Herstelgerichte Lerende Organisatie Barometer (HLO Barometer) “Een organisatie die zich laat leiden door de krachtgerichte uitgangspunten en eisen noemen we een lerende organisatie.” Judith Wolf, 2012 De mate waarin er handelingsruimte voor teams en professionals en wederkerige sturing is. Niveau 4 Waarde Er is een focus die voor de directie van de organisatie kaders en richting geeft bij het opstellen van jaardoelen en beleidsplannen. Er is een heldere focus die voor het gehele management van de organisatie kaders en richting geeft bij het maken van keuzes in de (dagelijkse) bedrijfsvoering. Er is een heldere focus die zin geeft aan alle activiteiten zowel in als buiten de organisatie. Deze focus zorgt voor een gemeenschappelijk kader en eenduidige taal voor zowel management als professionals en geeft sturing aan hun handelen. Cliëntvisie In de visie van de organisatie is de cliënt een klant ofwel afnemer van standaard diensten die de organisatie levert. De cliënt is onderworpen aan de hulpverlener, die de regie voert. In de visie van de organisatie is de cliënt een mens met een behoefte die de organisatie grotendeels met standaard diensten kan vervullen. De cliënt is een klankbord voor de regisserende hulpverlener. In de visie van de organisatie is de cliënt een partner van de organisatie, die grotendeels maatwerkdiensten levert. Er is sprake van een gelijkwaardige werkrelatie. De cliënt en de hulpverlener voeren samen de regie. In de visie van de organisatie is de cliënt een medeproducent van de organisatie. De organisatie maakt de onvoorwaardelijke keuze voor de cliënt. De cliënt is regisseur van het herstelproces en de hulpverlener werkt herstelondersteunend. Totstandkoming Herstelgerichte Lerende Organisatie De directie heeft samen met het middenkader de De directie heeft de missie, visie en strategie missie, visie en strategie bepaald en deze toegelicht bepaald en deze bekend gemaakt aan medewerkers. aan medewerkers. Een werkgroep van medewerkers uit alle lagen van de organisatie hebben samen de missie, visie en strategie bepaald en deze toegelicht aan de andere medewerkers. Leerprocessen op de werkvloer vormen de basis voor organisatiebeleid. Cliënten en medewerkers uit alle lagen van de organisatie hebben samen de missie, visie en strategie ontworpen en alle medewerkers hebben vervolgens democratisch meebeslist over de focus van de organisatie. Verwachtingen en kwaliteitseisen bij uitvoering en Verwachtingen en kwaliteitseisen bij uitvoering en management en beoogde resultaten en management zijn expliciet gemaakt door de directie. cliëntuitkomsten zijn expliciet gemaakt in overleg met de teams en in overleg met het middenkader. Er zijn op alle niveaus in de organisatie kaders afgesproken. Kaders maken duidelijk wat van managers en professionals wordt verwacht, maar ook waar de grens ligt van hun handelen. Professionals en leidinggevenden weten waar zij aan toe zijn. Taken en boogde cliëntuitkomsten zijn helder, evenals kaders, verwachtingen en kwaliteitseisen bij uitvoering. Het is helder hoe iemands werk samenhangt met de bredere context van de organisatie en samenleving. Sturing Slagkracht Niveau 3 Sturing is top-down. Directie stuurt richting alle niveaus van de organisatie. Het gehele management werkt volgens de principes Management werkt volgens de principes van richten van integraal management. Iedere manager is door de directie, inrichten door teamleiders en verantwoordelijk voor zowel productie, pecunia, verrichten door professionals. personeel en professionaliteit en is binnen afgesproken kaders bevoegd om keuzes te maken. Teams krijgen optimale handelingsruimte binnen gestelde kaders en zijn zoveel mogelijk zelfsturend. Leiderschap De mate waarin er een heldere en gedragen focus is die richting geeft aan alle activiteiten in en buiten de organisatie. Niveau 2 Er is een focus (missie, visie en strategie) die vooral extern meerwaarde heeft in schriftelijke bedrijfsdocumentatie en de website. Directie en managers hebben een visie op krachtgericht leiderschap. Een visie op professionals als vakmensen en leidinggevenden die professionals ondersteunen om hun werk beter te kunnen doen. Leidinggevenden dragen de principes van krachtgericht leiderschap uit door oa. professionals te stimuleren zelfstandig oplossingen te zoeken voor uitdagingen in het dagelijks werk. Professional volgt cliënt, management volgt professional. Leidinggevenden coachen, ondersteunen en behartigen belangen. Managers hebben een faciliterende rol in relatie tot interne werkprocessen. Zij voorzien in mogelijkheden tot reflectie en ontwikkeling. Managers zorgen voor verbindingen met de omgeving en hebben een sturende en initierende rol op het niveau van macro beleid. Ze maken de vertaalslag tussen primair proces en beleid en bestuur. Zij bieden weerstand aan externe eisen die haaks staan op het krachtgericht werken. Stafmedewerkers kennen het primair proces goed en daardoor zijn stafmedewerkers en medewerkers uit het primair proces dichter bij elkaar gekomen. Stafmedewerkers vragen periodiek naar behoeften van cliënten en professionals in het primair proces, proberen dienstverlening via verbeterprojecten hierop aan te laten sluiten en zoeken naar kansen en financieringsmogelijkheden in de omgeving. Stafmedewerkers zijn continu actief op zoek naar behoeften van cliënten en professionals in het primair proces en passen hun dienstverlening hier direct op aan. Kansen en financieringsmogelijkheden in de omgeving brengen zij in bij het management. Stafmedewerkers staan op uiteenlopende manieren ten dienste van uitvoerend werk met cliënten en het faciliteren van professionals. Overheadkosten zijn zo laag mogelijk en er wordt proactief gezocht naar verbetering in de ondersteuning en (nieuwe) financieringsmogelijkheden. Staf Focus Niveau 1 Verwachtingen KPI Niveau 4 Professional Professionals zijn taakgericht en zijn vooral bezig met uitvoerend werk met cliënten. Professionals werken resultaatgericht en zoeken naar de beste manier om cliënten te helpen. Professionals vragen zich daarbij af waarom dingen gaan zoals ze gaan en bedenken manieren om de (collectieve) dienstverlening te verbeteren. Professionals werken cliënt- en herstelgericht en de organisatie geeft professionals de ruimte om daarbinnen op eigenwijze de (individuele maatwerk) dienstverlening samen met de cliënt in te vullen. Professionals werken samen voor de cliënt, ook al is dit locatie- of afdelingsoverstijgend. Professionals zijn vakmensen, die op ambachtelijke manier werken met cliënten en een gevoel van eigenwaarde ontlenen aan de complexe activiteiten die nodig zijn voor hun werk. Technieken en methoden worden niet losgekoppeld van de persoon. Obstakels Obstakels en beperkingen om krachtgericht te kunnen werken kunnen gemeld worden bij leidinggevenden die vervolgens proberen deze zoveel mogelijk op te lossen. Obstakels en beperkingen om krachtgericht te kunnen werken kunnen gemeld worden door medewerkers en een werkgroep van leidinggevenden en medewerkers gaat vervolgens aan de slag om deze op te lossen. Obstakels en beperkingen om krachtgericht te kunnen werken kunnen centraal en openbaar gemeld worden door medewerkers en een werkgroep van leidinggevenden en medewerkers gaat vervolgens aan de slag om deze transparant op te lossen. Er is sprake van een continue evaluatie van bestaande regels en procedures in de organisatie. Minder is hier meer. Regels en procedures als die het primaire proces niet (meer) dienen of obstakels voor krachtgericht werken worden gemeld en een werkgroep van medewerkers lost deze duurzaam (herhaling voorkomen) en transparant op. Bevoegdheid De directie stuurt en beheert samen met de controller de inkomsten en uitgaven. Het middenkader is verantwoordelijk voor de inkomsten en uitgaven van het team en hebben daarin ook vrijheid van handelen (resultaatverantwoordelijk). Teams en professionals zijn verantwoordelijk voor efficiënte besteding van het budget voor een cliënt. Beslissingsbevoegdheid ligt zo laag mogelijk in de organisatie. Cliënten zijn bevoegd hun eigen budget te beheren. Professionals kijken hierin herstelgericht mee en coachen de cliënt in zijn keuzes. Werkprocessen Herstelgerichte Lerende Organisatie In de werkprocesen is vastomlijnd omschreven wie, welke taken op welke manier uitvoert in een uitgewerkt stappenplan voor de dienstverlening aan cliënten. Taakdifferentiatie is de leidraad. De werkrelatie cliënt – professional is het In de werkprocessen zijn vooral de doelen, minimale uitgangspunt in de dienstverlening, met een vereisten en randvoorwaarden beschreven. integrale aanpak. Taakdifferentiatie wordt tot een Leidinggevenden worden nauw betrokken bij minimum beperkt. ‘afwijkende’ inzet. Professionals leveren maatwerk. Van geval tot geval wordt besloten wat gedaan moet worden en hoe dat wordt aangepakt. Werkprocessen zijn krachtgericht en flexibel. De instroom en uitstroom zijn congruent met de krachtgerichte begeleidingstrajecten die daarop volgen of aan vooraf gingen. Competenties Niveau 3 Er wordt gestuurd op output (productie), het uitgangspunt is de functiebeschrijving. Competenties zijn geen onderdeel van het personeelsbeleid. Er wordt gestuurd op outcome of cliëntuitkomsten. De organisatie beschikt over een profiel van competenties (het vermogen adequaat gedrag te vertonen) van begeleiders. Kernwaarden worden democratisch gekozen, passend bij de focus. Er wordt gestuurd op competenties van professionals (inputsturing) en kernwaarden. Door te sturen op competenties maakt de organisatie optimaal gebruik van menselijke mogelijkheden. Personeel De mate waarin de organisatie professionals ziet als vakmensen en stuurt op competenties. Niveau 2 Procedures voor werving en selectie en functieomschrijvingen zijn getoetst en aangepast aan de uitgangspunten van krachtgericht werken. Er is een visie op ervaringsdeskundigen in de organisatie. Inwerkprogramma’s, overleg- en intervisievormen, en deskundigheidsbevordering zijn getoetst en aangepast aan de uitgangspunten van krachtgericht werken. Ervaringsdeskundigen worden geworven en ingewerkt. Waardering Veerkracht Niveau 1 Er is sprake van periodieke waardering conform cao afspraken. Complimenten worden weinig gemaakt in de organisatie. Team KPI In de organisatie zijn teams losse individuen, met als gemeenschappelijk kenmerk de leidinggevende en/of het soort werk of werkveld. De organisatie is met iedere professional in gesprek geraakt over competenties en de professional heeft een eigen krachteninventarisatie en een persoonlijk competentie-ontwikkelplan opgesteld. Kernwaarden van de organisatie worden geoperationaliseerd. De functionerings- en beoordelingssystematiek is getoetst en aangepast aan de uitgangspunten van krachtgericht werken. De organisatie zet op meerdere plekken en momenten ervaringsdeskundigen in. Het personeelsbeleid van de organisatie is volledig krachtgericht. Denk hierbij ook aan klachtenregeling, peiling van betrokkenheid van medewerkers en medezeggenschap. Ervaringsdeskundigen zijn van toegevoegde waarde voor de organisatie en hebben een gelijkwaardige positie naast professionals. Beloning is gebaseerd op algemene criteria en op vastgestelde tijden. Een beloning bestaat uit geld, promotie of een andere tastbare beloning, is gerelateerd aan een bepaald resultaat en wordt afgestemd met de directie. Een beloning kan ook niet tastbaar zijn, op basis van kwalitatieve gronden zijn, of voor bijzondere inzet in de organisatie (niet primair proces) en wordt door het middenkader gegeven zonder afstemming met de directie. Beloning is een op de professional toegesneden specifieke blijk van waardering en erkenning. Er zijn beloningen voor verschillende gedragingen, op uiteenlopende manieren en van veel verschillende bronnen. De uitdeler hoeft geen manager te zijn. Binnen teams zoeken professionals elkaar functioneel op, om bepaalde eigen klussen gedaan te krijgen of oplossingen te krijgen voor (problemen van) ‘eigen cliënten’. Professionals vormen een hecht team en helpen elkaar waar mogelijk op verschillende terreinen. Niet alleen in het belang van ‘eigen cliënten’, maar in het belang van het team, van andere teams of van de organisatie als geheel. Er is in het team sprake van een sterke gemeenschapszin, zorg voor elkaar en wederzijds vertrouwen. Teamleden dragen bij vanuit hun sterke punten en geven elkaar rugdekking op zwakke punten. Leerprocessen Overdracht van kennis richt zich op uitwisseling van feitjes en weetjes. De krachtgerichte basismethodiek wordt overgebracht door formele training. Overdracht van kennis gebeurt door imitatie van competente, effectieve werkers. De organisatie brengt dergelijke ‘meesters’ daartoe in stelling die overige medewerkers coachen in het toepassen van de krachtgerichte basismethodiek. Reconstructies van wat er zich op de werkvloer afspeelt vormen een belangrijke bron van kennisdeling. Leren wordt centraal gesteld en gefaciliteerd door op alle niveaus te zoeken naar input en feedback op cliëntuitkomsten. Leerprocessen worden gevoed door voortdurende feedback en terugkoppeling uit cliëntgesprekken en evaluaties, registratie- en informatiesystemen, enquêtes onder (nieuw of tijdelijk) personeel en raadpleging van ketenpartners en financiers. Teams vormen een professionele leerwerkgemeenschap. Feedback De mate waarin de organisatie casusgeleid en continu lerend en reflecterend is. Niveau 2 De organisatie is erop gericht fouten maken zoveel mogelijk te voorkomen en medewerkers houden (daardoor) vast aan bekende methoden en techieken. Feedback geven gebeurt alleen op vaste momenten in een hierarchische verhouding (leidinggevende richting medewerker). Professionals in teams leren elkaar beter kennen en geven elkaar regelmatig feedback op vooral taakuitvoering. Ook managers richten zich meer op horizontale samenwerkingsprocessen en spreken elkaar aan op taakuitvoering. Professionals in teams en managers onderling geven elkaar regelmatig feedback op taakuitvoering én houding of gedrag. De organisatie zorgt voor veiligheid, zodat professionals de gelegenheid krijgen te leren, ook van fouten. Het belang van de cliënt staat voorop en risico’s nemen hoort erbij. Professionals en managers voelen zich vrij hun mening te geven, een ander aan te spreken (dus ook een ‘meerdere’), als dat nodig is buiten de paden te treden of te experimenteren, zonder bang te zijn voor sancties. Feedback geven gebeurt continu op en tussen alle niveaus en is onderdeel van de organisatiecultuur. Informatie Draagkracht Niveau 3 Niveau 4 Niveau 1 Informatie wordt vooral top-down gedeeld via nieuwsbrieven en intranetpagina’s. Iedere medewerker en leidinggevende leert uit eigen ervaringen. Tips en adviezen worden nauwelijks gedeeld, alleen op eigen initiatief (geen stimulans). Teamleden delen op eigen initiatief kennis binnen de teams en dragen die aan elkaar over. Op organisatieniveau wordt er een digitaal platform aangeboden om goede voorbeelden, tips, adviezen en successen met elkaar te delen. Teams en teamleden delen op eigen initiatief kennis tussen de teams en dragen die aan elkaar over. Het digitale organisatieplatform wordt hiervoor actief gebruikt. Communicatie is transparant en ondubbelzinnig. Teams en teamleden delen op eigen initiatief kennis met andere organisaties in de keten en dragen die aan elkaar over teneinde cliënten beter te kunnen ondersteunen in hun herstel. Communicatie is wederkerig en ervaringsgericht. Kwaliteitsbeleid KPI Er is een kwaliteitshandboek met regels en protocollen voor medewerkers en cliënten. Interne kwaliteitstoetsen zijn verplicht gesteld. Staf is uitvoerend. Er is een visie op krachtgericht kwaliteitsbeleid. Teamleiders zijn verantwoordelijk voor en faciliteren de professionele kwaliteitsbewaking binnen de organisatie. Staf is ondersteunend en uitvoerend. Regels en protocollen worden kritisch tegen het licht te houden en ‘minder is hierbij meer’. Kwaliteitsbeleid is krachtgericht, het systeem wordt in de eerste plaats gebruikt door teams en professionals om van te leren. Een werkgroep van professionals hebben een actieve rol bij kwaliteitstoetsen en het onderhouden van het kwaliteitssysteem. Staf is faciliterend. Alle professionals zorgen op eigen initiatief voor regelmatige toetsing van de kwaliteit van begeleidingstrajecten. Informatie- registratie en kwaliteitssystemen zijn zoveel mogelijk geïntegreerd en worden in de basis door professionals zelf onderhouden. Staf is faciliterend en coachend. Herstelgerichte Lerende Organisatie