Bijkomende nota : aandachtspunten : Hulp bij het samenstellen van het dossier Inleiding In de praktijk wordt vastgesteld dat aanvraagdossiers bijwijlen onvoldoende inlichtingen verschaffen wat betreft het project voor socio-professionele inschakeling of het businessplan. Om u te helpen bij het beschrijven van uw project en de samenstelling van uw dossier voor de aanvraag van een erkenning en/of subsidiëring als plaatselijk initiatief voor de ontwikkeling van de werkgelegenheid of als inschakelingsonderneming, vindt u hieronder een aantal vragen. Indien u uw project tegen het licht van deze vragen houdt, zal u dit u bijstaan in de denkoefening omtrent een haalbare strategie met het oog op het bereiken van uw doelstellingen. Zo kan u er ook zeker van zijn dat een nog kwaliteitsvoller dossier wordt ingediend voor de erkenning en/of subsidiëring. De vragen betreffen: 1. project inzake socio-professionele inschakeling en sociale begeleiding en het opleidingsplan; 2. het businessplan 1. Het project voor socio-professionele inschakeling, de sociale begeleiding, het opleidingsplan De rubrieken hieronder betreffen de doelgroep Voor reeds lopende projecten moet duidelijk en voor elke rubriek worden gepreciseerd wat er valt onder de huidige werking en wat er valt onder de werking die gepland is in het kader van de gevraagde erkenning. 1. Het project voor socioprofessionele inschakeling : a. Wat is mijn project inzake socio-professionele inschakeling in het algemeen? Aan welke doelgroep wens ik werk aan te bieden, het soort job voor deze personen (functies; arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met het oog op doorstroming; vaste contracten; mengeling van beide, …)? b. Wat is de prognose voor de komende vier jaar, van de evolutie van de tewerkstelling van de doelgroep binnen mijn project (jaar per jaar, in aantal betrekkingen en in Voltijdse Equivalenten)? Welke factoren beïnvloeden deze prognose? c. Voor de betrekkingen van bepaalde tijd met het oog op doorstroming, wat is het profiel bij vertrek voor de betrokken werknemers, de mogelijkheden op de arbeidsmarkt voor de vertrekkende werknemers? 2. Aanwerving : a. Wat zijn de aanwervingsprocedures en –criteria voor de werknemers uit de doelgroep? 3. Begeleiding en begeleidend personeel : a. Wat is de specifieke begeleiding voor de werknemers uit de doelgroep? Wat inzake de integratie van het nieuwe personeel, de sociale balans en de competentiebalans van de werknemers, de (collectieve en individuele) doelstellingen van de werknemers, de (collectieve en individuele) evaluatie, de interne en externe ondersteuning, …? b. Welke zijn de maatregelen om een geslaagde professionele doorstroming van de werknemers uit de doelgroep te bevorderen, evenals inzake de follow-up van de werknemers aan het einde van hun tewerkstelling, en inzake de eventuele partnerships? c. Welk personeel staat in voor de begeleiding voor de werknemers uit de doelgroep ? Hoe groot is de omkaderingsgraad en wat zijn de taken van de begeleiders? 1 4. Opleidingen : a. Wat is het opleidingsplan voor de werknemers uit de doelgroep? Welk soort opleidingen worden er gegeven, de doelstellingen verbonden aan deze opleidingen (voor de organisatie en voor de werknemers), het aantal uren les (intern en/of extern, collectief en/of individueel)? Leiden bepaalde opleidingen tot het verkrijgen van een attest? Wordt voor de werknemers uit de doelgroep met een vaste betrekking, het met vrucht voltooien van een bepaalde opleiding gevaloriseerd? b. Wat is het budget voor opleidingen? Wat is daarin de totale kostprijs van de opleiding van de werknemers uit de doelgroep voor de organisatie, de kostprijs per werknemer uit de doelgroep, per uur opleiding, en maak het onderscheid tussen interne kosten (arbeidstijd van het team besteed aan de opleiding) en externe kosten (bezoldigde prestaties van derde organisaties). 2.�Businessplan Voor opstartende projecten betreft dit plan uw prognose voor uw eerste jaar activiteit. Voor reeds lopende projecten moet duidelijk en voor elke rubriek worden aangegeven wat er valt onder de huidige situatie en wat er valt onder de prognose voor het volgende boekjaar. 1. Mijn producten / diensten : Welke zijn mijn producten en/of mijn diensten ? Zijn de activiteiten onderworpen aan bijzondere regelgevingen (uitoefeningsvoorwaarden - wie voldoet eraan? - , registratie, milieuvergunning, …)? Zijn deze producten of diensten onderworpen aan specifieke normen? Wat zijn de voorzienbare evoluties betreffende de aard of het gamma van de producten en/of diensten ? 2. Mijn klanten : Wat is mijn cliënteel? Om welk soort klanten gaat het – privé, overheid, verenigingen – en wat zijn hun verwachtingen over mijn producten/diensten? Wie zijn mijn belangrijkste klanten en de toestand van mijn orderboek? 3. De markt : Wat is de huidige toestand van mijn markt, de evolutie ervan en de impact die dit op mijn onderneming/vereniging zal hebben (ontwikkeling van de markt, verhouding vraag en aanbod). Ben ik in concurrentie met andere organisaties? Hoe situeert mijn aanbod zich tegenover het hunne (onder andere inzake de gehanteerde prijzen). Hoe situeren mijn klanten zich tegenover hun klanten (in zoverre u daar kennis van heeft)? 4. Het verkoopsbeleid : a. Het prijsbeleid : Welke factoren bepalen mijn kostprijs en mijn verkoopprijs? Hanteer ik verschillende tarieven voor een zelfde product/dienst in functie van de klantencategorie? Komen andere actoren dan mijn rechtstreekse klanten tussen bij de betaling van uw prestaties/diensten? b. Het zoeken van klanten : Lever ik rechtstreeks aan de eindconsument van mijn product of hang ik af van een distributienetwerk? Hoe ga ik op zoek naar klanten? Welke factoren bepalen de keuze om mij als leverancier te nemen? Wat is mijn actieplan (communicatie en promotie, netwerken die klanten naar mij toe zouden moeten leiden, verkoopsargumenten, …). 2 5. Middelen : a. Inzake personeel Voor elk personeelslid, wat is hun functie, taken, opleiding en ervaring? Wat is het organigram van het personeel van mijn onderneming/vereniging? Wat zijn de sterke en zwakke punten van mijn team, wat is de situatie in functie van mijn noden voor het komende jaar? b.Inzake materiaal en infrastructuur : Over welk materiaal beschik ik voor de activiteiten van mijn onderneming/vereniging? Wat is de situatie in functie van mijn behoeften voor het komende jaar. Hoe staat het met de veiligheid? Hoe zit het met de locatie in functie van de productievereisten, mijn personeel en mijn klanten. c. Inzake kapitaal : Wat is mijn financiële situatie m.b.t. mijn behoeften voor het volgende boekjaar, m.b.t. de investeringen, m.b.t. de thesaurie, … 6. Productieproces : Hoe verloopt mijn productieproces, vanaf de prijsofferte of de bestelling tot de levering van het product. Wie is erbij betrokken, welke materialen, specifieke technologieën? 7. Managementbeleid en -instrumenten : Hoe worden de beslissingen genomen in mijn onderneming/vereniging? Wat zijn mijn managementbeleid en –instrumenten? : a. Voor de algemene ontwikkeling van mijn onderneming/vereniging b. Voor mijn personeel en in het bijzonder de aspecten die verband houden met de inspraak van de werknemers ; c. Voor mijn financiën (organiseer ik mijn boekhouding intern of extern, periodiciteit van de verslagen?); d. Voor de andere aspecten (tevredenheid van de klanten, de productie, de communicatie). e. Doe ik een beroep op consultancy voor bepaalde aspecten? 8. Wat zijn de sterke en zwakke punten van mijn project? Wat zijn de opportuniteiten en de bedreigingen? 9. Wat zijn de belangrijkste acties die ik moet ondernemen het komende jaar? Hoe ze ondernemen? Hoe evalueer ik de resultaten? 3