

de algemene principes van lokale dermatologische therapie.
Begintermen
Vereiste voorkennis: galenische farmacie
Inhoud
Structuur van de huid.
Fysiologie en functies van de huid.
Huidpenetratie in functie van:
het aangebrachte product
applicatiewijze, -duur, -frequentie, en
de huid zelf
Droge huid, preventie en verzorging.
Vette huid (seborrhee) en acne.
Verouderingsverschijnselen van de huid.
Bescherming tegenover zonlicht.
Structuur, fysiologie en pathologie van haar en schedelhuid.
Haarverzorging en haarkappersprocede's.
Deodorantia en antiperspirantia
Belangrijkste huidnevenwerkingen veroorzaakt door contact met
cosmetica en farmaceutische topica.
Hypo-allergische producten.
Lokale dermatologische therapie: algemene principes.
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges (met diaprojectie)
Examenvorm
Mondeling met schriftelijke voorbereiding. De vragen omvatten 2 theoretische vragen en 1 toepassingsvraag
(ontleden van de samenstelling van een dermofarmaceutisch product).
Studiemateriaal
Cursus: Raakvlakken tussen de dermatologie en de cosmetologie: Capita Selecta.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
16. Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik
Doelstellingen
Kennismaking met een vaak vergeten groep geneesmiddelen; de diergeneesmiddelen.
Een begrip hebben van het wettelijk kader voor diergeneesmiddelen.
Inzicht in de relatie tussen diergeneesmiddelen en volksgezondheid (registraties, maximale residu gehaltes,
resistentievorming…)
Inzicht in de verscheidenheid van de diersoorten en de daaruitvoortvloeiende verschillen in farmacokinetiek
en farmacodynamiek.
Een begrip hebben van enkele belangrijke zoonosen
Overzicht van belangrijke groepen diergeneesmiddelen.
Begintermen
Algemene begrippen fysiologie, farmacologie en anatomie
Inhoud
Algemene inleiding
Anatomische en fysiologische verschillen tussen de diersoorten
-gezelschapsdieren
-landbouw- of grote of nutshuisdieren
-vogels en pluimvee
Wettelijk kader voor diergeneesmiddelen.
-registraties
-bijsluiters in de diergeneeskunde
-residuen : problematiek en wetgeving
-hormonen en prestatiebevorderende middelen
Diergeneeskundige aspecten van algemene farmacologische principes , miv
-transportmechanismen en speciale barrières
-gebruikelijke toedieningswijzen en resorptie
- biotransformatie en eliminatie
-factoren die keuze van een farmacon en dosisgrootte mee-bepalen
Herkauwers , als prototype van de verscheidenheid
Zoönosen
Overzicht van de diergeneesmiddelen in de officina
-Anti-infectieuze farmaca
miv -resistentieproblematiek
-voederantibiotica en andere additieven
-Anti-parasitaire middelen
miv de verschillende toedieningswijzen
-Immunologische diergeneesmiddelen
- Overige farmaca, miv organotrope farmaca
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges
Examenvorm
Mondeling met schriftelijke voorbereiding
Studiemateriaal
Er worden een kursustekst ter beschikking van de studenten gehouden.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
Er zijn enkele specifiek veterinaire farmacologische standaardwerken beschikbaar. Een standaardwerk dat
interessante overzichten biedt op meerdere gebieden is "The Merck Veterinary Manual" waarvan de zevende
editie in 1991 verscheen.
De Algemene Vereniging van de Geneesmiddelen Industrie (AVGI) verstrekt ook aan alle officina apothekers
(en dierenartsen) het frequent bijgewerkte "Compendium van de Diergeneesmiddelen" (1995) waarvan in
1997 een nieuwe versie wordt verwacht.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
17. Medische materialen
Doelstellingen
De voornaamste bedoeling van de cursus is de student een overzicht te geven van de medische
hulpmiddelen die kunnen gebruikt worden in de thuiszorg. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de
noodzakelijke samenwerking tussen medici, paramedici en apothekers in het kader van de steeds
toenemende thuiszorg. Materialen waarvan het gebruik zich hoofdzakelijk beperkt tot het ziekenhuis worden
eerder summier besproken.
Begintermen
Voor het volgen van het college is een basiskennis vereist van de menselijke anatomie en fysiologie.
Inhoud
In de cursus wordt - rekening houdend met de doelstellingen - vooral aandacht besteed aan volgende
onderwerpen:
Deel I (7,5u)
1) De hulpmiddelen voor wondverzorging, steun- en drukverbanden. Bij de wondbedekkers ligt de nadruk op
hun interactieve werking tijdens de verschillende stadia van het genezingsproces.
2) De methoden en materialen die gebruikt worden voor de toediening van geneesmiddelen:
- Hulpmiddelen voor parenterale toediening van geneesmidden: spuiten en naalden, infuusmaterialen en
katheters. Gezien hun belang in de thuiszorg worden de verschillende methoden en instrumenten voor de
subcutane toediening van geneesmiddelen uitvoerig besproken.
- Aërosoltoestellen.
- De verschillende toedieningsvormen van zuurstof.
- Een kort overzicht van de methoden en bijhorende materialen voor de behandeling van acute en
chronische pijn.
3) Hulpmiddelen voor diagnose: teststookjes voor urine en bloed, zwangerschapstesten e.d.m.
4) Enterale voeding en de materialen voor de toediening ervan.
Deel II (7.5 u)
In het eerste hoofdstuk wordt in het kader van de verbandleer een overzicht gegeven van de meest gebruikte
verbandmaterialen. Vervolgens wordt het basisinstrumentarium besproken (instrumentenleer: hoofdstuk 2)
en hierop aansluitend komen de meest gebruikte hechtingsmaterialen (hoofdstuk 3) aan bod. Het vierde
hoofdstuk behandelt de materialen gebruikt voor drainage en sondage, opnieuw met nadruk op deze gebruikt
in de thuiszorg. Daarnaast worden in een 5de hoofdstuk de materialen gebruikt bij de verschillende stomata
uitgebreid besproken. Het diploma van apotheker is immers een voldoende voorwaarde om door de
ziekteverzekering erkend te worden als verstrekker van deze hulpmiddelen.
Wat betreft de tijdsverdeling tussen de verschillende topics in dit tweede deel geldt volgende onderlinge
verhouding: Hoofdstuk 1: 1.5 u., Hoofdstuk 2 en 3: 1.0 u., Hoofdstuk 4: 1.5 u., Hoofdstuk 5:
3.0 u.
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege
Examenvorm
Mondeling met mogelijkheid tot schriftelijke voorbereiding
Studiemateriaal
Een cursus is beschikbaar.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
18. Medische toepassingen van ioniserende straling
Doelstellingen
- de studenten een inzicht verschaffen in het nuttig gebruik van radioactieve stoffen in de maatschappij en in
het bijzonder in de geneeskunde
- de toekomstige officina-apotheker voldoende vormen opdat hij deskundige informatie zou kunnen
verschaffen aan zijn cliënten die geconfronteerd worden met medische onderzoeken of therapiën waarbij
radioactive stoffen gebruikt worden
- de studenten een inzicht verschaffen in de mogelijkheden van het therapeutisch gebruik van radioactieve
stoffen (curatieve en palliatieve behandelingen) en van uitwendige bestralingstherapie met gammastralen,
protonen of neutronen
- aan de studenten het onderscheid duidelijk maken tussen enerzijds diagnostische technieken waarbij
radioactieve stoffen gebruikt worden (SPECT- en PET-onderzoeken,...) en anderzijds de beeldvormende
diagnostische technieken zonder gebruik van radioactieve stoffen (radiologie, CT, echografie, magnetische
resonantie beeldvorming)
Begintermen
Er is geen bijzondere voorkennis vereist.
Inhoud
Elementaire begrippen van kernfysica : soorten van straling, eenheden van activiteit, wetmatigheden van
radioactief verval.
Begrippen van stralingsbescherming en dosimetrie.
Productie van radioactieve stoffen (kernreactor, cyclotron).
Biologische effecten van ioniserende straling.
Uitwendige bestralingstherapie met gammastralen, protonen of neutronen.
Curatieve en palliatieve behandeling van aandoeningen door toediening van radioactieve stoffen.
Vergelijking van diagnostische technieken
diagnostische testen met radiofarmaca zonder beeldvorming
beeldvormende technieken
röntgenechografie
CT-scanning
echografie
magnetische resonantie beeldvorming
radio-isotopen scintigrafie (PET- en SPECT onderzoeken)
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege, geïllustreerd met demonstraties, transparanten en dia's
Examenvorm
Schriftelijk examen
Studiemateriaal
Getypte cursusnota's, illustraties op website
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
19. Microbiologie en farmaceutische biotechnologie: practicum
Doelstellingen
De student vertrouwd maken met praktische microbiologische en biotechnologische procedures. Deze
practische oefeningen vormen ook illustratiemateriaal bij de hoorcolleges “Microbiologie en Immmunologie”
en “Farmaceutische Biotechnologie”, en hebben in die zin ook het verwerven van inzicht in de behandelde
technieken tot doel.
Het doel van het practicum microbiologie is, naast een illustratie van de theoretische cursus, inzicht te
verschaffen in de wijze waarop microörganismen in de praktijk geïsoleerd, gekweekt en geïdentificeerd
kunnen worden en de wijze waarop chemotherapeutica en vaccins kunnen ontwikkeld worden.
Begintermen
Kandidaatsdiploma farmaceutische wetenschappen
Inhoud
-Bacteriologie: De studenten passen zelf enkele microbiologische en serologische technieken toe. Er wordt
aangeleerd hoe bacteriën worden gekweekt, via welke verschillende methoden (microscopisch, biochemisch,
serologisch) bacteriën kunnen worden geïdentificeerd en hoe hun gevoeligheid tegenover antibiotica wordt
bepaald.
-Virologie: Hier wordt aandacht besteed aan eukaryote celkweek, vermenigvuldiging van virus op cellen,
titratie van virus, hemagglutinatie en hemagglutinatie-inhibitieproef. Verder worden demonstraties gegeven
over cytopathogeen effect van virus, serologische reacties (immuunprecipitatie, ELISA, enz.).
-Biotechnologie: aanmaak en karakterisering van plasmiden (transformatie, DNA-zuivering, restrictie-analyse
en agarose gelelectroforese); productie en identificatie van recombinant eiwit ( ELISA)
Onderwijsactiviteiten
-Bacteriologie en virologie : Geleide praktische oefeningen en demonstraties.
-Biotechnologie: aan de hand van een gegeven probleemstelling en voldoende informatiebronnen dient de
student een voorstel uit te werken tot oplossing van het probleem. Na bespreking en bijsturing van dit
voorstel wordt de oplossing ook practisch uitgevoerd.
Examenvorm
-Bacteriologie en virologie : Naast permanente beoordeling tijdens het practicum, mondeling examen. Voor
het gedeelte bacteriologie, dient de student op het einde van het practicum zelf een stam te identificeren.
-Biotechnologie: continue evaluatie op basis van (1) uitgewerkt voorstel, (2) practische uitwerking en
resultaat, (3) verslaggeving.
Studiemateriaal
-Bacteriologie en virologie : T.R. JOHNSON & C.L. CASE: Laboratory Experiments in Microbiology, 4th
Edition, The Benjamin/Cummings, Publishing Company (1995)
J. ANNÉ & P. GOUBAU: Praktische oefeningen in de microbiologie : Bacteriologie, Acco (1995)
A. BILLIAU. Praktische oefeningen in de Virologie. ACCO F40.
-Biotechnologie:
-Molecular Cloning – a laboratory manual (Eds. J. Sambrook, E.F. Fritsch and T. Maniatis ; Cold
Spring Harbor Laboratory Press)
-Diverse andere handboeken ( met experimentele protocols ) zijn ter beschikking
-Interne en publieke databanken
-Specifieke software
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
20. Receptuurkunde II: practicum
Doelstellingen
Met behulp van diverse oefeningen wordt gestreefd naar een geïntegreerde toepassing van de kennis
aangeleerd in de farmaceutische scheikunde, farmacotherapie en receptuurkunde.
Begintermen
Basiskennis (1) Formulering en bereiding van geneesmiddelenvormen, (2) fysicochemische eigenschappen
van geneesmiddelen en farmaceutische grondstoffen, (3) farmaceutische scheikunde, en (4)
farmacotherapie.
Inhoud
1 Disperse systemen
1.1 De bereiding van suspensies
1.2 De bereiding van emulsies
2 Steriele preparaten
2.1 De bereiding van parenteralia
2.2 De bereiding van collyria
2.3 De bereiding van oogzalven
3 Rectale preparaten
3.1 De bereiding van suppositoria
4 Dermatica
4.1 De bereiding van dermatica
Onderwijsactiviteiten
Praktische oefeningen + 2 groepsseminaries
Examenvorm
De student moet, na een voorbereiding van een half uur met behulp van naslagwerken, twee recepten
klaarmaken binnen een tijdsbestek van drie uur. Eén van de twee klaar te maken preparaten dient steriel te
zijn of aseptisch bereid te worden.
Studiemateriaal
Practicum handleiding
Physicochemical principles of Pharmacy (Florence and Attwood)
Receptuurkunde (Bolhuis, Cox en Zuidema)
Physical Pharmacy (Martin)
Galenisch Formularium (R. Kinget)
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
21. Klinische stage
Doelstellingen
De bedoeling van deze stage is de studenten ervaring te laten opdoen omtrent geneesmiddelengebruik in
een klinische context. Zo wordt een nieuwe dimensie van het apothekersberoep onthuld, met name de
begeleidende rol in de medicatievoorziening. In deze taak moeten de farmacie studenten leren
communiceren met artsen en andere zorgverstrekkers.
De studenten verwerven tevens via deze stage inzicht in het gebruikte geneesmiddelenformularium van een
ziekenhuis.
Begintermen
De studenten die de klinische stage wensen te volgen moeten het volledige pakket Farmacologie en
Fysiopathologie gevolgd hebben (+ examen hebben afgelegd).
De stagiairs moeten beschikken over de nodige communicatieve en sociale vaardigheden die vereist zijn in
een multidisciplinair gezondheidsverstrekkend team.
Inhoud
De studenten krijgen de kans 6 weken stage te lopen op diverse ziekenhuisafdelingen. Dit biedt hen de
mogelijkheid ziektebeelden van naderbij te bekijken en de rationaliteit bij geneesmiddelentoediening te
doorgronden. Tevens leren zij communiceren met artsen, een conditio sine qua non in het kader van
toekomstig farmacotherapeutisch overleg en therapiebegeleiding.
De studenten lopen stage op twee verscheidene diensten, waar ze de activiteiten volgen van één of
meerdere assistenten in opleiding. Dit biedt de mogelijkheid tot een persoonlijker contact met de patiënt. De
stagiairs volgen eveneens de zaalrondes met de supervisoren. Ze kunnen de verpleegkundigen bijstaan
tijdens de medicatiebedeling en trachten daarenboven kennis te nemen van de activiteiten op aansluitende
diensten (o.a. functiemetingen, endoscopie,…)
De studenten nemen deel aan de wekelijkse wetenschappelijke uiteenzettingen en beantwoorden
farmacotherapeutische vragen gesteld door stafleden, assistenten of verpleegkundigen. Bij deze taken wordt
de aandacht getrokken op het belang van bronnenraadpleging en een kritische blik op de beschikbare
informatie.
Onderwijsactiviteiten
Bij aanvang van de stage krijgen de studenten een introductiedag in de apotheek, waar hen op interactieve
wijze wordt aangeleerd hoe om te gaan met patiëntengegevens, medicatiedossiers, labowaarden en
farmaceutische zorgplannen.
Tijdens de stage wordt per 14 dagen een interactieve discussiesessie georganiseerd (± 2 uur), waarop per
student minimum 1 casus evenals enkele praktische aspecten besproken worden.
Uiteraard behoren de dagdagelijkse activiteiten op de diverse diensten (o.a. rondleidingen met supervisoren,
stafmeetings en wetenschappelijke kransen) eveneens tot de vele uitdagingen tijdens dewelke de student
kennis kan vergaren.
Examenvorm
Het stageverslag bestaat uit de bespreking van minimum 4 medicatie-gerelateerde patiëntencasussen Eén
casus wordt grondig uitgewerkt, en aangereikt met literatuurgegevens, ingediend als verhandeling. Deze is
equivalent aan de verhandeling die naar aanleiding van een literatuurstudie door de studenten
farmaceutische zorg die geen klinische stage volgen, wordt geschreven. De quotering gebeurt op basis van
een continue evaluatie van de student (inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen,…)
en de kwaliteit van het stageverslag en de verhandeling. Een mondeling voorstelling van de bevindingen
vermeld in de verhandeling gebeurt in het laatste jaar.
Studiemateriaal
Als studiemateriaal worden diverse medische en farmaceutische handboeken binnen de apotheek of
doktersruimte ter beschikking gesteld. Waar nuttig, kan beroep gedaan worden op wetenschappelijke
internet-sites.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
Een greep uit veel gebruikte naslagwerken (niet-limitatieve lijst):
 Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium
 Compendium
 Informatorium Medicamentorum
 Schalekamp T. e.a. (red.) 'Commentaren medicatiebewaking Pharmacom Medicom'; Stichting Health
Base, Houten 2000.
 Stockley I., Drug Interactions, The Pharmaceutical Press, London (UK), 4'th edition 1996
 Walker R. & Edwards C. 'Clinical Pharmacy and Therapeutics.', Churchill Livingstone, Newyork (USA),
3'th edition 1996.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
22. Literatuurstudie ter voorbereiding van de verhandeling
Doelstellingen
1 de aandacht van de studenten vestigen op de veelzijdigheid aan informatie en kennis die noodzakelijk is
i.v.m. farmaceutische specialiteiten en op het verschil in toegankelijkheid tussen het informatie-aanbod en
de hun bekende vormen ten overstaan van de wetenschappelijke literatuur.
2 het zelfstandig opzoeken en verwerken van informatie bevorderen, waarbij de methodologie van
literatuuropzoekingen dient aangeleerd te worden en waarbij de student dient blijk te geven van kritisch
inzicht bij het selecteren van informatie.
Begintermen
Cursus farmacologie
Inhoud
De studenten uit de richting farmaceutische zorg die geen klinische stage lopen, dienen een verhandeling
voor te leggen opgesteld op basis van een uitgebreid literatuuronderzoek omtrent geneesmiddelen of
aanverwante producten onderzocht, samengesteld, geproduceerd en in de handel gebracht door de
farmaceutische nijverheid via officina's en ziekenhuisapotheken.
De onderwerpen van de individuele werken zijn gegroepeerd rondom een aantal jaarlijks vastgelegde
thema's. De onderwerpen uit een bepaald thema hebben meestal betrekking op geneesmiddelen met een
gemeenschappelijk werkingsmechanisme teneinde een onderlinge uitwisseling van informatie te bevorderen.
De studenten krijgen een algemene inleiding over literatuuropzoekingen en kunnen rekenen op een
individuele begeleiding door de bibliothecaris van de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen voor hun
onderzoek.
Onderwijsactiviteiten
Verstrekken van informatie over de aangeboden onderwerpen, de methodologie van informatie-opzoekingen,
enz... Begeleiden van het uitwerken van de eindverhandelingen. Voor de veelvuldige contacten en
terugkoppelingsmomenten tussen student en begeleider wordt persoonlijk afgesproken.
Examenvorm
Dit vak wordt niet afgesloten door een examen. De quotering gebeurt op basis van een continue evaluatie
van de student (inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen,…) en de kwaliteit van de
verhandeling. Een mondeling voorstelling gebeurt in het laatste jaar.
Studiemateriaal
Bibliotheek en wetenschappelijke gegevensbanken (documentatiemateriaal ter beschikking van de
studenten).
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
23. Stage in een ziekenhuisapotheek
Doelstelling
De student “Gezondheidszorg” een eerste contact bezorgen met de apotheekpraktijk en gedurende deze
weliswaar korte stageperiode de zwaartepunten van de farmaciepraktijk leren kennen. Zo wordt voor hem de
deur, die toegang verleent tot de beroepsuitoefening, op een kier gezet. Immers, deze stage blijft een
voorbereiding op de apotheekstage gedurende het laatste studiejaar doch ze laat toe om de link te leggen
tussen theorie en praktijk en vice versa en dit gedurende de opleiding en niet enkel op het einde ervan. Dat
deze eerste kennismaking met de apotheekpraktijk plaatsvindt in een ziekenhuisapotheek biedt menig
voordeel zoals het contact met integrale kwaliteitszorg. Daarenboven leert het grootste aantal studenten de
openbare apotheek kennen gedurende hun apotheekstage van het derde jaar apotheker.
Begintermen
Alle tot in het tweede apothekersjaar gevolgde vakken vormen de basiskennis, die vereist is om deze stage
met vrucht door te maken.
Inhoud
Tijdens de stage wordt een eerste kennis gemaakt met verschillende aspecten van de apotheek. Voor
bepaalde topics zal deze kennismaking zich beperken tot een toezien of meevolgen ; voor andere kan de
daad bij het woord gevoegd worden.
Specifieke aandachtspunten kunnen zijn :
1. Structuur, organisatie en beheer van de ziekenhuisapotheek
2. Kwaliteitszorg bij de geneesmiddelenbereiding
3. Geneesmiddelendistributiesysteem en -voorraadbeheer
4. Informatieverstrekking over het geneesmiddel
5. Medisch en verzorgingsmateriaal
6. Diverse aspecten
Onderwijsactiviteiten
Er wordt een introductiesessie georganiseerd waarin de studenten wordt uitgelegd hoe ze de stage kunnen
doormaken met het doel hogervermelde doelstellingen te realiseren. Tevens worden de voorschriften voor
het opmaken van het stageverslag medegedeeld.
Examenvorm
De toekenning van een examenpunt gebeurt door de Stagecommissie op basis van:
a) de beoordeling van het stageverslag
b) de beoordeling van het stagerapport
Studiemateriaal
Cursussen van diverse basisvakken.
Naslagwerken aanwezig in de ziekenhuisapotheek zoals: Informatorium Medicamentorum, Compendium
van Farmaceutische Specialiteiten, Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium, courante
farmaceutische tijdschriften voor de ziekenhuiswereld (zoals farmacon), documentatie verstrekt door
farmaceutische firma’s, meestal toegang tot Medline.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
24. Fysische farmacie
Doelstellingen
De doelstelling van deze cursus is de student(e) de fysico-chemische principes aan te leren die aan de basis
liggen van 1/ de formulering en bereiding van een farmacologisch actief molecule in een stabiel en
therapeutisch efficiënt geneesmiddel en 2/ de vrijzetting van het farmacologisch actief molecule uit de
doseervorm in het lichaam.
Begintermen
Kennis van geneesmiddelenformulering, scheikunde, natuurkunde; begrippen van thermodynamica
Inhoud
In een eerste deel worden een aantal eigenschappen van geneesmiddelen in de vaste toestand en in
oplossing besproken ((pseudo)polymorfie, oplossingen en oplosbaarheid, dissolutie, diffusie, complexatie).
In het tweede deel van de cursus wordt aandacht besteed aan colloïdale systemen en hun eigenschappen
(oppervlakte-aktieve moleculen, polymeren, interfaciale fenomenen, begrippen van rheologie).
Aansluitend hierop vormt de bespreking van meerfazige farmaceutische systemen zoals (micro)emulsies,
crèmes en suspensies het onderwerp van het derde deel.
Tenslotte wordt in een laatste deel aandacht besteed aan de stabiliteit van geneesmiddelen (kinetiek van de
chemische decompositie van zuivere farmaca en farmaca verwerkt in een doseervorm).
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege
Examenvorm
Schriftelijk examen waarbij vooral wordt gepeild naar inzicht in de leerstof.
Studiemateriaal
Kopieën van transparanten
Physicochemical principles of pharmacy (A.T. Florence and D. Attwood)
Physical pharmacy (A. Martin)
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
25. Onderzoekswerk
Doelstellingen
Het onderzoekswerk beoogt de student kennis te laten maken met de wijze waarop experimenteel
wetenschappelijk onderzoek gevoerd wordt, en beoogt tevens verdere interesse te wekken voor het
wetenschappelijk gebeuren. Algemeen worden door deze begeleide zelfstudie tevens verschillende
vaardigheden verder uitgediept zoals informatiegaring en verwerking, de kritische reflectie over een
hypothese of stelling, het schrijven van een wetenschappelijk verslag en het geven van een heldere
mondelinge presentatie.
Begintermen
De aangeboden onderzoeksonderwerpen zijn zeer divers en kunnen eventueel enige voorbereiding vergen.
De adequate keuze van onderwerpen door de betrokken begeleiders, de kennis der basiswetenschappen
opgedaan in de voorgaande jaren, en de specifieke interesse van de student voor eerder analytisch,
chemisch, biochemisch of fysicochemisch onderzoek, moeten een voldoende basis bieden voor deze
begeleide onderzoeksstage. Specifieke literatuur als introductie tot het gekozen onderwerp zal de student
aangereikt worden.
Inhoud
De studenten verrichten gedurende het tweede apothekersjaar dertien weken onderzoekswerk in een
laboratorium. Er kan hierbij in principe door de student gekozen worden uit de laboratoria van alle lesgevers
(Zelfstandig Academisch Personeel) betrokken bij de opleiding tot apotheker, inclusief lesgevers die behoren
tot een andere faculteit. De student neemt zelf contact op met het hoofd van het laboratorium.
Om de student toe te laten een gemotiveerde keuze te maken, stelt iedere betrokken lesgever een
geactualiseerde nota ter beschikking waarin de onderzoeksactiviteit van het laboratorium bondig wordt
toegelicht. Deze nota's worden gebundeld en in de loop van de maand oktober overgemaakt aan de
studenten, samen met de onderhavige procedure. Bovendien wordt jaarlijks, op drie woensdagnamiddagen
in de loop van de maand november, een "opendeur-namiddag" georganiseerd, waarop studenten de
laboratoria kunnen bezoeken en vragen kunnen stellen aan assistenten en professoren.
De student kiest 5 onderzoekslaboratoria waar hij onderzoekswerk wil verrichten en rangschikt deze volgens
zijn voorkeur. Hij maakt deze keuze bekend ten laatste op 1 december. Dit gebeurt best via de
jaarverantwoordelijke die de lijst met keuzes overmaakt aan het studentensecretariaat van de F.F.W.
De eigenlijke voorstelling en verdediging van de verhandeling gebeurt in het derde apothekersjaar.
Onderwijsactiviteiten
De student wordt de gelegenheid gegeven om - via contacten en terugkoppelingsmomenten met de
begeleider en medewerkers van het laboratorium - de kennis betreffende het onderwerp uit te diepen alsook
de wijze van voorstellen en verdedigen van de bevindingen (belangrijk voor de voorstelling in het laatste jaar)
te optimaliseren.
Examenvorm
Dit vak wordt niet afgesloten door een examen. De quotering gebeurt op basis van een continue evaluatie
van de student (inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen,…) en de kwaliteit van de
verhandeling. Een mondelinge voorstelling en verdediging van de verhandeling gebeurt in het laatste jaar.
Studiemateriaal
De nodige basiswerken en wetenschappelijke artikels om het onderzoeksonderwerp in te leiden zullen door
de betrokken begeleiders ter beschikking gesteld worden. De student zal tevens vertrouwd gemaakt worden
met het opzoeken van de benodigde literatuur via databanken en wetenschappelijke tijdschriften.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
26. Farmaceutische Technologie
Doelstellingen
Deze cursus heeft tot doel de student een inleiding te geven tot de industriele formulering en bereiding van
geneesmiddelenvormen.
Daar waar in de cursus farmaceutische technologie van de specialisatie-opleiding tot industrie-apotheker het
proces wordt genomen als uitgangspunt, wordt in deze cursus uitgegaan van de farmaceutische
vorm/specialiteit.
Begintermen
Kennis van geneesmiddelenformulering
Inhoud
Uitgaande van drie groepen van preparaten wordt de industriele fabricage van farmaceutische specialiteiten
verduidelijkt:
 Tabletten met onmiddellijke vrijstelling van het farmacon
 Capsules en tabletten met gecontroleerde vrijstelling van het farmacon
 Parenteralia en implantaten
Voor elke groep zal een aantal specialiteiten worden besproken en ontleed. Op basis van het gewenste
vrijstellingspatroon, en a.d.h.v. de aanwezige hulpstoffen in deze specialiteiten, zullen de verschillende
deelaspecten van de bereiding / fabricage worden besproken.
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege
Examenvorm
Schriftelijk examen waarbij kennis en inzicht in de materie worden geëvalueerd
Studiemateriaal
Kopieën van transparanten
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
27. Experimentele geneesmiddelenvormen
Doelstellingen
Deze cursus heeft tot doel de student een overzicht te geven van geneesmiddelenvormen en technologiën
die zich momenteel nog in een experimenteel stadium of in de eerste fazen van het klinisch onderzoek
bevinden.
Begintermen
Kennis van geneesmiddelenformulering, scheikunde, natuurkunde
Inhoud





(biodegradeerbare) Micro – en nanopartikels
Liposomen en solid lipid nanopartikels
Polymeer – drug conjugaten
Bioadhesieve geneesmiddelenvormen
Niet-virale gentherapie
Naast de situering en definitie van deze nieuwere technologiën, zal de formulering, de bereiding, en de
eigenschappen (fysicochemisch, stabiliteit en vrijstellingspatroon) worden besproken.
De kritische bespreking van voorbeelden uit de wetenschappelijke en patentliteratuur moet de student in
staat stellen deze nieuwe systemen in de juiste context te plaatsen, evenals de toegevoegde waarde ervan
te evalueren t.o.v. de klassieke systemen.
De wijze waarop deze cursus geconcipieerd is, laat toe om in te spelen op de laatste ontwikkelingen.
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege
Examenvorm
Schriftelijk examen waarbij kennis en inzicht in de materie wordt geëvalueerd
Studiemateriaal
Kopieën van transparanten en recente wetenschappelijke artikels
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
28. Kwantitatieve farmacokinetiek en toepassingen
Doelstellingen
In het vak worden eerst de begrippen aangebracht die toelaten de beschrijving van het gedrag van een
geneesmiddel in het organisme op kwantitatieve wijze uit te drukken. Aan de hand van dergelijke begrippen
wordt wel duidelijk hoe een voorspellende dimensie kan verbonden worden aan het kwalitatief inzicht omtrent
het farmacokinetisch gedrag van een geneesmiddel.
Verder worden de praktische toepassingen van farmacokinetische begrippen aangeleerd aan de hand van
voorbeelden op het vlak van aanpassingen van de posologie en ontwikkeling van farmaceutische
geneesmiddelenvormen.
Begintermen
De beschrijving van de basisregels die bepalen hoe een geneesmiddel in het organisme geraakt, erin wordt
verdeeld, en eruit wordt verwijderd vormen het onderwerp van een truncusvak. Hierop wordt verder gebouwd
om er voornamelijk de kwantitatieve aspecten aan toe te voegen.
Inhoud
Een korte inleiding geeft een uiteenzetting over de recente ontwikkeling van farmacokinetiek en biofarmacie
in het kader van de moderne farmaceutische wetenschappen. Hierbij worden de banden met, en de impact
van ontwikkelingen van andere disciplines verduidelijkt (galenische farmacie, analytische chemie,
farmacologie, informatica), en de toepassing van farmacokinetische begrippen wordt gesitueerd in het kader
van de ontwikkeling van geneesmiddelen.
De kwantitatieve beschrijving van het concentratieprofiel van een geneesmiddel in het organisme legt de
nadruk op de concepten eerder dan op de wiskundige aspecten, en omvat de volgende onderdelen :
 de basisbegrippen die toelaten over te stappen van empirische observatie naar een theoretische
beschrijving en voorspelling van bloedspiegels van farmaca;

de klassieke compartimentele analyse die gehanteerd wordt om farmacokinetische parameters af te
leiden (halfwaardetijd, verdelingsvolume, klaring, ...)

de summiere beschrijving van de analyse van gegevens gebaseerd op de statistische momenten theorie
(niet compartimentele benadering), en de toepassing ervan om biofarmaceutische parameters te bepalen
(biologische beschikbaarheid, absorptie kinetiek, gemiddelde verblijftijd, …)

een inleiding tot de basisbegrippen die toelaten het verloop van de uitwerking van een geneesmiddel te
beschrijven aan de hand van het bloedspiegelprofiel (PK/PD).
De toepassing van deze begrippen wordt geïllustreerd aan de hand van een aantal oefeningen en
voorbeelden op het vlak van posologie aanpassingen, bepalen van biologische beschikbaarheid, enz…
Het gebruik van farmacokinetische software wordt geïllustreerd in een aanloop tot verdere zelfstudie.
Onderwijsactiviteiten
Onderwijs onder de vorm van hoorcolleges. Afzonderlijk college of seminarie over oefeningen, voorbeelden,
en gebruik van software.
Examenvorm
De evaluatie gebeurd op basis van een schriftelijk examen en een werkstuk omtrent de praktische
toepassingen van farmacokinetiek.
Studiemateriaal
De studenten beschikken over een kopie van alle transparanten en illustraties gebruikt tijdens de
hoorcolleges. Een CD-Rom met een verzameling van bijkomend studiemateriaal en software wordt ter
beschikking gesteld.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
29. Preformulatie
Doelstelling
De voornaamste doelstelling van de cursus preformulatie is de student vertrouwd te maken met de fysische,
chemische en biofarmaceutische eigenschappen van een molecule die van belang zijn bij de selectie van
kandidaat-geneesmiddelen en bij de ontwikkeling van een farmacologisch actief product tot een
therapeutisch doeltreffend en stabiel farmaceutisch preparaat.
Begintermen
Basiskennis van (1) de fysicochemische eigenschappen van geneesmiddelen en farmaceutische
grondstoffen en (2) farmaceutische scheikunde.
Inhoud
In een eerste deel van de cursus zullen de belangrijkste te bepalen fysicochemische eigenschappen van een
actief bestanddeel worden besproken aan de hand van specifieke voorbeelden. In een logische volgorde zal
aandacht worden besteed aan o.a. intrinsieke oplosbaarheid, dissociatieconstante, partitiecoëfficiënt,
polymorfisme, stabiliteit, kristalvorm en kristalstructuur. Deze informatie is immers richtinggevend bij de
selectie van kandidaat-geneesmiddelen en voor een verdere benadering van de formulatie van een
geneesmiddel.
In het tweede deel van de cursus zal worden ingegaan op de bepaling van de mogelijkheid van kandidaatgeneesmiddelen om biologische membranen en cellagen te passeren, om uiteindelijk de doelreceptor te
bereiken. Absorptie en membraantransport zullen worden benaderd met praktische voorbeelden.
Aangezien recombinant DNA technologie in de farmaceutische industrie de commerciële productie van
peptiden en proteinen heeft mogelijk gemaakt, zal in een derde deel van de cursus aandacht worden
besteed aan enkele fysicochemische karakteristieken nuttig bij de farmaceutische ontwikkeling van deze
biogene geneesmiddelen (chemische degradatie, fysische instabiliteit).
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege
Examenvorm
Schriftelijk examen waarbij de kennis en het inzicht in de materie worden geëvalueerd
Studiemateriaal
Kopieën van
-
tijdens de hoorcolleges gebruikte transparanten
recente artikels ter illustratie van de leerstof
additionele nota's
Physicochemical principles of Pharmacy (Florence and Attwood)
Physical Pharmacy (Martin)
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
30. Kwantitatieve farmaceutische analyse
Doelstellingen
Bedoeling van deze cursus is een grondig overzicht te geven van de kwantitatieve farmaceutische analyse.
Begintermen
De kennis aangebracht door de scheikundige vakken, gedoceerd gedurende de voorafgaande studiejaren
farmacie, is voldoende als basiskennis voor dit vak.
Inhoud
De gehaltebepaling van geneesmiddelen wordt besproken.
In het eerste deel worden analysemethoden overlopen die gericht zijn op de bepaling van functionele
groepen zoals alifatische en aromatische alcoholen, esters, zuren, basen en hun zouten, kwaternaire
ammoniumverbindingen, amiden, organisch gebonden halogenen en primaire aromatische amines.
Het tweede deel bevat een bespreking van geneesmiddelen, waarbij voor de kwantitatieve analyse gebruik
gemaakt wordt van complexometrie, oxidatieve methoden, ionpaartitratie, gravimetrie, spectrofotometrie en
polarimetrie.
In een derde deel wordt aandacht besteed aan een inleiding tot de monstervoorbereiding, i.e. de
voorbehandeling van een biologisch monster of een farmaceutische toedieningsvorm, die nodig is om een
geneesmiddel erin te kunnen analyseren. Komen aan bod: de verschillende technieken voor het vrijmaken
van de te bepalen verbinding uit de matrix en het verwijderen van de matrix, zoals bijvoorbeeld het neerslaan
van proteïnen, het centrifugeren, het filtreren, de vloeistof-vloeistofextractie, de vaste fase extractie, de
dialyse.
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges.
Examenvorm
Mondeling met schriftelijke voorbereiding.
Studiemateriaal
Kopieën van transparanten.
Europese Farmacopee.
DAB-10 Kommentar, Wissenschaftliche Verlagsgesellschaft mbH, Stuttgart, Govi-Verlag GmbH, Frankfurt,
1997.
Quantitative Chemical Analysis, Fifth Edition, Daniel C. Harris, W.H. Freeman and Company, New York,
1999.
Deze werken zijn voorhanden in de faculteitsbibliotheek.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
31. Chemometrie
Doelstellingen
Chemometrie is een chemische discipline die met behulp van wiskunde, statistiek en logica toelaat om :
(a) de meest optimale experimenten te selecteren die in een onderzoek moeten uitgevoerd worden.
(b) een maximum aan relevante informatie te extraheren uit de (soms enorme hoeveelheid) experimentele
data, zoals die ook in farmaceutisch onderzoek geproduceerd worden.
(c) die informatie te gebruiken om processen beter te begrijpen, te optimaliseren en te controleren.
Het spreekt voor zich dat de chemometrie vele toepassingen kent in de farmaceutische industrie. Het is de
bedoeling van deze cursus om de studenten vertrouwd te maken met de basisbegrippen van de
chemometrie en in te leiden in de belangrijkste chemometrische technieken.
Begintermen
Farmaceutische data-analyse
Inhoud
1. Principale componenten analyse
Scoreplot, loadingsplot
2. Modelleren
Multiple regressie, niet-lineaire regressie, principale componenten regressie
3. Experimenteel design
Terminologie: factor, niveau, effect
Factorieel design op 2 niveaus
Fractionele factoriële designs
4. Clusteranalyse
Similariteit gebaseerd op de Euclidische en Mahalanobis afstand en op de correlatiecoëfficiënt
Hiërarchische en niet hiërarchische methoden
5. Een korte intuïtieve inleiding tot neurale netwerken en genetische algoritmen
Bovenstaande methoden zullen geïllustreerd worden met voorbeelden uit de farmaceutische praktijk. Hoewel
de concrete voorbeelden zullen gekozen worden in functie van de overige vakken en in overleg met de
betrokken docenten kunnen alvast hier enkele richtingen worden aangegeven:
Een toepassing van de modelleringstechnieken vinden we bij QSAR, voorbeelden van een experimenteel
design kunnen gehaald worden uit de farmaceutische technologie, clusteranalyse wordt o.a. gebruikt in de
bacteriologie en voor de analyse van virtuele drug libraries, neurale netwerken worden aangewend in
modellen die de absorptie van geneesmiddelen beschrijven en genetische algoritmen bij de ontwikkeling van
anti-HIV geneesmiddelen.
Onderwijsactiviteiten
(interactieve) hoorcolleges
Examenvorm
mondeling (met schriftelijke voorbereiding)
FR/24.10.2001
Studiemateriaal
-
Bijlage 2b - syllabi
kopieën van de projecties zullen ter beschikking gesteld worden
D.L. Massart, B.G.M. Vandeginste, L.M.C. Buydens, S. de Jong, P.J. Lewi, J. Smeyers-Verbeke
Handbook of Chemometrics and Qualimetrics : Part A. Elsevier, Amsterdam, 1997.
B.G.M. Vandeginste, D.L. Massart, L.M.C. Buydens, S. de Jong, P.J. Lewi, J. Smeyers-Verbeke
Handbook of Chemometrics and Qualimetrics : Part B. Elsevier, Amsterdam, 1998.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
32. Massaspectrometrie
Doelstellingen
Het belangrijkste oogmerk van dit keuzevak is de student enigszins vertrouwd te maken met een veel
gebruikte techniek voor het bepalen van de structuur van organische stoffen, namelijk massaspectrometrie
(MS). Zonder van de student een specialist te willen maken is het de bedoeling hem voldoende te wapenen
om zelf eenvoudige spectra te kunnen interpreteren, en vooral om hem in staat te stellen spectrale gegevens
of publicaties in verband met structuurbepaling met kennis van zaken te kunnen beoordelen.
Begintermen
Specifieke voorkennis is niet vereist De cursus wordt geprogrammeerd in het 2e jaar apotheker, wanneer de
student het grootste deel van zijn scheikundige en analytische opleiding achter de rug heeft.
Inhoud
apparatuur, ionisatietechnieken, het molecuul-ion, fragmentatiereacties en molecuulstructuur, analyse van
metastabiele ionen, analyse van mengsels, biomedische toepassingen.
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege met gebruik van transparanten
Examenvorm
'Open boek' examen
Studiemateriaal
Kopieën van de transparanten en aanbevolen literatuurlijst
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
33. Radiofarmaceutische analyse
Doelstellingen
De studenten inzicht verschaffen in het werkingsprincipe, de toepassings-mogelijkheden, en de manier van
gebruik van verschillende soorten instumenten voor het meten van radioactiviteit, meer bepaald in het kader
van de ontwikkeling en de analyse van geneesmiddelen en het biochemisch onderzoek.
Begintermen
Er is geen specifieke voorkennis vereist.
Inhoud
1.
Overzicht van de verschillende soorten stralingsdetectoren:
a. met gas gevulde detectoren
b. scintillatiedetectoren: vloeistofscintillatie, kunststofscintillatoren, natriumjodidedetectoren, BGOdetectoren, LSO-detectoren
c. halfgeleiderdetectoren
d. Autoradiografie: fotografische platen, fosforescerende schermen, veeldradenkamers,
gasscintillatiedetectie, filmscintillatiedetectie, micro-autoradiografie en toepassingen in het biochemisch
onderzoek
e. Dosimeters voor stralingsbeschermingsmetingen (TLD, filmdosimetrie, direkt uitleesbare dosismeters)
2.
Keuze en toepassingsmogelijkheden van verschillende soorten stralingsmeters: activiteitsmeter,
spectrometer, telsnelheidsmeter, pulsteller, dosimeter
Gammacamera voor dierexperimenteel onderzoek
3.
Meting van tritium, koolstof-14 en andere bêtastralers:
doving, meting na verbranding, scintillatiecoctails, meting in urine, faeces, bloed, bot, weefsel.
4.
Meting van radioactiviteit als detectietechniek bij chromatografische analysen:
dunnelaagchromatografie, hoge druk vloeistofchromatografie en gaschromatografie van radioactief
gemerkte geneesmiddelen en hun metabolieten.
5.
Meting van radioactiviteit in lucht: uitgeademde lucht, ventilatiegassen, werkruimte
6.
Factoren die de nauwkeurigheid van stralingsmetingen beïnvloeden.
7.
Demonstraties en oefeningen
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege gecombineerd met gezamenlijke (theoretische) oefeningen en demonstraties van verschillende
soorten telinstrumenten en meetopstellingen.
Examenvorm
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding waarbij vooral gepeild wordt naar het inzicht van de
student.
Studiemateriaal
Cursusnota’s en illustraties van meettoestellen op website.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
34. Analyse in de Bromatologie
Doelstellingen
Kennis bijbrengen over de samenstelling van het voedsel waarbij de noodzakelijke vorming wordt verstrekt
om de methoden te begrijpen en uit te voeren voor de controle van de authenticiteit en de kwaliteit van
voedingsmiddelen.
De apotheker moet bovendien een voldoende kennis hebben van mogelijke schadelijke effecten van de
voeding (voedselveiligheid).
Begintermen
Voorkennis: basis van kandidaturen en 1ste jaar apotheker.
Inhoud
1. Voedselveiligheid.
- Inleiding
- Kwantitatieve risico evaluatie
- Risicobeheersing
2. Algemene hygiëne:
- Aanwezigheid van microscopische en macroscopische onzuiverheden in voedingsmiddelen (Filth
test).
- Microbiologische zuiverheid.
3. Analyse (met inbegrip van herkomst of gebruik) van
a. Additieven
-Kleurstoffen
-Conserveermiddelen
-Anti-oxydantia
-Smaakstoffen
-Technologische hulpstoffen: emulgatoren, verdikkingsmiddelen ...
- Drijf- en verpakkingsgassen
- Varia
b. Contaminanten
- Pesticiden
- Groeibevorderaars
- Mycotoxinen
- Migranten
- PCB's, dioxine
c. Ontaarding van voedingswaren
- Vetten en oliën
- Eiwitten
Een aantal aspecten van de hoorcolleges worden verduidelijkt aan de hand van praktische oefeningen, zoals
de bepaling van PCB's, dioxine, anti-oxydantia, ... in voedingsmiddelen m.b.v. HPLC en GC.
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege en praktische oefeningen
Examenvormen
Schriftelijk
Studiemateriaal
- Cursus
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
- Official Methods of Analysis of the Association of Official Analytical Chemists; ook op CD beschikbaar in
bibliotheek van de Faculteit (uitleenbaar)
- Internet:
www.europa.eu.int/eur-lex/nl/lif/index.html
www.europa.eu.int/comm/food/index_nl.html
www.epa.gov/safewater/
www.fda.gov/default/htm
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
35. Bio-organische synthese
Doelstellingen
De bedoeling van deze cursus is de scheikunde uit te leggen die aan de basis ligt van de synthese en de
eigenschappen van een aantal belangrijke biologische macromoleculen. De kennis hiervan laat toe om een
beter inzicht te verwerven in de toepassingen van deze moleculen zoals DNA-chip technologie,
biochemische testsystemen, toepassingen in de combinatoriële synthese en katalyse.
Begintermen
Een goede kennis van de organische scheikunde en de biochemie is noodzakelijk.
Inhoud
1 Chemische synthese en eigenschappen van DNA en RNA
2 Chemische synthese en eigenschappen van peptiden en proteinen
3 Chemische synthese en eigenschappen van oligosacchariden
4 Bioorganische catalyse
5 Enzymen in organische synthese
6 Principes van combinatoriele chemie
7 Oplosbaarheidsproblemen en de synthese van prodrugs
Onderwijsactiviteiten
Projectwerk en seminaries
Examenvorm
Permanente beoordeling
Studiemateriaal
Hoofdstukken uit handboeken worden ter beschikking gesteld
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
36. NMR-spectroscopie
Doelstellingen
Het belangrijkste oogmerk van dit keuzevak is de student enigszins vertrouwd te maken met een veel
gebruikte techniek voor het bepalen van de structuur van organische stoffen, namelijk kernmagnetische
resonantie (NMR). Zonder van de student een specialist te willen maken is het de bedoeling hem voldoende
te wapenen om zelf eenvoudige spectra te kunnen interpreteren, en vooral om hem in staat te stellen
spectrale gegevens of publicaties in verband met structuurbepaling met kennis van zaken te kunnen
beoordelen.
Begintermen
Specifieke voorkennis is niet vereist. De cursus wordt geprogrammeerd in het 2e jaar Apotheker, wanneer de
student het grootste deel van zijn scheikundige en analytische opleiding achter de rug heeft.
Inhoud
NMR-principe en apparatuur met nadruk op de puls-Fourier transformatie opnametechniek; chemische
verschuiving, 1H- en 13C spin-spin koppelingspatronen en hun relatie met molecuul- structuur; homo- en
heteronucleaire bestraling, NOE-effecten en relaxatietijden, variabele temperatuur-spectra, shiftreagentia;
19F-, 31P-NMR en inleiding tot 2D-NMR. Dit alles wordt besproken aan de hand van treffende voorbeelden
uit het gebied van antibiotica en antivirale middelen .
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege met gebruik van transparanten
Examenvorm
'Open boek' examen
Studiemateriaal
Kopieën van de transparanten en aanbevolen literatuurlijst
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
37. Moleculaire modelling
Doelstellingen
Kennismaking met de fysicochemische achtergrond van moleculaire interacties en hoe deze worden
aangewend voor receptorherkenning. De student aanleren hoe men computer programma's moet gebruiken
om de gegevens van structurele studies om te zetten in een moleculair model. Dit model kan dan worden
gebruikt om liganden te voorspellen met hoge bindingsaffiniteit. Tevens worden de principes uitgelegd van
structuur-activiteitstudies.
Begintermen
Een goede kennis van de fysica, wiskunde en scheikunde is noodzakelijk.
Inhoud
0. Inleiding
0.1 op zoek naar leads voor geneesmiddelenontwerp: screening versus ontwerpen
0.2 de cyclus voor rationeel geneesmiddelenontwerp
1. Moleculaire interacties: energie en geometrie
1.1 van der Waals
a. potentiele energiefunctie
b. radii
1.2 elektrostatica
a. atomaire partiele ladingen
b. elektrostatische potentiaal in water: Poisson Boltzmann vergelijking
1.3 waterstofbruggen
a. afstands- en hoekafhankelijkheid
b. sterkte: in vacuo versus in water
1.4 entropieveranderingen
a. moleculaire translatie en rotatie
b. conformatie
1.5 solvatatie en hydrofobe interacties
1.6 voorbeelden
a. DHFR + methotrexate
b. beta-lactamase + ampicilline
2. Kwantitatieve beschrijving van interacties: krachtvelden
2.1 Potentiele energiefuncties
2.2 Voorbeelden
a. MM2
b. DISCOVER
3. Driedimensionale Databanken
3.1 Potentiele leads voor geneesmiddelenontwikkeling
a. experimenteel: Cambridge Structural Database
b. voorspeld: Available Chemicals Directory 3D
3.2 Receptoren
a. Eiwitstruktuurbepaling door Roentgendiffractie
b. Gekende eiwitstrukturen: Protein Databank Brookhaven
4. Ontwerpen van geneesmidddelen: Voorspellen van receptor - ligand complexen
4.1 Gekende receptor
a. docking
b. in situ opbouw
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
c. linking
d. voorbeelden
e. beperkingen
i. conformationele flexibiliteit
ii. niet-perfecte krachtvelden
iii. vereiste kennis van synthese en farmacodynamica
4.2 Onbekende receptor
a. homologie modeling
b. QSAR
5. Software, databases en internet links
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges, demonstraties en oefeningen
Examenvorm
Mondeling examen en uitwerken van een praktisch probleem
Studiemateriaal
Handboeken
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
38. Genetica
Algemene situering
De identificatie van de genetische basis van een reeks aandoeningen krijgt een steeds belangrijkere plaats in
de moderne geneeskunde. Dit heeft zowel een invloed op de diagnostiek als op de therapie of preventie.
Dit vak is nuttig voor de apotheker die in deze materie als een belangrijke informatieverstrekker kan
beschouwd worden.
Doelstellingen
Kennis en inzicht verwerven in de genetische oorzaken van aangeboren en verworven aandoeningen.
Inzichten verwerven in de mogelijkheden van genetische diagnostiek (pre-implantatie, prenataal, postnataal)
en ‘genetic counseling’. Ook dienen de studenten een idee te verkrijgen van de ethische implicaties.
Begintermen
Kandidaatsdiploma farmaceutische wetenschappen
Sterk verwante cursussen zijn Medische Biochemie (diagnostiek), Farmaceutsche Biotechnologie
(methodologie). Er is ook een duidelijke link met de cursus fysiopathologie.
Inhoud
De basisprincipes van erfelijkheid.
- Mendeliaanse overerving, dominante en recessieve kenmerken en defecten.
- Niet-mendeliaanse overerving : epigenetische factoren en imprinting.
- Multifactoriële aandoeningen.
- Polymorfismen, de evolutietheorie.
De moleculaire basis van monogene aandoeningen.
- Puntmutaties, deleties, inserties, inversies, intrachromosomale rearrangements en genconversies.
- De trinucleotide expansies.
- Somatische versus kiemcelmutaties en “germline-mosaicism”.
- Mucoviscidose.
Chromosomale afwijkingen.
- Fenomenen als anafase-lagging en non-disjunction, meiose I en meiose II fouten versus postzygotische
evenementen worden uitgelegd. Aneuploïdies, polyploïdies, (uniparentele) disomies, (partiële) trisomies,
mosaïcisme, chimeren, enz. en de fenotypische implicaties ervan worden geïllustreerd a.h.v. voorbeelden.
- Numerieke afwijkingen in de geslachtschromosomen.
- Translocaties.
- Down-syndroom.
- Epigenetische fenomenen, o.a. imprinting.
Stamboomanalyse en populatiegenetica.
- Segregatie-analyse.
- Koppelingsonderzoek (linkage-analyse).
- Beginselen van populatiegenetica.
De geslachtschromosomen.
1. Het X-chromosoom :
- X-inactivatie en Xist ; pseudo-autosomale regio’s
- X-gebonden monogenetische aandoeningen.
2. Het Y-chromosoom :
- phylogenetische oorsprong
- De genetische inhoud van het chromosoom
Het mitochondriaal genoom.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
Moleculaire basis van kanker, familiale vormen van kanker.
- Borstkanker
- Colonkanker
- Knudson hypothese
- Somatische mutaties in oncogenen en tumor-suppressorgenen
- De leukemia’s
DNA-diagnositiek
- Onderscheid tussen direct en indirect genetisch onderzoek
- Prenataal genetisch onderzoek
- Pre-implantatie diagnostiek
De genetische raadpleging.
- “Counselling”
- Predictief onderzoek : ziekte van Huntington als voorbeeld.
- Ethische beschouwingen bij genetisch onderzoek.
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges, geïllustreerd met Powerpoint presentaties en videofragmenten.
Examenvorm
Schriftelijk examen.
Studiemateriaal
Er wordt een syllabus ter beschikking gesteld. Dezelfde tekst zal beschikbaar zijn op het Web, met daarin
links naar interessante sites.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
39. Cellulaire immunologie
Doelstellingen
De studenten vertrouwd maken met de basismechanismen van natuurlijke en verworven verdediging.
Vertrekkend van de basiskennis van biochemie en celbiologie, wordt gepoogd om de werking van cellen en
moleculen bij de verdediging duidelijk te stellen. Voor de studenten geneeskunde, tandheelkunde, farmacie
en certificaat biotechnologie moet dit leiden tot een inzicht in klinische toepassingen in de diagnostiek van
ziekten en in de behandeling door vaccinaties en nieuwe vormen van immunotherapie (bijvoorbeeld met
cytokinen, celtherapie, transplantatie, monoklonale antilichamen)
Begintermen
Om het studiemateriaal optimaal te kunnen benutten is basiskennis van biochemie en celbiologie belangrijk.
Alhoewel in principe alle biomoleculen aan bod komen, ligt de nadruk bij de voorkennis op de eiwitbiochemie
en de regels van het genetische informatiestroom (DNA geeft mRNA geeft eiwit). Bij de voorkennis van de
(cel)biologie behoort essentiele genetica, celstructuur en organisatie van meercellige organismen.
Inhoud
1.Inleidende begrippen : immunologische barrieres, natuurlijke en verworven immuniteit, cellen en
mediatoren van het immuunsysteem, onderscheid tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd, acute en
chronische ontstekingsreacties, leukocytose en acuut-fase reactie
2.Antistoffen : moleculaire domeinstructuur, klassen en subklassen, de genetische basis van diversiteit,
monoklonale antistoffen
3.T-cellen en leukocytenmerkers : T-celreceptorcomplex; FACS-analyse, celadhesiemoleculen, activatie van
lymfocyten
4.Antistofvorming in vivo : primair en secundair immuunantwoord, vaccinatie, verschillen tussen peptideantigenen en andere antigenen, bloedgroepen en HLA-antigenen
5.Mechanismen van aspecifieke verdediging : fagocytose, killing, proteasen, perforinen, chemotaxis,
celactivatie
6.Complement : structuur en functie, activatie via de klassieke, de alternatieve en de mannose-afhankelijke
wegen, regulatie van het complement en complementreceptoren
7.Celinteracties in het immuunsusteem : Th-, Tc-cellen, cytokinen, membraaninteracties, eerste en tweede
signaal
8.Antigeenpresentatie : MHC-klassen en presentatie van (glyco)peptide-antigeen, polymorfe natuur van de
HLA-genen
9.Overgevoeligheidsreacties : type I, type II, type III, type IV
10.Tolerantie en transplantatie
11.Auto-immuniteit
12.Tumorimmuniteit
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege. De studenten worden (optioneel) uitgenodigd om een eenvoudig boek van Medische
Immunologie (Playfair and Lydyard) te verwerken. Dit boekje bevat "tutorials" met vragen en antwoorden.
ijdens de colleges wordt sporadisch gebruik gemaakt van transparanten, diapositieven, cinematografie van
moleculaire complexen in 3Di, en ander didactisch materiaal. De student kan door het overnemen van
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
tekeningen op het bord bepaalde structuren en functies "in de hand" krijgen. Door middel van
overzichtsvragen wordt gepoogd om de gradueel opgebouwde feitenkennis in een breder kader te
integreren. Voor elke specifieke studierichting worden voorbeelden uit de praktijk verduidelijkt. Klinische
toepassingen en recente ontwikkelingen in diagnostiek en therapie worden benadrukt.
Examenvorm
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding of schriftelijk examen. Lukraak drie hoofdvragen van het
type overzichtsvragen (zie hierboven), telkens op 5 punten. Daarnaast, een veelvoud van 5 detailvragen, in
totaal, op 5 punten. Bij deze examenvorm wordt meestal een goede globale kennis geobserveerd naast een
goede detailkennis.
Studiemateriaal
Nederlandstalige gescheven syllabus met illustraties (zonder copyright) en met overzichtsvragen (Medicauitgave 2000). Aanbevolen tekstboek : Medical Immunology made memorable, second edition, J.H.L. Playfair
and P.M. Lydyard (Churchill Livingstone, 2000). Voor de meer geinteresseerden : Immunology, second
edition, J. Klein and V. Horejsi (Blackwell Science,1999).
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
40. Moleculair biologische onderzoekstechnieken
Doelstellingen
Kennis maken met diverse onderzoeksmethoden die de basis vormen van het moderne biomedisch
onderzoek. Het selecteren en toepassen van deze methoden in specifieke probleemstellingen.
Begintermen
Kandidaatsdiploma farmaceutische wetenschappen.
Farmaceutische biotechnologie.
Inhoud
Cel en weefselkweek
Primaire en getransformeerde cellijnen
Media
Transfectie van cellen
Systemen om eiwitten tot expressie te brengen
In vitro transcriptie en translatie
Prokaryoten
Gisten
Het gebruik van ‘tags’ voor de opzuivering van eiwitten
Zoogdiercellen (transfectie, virale vectoren)
Systemen om DNA-eiwit interacties aan te tonen
One-hybrid assay
Electrophoretic mobility shift assay
DNA footprinting
Systemen om eiwit-eiwit interacties aan te tonen
Two-hybrid and three-hybrid assay in prokaryoten, gisten en zoogdiercellen
Phage display
Co-precipitatie (crosslinking, pulse-chase labeling)
Transgenese
Overexpressie van een eiwit
Gen knock-out en conditionele knock-out
Het gebruik van reporter genen (GFP, -galactosidase)
Beginselen van genomics en proteomics
Databanken
Microarrays
Tweedimensionele gelelectroforese
Onderwijsactiviteiten
Hoofdzakelijk onder vorm van begeleide zelfstudie.
Examenvorm
Dit vak wordt niet afgesloten met een examen. De quotering gebeurt aan de hand van een continue evaluatie
op basis van inzet, initiatief, interpretatievermogen, rapportering, …
Studiemateriaal
Bibliotheek, electronische databanken, wetenschappelijke tijdschriften, …
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
41. Fysicochemie van biologische systemen
Doelstellingen
Inzicht verwerven in de fysicochemische principes die de grondslag vormen voor (complexe) biologische
interacties (vb. receptor-ligand, transcriptiefactoren …). Interferentie met dergelijke interacties of het aangaan
van interacties met biologisch actieve moleculen verklaart dikwijls, zo niet altijd het moleculair
werkingsmechanisme van geneesmiddelen. De daarbij verbonden experimentele methoden om deze
interacties kwalitatief en kwantitatief te evalueren worden bovendien regelmatig gebruikt in het biomedisch
en farmacologisch onderzoek.
Begintermen
Eerste jaar Apotheker, optie biofarmaceutische wetenschappen
Inhoud
1. Inleiding


Overzicht thermodynamische begrippen en wetmatigheden
Overzicht van de belangrijkste moleculaire interactieprincipes
2. Interacties tussen moleculen






Opstellen van bindingsfuncties en partitiefuncties
Principe van gekoppelde functies
Coöperativiteit en allosterie
Binding aan lineaire roosters (b.v. nucleïnezuren), overlappende bindingsplaatsen (vb. eiwitnucleïnezuur interacties)
Binding aan oppervlakte roosters (membranen)
Experimentele bindingsstudies: titraties, evenwichtsdialyse, flow-dialyse, kolomtechnieken, Surface
Plasmon Resonance
3. Kinetische Studies van de interactie van moleculen



Associatie-, dissociate-, verplaatsings- en competitietechniek
Diffusie
Experimentele technieken
Inclusief illustraties op basis van biomedische/farmaceutische toepassingen
Onderwijsactiviteiten
Interactief hoorcollege, PC-oefeningen, leesopdrachten.
Examenvorm
Schriftelijk examen met beperkte mondelinge verdediging.
Studiemateriaal



Cursus van docent
Physical Chemistry: Principles and Applications in Biological Sciences, 4th edition,
Tinoco I., Sauer K., Wang J.C. & Puglisi J.D. (2001), Prentice Hall. ISBN: 0-13-095943-X
Internationale publicaties.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
42. Religie, zingeving en levensbeschouwing
Doelstellingen
Deze cursus beoogt elementen aan te reiken van een bijbels denken. De bijbel is geen "curiosum" of
"speciosum", dat om bewaring vraagt in een museum als een getuige van een voorgoed voorbije cultuur
zoals de Azteken in Mexico. Hij is ook vandaag een bron om uit te leren en te leven, en dit niet enkel voor
gelovigen of voor specialisten en professionelen, maar voor iedereen.
Begintermen
Geen specifieke voorkennis vereist.
Inhoud
Het eerste hoofdstuk peilt naar de mogelijkheid en eigen aard van een bijbels denken, dat tevens een
algemeen menselijke communicatiekracht bezit. In de daarop volgende hoofdstukken wordt deze
benaderingswijze geconcretiseerd in een `door-denkende' dieptelezing van een aantal bijbelteksten, boeken
en verhalen.
Er wordt een keuze gemaakt uit:
het eerste scheppingsverhaal en onze verantwoordelijkheid voor het milieu;
het boek Job: lijden en dood en de crisis van het Godsgeloof;
Jezus' verkondiging van het Rijk Gods en de ethische implicaties van de christelijke Godsbelijdenis;
onze verhouding tot de ander (vanuit het verhaal van de barmhartige Samaritaan) en de grenzen aan de
naastenliefde (vanuit het verhaal van Abram en Sara);
het probleem van het moreel kwaad: de ernst van het kwaad, woede en wraak, oordeel en vergelding,
vergeving (vanuit het verhaal van Nabot en zijn wijngaard).
Onderwijsactiviteiten
De doceervorm bestaat uit contacturen met gelegenheid tot vragen stellen en discussie tijdens de
uiteenzettingen.
Examenvorm
Het examen gebeurt mondeling met schriftelijke voorbereiding. Het antwoord op een eerste vraag, die men
bij het binnenkomen krijgt, wordt tijdens de schriftelijke voorbereiding in een samenhangend, vlot leesbaar
mini-essay uitgeschreven (max. 2 p.). Terwijl de examinator dan dit antwoord leest, krijgt de student een
tweede vraag waarbij men enkele schriftelijke notities kan maken als voorbereiding op het mondeling
antwoord. Tenslotte krijgt de student een derde vraag, waarop men onmiddellijk mondeling dient te
antwoorden.
Studiemateriaal
Als cursustekst geldt het boek: R. BURGGRAEVE, De bijbel geeft te denken. Schepping. Milieu. Lijden.
Roeping. Gods passie en de ander. Vergeving. Bevrijding van de ethiek. In gesprek met Levinas (Didachè
Reeks), Leuven, Acco, 1996 (5de ed.).
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
43. Farmaceutische Ethiek
Doelstellingen
Deze cursus beoogt criteria en oriëntaties aan te reiken om ethisch verantwoord te kunnen omgaan met een
aantal problemen die zich in de farmaceutische professie, en bijzonder in de dagelijkse praktijk van de
officina kunnen stellen.
Begintermen
Geen specifieke voorkennis vereist
Inhoud
Vooreerst wordt een beknopte schets geboden van ethiek in het algemeen. Concreet worden de
verschillende dimensies en aspecten van een zinvol ethisch leven en handelen geschetst, met bijzondere
aandacht voor het onderscheid en het verband tussen gezindheid en handelen, inclusief het driedimensioneel verantwoordelijkheidsbegrip. Hierbij aansluitend worden niet alleen de verschillende soorten
normen en hun betekenis in kaart gebracht maar ook de verschillende elementen die voor de ethische
decision-making en argumentatie in conflictsituaties belangrijk zijn.
Deze algemene achtergrondvisie wordt geconcretiseerd aan de hand van enkele specifieke ethische
kwesties, waaronder de volgende als aanbod:
De ethische en sociale `waardigheid' van de farmaceutische professie.
Het uittesten van nieuwe geneesmiddelen.
Een ethische visie op preventie van SOA, AIDS en ongewenste zwangerschap.
Verantwoord ouderschap, geboorteregeling en medisch geassisteerde bevruchting: homologe en heterologe
kunstmatige bevruchting (KIE, KID, IVF-ET, ICSI, SUZI, draagmoederschap), prenatale diagnostiek en
selectieve abortus.
Medicijnverslaving.
Stervensbegeleiding, palliatieve zorgen en euthanasie.
Onderwijsactiviteiten
De doceervorm bestaat uit contacturen met gelegenheid tot vragen stellen en discussie tijdens de
uiteennzettingen.
Examenvorm
Het examen omvat twee delen:
1 Twee vragen vanuit de cursus (tekst en contacturen). Het antwoord op de eerste vraag, die men bij het
binnenkomen krijgt, wordt volledig uitgeschreven in een samenhangend mini-essay (max. 2 p.). Het
antwoord op de tweede vraag kan men schriftelijk voorbereiden terwijl de examinator het antwoord op de
eerste vraag leest, alsook de op voorhand voorbereide casusbespreking (cfr. hieronder).
2 Een casusbespreking uit de apothekerspraktijk (officina, kliniek of labo): schriftelijk op voorhand voor te
bereiden; lengte: 2 p. (max. 2,5 p.). Deze examenpaper bevat:
een uiteenzetting van het probleemgeval (1/2 à 3/4 blz.), met de ethische problematiek die erin vervat zit;
een ethische bespreking van het probleem (1,5 à 2 blz.) aan de hand van elementen uit het ethisch
denkmodel i.v.m. gezindheid, drie-dimensioneel verantwoordelijkheidsbegrip, decision-making en ethische
argumentatie, conflictsituatie (`het kleinste kwaad'), vanuit het perspectief van het menswaardig doel, enz.
Deze paper brengt men getypt mee op het examen zelf en geeft men bij het binnenkomen aan de
examinator af.
Studiemateriaal
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
Er worden door de docent een aantal uitgeschreven achtergrondteksten en documenten ter beschikking
gesteld als ondersteuning bij en verdere uitdieping van de contacturen.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
44. Farmaceutische wetgeving en deontologie
Doelstellingen
Een overzicht van de farmaceutische wetgeving en deontologie te geven welke de basis moet vormen om
het beroep op een correcte manier uit te oefenen.
Begintermen
Geen specifieke voorkennis vereist.
Inhoud
Eerst worden een aantal juridische begrippen verduidelijkt.
De cursus vervolgt met een definitie te geven van het begrip "geneesmiddel". Verder wordt gehandeld over
het monopolie van bereiding en aflevering van geneesmiddelen en de bestaande uitzonderingen.
Vervolgens gaat het over de rechten en verplichtingen verbonden aan dat monopolie.
Een belangrijk hoofdstuk handelt over de beperkende maatregelen inzake aflevering van geneesmiddelen.
Het betreft de beperkende maatregelen van de wet van 25 maart 1964 ( verbod, schorsing, weigering van
registratie en medisch voorschrift) en de wet van 24 februari 1921 ( R.B. 6 februari 1946 op de gifstoffen,
K.B. van 31 december 1930 op de slaap-en verdovende middelen en K.B. van 2 december 1988 op de
psychotrope stoffen).
Worden vervolgens besproken: de voorwaarden tot het uitoefenen van het beroep van apotheker en de
verschillende specialisaties.
( officina-apotheker, ziekenhuisapotheker, industrieapotheker, apotheker klinisch bioloog)( K.B. N° 78 van 10
november 1967 op de uitoefening van de geneeskundige beroepen).
De farmaceutische industrie en de registratie van geneesmiddelen komen eveneens aan bod.
Vervolgens wordt gehandeld over de prijsbepaling en de terugbetaling van geneesmiddelen.
De officiële instanties die toezicht houden op dit alles worden ook opgesomd (Farmaceutische Inspectie,
Provinciale Geneeskundige Commissie).
Tenslotte wat de deontologie betreft, worden de structuur, de doelstellingen, sancties en regels van de Orde
der Apothekers uiteengezet.
Er wordt zowel een overzicht gegeven van de wetgeving bestemd voor de toekomstige officina-apotheker,
welke de meest gekozen richting is onder de afgestudeerden, als van de wetgeving inzake de
ziekenhuisfarmacie, de klinische biologie en de farmaceutische industrie.
Er rest niet voldoende tijd om de RIZIV-wetgeving te bespreken. Daarvoor bestaan andere naslagwerken.
De cursus is geen droge opsomming van teksten zoals ze in het Staatsblad verschenen zijn, maar een
commentaar hetgeen voor de lezer een groot voordeel betekent.
De wetgeving is relatief ingewikkeld; ze is verspreid over verschillende wetten en besluiten die soms 10 tot
20 maal gewijzigd werden. Ook evolueert ze zeer snel zodat het mogelijk is dat de cursus na een paar
maanden reeds gedeeltelijk voorbijgestreefd is. Het wordt dan ook aangeraden via de beroepspers de
wijzigingen later te blijven volgen om ze in de officina te kunnen toepassen.
Onderwijsactiviteiten
Enkel hoorcollege; gedurende de hoorcolleges worden voorbeelden uit de dagelijkse praktijk gegeven welke
toelaten de theoretische cursus beter te begrijpen.
Examenvorm
Schriftelijk; theoretische vragen en toepassingsvragen.
Een voldoend aantal vragen over de ganse cursus worden gesteld.
Geen voorexamens; geen prestaties gedurende het academiejaar zodat enkel kan geoordeeld worden op
basis van het eindexamen.
Studiemateriaal
Cursus "Farmaceutische Wetgeving en Deontologie" ( L. HOMBROECKX).
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
Wordt jaarlijks bijgewerkt; enkele belangrijke wetten worden uitgedeeld alsmede de giflijsten.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
45. Dringende medische hulpverlening
Doelstellingen
1 het verwerven van theoretisch wetenschappelijk inzicht in de oxygenatie van de lichaamscellen als vitaal
systeem
2 het vertrouwd worden met de pathogenese en de diagnose van het falen van de schakels in dit systeem:
de ademhalingswegen, de ademhalingsbewegingen en de circulatie
3 het ontwikkelen van de parate kennis en vaardigheid om in geval van bedreiging of uitval van de
oxygenatie reddend te kunnen optreden
Begintermen
Verwachte voorkennis: fysiologie en pathofysiologie.
Inhoud
1 Inleiding:
1.1 begrip "vitaal systeem"
1.2 de oxygenatie als vitaal systeem
1.3 de dringende medische hulpverlening in België: plaats en taak van de toevallige getuige van een
levensbedreigende situatie.
1 Pathophysiologie en kliniek van het falen van de oxygenatie:
1.1 De ademhalingswegen:
1.1.1 oorzaken van obstructie
1.1.2 herkennen van obstructie
1.1.3 therapie van obstructie
1 De bewegingen van de ademhaling: de ademhalingspomp
1.1 oorzaken van uitval
1.2 herkennen van uitval
1.3 therapie van uitval
1 De circulatie: de hartpomp
1.1 oorzaken en vormen van circulatiestilstand
1.2 herkennen van circulatiestilstand
1.3 therapie van circulatiestilstand
1 Specifieke klinische syndromen
1.1 bloeding
1.2 electrocutie
1.3 vergiftiging
1.4 hartinfarct
1.5 verdrinking
1 Praktische oefeningen in cardiopulmonaire reanimatie op oefenpop in groepen van ± 20 studenten (4 x 5
studenten per pop en per instructor)
Onderwijsactiviteiten
1 theoretische uiteenzetting met audio-visuele illustratie aan de voltallige groep studenten (minimum 3 x 2
uren)
1 praktische
oefening
aan
groepen
van
20
studenten
(zie
2.4.)
voorafgegaan door video-programma als herhaling van voornaamste punten inzake motivatie en techniek,
geïllustreerd met gevallen waarbij respectievelijk
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
1.1 de ademhalingswegen
1.2 de ademhalingswegen plus de ademhalingsbewegingen
1.3 de ademhalingswegen, plus de ademhalingsbewegingen, plus de circulatie uitvallen.
praktische oefening op oefenpoppen voorzien van registratiefaciliteiten, in 4 groepjes van 5 studenten die elk
beschikken over 1 oefenpop en 1 instructor
= aantal studenten/20 x 1u30
Examenvorm
Toetsen gebeurt naar kennis, interpretatievermogen, herkennen, begrijpen, concreet optreden en attitude
- korte mondelinge bespreking van concrete urgentiegevallen: 50% van quotering
- praktijk demonstratie op oefenpop: 50% van quotering
= pass-fail: totaal van 50% dient behaald; onvoldoende op praktijk = fail
Studiemateriaal
basistekst
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
46. Seminaries over de farmaciepraktijk
Doelstellingen
De laatstejaarsstudenten in contact brengen met een waaier aan praktische, farmacie-gerelateerde
onderwerpen die o.a. in functie van de actualiteit kunnen gekozen worden.
Begintermen
Algemene, farmaceutische vorming
Inhoud
Mogelijk onderwerpen zijn (jaarlijks te selecteren)






geschiedenis van de geneeskunde en de farmacie
parafarmacie en alternatieve geneesmiddelen
geneesmiddelen, milieu en gezondheid
farmacovigilantie
klinisch geneesmiddelenonderzoek
...
In deze seminariereeks wordt ook op recurrente basis 10 u sociale wetgeving voorzien. Dit pakket wordt als
volgt ingedeeld:
Boekdeel 1
Boekdeel 2
Boekdeel 3
Inleiding in de sociale structuren
Prijsbetaling van het geneesmiddel
Arbeidsrecht
Arbeidsovereenkomsten
Sociale Zekerheid van de wernemers en de zelfstandigen
Onderwijsactiviteiten
Seminaries
Examenvorm
Schriftelijk
Studiemateriaal
Kopieën van getoond materiaal. In het geval van sociale wetgeving is een cursus voorhanden die jaarlijks
aangepast wordt aan de evolutie van de wetgeving.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
47. Geneesmiddelenkennis
Doelstellingen
Na het volgen van de cursus moet de student in staat zijn om met geneesmiddelen te werken in een
medicofarmaceutische context.
Concreet gezien betekent dit:
 Afnemen van een therapeutisch interview vóór het afleveren van zelfmedicatie.
 Risicofactoren kunnen inschatten met betrekking tot klinisch relevante (medicamenteuze) interacties
en contra-indicaties (bij inzonderheid risicogroepen).
 Gepast doorverwijzen naar een arts.
 Een keuze kunnen maken uit een gamma bestemd voor zelfmedicatie en deze medicatie kunnen
plaatsen in een geheel van therapeutische mogelijkheden, hygiënische maatregelen inbegrepen.
 Het inschatten van de mogelijke ziektetoestand van de patiënt aan de hand van een voorschrift.
 Het geven van een zinvolle instructie over medicatie wat betreft (uit)werking, toedieningsmodaliteiten
en mogelijke andere wetenswaardigheden.
Begintermen
Om een goede wisselwerking mogelijk te maken met de praktijk doen de cursisten stage in een openbare- of
ziekenhuisapotheek. Ze hebben de cursus farmacologie (K404) met vrucht gevolgd.
Inhoud
Het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium van het Ministerie van Volksgezondheid vormt de
ruggegraat van de cursus.
De student wordt geacht een voldoende farmacologische kennis te bezitten (cfr. cursus 2de apothekersjaar).
Behandeling van de leerstof gebeurt onder andere aan de hand van patiënten waarin diverse therapeutische
klassen worden geïntegreerd.
Op een dergelijke manier maakt de student kennis met volgende onderwerpen:
 De cardiovasculaire patiënt
 De dyspeptische patiënt
 De patiënt met pijn
 De patiënt met diverse respiratoire pathologieën
 De psychiatrische patiënt
 De patiënt met endocrinologische afwijkingen
 De obese patiënt
 Preventie van tropische pathologie
 Begeleiding van de kankerpatiënt
 Gebruik van vitamines, mineralen en tonica
 De patiënt met oogklachten
 Geneesmiddelen bij risicogroepen: zwangeren, ouderlingen, kinderen en bestuurders van voertuigen
Onderwijsactiviteiten
Tijdens de hoorcolleges worden onder andere volgende hulpmiddelen gebruikt: dia's, instructieve
videobanden, toetsing.
Een deel van de kennis doet de student op via een computerprogramma met meerkeuzevragen.
Examenvorm
Het examen bestaat uit twee delen: een schriftelijk deel met meerkeuzevragen en een mondeling interview
over een casus + voorschrift. Tijdens het examen mag het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium
gebruikt worden.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
Studiemateriaal
 Laekeman G., De Vrieze V. & De Wulf I. "Geneesmiddelenkennis" : jongste versie van de cursus
uitgegeven bij ACCO.
 Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium uitgegeven door het Belgisch Centrum voor
Farmacotherapeutische Informatie. Gratis ter beschikking gesteld via Geneesmiddelenvoorlichting
K.U.Leuven.
 Farmatopics, Sofie en Farmamozaïek: softwarepakketten facultatief aan te schaffen via
Geneesmiddelenvoorlichting K.U.Leuven
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
48. Geneesmiddelenkennis: werkcollege
Doelstellingen
Na het volgen van dit werkcollege zouden de cursisten moeten in staat zijn om:
 Essentiële handelingen te verrichten met software pakketten actueel gebruikt in de apotheek
 Patiëntgericht voorschriften uit te voeren in de apotheek.
 Een instructieve voordracht te houden over medicatie voor bepaalde doelgroepen
 Een kritische analyse uit te voeren van medicatiehistorieken eigen aan een patiënt.
 Zelfstandig beslissingen te induceren in geval van probleemsituaties gerelateerd aan medicatie.
Begintermen
De cursisten zijn bij voorkeur geïnteresseerd om in kleine groepen interactief te werken. Ze hebben een
ruime belangstelling voor gebruik van medicatie en begeleiding van patiënten.
Inhoud
De studenten vervullen volgende opdrachten:
 Computer begeleide aflevering van geneesmiddelen
 Simulatie-oefeningen uit de apotheekpraktijk onder video controle
 Interview van een chronische patiënt
 Bespreking van publiciteit voor geneesmiddelen
 Instructieve voordracht over medicatiegebruik voor welomschreven doelgroepen
 Bespreking van interacties gegenereerd via beheersprogramma's voor apotheken
Onderwijsactiviteiten
Er wordt gewerkt in kleine groepen (hoogstens 8 studenten) op een interactieve wijze. De studenten
gebruiken computer en didactische hulpmiddelen. Er staan een aantal spelelementen ter beschikking voor
het verwerven van praktische kennis (kaartspel, trivial pursuit, CDI, beeldplaat).
Examenvorm
De evaluatie gebeurt op permanente basis.
Studiemateriaal
 Laekeman G., De Vrieze V., De Wulf I. "Geneesmiddelenkennis". Jongste versie van de cursus
uitgegeven bij ACCO.
 Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium uitgegeven door het Belgisch Centrum voor
Farmacotherapeutische Informatie (BCFI), gratis ter beschikkinggesteld via
Geneesmiddelenvorlichting K.U.Leuven.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
49. Integrale kwaliteitszorg
Doelstellingen

De student bewust maken van de impact, zowel op de individuele patiënt als op de gezondheidszorg in
het algemeen, van inadequate beslissingen en procedures in het medisch-farmaceutisch handelen.

De student ertoe brengen het begrip “kwaliteit”, in absolute en relatieve termen, correct te kaderen in de
gezondheidszorg.

De student vertrouwd maken met de belangrijkste internationale normen en modellen met betrekking tot
kwaliteitsbeheersing, en met het begrip “accreditatie”.

De student inleiden tot procedures en technieken die toelaten om de kwaliteit van het professionele
handelen, ongeacht de werksituatie, te organiseren, op te volgen en bij te sturen waar nodig.

De student wijzen op de voortdurende evolutie in het domein van IKZ, en in contact brengen met
meerdere bronnen (literatuur en internet) die toelaten die evolutie op te volgen.
Begintermen
Geen specifiek voorkennis vereist
Inhoud
Fouten in de gezondheidszorg: een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit.
Waarom gebeuren er fouten in het medisch-farmaceutisch handelen ?
Wat is kwaliteit, wat is integrale kwaliteitszorg, wat is kwaliteitsborging, wat is kwaliteitscontrole, wat is
kwaliteitsinspectie ?
ISO normen, Europese normen, GLP, GMP etc
De uitbouw van een kwaliteitssysteem: het kwaliteitshandboek, standard operating procedures,
kwaliteitscontrole (Levey Jennings en andere grafieken), etc.
Certificatie en accreditatie ; verbetering van een kwaliteitssysteem via audits
Evolutie: het Excellence model van de European Foundation of Quality Management
Onderwijsactiviteiten
De cursus wordt erg practisch en concreet gebracht in hoorcolleges, in grote mate via praktijkvoorbeelden.
Examenvorm
Mondeling of schriftelijk
Studiemateriaal
Nota’s ter beschikking gesteld gesteld door de lesgever, aangevuld met referenties naar relevante literatuur
en websites
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
50. Stage
Doelstellingen
De toekomstige apotheker vormen in de uitoefening van het beroep als officina-apotheker. Aan het einde van
de stage moet de student in staat zijn , naast de bereiding van magistrale en officinale geneesmiddelen, ook
deskundige informatie te geven over geneesmiddelen op het niveau van de patiënt en te commentariëren.
Dit betreft voornamelijk aspecten van farmacologie, farmacokinetiek, farmacotherapie, toxicologie,
nevenwerkingen en interacties, galenische vorm en hulpstoffen, administratieve aspecten inzake aflevering.
De student moet de nodige vaardigheden verwerven om formules van magistrale bereidingen te
interpreteren en de patiënten te begeleiden bij hun medicatiegebruik (in het bijzonder risicopatiënten zoals
kinderen, zwangeren, ouderlingen, patiënten voor wie bijzondere contra-indicaties gelden).
De student moet leren hoe de kennis, verworven in de vorige jaren, doelmatig aangewend wordt bij de
beroepsuitoefening. Hij wordt verondersteld daartoe tijdens de stage de nodige basiskennis over
geneesmiddelen te onderhouden (zoals aangaande de diverse galenische vormen, het gebruik van
hulpstoffen, chemische klassen waartoe de geneesmiddelen behoren, de herkomst van fytotherapeutische
producten, ...).
De student moet leren gebruik te maken van naslagwerken (vb. The Merck Index; The Extra Pharmacopoeia
(Martindale); Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium; Nationaal Formularium VI,....) om zo zijn
kennis van geneesmiddelen te verruimen en optimaal te benutten.
De student moet leren geneesmiddelenvoorschriften kritisch te interpreteren, rekening houdend met de
medische context van de patiënt, ook voor wat betreft de rationaliteit van een magistrale samenstelling.
Begintermen
Alle tot in het derde apothekersjaar gevolgde vakken vormen de basiskennins, die vereist is om deze stage
met vrucht door te maken.
Inhoud
Stage in een officina-apotheek of ziekenhuisapotheek onder leiding van een stagemeester die erkend is door
de Stagecommissie van de faculteit Farmaceutische wetenschappen. Specifieke aanbevelingen en
verplichtingen in verband met deze stage (o.a. loco-bereidingen, stageverslag,...) zijn vermeld in het
stagereglement.
De student zal zich met behulp van de standaardmiddelen aanwezig in de stageplaats bekwamen in de
volgende aspecten van de farmaciepraktijk:
- Organisatie en inrichting van de apotheek
- Werk en verantwoordelijkheden van de apotheker
- Geneesmiddelenbereiding
- Eigenschappen van de grondstoffen
- Geneesmiddelenaflevering
- Kennis van courant afgeleverde specialiteiten in relatie tot de hoger geformuleerde
doelstelling
- Risico’s verbonden met het gebruik van geneesmiddelen
- Verband en verplegingsartikelen
- Bedrijfsvoering en administratie
- Diversen: beroepsstructuren; relaties met collega’s, artsen (IOGA-groepen)
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
Onderwijsactiviteiten
Er wordt een sessie georganiseerd waarin de studenten wordt uitgelegd hoe ze de stage optimaal kunnen
benutten om hogervermelde doelstellingen te verwezenlijken. Een brochure met “Richtlijnen in verband met
de apotheekstage” wordt ter hand gesteld. Tijdens de oefenzittingen Receptuurkunde II: practicum (K503)
worden een aantal seminaries gegeven over diverse aspecten van geneesmiddelenformulering.
De stagemeesters dragen in dit proces een belangrijke verantwoordelijkheid. Er wordt jaarlijks een
contactavond georganiseerd voor stagemeesters en stagiairs. Hierbij wordt besproken hoe hogervermelde
doelstellingen op doeltreffende wijze kunnen gerealiseerd worden.
Examenvorm
De toekenning van een examenpunt voor het vak gebeurt door de Stagecommissie in zijn geheel op basis
van :
a) De beoordeling van het stageverslag
b) De locobereidingen
c) De beoordeling van het stagewerkboek
d) Het oordeel van de stagemeester (stagerapport)
Studiemateriaal
Cursussen van diverse basisvakken en handleidingen van de practica “Receptuurkunde”.
Naslagwerken, aanwezig in de stage-apotheek zoals:
Martindale, The Extra Pharmacopoeia, Merck Index, Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium,
Compendium van de Farmaceutische Specialiteiten, Kompendium Farma, Belgische en Europese
Farmacopee, Informatorium Medicamentorum, Farmamozaïek, Courante farmaceutische tijdschriften
(Apothekersblad, Farmaceutisch Tijdschrift voor België, Antwerps Farmaceutisch Tijdschrift, Medisch
Farmaceutische Mededelingen, Tijdschrift van de Socio-Wetenschappelijke Apothekersvereniging),
Nationaal Formularium VI.
Databasis over geneesmideleninteracties.
Bijsluiters van de geregistreerde specialiteiten.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
51. Voorstelling van de verhandeling
Doelstellingen
Het kunnen verwoorden, overzichtelijk voorstellen en verdedigen van bevindingen verkregen naar aanleiding
van een literatuurstudie, grondige casusstudie tijdens de klinische stage of onderzoekswerk.
Begintermen
Kennis en vaardigheden verworven in het 2de apothekersjaar naar aanleiding van een literatuurstudie,
grondige casusstudie tijdens de klinische stage of onderzoekswerk.
Inhoud
In het 2de jaar apotheker vatten de studenten hun bevindingen samen verkregen naar aanleiding van een
literatuurstudie of grondige casusstudie (studenten farmaceutische zorg) of onderzoekswerk (studenten
biofarmaceutische wetenschappen) in de vorm van een verhandeling. Deze verhandeling wordt openbaar
verdedigd in het laatste jaar.
In het geval van de literatuurstudie zijn de voorstellingen gegroepeerd per thema met de bedoeling nutteloze
herhalingen omtrent aanverwante onderwerpen te vermijden en om de voorstellingen als een didactisch
verantwoord geheel voor de medestudenten te laten overkomen.
Onderwijsactiviteiten
In het 2de jaar apotheker wordt de student de gelegenheid gegeven om -via contacten en
terugkoppelingsmomenten met de begeleider- de kennis betreffende het onderwerp uit te diepen alsook de
wijze van voorstellen en verdedigen te optimaliseren.
Examenvorm
Mondelinge voorstelling en verdediging van de verhandeling.
Studiemateriaal
De verhandeling en relevante wetenschappelijke literatuur met betrekking tot het onderwerp.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
52. Capita selecta: Farmaceutische technologie
Doelstellingen


Nieuwe ontwikkelingen binnen een specifiek onderzoeksdomein kunnen plaatsen
wetenschappelijk referentiekader.
Relevante literatuur met betrekking tot het onderwerp kunnen vinden en kritisch interpreteren.
in
zijn
Begintermen
Interesse voor wetenschap en een algemene vorming in farmaceutisch-georiënteerde vakken.
Inhoud
De student bestudeert onder begeleiding van een ZAP-lid van de faculteit de literatuur over recente
ontwikkelingen in het domein van de farmaceutische technologie.
Onderwijsactiviteiten
De persoonlijke contacten tussen student en begeleider worden gespreid over het academiejaar. Er worden
geen hoorcolleges georganiseerd.
Examenvorm
Dit vak wordt niet afgesloten door een examen. De quotering gebeurt op basis van een continue evaluatie
(inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen, rapportering…).
Studiemateriaal
Publicaties en tekstboeken aangereikt door
wetenschappelijke literatuur.
de
begeleider.
Door
de
student
zelf
opgezochte
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
53. Capita selecta: Analyse van geneesmiddelen
Doelstellingen


Nieuwe ontwikkelingen binnen een specifiek onderzoeksdomein kunnen plaatsen
wetenschappelijk referentiekader.
Relevante literatuur met betrekking tot het onderwerp kunnen vinden en kritisch interpreteren.
in
zijn
Begintermen
Interesse voor wetenschap en een algemene vorming in farmaceutisch-georiënteerde vakken.
Inhoud
De student bestudeert onder begeleiding van een ZAP-lid van de faculteit de literatuur over recente
ontwikkelingen in het domein van de analyse van geneesmiddelen.
Onderwijsactiviteiten
De persoonlijke contacten tussen student en begeleider worden gespreid over het academiejaar. Er worden
geen hoorcolleges georganiseerd.
Examenvorm
Dit vak wordt niet afgesloten door een examen. De quotering gebeurt op basis van een continue evaluatie
(inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen, rapportering, …).
Studiemateriaal
Publicaties en tekstboeken aangereikt door
wetenschappelijke literatuur.
de
begeleider.
Door
de
student
zelf
opgezochte
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
54. Capita selecta: Drug design
Doelstellingen


Nieuwe ontwikkelingen binnen een specifiek onderzoeksdomein kunnen plaatsen
wetenschappelijk referentiekader.
Relevante literatuur met betrekking tot het onderwerp kunnen vinden en kritisch interpreteren.
in
zijn
Begintermen
Interesse voor wetenschap en een algemene vorming in farmaceutisch-georiënteerde vakken.
Inhoud
De student bestudeert onder begeleiding van een ZAP-lid van de faculteit de literatuur over recente
ontwikkelingen in het domein van de drug design.
Onderwijsactiviteiten
De persoonlijke contacten tussen student en begeleider worden gespreid over het academiejaar. Er worden
geen hoorcolleges georganiseerd.
Examenvorm
Dit vak wordt niet afgesloten door een examen. De quotering gebeurt op basis van een continue evaluatie
(inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen, rapportering, …).
Studiemateriaal
Publicaties en tekstboeken aangereikt door
wetenschappelijke literatuur.
de
begeleider.
Door
de
student
zelf
opgezochte
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
55. Capita selecta: Moleculaire biologie
Doelstellingen


Nieuwe ontwikkelingen binnen een specifiek onderzoeksdomein kunnen plaatsen
wetenschappelijk referentiekader.
Relevante literatuur met betrekking tot het onderwerp kunnen vinden en kritisch interpreteren.
in
zijn
Begintermen
Interesse voor wetenschap en een algemene vorming in farmaceutisch-georiënteerde vakken.
Inhoud
De student bestudeert onder begeleiding van een ZAP-lid van de faculteit de literatuur over recente
ontwikkelingen in het domein van de moleculaire biologie.
Onderwijsactiviteiten
De persoonlijke contacten tussen student en begeleider worden gespreid over het academiejaar. Er worden
geen hoorcolleges georganiseerd.
Examenvorm
Dit vak wordt niet afgesloten door een examen. De quotering gebeurt op basis van een continue evaluatie
(inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen, rapportering, …).
Studiemateriaal
Publicaties en tekstboeken aangereikt door
wetenschappelijke literatuur.
de
begeleider.
Door
de
student
zelf
opgezochte
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
56. Boekhouding
Doelstellingen
De cursus heeft als doel de toekomstige apothekers in te leiden in de BTW, de Belastingen op het Inkomen,
de dubbele boekhouding en de tarificatie, en de contacten met de specialisten te vergemakkelijken.
Begintermen
Geen specifieke voorkennis vereist.
Inhoud
De cursus wordt als volgt ingedeeld:
Boekdeel 1 Elementaire begrippen van boekhouding
Boekdeel 2 De Belasting over de toegevoegde waarde
Boekdeel 3 De Belastingen op het inkomen
Onderwijsactiviteiten
Theorie en praktische oefeningen
Examenvorm
mondeling
Studiemateriaal
cursus - jaarlijks aangepast aan de evolutie van de wetgeving
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
57. Beginselen van management
Doelstellingen
De bedoeling is dat de studenten vertrouwd raken met de begrippen uit het management. Op het einde van
de cursus zou de student een beeld moeten hebben van welke problemen zich voordoen bij het leiden van
een onderneming of organisatie.
Begintermen
Geen specifieke voorkennis vereist
Inhoud
Uitgaande van een historisch overzicht van de grote denkstromingen in de managementwetenschappen,
wordt het managementproces in de onderneming in detail besproken. Naast belangrijke strategische en
organisatorische aspecten, wordt daarbij eveneens dieper ingegaan op de diverse operationele functies van
de onderneming, zoals de marketingfunctie, de personeelsfunctie, de financiële functie en de
productiefunctie. Deze stof wordt behandeld tijdens de eerste tien lessen van het college. De vijf
daaropvolgende lessen wordt met de studenten samengewerkt rond een aantal concrete gevalstudies en
oefeningen die tot doel hebben de leerstof toe te passen op concrete managementvraagstukken.
Onderwijsactiviteiten
Hoor- en werkcolleges
Examenvorm
Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding
Studiemateriaal
Cursus
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
58. Toxicologie van de fytofarmaceutische producten
Doelstellingen
Dit keuzevak heeft als doel de student vertrouwd te maken met de eigen problematiek veroorzaakt door het
veralgemeend gebruik van bestrijdingsmiddelen. Een nadruk wordt gelegd op gezondheidsaspecten. De
wettelijke maatregelen betreffende bestrijdingsmiddelen en fytofarmaceutische producten worden besproken.
De toxicologische normstelling ter bepaling van de toegestane maximumgehalten van residuen in
voedingsmiddelen wordt behandeld. De belangrijkste klassen van bestrijdingsmiddelen worden bestudeerd
met voor elk van hen een overzicht van de chemische structuur, het biologisch werkingsmechanisme en de
acute en chronische toxiciteit. Tenslotte worden voorbeelden besproken van bepalingsmethoden ter
opsporing van een residu in biologisch materiaal.
Begintermen
Een voorkennis in de algemene organische scheikunde en de biochemie wordt gewenst.
Inhoud
Terminologie. Chemische controle van insekten, onkruiden, schimmels en knaagdieren. Pesticide
formuleringen. Resistentie. Bepaling van maximale grensconcentratie in voedingswaren. Veiligheidstermijn.
Methoden en begrenzing van een residu ontleding. Wetgeving. Organochloorinsecticiden (inclusief impact op
het milieu). Organofosforverbindingen. Carbamaten. Insekticiden van plantaardige oorsprong. Herbiciden:
nitro- en chloorfenolen; phenoxyzuren en aanverwante stoffen; plantengroeiregulatoren; ureum-herbiciden;
symmetrische triazinen; dipyridinium- (en andere kwaternaire) verbindingen; ammoniumglufosinaat en
glyfosaat. Rodenticiden : toepassingsgebied, bestrijdingsmethoden. Antibloedstollende producten.
Fluorazijnzuur en analoge producten. Thalliumzouten. Fungiciden (overzicht, organometaalverbindingen van
kwik en tin, dithiocarbamaten, isocyclische fungiciden, systemische producten).
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges
Examenvorm
Schriftelijk examen, gedeeltelijk bestaande uit een hoofdvraag en gedeeltelijk uit een multiple-choice.
Studiemateriaal
Cursus.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
59. B-KUL-H065 Psychologische en sociale aspecten van de bedrijfsleiding
Taal: Nederlands
Omvang: 1.5 sem.u.
3 studiepunten
Dit vak wordt gedoceerd in het 2de semester
Gedoceerd door Tharsi Taillieu (titularis)
in de studiejaren
2e Jaar Burgerlijk Scheikundig Ingenieur (verplicht)
2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Energietechnieken (verplicht)
2e Burg. W.E.Ir.,Mechanica: Productietechnieken en -management (verplicht)
2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Mechatronica en productontwikkeling (verplicht)
2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Biomed. Ingenieurstechnieken (verplicht)
2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Energietechnieken (2ji.i.) .) (verplicht)
2e Burg. W.E. Ir., Mechanica: Prod.technieken& -manag. (2ji.i.) (verplicht)
2e Burg. W.E. Ir.:Mechanica: Mechatr.&prod.ontwikkeling (2ji.i.) (verplicht)
3e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Lucht- en Ruimtevaart (verplicht)
2e Jaar Burgerlijk Materiaalkundig Ingenieur (verplicht met keuzemogelijkheid)
Geaggr. S.O. - GR2: Toegepaste Wetenschappen (keuze)
3e Jaar Burgerlijk Bouwkundig Ingenieur (keuzevakken) (keuze)
Burgerlijk Materiaalkundig Ingenieur (keuzevakken) (keuze)
3e burg. elektr. ir., (KEUZEVAK) (keuze)
3e burg. w.e.ir., elektrotechniek (keuze)
2e Burgerlijk Ingenieur Computerwetenschappen (keuze)
Doelstellingen
Begintermen
Inhoud
Overzicht van de psychologische processen in menselijke interacties. Het organisatiegedrag vanuit het
management perspectief, waarin de volgende onderwerpen worden behandeld: omgevingen en vereiste
reactie- en actiemogelijkheden, verandering in het denken over organisaties, strategisch management:
missie-definitie, het ontwerpen van organisaties, het ontwerpen van werksystemen: socio-technisch,
groepsdynamica en besluitvorming, management en leiderschap, het management van diverse types van
verandering, het psychologisch verwerken van de menselijke consequenties van verandering.
Onderwijsactiviteiten
Examenvorm
Schriftelijk examen.
Studiemateriaal
J.P. Forgas : "Interpersonal behaviour" (Oxford Pergamon Press, 1985).
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
60. B-KUL-DW01 Inleiding tot de economie
Taal: Nederlands
Omvang: 1.5 sem.u.
3 studiepunten
Dit vak wordt gedoceerd in het 2de semester
Gedoceerd door
Paul De Grauwe (titularis)
in de studiejaren
2e Kan. Geografie (verplicht)
1e Lic. Geografie (verplicht)
2e Jaar Burgerlijk Mijnbouwkundig Ingenieur (verplicht)
2e Jaar Burgerlijk Bouwkundig Ingenieur: Civiele Techniek (verplicht)
2e Jaar Burgerlijk Bouwkundig Ingenieur: Gebouwentechniek (verplicht)
3e Jaar Burgerlijk Ingenieur-Architect (verplicht)
2e Jaar Burgerlijk Scheikundig Ingenieur (verplicht)
2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Energietechnieken (verplicht)
2e Burg. W.E.Ir.,Mechanica: Productietechnieken en -management (verplicht)
2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Mechatronica en productontwikkeling (verplicht)
2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Lucht- en Ruimtevaart (verplicht)
2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Biomed. Ingenieurstechnieken (verplicht)
2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Energietechnieken (2ji.i.) .) (verplicht)
2e Burg. W.E. Ir., Mechanica: Prod.technieken& -manag. (2ji.i.) (verplicht)
2e Burg. W.E. Ir.:Mechanica: Mechatr.&prod.ontwikkeling (2ji.i.) (verplicht)
2e Jaar Burgerlijk Materiaalkundig Ingenieur (verplicht met keuzemogelijkheid)
Burgerlijk Materiaalkundig Ingenieur (keuzevakken) (keuze)
3e burg. elektr. ir., (KEUZEVAK) (keuze)
3e burg. w.e.ir., elektrotechniek (keuze)
2e Burgerlijk Ingenieur Computerwetenschappen (keuze)
Doelstellingen
Aan de studenten de basisinzichten over de werking van de economie bijbrengen.
Begintermen
Geen vereiste voorkennis
Inhoud
De volgende onderwerpen worden behandeld: de werking van het marktmechanisme, de theorie van het
producentengedrag, de verschillende marktvormen, de nationale boekhouding, het macro-economisch
evenwicht, geld en geldbeleid.
Onderwijsactiviteiten
De studenten moeten naast de cursusnota’s ook zelflectuur doen.
Examenvorm
Schriftelijk examen (multiple choice).
Studiemateriaal
Berlage, L., et al., Inleiding tot de Economie, Universitaire Pers Leuven, 1997.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
61. B-KUL-S325 Genderstudies
Taal: Nederlands
Omvang: 2 sem.u.
4 studiepunten
Dit vak wordt gedoceerd in het 1ste en het 2de semester
Gedoceerd door Veerle Draulans (titularis) in de studiejaren
Enige Kan. in de Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen (keuze)
1e lic. in de Godsdienstwetenschappen (keuze)
2e lic. in de Godsdienstwetenschappen (keuze)
2e Lic. Rechten (keuze)
1e Lic. Politieke Wetenschappen (keuze)
2e Lic. Politieke Wetenschappen (keuze)
2e Lic. Toegepaste Economische Wetenschappen (keuze, 3 pt.)
3e Jaar Handelsingenieur (keuze, 3 pt.)
1e Lic. Communicatiewetenschappen (keuze)
2e Lic. Communicatiewetenschappen (keuze)
1e Lic. Sociologie (keuze)
2e Lic. Sociologie (keuze)
1e Lic. Pedagogische Wetenschappen: Sociale Pedagogiek (keuze)
1e Lic. Wijsbegeerte (keuze)
2e Lic. Wijsbegeerte (keuze)
Aanvullende Opleiding in de Toegepaste Ethiek (keuze)
1e Lic. Geschiedenis: Middeleeuwen, Nieuwe Tijd en Nieuwste Tijd (keuze)
1e Lic. Geschiedenis: Oudheid (keuze)
1e Lic. Archeologie (keuze)
1e Lic. Kunstwetenschappen (keuze)
1e Lic. Musicologie (keuze)
1e Lic. Taal- en Letterkunde: Romaanse Talen (keuze)
1e Lic. Taal- en Letterkunde: Germaanse Talen (keuze)
1e Lic. Oosterse Studies: Oude Nabije Oosten (keuze)
1e Lic. Arabistiek en Islamkunde (keuze)
2e Lic. Arabistiek en Islamkunde (keuze)
1e Lic. Sinologie (keuze)
1e Lic. Oosterse Studies: Bijbelse Wetenschappen (keuze)
1e Kan. Japanologie (keuze)
1e Lic. Oost-Europese Talen en Culturen (keuze)
2e Lic. Oost-Europese Talen en Culturen (keuze)
1e Lic. Lichamelijke Opvoeding (keuze, 3 pt.)
2e Lic. Lichamelijke Opvoeding (keuze, 3 pt.)
1e Lic. Motorische Revalidatie en Kinesitherapie (keuze, 3 pt.)
Geaggr. S.O. - GR2: Toegepaste Wetenschappen (keuze)
3e Jaar Burgerlijk Bouwkundig Ingenieur (keuzevakken) (keuze)
Burgerlijk Materiaalkundig Ingenieur (keuzevakken) (keuze)
3e Jaar Burgerlijk Werktuigk.-Elektr. Ir.: Mechanica (keuzevak) (keuze)
3e burg. elektr. ir., (KEUZEVAK) (keuze)
3e burg. w.e.ir., elektrotechniek (keuze)
2e Burgerlijk Ingenieur Computerwetenschappen (keuze)
2e Jaar Bio-Ingenieur in de Milieutechnologie (keuze, 3 pt.)
Doelstellingen
Een inleiding bieden in de wetenschapsbeoefening en de cultuurkritiek vanuit genderperspectief.
Begintermen
Inhoud
De cursus biedt een grondige inleiding in het domein van de genderstudies. Achtereenvolgens worden
epistemologische, methodologische en inhoudelijke kwesties aangesneden: wetenschapsfilosofische
vraagstellingen zoals de gesitueerdheid en gender-gebondenheid van kennis; de invloed van opvattingen
over mannelijkheid en vrouwelijkheid op de inhoud van de wetenschappen; de verklaring van de
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
verwaarlozing van vrouwenthema's in vele wetenschapsdomeinen. De notie interdisciplinariteit wordt kritisch
toegelicht. Tevens wordt een kort overzicht gegeven van de geschiedenis van de genderstudies en van de
verschuivingen die zich hierbij hebben voorgedaan. Een belangrijk aspect is de verhouding tussen
vrouwenstudies en vrouwenbeweging. Ten slotte worden thema's behandeld zoals socialisatie (de wijze
waarop jongens en meisjes tot mannen en vrouwen worden gemaakt), vrouwbeelden (hoe vrouwelijkheid
gestalte krijgt in cultuurproducten), vrouwengeschiedenis, arbeid en onderwijs.
Onderwijsactiviteiten
Examenvorm
Schriftelijke papers
Studiemateriaal
Cursusnota's docenten. Bundel van de door de docenten geselecteerde teksten.
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
62. B-KUL-GH35 Intellectual Property Management
Taal: Nederlands
Omvang: 2 sem.u.
4 studiepunten
Dit vak wordt gedoceerd in het 2de semester
Gedoceerd door Maria-Christina Janssens (titularis) in de studiejaren
Master of Sciences in Bioinformatics (optioneel)
1e Lic. Informatica (keuze)
2e Lic. Informatica (keuze)
2e Lic. Toegepaste Economische Wetenschappen (keuze, 3 pt.)
3e Jaar Handelsingenieur (keuze, 3 pt.)
1e Lic. Wiskunde (keuze)
2e Lic. Wiskunde (keuze)
2e Lic. Natuurkunde (keuze)
2e Lic. Scheikunde (keuze)
2e Lic. Biochemie (keuze)
2e Lic. Biologie (keuze)
2e Lic. Geologie (keuze)
Doelstellingen
Dit college wil het belang van kennis- en technologiebescherming aangeven vanuit een praktijkgerichte
invalshoek. Intellectuele eigendomsrechten staan daarbij centraal, niet als een juridisch gegeven maar als
een essentieel onderdeel van een globale beleidsstrategie. Ondernemingen zijn immers geïnteresseerd in
afgestudeerden die de immateriële waarde van nieuwe ideeën en uitvindingen begrijpen en die oog hebben
voor de verschillende beschermings- en exploitatiemogelijkheden. De bedoeling is dat de studenten
vertrouwd raken met die mogelijkheden en de managementsaspecten die daarmee verbonden zijn.
Begintermen
Inhoud
Om de praktijkgerichte invalshoek van het college te ondersteunen, zal gewerkt worden met modules
opgebouwd rond de levensfase van concrete producten. Het is de bedoeling om de levensloop van deze
producten, zowel voorafgaand als volgend op hun lancering op de markt, te bestuderen en daarbij de student
te confronteren met de juridische en beleidsaspecten die een rol spelen bij de verschillende fasen van
ontwikkeling en exploitatie. In elke module wordt een belangrijke inbreng van managers, onderzoekers of
specialisten uit het bedrijfsleven verzekerd.
Voor het academiejaar 2001-2002 komen volgende zeven modules aan bod:
1.IP Management: wat? hoe? waarom?
Overzicht van de levensloop van twee concrete producten
Belang van intellectuele rechten in een ruimer economisch kader
Globale schets van de intellectuele rechten
2.De ontwikkelingsfase van het product
Onderzoek en ontwikkeling in het bedrijf
Juridisch relevante aandachtspunten tijdens deze fase
3.Octrooirechtelijke aandachtspunten
Wat moet een onderzoeker weten inzake octrooirecht?
Octrooien in de elektronicasector (bv. DVD)
Octrooien voor een geneesmiddel
Rol van de octrooigemachtigde
Octrooien opzoeken
4.Bescherming van computerprogramma's en databanken
Welk belang heeft juridische bescherming van databanken?
Welke beschermingsmogelijkheden kiezen voor software?
5.Aandachtspunten voorafgaand aan de commercialisering van een product
De design van het product
Keuze van een merknaam
Verpakking en publiciteitsmateriaal
6.Diepere studie van een thema naar keuze
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
Micro-elektronica producten
Biotechnologische uitvindingen
Octrooien in de geneesmiddelenindustrie
Technische normen, standaarden en vergunningen
Relevante aspecten van milieu-, veiligheids-, en aansprakelijkheidsrecht
7.Overige aandachtspunten voor IP Management en synthese
Onderwijsactiviteiten
Vijftien colleges bestaande uit hoorcolleges (de helft) en getuigenissen van verantwoordelijken uit het
bedrijfsleven (de helft).
Examenvorm
Voor de tweede cyclus: individueel schriftelijk examen, type essayvragen.
Voor de derde cyclus: indienen van een korte en relevante studie over een door de student vrij te
bepalen onderwerp.
Studiemateriaal
Cursusmateriaal verspreid via cursusdienst.
FR/24.10.2001
63.
Bijlage 2b - syllabi
B-KUL-PF91 Interdisciplinaire lessen ontwikkeling en culturen
Taal: Nederlands
Omvang: 2 sem.u.
4 studiepunten
Dit vak wordt gedoceerd in het 1ste en het 2de semester
Gedoceerd door René Devisch (coördinator), N. (titularis)
in de studiejaren
2e Lic. Rechten (keuze) (1e semester, 2e semester)
3e Lic. Rechten (keuze) (1e semester, 2e semester)
2e Lic. Criminologische Wetenschappen (keuze) (1e semester, 2e semester)
2e Lic. Toegepaste Economische Wetenschappen (keuze, 3 pt.) (1e semester, 2e semester)
3e Jaar Handelsingenieur (keuze, 3 pt.) (1e semester, 2e semester)
1e Lic. Communicatiewetenschappen (keuze) (1e semester, 2e semester)
2e Lic. Communicatiewetenschappen (keuze) (1e semester, 2e semester)
1e Lic. Sociologie (keuze) (1e semester, 2e semester)
2e Lic. Sociologie (keuze) (1e semester, 2e semester)
1e Lic. Psychologie (keuze) (1e semester, 2e semester)
2e Lic. Psychologie (keuze) (1e semester, 2e semester)
1e Lic. Sociale en Culturele Antropologie (keuze) (1e semester, 2e semester)
2e Lic. Sociale en Culturele Antropologie (keuze) (1e semester, 2e semester)
Aanvullende Opleiding Sociale en Culturele Antropologie (keuze) (1e semester, 2e semester)
Complementary Studies Social and Cultural Anthropology (keuze) (1e semester, 2e semester)
Aanvullende Studie van Culturen en Ontwikkeling (keuze) (1e semester, 2e semester)
Complementary Studies: Master in Cultures and Development Studies (keuze) (1e semester, 2e
semester)
1e Lic. Pedagogische Wetenschappen (keuze) (1e semester, 2e semester)
2e Lic. Pedagogische Wetenschappen (keuze) (1e semester, 2e semester)
1e Lic. Wijsbegeerte (keuze) (1e semester, 2e semester)
2e Lic. Wijsbegeerte (keuze) (1e semester, 2e semester)
Aanvullende Opleiding Culturele Studies (keuze) (1e semester, 2e semester)
1e Jaar Arts (keuze) (1e semester, 2e semester)
2e Jaar Arts (keuze) (1e semester, 2e semester)
1e Lic. Lichamelijke Opvoeding (keuze, 3 pt.) (1e semester, 2e semester)
2e Lic. Lichamelijke Opvoeding (keuze, 3 pt.) (1e semester, 2e semester)
FR/24.10.2001
64.
Bijlage 2b - syllabi
B-KUL-D111 Initiatie tot ondernemen
Taal: Nederlands
Omvang: 2 sem.u.
4 studiepunten
Dit vak wordt gedoceerd in het 1ste semester
Gedoceerd door Koenraad Debackere (titularis) in de studiejaren
1e Lic. Informatica (keuze)
2e Lic. Logopedie en Audiologie (keuze, 3 pt.)
2e Lic. Familiale en Seksuologische Wetenschappen (keuze, 3 pt.)
1e lic. in de Godsdienstwetenschappen (keuze)
2e Lic. Rechten (keuze, 3 pt.)
3e Lic. Rechten (keuze, 3 pt.)
1e Lic. Politieke Wetenschappen (keuze)
2e Lic. Politieke Wetenschappen (keuze)
2e Lic. Economische Wetenschappen (keuze, 3 pt.)
2e Lic. Toegepaste Economische Wetenschappen (keuze, 3 pt.)
Aanvullende Opleiding Bedrijfseconomie (keuze, 3 pt.)
2e Jaar Handelsingenieur (keuze, 3 pt.)
3e Jaar Handelsingenieur (keuze, 3 pt.)
3e Jaar Handelsingenieur in de Beleidsinformatica (keuze, 3 pt.)
1e Lic. Communicatiewetenschappen (keuze)
2e Lic. Communicatiewetenschappen (keuze)
Specialisatieopleiding E-Communicatie (keuze)
1e Lic. Sociologie (keuze)
2e Lic. Sociologie (keuze)
1e Lic. Pedagogische Wetenschappen: Sociale Pedagogiek (keuze, 3 pt.)
1e Lic. Wijsbegeerte (keuze)
2e Lic. Wijsbegeerte (keuze)
1e Lic. Geschiedenis: Middeleeuwen, Nieuwe Tijd en Nieuwste Tijd (keuze)
1e Lic. Geschiedenis: Oudheid (keuze)
1e Lic. Archeologie (keuze)
1e Lic. Kunstwetenschappen (keuze)
1e Lic. Musicologie (keuze)
1e Lic. Taal- en Letterkunde: Germaanse Talen (keuze, 5 pt.)
1e Lic. Oosterse Studies: Oude Nabije Oosten (keuze, 5 pt.)
1e Lic. Arabistiek en Islamkunde (keuze, 5 pt.)
1e Lic. Oosterse Studies: Bijbelse Wetenschappen (keuze)
1e Lic. Oost-Europese Talen en Culturen (keuze)
Aanvullende Opleiding Culturele Studies (keuze)
1e Jaar Arts (keuze, 3 pt.)
2e Jaar Arts (keuze, 3 pt.)
1e Jaar Apotheker (keuze, 3 pt.)
2e Jaar Apotheker (keuze, 3 pt.)
1e Lic. Lichamelijke Opvoeding (keuze, 3 pt.)
2e Lic. Lichamelijke Opvoeding (keuze, 3 pt.)
Advanced Studies European Master in Sport Management (keuze)
1e Lic. Motorische Revalidatie en Kinesitherapie (keuze, 3 pt.)
2e Lic. Natuurkunde (keuze, 3 pt.)
2e Lic. Scheikunde (keuze, 3 pt.)
2e Lic. Biochemie (keuze, 3 pt.)
2e Lic. Biologie (keuze, 3 pt.)
2e Lic. Geologie (keuze, 3 pt.)
2e Lic. Geografie (keuze, 3 pt.)
3e Jaar Burgerlijk Bouwkundig Ingenieur (keuzevakken) (keuze)
2e Jaar Bio-Ingenieur in de Milieutechnologie (keuze, 3 pt.)
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
Doelstellingen
De cursus wil de deelnemers een wetenschappelijk onderbouwd inzicht verschaffen in het proces van
ondernemen. Dit inzicht wordt ontwikkeld tijdens een reeks conceptuele lessen. Tijdens de cursus wordt
bovendien ruime aandacht besteed aan de praktijk en het zelf toepassen van de besproken concepten.
Ondernemers getuigen persoonlijk over de verschillende aandachtspunten van ondernemerschap die
doorheen de cursus aan bod komen. Van de studenten wordt verwacht dat zij op actieve manier in groep
werken aan de ontwikkeling van een ondernemingsplan. Dankzij deze aanpak worden de deelnemers
geconfronteerd met het doen en denken van de ondernemer. Dankzij deze aanpak hoopt de KULeuven dat
de deelnemers ondernemen als een reële loopbaanoptie ervaren.
Begintermen
Vereiste voorkennis: Geen.
Inhoud
Aan de hand van een aantal theoretische conceptlessen wordt een wetenschappelijk onderbouwd inzicht
verschaft in vraagstukken zoals: de onderneming als actor in de maatschappij, de levensloop van de
onderneming, de persoon en de rol van de ondernemer in het ganse proces van ondernemen. Deze
conceptlessen worden aangevuld met een diversiteit aan praktijkgetuigenissen door ondernemers zelf. Deze
getuigenissen nemen ongeveer een derde van de collegetijd in beslag. Tot slot wordt van de studenten
verlangd dat ze actief werken aan de ontwikkeling van een ondernemingsplan. Ongeveer een derde van de
colleges behandelen de diverse vraagstukken die in dergelijk plan moeten aan bod komen.
Onderwijsactiviteiten
Vijftien colleges bestaande uit hoorcolleges (een derde), getuigenissen door ondernemers (een derde),
vraagstukken bij het opstellen en ontwikkelen van een ondernemingsplan (een derde).
Examenvorm
Individueel schriftelijk examen (50 % van het puntentotaal) en in groep af te leveren ondernemingsplan (50
% van het puntentotaal).
Studiemateriaal
Cursus verspreid via cursusdienst.
Boek van Prof. L. Sleuwaegen ‘Creatief Ondernemen.’
Handleiding (in boekvorm) voor het opstellen van het ondernemingsplan.
FR/24.10.2001
65. B-KUL-W221
Bijlage 2b - syllabi
Lessen voor de 21e eeuw
Taal: Nederlands
Omvang: 2 sem.u.
4 studiepunten
Dit vak wordt gedoceerd in het 1ste en het 2de semester
Doelstellingen
Dit college wil alle belangstellenden de mogelijkheid bieden na te denken over de grote uitdagingen aan het
begin van de 21ste eeuw. Vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines wordt in 13 lessen
toekomstgericht gereflecteerd over mens, maatschappij en wetenschap. Elk jaar komen andere thema's aan
bod die vanuit diverse invalshoeken worden benaderd.
Dit initiatief biedt een unieke gelegenheid over de grenzen van de vakdisciplines heen de horizon te
verruimen en het aspect algemene vorming aan de universiteit gestalte te geven.
Begintermen
Inhoud
Programma 2001-2002:
12/11/2001 Prof. J.-J. Cassiman: Het menselijk genoom. Het begin van het einde?
19/11/2001 Prof. M. Huyse: De bouwstenen van de materie.
26/11/2001 Prof. J. Wouters: De proliferatie van internationale rechtscolleges: goed of slecht?
03/12/2001 Prof. M. Storme: Juridisering.
10/12/2001 Prof. M. Willekens: Externe bedrijfsrapportering: socio-economische rol en betrouwbaarheid.
17/12/2001 Prof. L. Boeve: De kortste definitie voor godsdienst: onderbreking.
11/02/2002 Prof. J. Tollebeek: Het verleden aan de horizon. Over de betekenis van geschiedenis voor de
cultuur.
18/02/2002 Prof. J. Verstraeten: Spiritualiteit en leiderschap.
25/02/2002 Prof. E. Smets: De parabel van de roos en de brandnetel. Naar een nieuwe indeling van de
bloemplanten.
04/03/2002 Prof. J. Wagemans: Hersenen, cognitie en gedrag: over de plaats van de psychologie binnen de
cognitieve neurowetenschap.
11/03/2002 Prof. R. Sciot: Prionziekten: doemscenario voor de 21ste eeuw?
18/03/2002 Prof. F. Van Eynde: Taaltechnologie: reëel of virtueel?
25/03/2002 Prof. P. De Martelaere: Spreken of zwijgen? Enkele thema's uit de taalfilosofie.
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege.
Examenvorm
Schriftelijk examen, type essayvragen.
Examen 1e zittijd: 29/4/2002 om 19.30 uur.
Examen 2e zittijd: 19/8/2002 om 19.30 uur.
Studiemateriaal
De teksten van de lessen worden gepubliceerd en zullen bij het einde van de reeks ter beschikking zijn.
FR/24.10.2001
66.
Bijlage 2b - syllabi
Toxicologie I
Doelstellingen
Het doel van deze cursus is, naast een grondige inleiding in de toxicologie, het belichten van de essentiele
parameters in de toxicologische werking van substanties waarmee de bevolking in het dagelijkse leven in
contact kan komen (o.a. geneesmiddelen).
Begintermen
Een grondige kennis in scheikunde, biochemie en fysiologie. Een goede kennis in farmacologie.
Inhoud
INLEIDING
HISTORIEK
INDELING VAN DE VERGIFTIGING
1. Opzettelijke vergiftigingen
2. Accidentele vergiftigingen
PARAMETERS IN DE TOXICOLOGIE
EENHEDEN
VEILIGHEIDSNORMEN
DETOXIFICATIE en TOXIFICATIE
DOSIS-RESPONS RELATIE
POTENTIE VERSUS TOXICITEIT
INTERACTIES VAN PRODUCTEN
Modaliteiten van de interactie
Mechanisme
2.1. Inductie
2.2. Inhibitie
2.3. Geneesmiddel-receptor interactie
DOSERING BIJ NEONATI EN KINDEREN
1. Verschillen kind-volwassene op farmaco-kinetisch gebied
2. Verschillen kind-volwassene op farmaco-dynamisch gebied
SYMPTOMEN EN BEHANDELING VAN VERGIFTIGINGEN
SYMPTOMEN
BEHANDELING
1. Eliminatietechnieken
1.1. Eliminatie uit het spijsverteringskanaal
1.1.1. Maagspoeling
1.1.2. Braken
1.1.3. Inname van adsorberende stoffen
1.1.4. Evacuatie uit de darm
1.2. Eliminatie uit de longen
1.3. Eliminatie door de nieren
1.4. Extra-renale bloedzuiveringen
1.4.1. Ex sanguino transfusie
1.4.2. Hemo- en peritoneale dialyse
1.4.3. Hemoperfusie
1.5. Huid en slijmvliezen (bijtende vergiften)
2. Neutralizatiemethoden
2.1. Antidota
2.2. Chelatoren
CARDIOVASCULAIRE GENEESMIDDELEN
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE
(o.a. glycosiden, nitraten, α- en β-blokkers, diuretica, antiaggregantia/anticoagulantia/trombolytica, …)
GENEESMIDDELEN I.V.M. HET ADEMHALINGSSTELSEL
ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE
(o.a. sympathicomimetica, anticholinergica, theofylline, antitussiva, … )
ANALGETISCHE, ANTIPYRETISCHE EN ANTI-INFLAMMATOIRE GENEESMIDDELEN
ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE
(o.a. niet-narcotische en narcotica, …)
PSYCHOTROPE GENEESMIDDELEN
ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE
(o.a. hypnotica, sedativa, anxiolytica, neuroleptica, antidepressiva, centrale stimulantia -met inbegrip
van alle nieuwste amfetamineafgeleiden en cocaïne, hallucinogenen: indoolalkylaminen,
fenylethylamines, cannabis, diverse (ketamine, PCP)
GENEESMIDDELEN GEBRUIKT IN DE ANESTHESIE
ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE
(o.a. spierverslappers, propofol, …)
ANTITUMORALE GENEESMIDDELEN
ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE
(o.a. alkylerende, alkaloïden, …)
GENEESMIDDELEN VOOR UITWENDIG GEBRUIK (dermato en oftalmo)
ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE
(o.a. atropine, antiseptica, …)
ALCOHOL
ETHIOLOGIE, WERKINGSMECHANISME, ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE,
ALCOHOLISME, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE
(o.a. disulfiram, methanol, ethyleenglycol. oxaalzuur, formaldehyde, …)
KOOLMONOXIDE
EIGENSCHAPPEN
EN
ETHIOLOGIE,
WERKING
OP
VERGIFTIGINGSVERSCHIJNSELEN,
LAATTIJDIGE
GEVOLGEN
BEHANDELING, BEPALING VAN CO IN DE LUCHT EN HET BLOED
HET
V.D.
ORGANISME,
VERGIFTIGING,
INTOXICATIES IN HUISHOUDELIJK MILIEU
DETERGENTIA, ‘JAVEL’, ZUREN/BASEN, COSMETICA, …
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges
Examenvorm
Mondeling met (30') schriftelijke voorbereiding : theoretische en toepassingsvragen of oefeningen
Studiemateriaal
Ter hand gestelde cursus
Diverse naslagwerken in de bibliotheek van de afdeling toxicologie-bromatologie en van de faculteit
farmaceutische wetenschappen, waaronder :
 'Introduction to Toxicology', J.A. Timbrell,
 'Principles of Biochemical Toxicology', J.A. Timbrell,
 'Basic Toxicology', F.C. Lu,
 'Drugs and the Brain', S.H. Snyder,
 'Fundamental Toxicology for Chemists', J.H. Duffus and H.G.J. Worth,
 'Medical Toxicology', M.J. Ellenhorn and D.G. Barceloux
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
FR/24.10.2001
67.
Bijlage 2b - syllabi
Toxicologie II
Doelstellingen
Deze lessen zijn bedoeld als een uitbreiding op de beschrijvende toxicologie van het vak uit de truncus
communis. Voornamelijk ligt het accent hier op de industriële toxicologie.
Begintermen
Een grondige kennis in scheikunde, biochemie en fysiologie. Een goede kennis in farmacologie.
Inhoud

Koolstofdioxide:
Eigenschappen
vergiftigingsverschijnselen, Analyse

Zwaveldioxide : Eigenschappen en ethiologie, Symptomenbeeld v.d. intoxicatie

Waterstofdisulfide : Eigenschappen en ethiologie, Symptomenbeeld, Mechanisme v.d. vergiftiging

Chloor : Eigenschappen en ethiologie, Werking en Symptomen v.d. vergiftiging

Ammoniak : Eigenschappen en ethiologie, Symptomenbeeld v.d. vergiftiging

Waterstofcyanide en afgeleide producten : Gebruik en bronnen van intoxicatie, Mechanisme en
Symptomen v.d. vergiftiging, Behandeling, Bepaling i.d. atmosfeer, bloed en urine

Aromatische amino- en nitroverbindingen : Eigenschappen en ethiologie, Mechanisme v.d. toxische
werking, Vergiftigingsverschijnselen

Aromatische KWS : Eigenschappen en ethiologie, Toxiciteit, werking en symptomenbeeld, Controle v.d.
blootstelling

Gechloreerde KWS : Eigenschappen en ethiologie, Metabolisme en werking, Vergiftigingsverschijnselen,
Analyse

Toxische metalen : As, Hg, Pb

Fluor en zijn verbindingen : Eigenschappen en ethiologie, Metabolisme, Vergiftigingsverschijnselen,
Analyse

Strychnine : Eigenschappen en ethiologie, Werkingsmechanisme, Symptomenbeeld, Metabolisme,
Analyse

Natuurlijke toxines : paddestoelen, toxines van organische en peptide aard, giftigste planten

Pesticiden : elementaire begrippen en klassen

Nicotine : tabagisme, acute en chronische intoxicatie, analyse, …
en
ethiologie,
Mechanisme
v.d.
vergiftiging
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges
Examenvorm
Mondeling examen en schriftelijke voorbereiding
Studiemateriaal
Cursus, en diverse naslagwerken in de bibliotheek van de afdeling toxicologie-bromatologie en van de
faculteit farmaceutische wetenschappen.
en
FR/24.10.2001
68.
Bijlage 2b - syllabi
Röntgenstralendiffractie-analyse
Doelstellingen
Röntgendiffractie kristallografie levert een uniek beeld van de driedimensionale architectuur van een
molecule. In deze cursus wordt de röntgendiffractie aan éénkristallen uitgelegd met verwijzing naar grotere
structuren en macromoleculen. Vooral de theoretische achtergronden maar ook de praktische aspecten van
een structuurbepaling komen aan bod.
De studenten worden vertrouwd gemaakt met
1. kristalsystemen, puntgroepen, ruimtegroepen en translatiesymmetrie
2. de relatie tussen symmetrie en diffractiepatronen
3. de idee van diffractie als de Fourriertransformatie van een verstrooiend object.
4. de verschillende stappen in een kristalstructuuranalyse en de interpretatie van de resultaten.
5. de relatie tussen éénkristallen en poederdiffractietechnieken
6. de begrippen polymorfie en kristalliniteit
Begintermen
De cursus maakt gebruik van de wiskundige formuleringen van golven en van elementaire kennis van
trigonometrie. Nieuwe functies (Fouriertransformatie, Dirac delta functies en convolutie worden aangebracht
in de cursus).
Inhoud
Röntgenstraling: aanmaak en meting. Synchrotronstraling.
Kristalsymmetrie: Translatiesymmetrie en roosters, puntsymmetrie, ruimtegroepen.
Kristalstructuur: Beschrijving in termen van roosterfunctie geconvoluteerd met een motieffunctie en beperkt
door een vormfunctie.
Interactie van Röntgenstralen met de materie: Incoherente en coherente straling, absorptie, atomaire
verstrooiingsfactor, effect van thermische vibraties.
Diffractie aan kristallen: diffractieamplitude als de Fouriertransformatie van de verstrooiende materie, roosteren motiefbijdragen tot de diffractieamplitude, het reciprook rooster als de Fouriertransformatie van het reële
rooster, gewogen en ongewogen reciprook rooster, Ewald sfeer constructie.
Symmetrie van diffractiepatronen.
Röntgendiffractie in functie van de golflengte: anomale verstrooiing.
Moderne technieken: poederdiffractie, éénkristaltechnieken. Diffractie van amorfe en wanordelijke systemen.
Kristalliniteit.
Onderwijsactiviteiten
In de lessen worden voorbeelden gegeven om de theorie te illustreren. De voorbeelden zijn grafisch
geïllustreerd met transparanten en computeranimaties.
Examenvorm
Open boek examen, uitsluitend toepassingen op de theorie. Mondeling examen met schriftelijke
voorbereiding.
Studiemateriaal
Een volledig uitgeschreven cursus, die alle figuren bevat, wordt ter beschikking gesteld.
Bijkomende literatuur (niet verplicht): “Crystal structure Analysis for Chemists and Biologists”, by Jenny
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
Glusker with Mitchell Lewis and Miriam Rossi, VCH Publishers , Inc. 1994. (Beschikbaar in de bibliotheek
van de faculteit.) Global Links:
1. Crystallography 101 Index, een web site die verschillende onderdelen van de cursus bespreekt.
http://www-structure.llnl.gov/Xray/101index.html
2. Randy Read's crystallography course at MRC Cambridge,
http://perch.cimr.cam.ac.uk/Course/Overview/Overview.html.
3. Interactive Tutorial about Diffraction by Th. Proffen and R.B. Neder. http://www.uniwuerzburg.de/mineralogie/crystal/teaching/teaching.html
FR/24.10.2001
69.
Bijlage 2b - syllabi
Fytofarmaca
Doelstellingen
Na het volgen van de cursus moet de student in staat zijn om
1. De geneesmiddelen op basis van planten te situeren ten opzichte van conventionele
geneesmiddelen en ten opzichte van voedingssupplementen
2. Aan patiënten een verantwoorde instructie te geven over geneesmiddelen op basis van planten
3. Een keuze te maken uit het bestaande arsenaal van fytofarmaca
4. De inhoudsstoffen van planten qua scheikundige familie te situeren
5. Mogelijke nevenwerkingen van en risico's verbonden aan het gebruik van medicinale planten te
vertalen in praktische gedragswijzen.
Begintermen
De cursisten hebben een warme belangstelling voor het gebruik van planten in de medico-farmaceutische
praktijk. Ze hebben enige notie over het werkingsmechanisme van geneesmiddelen.
Inhoud
De cursus dekt een 140-tal medicinale species. Volgende onderdelen komen aan bod:
 Een algemene inleiding op elke therapeutische groep
 Situering van de plantensoorten in de officina
 Een korte botanische beschrijving
 Een fytochemisch overzicht
 Een fytofarmacologische benadering
 Een commentaar op klinische studies
Onderwijsactiviteiten
Hoorcolleges en bedrijfsbezoeken
Examenvorm
Computergestuurde toetsing
Studiemateriaal
Cursusnota's worden ter beschikking gesteld
FR/24.10.2001
70.
Bijlage 2b - syllabi
Algemene farmacologie en farmacokinetiek
Doelstellingen
De studenten vertrouwd maken met een aantal basisbegrippen met betrekking tot het transport, de verdeling
en de werking van geneesmiddelen.
Begintermen
Kennis anatomie en fysiologie
Inhoud
- inleiding: de ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel
- farmacodynamische begrippen: binding aan receptoren, agonisten en antagonisten, competitief en nietcompetitief antagonisme, therapeutische breedte en index, ...
- transport van farmaca over biologische membranen: passieve diffusie, actief transport (efflux pompen),
lipofiliciteit, partitiecoëfficiënt, ...
- orale absorptie, absorptie na rectale, sc, im, nasale, pulmonaire, etc, toediening, first-pass effect,
biologische beschikbaarheid (absolute, relatieve, bio-equivalentie)
- verdeling: vetoplosbaarheid, bloeddebiet door organen en weefsels, binding aan plasma-eiwitten en
weefselmacomoleculen, schijnbaar verdelingsvolume, bloed-hersenbarriére, placentapassage, ...
- eliminatie: biotransformatie (CYP450), fase II,...), renale excretie, biliaire excretie, begrip klaring
- herhaalde of continue toediening: intraveneus infuus, herhaalde toediening, steady state, loading dose,
therapeutische plasmaconcentraties, therapeutic drug monitoring, ....
- variabiliteit in gevoeligheid voor geneesmiddelen, gebruik van geneesmiddelen bij bepaalde groepen
patiënten (invloed van leeftijd, gewicht, geslacht, nierinsufficiëntie, leverinsufficiëntie, zwangerschap, ...),
geneesmiddel-interacties, voedselinteracties, therapietrouw, ...
Onderwijsactiviteiten
Hoorcollege
Examenvorm
Nog te bepalen
Studiemateriaal
Nog te bepalen
FR/24.10.2001
71.
Bijlage 2b - syllabi
Thermodynamica
Doelstellingen
De bedoeling is de student de principes bij te brengen van de algemene thermodynamica om zodoende een
beter inzicht te krijgen in technieken die worden toegepast in verschillende takken van de farmaceutische
wetenschappen.
Begintermen
Een vooropleiding in de algemene wiskunde, natuurkunde en scheikunde volstaat.
Inhoud
1. Klassieke thermodynamica

Een thermodynamisch systeem
Wat zijn toestandsvariabelen
Wat is arbeid en energie
De hoofdwetten

De eerste hoofdwet

De tweede hoofdwet
De Gibbs vergelijking en thermodynamische potentialen
De chemische potentiaal en concentratie

Gas

Oplossing (ideaal en niet-ideaal)
De elektrochemische potentiaal






2. De fasenregel en de eigenschappen van oplossingen






Activiteit als thermodynamisch concept
De thermodynamica van de fasenregel
Twee-component systeem
Dampdruk Raoult en Henry wetten
Niet-ideale mengsels
Toepassingen: colligatieve eigenschappen

Distillatie, azeotropen

Partieel mengbare systemen

Stoomdestillatie

Solventextractie

Verdelingswet

Kookpuntsverhoging

Osmose
3. De irreversibele thermodynamica (van groot belang bij transportfenomenen)



Fluxen veroorzaakt door thermodynamische krachten
Definiëren in continue en discontinue systemen

Thermodynamische kracht

Thermodynamische flux

Het begrip gradiënt

Dissipatiefunctie
Toegepast op membraantransporten

Door chemische gradiënt

Door elektrochemische gradiënt
Onderwijsactiviteiten, Examenvorm, Studiemateriaal
Nader te bepalen
FR/24.10.2001
72.
Bijlage 2b - syllabi
Psychologie
Doelstellingen
Het doel van deze cursus is de studenten inzicht geven in enkele belangrijke thema’s binnen de psychologie,
en met name thema’s die relevant zijn voor hun toekomstige beroepspraktijk. De psychologie beoogt op een
wetenschappelijk verantwoorde manier (vooral) menselijk gedrag te beschrijven, te verklaren en te
voorspellen. In deze cursus ligt de klemtoon op de analyse van fundamentele gedragsprocessen die in zeer
diverse gedragscontexten een rol kunnen spelen. Zowel (soms schijnbaar) individueel gedrag als sociaal
gedrag komt aan bod, waarbij sociaal gedrag wordt gedefinieerd als gedrag dat beïnvloed wordt door of een
invloed heeft op het gedrag van anderen. Van het brede spectrum van sociale gedragingen worden vooral
die gedragingen onder de loep genomen, die relevant zijn in het kader van de gezondheidszorg. Wat
individueel gedrag betreft, gaat de aandacht vooral uit naar gedrag dat te maken heeft met de ervaring van of
de confrontatie met ziekte en gezondheid
Begintermen
Er wordt geen enkele voorkennis over de psychologie verwacht.
Inhoud
In de cursus wordt een beperkt aantal thema's uit de psychologie voorgesteld. Relevant onderzoek en
theoretische verklaringen worden kritisch besproken. De behandelde onderzoeksvragen zijn gekozen op
grond van de hierboven beschreven doelstellingen, en in het bijzonder met het oog op de professionele
activiteiten die de studenten na hun afstuderen zullen uitvoeren en waarbij inzicht in gedragsmechanismen
soms van groot belang is. Deze thema’s hebben daarom vooral te maken met sociale beïnvloeding, maar
betreffen zeer uiteenlopende verschijningsvormen van gedrag. Aan bod komen: fundamentele leerprocessen
(klassieke en instrumentele conditionering), sociale en niet-sociale invloeden bij zelfevaluatie en –
beschrijving, autonoom versus afhankelijk gedrag, gedragsverschillen tussen alleen- versus sociale situaties,
altruïstisch en agressief gedrag, macht en machteloosheid.
Al deze thema’s hebben naast een puur wetenschappelijke relevantie voor het begrijpen van fundamentele
gedragsverschijnselen ook een meer toegepaste relevantie. Het thema macht en machteloosheid biedt
inzicht in situationele factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van houdingen (volharding,
ontmoediging, aanvaarding…) die van belang zijn voor het omgaan met tegenslagen (zoals een chronische
ziekte of een lichamelijk gebrek) en zelfs bij het ontstaan (en de preventie) van depressies en apathie.
Fundamentele leerprocessen werpen licht op hoe zowel ‘normaal’- als probleemgedrag kan worden aan- en
afgeleerd. Daarnaast verklaren ze hoe het effect van sommige gedragsgerichte behandelmethoden tot stand
komt. Inzicht in de sociale en niet-sociale invloeden op zelfevaluatie en –beschrijving is relevant in het kader
van de symptoomperceptie en –rapportering en van de wederzijdse emotionele beïnvloeding van
interactiepartners, maar ook voor het begrijpen van probleemgedragingen of gedragingen in problematische
situaties - zoals overeten en de ervaring van of reacties op angst. Inzicht in de determinanten van altruïstisch
en agressief gedrag biedt een handvat voor het bevorderen, resp. reduceren van gewenst en ongewenst
gedrag en voor het juist inschatten van (hoe om te gaan met) diverse probleemsituaties. Tenslotte bevinden
mensen zich doorgaans in de werkelijke of virtuele aanwezigheid van anderen. Kennis over de
determinanten van gedragsverschillen tussen alleen- versus sociale situaties enerzijds en van autonoom
versus afhankelijk gedrag anderzijds draagt bij tot bijvoorbeeld het scheppen van een geschikte
gedragsomgeving gegeven het te vertonen of te veranderen gedrag, en tot een juiste evaluatie van de
invloed van anderen bij probleem- en ‘normaal’ gedrag.
NB Het thema altruïstisch gedrag wordt niet behandeld voor de studenten farmacie.
Onderwijsactiviteiten
Drie soorten onderwijsactiviteiten worden door de titularis aan alle studenten aangeboden. In de eerste
plaats wordt de cursus gedoceerd in de vorm van hoorcolleges waarin de stof wordt verduidelijkt en
gestructureerd, en waarbij vooral ook toepassingsvoorbeelden worden besproken. Op het einde van het
semester wordt daarnaast een bijkomend vrijwillig responsiecollege georganiseerd waarop studenten vragen
over de hele stof aan de titularis kunnen voorleggen en uitleg kunnen krijgen bij moeilijke gedeelten. Ten
derde wordt aan de studenten een uitgebreide set met voorbeeld-examenvragen ter beschikking gesteld,
waarmee ze hun inzicht in en kennis van de stof zelfstandig of in overleg met medestudenten kunnen toetsen
FR/24.10.2001
Bijlage 2b - syllabi
(feedback en toelichting kan worden gevraagd/gegeven ter gelegenheid van het responsiecollege). Actieve
omgang met deze oefenmogelijkheid wordt aangemoedigd doordat op het examen zelf een deel van de
vragen uit de ter beschikking gestelde set van voorbeeldvragen afkomstig is.
Daarnaast kunnen studenten die niet slagen desgewenst commentaar krijgen bij hun resultaat. Deze vierde
'onderwijsactiviteit' gebeurt in eerste instantie in de vorm van een collectieve sessie waarin alle vragen
overlopen worden en waarbij wordt toegelicht wat de vaakst voorkomende fouten waren en wat als antwoord
werd verwacht. Studenten die deze sessie hebben bijgewoond maar nog met onbeantwoorde vragen zitten,
kunnen vervolgen individueel terecht bij de titularis Informatie over de juiste datum en plaats kan worden
verkregen bij de ombudsman na de proclamatie en wordt indien mogelijk ook reeds bij het laatste college
meegedeeld.
Examenvorm
Het examen is schriftelijk. Diverse soorten vragen worden gesteld: reproductievragen, combinatievragen
waarbij inzichten en studies uit verschillende hoofdstukken met elkaar in verband dienen te worden gebracht,
toepassingsvragen waarbij fundamentele inzichten moeten worden gebruikt om complexe, realistische
probleem- of gedragssituaties te analyseren, en interpretatievragen waarbij (wel of niet in de cursus
besproken) onderzoeksgegevens moeten worden uitgelegd in de context van een in de cursus behandelde
theorie of thematiek. Vragen kunnen ook de vorm aannemen van te bespreken stellingen. In de colleges
worden in de loop van het semester enkele voorbeeldvragen behandeld en de studenten krijgen een
uitgebreide set van examenvragen, zodat ze zich vooraf met het type vragen en de vereiste kennisniveau
vertrouwd kunnen maken.
Studiemateriaal
De studiestof is te vinden in 2 bronnen:
- J.M. Nuttin jr. (1999) Sociale Beinvloeding. Toetsbaar leren denken over gedrag. Leuven: Universitaire
Pers. Uit dit boek hoeven niet alle hoofdstukken volledig te worden bestudeerd. In de colleges wordt
gedetailleerd aangegeven wat tot de examenstof behoort.
- Een aanvullende tekst die door Acco wordt verspreid.
Daarnaast verspreidt de titularis via de cursudienst/jaarverantwoordelijke 2 soorten extra ondersteunend
materiaal die geen nieuwe stof bevatten maar waarvan de ervaring leert dat studenten dit materiaal sterk op
prijs stellen bij het bestuderen van een cursus:
- Kopieën van alle transparanten (bevatten vaak de hoofdpunten van een theorie/onderzoek)
- Voorbeeld-examenvragen (zie bij onderwijsactiviteiten)
FR/24.10.2001
73.
Bijlage 2b - syllabi
Biofarmaceutische Analyse I : practicum
Doelstellingen
Het practicum Biofarmaceutische Analyse I is bedoeld als een algemeen practicum, waar analysetechnieken
worden aangeleerd. De student kan van zeer dichtbij kennismaken met analytische technieken die relevant
zijn in de farmaceutische analyse (geneesmiddelen, toxicologie, bromatologie).
Begintermen
De theoretische en practische kennis aangebracht gedurende de kandidaturen, met betrekking tot
organische farmaceutische scheikunde en analytische scheikunde, vormen een basis voor dit practicum.
Inhoud
Zowel kwalitatieve als kwantitatieve technieken komen aan bod. Kwalitatieve technieken omvatten onder
andere dunnelaagchromatografie, smeltpuntsbepaling, spectrofotometrie, polarimetrie, colorimetrie,
sulfaatas, grenstesten, kleurreacties voor identificatie. Kwantitatieve analytische technieken behelzen onder
andere verschillende types van titratie, spectrofotometrie, semi-microbepaling van water.
Deze analysetechnieken worden toegepast op verscheiden matrices zoals bulk geneesmiddelen, een
eenvoudige door de studenten zelf bereide geneesmiddelenvorm, enkele lichaamsvochten zoals bloed en
urine, en voedsel. De afzondering van actieve en mogelijks toxische stoffen uit biologische middens komt
aan bod.
Onderwijsactiviteiten
De proeven worden zodanig geprogrammeerd dat iedere student in contact komt met elke techniek, en
minstens éénmaal met elk soort matrix. Niet alle aspecten van de uitvoering van de proef worden de student
voorgeschoteld. Het probleemoplossend karakter van de oefeningen krijgt dus bijzondere aandacht. Het
practicum moet worden voorbereid door zelfstudie. Bij langere proeven organiseert de student zelf een
tijdsverdeling van zijn activiteiten.
Examenvorm
De beoordeling gebeurt op grond van de resultaten behaald gedurende de verschillende practica. Ook de
wijze waarop gerapporteerd wordt, speelt een belangrijke rol in de beoordeling.
Studiemateriaal
Practicum handleiding. De zelfstudie over de uit te voeren proeven kan gebeuren aan de hand van officiële
compendia en naslagwerken, voorhanden in het laboratorium en de faculteitsbibliotheek.
FR/24.10.2001
74.
Bijlage 2b - syllabi
Biofarmaceutische Analyse II: practicum
Doelstellingen
Het practicum Biofarmaceutische Analyse II is bedoeld als een aanvulling van instrumentele analyse die
enkel door de biofarmaceuten wordt gevolgd. De student kan van in de praktijk kennismaken met analytische
technieken die relevant zijn in de farmaceutische analyse (geneesmiddelen, toxicologie, bromatologie).
Begintermen
De theoretische en practische kennis aangebracht gedurende de kandidaturen, met betrekking tot
organische farmaceutische scheikunde en analytische scheikunde, vormen een basis voor dit practicum.
Inhoud
De nadruk ligt op het toepassen van chromatografische en elektroforetische scheidingstechnieken, en dit
zowel op bulk geneesmiddelen als op een voedselmatrix. Gaschromatografie, hoge druk
vloeistofchromatografie, planaire en capillaire elektroforese komen aan bod. Ook infrarood spectrometrie
wordt geoefend.
Onderwijsactiviteiten
De proeven worden zodanig geprogrammeerd dat iedere student in contact komt met elke techniek, en
minstens éénmaal met elk soort matrix. Niet alle aspecten van de uitvoering van de proef worden de student
voorgeschoteld. Het probleemoplossend karakter van de oefeningen krijgt dus bijzondere aandacht. Het
practicum moet worden voorbereid door zelfstudie. Bij langere proeven organiseert de student zelf een
tijdsverdeling van zijn activiteiten.
Examenvorm
De beoordeling gebeurt op grond van de resultaten behaald gedurende de verschillende practica. Ook de
wijze waarop gerapporteerd wordt, speelt een belangrijke rol in de beoordeling.
Studiemateriaal
Practicum handleiding. De zelfstudie over de uit te voeren proeven kan gebeuren aan de hand van officiële
compendia en naslagwerken, voorhanden in het laboratorium en de faculteitsbibliotheek.
FR/24.10.2001
75.
Bijlage 2b - syllabi
Farmaceutische zorg en beleid: seminaries II
Doelstellingen
Na het volgen van de seminaries en het uitvoeren van de daaraan verbonden opdrachten zouden de
studenten volgende vaardigheden moeten verworven hebben:
 Zelfstandig betekenis geven aan multifocale elementen in de gezondheidszorg.
 Kritisch op zoek gaan naar epidemiologisch, biostatistisch en farmaco-economisch feitenmateriaal met
het oog op het formuleren van beleidsvoorbereidende adviezen.
 Kennen en exploiteren van databanken toegankelijk via de apotheek en gedeeltelijk opgebouwd in de
apotheek.
 Het analyseren van cijfermateriaal met het oog op mogelijke tegenstellingen tussen een biostatistische
en een farmaco-economische benadering.
 Communiceren met verschillende belangengroepen in het geneesmiddelenbeleid.
 Zich bewust zijn en gepast relativeren van de belangen levend binnen de eigen apothekersgeleding.
 Plaatsen van de belangen van de patiënt binnen de context van een evenwichtige farmaceutische zorg.
 Reflecteren op de verantwoordelijkheid van de apotheker in de ambulante zorg.
 Nemen van kleinschalige initiatieven met het oog op verhoging van de leefkwaliteit van de patiënt.
 Opzetten en deelnemen aan initiatieven voor preventie in de gezondheidszorg.
 Volwaardig functioneren in een multidisciplinaire omgeving.
De doelstellingen van dit vak gaan niet in één richting. Via intensieve begeleiding van kleine groepen moeten
de docenten ook inzicht verwerven in het denken van de studenten. Via kritische terugkoppeling door de
studenten moeten de onderwijsvaardigheden van de actoren in het onderwijsteam toenemen. Dit garandeert
een voortdurende wisselwerking tussen vraag en aanbod.
Begintermen
Enkel studenten die het eerste deel van Farmaceutische Zorg en Beleid hebben gevolgd kunnen zinvol
deelnemen aan Farmaceutische Zorg en Beleid: Seminaries II. Een degelijke basiskennis van farmacologie
is sterk aan te raden. Een levende belangstelling voor de patiënt, geneesmiddelen en gezondheidsbeleid is
mooi meegenomen.
Inhoud
De inhoud van het vak kan grotendeels afgeleid worden uit de doelstellingen. De in het eerste deel van dit
vak gedoceerde theoretische begrippen en praktische methodologie wordt nu ten volle getoetst aan
voorbeelden uit de praktijk. Vermits de politiek rond geneesmiddelen sterk wisselt zullen de onderwerpen en
accenten aangepast worden van jaar tot jaar. Er kan wel gewerkt worden binnen bepaalde universele
thema’s waarvan hier een niet limitatieve lijst:
 De diabetische patiënt, met speciale aandacht voor de diabetische voet.
 Patiënten met hartisufficiëntie.
 Hypertensieve patiënten.
 Alzheimer en dementie.
 Palliatieve zorg.
 De astma patiënt.
 Hypercholesterolemie en risicofactoren.
 Behandeling en preventie van osteoporose.
 Patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen zoals arthritis en arthrose.
 Patiënten met chronische ontstekingen zoals Crohn en ulceratieve colitis.
 Patiënten met glaucoom.
 Medicatiebeleid in rust- en verzorgingstehuizen.
Lang niet elk van deze thema’s kan jaarlijks aan bod komen. In overleg bepalen de actoren van het
onderwijsteam welke onderwerpen gereserveerd worden voor elk academiejaar. Binnen een thema gaat de
aandacht naar het objectiveren van de kosten-baten analyse en de optimale implementatie van de
medicamenteuze therapie voor de patiënt.
FR/24.10.2001
Onderwijsactiviteiten
Bijlage 2b - syllabi
Het principe van begeleide zelfstudie beheerst de onderwijsactiviteiten.
 In functie van de geselecteerde themata concipieert het onderwijsteam een pakket voor begeleide
zelfstudie.
 De studenten werken in studiegroepen van 8 tot 10 personen.
 De studenten krijgen bepaalde opdrachten in fasen:
- formuleren van de onderzoeksvragen
- verzamelen van gegevens
- analyse van gegevens
- bepalen van de middelen (financieel, human resources)
- formuleren van beleidsadviezen
- uitvoeren van simulaties
 Op geregelde tijdstippen rapporteren de studenten aan de begeleiders en aan de plenaire groep.
 Het maken van uitgebreide rapporten wordt zoveel mogelijk vermeden: er wordt gestreefd naar
veelzeggende en niet naar breedvoerige rapportering.
Examenvorm
De beoordeling gebeurt gedeeltelijk permanent en gedeeltelijk gesteund op een globale toets van inzicht en
vaardigheden. Deze toets moet vooral de creativiteit en het kritisch inzicht testen. Alle studiemateriaal mag
hiervoor gebruikt worden.
Studiemateriaal



De in Farmaceutische Zorg deel I gebruikte studieboeken blijven van toepassing.
Vooraf klaargemaakt pakketten voor begeleide zelfstudie.
Studenten krijgen toegang tot gegevens via elektronische databanken en gegevens uit het pakket
begeleide zelfstudie.
FR/24.10.2001
76.
Bijlage 2b - syllabi
Casuïstiek in de farmaciepraktijk
Doelstellingen
1. Evalueren in welke mate de student bekwaam is om op een wetenschappelijke manier uitleg te geven
over diverse aspecten van geneesmiddelen.
2. Evalueren in welke mate de student bekwaam is om aan de patiënt nuttige informatie te verstrekken bij
aflevering van geneesmiddelen.
3. Evalueren in welke mate de student kennis bezit over het juiste gebruik van geneesmiddelen,
inzonderheid bij risicopatiënten.
4. De student motiveren tot een actief verwerven van kennis en vaardigheden tijdens de stage met het oog
op het doelmatig afleveren en een correct gebruik van geneesmiddelen.
Begintermen
De kandidaten moeten hun apotheekstage volledig beëindigd hebben. Ze vertonen tevens een
warme belangstelling voor patiënten en medicatie. Ze zijn niet wereldvreemd.
Inhoud
Continue vorming tijdens de stage wat betreft een kritische interpretatie van geneesmiddelenvoorschriften en
een degelijke patiëntenbegeleiding bij het afleveren van de door een arts voorgeschreven en door de patiënt
zelf gevraagde geneesmiddelen.
Onderwijsactiviteiten
De studenten en de stagemeesters ontvangen een bundel met gedetailleerde uitleg over de concrete vorm
van het examen, inclusief een aantal voorbeelden van examenvragen.
Examenvorm
Bij het begin van het examen ontvangt de student een opgave, bestaande uit een voorschrift, met vermelding
van geslacht en ouderdom van de patiënt, waarop twee geneesmiddelen voorkomen, evenals de eventuele
patiëntenbijsluiters.
Gedurende 20 minuten kan de student naslagwerken consulteren zoals Gecommentarieerd
Geneesmiddelenrepertorium, The Merck Index, Martindale - the Extra Pharmacopoeia, het Compendium der
Farmaceutische Specialiteiten, Kompendium Farma, Nationaal Formularium VI.
Vervolgens wordt de student gedurende ongeveer 15 minuten ondervraagd door een examencommissie om
na te gaan in welke mate hij/zij in staat is deskundige informatie te verstrekken over het voorgelegde
voorschrift en dit te commentariëren.
Bij de evaluatie houden de examinatoren rekening met de differentiatierichting, de gevolgde keuzevakken en
de aard van de stageplaats (officina of ziekenhuisapotheek) van de student.
Studiemateriaal
Cursussen van diverse basisvakken
Naslagwerken, aanwezig in de stage-apotheek zoals:
Martindale, The Extra Pharmacopoeia, Merck Index, Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium,
Compendium van de Farmaceutische Specialiteiten, Kompendium Farma, Belgische en Europese
Farmacopee, Informatorium Medicamentorum, Farmamozaïek, Courante farmaceutische tijdschriften
(Apothekersblad, Farmaceutisch Tijdschrift voor België, Antwerps Farmaceutisch Tijdschrift, Medisch
Farmaceutische Mededelingen, Tijdschrift van de Socio-Wetenschappelijke Apothekersvereniging),
Nationaal Formularium VI.
Bijsluiters van de geregistreerde specialiteiten.
FR/24.10.2001
Addendum
Bijlage 2b - syllabi
Analyse in de Toxicologie
Doelstelling
De studenten vertrouwd maken met, en de mogelijkheid bieden tot inzicht in, de hedendaagse problematiek
en facetten van het analytisch toxicologisch onderzoek. De rol van de apotheker in het analytisch
toxicologisch onderzoek, hetzij klinisch, hetzij forensisch, hetzij op industrieel vlak, is spreekwoordelijk.
Daarom zal de student de kans geboden worden om kennis te maken met 'state-of-the-art' analyse
technieken (HPLC/DAD, GC/MS, LC/MS, immunoassays), evenals specifieke opzuiverings-, extractie- en
aanrijkingstechnieken, vertrekkende van biologische stalen (urine, bloed, lever, ...).
Het hoorcollege zich vooral toespitsen op drugs en geneesmiddelen (gereglementeerde substanties zoals
heroine, cocaine, amfetamines, ...; psychotrope geneesmiddelen zoals hypnotica, antidepressiva, ...; evenals
pesticiden zoals paraquat, ...).
Begintermen
De studenten dienen een grondige kennis te hebben van farmacologie, analytische scheikunde en fysiologie.
Een uitgesproken interesse in forensische wetenschappen is aanbevolen.
Onderwijsactiviteiten
De studenten krijgen een algemene inleiding over de belangrijkste klassen van gereglementeerde
substanties. Zij zullen o.a. routinematige analyses (zoals GC/MS, immunoassays, HPLC, gekoppeld aan
zoektochten in databases van organische substanties) van dichtbij kunnen volgen, of indien mogelijk, zelf
uitvoeren.
Examenvorm
Schriftelijk examen + continue evaluatie.
Studiemateriaal
Bibliotheek en wetenschappelijke gegevensbanken
Download