O GENDERVERSCHILLEN BIJ ACUTE CARDIALE ZIEKTE Meer hart voor vrouwen nodig? Jongere vrouwen met een acute cardiale pathologie hebben een slechtere prognose dan mannen. Symptomen van acute cardiale ziektes worden bij vrouwen niet altijd herkend. En de bewustwording voor cardiale ziekten bij vrouwen en artsen kan beter. D ie conclusies en bedenkingen vloeien voort uit het doctoraatsonderzoek van dr. Sofie Gevaert (Hartcentrum UZ Gent). We gingen er met haar over praten en nodigden op dat gesprek ook Lieve Callewaert uit. Zij is huisarts in Brugge. Sofie Gevaert: ‘Dat er op het gebied van acute hartziekten verschillen bestaan tussen mannen en vrouwen was al langer bekend. Sommige risicofactoren voor een acuut coronair syndroom – zoals diabetes en hypertensie – wegen zwaarder door bij vrouwen. Toch doet een acuut infarct zich bij vrouwen gemiddeld 10 jaar later voor dan bij mannen, vermoedelijk omdat ze worden beschermd door oestrogenen. Ook de pathofysiologie kan verschillend zijn. Zo kan plaque-erosie – in de plaats van plaque-ruptuur ­– een infarct veroorzaken bij jonge vrouwen die roken. Dissectie van een krans­slagader, een zeer zeldzame oorzaak van een hartinfarct, komt vaker voor bij jonge vrouwen, soms aan het einde of kort na de zwangerschap. Vrouwen hebben een kleiner en stijver hart en ­kleinere bloedvaatjes, zodat het risico op complicaties groter is.’ Welke genderverschillen hebt u in uw proefschrift onderzocht? Sofie Gevaert: ‘Voor de belangrijkste acute cardiale ziektebeel- den – acuut hartinfarct en acuut hart­falen – heb ik onderzocht of er tussen mannelijke en vrouwelijke patiënten verschillen bestaan in klinische presentatie en prognose? Ik heb de dataset (2007-2011) geanalyseerd van Belgische p ­ atiënten met een acuut ST-elevatie myocard­ infarct die behandeld werden met primaire PTCA – Percutane Transluminale Coronaire Angioplastiek, dus ballondilatatie of een stent. Een opvallende conclusie: vrouwen met een infarct dat invasief wordt behandeld – die dus meteen een coronografie en een stent krijgen – hebben eens zoveel kans op overlijden in het ziekenhuis als mannen. Voor een deel kun je dat verklaren doordat ze ouder zijn, meer comorbiditeit hebben en vaak later en dus in slechtere klinische conditie bij de spoedopname terechtkomen. Maar zelfs als je die factoren verrekent, blijft de uitkomst slechter bij vrouwen jonger dan 65 dan bij ­mannen. Daarnaast heb ik een dataset geëvalueerd van patiënten met de combinatie acuut hartfalen en atriale fibrillatie. Ook hier bleek, weliswaar ONDERZOEK 15 DR. SOFI E GEVAE RT (Hartcentr um UZ G ent) in een kleine patiëntengroep, de uitkomst slechter voor jonge vrouwen.’ Jongere vrouwen met een acuut myocardinfarct hebben dus een slechtere prognose. Hoe komt dat? Sofie Gevaert: ‘Een sluitende verklaring hebben we niet. Vrouwen melden zich inderdaad later bij de spoed en er ligt meer tijd tussen diagnose en behandeling, maar dat kan die slechtere prognose niet ­helemaal verklaren. Misschien speelt een cluster van risico­ factoren – roken, ongezond eten, overgewicht, weinig bewegen – een rol? Misschien interageren die factoren met psychologische factoren zoals angst en depressie? In mijn proefschrift heb ik de rol van nierinsufficiëntie onderzocht. Chronisch nierlijden kwam meer voor bij vrouwen met een acute cardiale ziekte en ging gepaard met een hogere kans op overlijden in het ziekenhuis. Dat kan een ­belangrijke reden zijn voor hun slechtere prognose. Voor de ­klinische praktijk is het zeker zinvol om de nierfunctie goed te evalueren. Zo kun je de hoogrisicopatiënten beter identificeren.’ Blijkbaar zijn de symptomen van een acuut infarct anders bij vrouwen dan bij mannen? Sofie Gevaert: ‘Dat klopt. Bij een infarct denk je vaak aan een felle pijn op de borst, een beklemmend RT EWAE CALL IEVE gge) ru B D R. L rts in (huisa ‘We kunnen inderdaad beter inzetten op preventieboodschappen. Die zijn bij mannen en vrouwen dezelfde.’ ‘Hevige thoracale drukkende pijn blijft het belangrijkste symptoom, zowel bij ­mannen als bij vrouwen.’ dr. Sofie Gevaert gevoel, geen lucht meer krijgen. Die symptomen komen frequenter voor bij mannen. Bij vrouwen kan een infarct zich – behalve in felle pijn in de hartstreek – bijvoorbeeld ook uiten in pijn in de nek en schouders, vermoeidheid, misselijk­heid en kortademigheid. Die symptomen doen niet altijd meteen aan een infarct denken. Blijkbaar zijn de symptomen van een acuut infarct anders bij vrouwen dan bij mannen? Sofie Gevaert: ‘Ik wil toch even beklemtonen dat ze bij de meeste patiënten dezelfde zijn. Hevige thoracale drukkende pijn blijft het belangrijkste symptoom, zowel bij mannen als bij vrouwen. Bij vrouwen komt het wel vaker voor dat ze die thoracale pijn niet vermelden. Vaak brengen ze dan wel de diverse niet-thoracale symptomen ter sprake waarover we het al hebben gehad, van nekpijn tot kortademigheid. Doordat patiënt noch arts die symptomen met een infarct associëren, denken ze eerder aan stress, hyperventilatie of oververmoeidheid. Bij vrouwen worden daarom wel eens infarcten laattijdig gediagnosticeerd.’ Zijn huisartsen alert genoeg voor die atypische symptomen? Lieve Callewaert: ‘Ik was op de doctoraatsverdediging van Sofie en ging achteraf toch met een onveilig gevoel naar huis. Hoeveel vrouwen met atypische klachten had ik al niet ten onrechte gerustgesteld? Vrouwen gaan gemiddeld vaker naar de huisarts dan mannen, maar vaak komen ze voor verschillende problemen tegelijk. Als huisarts ga je eerder aandoeningen uitsluiten dan aantonen. Maar een effectieve test om elke vorm van acuut coronair syndroom uit te sluiten, heb je als huisarts niet. Vergeet ook niet dat je als huisarts met tientallen aandoeningen te maken krijgt, allemaal met hun eigen ziektebeelden.’ Bij vrouwen spelen risico­ factoren zoals hypertensie en diabetes een grotere rol. Kan preventie daarbij aanknopen? Lieve Callewaert: ‘Dat geloof ik wel. Je moet er voor oppassen dat je vrouwen niet bang maakt, zodat ze bij elke misselijkheid of vermoeidheid aan een infarct gaan denken … We kunnen inderdaad beter inzetten op preventieboodschappen: niet roken, gezond eten, bewegen. Die boodschappen zijn bij mannen en vrouwen dezelfde. Jammer genoeg bereik je met algemene boodschappen niet altijd de juiste doelgroep. Patiënten met een lagere sociaal­economische status geven risico­gedrag zoals roken en ongezond eten van generatie op generatie aan elkaar door. Als huisarts weet je wel wie die patiënten zijn, maar om ze gericht te kunnen benaderen is meer nodig. De overheid moet er werk van maken om de gezondheidszorg op wijkniveau toegankelijker te maken.’ ofie Gevaert, Female gender in S acute cardiac care. UGent, Faculteit Geneeskunde en Gezondheids­ wetenschappen, 2015.