FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 1. Formulering en bereiding van geneesmiddelenvormen Doelstellingen Deze cursus heeft tot doel de student de basiskennis over de farmaceutische toedieningsvormen bij te brengen, zodat een geneesmiddel op verantwoorde wijze kan bereid, geëvalueerd en afgeleverd worden. Met deze basiskennis moet de student ook in staat zijn kwalitatieve samenstellingen van farmaceutische specialiteiten te interpreteren. Begintermen Basiskennis van (1) fysicochemische eigenschappen van geneesmiddelen en farmaceutische grondstoffen en (2) farmaceutische scheikunde. Inhoud Het eerste deel, dat als inleiding dient, definieert de verschillende subdomeinen van de “galenische farmacie” als farmaceutische discipline, en omschrijft de positie van het magistraal voorschrift, de gestandaardiseerde formuleringen en de farmaceutische specialiteiten. De impact van de samenstelling, bewaringsomstandigheden en verpakking op de houdbaarheid en stabiliteit van geneesmiddelen wordt verduidelijkt. In het tweede deel van de cursus wordt aandacht besteed aan kwaliteitszorg en de richtlijnen voor “ goede bereidingspraktijk” en protocollering. In het derde deel worden de voornaamste basisbewerkingen die bij de formulering en bereiding van geneesmiddelen aan bod komen besproken, zoals afwegen, mengen, deeltjesverkleining. Na deze algemene hoofdstukken zijn de volgende delen volledig gewijd aan een bespreking van de geneesmiddelenvormen zoals de diverse oplossingen voor uitwendig en oraal gebruik , emulsies, suspensies, poeders en capsulen, rectale en vaginale preparaten, halfvaste farmaceutische preparaten, basisbegrippen over steriliteit en kiemfiltratie. De verschillende doseervormen worden gedefinieerd, gesitueerd en besproken met betrekking tot hun bereidingswijze, eigenschappen, kwaliteitseisen, controlemethodes en vrijstellingspatroon van het actief bestanddeel uit de doseervorm. Van elke vorm worden een aantal representatieve voorbeelden besproken. Voor die vormen, die bijna uitsluitend industrieel worden bereid zoals tabletten , pulmonaire doseervormen en de orale, transdermale en parenterale vormen met gecontroleerde of vertraagde vrijstelling van het farmacon, gaat de aandacht uitsluitend naar de formulering en het vrijstellingspatroon. Onderwijsactiviteiten Hoorcollege Examenvorm Schriftelijk examen waarbij de kennis en het inzicht in de materie worden geëvalueerd Studiemateriaal Physicochemical principles of Pharmacy (Florence and Attwood) Receptuurkunde (Bolhuis, Cox en Zuidema) Physical Pharmacy (Martin) Galenisch Formularium (R. Kinget) FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 2. Farmaceutische Scheikunde I & II Doelstellingen de student een degelijk inzicht bijbrengen van de scheikundige eigenschappen en de analyse van anorganische en organische geneesmiddelen van verschillende farmaceutische klassen de studenten het verband leren inzien tussen enerzijds de chemische structuur en chemische eigenschappen en anderzijds de speciale voorzorgen bij bewaring en gebruik van farmaceutische grondstoffen de studenten vertrouwd maken met de Europese Farmacopee. Begintermen De student wordt verwacht basiskennis te bezitten van algemene, anorganische en organische scheikunde en van analytische scheikunde. Inhoud Bespreking van de belangrijkste geneesmiddelen uit volgende klassen: DEEL I Geneesmiddelen bij maag- en darmziekten: antiacida, laxativa, antidiarreïca, geneesmiddelen bij hemorroïden Belangrijke mineralen (ijzer, fluoride, calcium- en magnesiumzouten) Anorganische grondstoffen gebruikt in oftalmologische preparaten (zilvernitraat, boorzuur en boraat, zinkoxide, natriumjodide) Excipientia en hulpmiddelen (Mg-stearaat, calcium- en magnesiumcarbonaat, natriumthiosulfaat, ….) Anorganische grondstoffen voor dermatologisch gebruik (kaolien, talk, titaanoxide, ….) Anorganische grondstoffen met belangrijke farmacologische werking: lithiumzouten (anxiolytica), platinumverbindingen (antitumorale geneesmiddelen), natriumnitroprussiaat Metaalcomplexerende stoffen (EDTA, ….) Antiseptica Diuretica Analgetica, narcotische analgetica, anesthetica Hoestbedarende geneesmiddelen Analeptica Antihistaminica, anti-emetica DEEL II Psychofarmaca (neuroleptica, ataractica, sedativa, hypnotica, antidepressiva) Anti-epileptica Spierrelaxantia Antiparasitaire en antiprotozoaire geneesmiddelen Inwendige antiseptica, antibacteriële chemotherapeutica, antimycotica FR/24.10.2001 Antibiotica Bijlage 2b - syllabi Antitumorale en immunosuppressieve geneesmiddelen Parasympathicomimetica, parasympathicolytica, sympathicomimetica, sympathicolytica Cardiovasculaire geneesmiddelen Schildklierhormonen Antidiabetische geneesmiddelen Steroïdhormonen De analytische bespreking blijft in grote mate beperkt tot het kwalitatieve deel. Voor bepaalde groepen geneesmiddelen wordt een monografie uit de Europese Farmacopee besproken. Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges met transparanten en studie van farmacopeeteksten. De praktische oefeningen dienen ter illustratie van het analytisch-scheikundig aspect. Examenvorm Schriftelijk. Studiemateriaal Cursusnota’s met onder meer kopieën van transparanten. Europese Farmacopee. Wilson and Gisvold's textbook of organic medicinal and pharmaceutical chemistry, J. N. Delgado and W. A. Remers (Eds), Lippincott. Principles of medicinal chemistry, W.O. Foye, T.L. Lemke, D.A. Williams(Eds) Lippincott. Arzneistoffanalyse, K. Eger, R. Troschütz, H.J. Roth, Deutscher Apotheker Verlag. Deutschen Arzneibuch - kommentar, K. Hartke, H. Hartke, E. Mutschler, Govi-Verlag. Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium, Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie. Deze werken zijn in de faculteitsbibliotheek voorhanden. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 3. Fysiopathologie I Doelstellingen Deze cursus tracht een inzicht te bieden in de basismechanismen betrokken bij het ontstaan en de evolutie van ziekten en een overzicht te geven van de fysiopathologie van een aantal belangrijke ziektebeelden. De student wordt gestimuleerd om de opgebouwde basiskennis betreffende functionele morfologie, fysiologie, biochemie en andere disciplines te integreren in de benadering van pathologie. Tezelfdertijd wordt een basis aangeboden ter onderbouwing van de farmacologie. De nadruk ligt op wetenschappelijk inzicht, integratie van basiskennis over de disciplines heen en de vertaling van deze kennis naar de klinische praktijk. Begintermen Basiskennis van morfologie, fysiologie en biochemie zoals aangebracht in de kandidaturen. Inhoud In zijn totaliteit omvat het vak Begrippen van Fysiopathologie en Ziektenleer drie delen : algemene fysiopathologie, stoornissen van homeostasemechanismen en orgaan- en systeemfysiopathologie. In deel I wordt ingegaan op de algemene fysiopathologie en op stoornissen in homeostasemechanismen . Een goed inzicht in deze processen is vereist voor het begrijpen van orgaan en systeemfysiopathologie. In het gedeelte algemene fysiopathologie worden de basisprocessen van de pathologie beschreven. Na een inleiding over belangrijke concepten als ziekte en veroudering overlopen we de rol van genetische factoren bij het ontstaan en het verloop van pathologie. Daarna wordt ingegaan op de belangrijkste niet-specifieke en specifieke verdedigingssystemen tegen locale of veralgemeende beschadiging. Achtereenvolgens worden besproken: de ontstekingsreactie, de stress reactie, de immunologische reactie. De nadruk ligt daarbij op inzicht in de fysiologische en biochemische basisprocessen die aangrijpingspunten vormen voor de farmacologie. Twee belangrijke uitlopers van deze verdedigingsreacties worden verder uitgediept: koorts (en andere stoornissen in thermoregulatie) en pijn. Het tweede gedeelte overloopt de grote homeostasemechanismen. Als typische en frequente afwijkingen van volume- en osmolariteits-homeostase bespreken we oedeem en dehydratatie. Voor het zuur-base evenwicht overlopen wij de enkelvoudige stoornissen: metabole/respiratoire acidose/alkalose. Voor kalium wordt hypokalemie, kaliumdepletie en hyperkalemie besproken en voor calcium hypocalcemie en hypercalcemie met een inleiding tot een aantal metabole beenderziekten (rachitis en osteomalacie, hypo- en hyperparathyroidie, osteoporose en ziekte van Paget…). Voor al deze homeostase stoornissen worden de pathogenese, de klinische gevolgen en de mogelijkheden tot (farmacologische) interventie uitgediept. Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges Examenvorm Mondeling met schriftelijke voorbereiding Studiemateriaal Syllabus: “Begrippen van fysiopathologie en ziekteleer voor apothekers” en verwijzingen naar literatuur. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 4. Klinische Chemie Doelstellingen De student vertrouwd maken met de principes van laboratorium-diagnostiek, en met enkele analytische technieken die ook in de farmaceutisch-analytische disciplines van groot belang zijn. Kennismaking met en voorbereiding op een eventuele verder gezette opleiding (specialisatie klinische biologie). Begintermen Vereiste voorkennis: basis analytische chemie, biochemie, fysiologie, fysiopathologie. Inhoud Hoorcolleges / begeleide zelfstudie Algemene begrippen : staalname, biologische variëteit, referentiewaarden, klinisch performantie Principes van kwaliteitsbewaking: interne kwaliteitscontrole, externe kwaliteitscontrole, accreditatie Immunochemische technieken in het klinisch laboratorium: precipitatietechnieken, agglutinatietechnieken, nefelometrie, turbidimetrie, RIA, ELISA, enz. Eiwitten : belangrijkste eiwitten in plasma, bepaling van totaal eiwit in plasma, urine en cerebrospinaal vocht, eiwit-electroforese Klinisch-chemische analyse van de nierfunctie Bloedgassen en zuur-base afwijkingen Principes van klinische enzymologie Klinisch-chemisch onderzoek van leveraandoeningen Laboratorium-diagnostiek van aangeboren metabole afwijkingen Oefeningen Algemene principes van de berekening van de activiteit van een enzym, aan de hand van voorbeelden, na opfrissing van de theoretische achtergrond. Bespreking van een aantal “case studies” Bezoek aan een klinisch laboratorium Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges Begeleide zelfstudie Oefeningen Examenvorm Er is één schriftelijk examen. Dit bestaat doorgaans uit vier vragen. Twee ervan zijn theoretische vragen (bv. bespreking van een klinisch-chemische parameter of een analysetechniek), twee ervan zijn toepassingsvragen (één case study en één uitwerking van een enzymbepaling). Studiemateriaal Voor de theoretische cursus wordt een syllabus ter beschikking gesteld. Deze bevat de essentiële elementen van de leerstof, maar laat de titularis een zekere ruimte voor invulling van actuele gegevens. Eén hoofdstuk (voorlopig niet meer) wordt aangeboden onder de vorm van begeleide zelfstudie. Voor de oefeningen worden nota’s ter beschikking gesteld i.v.m. de te bespreken “case studies” en de bepaling van enzym activiteiten. De titularis maakt gebruik van transparanten voor de verduidelijking van de leerstof. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 5. Farmaceutische data-analyse Doelstellingen Experimentele gegevens op een inzichtvolle en wetenschappelijk verantwoorde wijze samenvatten. Inzicht bekomen in het statistisch denken en dan voornamelijk inzicht hebben in veel gebruikte statistische termen, zoals de P-waarde, het significantie niveau en het betrouwbaarheidsinterval. Eénvoudige statistische testen begrijpen en hun relevantie inzien. Begintermen Wiskunde op het niveau van de humaniora representeert de voorkennis voor de cursus. Inhoud Inleiding tot de algemene statistische methoden 1. Inleidende begrippen Populatie, steekproef, variabele, distributie Gemiddelde, mediaan, standaardafwijking Toevallige en systemische fout, precisie en accuraatheid, herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid 2. De normaalverdeling Formule Confidentie-interval t-distributie toets op normaliteit andere verdelingen: binomiaal, Poisson 3. Hypothesetoetsing Gebruik van het confidentie-interval bij toetsen Nulhypothese, significantie, eenzijdige vs. tweezijdige test, en fout t-test: vergelijken van 2 gemiddelden of van het gemiddelde met een gegeven waarde F-test: vergelijken van 2 varianties of van een variantie met een gegeven waarde Uitbijters (outliers) Chi-kwadraat test, contingentietabellen 4. Variantie-analyse (ANOVA) Vergelijking van meer dan 2 gemiddelden Één-wegs ANOVA tabel 5. Regressie Lineaire regressie Kalibratie confidentielimieten Onderwijsactiviteiten Hoorcollege. Examenvorm Schriftelijk Studiemateriaal B. Andersen. Methodological errors in medical research. Blackwell Scientific Publications. 1990 P. Armitage and G. Berry. Statistical methods in medical research. Second edition. Blackwell Scientific Publications. 1987. M. Bland. An introduction to medical statistics. Oxford Medical Publications. 1987 Freedman, R. Pisani, R. Purves en A. Adhikari. Statistics. Second Edition. Norton International Student FR/24.10.2001 Edition. 1991 Bijlage 2b - syllabi 6. Fysiopathologie II Doelstellingen inzicht in de fysiopathologische fenomenen om zo de huidige en ook toekomstige medicamenteuze behandelingen te begrijpen kennis van klachten en de daarbij horende ziektebeelden om een verantwoord gezondheidsadvies te kunnen geven. directe voorbereiding voor het vak farmacologie Begintermen Vereiste voorkennis: anatomie en vooral fysiologie fysiopathologie deel I Inhoud In deel II van de cursus fysiopathologie wordt ingegaan op orgaan- en systeemfysiopathologie met de nadruk op de grote decompensatiesyndromen en de klinische implicaties. Als inleiding wordt een toelichting gegeven over het medisch diagnostisch proces en de principes van de besliskunde (probabilistic reasoning). Er is geen systematische encyclopedische bespreking van de ziektebeelden van de verschillende organen. Van hart, longen, maag-darmstelsel, nieren, bloedvormende organen, het endocrien systeem, het voortplantingsstelsel , beender- en gewrichtsstelsel, worden een beperkt aantal ziektebeelden besproken. Frequentie van voorkomen en medicamenteuze behandeling zijn de belangrijkste determinanten voor de selectie van de te bespreken ziektebeelden. Atheromatose en hyperlipidemie komen aan bod in het cardiale hoofdstuk. Het ontstaansmechanisme en de behandelingsprincipes van tumoren worden ook kort toegelicht zonder bespreking van de cytostatica. Onderwijsactiviteit Hoorcolleges. Examenvorm Mondeling examen na schriftelijke voorbereiding. Er wordt getoetst op fysiopathologisch inzicht en het vermogen de verworven kennis probleem-georiënteerd toe te passen, vooral voor wat de medicamenteuze behandelingsprincipes betreft. Studiemateriaal Cursustekst wordt jaarlijks uitgegeven via de studenten cursusdienst. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 7. Farmacochemie Doelstellingen Deze cursus heeft tot doel de student op een logische wijze te leren nadenken over werking en nevenwerking van geneesmiddelen en hun een denkpatroon te bezorgen waarin ook toekomstige geneesmiddelen kunnen worden ingepast. Begintermen Een goede kennis van de organische scheikunde, de celbiologie en een inleiding op de farmacologie is noodzakelijk Inhoud In deze cursus wordt de structurele informatie van een geneesmiddel geïnterpreteerd in functie van farmacologische werking. De geneesmiddelen worden dan ook gerangschikt volgens hun mechanistische eigenschappen. De geneesmiddelen worden ingedeeld in drie groepen, nl. degene die inwerken op neurotransmitters, degene die inwerken op hormonen en neurohormonen en de geneesmiddelen die werken zonder klassieke receptorsystemen. Er wordt vooral aandacht besteed aan het chemisch aspect, d.w.z. hoe de interactie tussen geneesmiddel en doelwit kan leiden tot de gewenste biologische respons. Geneesmiddelen die inwerken op het neurotransmittersysteem - acetylcholine en cholinerge receptoren norepinefrine en adrenerge receptoren dopamine en dopamine receptoren serotonine en serotonine receptoren histamine en histamine receptoren aminozuren of neurotransmitters Geneesmiddelen die inwerken op hormonen, neurohormonen en nucleïnezuren - enkefalines, endorfines en opiaatanalgetica het arachidonzuurmetabolisme en inflammatie intracellulaire receptoren (steroidhormonen, schildklierhormonen, vitamine D, cholesterol,…) peptidehormonen en neurohormonen nucleinezuren en de celdeling (antitumoraal, antiviraal, antibacterieel,…) Direct werkende geneesmiddelen - exciteerbare membranen (Ca2+, Na+, K+) celwand synthese inhibitoren (antibiotica, antifungale producten) enzymen als doelwitstructuren en interactie met metabole processen Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges Examenvorm Schriftelijk examen Studiemateriaal Een cursustekst wordt ter beschikking gesteld. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 8. Medische aspecten van de voeding Doelstellingen De student inzicht geven in: de bijzondere voedingsvereisten voor kinderen en bejaarden het verband tussen het gebruik van bepaalde voedingsproducten en het ontstaan en de behandeling van sommige pathologieën. De student leren literatuurgegevens kritisch te interpreteren en de correcte conclusies er uit af te leiden. Begintermen Basisbegrippen van fysiologie en biochemie. Inhoud Deel 1: voeding van zuigeling en kind College 1 voedingsaanbevelingen voor kinderen (specifieke noden) voedingsgewoonten van kinderen in België College 2 College 3 + 4 College 5 voeding van de gezonde zuigeling: zin/onzin van specifieke producten voeding van de zuigeling met afwijkende behoeften: specifieke producten speciale voedingspreparaten voor kinderen: zin/onzin Deel 2: voeding van de volwassen College 1 College 2 College 3 College 4 College 5 College 6 College 7 College 8 tot 10 voedingsaanbevelingen van België voedingsgewoonten in België specifieke aspecten van de voeding bij bejaarden hypertensie: de rol van de voeding bij het ontstaan en in de behandeling obesitas: behandeling (dieet, multidisciplinair,…); preparaten in de behandeling; medicatie: nieuwe trends atherosclerose: de rol van de voeding bij het ontstaan en in de behandeling diabetes: de rol van de voeding bij het ontstaan en in de behandeling voeding en kanker nieuwe trends in de voeding: bespreken van tegenstrijdigheden in de literatuur. De onderwerpen zijn aan te passen aan de actualiteit en/of eventueel de vraag van de studenten maar kunnen o.a. zijn: zin/onzin van chroomsupplementen zin/onzin van foliumzuursupplementen vitamine A en het teratogeen effect anti-oxydantia functional foods … Onderwijsactiviteiten hoorcollege Examenvorm Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Tijdens het examen mag gebruik gemaakt worden van de NUBEL-voedingsmiddelentabel. 4 vragen (elk op 5 punten). Studiemateriaal Syllabus (beschikbaar voor het begin van het 2de semester). Nubel-voedingsmiddelentabel + Voedingsplanner (CD-rom) : beide verkrijgbaar bij Acco. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 9. Receptuurkunde I: practicum Doelstellingen Het basispracticum Receptuurkunde I leert de principes aan van de bereiding van de voornaamste farmaceutische vormen, die voor de toediening van farmaca worden gebruikt. Hiervoor worden eenvoudige samenstellingen gebruikt zodat de klemtoon niet ligt op de formulering doch op de bereidingstechniek. Begintermen Basiskennis (1) Formulering en bereiding van geneesmiddelenvormen, (2) fysicochemische eigenschappen van geneesmiddelen en farmaceutische grondstoffen, en (3) farmaceutische scheikunde. Inhoud 1. Doseringsnauwkeurigheid 2. Vaste toedieningsvormen 3. Oplossingen en dranken 4. Suspensies en emulsies 5. Zalven, pasta's gelen en crèmes 6. Zetpillen en ovulen Onderwijsactiviteiten Praktische oefeningen Examenvorm Klaarmaken van 2 bereidingen uit practicum handboek Studiemateriaal Practicum handleiding Physicochemical principles of Pharmacy (Florence and Attwood) Receptuurkunde (Bolhuis, Cox en Zuidema) Physical Pharmacy (Martin) Galenisch Formularium (R. Kinget) FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 10. Scheidingstechnieken en absorptiespectrometrie Doelstellingen Een grondig overzicht geven van het nut en de toepassingen van scheidingstechnieken en van absorptiespectrometrie in de analyse van geneesmiddelen. Dit vak is bedoeld als uitbreiding van het onderdeel Instrumentele Methoden van de Inleiding tot de Farmaceutische Analyse, dat geprogrammeerd is in de 2° kandidatuur. Begintermen De kennis aangebracht door de scheikundige vakken, gedoceerd gedurende de kandidaturen farmacie, is voldoende als basiskennis voor dit vak. Inhoud I. Chromatografische scheidingstechnieken Inleiding chromatografische grootheden, Van Deemter vergelijking I.1. Gaschromatografie apparatuur, keuze van de stationaire fase, Kovats indices, derivatisering, kwalitatieve en kwantitatieve analyse, toepassingen, validatie van een chromatografisch systeem I.2. Dunnelaagchromatografie adsorptie als vertragingsmechanisme, normale verdeling als vertragingsmechanisme, omgekeerde fase verdelingschromatografie, apparatuur en uitvoering I.3. Hoge druk vloeistofchromatografie apparatuur, adsorptie als vertragingsmechanisme, verdeling als vertragingsmechanisme, gebonden fase chromatografie, ionenpaarchromatografie, chirale scheidingen, ionenuitwisselingschromatografie, exclusiechromatografie, affiniteitschromatografie, toepassingen I.4. Andere chromatografische scheidingstechnieken superkritische vloeistofchromatografie, capillaire elektrochromatografie II. Elektroforetische scheidingstechnieken II.1. Planaire elektroforese agarose elektroforese, SDS-PAGE, Ferguson kurve, toepassingen II.2. Capillaire elektroforese apparatuur, capillaire zone elektroforese, toepassingen met zevende matrix, isoelektrische focussering, micellaire elektrokinetische capillaire chromatografie, chirale scheidingen, toepassingen III. Absorptiespectrometrie Inleiding III.1. Infraroodspectrometrie apparatuur, moleculaire vibraties, fingerprint III.2. Ultraviolet- en zichtbaar lichtspectrometrie apparatuur, belangrijke begrippen en termen in UV/Vis spectrometrie, conjugatie, wet van LambertBeer, toepassingen Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges, met mogelijkheid tot inoefenen van de leerstof aan de hand van vragen die gedurende de les opgelost worden, en aan de hand van een didactisch computerprogramma. Praktische oefeningen komen aan bod in het practicum Biofarmaceutische Analyse I en II. Examenvorm Mondeling met schriftelijke voorbereiding. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Studiemateriaal Kopieën van transparanten. Vloeistofchromatografie, ten Hagen Stam, Den Haag, Nederland, 1995. Quantitative Chemical Analysis, Fifth Edition, Daniel C. Harris, W.H. Freeman and Company, New York, 1999. Spectroscopic Methods in Organic Chemistry, Fifth Edition, Dudley H. Williams and Ian Fleming, McGrawHill, London, 1995. Europese Farmacopee, i.e. onderdelen uit algemeen deel die relevant zijn m.b.t. scheidingstechnieken en absorptiespectrometrie, en monografieën als toepassing. Deze werken zijn voorhanden in de faculteitsbibliotheek. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 11. Farmacologie Doelstellingen Het doel van dit onderwijs is een basisopleiding te geven in de farmacologie van de verschillende klassen van geneesmiddelen met betrekking tot hun gebruik bij de mens. Begintermen Verwachte voorkennis : fysiologie en pathofysiologie; biochemie; beperkte kennis van de anatomie. Inhoud Transmissiesystemen in het perifeer zenuwstelsel. Cholinerge transmissie. Stoffen gebruikt bij maag- en duodenumulcera. Stoffen die de maaglediging versnellen. Adrenerge transmissie. Dopaminerge, serotinerge en purinerge transmissie. Geneesmiddelen bij astma. Geneesmiddelen in verband met het cardiovasculair stelsel. Geneesmiddelen gebruikt bij hyperlipidemie. Geneesmiddelen bij bloedstolling. Spierrelaxantia. Histamine en antihistaminica Inleidende begrippen van farmacodynamie en farmacokinetiek. Bespreking van werkingsmechanismen, farmacokinetische eigenschappen, indicaties, contra-indicaties, nevenwerkingen en interacties van geneesmiddelen i.v.m. het hormonale systeem (schildklierhormoon, bijnierschorshormonen, geslachtshormonen, antidiabetica, parathyroïd hormoon, calcitonine, vitamine D). Bespreking van werkingsmechanismen, farmacokinetische eigenschappen, indicaties, contra-indicaties, nevenwerkingen en interacties van antipsychotica, antidepressiva, hypnotica, sedativa, anxiolytica, antiParkinson-middelen, anti-epileptica, narcotische analgetica, analgetische, antipyretische en antiinflammatoire geneesmiddelen, geneesmiddelen bij rheuma en jicht, geneesmiddelen bij migraine, cytostatica en immuunfarmaca. Onderwijsactiviteiten Uitsluitend hoorcolleges. Examenvorm Schriftelijk examen - 1 Bespreekvraag; enkele meerkeuzevragen mét motivatie; enkele korte vragen (die peilen naar verklaren van werkingsmechanismen). - Vragen i.v.m. de inleidende begrippen van farmacokinetiek en farmacodynamie; 1 bespreekvraag i.v.m. het hormonale systeem. Studiemateriaal Gebruikte handboeken "Goodman & Gilman's The Pharmacological Basis of Therapeutics" 9th edition (1996) Mc Graw-Hill "Basic & Clinical Pharmacology” B.G. Katzung, 7th Edition (1998) Appleton & Lange “Pharmacology” Rang, Dale and Ritter, 3 rd Edition (1995) Churchill Livingstone Cursus: wordt aan de studenten gegeven en door hen uitgegeven. Nota's en transparanten gebruikt tijdens de hoorcolleges worden ter beschikking gesteld van de studenten. Gebruikte handboeken “Goodman & Gilman's The Pharmacological Basis of Therapeutics” 9 th Edition (1996) Mc Graw Hill “Basic and Clinical Pharmacology” B.G. Katzung, 7th Edition (1998) Appleton & Lange FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Clinical Pharmacokinetics : Concepts and Applications” Rowland and Tozer, 3 rd Edition FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 12. Farmaceutische Biotechnologie Doelstellingen Inzicht verwerven over de huidige mogelijkheden voor de productie van geneesmiddelen door middel van biotechnologische procédés. Het begrijpen van verschillende principes is daarbij heel belangrijk. Inzicht verwerven in de problematiek specifiek verbonden aan de kwalitatieve en kwantitatieve analyse van biotechnologische geneesmiddelen. Aan de hand van de verworven kennis en inzichten dienen de studenten in staat te zijn om, uitgaande van een eenvoudige beginsituatie, zelfstandig een "productie" schema te ontwerpen voor de aanmaak van een biotechnologisch geneesmiddel (m.a.w. de besproken methodologie moet kunnen toegepast worden in een nieuwe situatie). Begintermen Kandidaatsdiploma farmaceutische wetenschappen Inhoud Er wordt een overzicht gegeven van de verschillende stappen nodig om het genetisch materiaal (DNA) dat codeert voor een specifiek eiwit selectief te isoleren en te incorporeren in een "in vitro systeem" dat de uiteindelijke productie van dit eiwit op efficiënte wijze toelaat. De gebruikte technologie en principes worden daarbij gedetailleerd besproken. Aan de hand van wetenschappelijke publicaties wordt de student vertrouwd gemaakt met de toepassingen. Tevens wordt de problematiek besproken die inherent is aan geneesmiddelen die bereid zijn d.m.v. recombinante DNA technologie. Dit omvat dus controles op het niveau van de initiële stappen (isolatie van genetisch materiaal, ...), op het niveau van de productie, op het niveau van de zuivering en op het niveau van de evaluatie van het eindproduct (identiteit, biologische activiteit). Anderzijds worden ook een aantal mogelijkheden besproken die, dank zij de toepassing van recente biotechnologische aanwinsten, toelaten om op rationele wijze nieuwe geneesmiddelen te ontwikkelen. Inhoudstafel 1. inleiding 2. structuur, eigenschappen en voorkomen van nucleïnezuren 3. isolatie van nucleïnezuren cellysaten electroforese centrifugatie chromatografie -gel filtratie -ionenuitwisseling -intercalerende agentia -affiniteits-chromatografie 4. Analyse ( ‘basis’) fysicochemisch Hybridisatie ( southern, northern, dot-blot, kolonie en plaque) 5. Manipulatie (incl. Analytische toepassingen) Fragmentatie ( aspecifiek/base specifiek/sequentiespecifiek) Diverse enzymes voor fragmentatie ( nucleasen, RE,) Restrictieanalyse Polymerasen/transferasen/ligasen/fosfatasen/kinasen mutagenese FR/24.10.2001 6. Sekwentie analyse Bijlage 2b - syllabi 7. Gemerkte probes 8. Kloningsprocedures Vectoren ( plasmiden, viraal, faag en cosmiden, shuttlevektoren, …) cDNA bank/ genomische bank PCR constructie chimere vector 9. Transformatie 10. Selectieprocedures (voor transformanten, recombinanten, phage display) 11. Expressie 12. Transgene organismen 13. Monoklonale antilichamen kenmerken productie manipulatie gebruik 14. Gentherapie (inleiding tot) 15. Zuivering van eiwitten en analyse (aard van onzuiverheden en wijze om op te sporen ( zonder details over methodes!)) Opmerking De chromatografische en electroforetische technieken worden in het kader van deze cursus enkel “gebruikt”, de diepgaande theoretische beschouwingen daaromtrent worden gezien in andere cursussen Onderwijsactiviteiten Hoorcollege. Mogelijkheid tot deelname aan begeleide zelfstudie aan de hand van een wetenschappelijke publicatie. Examenvorm Mondeling (met schriftelijke voorbereiding). Voornamelijk toepassingsvragen. Studiemateriaal Illustratiemateriaal en syllabus op CD-rom ± 5 wetenschappelijke artikels Aanbevolen handboeken: R.W. Old & S.B. Primrose, Principles of gene manipulations, Blackwell Science, Cambridge, U.S.A., 1994. C. Howe, Gene cloning and manipulation, Cambridge University Press, Cambridge, U.S.A., 1995 FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 13. Microbiologie en immunologie Doelstellingen - - - Student begrijpt de structuur en functie van micro-organismen, leert het onderscheid maken tussen de verschillende relatievormen, heeft kennis van de interactie tussen de pathogeniciteit van microorganismen en de immuniteit van de gastheer Student verwerft basiskennis van micro-organismen in functie van de belangrijke infectieziekten. Nadruk wordt gelegd op de epidemiologie, de pathogenese en de evolutie van enkele belangrijke infectieziekten zoals lage luchtweginfecties, enteritis, meningitis en urineweginfecties. Ook moeten de voornaamste diagnostische mogelijkheden in het microbiologisch laboratorium begrepen worden. Student verwerft een basiskennis betreffende antimicrobiële therapie met vooral aandacht voor werkingsmechanismen, resistentieontwikkeling en toepassingsgebied Student heeft kennis van de verschillende sterilisatie en ontsmettingstechnieken Begintermen - Student heeft inzichten in de biochemie, genetica, anatomie en de wijze waarop ons afweersysteem functioneert Student heeft inzichten in microscopische waarnemingen Inhoud In het inleidend deel worden de structuur, het metabolisme en de groei van bacteriën en virussen beschreven. Er wordt vooral aandacht besteed aan kenmerken en structuren die van belang zijn voor hun ziekmakend vermogen en die geschikte aangrijpingspunten zijn voor antimicrobiële middelen. De bacteriële genetica wordt beperkt tot de aspecten die belangrijk zijn voor het ontwikkelen van weerstand tegen antibiotica, zo bv. plasmiden en episomen. Vervolgens behandelen we de fysische en chemische middelen tot sterilisatie en antisepsis. Van de voornaamste groepen antibiotica wordt telkens besproken : werkingsmechanisme, antibacterieel spectrum, de indicaties en nevenwerkingen. De immunologie behandelt de moderne inzichten over de wijze waarop hogere dieren zich verdedigen tegen infecties. Besproken worden: antigenen, antistoffen, celgebonden immuniteit, interacties tussen macrofagen, B-cellen en T-cellen, overgevoeligheidsreacties en problemen rond transplantatie van weefsels en organen. In de systematiek worden de belangrijkste infectieverwekkers besproken : morfologie, besmettingsbronnen, hoe en welke ziekte ze veroorzaken, hoe het laboratoriumonderzoek kan bijdragen tot de diagnosestelling, de principes (hygiëne, vaccinatie) of van een curatieve behandeling door antimicrobiële middelen. Bijzondere aandacht gaat naar de klassieke evenals de nieuwere bereidingswijzen van vaccins tegen virusziekten. Onderwijsactiviteiten Cursus wordt onder de vorm van een hoorcollege gedoceerd. Tijdens de colleges worden transparanten en diapositieven gebruikt Examenvorm Het examen wordt afgenomen in twee delen, namelijk virologie/immunologie en bacteriologie/parasitologie. Per groep van examinandi wordt één deel uitsluitend schriftelijk geexamineerd, het andere deel mondeling met schriftelijke voorbereiding. Elk examen bevat vragen geselecteerd uit alle cursusdelen. Ook de practica worden mee in de evaluatie opgenomen maar krijgen een afzonderlijke kwotering Studiemateriaal - Medische bacteriologie deel 1 (Acco, J. Verhaegen en L. Verbist) Medische bacteriologie deel 2 (Acco, J. Van Eldere, L. Verbist en J. Verhaegen) Medische mycologie en parasitologie (Acco, J. Verhaegen) FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi - Medical Immunology made memorable, (Red.: J.H.L. Playfair & P.M. Lydyard; Uitg: Churchill Livingstone, New York, 2000) - ca. 650,- BEF - Medische Virologie – Algemene Aspecten (Acco, A. Billiau) - Vaccins tegen Virusziekten (Acco, A. Billiau) - Het Virologisch en serologisch Laboratorium (Acco, A. Billiau) FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 14. Farmaceutische Zorg en Beleid Algemene doelstelling De studenten nog vóór de stage in laten nadenken over de rol van de apotheker in een multidisciplinaire aanpak van de gezondheidszorg. Leerdoelen De te verwerven vaardigheden en kenniselementen moeten geïntegreerd worden tot een harmonisch geheel. Om de bijdrage van ieder vakonderdeel duidelijker te stellen worden ze hier opgesplitst. Communicatievaardigheden en methodologie De plaats en verantwoordelijkheid kunnen bepalen van de apotheker als gezondheidswerker in de huidige samenleving. Een basiskennis bezitten over de elementen eigen aan communicatief denken en handelen (o.a. praktische communicatievaardigheden). Gepast omgaan met materiële hulpmiddelen bij het uitoefenen van het beroep en in beperkte mate zelf hulpmiddelen kunnen aanmaken (bijvoorbeeld schriftelijk infomateriaal). Het verantwoord communiceren met patiënten over geneesmiddelen en preparaten voor zelfzorg met het oog op een sturen van aflevering of doorverwijzing. Farmaco-epidemiologie en Biostatistiek Begrippen kunnen hanteren in verband met de algemene beginselen van epidemiologie, klinische epidemiologie, farmaco-epidemiologie en farmacovigilantie of geneesmiddelenbewaking.. Het belang leren inschatten van causaliteit verbonden met bepaalde gedragingen van heterogene en homogene patiëntenpopulaties. Inzicht verwerven in het concipiëren van beleidsbeslssingen verbonden met resultaten uit gezondheidsgericht onderzoek bij grote populaties. Een praktische kennis verwerven over de basisbegrippen in statistische data-analyse, om vast te stellen in hoeverre primaire- en surrogaat eindpunten in klinische studies bereikt zijn. Een concept opmaken van klinische studies en projecten gericht naar farmaceutische zorg met een voldoende stevige onderbouw om wetenschappelijk verantwoorde data-analyse uit te voeren. Kennis verwerven over de statistische modellen met mogelijkheden en beperkingen bij klinische en farmaco-epidemiologische studies. Farmaco-economie en farmacopolitiek Het belang leren kennen van geneesmiddelen als uitgavenpost in de sociale zekerheid, alsmede diverse beïnvloedende mechanismen. Kennismaken met het instrumentarium voor het onderbouwen van allerlei keuzen in het beleid en management in de gezondheidszorg. Begintermen Basiskennis van fysiologie, fysiopathologie en farmacologie. Bereid zijn tot sterke interactie met een zin voor positieve communicatie. Interesse voor de beroepsfinaliteiten van de apotheker in diverse sectoren: openbare apotheek, ziekenhuisapotheek, regulatory affairs, farmaceutische marketing, marktgerichte research, administratie in verband met gezondheidszorg en politieke mandaten. Inhoud De inhoud van het vak kan afgeleid worden uit de leerdoelen : Voorhouden van basiscommunicatievaardigheden. Bijbrengen van de belangrijkste elementen in een mondelinge communicatie. Schrijven en analyseren van een patiëntgerichte tekst. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Beschouwingen rond de aflevering van zelfmedicatie bij 9 frequent voorkomende aandoeningen in de apotheek. Betekenis van belangrijke statistische parameters, de wijze waarop deze worden berekend en de omstandigheden waarin ze worden toegepast. Bij wijze van voorbeelden volgen hier een aantal geregeld gebruikte statistische concepten in het klinisch en farmaco-epidemiologisch onderzoek - concept van parametrische en niet parametrische testen - significantie in klinische studie uitgaande van goed gedefinieerde eindpunten - odds ratio, risico-analyse en 95% betrouwbaarheid - power van een studie in relatie tot het meten van verschillen met de voorgestelde instrumenten - beperkingen en mogelijkheden van cluster analyse - correctie van bias - intent-to-treat analyse versus per protocol analyse - trend- en regressie-analyse - discontinue en dummy variabelen - naast ANOVA ook ANCOVA (analysis of covariance) - het Kaplan-Meier concept - bepaalde specifieke testen in functie van hun belang : Kruskall-Wallis, Duncan, Cochran-MantelHaenszel, Crohnbachs (alfa), Mann-Withney-U / Wilcoxon, kappa- en Z-test. Diverse concepten in de meting van leefkwaliteit en begrip QUALY (Quality Adjusted Life Years). Constructie van farmaco-economische modellen uitgaande van kostprijs en gedragsvariabelen eigen aan patiënten en het medisch korps. Onderwijsvormen Hoorcolleges Uitvoeren van opdrachten in het kader van begeleide zelfstudie Observatie van videomontages Rollenspel Conceptueel projectwerk Interpretatie van publicaties Schrijven van een patiëntgerichte tekst. Examenvormen De evaluatie gebeurt op basis van uit te voeren opdrachten en via toetsing van vaardigheden en kennis op geregelde basis. Studiemateriaal Communicatie in de Apotheek, ACCO 1999. Laatste uitgave van het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium. Pakketten voor begeleide zelfstudie rond observatie en analyse van communicatie (cf. OOI-project 19982000). Basishandboek of cursus over klinische data-analyse. Statistieken van het Belgisch Instituut voor Gezondheidseconomie (BIGE) en het BIGE Compendium. Rapportering over uitgevoerde of in uitvoering zijnde (Belgische) projecten over farmaceutiche zorg (AstmaTOM, Diabetic foot). Praktisch Dit curriculumonderdeel neemt officieel 30 u hoorcollege en 20 u seminarie in beslag in het gedeelte dat door alle studenten “Farmaceutische zorg” wordt gevolgd. Voor de studenten van de optie “Officinale Farmacie” is er een bijkomend seminarie van 40 u. De hoorcolleges hebben als doel kennis over te dragen en begeleiding onder vorm van terugkoppeling bij toetsen te verzekeren. Tijdens deze colleges zal speciaal aandacht geschonken worden aan volgende aspecten: Communicatievaardigheden en methodologie: 10 contacturen. Biostatistiek aan de hand van praktische voorbeelden: 10 contacturen. Farmaco-economie: 10 contacturen. Tijdens de seminaries komen onder meer aan bod: Farmaco-epidemiologie: komt via werkseminaries aan bod, toegepast op concrete voorbeelden: 10 uur voorzien. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Afnemen van toetsen en terugkoppeling daarop. Toelichten van vorderingen in projectwerk, waarbij ieder jaar een thema wordt gekozen. Tijdens het tweede semester besteden de studenten de voorziene tijd aan het vervulllen van opdrachten in het kader van begeleide zelfstudie, rollenspel en voorbereiding van de toetsen. Nog praktischer Hoe het er in de praktijk zou kunnen uitzien, illustreren we aan de hand van een praktisch voorbeeld. Dit vakonderdeel bestaat uit een aantal « onveranderlijke » basiselementen : statistiek, communicatievaardigheden, inleiding op farmaco-epidemiologie. Ieder jaar kan evenwel een ander thema aan bod komen als project. We nemen als thema commercialisering van selectieve COX-2 inhibitoren. Bij de uitwerking doorlopen we volgende fasen : Een farmacologische recapitulatie van de begrippen COX-1 en COX-2 eventueel gebruik makend van het betreffende hoofdstuk in de cursus farmacologie. Hierbij hoort ook een overzicht van diverse medicatie gebruikt bij pijn in chronische aandoeningen. Het belang van chronische inflammatoire aandoeningen en artrose aan de hand van een groepsgesprek met een patiënt. Beschouwingen over het kostenplaatje verbonden aan medicamenteuze behandeling van hoger genoemde aandoeningen en een dynamische simulering van evolutie bij eventuele terugbetaling van COX-2 inhibitoren (ter vergelijking : DICLOFENAC Eurogenerics 30x25mg kost 177 bef., VIOXX 28x12,5mg kost 1696 bef.) Analyse van klinische studies waaruit de kosten-baten van nieuwe geneesmiddelen worden afgeleid. Uitgaande van deze gegevens een project concipiëren dat zowel retrospectief kan zijn (analyse van werkelijke of imaginaire data : Drug Utilisation Review of DUR-studie) of prospectief met de apotheker als belangrijke medespeler in het verzekeren van optimale en betaalbare farmaceutische zorg. Om dit alles binnen het tijdsbestek van één semester te houden worden concepten grotendeels als begeleide oefeningen aangeboden. Het gaat hier om team-teaching. Experten uit verschillende hoeken werken samen binnen een goed gecoördineerd geheel. Communicatievaardigheden. Gebruik van zelfmedicatie. Data-analyse. Toelichting projecten farmaceutische zorg. Gezondheidseconomische aspecten. Farmacologie : samenspraak met huidige titularissen (de les moet niet extra gegeven worden maar kan als « normale » geregelde les deel uitmaken van de programmatie wat tijdswinst betekent). Fysiopathologische en klinische beschouwingen: een professor uit de kliniek Visie van de patiënt : contact met Trefpunt Zelfhulp. Visie van de industrie : een collega uit de farmaceutische industrie. Algemene coördinatie. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 15. Dermofarmaca Doelstellingen Het is de bedoeling dat de toekomstige apotheker deskundig advies kan verstrekken aangaande dermofarmaceutische producten. Hiertoe krijgt hij: een overzicht van verzorgende dermofarmaceutische producten en hun wetenschappelijke verantwoording. een kritische benadering van de formulering van cosmetica. kennis betreffende de mogelijke neveneffecten op de huid van cosmetica en farmaceutische topica. de algemene principes van lokale dermatologische therapie. Begintermen Vereiste voorkennis: galenische farmacie Inhoud Structuur van de huid. Fysiologie en functies van de huid. Huidpenetratie in functie van: het aangebrachte product applicatiewijze, -duur, -frequentie, en de huid zelf Droge huid, preventie en verzorging. Vette huid (seborrhee) en acne. Verouderingsverschijnselen van de huid. Bescherming tegenover zonlicht. Structuur, fysiologie en pathologie van haar en schedelhuid. Haarverzorging en haarkappersprocede's. Deodorantia en antiperspirantia Belangrijkste huidnevenwerkingen veroorzaakt door contact met cosmetica en farmaceutische topica. Hypo-allergische producten. Lokale dermatologische therapie: algemene principes. Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges (met diaprojectie) Examenvorm Mondeling met schriftelijke voorbereiding. De vragen omvatten 2 theoretische vragen en 1 toepassingsvraag (ontleden van de samenstelling van een dermofarmaceutisch product). Studiemateriaal Cursus: Raakvlakken tussen de dermatologie en de cosmetologie: Capita Selecta. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 16. Geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik Doelstellingen Kennismaking met een vaak vergeten groep geneesmiddelen; de diergeneesmiddelen. Een begrip hebben van het wettelijk kader voor diergeneesmiddelen. Inzicht in de relatie tussen diergeneesmiddelen en volksgezondheid (registraties, maximale residu gehaltes, resistentievorming…) Inzicht in de verscheidenheid van de diersoorten en de daaruitvoortvloeiende verschillen in farmacokinetiek en farmacodynamiek. Een begrip hebben van enkele belangrijke zoonosen Overzicht van belangrijke groepen diergeneesmiddelen. Begintermen Algemene begrippen fysiologie, farmacologie en anatomie Inhoud Algemene inleiding Anatomische en fysiologische verschillen tussen de diersoorten -gezelschapsdieren -landbouw- of grote of nutshuisdieren -vogels en pluimvee Wettelijk kader voor diergeneesmiddelen. -registraties -bijsluiters in de diergeneeskunde -residuen : problematiek en wetgeving -hormonen en prestatiebevorderende middelen Diergeneeskundige aspecten van algemene farmacologische principes , miv -transportmechanismen en speciale barrières -gebruikelijke toedieningswijzen en resorptie - biotransformatie en eliminatie -factoren die keuze van een farmacon en dosisgrootte mee-bepalen Herkauwers , als prototype van de verscheidenheid Zoönosen Overzicht van de diergeneesmiddelen in de officina -Anti-infectieuze farmaca miv -resistentieproblematiek -voederantibiotica en andere additieven -Anti-parasitaire middelen miv de verschillende toedieningswijzen -Immunologische diergeneesmiddelen - Overige farmaca, miv organotrope farmaca Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges Examenvorm Mondeling met schriftelijke voorbereiding Studiemateriaal Er worden een kursustekst ter beschikking van de studenten gehouden. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Er zijn enkele specifiek veterinaire farmacologische standaardwerken beschikbaar. Een standaardwerk dat interessante overzichten biedt op meerdere gebieden is "The Merck Veterinary Manual" waarvan de zevende editie in 1991 verscheen. De Algemene Vereniging van de Geneesmiddelen Industrie (AVGI) verstrekt ook aan alle officina apothekers (en dierenartsen) het frequent bijgewerkte "Compendium van de Diergeneesmiddelen" (1995) waarvan in 1997 een nieuwe versie wordt verwacht. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 17. Medische materialen Doelstellingen De voornaamste bedoeling van de cursus is de student een overzicht te geven van de medische hulpmiddelen die kunnen gebruikt worden in de thuiszorg. Hiermee wordt tegemoetgekomen aan de noodzakelijke samenwerking tussen medici, paramedici en apothekers in het kader van de steeds toenemende thuiszorg. Materialen waarvan het gebruik zich hoofdzakelijk beperkt tot het ziekenhuis worden eerder summier besproken. Begintermen Voor het volgen van het college is een basiskennis vereist van de menselijke anatomie en fysiologie. Inhoud In de cursus wordt - rekening houdend met de doelstellingen - vooral aandacht besteed aan volgende onderwerpen: Deel I (7,5u) 1) De hulpmiddelen voor wondverzorging, steun- en drukverbanden. Bij de wondbedekkers ligt de nadruk op hun interactieve werking tijdens de verschillende stadia van het genezingsproces. 2) De methoden en materialen die gebruikt worden voor de toediening van geneesmiddelen: - Hulpmiddelen voor parenterale toediening van geneesmidden: spuiten en naalden, infuusmaterialen en katheters. Gezien hun belang in de thuiszorg worden de verschillende methoden en instrumenten voor de subcutane toediening van geneesmiddelen uitvoerig besproken. - Aërosoltoestellen. - De verschillende toedieningsvormen van zuurstof. - Een kort overzicht van de methoden en bijhorende materialen voor de behandeling van acute en chronische pijn. 3) Hulpmiddelen voor diagnose: teststookjes voor urine en bloed, zwangerschapstesten e.d.m. 4) Enterale voeding en de materialen voor de toediening ervan. Deel II (7.5 u) In het eerste hoofdstuk wordt in het kader van de verbandleer een overzicht gegeven van de meest gebruikte verbandmaterialen. Vervolgens wordt het basisinstrumentarium besproken (instrumentenleer: hoofdstuk 2) en hierop aansluitend komen de meest gebruikte hechtingsmaterialen (hoofdstuk 3) aan bod. Het vierde hoofdstuk behandelt de materialen gebruikt voor drainage en sondage, opnieuw met nadruk op deze gebruikt in de thuiszorg. Daarnaast worden in een 5de hoofdstuk de materialen gebruikt bij de verschillende stomata uitgebreid besproken. Het diploma van apotheker is immers een voldoende voorwaarde om door de ziekteverzekering erkend te worden als verstrekker van deze hulpmiddelen. Wat betreft de tijdsverdeling tussen de verschillende topics in dit tweede deel geldt volgende onderlinge verhouding: Hoofdstuk 1: 1.5 u., Hoofdstuk 2 en 3: 1.0 u., Hoofdstuk 4: 1.5 u., Hoofdstuk 5: 3.0 u. Onderwijsactiviteiten Hoorcollege Examenvorm Mondeling met mogelijkheid tot schriftelijke voorbereiding Studiemateriaal Een cursus is beschikbaar. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 18. Medische toepassingen van ioniserende straling Doelstellingen - de studenten een inzicht verschaffen in het nuttig gebruik van radioactieve stoffen in de maatschappij en in het bijzonder in de geneeskunde - de toekomstige officina-apotheker voldoende vormen opdat hij deskundige informatie zou kunnen verschaffen aan zijn cliënten die geconfronteerd worden met medische onderzoeken of therapiën waarbij radioactive stoffen gebruikt worden - de studenten een inzicht verschaffen in de mogelijkheden van het therapeutisch gebruik van radioactieve stoffen (curatieve en palliatieve behandelingen) en van uitwendige bestralingstherapie met gammastralen, protonen of neutronen - aan de studenten het onderscheid duidelijk maken tussen enerzijds diagnostische technieken waarbij radioactieve stoffen gebruikt worden (SPECT- en PET-onderzoeken,...) en anderzijds de beeldvormende diagnostische technieken zonder gebruik van radioactieve stoffen (radiologie, CT, echografie, magnetische resonantie beeldvorming) Begintermen Er is geen bijzondere voorkennis vereist. Inhoud Elementaire begrippen van kernfysica : soorten van straling, eenheden van activiteit, wetmatigheden van radioactief verval. Begrippen van stralingsbescherming en dosimetrie. Productie van radioactieve stoffen (kernreactor, cyclotron). Biologische effecten van ioniserende straling. Uitwendige bestralingstherapie met gammastralen, protonen of neutronen. Curatieve en palliatieve behandeling van aandoeningen door toediening van radioactieve stoffen. Vergelijking van diagnostische technieken diagnostische testen met radiofarmaca zonder beeldvorming beeldvormende technieken röntgenechografie CT-scanning echografie magnetische resonantie beeldvorming radio-isotopen scintigrafie (PET- en SPECT onderzoeken) Onderwijsactiviteiten Hoorcollege, geïllustreerd met demonstraties, transparanten en dia's Examenvorm Schriftelijk examen Studiemateriaal Getypte cursusnota's, illustraties op website FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 19. Microbiologie en farmaceutische biotechnologie: practicum Doelstellingen De student vertrouwd maken met praktische microbiologische en biotechnologische procedures. Deze practische oefeningen vormen ook illustratiemateriaal bij de hoorcolleges “Microbiologie en Immmunologie” en “Farmaceutische Biotechnologie”, en hebben in die zin ook het verwerven van inzicht in de behandelde technieken tot doel. Het doel van het practicum microbiologie is, naast een illustratie van de theoretische cursus, inzicht te verschaffen in de wijze waarop microörganismen in de praktijk geïsoleerd, gekweekt en geïdentificeerd kunnen worden en de wijze waarop chemotherapeutica en vaccins kunnen ontwikkeld worden. Begintermen Kandidaatsdiploma farmaceutische wetenschappen Inhoud -Bacteriologie: De studenten passen zelf enkele microbiologische en serologische technieken toe. Er wordt aangeleerd hoe bacteriën worden gekweekt, via welke verschillende methoden (microscopisch, biochemisch, serologisch) bacteriën kunnen worden geïdentificeerd en hoe hun gevoeligheid tegenover antibiotica wordt bepaald. -Virologie: Hier wordt aandacht besteed aan eukaryote celkweek, vermenigvuldiging van virus op cellen, titratie van virus, hemagglutinatie en hemagglutinatie-inhibitieproef. Verder worden demonstraties gegeven over cytopathogeen effect van virus, serologische reacties (immuunprecipitatie, ELISA, enz.). -Biotechnologie: aanmaak en karakterisering van plasmiden (transformatie, DNA-zuivering, restrictie-analyse en agarose gelelectroforese); productie en identificatie van recombinant eiwit ( ELISA) Onderwijsactiviteiten -Bacteriologie en virologie : Geleide praktische oefeningen en demonstraties. -Biotechnologie: aan de hand van een gegeven probleemstelling en voldoende informatiebronnen dient de student een voorstel uit te werken tot oplossing van het probleem. Na bespreking en bijsturing van dit voorstel wordt de oplossing ook practisch uitgevoerd. Examenvorm -Bacteriologie en virologie : Naast permanente beoordeling tijdens het practicum, mondeling examen. Voor het gedeelte bacteriologie, dient de student op het einde van het practicum zelf een stam te identificeren. -Biotechnologie: continue evaluatie op basis van (1) uitgewerkt voorstel, (2) practische uitwerking en resultaat, (3) verslaggeving. Studiemateriaal -Bacteriologie en virologie : T.R. JOHNSON & C.L. CASE: Laboratory Experiments in Microbiology, 4th Edition, The Benjamin/Cummings, Publishing Company (1995) J. ANNÉ & P. GOUBAU: Praktische oefeningen in de microbiologie : Bacteriologie, Acco (1995) A. BILLIAU. Praktische oefeningen in de Virologie. ACCO F40. -Biotechnologie: -Molecular Cloning – a laboratory manual (Eds. J. Sambrook, E.F. Fritsch and T. Maniatis ; Cold Spring Harbor Laboratory Press) -Diverse andere handboeken ( met experimentele protocols ) zijn ter beschikking -Interne en publieke databanken -Specifieke software FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 20. Receptuurkunde II: practicum Doelstellingen Met behulp van diverse oefeningen wordt gestreefd naar een geïntegreerde toepassing van de kennis aangeleerd in de farmaceutische scheikunde, farmacotherapie en receptuurkunde. Begintermen Basiskennis (1) Formulering en bereiding van geneesmiddelenvormen, (2) fysicochemische eigenschappen van geneesmiddelen en farmaceutische grondstoffen, (3) farmaceutische scheikunde, en (4) farmacotherapie. Inhoud 1 Disperse systemen 1.1 De bereiding van suspensies 1.2 De bereiding van emulsies 2 Steriele preparaten 2.1 De bereiding van parenteralia 2.2 De bereiding van collyria 2.3 De bereiding van oogzalven 3 Rectale preparaten 3.1 De bereiding van suppositoria 4 Dermatica 4.1 De bereiding van dermatica Onderwijsactiviteiten Praktische oefeningen + 2 groepsseminaries Examenvorm De student moet, na een voorbereiding van een half uur met behulp van naslagwerken, twee recepten klaarmaken binnen een tijdsbestek van drie uur. Eén van de twee klaar te maken preparaten dient steriel te zijn of aseptisch bereid te worden. Studiemateriaal Practicum handleiding Physicochemical principles of Pharmacy (Florence and Attwood) Receptuurkunde (Bolhuis, Cox en Zuidema) Physical Pharmacy (Martin) Galenisch Formularium (R. Kinget) FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 21. Klinische stage Doelstellingen De bedoeling van deze stage is de studenten ervaring te laten opdoen omtrent geneesmiddelengebruik in een klinische context. Zo wordt een nieuwe dimensie van het apothekersberoep onthuld, met name de begeleidende rol in de medicatievoorziening. In deze taak moeten de farmacie studenten leren communiceren met artsen en andere zorgverstrekkers. De studenten verwerven tevens via deze stage inzicht in het gebruikte geneesmiddelenformularium van een ziekenhuis. Begintermen De studenten die de klinische stage wensen te volgen moeten het volledige pakket Farmacologie en Fysiopathologie gevolgd hebben (+ examen hebben afgelegd). De stagiairs moeten beschikken over de nodige communicatieve en sociale vaardigheden die vereist zijn in een multidisciplinair gezondheidsverstrekkend team. Inhoud De studenten krijgen de kans 6 weken stage te lopen op diverse ziekenhuisafdelingen. Dit biedt hen de mogelijkheid ziektebeelden van naderbij te bekijken en de rationaliteit bij geneesmiddelentoediening te doorgronden. Tevens leren zij communiceren met artsen, een conditio sine qua non in het kader van toekomstig farmacotherapeutisch overleg en therapiebegeleiding. De studenten lopen stage op twee verscheidene diensten, waar ze de activiteiten volgen van één of meerdere assistenten in opleiding. Dit biedt de mogelijkheid tot een persoonlijker contact met de patiënt. De stagiairs volgen eveneens de zaalrondes met de supervisoren. Ze kunnen de verpleegkundigen bijstaan tijdens de medicatiebedeling en trachten daarenboven kennis te nemen van de activiteiten op aansluitende diensten (o.a. functiemetingen, endoscopie,…) De studenten nemen deel aan de wekelijkse wetenschappelijke uiteenzettingen en beantwoorden farmacotherapeutische vragen gesteld door stafleden, assistenten of verpleegkundigen. Bij deze taken wordt de aandacht getrokken op het belang van bronnenraadpleging en een kritische blik op de beschikbare informatie. Onderwijsactiviteiten Bij aanvang van de stage krijgen de studenten een introductiedag in de apotheek, waar hen op interactieve wijze wordt aangeleerd hoe om te gaan met patiëntengegevens, medicatiedossiers, labowaarden en farmaceutische zorgplannen. Tijdens de stage wordt per 14 dagen een interactieve discussiesessie georganiseerd (± 2 uur), waarop per student minimum 1 casus evenals enkele praktische aspecten besproken worden. Uiteraard behoren de dagdagelijkse activiteiten op de diverse diensten (o.a. rondleidingen met supervisoren, stafmeetings en wetenschappelijke kransen) eveneens tot de vele uitdagingen tijdens dewelke de student kennis kan vergaren. Examenvorm Het stageverslag bestaat uit de bespreking van minimum 4 medicatie-gerelateerde patiëntencasussen Eén casus wordt grondig uitgewerkt, en aangereikt met literatuurgegevens, ingediend als verhandeling. Deze is equivalent aan de verhandeling die naar aanleiding van een literatuurstudie door de studenten farmaceutische zorg die geen klinische stage volgen, wordt geschreven. De quotering gebeurt op basis van een continue evaluatie van de student (inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen,…) en de kwaliteit van het stageverslag en de verhandeling. Een mondeling voorstelling van de bevindingen vermeld in de verhandeling gebeurt in het laatste jaar. Studiemateriaal Als studiemateriaal worden diverse medische en farmaceutische handboeken binnen de apotheek of doktersruimte ter beschikking gesteld. Waar nuttig, kan beroep gedaan worden op wetenschappelijke internet-sites. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Een greep uit veel gebruikte naslagwerken (niet-limitatieve lijst): Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium Compendium Informatorium Medicamentorum Schalekamp T. e.a. (red.) 'Commentaren medicatiebewaking Pharmacom Medicom'; Stichting Health Base, Houten 2000. Stockley I., Drug Interactions, The Pharmaceutical Press, London (UK), 4'th edition 1996 Walker R. & Edwards C. 'Clinical Pharmacy and Therapeutics.', Churchill Livingstone, Newyork (USA), 3'th edition 1996. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 22. Literatuurstudie ter voorbereiding van de verhandeling Doelstellingen 1 de aandacht van de studenten vestigen op de veelzijdigheid aan informatie en kennis die noodzakelijk is i.v.m. farmaceutische specialiteiten en op het verschil in toegankelijkheid tussen het informatie-aanbod en de hun bekende vormen ten overstaan van de wetenschappelijke literatuur. 2 het zelfstandig opzoeken en verwerken van informatie bevorderen, waarbij de methodologie van literatuuropzoekingen dient aangeleerd te worden en waarbij de student dient blijk te geven van kritisch inzicht bij het selecteren van informatie. Begintermen Cursus farmacologie Inhoud De studenten uit de richting farmaceutische zorg die geen klinische stage lopen, dienen een verhandeling voor te leggen opgesteld op basis van een uitgebreid literatuuronderzoek omtrent geneesmiddelen of aanverwante producten onderzocht, samengesteld, geproduceerd en in de handel gebracht door de farmaceutische nijverheid via officina's en ziekenhuisapotheken. De onderwerpen van de individuele werken zijn gegroepeerd rondom een aantal jaarlijks vastgelegde thema's. De onderwerpen uit een bepaald thema hebben meestal betrekking op geneesmiddelen met een gemeenschappelijk werkingsmechanisme teneinde een onderlinge uitwisseling van informatie te bevorderen. De studenten krijgen een algemene inleiding over literatuuropzoekingen en kunnen rekenen op een individuele begeleiding door de bibliothecaris van de Faculteit Farmaceutische Wetenschappen voor hun onderzoek. Onderwijsactiviteiten Verstrekken van informatie over de aangeboden onderwerpen, de methodologie van informatie-opzoekingen, enz... Begeleiden van het uitwerken van de eindverhandelingen. Voor de veelvuldige contacten en terugkoppelingsmomenten tussen student en begeleider wordt persoonlijk afgesproken. Examenvorm Dit vak wordt niet afgesloten door een examen. De quotering gebeurt op basis van een continue evaluatie van de student (inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen,…) en de kwaliteit van de verhandeling. Een mondeling voorstelling gebeurt in het laatste jaar. Studiemateriaal Bibliotheek en wetenschappelijke gegevensbanken (documentatiemateriaal ter beschikking van de studenten). FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 23. Stage in een ziekenhuisapotheek Doelstelling De student “Gezondheidszorg” een eerste contact bezorgen met de apotheekpraktijk en gedurende deze weliswaar korte stageperiode de zwaartepunten van de farmaciepraktijk leren kennen. Zo wordt voor hem de deur, die toegang verleent tot de beroepsuitoefening, op een kier gezet. Immers, deze stage blijft een voorbereiding op de apotheekstage gedurende het laatste studiejaar doch ze laat toe om de link te leggen tussen theorie en praktijk en vice versa en dit gedurende de opleiding en niet enkel op het einde ervan. Dat deze eerste kennismaking met de apotheekpraktijk plaatsvindt in een ziekenhuisapotheek biedt menig voordeel zoals het contact met integrale kwaliteitszorg. Daarenboven leert het grootste aantal studenten de openbare apotheek kennen gedurende hun apotheekstage van het derde jaar apotheker. Begintermen Alle tot in het tweede apothekersjaar gevolgde vakken vormen de basiskennis, die vereist is om deze stage met vrucht door te maken. Inhoud Tijdens de stage wordt een eerste kennis gemaakt met verschillende aspecten van de apotheek. Voor bepaalde topics zal deze kennismaking zich beperken tot een toezien of meevolgen ; voor andere kan de daad bij het woord gevoegd worden. Specifieke aandachtspunten kunnen zijn : 1. Structuur, organisatie en beheer van de ziekenhuisapotheek 2. Kwaliteitszorg bij de geneesmiddelenbereiding 3. Geneesmiddelendistributiesysteem en -voorraadbeheer 4. Informatieverstrekking over het geneesmiddel 5. Medisch en verzorgingsmateriaal 6. Diverse aspecten Onderwijsactiviteiten Er wordt een introductiesessie georganiseerd waarin de studenten wordt uitgelegd hoe ze de stage kunnen doormaken met het doel hogervermelde doelstellingen te realiseren. Tevens worden de voorschriften voor het opmaken van het stageverslag medegedeeld. Examenvorm De toekenning van een examenpunt gebeurt door de Stagecommissie op basis van: a) de beoordeling van het stageverslag b) de beoordeling van het stagerapport Studiemateriaal Cursussen van diverse basisvakken. Naslagwerken aanwezig in de ziekenhuisapotheek zoals: Informatorium Medicamentorum, Compendium van Farmaceutische Specialiteiten, Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium, courante farmaceutische tijdschriften voor de ziekenhuiswereld (zoals farmacon), documentatie verstrekt door farmaceutische firma’s, meestal toegang tot Medline. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 24. Fysische farmacie Doelstellingen De doelstelling van deze cursus is de student(e) de fysico-chemische principes aan te leren die aan de basis liggen van 1/ de formulering en bereiding van een farmacologisch actief molecule in een stabiel en therapeutisch efficiënt geneesmiddel en 2/ de vrijzetting van het farmacologisch actief molecule uit de doseervorm in het lichaam. Begintermen Kennis van geneesmiddelenformulering, scheikunde, natuurkunde; begrippen van thermodynamica Inhoud In een eerste deel worden een aantal eigenschappen van geneesmiddelen in de vaste toestand en in oplossing besproken ((pseudo)polymorfie, oplossingen en oplosbaarheid, dissolutie, diffusie, complexatie). In het tweede deel van de cursus wordt aandacht besteed aan colloïdale systemen en hun eigenschappen (oppervlakte-aktieve moleculen, polymeren, interfaciale fenomenen, begrippen van rheologie). Aansluitend hierop vormt de bespreking van meerfazige farmaceutische systemen zoals (micro)emulsies, crèmes en suspensies het onderwerp van het derde deel. Tenslotte wordt in een laatste deel aandacht besteed aan de stabiliteit van geneesmiddelen (kinetiek van de chemische decompositie van zuivere farmaca en farmaca verwerkt in een doseervorm). Onderwijsactiviteiten Hoorcollege Examenvorm Schriftelijk examen waarbij vooral wordt gepeild naar inzicht in de leerstof. Studiemateriaal Kopieën van transparanten Physicochemical principles of pharmacy (A.T. Florence and D. Attwood) Physical pharmacy (A. Martin) FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 25. Onderzoekswerk Doelstellingen Het onderzoekswerk beoogt de student kennis te laten maken met de wijze waarop experimenteel wetenschappelijk onderzoek gevoerd wordt, en beoogt tevens verdere interesse te wekken voor het wetenschappelijk gebeuren. Algemeen worden door deze begeleide zelfstudie tevens verschillende vaardigheden verder uitgediept zoals informatiegaring en verwerking, de kritische reflectie over een hypothese of stelling, het schrijven van een wetenschappelijk verslag en het geven van een heldere mondelinge presentatie. Begintermen De aangeboden onderzoeksonderwerpen zijn zeer divers en kunnen eventueel enige voorbereiding vergen. De adequate keuze van onderwerpen door de betrokken begeleiders, de kennis der basiswetenschappen opgedaan in de voorgaande jaren, en de specifieke interesse van de student voor eerder analytisch, chemisch, biochemisch of fysicochemisch onderzoek, moeten een voldoende basis bieden voor deze begeleide onderzoeksstage. Specifieke literatuur als introductie tot het gekozen onderwerp zal de student aangereikt worden. Inhoud De studenten verrichten gedurende het tweede apothekersjaar dertien weken onderzoekswerk in een laboratorium. Er kan hierbij in principe door de student gekozen worden uit de laboratoria van alle lesgevers (Zelfstandig Academisch Personeel) betrokken bij de opleiding tot apotheker, inclusief lesgevers die behoren tot een andere faculteit. De student neemt zelf contact op met het hoofd van het laboratorium. Om de student toe te laten een gemotiveerde keuze te maken, stelt iedere betrokken lesgever een geactualiseerde nota ter beschikking waarin de onderzoeksactiviteit van het laboratorium bondig wordt toegelicht. Deze nota's worden gebundeld en in de loop van de maand oktober overgemaakt aan de studenten, samen met de onderhavige procedure. Bovendien wordt jaarlijks, op drie woensdagnamiddagen in de loop van de maand november, een "opendeur-namiddag" georganiseerd, waarop studenten de laboratoria kunnen bezoeken en vragen kunnen stellen aan assistenten en professoren. De student kiest 5 onderzoekslaboratoria waar hij onderzoekswerk wil verrichten en rangschikt deze volgens zijn voorkeur. Hij maakt deze keuze bekend ten laatste op 1 december. Dit gebeurt best via de jaarverantwoordelijke die de lijst met keuzes overmaakt aan het studentensecretariaat van de F.F.W. De eigenlijke voorstelling en verdediging van de verhandeling gebeurt in het derde apothekersjaar. Onderwijsactiviteiten De student wordt de gelegenheid gegeven om - via contacten en terugkoppelingsmomenten met de begeleider en medewerkers van het laboratorium - de kennis betreffende het onderwerp uit te diepen alsook de wijze van voorstellen en verdedigen van de bevindingen (belangrijk voor de voorstelling in het laatste jaar) te optimaliseren. Examenvorm Dit vak wordt niet afgesloten door een examen. De quotering gebeurt op basis van een continue evaluatie van de student (inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen,…) en de kwaliteit van de verhandeling. Een mondelinge voorstelling en verdediging van de verhandeling gebeurt in het laatste jaar. Studiemateriaal De nodige basiswerken en wetenschappelijke artikels om het onderzoeksonderwerp in te leiden zullen door de betrokken begeleiders ter beschikking gesteld worden. De student zal tevens vertrouwd gemaakt worden met het opzoeken van de benodigde literatuur via databanken en wetenschappelijke tijdschriften. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 26. Farmaceutische Technologie Doelstellingen Deze cursus heeft tot doel de student een inleiding te geven tot de industriele formulering en bereiding van geneesmiddelenvormen. Daar waar in de cursus farmaceutische technologie van de specialisatie-opleiding tot industrie-apotheker het proces wordt genomen als uitgangspunt, wordt in deze cursus uitgegaan van de farmaceutische vorm/specialiteit. Begintermen Kennis van geneesmiddelenformulering Inhoud Uitgaande van drie groepen van preparaten wordt de industriele fabricage van farmaceutische specialiteiten verduidelijkt: Tabletten met onmiddellijke vrijstelling van het farmacon Capsules en tabletten met gecontroleerde vrijstelling van het farmacon Parenteralia en implantaten Voor elke groep zal een aantal specialiteiten worden besproken en ontleed. Op basis van het gewenste vrijstellingspatroon, en a.d.h.v. de aanwezige hulpstoffen in deze specialiteiten, zullen de verschillende deelaspecten van de bereiding / fabricage worden besproken. Onderwijsactiviteiten Hoorcollege Examenvorm Schriftelijk examen waarbij kennis en inzicht in de materie worden geëvalueerd Studiemateriaal Kopieën van transparanten FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 27. Experimentele geneesmiddelenvormen Doelstellingen Deze cursus heeft tot doel de student een overzicht te geven van geneesmiddelenvormen en technologiën die zich momenteel nog in een experimenteel stadium of in de eerste fazen van het klinisch onderzoek bevinden. Begintermen Kennis van geneesmiddelenformulering, scheikunde, natuurkunde Inhoud (biodegradeerbare) Micro – en nanopartikels Liposomen en solid lipid nanopartikels Polymeer – drug conjugaten Bioadhesieve geneesmiddelenvormen Niet-virale gentherapie Naast de situering en definitie van deze nieuwere technologiën, zal de formulering, de bereiding, en de eigenschappen (fysicochemisch, stabiliteit en vrijstellingspatroon) worden besproken. De kritische bespreking van voorbeelden uit de wetenschappelijke en patentliteratuur moet de student in staat stellen deze nieuwe systemen in de juiste context te plaatsen, evenals de toegevoegde waarde ervan te evalueren t.o.v. de klassieke systemen. De wijze waarop deze cursus geconcipieerd is, laat toe om in te spelen op de laatste ontwikkelingen. Onderwijsactiviteiten Hoorcollege Examenvorm Schriftelijk examen waarbij kennis en inzicht in de materie wordt geëvalueerd Studiemateriaal Kopieën van transparanten en recente wetenschappelijke artikels FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 28. Kwantitatieve farmacokinetiek en toepassingen Doelstellingen In het vak worden eerst de begrippen aangebracht die toelaten de beschrijving van het gedrag van een geneesmiddel in het organisme op kwantitatieve wijze uit te drukken. Aan de hand van dergelijke begrippen wordt wel duidelijk hoe een voorspellende dimensie kan verbonden worden aan het kwalitatief inzicht omtrent het farmacokinetisch gedrag van een geneesmiddel. Verder worden de praktische toepassingen van farmacokinetische begrippen aangeleerd aan de hand van voorbeelden op het vlak van aanpassingen van de posologie en ontwikkeling van farmaceutische geneesmiddelenvormen. Begintermen De beschrijving van de basisregels die bepalen hoe een geneesmiddel in het organisme geraakt, erin wordt verdeeld, en eruit wordt verwijderd vormen het onderwerp van een truncusvak. Hierop wordt verder gebouwd om er voornamelijk de kwantitatieve aspecten aan toe te voegen. Inhoud Een korte inleiding geeft een uiteenzetting over de recente ontwikkeling van farmacokinetiek en biofarmacie in het kader van de moderne farmaceutische wetenschappen. Hierbij worden de banden met, en de impact van ontwikkelingen van andere disciplines verduidelijkt (galenische farmacie, analytische chemie, farmacologie, informatica), en de toepassing van farmacokinetische begrippen wordt gesitueerd in het kader van de ontwikkeling van geneesmiddelen. De kwantitatieve beschrijving van het concentratieprofiel van een geneesmiddel in het organisme legt de nadruk op de concepten eerder dan op de wiskundige aspecten, en omvat de volgende onderdelen : de basisbegrippen die toelaten over te stappen van empirische observatie naar een theoretische beschrijving en voorspelling van bloedspiegels van farmaca; de klassieke compartimentele analyse die gehanteerd wordt om farmacokinetische parameters af te leiden (halfwaardetijd, verdelingsvolume, klaring, ...) de summiere beschrijving van de analyse van gegevens gebaseerd op de statistische momenten theorie (niet compartimentele benadering), en de toepassing ervan om biofarmaceutische parameters te bepalen (biologische beschikbaarheid, absorptie kinetiek, gemiddelde verblijftijd, …) een inleiding tot de basisbegrippen die toelaten het verloop van de uitwerking van een geneesmiddel te beschrijven aan de hand van het bloedspiegelprofiel (PK/PD). De toepassing van deze begrippen wordt geïllustreerd aan de hand van een aantal oefeningen en voorbeelden op het vlak van posologie aanpassingen, bepalen van biologische beschikbaarheid, enz… Het gebruik van farmacokinetische software wordt geïllustreerd in een aanloop tot verdere zelfstudie. Onderwijsactiviteiten Onderwijs onder de vorm van hoorcolleges. Afzonderlijk college of seminarie over oefeningen, voorbeelden, en gebruik van software. Examenvorm De evaluatie gebeurd op basis van een schriftelijk examen en een werkstuk omtrent de praktische toepassingen van farmacokinetiek. Studiemateriaal De studenten beschikken over een kopie van alle transparanten en illustraties gebruikt tijdens de hoorcolleges. Een CD-Rom met een verzameling van bijkomend studiemateriaal en software wordt ter beschikking gesteld. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 29. Preformulatie Doelstelling De voornaamste doelstelling van de cursus preformulatie is de student vertrouwd te maken met de fysische, chemische en biofarmaceutische eigenschappen van een molecule die van belang zijn bij de selectie van kandidaat-geneesmiddelen en bij de ontwikkeling van een farmacologisch actief product tot een therapeutisch doeltreffend en stabiel farmaceutisch preparaat. Begintermen Basiskennis van (1) de fysicochemische eigenschappen van geneesmiddelen en farmaceutische grondstoffen en (2) farmaceutische scheikunde. Inhoud In een eerste deel van de cursus zullen de belangrijkste te bepalen fysicochemische eigenschappen van een actief bestanddeel worden besproken aan de hand van specifieke voorbeelden. In een logische volgorde zal aandacht worden besteed aan o.a. intrinsieke oplosbaarheid, dissociatieconstante, partitiecoëfficiënt, polymorfisme, stabiliteit, kristalvorm en kristalstructuur. Deze informatie is immers richtinggevend bij de selectie van kandidaat-geneesmiddelen en voor een verdere benadering van de formulatie van een geneesmiddel. In het tweede deel van de cursus zal worden ingegaan op de bepaling van de mogelijkheid van kandidaatgeneesmiddelen om biologische membranen en cellagen te passeren, om uiteindelijk de doelreceptor te bereiken. Absorptie en membraantransport zullen worden benaderd met praktische voorbeelden. Aangezien recombinant DNA technologie in de farmaceutische industrie de commerciële productie van peptiden en proteinen heeft mogelijk gemaakt, zal in een derde deel van de cursus aandacht worden besteed aan enkele fysicochemische karakteristieken nuttig bij de farmaceutische ontwikkeling van deze biogene geneesmiddelen (chemische degradatie, fysische instabiliteit). Onderwijsactiviteiten Hoorcollege Examenvorm Schriftelijk examen waarbij de kennis en het inzicht in de materie worden geëvalueerd Studiemateriaal Kopieën van - tijdens de hoorcolleges gebruikte transparanten recente artikels ter illustratie van de leerstof additionele nota's Physicochemical principles of Pharmacy (Florence and Attwood) Physical Pharmacy (Martin) FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 30. Kwantitatieve farmaceutische analyse Doelstellingen Bedoeling van deze cursus is een grondig overzicht te geven van de kwantitatieve farmaceutische analyse. Begintermen De kennis aangebracht door de scheikundige vakken, gedoceerd gedurende de voorafgaande studiejaren farmacie, is voldoende als basiskennis voor dit vak. Inhoud De gehaltebepaling van geneesmiddelen wordt besproken. In het eerste deel worden analysemethoden overlopen die gericht zijn op de bepaling van functionele groepen zoals alifatische en aromatische alcoholen, esters, zuren, basen en hun zouten, kwaternaire ammoniumverbindingen, amiden, organisch gebonden halogenen en primaire aromatische amines. Het tweede deel bevat een bespreking van geneesmiddelen, waarbij voor de kwantitatieve analyse gebruik gemaakt wordt van complexometrie, oxidatieve methoden, ionpaartitratie, gravimetrie, spectrofotometrie en polarimetrie. In een derde deel wordt aandacht besteed aan een inleiding tot de monstervoorbereiding, i.e. de voorbehandeling van een biologisch monster of een farmaceutische toedieningsvorm, die nodig is om een geneesmiddel erin te kunnen analyseren. Komen aan bod: de verschillende technieken voor het vrijmaken van de te bepalen verbinding uit de matrix en het verwijderen van de matrix, zoals bijvoorbeeld het neerslaan van proteïnen, het centrifugeren, het filtreren, de vloeistof-vloeistofextractie, de vaste fase extractie, de dialyse. Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges. Examenvorm Mondeling met schriftelijke voorbereiding. Studiemateriaal Kopieën van transparanten. Europese Farmacopee. DAB-10 Kommentar, Wissenschaftliche Verlagsgesellschaft mbH, Stuttgart, Govi-Verlag GmbH, Frankfurt, 1997. Quantitative Chemical Analysis, Fifth Edition, Daniel C. Harris, W.H. Freeman and Company, New York, 1999. Deze werken zijn voorhanden in de faculteitsbibliotheek. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 31. Chemometrie Doelstellingen Chemometrie is een chemische discipline die met behulp van wiskunde, statistiek en logica toelaat om : (a) de meest optimale experimenten te selecteren die in een onderzoek moeten uitgevoerd worden. (b) een maximum aan relevante informatie te extraheren uit de (soms enorme hoeveelheid) experimentele data, zoals die ook in farmaceutisch onderzoek geproduceerd worden. (c) die informatie te gebruiken om processen beter te begrijpen, te optimaliseren en te controleren. Het spreekt voor zich dat de chemometrie vele toepassingen kent in de farmaceutische industrie. Het is de bedoeling van deze cursus om de studenten vertrouwd te maken met de basisbegrippen van de chemometrie en in te leiden in de belangrijkste chemometrische technieken. Begintermen Farmaceutische data-analyse Inhoud 1. Principale componenten analyse Scoreplot, loadingsplot 2. Modelleren Multiple regressie, niet-lineaire regressie, principale componenten regressie 3. Experimenteel design Terminologie: factor, niveau, effect Factorieel design op 2 niveaus Fractionele factoriële designs 4. Clusteranalyse Similariteit gebaseerd op de Euclidische en Mahalanobis afstand en op de correlatiecoëfficiënt Hiërarchische en niet hiërarchische methoden 5. Een korte intuïtieve inleiding tot neurale netwerken en genetische algoritmen Bovenstaande methoden zullen geïllustreerd worden met voorbeelden uit de farmaceutische praktijk. Hoewel de concrete voorbeelden zullen gekozen worden in functie van de overige vakken en in overleg met de betrokken docenten kunnen alvast hier enkele richtingen worden aangegeven: Een toepassing van de modelleringstechnieken vinden we bij QSAR, voorbeelden van een experimenteel design kunnen gehaald worden uit de farmaceutische technologie, clusteranalyse wordt o.a. gebruikt in de bacteriologie en voor de analyse van virtuele drug libraries, neurale netwerken worden aangewend in modellen die de absorptie van geneesmiddelen beschrijven en genetische algoritmen bij de ontwikkeling van anti-HIV geneesmiddelen. Onderwijsactiviteiten (interactieve) hoorcolleges Examenvorm mondeling (met schriftelijke voorbereiding) FR/24.10.2001 Studiemateriaal - Bijlage 2b - syllabi kopieën van de projecties zullen ter beschikking gesteld worden D.L. Massart, B.G.M. Vandeginste, L.M.C. Buydens, S. de Jong, P.J. Lewi, J. Smeyers-Verbeke Handbook of Chemometrics and Qualimetrics : Part A. Elsevier, Amsterdam, 1997. B.G.M. Vandeginste, D.L. Massart, L.M.C. Buydens, S. de Jong, P.J. Lewi, J. Smeyers-Verbeke Handbook of Chemometrics and Qualimetrics : Part B. Elsevier, Amsterdam, 1998. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 32. Massaspectrometrie Doelstellingen Het belangrijkste oogmerk van dit keuzevak is de student enigszins vertrouwd te maken met een veel gebruikte techniek voor het bepalen van de structuur van organische stoffen, namelijk massaspectrometrie (MS). Zonder van de student een specialist te willen maken is het de bedoeling hem voldoende te wapenen om zelf eenvoudige spectra te kunnen interpreteren, en vooral om hem in staat te stellen spectrale gegevens of publicaties in verband met structuurbepaling met kennis van zaken te kunnen beoordelen. Begintermen Specifieke voorkennis is niet vereist De cursus wordt geprogrammeerd in het 2e jaar apotheker, wanneer de student het grootste deel van zijn scheikundige en analytische opleiding achter de rug heeft. Inhoud apparatuur, ionisatietechnieken, het molecuul-ion, fragmentatiereacties en molecuulstructuur, analyse van metastabiele ionen, analyse van mengsels, biomedische toepassingen. Onderwijsactiviteiten Hoorcollege met gebruik van transparanten Examenvorm 'Open boek' examen Studiemateriaal Kopieën van de transparanten en aanbevolen literatuurlijst FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 33. Radiofarmaceutische analyse Doelstellingen De studenten inzicht verschaffen in het werkingsprincipe, de toepassings-mogelijkheden, en de manier van gebruik van verschillende soorten instumenten voor het meten van radioactiviteit, meer bepaald in het kader van de ontwikkeling en de analyse van geneesmiddelen en het biochemisch onderzoek. Begintermen Er is geen specifieke voorkennis vereist. Inhoud 1. Overzicht van de verschillende soorten stralingsdetectoren: a. met gas gevulde detectoren b. scintillatiedetectoren: vloeistofscintillatie, kunststofscintillatoren, natriumjodidedetectoren, BGOdetectoren, LSO-detectoren c. halfgeleiderdetectoren d. Autoradiografie: fotografische platen, fosforescerende schermen, veeldradenkamers, gasscintillatiedetectie, filmscintillatiedetectie, micro-autoradiografie en toepassingen in het biochemisch onderzoek e. Dosimeters voor stralingsbeschermingsmetingen (TLD, filmdosimetrie, direkt uitleesbare dosismeters) 2. Keuze en toepassingsmogelijkheden van verschillende soorten stralingsmeters: activiteitsmeter, spectrometer, telsnelheidsmeter, pulsteller, dosimeter Gammacamera voor dierexperimenteel onderzoek 3. Meting van tritium, koolstof-14 en andere bêtastralers: doving, meting na verbranding, scintillatiecoctails, meting in urine, faeces, bloed, bot, weefsel. 4. Meting van radioactiviteit als detectietechniek bij chromatografische analysen: dunnelaagchromatografie, hoge druk vloeistofchromatografie en gaschromatografie van radioactief gemerkte geneesmiddelen en hun metabolieten. 5. Meting van radioactiviteit in lucht: uitgeademde lucht, ventilatiegassen, werkruimte 6. Factoren die de nauwkeurigheid van stralingsmetingen beïnvloeden. 7. Demonstraties en oefeningen Onderwijsactiviteiten Hoorcollege gecombineerd met gezamenlijke (theoretische) oefeningen en demonstraties van verschillende soorten telinstrumenten en meetopstellingen. Examenvorm Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding waarbij vooral gepeild wordt naar het inzicht van de student. Studiemateriaal Cursusnota’s en illustraties van meettoestellen op website. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 34. Analyse in de Bromatologie Doelstellingen Kennis bijbrengen over de samenstelling van het voedsel waarbij de noodzakelijke vorming wordt verstrekt om de methoden te begrijpen en uit te voeren voor de controle van de authenticiteit en de kwaliteit van voedingsmiddelen. De apotheker moet bovendien een voldoende kennis hebben van mogelijke schadelijke effecten van de voeding (voedselveiligheid). Begintermen Voorkennis: basis van kandidaturen en 1ste jaar apotheker. Inhoud 1. Voedselveiligheid. - Inleiding - Kwantitatieve risico evaluatie - Risicobeheersing 2. Algemene hygiëne: - Aanwezigheid van microscopische en macroscopische onzuiverheden in voedingsmiddelen (Filth test). - Microbiologische zuiverheid. 3. Analyse (met inbegrip van herkomst of gebruik) van a. Additieven -Kleurstoffen -Conserveermiddelen -Anti-oxydantia -Smaakstoffen -Technologische hulpstoffen: emulgatoren, verdikkingsmiddelen ... - Drijf- en verpakkingsgassen - Varia b. Contaminanten - Pesticiden - Groeibevorderaars - Mycotoxinen - Migranten - PCB's, dioxine c. Ontaarding van voedingswaren - Vetten en oliën - Eiwitten Een aantal aspecten van de hoorcolleges worden verduidelijkt aan de hand van praktische oefeningen, zoals de bepaling van PCB's, dioxine, anti-oxydantia, ... in voedingsmiddelen m.b.v. HPLC en GC. Onderwijsactiviteiten Hoorcollege en praktische oefeningen Examenvormen Schriftelijk Studiemateriaal - Cursus FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi - Official Methods of Analysis of the Association of Official Analytical Chemists; ook op CD beschikbaar in bibliotheek van de Faculteit (uitleenbaar) - Internet: www.europa.eu.int/eur-lex/nl/lif/index.html www.europa.eu.int/comm/food/index_nl.html www.epa.gov/safewater/ www.fda.gov/default/htm FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 35. Bio-organische synthese Doelstellingen De bedoeling van deze cursus is de scheikunde uit te leggen die aan de basis ligt van de synthese en de eigenschappen van een aantal belangrijke biologische macromoleculen. De kennis hiervan laat toe om een beter inzicht te verwerven in de toepassingen van deze moleculen zoals DNA-chip technologie, biochemische testsystemen, toepassingen in de combinatoriële synthese en katalyse. Begintermen Een goede kennis van de organische scheikunde en de biochemie is noodzakelijk. Inhoud 1 Chemische synthese en eigenschappen van DNA en RNA 2 Chemische synthese en eigenschappen van peptiden en proteinen 3 Chemische synthese en eigenschappen van oligosacchariden 4 Bioorganische catalyse 5 Enzymen in organische synthese 6 Principes van combinatoriele chemie 7 Oplosbaarheidsproblemen en de synthese van prodrugs Onderwijsactiviteiten Projectwerk en seminaries Examenvorm Permanente beoordeling Studiemateriaal Hoofdstukken uit handboeken worden ter beschikking gesteld FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 36. NMR-spectroscopie Doelstellingen Het belangrijkste oogmerk van dit keuzevak is de student enigszins vertrouwd te maken met een veel gebruikte techniek voor het bepalen van de structuur van organische stoffen, namelijk kernmagnetische resonantie (NMR). Zonder van de student een specialist te willen maken is het de bedoeling hem voldoende te wapenen om zelf eenvoudige spectra te kunnen interpreteren, en vooral om hem in staat te stellen spectrale gegevens of publicaties in verband met structuurbepaling met kennis van zaken te kunnen beoordelen. Begintermen Specifieke voorkennis is niet vereist. De cursus wordt geprogrammeerd in het 2e jaar Apotheker, wanneer de student het grootste deel van zijn scheikundige en analytische opleiding achter de rug heeft. Inhoud NMR-principe en apparatuur met nadruk op de puls-Fourier transformatie opnametechniek; chemische verschuiving, 1H- en 13C spin-spin koppelingspatronen en hun relatie met molecuul- structuur; homo- en heteronucleaire bestraling, NOE-effecten en relaxatietijden, variabele temperatuur-spectra, shiftreagentia; 19F-, 31P-NMR en inleiding tot 2D-NMR. Dit alles wordt besproken aan de hand van treffende voorbeelden uit het gebied van antibiotica en antivirale middelen . Onderwijsactiviteiten Hoorcollege met gebruik van transparanten Examenvorm 'Open boek' examen Studiemateriaal Kopieën van de transparanten en aanbevolen literatuurlijst FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 37. Moleculaire modelling Doelstellingen Kennismaking met de fysicochemische achtergrond van moleculaire interacties en hoe deze worden aangewend voor receptorherkenning. De student aanleren hoe men computer programma's moet gebruiken om de gegevens van structurele studies om te zetten in een moleculair model. Dit model kan dan worden gebruikt om liganden te voorspellen met hoge bindingsaffiniteit. Tevens worden de principes uitgelegd van structuur-activiteitstudies. Begintermen Een goede kennis van de fysica, wiskunde en scheikunde is noodzakelijk. Inhoud 0. Inleiding 0.1 op zoek naar leads voor geneesmiddelenontwerp: screening versus ontwerpen 0.2 de cyclus voor rationeel geneesmiddelenontwerp 1. Moleculaire interacties: energie en geometrie 1.1 van der Waals a. potentiele energiefunctie b. radii 1.2 elektrostatica a. atomaire partiele ladingen b. elektrostatische potentiaal in water: Poisson Boltzmann vergelijking 1.3 waterstofbruggen a. afstands- en hoekafhankelijkheid b. sterkte: in vacuo versus in water 1.4 entropieveranderingen a. moleculaire translatie en rotatie b. conformatie 1.5 solvatatie en hydrofobe interacties 1.6 voorbeelden a. DHFR + methotrexate b. beta-lactamase + ampicilline 2. Kwantitatieve beschrijving van interacties: krachtvelden 2.1 Potentiele energiefuncties 2.2 Voorbeelden a. MM2 b. DISCOVER 3. Driedimensionale Databanken 3.1 Potentiele leads voor geneesmiddelenontwikkeling a. experimenteel: Cambridge Structural Database b. voorspeld: Available Chemicals Directory 3D 3.2 Receptoren a. Eiwitstruktuurbepaling door Roentgendiffractie b. Gekende eiwitstrukturen: Protein Databank Brookhaven 4. Ontwerpen van geneesmidddelen: Voorspellen van receptor - ligand complexen 4.1 Gekende receptor a. docking b. in situ opbouw FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi c. linking d. voorbeelden e. beperkingen i. conformationele flexibiliteit ii. niet-perfecte krachtvelden iii. vereiste kennis van synthese en farmacodynamica 4.2 Onbekende receptor a. homologie modeling b. QSAR 5. Software, databases en internet links Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges, demonstraties en oefeningen Examenvorm Mondeling examen en uitwerken van een praktisch probleem Studiemateriaal Handboeken FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 38. Genetica Algemene situering De identificatie van de genetische basis van een reeks aandoeningen krijgt een steeds belangrijkere plaats in de moderne geneeskunde. Dit heeft zowel een invloed op de diagnostiek als op de therapie of preventie. Dit vak is nuttig voor de apotheker die in deze materie als een belangrijke informatieverstrekker kan beschouwd worden. Doelstellingen Kennis en inzicht verwerven in de genetische oorzaken van aangeboren en verworven aandoeningen. Inzichten verwerven in de mogelijkheden van genetische diagnostiek (pre-implantatie, prenataal, postnataal) en ‘genetic counseling’. Ook dienen de studenten een idee te verkrijgen van de ethische implicaties. Begintermen Kandidaatsdiploma farmaceutische wetenschappen Sterk verwante cursussen zijn Medische Biochemie (diagnostiek), Farmaceutsche Biotechnologie (methodologie). Er is ook een duidelijke link met de cursus fysiopathologie. Inhoud De basisprincipes van erfelijkheid. - Mendeliaanse overerving, dominante en recessieve kenmerken en defecten. - Niet-mendeliaanse overerving : epigenetische factoren en imprinting. - Multifactoriële aandoeningen. - Polymorfismen, de evolutietheorie. De moleculaire basis van monogene aandoeningen. - Puntmutaties, deleties, inserties, inversies, intrachromosomale rearrangements en genconversies. - De trinucleotide expansies. - Somatische versus kiemcelmutaties en “germline-mosaicism”. - Mucoviscidose. Chromosomale afwijkingen. - Fenomenen als anafase-lagging en non-disjunction, meiose I en meiose II fouten versus postzygotische evenementen worden uitgelegd. Aneuploïdies, polyploïdies, (uniparentele) disomies, (partiële) trisomies, mosaïcisme, chimeren, enz. en de fenotypische implicaties ervan worden geïllustreerd a.h.v. voorbeelden. - Numerieke afwijkingen in de geslachtschromosomen. - Translocaties. - Down-syndroom. - Epigenetische fenomenen, o.a. imprinting. Stamboomanalyse en populatiegenetica. - Segregatie-analyse. - Koppelingsonderzoek (linkage-analyse). - Beginselen van populatiegenetica. De geslachtschromosomen. 1. Het X-chromosoom : - X-inactivatie en Xist ; pseudo-autosomale regio’s - X-gebonden monogenetische aandoeningen. 2. Het Y-chromosoom : - phylogenetische oorsprong - De genetische inhoud van het chromosoom Het mitochondriaal genoom. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Moleculaire basis van kanker, familiale vormen van kanker. - Borstkanker - Colonkanker - Knudson hypothese - Somatische mutaties in oncogenen en tumor-suppressorgenen - De leukemia’s DNA-diagnositiek - Onderscheid tussen direct en indirect genetisch onderzoek - Prenataal genetisch onderzoek - Pre-implantatie diagnostiek De genetische raadpleging. - “Counselling” - Predictief onderzoek : ziekte van Huntington als voorbeeld. - Ethische beschouwingen bij genetisch onderzoek. Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges, geïllustreerd met Powerpoint presentaties en videofragmenten. Examenvorm Schriftelijk examen. Studiemateriaal Er wordt een syllabus ter beschikking gesteld. Dezelfde tekst zal beschikbaar zijn op het Web, met daarin links naar interessante sites. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 39. Cellulaire immunologie Doelstellingen De studenten vertrouwd maken met de basismechanismen van natuurlijke en verworven verdediging. Vertrekkend van de basiskennis van biochemie en celbiologie, wordt gepoogd om de werking van cellen en moleculen bij de verdediging duidelijk te stellen. Voor de studenten geneeskunde, tandheelkunde, farmacie en certificaat biotechnologie moet dit leiden tot een inzicht in klinische toepassingen in de diagnostiek van ziekten en in de behandeling door vaccinaties en nieuwe vormen van immunotherapie (bijvoorbeeld met cytokinen, celtherapie, transplantatie, monoklonale antilichamen) Begintermen Om het studiemateriaal optimaal te kunnen benutten is basiskennis van biochemie en celbiologie belangrijk. Alhoewel in principe alle biomoleculen aan bod komen, ligt de nadruk bij de voorkennis op de eiwitbiochemie en de regels van het genetische informatiestroom (DNA geeft mRNA geeft eiwit). Bij de voorkennis van de (cel)biologie behoort essentiele genetica, celstructuur en organisatie van meercellige organismen. Inhoud 1.Inleidende begrippen : immunologische barrieres, natuurlijke en verworven immuniteit, cellen en mediatoren van het immuunsysteem, onderscheid tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd, acute en chronische ontstekingsreacties, leukocytose en acuut-fase reactie 2.Antistoffen : moleculaire domeinstructuur, klassen en subklassen, de genetische basis van diversiteit, monoklonale antistoffen 3.T-cellen en leukocytenmerkers : T-celreceptorcomplex; FACS-analyse, celadhesiemoleculen, activatie van lymfocyten 4.Antistofvorming in vivo : primair en secundair immuunantwoord, vaccinatie, verschillen tussen peptideantigenen en andere antigenen, bloedgroepen en HLA-antigenen 5.Mechanismen van aspecifieke verdediging : fagocytose, killing, proteasen, perforinen, chemotaxis, celactivatie 6.Complement : structuur en functie, activatie via de klassieke, de alternatieve en de mannose-afhankelijke wegen, regulatie van het complement en complementreceptoren 7.Celinteracties in het immuunsusteem : Th-, Tc-cellen, cytokinen, membraaninteracties, eerste en tweede signaal 8.Antigeenpresentatie : MHC-klassen en presentatie van (glyco)peptide-antigeen, polymorfe natuur van de HLA-genen 9.Overgevoeligheidsreacties : type I, type II, type III, type IV 10.Tolerantie en transplantatie 11.Auto-immuniteit 12.Tumorimmuniteit Onderwijsactiviteiten Hoorcollege. De studenten worden (optioneel) uitgenodigd om een eenvoudig boek van Medische Immunologie (Playfair and Lydyard) te verwerken. Dit boekje bevat "tutorials" met vragen en antwoorden. ijdens de colleges wordt sporadisch gebruik gemaakt van transparanten, diapositieven, cinematografie van moleculaire complexen in 3Di, en ander didactisch materiaal. De student kan door het overnemen van FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi tekeningen op het bord bepaalde structuren en functies "in de hand" krijgen. Door middel van overzichtsvragen wordt gepoogd om de gradueel opgebouwde feitenkennis in een breder kader te integreren. Voor elke specifieke studierichting worden voorbeelden uit de praktijk verduidelijkt. Klinische toepassingen en recente ontwikkelingen in diagnostiek en therapie worden benadrukt. Examenvorm Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding of schriftelijk examen. Lukraak drie hoofdvragen van het type overzichtsvragen (zie hierboven), telkens op 5 punten. Daarnaast, een veelvoud van 5 detailvragen, in totaal, op 5 punten. Bij deze examenvorm wordt meestal een goede globale kennis geobserveerd naast een goede detailkennis. Studiemateriaal Nederlandstalige gescheven syllabus met illustraties (zonder copyright) en met overzichtsvragen (Medicauitgave 2000). Aanbevolen tekstboek : Medical Immunology made memorable, second edition, J.H.L. Playfair and P.M. Lydyard (Churchill Livingstone, 2000). Voor de meer geinteresseerden : Immunology, second edition, J. Klein and V. Horejsi (Blackwell Science,1999). FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 40. Moleculair biologische onderzoekstechnieken Doelstellingen Kennis maken met diverse onderzoeksmethoden die de basis vormen van het moderne biomedisch onderzoek. Het selecteren en toepassen van deze methoden in specifieke probleemstellingen. Begintermen Kandidaatsdiploma farmaceutische wetenschappen. Farmaceutische biotechnologie. Inhoud Cel en weefselkweek Primaire en getransformeerde cellijnen Media Transfectie van cellen Systemen om eiwitten tot expressie te brengen In vitro transcriptie en translatie Prokaryoten Gisten Het gebruik van ‘tags’ voor de opzuivering van eiwitten Zoogdiercellen (transfectie, virale vectoren) Systemen om DNA-eiwit interacties aan te tonen One-hybrid assay Electrophoretic mobility shift assay DNA footprinting Systemen om eiwit-eiwit interacties aan te tonen Two-hybrid and three-hybrid assay in prokaryoten, gisten en zoogdiercellen Phage display Co-precipitatie (crosslinking, pulse-chase labeling) Transgenese Overexpressie van een eiwit Gen knock-out en conditionele knock-out Het gebruik van reporter genen (GFP, -galactosidase) Beginselen van genomics en proteomics Databanken Microarrays Tweedimensionele gelelectroforese Onderwijsactiviteiten Hoofdzakelijk onder vorm van begeleide zelfstudie. Examenvorm Dit vak wordt niet afgesloten met een examen. De quotering gebeurt aan de hand van een continue evaluatie op basis van inzet, initiatief, interpretatievermogen, rapportering, … Studiemateriaal Bibliotheek, electronische databanken, wetenschappelijke tijdschriften, … FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 41. Fysicochemie van biologische systemen Doelstellingen Inzicht verwerven in de fysicochemische principes die de grondslag vormen voor (complexe) biologische interacties (vb. receptor-ligand, transcriptiefactoren …). Interferentie met dergelijke interacties of het aangaan van interacties met biologisch actieve moleculen verklaart dikwijls, zo niet altijd het moleculair werkingsmechanisme van geneesmiddelen. De daarbij verbonden experimentele methoden om deze interacties kwalitatief en kwantitatief te evalueren worden bovendien regelmatig gebruikt in het biomedisch en farmacologisch onderzoek. Begintermen Eerste jaar Apotheker, optie biofarmaceutische wetenschappen Inhoud 1. Inleiding Overzicht thermodynamische begrippen en wetmatigheden Overzicht van de belangrijkste moleculaire interactieprincipes 2. Interacties tussen moleculen Opstellen van bindingsfuncties en partitiefuncties Principe van gekoppelde functies Coöperativiteit en allosterie Binding aan lineaire roosters (b.v. nucleïnezuren), overlappende bindingsplaatsen (vb. eiwitnucleïnezuur interacties) Binding aan oppervlakte roosters (membranen) Experimentele bindingsstudies: titraties, evenwichtsdialyse, flow-dialyse, kolomtechnieken, Surface Plasmon Resonance 3. Kinetische Studies van de interactie van moleculen Associatie-, dissociate-, verplaatsings- en competitietechniek Diffusie Experimentele technieken Inclusief illustraties op basis van biomedische/farmaceutische toepassingen Onderwijsactiviteiten Interactief hoorcollege, PC-oefeningen, leesopdrachten. Examenvorm Schriftelijk examen met beperkte mondelinge verdediging. Studiemateriaal Cursus van docent Physical Chemistry: Principles and Applications in Biological Sciences, 4th edition, Tinoco I., Sauer K., Wang J.C. & Puglisi J.D. (2001), Prentice Hall. ISBN: 0-13-095943-X Internationale publicaties. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 42. Religie, zingeving en levensbeschouwing Doelstellingen Deze cursus beoogt elementen aan te reiken van een bijbels denken. De bijbel is geen "curiosum" of "speciosum", dat om bewaring vraagt in een museum als een getuige van een voorgoed voorbije cultuur zoals de Azteken in Mexico. Hij is ook vandaag een bron om uit te leren en te leven, en dit niet enkel voor gelovigen of voor specialisten en professionelen, maar voor iedereen. Begintermen Geen specifieke voorkennis vereist. Inhoud Het eerste hoofdstuk peilt naar de mogelijkheid en eigen aard van een bijbels denken, dat tevens een algemeen menselijke communicatiekracht bezit. In de daarop volgende hoofdstukken wordt deze benaderingswijze geconcretiseerd in een `door-denkende' dieptelezing van een aantal bijbelteksten, boeken en verhalen. Er wordt een keuze gemaakt uit: het eerste scheppingsverhaal en onze verantwoordelijkheid voor het milieu; het boek Job: lijden en dood en de crisis van het Godsgeloof; Jezus' verkondiging van het Rijk Gods en de ethische implicaties van de christelijke Godsbelijdenis; onze verhouding tot de ander (vanuit het verhaal van de barmhartige Samaritaan) en de grenzen aan de naastenliefde (vanuit het verhaal van Abram en Sara); het probleem van het moreel kwaad: de ernst van het kwaad, woede en wraak, oordeel en vergelding, vergeving (vanuit het verhaal van Nabot en zijn wijngaard). Onderwijsactiviteiten De doceervorm bestaat uit contacturen met gelegenheid tot vragen stellen en discussie tijdens de uiteenzettingen. Examenvorm Het examen gebeurt mondeling met schriftelijke voorbereiding. Het antwoord op een eerste vraag, die men bij het binnenkomen krijgt, wordt tijdens de schriftelijke voorbereiding in een samenhangend, vlot leesbaar mini-essay uitgeschreven (max. 2 p.). Terwijl de examinator dan dit antwoord leest, krijgt de student een tweede vraag waarbij men enkele schriftelijke notities kan maken als voorbereiding op het mondeling antwoord. Tenslotte krijgt de student een derde vraag, waarop men onmiddellijk mondeling dient te antwoorden. Studiemateriaal Als cursustekst geldt het boek: R. BURGGRAEVE, De bijbel geeft te denken. Schepping. Milieu. Lijden. Roeping. Gods passie en de ander. Vergeving. Bevrijding van de ethiek. In gesprek met Levinas (Didachè Reeks), Leuven, Acco, 1996 (5de ed.). FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 43. Farmaceutische Ethiek Doelstellingen Deze cursus beoogt criteria en oriëntaties aan te reiken om ethisch verantwoord te kunnen omgaan met een aantal problemen die zich in de farmaceutische professie, en bijzonder in de dagelijkse praktijk van de officina kunnen stellen. Begintermen Geen specifieke voorkennis vereist Inhoud Vooreerst wordt een beknopte schets geboden van ethiek in het algemeen. Concreet worden de verschillende dimensies en aspecten van een zinvol ethisch leven en handelen geschetst, met bijzondere aandacht voor het onderscheid en het verband tussen gezindheid en handelen, inclusief het driedimensioneel verantwoordelijkheidsbegrip. Hierbij aansluitend worden niet alleen de verschillende soorten normen en hun betekenis in kaart gebracht maar ook de verschillende elementen die voor de ethische decision-making en argumentatie in conflictsituaties belangrijk zijn. Deze algemene achtergrondvisie wordt geconcretiseerd aan de hand van enkele specifieke ethische kwesties, waaronder de volgende als aanbod: De ethische en sociale `waardigheid' van de farmaceutische professie. Het uittesten van nieuwe geneesmiddelen. Een ethische visie op preventie van SOA, AIDS en ongewenste zwangerschap. Verantwoord ouderschap, geboorteregeling en medisch geassisteerde bevruchting: homologe en heterologe kunstmatige bevruchting (KIE, KID, IVF-ET, ICSI, SUZI, draagmoederschap), prenatale diagnostiek en selectieve abortus. Medicijnverslaving. Stervensbegeleiding, palliatieve zorgen en euthanasie. Onderwijsactiviteiten De doceervorm bestaat uit contacturen met gelegenheid tot vragen stellen en discussie tijdens de uiteennzettingen. Examenvorm Het examen omvat twee delen: 1 Twee vragen vanuit de cursus (tekst en contacturen). Het antwoord op de eerste vraag, die men bij het binnenkomen krijgt, wordt volledig uitgeschreven in een samenhangend mini-essay (max. 2 p.). Het antwoord op de tweede vraag kan men schriftelijk voorbereiden terwijl de examinator het antwoord op de eerste vraag leest, alsook de op voorhand voorbereide casusbespreking (cfr. hieronder). 2 Een casusbespreking uit de apothekerspraktijk (officina, kliniek of labo): schriftelijk op voorhand voor te bereiden; lengte: 2 p. (max. 2,5 p.). Deze examenpaper bevat: een uiteenzetting van het probleemgeval (1/2 à 3/4 blz.), met de ethische problematiek die erin vervat zit; een ethische bespreking van het probleem (1,5 à 2 blz.) aan de hand van elementen uit het ethisch denkmodel i.v.m. gezindheid, drie-dimensioneel verantwoordelijkheidsbegrip, decision-making en ethische argumentatie, conflictsituatie (`het kleinste kwaad'), vanuit het perspectief van het menswaardig doel, enz. Deze paper brengt men getypt mee op het examen zelf en geeft men bij het binnenkomen aan de examinator af. Studiemateriaal FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Er worden door de docent een aantal uitgeschreven achtergrondteksten en documenten ter beschikking gesteld als ondersteuning bij en verdere uitdieping van de contacturen. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 44. Farmaceutische wetgeving en deontologie Doelstellingen Een overzicht van de farmaceutische wetgeving en deontologie te geven welke de basis moet vormen om het beroep op een correcte manier uit te oefenen. Begintermen Geen specifieke voorkennis vereist. Inhoud Eerst worden een aantal juridische begrippen verduidelijkt. De cursus vervolgt met een definitie te geven van het begrip "geneesmiddel". Verder wordt gehandeld over het monopolie van bereiding en aflevering van geneesmiddelen en de bestaande uitzonderingen. Vervolgens gaat het over de rechten en verplichtingen verbonden aan dat monopolie. Een belangrijk hoofdstuk handelt over de beperkende maatregelen inzake aflevering van geneesmiddelen. Het betreft de beperkende maatregelen van de wet van 25 maart 1964 ( verbod, schorsing, weigering van registratie en medisch voorschrift) en de wet van 24 februari 1921 ( R.B. 6 februari 1946 op de gifstoffen, K.B. van 31 december 1930 op de slaap-en verdovende middelen en K.B. van 2 december 1988 op de psychotrope stoffen). Worden vervolgens besproken: de voorwaarden tot het uitoefenen van het beroep van apotheker en de verschillende specialisaties. ( officina-apotheker, ziekenhuisapotheker, industrieapotheker, apotheker klinisch bioloog)( K.B. N° 78 van 10 november 1967 op de uitoefening van de geneeskundige beroepen). De farmaceutische industrie en de registratie van geneesmiddelen komen eveneens aan bod. Vervolgens wordt gehandeld over de prijsbepaling en de terugbetaling van geneesmiddelen. De officiële instanties die toezicht houden op dit alles worden ook opgesomd (Farmaceutische Inspectie, Provinciale Geneeskundige Commissie). Tenslotte wat de deontologie betreft, worden de structuur, de doelstellingen, sancties en regels van de Orde der Apothekers uiteengezet. Er wordt zowel een overzicht gegeven van de wetgeving bestemd voor de toekomstige officina-apotheker, welke de meest gekozen richting is onder de afgestudeerden, als van de wetgeving inzake de ziekenhuisfarmacie, de klinische biologie en de farmaceutische industrie. Er rest niet voldoende tijd om de RIZIV-wetgeving te bespreken. Daarvoor bestaan andere naslagwerken. De cursus is geen droge opsomming van teksten zoals ze in het Staatsblad verschenen zijn, maar een commentaar hetgeen voor de lezer een groot voordeel betekent. De wetgeving is relatief ingewikkeld; ze is verspreid over verschillende wetten en besluiten die soms 10 tot 20 maal gewijzigd werden. Ook evolueert ze zeer snel zodat het mogelijk is dat de cursus na een paar maanden reeds gedeeltelijk voorbijgestreefd is. Het wordt dan ook aangeraden via de beroepspers de wijzigingen later te blijven volgen om ze in de officina te kunnen toepassen. Onderwijsactiviteiten Enkel hoorcollege; gedurende de hoorcolleges worden voorbeelden uit de dagelijkse praktijk gegeven welke toelaten de theoretische cursus beter te begrijpen. Examenvorm Schriftelijk; theoretische vragen en toepassingsvragen. Een voldoend aantal vragen over de ganse cursus worden gesteld. Geen voorexamens; geen prestaties gedurende het academiejaar zodat enkel kan geoordeeld worden op basis van het eindexamen. Studiemateriaal Cursus "Farmaceutische Wetgeving en Deontologie" ( L. HOMBROECKX). FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Wordt jaarlijks bijgewerkt; enkele belangrijke wetten worden uitgedeeld alsmede de giflijsten. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 45. Dringende medische hulpverlening Doelstellingen 1 het verwerven van theoretisch wetenschappelijk inzicht in de oxygenatie van de lichaamscellen als vitaal systeem 2 het vertrouwd worden met de pathogenese en de diagnose van het falen van de schakels in dit systeem: de ademhalingswegen, de ademhalingsbewegingen en de circulatie 3 het ontwikkelen van de parate kennis en vaardigheid om in geval van bedreiging of uitval van de oxygenatie reddend te kunnen optreden Begintermen Verwachte voorkennis: fysiologie en pathofysiologie. Inhoud 1 Inleiding: 1.1 begrip "vitaal systeem" 1.2 de oxygenatie als vitaal systeem 1.3 de dringende medische hulpverlening in België: plaats en taak van de toevallige getuige van een levensbedreigende situatie. 1 Pathophysiologie en kliniek van het falen van de oxygenatie: 1.1 De ademhalingswegen: 1.1.1 oorzaken van obstructie 1.1.2 herkennen van obstructie 1.1.3 therapie van obstructie 1 De bewegingen van de ademhaling: de ademhalingspomp 1.1 oorzaken van uitval 1.2 herkennen van uitval 1.3 therapie van uitval 1 De circulatie: de hartpomp 1.1 oorzaken en vormen van circulatiestilstand 1.2 herkennen van circulatiestilstand 1.3 therapie van circulatiestilstand 1 Specifieke klinische syndromen 1.1 bloeding 1.2 electrocutie 1.3 vergiftiging 1.4 hartinfarct 1.5 verdrinking 1 Praktische oefeningen in cardiopulmonaire reanimatie op oefenpop in groepen van ± 20 studenten (4 x 5 studenten per pop en per instructor) Onderwijsactiviteiten 1 theoretische uiteenzetting met audio-visuele illustratie aan de voltallige groep studenten (minimum 3 x 2 uren) 1 praktische oefening aan groepen van 20 studenten (zie 2.4.) voorafgegaan door video-programma als herhaling van voornaamste punten inzake motivatie en techniek, geïllustreerd met gevallen waarbij respectievelijk FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 1.1 de ademhalingswegen 1.2 de ademhalingswegen plus de ademhalingsbewegingen 1.3 de ademhalingswegen, plus de ademhalingsbewegingen, plus de circulatie uitvallen. praktische oefening op oefenpoppen voorzien van registratiefaciliteiten, in 4 groepjes van 5 studenten die elk beschikken over 1 oefenpop en 1 instructor = aantal studenten/20 x 1u30 Examenvorm Toetsen gebeurt naar kennis, interpretatievermogen, herkennen, begrijpen, concreet optreden en attitude - korte mondelinge bespreking van concrete urgentiegevallen: 50% van quotering - praktijk demonstratie op oefenpop: 50% van quotering = pass-fail: totaal van 50% dient behaald; onvoldoende op praktijk = fail Studiemateriaal basistekst FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 46. Seminaries over de farmaciepraktijk Doelstellingen De laatstejaarsstudenten in contact brengen met een waaier aan praktische, farmacie-gerelateerde onderwerpen die o.a. in functie van de actualiteit kunnen gekozen worden. Begintermen Algemene, farmaceutische vorming Inhoud Mogelijk onderwerpen zijn (jaarlijks te selecteren) geschiedenis van de geneeskunde en de farmacie parafarmacie en alternatieve geneesmiddelen geneesmiddelen, milieu en gezondheid farmacovigilantie klinisch geneesmiddelenonderzoek ... In deze seminariereeks wordt ook op recurrente basis 10 u sociale wetgeving voorzien. Dit pakket wordt als volgt ingedeeld: Boekdeel 1 Boekdeel 2 Boekdeel 3 Inleiding in de sociale structuren Prijsbetaling van het geneesmiddel Arbeidsrecht Arbeidsovereenkomsten Sociale Zekerheid van de wernemers en de zelfstandigen Onderwijsactiviteiten Seminaries Examenvorm Schriftelijk Studiemateriaal Kopieën van getoond materiaal. In het geval van sociale wetgeving is een cursus voorhanden die jaarlijks aangepast wordt aan de evolutie van de wetgeving. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 47. Geneesmiddelenkennis Doelstellingen Na het volgen van de cursus moet de student in staat zijn om met geneesmiddelen te werken in een medicofarmaceutische context. Concreet gezien betekent dit: Afnemen van een therapeutisch interview vóór het afleveren van zelfmedicatie. Risicofactoren kunnen inschatten met betrekking tot klinisch relevante (medicamenteuze) interacties en contra-indicaties (bij inzonderheid risicogroepen). Gepast doorverwijzen naar een arts. Een keuze kunnen maken uit een gamma bestemd voor zelfmedicatie en deze medicatie kunnen plaatsen in een geheel van therapeutische mogelijkheden, hygiënische maatregelen inbegrepen. Het inschatten van de mogelijke ziektetoestand van de patiënt aan de hand van een voorschrift. Het geven van een zinvolle instructie over medicatie wat betreft (uit)werking, toedieningsmodaliteiten en mogelijke andere wetenswaardigheden. Begintermen Om een goede wisselwerking mogelijk te maken met de praktijk doen de cursisten stage in een openbare- of ziekenhuisapotheek. Ze hebben de cursus farmacologie (K404) met vrucht gevolgd. Inhoud Het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium van het Ministerie van Volksgezondheid vormt de ruggegraat van de cursus. De student wordt geacht een voldoende farmacologische kennis te bezitten (cfr. cursus 2de apothekersjaar). Behandeling van de leerstof gebeurt onder andere aan de hand van patiënten waarin diverse therapeutische klassen worden geïntegreerd. Op een dergelijke manier maakt de student kennis met volgende onderwerpen: De cardiovasculaire patiënt De dyspeptische patiënt De patiënt met pijn De patiënt met diverse respiratoire pathologieën De psychiatrische patiënt De patiënt met endocrinologische afwijkingen De obese patiënt Preventie van tropische pathologie Begeleiding van de kankerpatiënt Gebruik van vitamines, mineralen en tonica De patiënt met oogklachten Geneesmiddelen bij risicogroepen: zwangeren, ouderlingen, kinderen en bestuurders van voertuigen Onderwijsactiviteiten Tijdens de hoorcolleges worden onder andere volgende hulpmiddelen gebruikt: dia's, instructieve videobanden, toetsing. Een deel van de kennis doet de student op via een computerprogramma met meerkeuzevragen. Examenvorm Het examen bestaat uit twee delen: een schriftelijk deel met meerkeuzevragen en een mondeling interview over een casus + voorschrift. Tijdens het examen mag het Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium gebruikt worden. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Studiemateriaal Laekeman G., De Vrieze V. & De Wulf I. "Geneesmiddelenkennis" : jongste versie van de cursus uitgegeven bij ACCO. Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium uitgegeven door het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie. Gratis ter beschikking gesteld via Geneesmiddelenvoorlichting K.U.Leuven. Farmatopics, Sofie en Farmamozaïek: softwarepakketten facultatief aan te schaffen via Geneesmiddelenvoorlichting K.U.Leuven FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 48. Geneesmiddelenkennis: werkcollege Doelstellingen Na het volgen van dit werkcollege zouden de cursisten moeten in staat zijn om: Essentiële handelingen te verrichten met software pakketten actueel gebruikt in de apotheek Patiëntgericht voorschriften uit te voeren in de apotheek. Een instructieve voordracht te houden over medicatie voor bepaalde doelgroepen Een kritische analyse uit te voeren van medicatiehistorieken eigen aan een patiënt. Zelfstandig beslissingen te induceren in geval van probleemsituaties gerelateerd aan medicatie. Begintermen De cursisten zijn bij voorkeur geïnteresseerd om in kleine groepen interactief te werken. Ze hebben een ruime belangstelling voor gebruik van medicatie en begeleiding van patiënten. Inhoud De studenten vervullen volgende opdrachten: Computer begeleide aflevering van geneesmiddelen Simulatie-oefeningen uit de apotheekpraktijk onder video controle Interview van een chronische patiënt Bespreking van publiciteit voor geneesmiddelen Instructieve voordracht over medicatiegebruik voor welomschreven doelgroepen Bespreking van interacties gegenereerd via beheersprogramma's voor apotheken Onderwijsactiviteiten Er wordt gewerkt in kleine groepen (hoogstens 8 studenten) op een interactieve wijze. De studenten gebruiken computer en didactische hulpmiddelen. Er staan een aantal spelelementen ter beschikking voor het verwerven van praktische kennis (kaartspel, trivial pursuit, CDI, beeldplaat). Examenvorm De evaluatie gebeurt op permanente basis. Studiemateriaal Laekeman G., De Vrieze V., De Wulf I. "Geneesmiddelenkennis". Jongste versie van de cursus uitgegeven bij ACCO. Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium uitgegeven door het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCFI), gratis ter beschikkinggesteld via Geneesmiddelenvorlichting K.U.Leuven. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 49. Integrale kwaliteitszorg Doelstellingen De student bewust maken van de impact, zowel op de individuele patiënt als op de gezondheidszorg in het algemeen, van inadequate beslissingen en procedures in het medisch-farmaceutisch handelen. De student ertoe brengen het begrip “kwaliteit”, in absolute en relatieve termen, correct te kaderen in de gezondheidszorg. De student vertrouwd maken met de belangrijkste internationale normen en modellen met betrekking tot kwaliteitsbeheersing, en met het begrip “accreditatie”. De student inleiden tot procedures en technieken die toelaten om de kwaliteit van het professionele handelen, ongeacht de werksituatie, te organiseren, op te volgen en bij te sturen waar nodig. De student wijzen op de voortdurende evolutie in het domein van IKZ, en in contact brengen met meerdere bronnen (literatuur en internet) die toelaten die evolutie op te volgen. Begintermen Geen specifiek voorkennis vereist Inhoud Fouten in de gezondheidszorg: een belangrijke oorzaak van morbiditeit en mortaliteit. Waarom gebeuren er fouten in het medisch-farmaceutisch handelen ? Wat is kwaliteit, wat is integrale kwaliteitszorg, wat is kwaliteitsborging, wat is kwaliteitscontrole, wat is kwaliteitsinspectie ? ISO normen, Europese normen, GLP, GMP etc De uitbouw van een kwaliteitssysteem: het kwaliteitshandboek, standard operating procedures, kwaliteitscontrole (Levey Jennings en andere grafieken), etc. Certificatie en accreditatie ; verbetering van een kwaliteitssysteem via audits Evolutie: het Excellence model van de European Foundation of Quality Management Onderwijsactiviteiten De cursus wordt erg practisch en concreet gebracht in hoorcolleges, in grote mate via praktijkvoorbeelden. Examenvorm Mondeling of schriftelijk Studiemateriaal Nota’s ter beschikking gesteld gesteld door de lesgever, aangevuld met referenties naar relevante literatuur en websites FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 50. Stage Doelstellingen De toekomstige apotheker vormen in de uitoefening van het beroep als officina-apotheker. Aan het einde van de stage moet de student in staat zijn , naast de bereiding van magistrale en officinale geneesmiddelen, ook deskundige informatie te geven over geneesmiddelen op het niveau van de patiënt en te commentariëren. Dit betreft voornamelijk aspecten van farmacologie, farmacokinetiek, farmacotherapie, toxicologie, nevenwerkingen en interacties, galenische vorm en hulpstoffen, administratieve aspecten inzake aflevering. De student moet de nodige vaardigheden verwerven om formules van magistrale bereidingen te interpreteren en de patiënten te begeleiden bij hun medicatiegebruik (in het bijzonder risicopatiënten zoals kinderen, zwangeren, ouderlingen, patiënten voor wie bijzondere contra-indicaties gelden). De student moet leren hoe de kennis, verworven in de vorige jaren, doelmatig aangewend wordt bij de beroepsuitoefening. Hij wordt verondersteld daartoe tijdens de stage de nodige basiskennis over geneesmiddelen te onderhouden (zoals aangaande de diverse galenische vormen, het gebruik van hulpstoffen, chemische klassen waartoe de geneesmiddelen behoren, de herkomst van fytotherapeutische producten, ...). De student moet leren gebruik te maken van naslagwerken (vb. The Merck Index; The Extra Pharmacopoeia (Martindale); Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium; Nationaal Formularium VI,....) om zo zijn kennis van geneesmiddelen te verruimen en optimaal te benutten. De student moet leren geneesmiddelenvoorschriften kritisch te interpreteren, rekening houdend met de medische context van de patiënt, ook voor wat betreft de rationaliteit van een magistrale samenstelling. Begintermen Alle tot in het derde apothekersjaar gevolgde vakken vormen de basiskennins, die vereist is om deze stage met vrucht door te maken. Inhoud Stage in een officina-apotheek of ziekenhuisapotheek onder leiding van een stagemeester die erkend is door de Stagecommissie van de faculteit Farmaceutische wetenschappen. Specifieke aanbevelingen en verplichtingen in verband met deze stage (o.a. loco-bereidingen, stageverslag,...) zijn vermeld in het stagereglement. De student zal zich met behulp van de standaardmiddelen aanwezig in de stageplaats bekwamen in de volgende aspecten van de farmaciepraktijk: - Organisatie en inrichting van de apotheek - Werk en verantwoordelijkheden van de apotheker - Geneesmiddelenbereiding - Eigenschappen van de grondstoffen - Geneesmiddelenaflevering - Kennis van courant afgeleverde specialiteiten in relatie tot de hoger geformuleerde doelstelling - Risico’s verbonden met het gebruik van geneesmiddelen - Verband en verplegingsartikelen - Bedrijfsvoering en administratie - Diversen: beroepsstructuren; relaties met collega’s, artsen (IOGA-groepen) FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Onderwijsactiviteiten Er wordt een sessie georganiseerd waarin de studenten wordt uitgelegd hoe ze de stage optimaal kunnen benutten om hogervermelde doelstellingen te verwezenlijken. Een brochure met “Richtlijnen in verband met de apotheekstage” wordt ter hand gesteld. Tijdens de oefenzittingen Receptuurkunde II: practicum (K503) worden een aantal seminaries gegeven over diverse aspecten van geneesmiddelenformulering. De stagemeesters dragen in dit proces een belangrijke verantwoordelijkheid. Er wordt jaarlijks een contactavond georganiseerd voor stagemeesters en stagiairs. Hierbij wordt besproken hoe hogervermelde doelstellingen op doeltreffende wijze kunnen gerealiseerd worden. Examenvorm De toekenning van een examenpunt voor het vak gebeurt door de Stagecommissie in zijn geheel op basis van : a) De beoordeling van het stageverslag b) De locobereidingen c) De beoordeling van het stagewerkboek d) Het oordeel van de stagemeester (stagerapport) Studiemateriaal Cursussen van diverse basisvakken en handleidingen van de practica “Receptuurkunde”. Naslagwerken, aanwezig in de stage-apotheek zoals: Martindale, The Extra Pharmacopoeia, Merck Index, Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium, Compendium van de Farmaceutische Specialiteiten, Kompendium Farma, Belgische en Europese Farmacopee, Informatorium Medicamentorum, Farmamozaïek, Courante farmaceutische tijdschriften (Apothekersblad, Farmaceutisch Tijdschrift voor België, Antwerps Farmaceutisch Tijdschrift, Medisch Farmaceutische Mededelingen, Tijdschrift van de Socio-Wetenschappelijke Apothekersvereniging), Nationaal Formularium VI. Databasis over geneesmideleninteracties. Bijsluiters van de geregistreerde specialiteiten. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 51. Voorstelling van de verhandeling Doelstellingen Het kunnen verwoorden, overzichtelijk voorstellen en verdedigen van bevindingen verkregen naar aanleiding van een literatuurstudie, grondige casusstudie tijdens de klinische stage of onderzoekswerk. Begintermen Kennis en vaardigheden verworven in het 2de apothekersjaar naar aanleiding van een literatuurstudie, grondige casusstudie tijdens de klinische stage of onderzoekswerk. Inhoud In het 2de jaar apotheker vatten de studenten hun bevindingen samen verkregen naar aanleiding van een literatuurstudie of grondige casusstudie (studenten farmaceutische zorg) of onderzoekswerk (studenten biofarmaceutische wetenschappen) in de vorm van een verhandeling. Deze verhandeling wordt openbaar verdedigd in het laatste jaar. In het geval van de literatuurstudie zijn de voorstellingen gegroepeerd per thema met de bedoeling nutteloze herhalingen omtrent aanverwante onderwerpen te vermijden en om de voorstellingen als een didactisch verantwoord geheel voor de medestudenten te laten overkomen. Onderwijsactiviteiten In het 2de jaar apotheker wordt de student de gelegenheid gegeven om -via contacten en terugkoppelingsmomenten met de begeleider- de kennis betreffende het onderwerp uit te diepen alsook de wijze van voorstellen en verdedigen te optimaliseren. Examenvorm Mondelinge voorstelling en verdediging van de verhandeling. Studiemateriaal De verhandeling en relevante wetenschappelijke literatuur met betrekking tot het onderwerp. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 52. Capita selecta: Farmaceutische technologie Doelstellingen Nieuwe ontwikkelingen binnen een specifiek onderzoeksdomein kunnen plaatsen wetenschappelijk referentiekader. Relevante literatuur met betrekking tot het onderwerp kunnen vinden en kritisch interpreteren. in zijn Begintermen Interesse voor wetenschap en een algemene vorming in farmaceutisch-georiënteerde vakken. Inhoud De student bestudeert onder begeleiding van een ZAP-lid van de faculteit de literatuur over recente ontwikkelingen in het domein van de farmaceutische technologie. Onderwijsactiviteiten De persoonlijke contacten tussen student en begeleider worden gespreid over het academiejaar. Er worden geen hoorcolleges georganiseerd. Examenvorm Dit vak wordt niet afgesloten door een examen. De quotering gebeurt op basis van een continue evaluatie (inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen, rapportering…). Studiemateriaal Publicaties en tekstboeken aangereikt door wetenschappelijke literatuur. de begeleider. Door de student zelf opgezochte FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 53. Capita selecta: Analyse van geneesmiddelen Doelstellingen Nieuwe ontwikkelingen binnen een specifiek onderzoeksdomein kunnen plaatsen wetenschappelijk referentiekader. Relevante literatuur met betrekking tot het onderwerp kunnen vinden en kritisch interpreteren. in zijn Begintermen Interesse voor wetenschap en een algemene vorming in farmaceutisch-georiënteerde vakken. Inhoud De student bestudeert onder begeleiding van een ZAP-lid van de faculteit de literatuur over recente ontwikkelingen in het domein van de analyse van geneesmiddelen. Onderwijsactiviteiten De persoonlijke contacten tussen student en begeleider worden gespreid over het academiejaar. Er worden geen hoorcolleges georganiseerd. Examenvorm Dit vak wordt niet afgesloten door een examen. De quotering gebeurt op basis van een continue evaluatie (inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen, rapportering, …). Studiemateriaal Publicaties en tekstboeken aangereikt door wetenschappelijke literatuur. de begeleider. Door de student zelf opgezochte FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 54. Capita selecta: Drug design Doelstellingen Nieuwe ontwikkelingen binnen een specifiek onderzoeksdomein kunnen plaatsen wetenschappelijk referentiekader. Relevante literatuur met betrekking tot het onderwerp kunnen vinden en kritisch interpreteren. in zijn Begintermen Interesse voor wetenschap en een algemene vorming in farmaceutisch-georiënteerde vakken. Inhoud De student bestudeert onder begeleiding van een ZAP-lid van de faculteit de literatuur over recente ontwikkelingen in het domein van de drug design. Onderwijsactiviteiten De persoonlijke contacten tussen student en begeleider worden gespreid over het academiejaar. Er worden geen hoorcolleges georganiseerd. Examenvorm Dit vak wordt niet afgesloten door een examen. De quotering gebeurt op basis van een continue evaluatie (inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen, rapportering, …). Studiemateriaal Publicaties en tekstboeken aangereikt door wetenschappelijke literatuur. de begeleider. Door de student zelf opgezochte FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 55. Capita selecta: Moleculaire biologie Doelstellingen Nieuwe ontwikkelingen binnen een specifiek onderzoeksdomein kunnen plaatsen wetenschappelijk referentiekader. Relevante literatuur met betrekking tot het onderwerp kunnen vinden en kritisch interpreteren. in zijn Begintermen Interesse voor wetenschap en een algemene vorming in farmaceutisch-georiënteerde vakken. Inhoud De student bestudeert onder begeleiding van een ZAP-lid van de faculteit de literatuur over recente ontwikkelingen in het domein van de moleculaire biologie. Onderwijsactiviteiten De persoonlijke contacten tussen student en begeleider worden gespreid over het academiejaar. Er worden geen hoorcolleges georganiseerd. Examenvorm Dit vak wordt niet afgesloten door een examen. De quotering gebeurt op basis van een continue evaluatie (inzet, initiatief, enthousiasme, werkkracht, interpretatievermogen, rapportering, …). Studiemateriaal Publicaties en tekstboeken aangereikt door wetenschappelijke literatuur. de begeleider. Door de student zelf opgezochte FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 56. Boekhouding Doelstellingen De cursus heeft als doel de toekomstige apothekers in te leiden in de BTW, de Belastingen op het Inkomen, de dubbele boekhouding en de tarificatie, en de contacten met de specialisten te vergemakkelijken. Begintermen Geen specifieke voorkennis vereist. Inhoud De cursus wordt als volgt ingedeeld: Boekdeel 1 Elementaire begrippen van boekhouding Boekdeel 2 De Belasting over de toegevoegde waarde Boekdeel 3 De Belastingen op het inkomen Onderwijsactiviteiten Theorie en praktische oefeningen Examenvorm mondeling Studiemateriaal cursus - jaarlijks aangepast aan de evolutie van de wetgeving FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 57. Beginselen van management Doelstellingen De bedoeling is dat de studenten vertrouwd raken met de begrippen uit het management. Op het einde van de cursus zou de student een beeld moeten hebben van welke problemen zich voordoen bij het leiden van een onderneming of organisatie. Begintermen Geen specifieke voorkennis vereist Inhoud Uitgaande van een historisch overzicht van de grote denkstromingen in de managementwetenschappen, wordt het managementproces in de onderneming in detail besproken. Naast belangrijke strategische en organisatorische aspecten, wordt daarbij eveneens dieper ingegaan op de diverse operationele functies van de onderneming, zoals de marketingfunctie, de personeelsfunctie, de financiële functie en de productiefunctie. Deze stof wordt behandeld tijdens de eerste tien lessen van het college. De vijf daaropvolgende lessen wordt met de studenten samengewerkt rond een aantal concrete gevalstudies en oefeningen die tot doel hebben de leerstof toe te passen op concrete managementvraagstukken. Onderwijsactiviteiten Hoor- en werkcolleges Examenvorm Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding Studiemateriaal Cursus FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 58. Toxicologie van de fytofarmaceutische producten Doelstellingen Dit keuzevak heeft als doel de student vertrouwd te maken met de eigen problematiek veroorzaakt door het veralgemeend gebruik van bestrijdingsmiddelen. Een nadruk wordt gelegd op gezondheidsaspecten. De wettelijke maatregelen betreffende bestrijdingsmiddelen en fytofarmaceutische producten worden besproken. De toxicologische normstelling ter bepaling van de toegestane maximumgehalten van residuen in voedingsmiddelen wordt behandeld. De belangrijkste klassen van bestrijdingsmiddelen worden bestudeerd met voor elk van hen een overzicht van de chemische structuur, het biologisch werkingsmechanisme en de acute en chronische toxiciteit. Tenslotte worden voorbeelden besproken van bepalingsmethoden ter opsporing van een residu in biologisch materiaal. Begintermen Een voorkennis in de algemene organische scheikunde en de biochemie wordt gewenst. Inhoud Terminologie. Chemische controle van insekten, onkruiden, schimmels en knaagdieren. Pesticide formuleringen. Resistentie. Bepaling van maximale grensconcentratie in voedingswaren. Veiligheidstermijn. Methoden en begrenzing van een residu ontleding. Wetgeving. Organochloorinsecticiden (inclusief impact op het milieu). Organofosforverbindingen. Carbamaten. Insekticiden van plantaardige oorsprong. Herbiciden: nitro- en chloorfenolen; phenoxyzuren en aanverwante stoffen; plantengroeiregulatoren; ureum-herbiciden; symmetrische triazinen; dipyridinium- (en andere kwaternaire) verbindingen; ammoniumglufosinaat en glyfosaat. Rodenticiden : toepassingsgebied, bestrijdingsmethoden. Antibloedstollende producten. Fluorazijnzuur en analoge producten. Thalliumzouten. Fungiciden (overzicht, organometaalverbindingen van kwik en tin, dithiocarbamaten, isocyclische fungiciden, systemische producten). Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges Examenvorm Schriftelijk examen, gedeeltelijk bestaande uit een hoofdvraag en gedeeltelijk uit een multiple-choice. Studiemateriaal Cursus. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 59. B-KUL-H065 Psychologische en sociale aspecten van de bedrijfsleiding Taal: Nederlands Omvang: 1.5 sem.u. 3 studiepunten Dit vak wordt gedoceerd in het 2de semester Gedoceerd door Tharsi Taillieu (titularis) in de studiejaren 2e Jaar Burgerlijk Scheikundig Ingenieur (verplicht) 2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Energietechnieken (verplicht) 2e Burg. W.E.Ir.,Mechanica: Productietechnieken en -management (verplicht) 2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Mechatronica en productontwikkeling (verplicht) 2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Biomed. Ingenieurstechnieken (verplicht) 2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Energietechnieken (2ji.i.) .) (verplicht) 2e Burg. W.E. Ir., Mechanica: Prod.technieken& -manag. (2ji.i.) (verplicht) 2e Burg. W.E. Ir.:Mechanica: Mechatr.&prod.ontwikkeling (2ji.i.) (verplicht) 3e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Lucht- en Ruimtevaart (verplicht) 2e Jaar Burgerlijk Materiaalkundig Ingenieur (verplicht met keuzemogelijkheid) Geaggr. S.O. - GR2: Toegepaste Wetenschappen (keuze) 3e Jaar Burgerlijk Bouwkundig Ingenieur (keuzevakken) (keuze) Burgerlijk Materiaalkundig Ingenieur (keuzevakken) (keuze) 3e burg. elektr. ir., (KEUZEVAK) (keuze) 3e burg. w.e.ir., elektrotechniek (keuze) 2e Burgerlijk Ingenieur Computerwetenschappen (keuze) Doelstellingen Begintermen Inhoud Overzicht van de psychologische processen in menselijke interacties. Het organisatiegedrag vanuit het management perspectief, waarin de volgende onderwerpen worden behandeld: omgevingen en vereiste reactie- en actiemogelijkheden, verandering in het denken over organisaties, strategisch management: missie-definitie, het ontwerpen van organisaties, het ontwerpen van werksystemen: socio-technisch, groepsdynamica en besluitvorming, management en leiderschap, het management van diverse types van verandering, het psychologisch verwerken van de menselijke consequenties van verandering. Onderwijsactiviteiten Examenvorm Schriftelijk examen. Studiemateriaal J.P. Forgas : "Interpersonal behaviour" (Oxford Pergamon Press, 1985). FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 60. B-KUL-DW01 Inleiding tot de economie Taal: Nederlands Omvang: 1.5 sem.u. 3 studiepunten Dit vak wordt gedoceerd in het 2de semester Gedoceerd door Paul De Grauwe (titularis) in de studiejaren 2e Kan. Geografie (verplicht) 1e Lic. Geografie (verplicht) 2e Jaar Burgerlijk Mijnbouwkundig Ingenieur (verplicht) 2e Jaar Burgerlijk Bouwkundig Ingenieur: Civiele Techniek (verplicht) 2e Jaar Burgerlijk Bouwkundig Ingenieur: Gebouwentechniek (verplicht) 3e Jaar Burgerlijk Ingenieur-Architect (verplicht) 2e Jaar Burgerlijk Scheikundig Ingenieur (verplicht) 2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Energietechnieken (verplicht) 2e Burg. W.E.Ir.,Mechanica: Productietechnieken en -management (verplicht) 2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Mechatronica en productontwikkeling (verplicht) 2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Lucht- en Ruimtevaart (verplicht) 2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Biomed. Ingenieurstechnieken (verplicht) 2e Burg. W.E.Ir., Mechanica: Energietechnieken (2ji.i.) .) (verplicht) 2e Burg. W.E. Ir., Mechanica: Prod.technieken& -manag. (2ji.i.) (verplicht) 2e Burg. W.E. Ir.:Mechanica: Mechatr.&prod.ontwikkeling (2ji.i.) (verplicht) 2e Jaar Burgerlijk Materiaalkundig Ingenieur (verplicht met keuzemogelijkheid) Burgerlijk Materiaalkundig Ingenieur (keuzevakken) (keuze) 3e burg. elektr. ir., (KEUZEVAK) (keuze) 3e burg. w.e.ir., elektrotechniek (keuze) 2e Burgerlijk Ingenieur Computerwetenschappen (keuze) Doelstellingen Aan de studenten de basisinzichten over de werking van de economie bijbrengen. Begintermen Geen vereiste voorkennis Inhoud De volgende onderwerpen worden behandeld: de werking van het marktmechanisme, de theorie van het producentengedrag, de verschillende marktvormen, de nationale boekhouding, het macro-economisch evenwicht, geld en geldbeleid. Onderwijsactiviteiten De studenten moeten naast de cursusnota’s ook zelflectuur doen. Examenvorm Schriftelijk examen (multiple choice). Studiemateriaal Berlage, L., et al., Inleiding tot de Economie, Universitaire Pers Leuven, 1997. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 61. B-KUL-S325 Genderstudies Taal: Nederlands Omvang: 2 sem.u. 4 studiepunten Dit vak wordt gedoceerd in het 1ste en het 2de semester Gedoceerd door Veerle Draulans (titularis) in de studiejaren Enige Kan. in de Godgeleerdheid en Godsdienstwetenschappen (keuze) 1e lic. in de Godsdienstwetenschappen (keuze) 2e lic. in de Godsdienstwetenschappen (keuze) 2e Lic. Rechten (keuze) 1e Lic. Politieke Wetenschappen (keuze) 2e Lic. Politieke Wetenschappen (keuze) 2e Lic. Toegepaste Economische Wetenschappen (keuze, 3 pt.) 3e Jaar Handelsingenieur (keuze, 3 pt.) 1e Lic. Communicatiewetenschappen (keuze) 2e Lic. Communicatiewetenschappen (keuze) 1e Lic. Sociologie (keuze) 2e Lic. Sociologie (keuze) 1e Lic. Pedagogische Wetenschappen: Sociale Pedagogiek (keuze) 1e Lic. Wijsbegeerte (keuze) 2e Lic. Wijsbegeerte (keuze) Aanvullende Opleiding in de Toegepaste Ethiek (keuze) 1e Lic. Geschiedenis: Middeleeuwen, Nieuwe Tijd en Nieuwste Tijd (keuze) 1e Lic. Geschiedenis: Oudheid (keuze) 1e Lic. Archeologie (keuze) 1e Lic. Kunstwetenschappen (keuze) 1e Lic. Musicologie (keuze) 1e Lic. Taal- en Letterkunde: Romaanse Talen (keuze) 1e Lic. Taal- en Letterkunde: Germaanse Talen (keuze) 1e Lic. Oosterse Studies: Oude Nabije Oosten (keuze) 1e Lic. Arabistiek en Islamkunde (keuze) 2e Lic. Arabistiek en Islamkunde (keuze) 1e Lic. Sinologie (keuze) 1e Lic. Oosterse Studies: Bijbelse Wetenschappen (keuze) 1e Kan. Japanologie (keuze) 1e Lic. Oost-Europese Talen en Culturen (keuze) 2e Lic. Oost-Europese Talen en Culturen (keuze) 1e Lic. Lichamelijke Opvoeding (keuze, 3 pt.) 2e Lic. Lichamelijke Opvoeding (keuze, 3 pt.) 1e Lic. Motorische Revalidatie en Kinesitherapie (keuze, 3 pt.) Geaggr. S.O. - GR2: Toegepaste Wetenschappen (keuze) 3e Jaar Burgerlijk Bouwkundig Ingenieur (keuzevakken) (keuze) Burgerlijk Materiaalkundig Ingenieur (keuzevakken) (keuze) 3e Jaar Burgerlijk Werktuigk.-Elektr. Ir.: Mechanica (keuzevak) (keuze) 3e burg. elektr. ir., (KEUZEVAK) (keuze) 3e burg. w.e.ir., elektrotechniek (keuze) 2e Burgerlijk Ingenieur Computerwetenschappen (keuze) 2e Jaar Bio-Ingenieur in de Milieutechnologie (keuze, 3 pt.) Doelstellingen Een inleiding bieden in de wetenschapsbeoefening en de cultuurkritiek vanuit genderperspectief. Begintermen Inhoud De cursus biedt een grondige inleiding in het domein van de genderstudies. Achtereenvolgens worden epistemologische, methodologische en inhoudelijke kwesties aangesneden: wetenschapsfilosofische vraagstellingen zoals de gesitueerdheid en gender-gebondenheid van kennis; de invloed van opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid op de inhoud van de wetenschappen; de verklaring van de FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi verwaarlozing van vrouwenthema's in vele wetenschapsdomeinen. De notie interdisciplinariteit wordt kritisch toegelicht. Tevens wordt een kort overzicht gegeven van de geschiedenis van de genderstudies en van de verschuivingen die zich hierbij hebben voorgedaan. Een belangrijk aspect is de verhouding tussen vrouwenstudies en vrouwenbeweging. Ten slotte worden thema's behandeld zoals socialisatie (de wijze waarop jongens en meisjes tot mannen en vrouwen worden gemaakt), vrouwbeelden (hoe vrouwelijkheid gestalte krijgt in cultuurproducten), vrouwengeschiedenis, arbeid en onderwijs. Onderwijsactiviteiten Examenvorm Schriftelijke papers Studiemateriaal Cursusnota's docenten. Bundel van de door de docenten geselecteerde teksten. FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi 62. B-KUL-GH35 Intellectual Property Management Taal: Nederlands Omvang: 2 sem.u. 4 studiepunten Dit vak wordt gedoceerd in het 2de semester Gedoceerd door Maria-Christina Janssens (titularis) in de studiejaren Master of Sciences in Bioinformatics (optioneel) 1e Lic. Informatica (keuze) 2e Lic. Informatica (keuze) 2e Lic. Toegepaste Economische Wetenschappen (keuze, 3 pt.) 3e Jaar Handelsingenieur (keuze, 3 pt.) 1e Lic. Wiskunde (keuze) 2e Lic. Wiskunde (keuze) 2e Lic. Natuurkunde (keuze) 2e Lic. Scheikunde (keuze) 2e Lic. Biochemie (keuze) 2e Lic. Biologie (keuze) 2e Lic. Geologie (keuze) Doelstellingen Dit college wil het belang van kennis- en technologiebescherming aangeven vanuit een praktijkgerichte invalshoek. Intellectuele eigendomsrechten staan daarbij centraal, niet als een juridisch gegeven maar als een essentieel onderdeel van een globale beleidsstrategie. Ondernemingen zijn immers geïnteresseerd in afgestudeerden die de immateriële waarde van nieuwe ideeën en uitvindingen begrijpen en die oog hebben voor de verschillende beschermings- en exploitatiemogelijkheden. De bedoeling is dat de studenten vertrouwd raken met die mogelijkheden en de managementsaspecten die daarmee verbonden zijn. Begintermen Inhoud Om de praktijkgerichte invalshoek van het college te ondersteunen, zal gewerkt worden met modules opgebouwd rond de levensfase van concrete producten. Het is de bedoeling om de levensloop van deze producten, zowel voorafgaand als volgend op hun lancering op de markt, te bestuderen en daarbij de student te confronteren met de juridische en beleidsaspecten die een rol spelen bij de verschillende fasen van ontwikkeling en exploitatie. In elke module wordt een belangrijke inbreng van managers, onderzoekers of specialisten uit het bedrijfsleven verzekerd. Voor het academiejaar 2001-2002 komen volgende zeven modules aan bod: 1.IP Management: wat? hoe? waarom? Overzicht van de levensloop van twee concrete producten Belang van intellectuele rechten in een ruimer economisch kader Globale schets van de intellectuele rechten 2.De ontwikkelingsfase van het product Onderzoek en ontwikkeling in het bedrijf Juridisch relevante aandachtspunten tijdens deze fase 3.Octrooirechtelijke aandachtspunten Wat moet een onderzoeker weten inzake octrooirecht? Octrooien in de elektronicasector (bv. DVD) Octrooien voor een geneesmiddel Rol van de octrooigemachtigde Octrooien opzoeken 4.Bescherming van computerprogramma's en databanken Welk belang heeft juridische bescherming van databanken? Welke beschermingsmogelijkheden kiezen voor software? 5.Aandachtspunten voorafgaand aan de commercialisering van een product De design van het product Keuze van een merknaam Verpakking en publiciteitsmateriaal 6.Diepere studie van een thema naar keuze FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Micro-elektronica producten Biotechnologische uitvindingen Octrooien in de geneesmiddelenindustrie Technische normen, standaarden en vergunningen Relevante aspecten van milieu-, veiligheids-, en aansprakelijkheidsrecht 7.Overige aandachtspunten voor IP Management en synthese Onderwijsactiviteiten Vijftien colleges bestaande uit hoorcolleges (de helft) en getuigenissen van verantwoordelijken uit het bedrijfsleven (de helft). Examenvorm Voor de tweede cyclus: individueel schriftelijk examen, type essayvragen. Voor de derde cyclus: indienen van een korte en relevante studie over een door de student vrij te bepalen onderwerp. Studiemateriaal Cursusmateriaal verspreid via cursusdienst. FR/24.10.2001 63. Bijlage 2b - syllabi B-KUL-PF91 Interdisciplinaire lessen ontwikkeling en culturen Taal: Nederlands Omvang: 2 sem.u. 4 studiepunten Dit vak wordt gedoceerd in het 1ste en het 2de semester Gedoceerd door René Devisch (coördinator), N. (titularis) in de studiejaren 2e Lic. Rechten (keuze) (1e semester, 2e semester) 3e Lic. Rechten (keuze) (1e semester, 2e semester) 2e Lic. Criminologische Wetenschappen (keuze) (1e semester, 2e semester) 2e Lic. Toegepaste Economische Wetenschappen (keuze, 3 pt.) (1e semester, 2e semester) 3e Jaar Handelsingenieur (keuze, 3 pt.) (1e semester, 2e semester) 1e Lic. Communicatiewetenschappen (keuze) (1e semester, 2e semester) 2e Lic. Communicatiewetenschappen (keuze) (1e semester, 2e semester) 1e Lic. Sociologie (keuze) (1e semester, 2e semester) 2e Lic. Sociologie (keuze) (1e semester, 2e semester) 1e Lic. Psychologie (keuze) (1e semester, 2e semester) 2e Lic. Psychologie (keuze) (1e semester, 2e semester) 1e Lic. Sociale en Culturele Antropologie (keuze) (1e semester, 2e semester) 2e Lic. Sociale en Culturele Antropologie (keuze) (1e semester, 2e semester) Aanvullende Opleiding Sociale en Culturele Antropologie (keuze) (1e semester, 2e semester) Complementary Studies Social and Cultural Anthropology (keuze) (1e semester, 2e semester) Aanvullende Studie van Culturen en Ontwikkeling (keuze) (1e semester, 2e semester) Complementary Studies: Master in Cultures and Development Studies (keuze) (1e semester, 2e semester) 1e Lic. Pedagogische Wetenschappen (keuze) (1e semester, 2e semester) 2e Lic. Pedagogische Wetenschappen (keuze) (1e semester, 2e semester) 1e Lic. Wijsbegeerte (keuze) (1e semester, 2e semester) 2e Lic. Wijsbegeerte (keuze) (1e semester, 2e semester) Aanvullende Opleiding Culturele Studies (keuze) (1e semester, 2e semester) 1e Jaar Arts (keuze) (1e semester, 2e semester) 2e Jaar Arts (keuze) (1e semester, 2e semester) 1e Lic. Lichamelijke Opvoeding (keuze, 3 pt.) (1e semester, 2e semester) 2e Lic. Lichamelijke Opvoeding (keuze, 3 pt.) (1e semester, 2e semester) FR/24.10.2001 64. Bijlage 2b - syllabi B-KUL-D111 Initiatie tot ondernemen Taal: Nederlands Omvang: 2 sem.u. 4 studiepunten Dit vak wordt gedoceerd in het 1ste semester Gedoceerd door Koenraad Debackere (titularis) in de studiejaren 1e Lic. Informatica (keuze) 2e Lic. Logopedie en Audiologie (keuze, 3 pt.) 2e Lic. Familiale en Seksuologische Wetenschappen (keuze, 3 pt.) 1e lic. in de Godsdienstwetenschappen (keuze) 2e Lic. Rechten (keuze, 3 pt.) 3e Lic. Rechten (keuze, 3 pt.) 1e Lic. Politieke Wetenschappen (keuze) 2e Lic. Politieke Wetenschappen (keuze) 2e Lic. Economische Wetenschappen (keuze, 3 pt.) 2e Lic. Toegepaste Economische Wetenschappen (keuze, 3 pt.) Aanvullende Opleiding Bedrijfseconomie (keuze, 3 pt.) 2e Jaar Handelsingenieur (keuze, 3 pt.) 3e Jaar Handelsingenieur (keuze, 3 pt.) 3e Jaar Handelsingenieur in de Beleidsinformatica (keuze, 3 pt.) 1e Lic. Communicatiewetenschappen (keuze) 2e Lic. Communicatiewetenschappen (keuze) Specialisatieopleiding E-Communicatie (keuze) 1e Lic. Sociologie (keuze) 2e Lic. Sociologie (keuze) 1e Lic. Pedagogische Wetenschappen: Sociale Pedagogiek (keuze, 3 pt.) 1e Lic. Wijsbegeerte (keuze) 2e Lic. Wijsbegeerte (keuze) 1e Lic. Geschiedenis: Middeleeuwen, Nieuwe Tijd en Nieuwste Tijd (keuze) 1e Lic. Geschiedenis: Oudheid (keuze) 1e Lic. Archeologie (keuze) 1e Lic. Kunstwetenschappen (keuze) 1e Lic. Musicologie (keuze) 1e Lic. Taal- en Letterkunde: Germaanse Talen (keuze, 5 pt.) 1e Lic. Oosterse Studies: Oude Nabije Oosten (keuze, 5 pt.) 1e Lic. Arabistiek en Islamkunde (keuze, 5 pt.) 1e Lic. Oosterse Studies: Bijbelse Wetenschappen (keuze) 1e Lic. Oost-Europese Talen en Culturen (keuze) Aanvullende Opleiding Culturele Studies (keuze) 1e Jaar Arts (keuze, 3 pt.) 2e Jaar Arts (keuze, 3 pt.) 1e Jaar Apotheker (keuze, 3 pt.) 2e Jaar Apotheker (keuze, 3 pt.) 1e Lic. Lichamelijke Opvoeding (keuze, 3 pt.) 2e Lic. Lichamelijke Opvoeding (keuze, 3 pt.) Advanced Studies European Master in Sport Management (keuze) 1e Lic. Motorische Revalidatie en Kinesitherapie (keuze, 3 pt.) 2e Lic. Natuurkunde (keuze, 3 pt.) 2e Lic. Scheikunde (keuze, 3 pt.) 2e Lic. Biochemie (keuze, 3 pt.) 2e Lic. Biologie (keuze, 3 pt.) 2e Lic. Geologie (keuze, 3 pt.) 2e Lic. Geografie (keuze, 3 pt.) 3e Jaar Burgerlijk Bouwkundig Ingenieur (keuzevakken) (keuze) 2e Jaar Bio-Ingenieur in de Milieutechnologie (keuze, 3 pt.) FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Doelstellingen De cursus wil de deelnemers een wetenschappelijk onderbouwd inzicht verschaffen in het proces van ondernemen. Dit inzicht wordt ontwikkeld tijdens een reeks conceptuele lessen. Tijdens de cursus wordt bovendien ruime aandacht besteed aan de praktijk en het zelf toepassen van de besproken concepten. Ondernemers getuigen persoonlijk over de verschillende aandachtspunten van ondernemerschap die doorheen de cursus aan bod komen. Van de studenten wordt verwacht dat zij op actieve manier in groep werken aan de ontwikkeling van een ondernemingsplan. Dankzij deze aanpak worden de deelnemers geconfronteerd met het doen en denken van de ondernemer. Dankzij deze aanpak hoopt de KULeuven dat de deelnemers ondernemen als een reële loopbaanoptie ervaren. Begintermen Vereiste voorkennis: Geen. Inhoud Aan de hand van een aantal theoretische conceptlessen wordt een wetenschappelijk onderbouwd inzicht verschaft in vraagstukken zoals: de onderneming als actor in de maatschappij, de levensloop van de onderneming, de persoon en de rol van de ondernemer in het ganse proces van ondernemen. Deze conceptlessen worden aangevuld met een diversiteit aan praktijkgetuigenissen door ondernemers zelf. Deze getuigenissen nemen ongeveer een derde van de collegetijd in beslag. Tot slot wordt van de studenten verlangd dat ze actief werken aan de ontwikkeling van een ondernemingsplan. Ongeveer een derde van de colleges behandelen de diverse vraagstukken die in dergelijk plan moeten aan bod komen. Onderwijsactiviteiten Vijftien colleges bestaande uit hoorcolleges (een derde), getuigenissen door ondernemers (een derde), vraagstukken bij het opstellen en ontwikkelen van een ondernemingsplan (een derde). Examenvorm Individueel schriftelijk examen (50 % van het puntentotaal) en in groep af te leveren ondernemingsplan (50 % van het puntentotaal). Studiemateriaal Cursus verspreid via cursusdienst. Boek van Prof. L. Sleuwaegen ‘Creatief Ondernemen.’ Handleiding (in boekvorm) voor het opstellen van het ondernemingsplan. FR/24.10.2001 65. B-KUL-W221 Bijlage 2b - syllabi Lessen voor de 21e eeuw Taal: Nederlands Omvang: 2 sem.u. 4 studiepunten Dit vak wordt gedoceerd in het 1ste en het 2de semester Doelstellingen Dit college wil alle belangstellenden de mogelijkheid bieden na te denken over de grote uitdagingen aan het begin van de 21ste eeuw. Vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines wordt in 13 lessen toekomstgericht gereflecteerd over mens, maatschappij en wetenschap. Elk jaar komen andere thema's aan bod die vanuit diverse invalshoeken worden benaderd. Dit initiatief biedt een unieke gelegenheid over de grenzen van de vakdisciplines heen de horizon te verruimen en het aspect algemene vorming aan de universiteit gestalte te geven. Begintermen Inhoud Programma 2001-2002: 12/11/2001 Prof. J.-J. Cassiman: Het menselijk genoom. Het begin van het einde? 19/11/2001 Prof. M. Huyse: De bouwstenen van de materie. 26/11/2001 Prof. J. Wouters: De proliferatie van internationale rechtscolleges: goed of slecht? 03/12/2001 Prof. M. Storme: Juridisering. 10/12/2001 Prof. M. Willekens: Externe bedrijfsrapportering: socio-economische rol en betrouwbaarheid. 17/12/2001 Prof. L. Boeve: De kortste definitie voor godsdienst: onderbreking. 11/02/2002 Prof. J. Tollebeek: Het verleden aan de horizon. Over de betekenis van geschiedenis voor de cultuur. 18/02/2002 Prof. J. Verstraeten: Spiritualiteit en leiderschap. 25/02/2002 Prof. E. Smets: De parabel van de roos en de brandnetel. Naar een nieuwe indeling van de bloemplanten. 04/03/2002 Prof. J. Wagemans: Hersenen, cognitie en gedrag: over de plaats van de psychologie binnen de cognitieve neurowetenschap. 11/03/2002 Prof. R. Sciot: Prionziekten: doemscenario voor de 21ste eeuw? 18/03/2002 Prof. F. Van Eynde: Taaltechnologie: reëel of virtueel? 25/03/2002 Prof. P. De Martelaere: Spreken of zwijgen? Enkele thema's uit de taalfilosofie. Onderwijsactiviteiten Hoorcollege. Examenvorm Schriftelijk examen, type essayvragen. Examen 1e zittijd: 29/4/2002 om 19.30 uur. Examen 2e zittijd: 19/8/2002 om 19.30 uur. Studiemateriaal De teksten van de lessen worden gepubliceerd en zullen bij het einde van de reeks ter beschikking zijn. FR/24.10.2001 66. Bijlage 2b - syllabi Toxicologie I Doelstellingen Het doel van deze cursus is, naast een grondige inleiding in de toxicologie, het belichten van de essentiele parameters in de toxicologische werking van substanties waarmee de bevolking in het dagelijkse leven in contact kan komen (o.a. geneesmiddelen). Begintermen Een grondige kennis in scheikunde, biochemie en fysiologie. Een goede kennis in farmacologie. Inhoud INLEIDING HISTORIEK INDELING VAN DE VERGIFTIGING 1. Opzettelijke vergiftigingen 2. Accidentele vergiftigingen PARAMETERS IN DE TOXICOLOGIE EENHEDEN VEILIGHEIDSNORMEN DETOXIFICATIE en TOXIFICATIE DOSIS-RESPONS RELATIE POTENTIE VERSUS TOXICITEIT INTERACTIES VAN PRODUCTEN Modaliteiten van de interactie Mechanisme 2.1. Inductie 2.2. Inhibitie 2.3. Geneesmiddel-receptor interactie DOSERING BIJ NEONATI EN KINDEREN 1. Verschillen kind-volwassene op farmaco-kinetisch gebied 2. Verschillen kind-volwassene op farmaco-dynamisch gebied SYMPTOMEN EN BEHANDELING VAN VERGIFTIGINGEN SYMPTOMEN BEHANDELING 1. Eliminatietechnieken 1.1. Eliminatie uit het spijsverteringskanaal 1.1.1. Maagspoeling 1.1.2. Braken 1.1.3. Inname van adsorberende stoffen 1.1.4. Evacuatie uit de darm 1.2. Eliminatie uit de longen 1.3. Eliminatie door de nieren 1.4. Extra-renale bloedzuiveringen 1.4.1. Ex sanguino transfusie 1.4.2. Hemo- en peritoneale dialyse 1.4.3. Hemoperfusie 1.5. Huid en slijmvliezen (bijtende vergiften) 2. Neutralizatiemethoden 2.1. Antidota 2.2. Chelatoren CARDIOVASCULAIRE GENEESMIDDELEN FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE (o.a. glycosiden, nitraten, α- en β-blokkers, diuretica, antiaggregantia/anticoagulantia/trombolytica, …) GENEESMIDDELEN I.V.M. HET ADEMHALINGSSTELSEL ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE (o.a. sympathicomimetica, anticholinergica, theofylline, antitussiva, … ) ANALGETISCHE, ANTIPYRETISCHE EN ANTI-INFLAMMATOIRE GENEESMIDDELEN ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE (o.a. niet-narcotische en narcotica, …) PSYCHOTROPE GENEESMIDDELEN ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE (o.a. hypnotica, sedativa, anxiolytica, neuroleptica, antidepressiva, centrale stimulantia -met inbegrip van alle nieuwste amfetamineafgeleiden en cocaïne, hallucinogenen: indoolalkylaminen, fenylethylamines, cannabis, diverse (ketamine, PCP) GENEESMIDDELEN GEBRUIKT IN DE ANESTHESIE ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE (o.a. spierverslappers, propofol, …) ANTITUMORALE GENEESMIDDELEN ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE (o.a. alkylerende, alkaloïden, …) GENEESMIDDELEN VOOR UITWENDIG GEBRUIK (dermato en oftalmo) ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE (o.a. atropine, antiseptica, …) ALCOHOL ETHIOLOGIE, WERKINGSMECHANISME, ACUTE / CHRONISCHE INTOXICATIE, ALCOHOLISME, SYMPTOMENBEELD, ANALYSE (o.a. disulfiram, methanol, ethyleenglycol. oxaalzuur, formaldehyde, …) KOOLMONOXIDE EIGENSCHAPPEN EN ETHIOLOGIE, WERKING OP VERGIFTIGINGSVERSCHIJNSELEN, LAATTIJDIGE GEVOLGEN BEHANDELING, BEPALING VAN CO IN DE LUCHT EN HET BLOED HET V.D. ORGANISME, VERGIFTIGING, INTOXICATIES IN HUISHOUDELIJK MILIEU DETERGENTIA, ‘JAVEL’, ZUREN/BASEN, COSMETICA, … Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges Examenvorm Mondeling met (30') schriftelijke voorbereiding : theoretische en toepassingsvragen of oefeningen Studiemateriaal Ter hand gestelde cursus Diverse naslagwerken in de bibliotheek van de afdeling toxicologie-bromatologie en van de faculteit farmaceutische wetenschappen, waaronder : 'Introduction to Toxicology', J.A. Timbrell, 'Principles of Biochemical Toxicology', J.A. Timbrell, 'Basic Toxicology', F.C. Lu, 'Drugs and the Brain', S.H. Snyder, 'Fundamental Toxicology for Chemists', J.H. Duffus and H.G.J. Worth, 'Medical Toxicology', M.J. Ellenhorn and D.G. Barceloux FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi FR/24.10.2001 67. Bijlage 2b - syllabi Toxicologie II Doelstellingen Deze lessen zijn bedoeld als een uitbreiding op de beschrijvende toxicologie van het vak uit de truncus communis. Voornamelijk ligt het accent hier op de industriële toxicologie. Begintermen Een grondige kennis in scheikunde, biochemie en fysiologie. Een goede kennis in farmacologie. Inhoud Koolstofdioxide: Eigenschappen vergiftigingsverschijnselen, Analyse Zwaveldioxide : Eigenschappen en ethiologie, Symptomenbeeld v.d. intoxicatie Waterstofdisulfide : Eigenschappen en ethiologie, Symptomenbeeld, Mechanisme v.d. vergiftiging Chloor : Eigenschappen en ethiologie, Werking en Symptomen v.d. vergiftiging Ammoniak : Eigenschappen en ethiologie, Symptomenbeeld v.d. vergiftiging Waterstofcyanide en afgeleide producten : Gebruik en bronnen van intoxicatie, Mechanisme en Symptomen v.d. vergiftiging, Behandeling, Bepaling i.d. atmosfeer, bloed en urine Aromatische amino- en nitroverbindingen : Eigenschappen en ethiologie, Mechanisme v.d. toxische werking, Vergiftigingsverschijnselen Aromatische KWS : Eigenschappen en ethiologie, Toxiciteit, werking en symptomenbeeld, Controle v.d. blootstelling Gechloreerde KWS : Eigenschappen en ethiologie, Metabolisme en werking, Vergiftigingsverschijnselen, Analyse Toxische metalen : As, Hg, Pb Fluor en zijn verbindingen : Eigenschappen en ethiologie, Metabolisme, Vergiftigingsverschijnselen, Analyse Strychnine : Eigenschappen en ethiologie, Werkingsmechanisme, Symptomenbeeld, Metabolisme, Analyse Natuurlijke toxines : paddestoelen, toxines van organische en peptide aard, giftigste planten Pesticiden : elementaire begrippen en klassen Nicotine : tabagisme, acute en chronische intoxicatie, analyse, … en ethiologie, Mechanisme v.d. vergiftiging Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges Examenvorm Mondeling examen en schriftelijke voorbereiding Studiemateriaal Cursus, en diverse naslagwerken in de bibliotheek van de afdeling toxicologie-bromatologie en van de faculteit farmaceutische wetenschappen. en FR/24.10.2001 68. Bijlage 2b - syllabi Röntgenstralendiffractie-analyse Doelstellingen Röntgendiffractie kristallografie levert een uniek beeld van de driedimensionale architectuur van een molecule. In deze cursus wordt de röntgendiffractie aan éénkristallen uitgelegd met verwijzing naar grotere structuren en macromoleculen. Vooral de theoretische achtergronden maar ook de praktische aspecten van een structuurbepaling komen aan bod. De studenten worden vertrouwd gemaakt met 1. kristalsystemen, puntgroepen, ruimtegroepen en translatiesymmetrie 2. de relatie tussen symmetrie en diffractiepatronen 3. de idee van diffractie als de Fourriertransformatie van een verstrooiend object. 4. de verschillende stappen in een kristalstructuuranalyse en de interpretatie van de resultaten. 5. de relatie tussen éénkristallen en poederdiffractietechnieken 6. de begrippen polymorfie en kristalliniteit Begintermen De cursus maakt gebruik van de wiskundige formuleringen van golven en van elementaire kennis van trigonometrie. Nieuwe functies (Fouriertransformatie, Dirac delta functies en convolutie worden aangebracht in de cursus). Inhoud Röntgenstraling: aanmaak en meting. Synchrotronstraling. Kristalsymmetrie: Translatiesymmetrie en roosters, puntsymmetrie, ruimtegroepen. Kristalstructuur: Beschrijving in termen van roosterfunctie geconvoluteerd met een motieffunctie en beperkt door een vormfunctie. Interactie van Röntgenstralen met de materie: Incoherente en coherente straling, absorptie, atomaire verstrooiingsfactor, effect van thermische vibraties. Diffractie aan kristallen: diffractieamplitude als de Fouriertransformatie van de verstrooiende materie, roosteren motiefbijdragen tot de diffractieamplitude, het reciprook rooster als de Fouriertransformatie van het reële rooster, gewogen en ongewogen reciprook rooster, Ewald sfeer constructie. Symmetrie van diffractiepatronen. Röntgendiffractie in functie van de golflengte: anomale verstrooiing. Moderne technieken: poederdiffractie, éénkristaltechnieken. Diffractie van amorfe en wanordelijke systemen. Kristalliniteit. Onderwijsactiviteiten In de lessen worden voorbeelden gegeven om de theorie te illustreren. De voorbeelden zijn grafisch geïllustreerd met transparanten en computeranimaties. Examenvorm Open boek examen, uitsluitend toepassingen op de theorie. Mondeling examen met schriftelijke voorbereiding. Studiemateriaal Een volledig uitgeschreven cursus, die alle figuren bevat, wordt ter beschikking gesteld. Bijkomende literatuur (niet verplicht): “Crystal structure Analysis for Chemists and Biologists”, by Jenny FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi Glusker with Mitchell Lewis and Miriam Rossi, VCH Publishers , Inc. 1994. (Beschikbaar in de bibliotheek van de faculteit.) Global Links: 1. Crystallography 101 Index, een web site die verschillende onderdelen van de cursus bespreekt. http://www-structure.llnl.gov/Xray/101index.html 2. Randy Read's crystallography course at MRC Cambridge, http://perch.cimr.cam.ac.uk/Course/Overview/Overview.html. 3. Interactive Tutorial about Diffraction by Th. Proffen and R.B. Neder. http://www.uniwuerzburg.de/mineralogie/crystal/teaching/teaching.html FR/24.10.2001 69. Bijlage 2b - syllabi Fytofarmaca Doelstellingen Na het volgen van de cursus moet de student in staat zijn om 1. De geneesmiddelen op basis van planten te situeren ten opzichte van conventionele geneesmiddelen en ten opzichte van voedingssupplementen 2. Aan patiënten een verantwoorde instructie te geven over geneesmiddelen op basis van planten 3. Een keuze te maken uit het bestaande arsenaal van fytofarmaca 4. De inhoudsstoffen van planten qua scheikundige familie te situeren 5. Mogelijke nevenwerkingen van en risico's verbonden aan het gebruik van medicinale planten te vertalen in praktische gedragswijzen. Begintermen De cursisten hebben een warme belangstelling voor het gebruik van planten in de medico-farmaceutische praktijk. Ze hebben enige notie over het werkingsmechanisme van geneesmiddelen. Inhoud De cursus dekt een 140-tal medicinale species. Volgende onderdelen komen aan bod: Een algemene inleiding op elke therapeutische groep Situering van de plantensoorten in de officina Een korte botanische beschrijving Een fytochemisch overzicht Een fytofarmacologische benadering Een commentaar op klinische studies Onderwijsactiviteiten Hoorcolleges en bedrijfsbezoeken Examenvorm Computergestuurde toetsing Studiemateriaal Cursusnota's worden ter beschikking gesteld FR/24.10.2001 70. Bijlage 2b - syllabi Algemene farmacologie en farmacokinetiek Doelstellingen De studenten vertrouwd maken met een aantal basisbegrippen met betrekking tot het transport, de verdeling en de werking van geneesmiddelen. Begintermen Kennis anatomie en fysiologie Inhoud - inleiding: de ontwikkeling van een nieuw geneesmiddel - farmacodynamische begrippen: binding aan receptoren, agonisten en antagonisten, competitief en nietcompetitief antagonisme, therapeutische breedte en index, ... - transport van farmaca over biologische membranen: passieve diffusie, actief transport (efflux pompen), lipofiliciteit, partitiecoëfficiënt, ... - orale absorptie, absorptie na rectale, sc, im, nasale, pulmonaire, etc, toediening, first-pass effect, biologische beschikbaarheid (absolute, relatieve, bio-equivalentie) - verdeling: vetoplosbaarheid, bloeddebiet door organen en weefsels, binding aan plasma-eiwitten en weefselmacomoleculen, schijnbaar verdelingsvolume, bloed-hersenbarriére, placentapassage, ... - eliminatie: biotransformatie (CYP450), fase II,...), renale excretie, biliaire excretie, begrip klaring - herhaalde of continue toediening: intraveneus infuus, herhaalde toediening, steady state, loading dose, therapeutische plasmaconcentraties, therapeutic drug monitoring, .... - variabiliteit in gevoeligheid voor geneesmiddelen, gebruik van geneesmiddelen bij bepaalde groepen patiënten (invloed van leeftijd, gewicht, geslacht, nierinsufficiëntie, leverinsufficiëntie, zwangerschap, ...), geneesmiddel-interacties, voedselinteracties, therapietrouw, ... Onderwijsactiviteiten Hoorcollege Examenvorm Nog te bepalen Studiemateriaal Nog te bepalen FR/24.10.2001 71. Bijlage 2b - syllabi Thermodynamica Doelstellingen De bedoeling is de student de principes bij te brengen van de algemene thermodynamica om zodoende een beter inzicht te krijgen in technieken die worden toegepast in verschillende takken van de farmaceutische wetenschappen. Begintermen Een vooropleiding in de algemene wiskunde, natuurkunde en scheikunde volstaat. Inhoud 1. Klassieke thermodynamica Een thermodynamisch systeem Wat zijn toestandsvariabelen Wat is arbeid en energie De hoofdwetten De eerste hoofdwet De tweede hoofdwet De Gibbs vergelijking en thermodynamische potentialen De chemische potentiaal en concentratie Gas Oplossing (ideaal en niet-ideaal) De elektrochemische potentiaal 2. De fasenregel en de eigenschappen van oplossingen Activiteit als thermodynamisch concept De thermodynamica van de fasenregel Twee-component systeem Dampdruk Raoult en Henry wetten Niet-ideale mengsels Toepassingen: colligatieve eigenschappen Distillatie, azeotropen Partieel mengbare systemen Stoomdestillatie Solventextractie Verdelingswet Kookpuntsverhoging Osmose 3. De irreversibele thermodynamica (van groot belang bij transportfenomenen) Fluxen veroorzaakt door thermodynamische krachten Definiëren in continue en discontinue systemen Thermodynamische kracht Thermodynamische flux Het begrip gradiënt Dissipatiefunctie Toegepast op membraantransporten Door chemische gradiënt Door elektrochemische gradiënt Onderwijsactiviteiten, Examenvorm, Studiemateriaal Nader te bepalen FR/24.10.2001 72. Bijlage 2b - syllabi Psychologie Doelstellingen Het doel van deze cursus is de studenten inzicht geven in enkele belangrijke thema’s binnen de psychologie, en met name thema’s die relevant zijn voor hun toekomstige beroepspraktijk. De psychologie beoogt op een wetenschappelijk verantwoorde manier (vooral) menselijk gedrag te beschrijven, te verklaren en te voorspellen. In deze cursus ligt de klemtoon op de analyse van fundamentele gedragsprocessen die in zeer diverse gedragscontexten een rol kunnen spelen. Zowel (soms schijnbaar) individueel gedrag als sociaal gedrag komt aan bod, waarbij sociaal gedrag wordt gedefinieerd als gedrag dat beïnvloed wordt door of een invloed heeft op het gedrag van anderen. Van het brede spectrum van sociale gedragingen worden vooral die gedragingen onder de loep genomen, die relevant zijn in het kader van de gezondheidszorg. Wat individueel gedrag betreft, gaat de aandacht vooral uit naar gedrag dat te maken heeft met de ervaring van of de confrontatie met ziekte en gezondheid Begintermen Er wordt geen enkele voorkennis over de psychologie verwacht. Inhoud In de cursus wordt een beperkt aantal thema's uit de psychologie voorgesteld. Relevant onderzoek en theoretische verklaringen worden kritisch besproken. De behandelde onderzoeksvragen zijn gekozen op grond van de hierboven beschreven doelstellingen, en in het bijzonder met het oog op de professionele activiteiten die de studenten na hun afstuderen zullen uitvoeren en waarbij inzicht in gedragsmechanismen soms van groot belang is. Deze thema’s hebben daarom vooral te maken met sociale beïnvloeding, maar betreffen zeer uiteenlopende verschijningsvormen van gedrag. Aan bod komen: fundamentele leerprocessen (klassieke en instrumentele conditionering), sociale en niet-sociale invloeden bij zelfevaluatie en – beschrijving, autonoom versus afhankelijk gedrag, gedragsverschillen tussen alleen- versus sociale situaties, altruïstisch en agressief gedrag, macht en machteloosheid. Al deze thema’s hebben naast een puur wetenschappelijke relevantie voor het begrijpen van fundamentele gedragsverschijnselen ook een meer toegepaste relevantie. Het thema macht en machteloosheid biedt inzicht in situationele factoren die een rol spelen bij de ontwikkeling van houdingen (volharding, ontmoediging, aanvaarding…) die van belang zijn voor het omgaan met tegenslagen (zoals een chronische ziekte of een lichamelijk gebrek) en zelfs bij het ontstaan (en de preventie) van depressies en apathie. Fundamentele leerprocessen werpen licht op hoe zowel ‘normaal’- als probleemgedrag kan worden aan- en afgeleerd. Daarnaast verklaren ze hoe het effect van sommige gedragsgerichte behandelmethoden tot stand komt. Inzicht in de sociale en niet-sociale invloeden op zelfevaluatie en –beschrijving is relevant in het kader van de symptoomperceptie en –rapportering en van de wederzijdse emotionele beïnvloeding van interactiepartners, maar ook voor het begrijpen van probleemgedragingen of gedragingen in problematische situaties - zoals overeten en de ervaring van of reacties op angst. Inzicht in de determinanten van altruïstisch en agressief gedrag biedt een handvat voor het bevorderen, resp. reduceren van gewenst en ongewenst gedrag en voor het juist inschatten van (hoe om te gaan met) diverse probleemsituaties. Tenslotte bevinden mensen zich doorgaans in de werkelijke of virtuele aanwezigheid van anderen. Kennis over de determinanten van gedragsverschillen tussen alleen- versus sociale situaties enerzijds en van autonoom versus afhankelijk gedrag anderzijds draagt bij tot bijvoorbeeld het scheppen van een geschikte gedragsomgeving gegeven het te vertonen of te veranderen gedrag, en tot een juiste evaluatie van de invloed van anderen bij probleem- en ‘normaal’ gedrag. NB Het thema altruïstisch gedrag wordt niet behandeld voor de studenten farmacie. Onderwijsactiviteiten Drie soorten onderwijsactiviteiten worden door de titularis aan alle studenten aangeboden. In de eerste plaats wordt de cursus gedoceerd in de vorm van hoorcolleges waarin de stof wordt verduidelijkt en gestructureerd, en waarbij vooral ook toepassingsvoorbeelden worden besproken. Op het einde van het semester wordt daarnaast een bijkomend vrijwillig responsiecollege georganiseerd waarop studenten vragen over de hele stof aan de titularis kunnen voorleggen en uitleg kunnen krijgen bij moeilijke gedeelten. Ten derde wordt aan de studenten een uitgebreide set met voorbeeld-examenvragen ter beschikking gesteld, waarmee ze hun inzicht in en kennis van de stof zelfstandig of in overleg met medestudenten kunnen toetsen FR/24.10.2001 Bijlage 2b - syllabi (feedback en toelichting kan worden gevraagd/gegeven ter gelegenheid van het responsiecollege). Actieve omgang met deze oefenmogelijkheid wordt aangemoedigd doordat op het examen zelf een deel van de vragen uit de ter beschikking gestelde set van voorbeeldvragen afkomstig is. Daarnaast kunnen studenten die niet slagen desgewenst commentaar krijgen bij hun resultaat. Deze vierde 'onderwijsactiviteit' gebeurt in eerste instantie in de vorm van een collectieve sessie waarin alle vragen overlopen worden en waarbij wordt toegelicht wat de vaakst voorkomende fouten waren en wat als antwoord werd verwacht. Studenten die deze sessie hebben bijgewoond maar nog met onbeantwoorde vragen zitten, kunnen vervolgen individueel terecht bij de titularis Informatie over de juiste datum en plaats kan worden verkregen bij de ombudsman na de proclamatie en wordt indien mogelijk ook reeds bij het laatste college meegedeeld. Examenvorm Het examen is schriftelijk. Diverse soorten vragen worden gesteld: reproductievragen, combinatievragen waarbij inzichten en studies uit verschillende hoofdstukken met elkaar in verband dienen te worden gebracht, toepassingsvragen waarbij fundamentele inzichten moeten worden gebruikt om complexe, realistische probleem- of gedragssituaties te analyseren, en interpretatievragen waarbij (wel of niet in de cursus besproken) onderzoeksgegevens moeten worden uitgelegd in de context van een in de cursus behandelde theorie of thematiek. Vragen kunnen ook de vorm aannemen van te bespreken stellingen. In de colleges worden in de loop van het semester enkele voorbeeldvragen behandeld en de studenten krijgen een uitgebreide set van examenvragen, zodat ze zich vooraf met het type vragen en de vereiste kennisniveau vertrouwd kunnen maken. Studiemateriaal De studiestof is te vinden in 2 bronnen: - J.M. Nuttin jr. (1999) Sociale Beinvloeding. Toetsbaar leren denken over gedrag. Leuven: Universitaire Pers. Uit dit boek hoeven niet alle hoofdstukken volledig te worden bestudeerd. In de colleges wordt gedetailleerd aangegeven wat tot de examenstof behoort. - Een aanvullende tekst die door Acco wordt verspreid. Daarnaast verspreidt de titularis via de cursudienst/jaarverantwoordelijke 2 soorten extra ondersteunend materiaal die geen nieuwe stof bevatten maar waarvan de ervaring leert dat studenten dit materiaal sterk op prijs stellen bij het bestuderen van een cursus: - Kopieën van alle transparanten (bevatten vaak de hoofdpunten van een theorie/onderzoek) - Voorbeeld-examenvragen (zie bij onderwijsactiviteiten) FR/24.10.2001 73. Bijlage 2b - syllabi Biofarmaceutische Analyse I : practicum Doelstellingen Het practicum Biofarmaceutische Analyse I is bedoeld als een algemeen practicum, waar analysetechnieken worden aangeleerd. De student kan van zeer dichtbij kennismaken met analytische technieken die relevant zijn in de farmaceutische analyse (geneesmiddelen, toxicologie, bromatologie). Begintermen De theoretische en practische kennis aangebracht gedurende de kandidaturen, met betrekking tot organische farmaceutische scheikunde en analytische scheikunde, vormen een basis voor dit practicum. Inhoud Zowel kwalitatieve als kwantitatieve technieken komen aan bod. Kwalitatieve technieken omvatten onder andere dunnelaagchromatografie, smeltpuntsbepaling, spectrofotometrie, polarimetrie, colorimetrie, sulfaatas, grenstesten, kleurreacties voor identificatie. Kwantitatieve analytische technieken behelzen onder andere verschillende types van titratie, spectrofotometrie, semi-microbepaling van water. Deze analysetechnieken worden toegepast op verscheiden matrices zoals bulk geneesmiddelen, een eenvoudige door de studenten zelf bereide geneesmiddelenvorm, enkele lichaamsvochten zoals bloed en urine, en voedsel. De afzondering van actieve en mogelijks toxische stoffen uit biologische middens komt aan bod. Onderwijsactiviteiten De proeven worden zodanig geprogrammeerd dat iedere student in contact komt met elke techniek, en minstens éénmaal met elk soort matrix. Niet alle aspecten van de uitvoering van de proef worden de student voorgeschoteld. Het probleemoplossend karakter van de oefeningen krijgt dus bijzondere aandacht. Het practicum moet worden voorbereid door zelfstudie. Bij langere proeven organiseert de student zelf een tijdsverdeling van zijn activiteiten. Examenvorm De beoordeling gebeurt op grond van de resultaten behaald gedurende de verschillende practica. Ook de wijze waarop gerapporteerd wordt, speelt een belangrijke rol in de beoordeling. Studiemateriaal Practicum handleiding. De zelfstudie over de uit te voeren proeven kan gebeuren aan de hand van officiële compendia en naslagwerken, voorhanden in het laboratorium en de faculteitsbibliotheek. FR/24.10.2001 74. Bijlage 2b - syllabi Biofarmaceutische Analyse II: practicum Doelstellingen Het practicum Biofarmaceutische Analyse II is bedoeld als een aanvulling van instrumentele analyse die enkel door de biofarmaceuten wordt gevolgd. De student kan van in de praktijk kennismaken met analytische technieken die relevant zijn in de farmaceutische analyse (geneesmiddelen, toxicologie, bromatologie). Begintermen De theoretische en practische kennis aangebracht gedurende de kandidaturen, met betrekking tot organische farmaceutische scheikunde en analytische scheikunde, vormen een basis voor dit practicum. Inhoud De nadruk ligt op het toepassen van chromatografische en elektroforetische scheidingstechnieken, en dit zowel op bulk geneesmiddelen als op een voedselmatrix. Gaschromatografie, hoge druk vloeistofchromatografie, planaire en capillaire elektroforese komen aan bod. Ook infrarood spectrometrie wordt geoefend. Onderwijsactiviteiten De proeven worden zodanig geprogrammeerd dat iedere student in contact komt met elke techniek, en minstens éénmaal met elk soort matrix. Niet alle aspecten van de uitvoering van de proef worden de student voorgeschoteld. Het probleemoplossend karakter van de oefeningen krijgt dus bijzondere aandacht. Het practicum moet worden voorbereid door zelfstudie. Bij langere proeven organiseert de student zelf een tijdsverdeling van zijn activiteiten. Examenvorm De beoordeling gebeurt op grond van de resultaten behaald gedurende de verschillende practica. Ook de wijze waarop gerapporteerd wordt, speelt een belangrijke rol in de beoordeling. Studiemateriaal Practicum handleiding. De zelfstudie over de uit te voeren proeven kan gebeuren aan de hand van officiële compendia en naslagwerken, voorhanden in het laboratorium en de faculteitsbibliotheek. FR/24.10.2001 75. Bijlage 2b - syllabi Farmaceutische zorg en beleid: seminaries II Doelstellingen Na het volgen van de seminaries en het uitvoeren van de daaraan verbonden opdrachten zouden de studenten volgende vaardigheden moeten verworven hebben: Zelfstandig betekenis geven aan multifocale elementen in de gezondheidszorg. Kritisch op zoek gaan naar epidemiologisch, biostatistisch en farmaco-economisch feitenmateriaal met het oog op het formuleren van beleidsvoorbereidende adviezen. Kennen en exploiteren van databanken toegankelijk via de apotheek en gedeeltelijk opgebouwd in de apotheek. Het analyseren van cijfermateriaal met het oog op mogelijke tegenstellingen tussen een biostatistische en een farmaco-economische benadering. Communiceren met verschillende belangengroepen in het geneesmiddelenbeleid. Zich bewust zijn en gepast relativeren van de belangen levend binnen de eigen apothekersgeleding. Plaatsen van de belangen van de patiënt binnen de context van een evenwichtige farmaceutische zorg. Reflecteren op de verantwoordelijkheid van de apotheker in de ambulante zorg. Nemen van kleinschalige initiatieven met het oog op verhoging van de leefkwaliteit van de patiënt. Opzetten en deelnemen aan initiatieven voor preventie in de gezondheidszorg. Volwaardig functioneren in een multidisciplinaire omgeving. De doelstellingen van dit vak gaan niet in één richting. Via intensieve begeleiding van kleine groepen moeten de docenten ook inzicht verwerven in het denken van de studenten. Via kritische terugkoppeling door de studenten moeten de onderwijsvaardigheden van de actoren in het onderwijsteam toenemen. Dit garandeert een voortdurende wisselwerking tussen vraag en aanbod. Begintermen Enkel studenten die het eerste deel van Farmaceutische Zorg en Beleid hebben gevolgd kunnen zinvol deelnemen aan Farmaceutische Zorg en Beleid: Seminaries II. Een degelijke basiskennis van farmacologie is sterk aan te raden. Een levende belangstelling voor de patiënt, geneesmiddelen en gezondheidsbeleid is mooi meegenomen. Inhoud De inhoud van het vak kan grotendeels afgeleid worden uit de doelstellingen. De in het eerste deel van dit vak gedoceerde theoretische begrippen en praktische methodologie wordt nu ten volle getoetst aan voorbeelden uit de praktijk. Vermits de politiek rond geneesmiddelen sterk wisselt zullen de onderwerpen en accenten aangepast worden van jaar tot jaar. Er kan wel gewerkt worden binnen bepaalde universele thema’s waarvan hier een niet limitatieve lijst: De diabetische patiënt, met speciale aandacht voor de diabetische voet. Patiënten met hartisufficiëntie. Hypertensieve patiënten. Alzheimer en dementie. Palliatieve zorg. De astma patiënt. Hypercholesterolemie en risicofactoren. Behandeling en preventie van osteoporose. Patiënten met chronische gewrichtsaandoeningen zoals arthritis en arthrose. Patiënten met chronische ontstekingen zoals Crohn en ulceratieve colitis. Patiënten met glaucoom. Medicatiebeleid in rust- en verzorgingstehuizen. Lang niet elk van deze thema’s kan jaarlijks aan bod komen. In overleg bepalen de actoren van het onderwijsteam welke onderwerpen gereserveerd worden voor elk academiejaar. Binnen een thema gaat de aandacht naar het objectiveren van de kosten-baten analyse en de optimale implementatie van de medicamenteuze therapie voor de patiënt. FR/24.10.2001 Onderwijsactiviteiten Bijlage 2b - syllabi Het principe van begeleide zelfstudie beheerst de onderwijsactiviteiten. In functie van de geselecteerde themata concipieert het onderwijsteam een pakket voor begeleide zelfstudie. De studenten werken in studiegroepen van 8 tot 10 personen. De studenten krijgen bepaalde opdrachten in fasen: - formuleren van de onderzoeksvragen - verzamelen van gegevens - analyse van gegevens - bepalen van de middelen (financieel, human resources) - formuleren van beleidsadviezen - uitvoeren van simulaties Op geregelde tijdstippen rapporteren de studenten aan de begeleiders en aan de plenaire groep. Het maken van uitgebreide rapporten wordt zoveel mogelijk vermeden: er wordt gestreefd naar veelzeggende en niet naar breedvoerige rapportering. Examenvorm De beoordeling gebeurt gedeeltelijk permanent en gedeeltelijk gesteund op een globale toets van inzicht en vaardigheden. Deze toets moet vooral de creativiteit en het kritisch inzicht testen. Alle studiemateriaal mag hiervoor gebruikt worden. Studiemateriaal De in Farmaceutische Zorg deel I gebruikte studieboeken blijven van toepassing. Vooraf klaargemaakt pakketten voor begeleide zelfstudie. Studenten krijgen toegang tot gegevens via elektronische databanken en gegevens uit het pakket begeleide zelfstudie. FR/24.10.2001 76. Bijlage 2b - syllabi Casuïstiek in de farmaciepraktijk Doelstellingen 1. Evalueren in welke mate de student bekwaam is om op een wetenschappelijke manier uitleg te geven over diverse aspecten van geneesmiddelen. 2. Evalueren in welke mate de student bekwaam is om aan de patiënt nuttige informatie te verstrekken bij aflevering van geneesmiddelen. 3. Evalueren in welke mate de student kennis bezit over het juiste gebruik van geneesmiddelen, inzonderheid bij risicopatiënten. 4. De student motiveren tot een actief verwerven van kennis en vaardigheden tijdens de stage met het oog op het doelmatig afleveren en een correct gebruik van geneesmiddelen. Begintermen De kandidaten moeten hun apotheekstage volledig beëindigd hebben. Ze vertonen tevens een warme belangstelling voor patiënten en medicatie. Ze zijn niet wereldvreemd. Inhoud Continue vorming tijdens de stage wat betreft een kritische interpretatie van geneesmiddelenvoorschriften en een degelijke patiëntenbegeleiding bij het afleveren van de door een arts voorgeschreven en door de patiënt zelf gevraagde geneesmiddelen. Onderwijsactiviteiten De studenten en de stagemeesters ontvangen een bundel met gedetailleerde uitleg over de concrete vorm van het examen, inclusief een aantal voorbeelden van examenvragen. Examenvorm Bij het begin van het examen ontvangt de student een opgave, bestaande uit een voorschrift, met vermelding van geslacht en ouderdom van de patiënt, waarop twee geneesmiddelen voorkomen, evenals de eventuele patiëntenbijsluiters. Gedurende 20 minuten kan de student naslagwerken consulteren zoals Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium, The Merck Index, Martindale - the Extra Pharmacopoeia, het Compendium der Farmaceutische Specialiteiten, Kompendium Farma, Nationaal Formularium VI. Vervolgens wordt de student gedurende ongeveer 15 minuten ondervraagd door een examencommissie om na te gaan in welke mate hij/zij in staat is deskundige informatie te verstrekken over het voorgelegde voorschrift en dit te commentariëren. Bij de evaluatie houden de examinatoren rekening met de differentiatierichting, de gevolgde keuzevakken en de aard van de stageplaats (officina of ziekenhuisapotheek) van de student. Studiemateriaal Cursussen van diverse basisvakken Naslagwerken, aanwezig in de stage-apotheek zoals: Martindale, The Extra Pharmacopoeia, Merck Index, Gecommentarieerd Geneesmiddelenrepertorium, Compendium van de Farmaceutische Specialiteiten, Kompendium Farma, Belgische en Europese Farmacopee, Informatorium Medicamentorum, Farmamozaïek, Courante farmaceutische tijdschriften (Apothekersblad, Farmaceutisch Tijdschrift voor België, Antwerps Farmaceutisch Tijdschrift, Medisch Farmaceutische Mededelingen, Tijdschrift van de Socio-Wetenschappelijke Apothekersvereniging), Nationaal Formularium VI. Bijsluiters van de geregistreerde specialiteiten. FR/24.10.2001 Addendum Bijlage 2b - syllabi Analyse in de Toxicologie Doelstelling De studenten vertrouwd maken met, en de mogelijkheid bieden tot inzicht in, de hedendaagse problematiek en facetten van het analytisch toxicologisch onderzoek. De rol van de apotheker in het analytisch toxicologisch onderzoek, hetzij klinisch, hetzij forensisch, hetzij op industrieel vlak, is spreekwoordelijk. Daarom zal de student de kans geboden worden om kennis te maken met 'state-of-the-art' analyse technieken (HPLC/DAD, GC/MS, LC/MS, immunoassays), evenals specifieke opzuiverings-, extractie- en aanrijkingstechnieken, vertrekkende van biologische stalen (urine, bloed, lever, ...). Het hoorcollege zich vooral toespitsen op drugs en geneesmiddelen (gereglementeerde substanties zoals heroine, cocaine, amfetamines, ...; psychotrope geneesmiddelen zoals hypnotica, antidepressiva, ...; evenals pesticiden zoals paraquat, ...). Begintermen De studenten dienen een grondige kennis te hebben van farmacologie, analytische scheikunde en fysiologie. Een uitgesproken interesse in forensische wetenschappen is aanbevolen. Onderwijsactiviteiten De studenten krijgen een algemene inleiding over de belangrijkste klassen van gereglementeerde substanties. Zij zullen o.a. routinematige analyses (zoals GC/MS, immunoassays, HPLC, gekoppeld aan zoektochten in databases van organische substanties) van dichtbij kunnen volgen, of indien mogelijk, zelf uitvoeren. Examenvorm Schriftelijk examen + continue evaluatie. Studiemateriaal Bibliotheek en wetenschappelijke gegevensbanken