Diagnostisch schema GGZ jeugd voor huisartsen Uitsluiten evidente psychiatrie voor acute verwijzing Depressie met suïcidegevaar Psychose Omgeving bedreigend: misbruik en mishandeling Vragen tijdens consult naar: Thuis School Vriendjes/vriendinnetjes Invulling vrije tijd Bij aanwijzing voor probleem verdiepingsvragen Tijdens consult indruk van: Contact Lichamelijke/psychische ontwikkeling Stemming Gedrag en gedragsleeftijd Sociale omstandigheden Psychisch probleem Internaliserend: Externaliserend Kind heeft er vooral last van Omgeving heeft er vooral last van Stemmingsstoornis Verdrietig, somber, sterk geïrriteerd Verlies interesse of plezier, vlak ADHD Concentratie en aandacht tekort Onrust, verstoort anderen in spel Impulsief, de rem ontbreekt ADD: Concentratie en aandachtstekort (zonder hyperreactiviteit) Angststoornis Schrikachtig/angstig Vermijdt situaties Afhankelijk Posttraumatische Stressstoornis Herbeleving, arousal en vermijding Dwangstoornis Obsessieve gedachten en handelingen Somatoforme stoornis Onverklaarde lichamelijke klachten Hierdoor verminderd functioneren Slaapstoornis Gedragsstoornis Drift, prikkelbaar, boos Niet gevoelig voor correctie liegen, pesten, stelen Overigen: Ontwikkelingsprobleem Autisme Spectrum Stoornis (Pervasieve stoornis) Gebrek aan: opbouw affectieve relatie wederkerigheid in relatie inbeeldingsvermogen expressie Overmaat aan: rigide interactiepatroon behoefte aan duidelijkheid Autisme Voor het derde jaar achterstand communicatief en sociaal met ernstige verstoring van de ontwikkeling Asperger Als autisme maar hogere intelligentie PDD-NOS (pervasief maar onvoldoende voor autisme) Sociaal begrip en intuïtie schiet tekort Door onzekerheid en angst vaak rigide/dwangmatig MCCD (meervoudig complexe ontwikkelingsstoornis) Storing regulatie emotie en denken met verstoring sociale interactie Eetstoornis: anorexia, binge-eating, boulimia Stimuli: alcohol, drugs, gokken, gamen Divorcia: gedragsproblemen tgv scheiding Sexuele/identiteitsproblematiek Schizofrenie Andere ontwikkelingsproblemen Dyslexie/dyscalculie e.a. leerproblemen Hoog/laagbegaafd Hoog: IQ>130 Laag: IQ<70 Niet aangeboren hersenletsel Probleem omgeving 1e milieu: gezin: Recent grote veranderingen, Gezinsleden met psychische problemen of lichamelijke ziekte. Omgang ouder en kind met regels in huis 2e milieu: school: Doublures? Kan het kind qua leren en sociaal goed meekomen op school? Pesten? 3e milieu: vrije tijd: Hobby’s, soort vriendengroep, hoe laat thuis, gebruik stimuli, etc. 4e milieu: het virtuele milieu: Computer, Facebook e.a., gamen, gebruik mobiel. Hoe ziet de virtuele wereld van het kind eruit? Verdiepingsvragen: (op welke leeftijd begon het probleem?) Thuis: Is het kind vaak angstig of teruggetrokken Is het kind vaak verdrietig of ongelukkig Is het kind bovenmatig vaak en/of onverwacht boos Heeft het kind veel zorgen of piekert het vaak Zijn er zorgen over het gewicht Kunnen ouders het gedrag van het kind voldoende sturen Is er sprake van fysieke correcties binnen de opvoeding Leveren verschillen in opvoedstijl tussen ouders problemen op Heeft het kind belangrijke negatieve life events doorgemaakt Zijn er veelvuldig lichamelijke klachten die leiden tot beperking School, sociale activiteiten, hobby’s Vanaf welke leeftijd heeft de ouder het gevoel dat er wat is? School: Heeft het kind vrienden in de klas Wordt het kind gepest Zijn er problemen in de relatie met de leerkracht Zijn er problemen in het gedrag op school Vrije tijd: Speelt het kind met leeftijdsgenoten Speelt het kind met vrienden thuis en/ of bij vrienden Zijn er zorgen over het soort vrienden Inschatting ernst van sociaal-emotionele problematiek (naar criteria Rutter) Inschatting beschreven gedrag Het gedrag is leeftijdsadequaat. Hoe groter het verschil tussen de leeftijdsnorm en het probleemgedrag des te ernstiger het probleem. Hoe langer de problemen duren, des te ernstiger het probleemgedrag. Duur van het problematische gedrag Omstandigheden Als de omstandigheden “normaal” zijn is het probleemgedrag ernstiger te beoordelen dan wanneer er een duidelijke aanleiding is. Hoeveelheid en frequentie van de problemen Intensiteit van de problemen Veel problemen en een hoge frequentie zijn een maat van ernst. Problemen die intensief voorkomen zijn ernstiger dan wanneer ze in een milde vorm voorkomen. Onverwacht is ernstiger. Probleemgedrag in meerdere situaties (meerdere leefmilieus) is ernstiger. Verandering van gedrag Situatiegebondenheid Belemmering van ontwikkeling op andere gebieden Hoe meer belemmeringen hoe ernstiger. Suggesties om dit schema te verbeteren zijn welkom op www.zorggroepkatwijk.nl ©