Kwaliteitsspiegel Auteurs : Joost Heinsius, © sVM mei 2000 Herziene versie: Ron Huisen, Marie-José Vervest, © CIVIQ, januari 2004 Colofon CIVIQ, instituut vrijwillige inzet CIVIQ stimuleert, vernieuwt en versterkt vrijwillige inzet in Nederland. Dit doen we via promotie, onderzoek, advies, training en begeleiding. Als landelijk kenniscentrum en adviesbureau werken wij voor en met vrijwilligersorganisaties, lokale en provinciale steuninstellingen, overheden en bedrijven. CIVIQ werkt creatief, vraaggestuurd en resultaatgericht met als doel bij te dragen aan een leefbare samenleving met actieve burgers. CIVIQ en Vereniging NOV CIVIQ is in 2003 ontstaan uit een fusie tussen de werkorganisatie van Nederlandse Organisaties. Vrijwilligerswerk (NOV) en stichting VrijwilligersManagement (sVM). De verenigingsactiviteiten van NOV zijn voortgezet onder de noemer Vereniging NOV. Vereniging NOV is dé brancheorganisatie van en voor het vrijwilligerswerk in Nederland Kwaliteitsspiegel 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding ---------------------------------------------------------------------- 5 2. De kwaliteitsspiegel--------------------------------------------------------- 6 2.1. De indeling van de kwaliteitsspiegel --------------------------------- 6 2.2. De kwaliteitscirkel ----------------------------------------------------- 7 2.3. De inhoud ------------------------------------------------------------- 9 2.4. Fases in kwaliteit ------------------------------------------------------ 9 3. Het stappenplan ----------------------------------------------------------- 10 3.1. De voorbereiding ---------------------------------------------------- 11 3.2. De uitvoering -------------------------------------------------------- 12 4. Aanwijzingen voor gebruik ---------------------------------------------4.1. De resultaatgebieden ----------------------------------------------4.2. De organisatiegebieden --------------------------------------------4.3. De profielschets en het spinnenweb ------------------------------- 5. Gebieden -------------------------------------------------------------------- 19 5.1. Leiderschap -----------------------------------------------------------21 5.2. Strategie en beleid ---------------------------------------------------27 5.3A. Vrijwilligers -----------------------------------------------------------33 5.3B. Betaalde medewerkers ----------------------------------------------41 5.4. Middelen --------------------------------------------------------------47 5.5. Processen -------------------------------------------------------------53 5.6. Waardering door de klanten en leveranciers -----------------------59 5.7A. Waardering door de vrijwilligers ------------------------------------65 5.7B. Waardering door de betaalde medewerkers ------------------------71 5.8. Waardering door de maatschappij ----------------------------------77 5.9. Eindresultaten --------------------------------------------------------83 5.10 Profielschets ----------------------------------------------------------89 5.10. Spinnenweb vrijwilligers ---------------------------------------------90 5.11. Spinnenweb vrijwilligers en personeel ------------------------------91 Kwaliteitsspiegel 3 14 14 15 16 Kwaliteitsspiegel 4 1. Inleiding Waarom kwaliteit? Bewust en systematisch werken aan de kwaliteit van de organisatie wordt steeds gewoner. Toch is het begrip ‘kwaliteit’ lastig en is het niet altijd duidelijk hoe je dit in de praktijk kunt toepassen. Een ieder heeft zijn eigen invulling van het begrip en ‘kwaliteit’ kent vele betekenissen. Er is bijna geen onderwerp te bedenken waar je niet in termen van kwaliteit over kunt praten. Zo is er: Productkwaliteit (Deze koelkast is van een betere kwaliteit dan een ander.) Kwaliteit van diensten (Is de geleverde service goed.) Kwaliteit van dienstverlening. (Wanneer ben je een goede hulpverlener.) Om het begrip kwaliteit te verduidelijken zijn er drie vragen belangrijk: 1. Waarop beoordeel je kwaliteit? (Milieuaspecten, de prijs-/kwaliteitverhouding van een koelkast, de vriendelijkheid en goede informatie bij service, de deskundigheid bij een hulpverlener.) 2. Hoe beoordeel je ? (Welke informatie is er nodig, wat is de maatstaf voor goed of niet goed.) 3. Wie beoordeelt? (Wie bepaalt wat goede of minder goede kwaliteit is: de producent, de klant, de overheid.) Aandacht voor kwaliteit vraagt afstemming en overleg. Het is belangrijk om met elkaar de betekenis van kwaliteit zo concreet mogelijk te maken. Kortom: praten over de verwachtingen en over wat je wilt bereiken. Welke verwachtingen heeft de organisatie en welke verwachtingen hebben de medewerkers. Is men tevreden over de geleverde producten of diensten? Komen deze verwachtingen overeen met de resultaten? Daarnaast zijn er verschillende partijen die een rol spelen: het management, de organisatie, de klanten, de vrijwilligers, de financiers en eventueel de overheid. Al die partijen oordelen over kwaliteit vanuit hun eigen gezichtspunt. Kwaliteit heeft dus o.a. te maken met: 1. Het aanbod van een organisatie (producten, diensten). 2. De organisatie die nodig is om het aanbod uit te voeren. 3. De manier waarop het aanbod uitgevoerd wordt. 4. De medewerkers die het uitvoeren (betaald of vrijwillig). 5. De klanten die van het aanbod gebruik maken. 6. De klanten die ervoor betalen (soms dezelfde, vaak niet). 7. Onderwerpen waarop je kwaliteit beoordeelt (service, vriendelijkheid, toegankelijkheid, bereikbaarheid). 8. Normen om te kunnen beoordelen (service wordt binnen x aantal uren geleverd). 9. Informatie die er nodig is om de beoordeling uit te voeren. Stilstaan bij kwaliteit is altijd in de spiegel kijken zowel voor de interne als de externe kwaliteit. Interne kwaliteit Het is belangrijk om te weten waar de organisatie staat. Je kunt naar de eigen organisatie kijken. Weten wat we doen en de vraag beantwoorden of het werk goed is geregeld. Wat doen we voor wie, hoe doen we dat en wie heeft daar welk oordeel over? Kwaliteitsspiegel 5 Externe kwaliteit Hierbij kijk je naar de verwachtingen van de klanten en de financiers: zijn deze tevreden, doen we wat ze van ons verwachten. Werk maken van kwaliteit is op een systematische manier aandacht besteden aan zowel de interne als de externe kwaliteit. Om dit te kunnen doen is het goed om stil te staan bij de huidige situatie. Daarvoor is deze kwaliteitsspiegel. De kwaliteitsspiegel is een methode die de stand van zaken op verschillende gebieden in de organisatie in kaart brengt. De leiding van een organisatie is verantwoordelijk om de discussie over kwaliteit te starten. Uiteindelijk is kwaliteit een verantwoordelijkheid van iedereen. Wat kan het opleveren? 1. Een duidelijk beeld van de sterke en zwakke kanten van de organisatie. Door deze informatie is het mogelijk om te bepalen welke punten de organisatie wil verbeteren. 2. Het is makkelijker om verantwoording af te leggen aan de buitenwereld. Je weet of de klanten tevreden zijn over het aanbod, of de afspraken worden nagekomen, je laat als organisatie zien dat je hier belang aan hecht. 2. De Kwaliteitsspiegel De Kwaliteitsspiegel is als methode afgeleid van het INK-model (Instituut voor Nederlandse Kwaliteit). Dit model is een steeds vaker gebruikt instrument in zowel bedrijfsleven als non-profitsector om de kwaliteit van de eigen organisatie te meten. Het leuke van dit model is dat het stimuleert tot verbeteringen. Andere manieren, zoals ISO, leggen meer de nadruk op vastleggen en beheersen. Het model is afgeleid van het European Business Excellence Model dat ontwikkeld is door de Europese organisatie voor kwaliteitsmanagement (EFQM) . Hierdoor is het mogelijk om in heel Europa op dezelfde manier kwaliteit zichtbaar te maken. Het model heeft als doel om op een overzichtelijke wijze de stand van zaken in een organisatie in kaart te brengen. Vervolgens kun je bepalen op welke terreinen je verbeteringen wilt aanbrengen. De Kwaliteitsspiegel zoals wij die ontwikkeld hebben, is bedoeld voor organisaties die met vrijwilligers werken. Het is geen set met normen die aangeeft wat je wel of niet moet doen, maar een zelfevaluatiemodel. Een hulpmiddel om naar de eigen organisatie te kijken. Hij is op drie manieren aangepast: 1. Er is een gedeelte bijgekomen, namelijk werken met vrijwilligers. 2. De vraagstelling in het model is hier en daar vereenvoudigd. 3. De manier van werken met het model is vereenvoudigd waardoor het sneller uit te voeren is. 2.1. De indeling van de Kwaliteitsspiegel Om de kwaliteit van de organisatie inzichtelijk te maken zijn een aantal onderwerpen van belang. Deze onderwerpen worden in de Kwaliteitsspiegel ondergebracht in ‘aandachtsgebieden’. De Kwaliteitsspiegel bestaat uit negen aandachtsgebieden. Vijf gebieden hebben betrekking op de situatie in de organisatie: de organisatie gebieden. Vier gebieden hebben betrekking op de resultaten die de organisatie behaalt: de resultaatgebieden. Kwaliteitsspiegel 6 De organisatiegebieden Het gaat hierbij over de vraag hoe de organisatie is ingericht. Met andere woorden wat doet de organisatie om een resultaat te bereiken? Is het beleid duidelijk? Is het duidelijk wat de medewerkers moeten doen en hoe het werk moet worden gedaan? Hebben we de beschikking over voldoende middelen? Deze vijf gebieden gaan over de interne kwaliteit. De resultaatgebieden Deze gebieden gaan over de externe kwaliteit. In de resultaatgebieden wordt gemeten wat de werkzaamheden van de organisatie hebben opgeleverd. Door te kijken naar de waardering ontstaat er een duidelijk beeld over de behaalde resultaten. 2.2. De Kwaliteitscirkel Een hulpmiddel bij het systematisch aandacht besteden aan kwaliteit is de kwaliteitscirkel, ook wel Deming cirkel genoemd (naar een van de grondleggers van de theorieën over kwaliteitszorg: E. Deming). De kwaliteitscirkel bestaat uit een viertal stappen: 1. Plannen. Opstellen van kwaliteitsnormen. Wat wil je bereiken en welke kwaliteit wil je leveren? 2. Uitvoeren. Doen wat je gepland hebt. Het uitvoeren van de activiteiten. 3. Meten Evalueren. Meten in hoeverre de doelstellingen zijn bereikt. Welke resultaten zijn wel en welke resultaten zijn niet behaald ? Hoe tevreden zijn de klanten? 4. Verbeteren. Welke verbeterpunten zijn er en welke acties zijn daarop nodig? Wat kun je doen om het gewenste resultaat te bereiken? De uitgangspunten van de kwaliteitscirkel zijn ook zichtbaar in de negen aandachtsgebieden van de spiegel. Visie en missie worden bepaald door leiderschap, die worden vertaald in concrete plannen (Plan) in het blok strategie en beleid. Kwaliteitsspiegel 7 De uitvoering (Do) vereist de beschikbaarheid van medewerkers en middelen; in de processen vindt de feitelijke uitvoering van het werk plaats. In de vier resultaatgebieden wordt gemeten (Check) of de verrichte inspanningen in de betreffende doelgroepen, tot het beoogde resultaat hebben geleid. Het vergelijken (Act) van deze resultaten met de doelstellingen leidt tot analyse van afwijkingen en geeft de aanzet tot bijstelling, duurzame verbetering en vernieuwing. Leren & verbeteren Organisatiegebieden Resultaatgebieden 3. 7. Medewerkers Waardering door A. vrijwilligers medewerkers B. betaalde A. vrijwilligers medewerkers B. betaalde medewerkers 5. 1. Leiderschap 2. Processen 9. 6. Strategie Waardering door en Beleid klanten en Eindresultaten leveranciers 4. 8. Middelen Waardering door de maatschappij Organisatie en resultaatgebieden Er is een duidelijk verband tussen organisatie en resultaatgebieden. Een goed personeelsen vrijwilligersbeleid (gebied 3) zou in de resultaten terug te vinden moeten zijn in gebied 7: waardering door medewerkers. Een duidelijke strategie en een duidelijk beleid (gebied 2) vertaalt zich in goede eindresultaten (gebied 9). De grootte van de gebieden zegt ook iets over het belang ervan. Goed leiderschap (gebied 1) is een noodzakelijke voorwaarde voor een kwalitatief goede organisatie, als de processen (gebied 5) niet duidelijk zijn en niet goed beheerst worden, is het lastig om goede eindresultaten (gebied 9) te behalen. Leiderschap, management van processen en resultaten worden daarom extra benadrukt in het schema. Dit model wordt ook gebruikt als instrument om organisaties door te lichten voor een landelijke kwaliteitsprijs. Daarbij hebben de verschillende gebieden een eigen gewicht in de beoordeling en wegen leiderschap, processen en resultaten zwaar mee. Kwaliteitsspiegel 8 2.3. De inhoud We bespreken nu kort de verschillende gebieden. De organisatiegebieden: 1. Leiderschap Behelst de manier van inspireren van en leiding geven aan de organisatie. 2. Strategie & beleid Gaat over de manier waarop strategie en beleid ontwikkeld en uitgevoerd worden, hoe de communicatie hierover plaatsvindt en hoe het getoetst wordt. 3. Medewerkers Valt in twee gedeelten uiteen, van vrijwilligers en van betaalde medewerkers. In beide gevallen gaat het om het afstemmen van de belangen van individu en organisatie en het verbeteren van de prestaties van de medewerkers. 4. Middelen Gaat over de beheersing en de inzet van financiën, materialen, technologie, informatie en kennis. 5. Processen Gaat over het identificeren van de belangrijkste processen in de organisatie, het beheersen en sturen ervan, en over het verbeteren en veranderen van processen. De resultaatgebieden zijn: 6. Waardering door klanten en leveranciers Dit gaat over het aantonen van klanttevredenheid en het verloop van die waardering over meerdere jaren. De waardering door leveranciers geeft een beeld van de kwaliteit van de samenwerking. 7. Waardering door medewerkers Dit gaat over het aantonen van de inspanningen van de organisatie: is het een aantrekkelijke organisatie om voor te werken? Ook hier aparte aandacht voor vrijwilligers en betaalde medewerkers. 8. Waardering door de maatschappij Dit betreft de manier waarop de organisatie zich gedraagt in relatie tot de (eigen) omgeving. Dit is een lastig gebied, omdat met name maatschappelijke organisaties het vanzelfsprekend vinden om hierop goed te scoren vanwege hun doelstellingen. Maar het gaat hier ook om de manier waarop de organisatie zich daadwerkelijk gedraagt en kan aantonen dat het een bijdrage levert, op bijvoorbeeld milieugebied. 9. Eindresultaten Dit gebied is in tweeën gesplitst. Het ene gaat over de aantoonbaarheid van tastbare resultaten: aantal producten en diensten, het bereik daarvan onder de doelgroep, enzovoort. Is men tevreden over het behalen van de doelstellingen. Het andere gaat over de financiële resultaten. Hoe is de waardering van bijvoorbeeld de subsidiegever. 2.4. Fases in kwaliteit De Kwaliteitsspiegel is een instrument dat de aandacht voor het verbeteren van de kwaliteit en het ontwikkelen van verbeteringen wil stimuleren. Daarom zijn er vijf verschillende fases in kwaliteit aangegeven. Op elk van de negen gebieden leidt een score tot een aanduiding van de fase waarin de organisatie op dat gebied verkeert. Per gebied (of onderdeel van een gebied) kan een organisatie in een andere fase verkeren. De vijf fases van kwaliteit zijn: Kwaliteitsspiegel 9 1. Activiteit georiënteerd In deze fase ligt de nadruk op het uitvoeren van de activiteiten en het oplossen van problemen op het moment dat ze ontstaan. Vakmanschap wordt gewaardeerd en door opleidingen ondersteund. Als er klachten zijn probeert de organisatie deze te verhelpen. 2. Proces georiënteerd De nadruk ligt meer op het beheersen van de belangrijkste processen. De taken van medewerkers liggen vast. Wanneer er in het proces dingen fout gaan worden ze verbeterd. 3. Systeem georiënteerd Door iedereen wordt er gewerkt aan verbetering van de organisatie als geheel. Interne en externe klantgerichtheid staan centraal. Deze klantgerichtheid heeft als doel om problemen te voorkomen in plaats van om ze op te lossen. 4. Keten Alle kennis wordt benut, zowel intern als extern met klanten, samenwerkingspartners en leveranciers. Er wordt voortdurend gezocht naar win-win situaties en de resultaten van de organisatie worden vergeleken met andere organisaties. Vernieuwing staat voorop. 5. Excelleren en transformeren Al het voorgaande is vanzelfsprekend geworden, het is een open en lerende organisatie die behoort tot de trendsetters en die zich kan meten met de besten. Continu verbeteren hoort bij de organisatie. Op basis van een lange termijn visie worden tijdig de bakens verzet om nieuwe activiteiten op te starten en de organisatie daarvoor in te richten. De fase waarin de organisatie scoort op een bepaald gebied of de totaalscore over alle gebieden, zegt iets over de aandacht die er voor kwaliteit is. Het geeft tevens een beeld van de richting waarin verbetering van de kwaliteit gezocht kan worden. Je kunt bijvoorbeeld goed scoren op organisatiegebied 3 (medewerkers) door een goed en consequent uitgevoerd vrijwilligersbeleid, maar minder goed op organisatiegebied 5 (processen) omdat niet duidelijk is wie wat precies doet en wie waarvoor verantwoordelijk is. Verbetering kun je dan zoeken in het stap voor stap in kaart brengen van de belangrijkste processen. Voor elk gebied is er een schema met uitspraken die overeenkomen met de verschillende fasen van kwaliteit. Door met elkaar te praten over de uitspraken, kom je erachter welke uitspraken bij de organisatie passen en kloppend zijn en welke niet. Al discussiërend (onder goede begeleiding) kom je tot een oordeel over de fase waarin de organisatie op dat gebied verkeert. Met deze laatste opmerkingen zijn we aangeland bij de manier van werken met de Kwaliteitsspiegel. 3. Het stappenplan Het uitvoeren van de Kwaliteitsspiegel verloopt in drie stappen: 1. De voorbereiding De organisatie besluit om met de Kwaliteitsspiegel te gaan werken. Er wordt een Spiegelteam samengesteld. 2. De uitvoering Daarin scoren de teamleden van het Spiegelteam eerst individueel waarna gezamenlijk de resultaten en scores worden vastgesteld. 3. Evalueren en verbeteren Gezamenlijk worden de resultaten besproken en wordt er bepaald welke gebieden verbetering behoeven. Ook wordt afgesproken wie verantwoordelijk is voor het maken van het verbeterplan en het uitvoeren van de verbeteracties. Kwaliteitsspiegel 10 3.1. De voorbereiding 3.1.1. Besluit tot uitvoering De leiding van de organisatie besluit de Kwaliteitsspiegel uit te voeren. Draagvlak bij de leiding van de organisatie is noodzakelijk, anders zal deze zich waarschijnlijk ook niet inzetten om op basis van de conclusies nieuw beleid op te zetten of nieuwe activiteiten te ondernemen. Wanneer de organisatie over meerdere locaties beschikt, is het belangrijk om te bepalen welke locaties met de Kwaliteitsspiegel gaan werken. Wanneer er meerdere locaties zijn kan er voor worden gekozen om te beginnen met één locatie. Na het uitvoeren van de zelfevaluatie en de verbeteringen kan dan worden besloten of ook andere locaties met de Kwaliteitsspiegel zullen gaan werken. Men kan er ook voor kiezen om op alle locaties met de Kwaliteitsspiegel te gaan werken. Het voordeel hiervan is dat er tegelijkertijd op alle locaties aan het verbeteren van de kwaliteit gewerkt wordt. Indien nodig dienen er middelen beschikbaar gesteld te worden voor het Spiegelteam: tijd, ruimte, reiskosten, vergadervergoeding (voor mensen uit het land). 3.1.2. Communicatie Na het besluit dient de leiding dat bekend te maken in de organisatie. Voor het uitvoeren van de Kwaliteitsspiegel dient er een goede sfeer gecreëerd te worden met aan de ene kant openhartigheid en een kritische zelfblik en aan de andere kant een sfeer van veiligheid voor medewerkers bij het maken van fouten. Het opsporen van foutenmakers is niet het doel van kwaliteitsbeleid. Behalve voor het communiceren van een goede sfeer is de leiding ook verantwoordelijk voor het opstellen van een communicatieplan rondom het kwaliteitstraject. Er wordt afgesproken wanneer en hoe de leiding de organisatie informeert over de voortgang en de uitkomsten van de zelfevaluatie. 3.1.3. Samenstelling spiegelteam Voordat met de eigenlijke uitvoering kan worden begonnen, moet de leiding van de organisatie het team samenstellen dat de zelfevaluatie gaat uitvoeren. Het is aan te bevelen een team van minimaal vier en maximaal acht personen samen te stellen. Met minder mensen heb je onvoldoende zicht op de organisatie, met meer worden de discussies onoverzichtelijk. Men kan bij de samenstelling kijken naar de verhouding waarin bestuur, beroepskrachten en vrijwilligers vertegenwoordigd zijn in het Spiegelteam. Het verdient de voorkeur om een team te hebben dat bestaat uit personen met verschillende verantwoordelijkheden. Een bestuurslid weet andere zaken dan de beroepskracht en de vrijwilliger heeft weer zicht op de gang van zaken in het uitvoerend werk. Binnen het team moet een eindverantwoordelijke (voorzitter) worden benoemd; in de meeste gevallen zal dit iemand van de leiding zijn. De voorzitter bewaakt de beschikbare tijd en zorgt ervoor dat er gezamenlijke besluiten worden genomen. Wanneer de leiding het Spiegelteam heeft samengesteld dient het team van de nodige informatie te worden voorzien. Met name verslagen en discussies die door de leiding gevoerd zijn over (kwaliteits)beleid zijn van belang voor het Spiegelteam. Kwaliteitsspiegel 11 3.2. Uitvoering De uitvoering van de Kwaliteitsspiegel vindt plaats in drie dagdelen. Het eerste dagdeel wordt besteed aan de inhoud van de Kwaliteitsspiegel, de werkwijze en aan een proefscore van een gebied. Daarna vullen de deelnemers van het Spiegelteam zelf de matrixen voor de verschillende gebieden in. De volgende twee dagdelen worden deze scores besproken en aan het eind worden de belangrijkste punten voor verbetering besproken. 3.2.1. Eerste bijeenkomst Omdat in het model een aantal keuzeonderdelen zitten, dient het Spiegelteam of vooraf of tijdens de eerste bijeenkomst twee beslissingen te nemen: 1. De eerste keuze betreft het uitvoeren van de evaluatie voor vrijwilligers of voor vrijwilligers én betaalde medewerkers. De Kwaliteitsspiegel is een evaluatiemodel voor vrijwilligersorganisaties, maar de meeste vrijwilligersorganisaties hebben ook betaalde medewerkers in dienst. Daarom bestaan de aandachtsgebieden 3 en 7 uit twee delen: medewerkers en waardering door medewerkers, één voor vrijwilligers en één voor betaalde medewerkers. In de overige gebieden wordt alleen van medewerkers gesproken, dat kunnen zowel vrijwilligers als betaalde medewerkers zijn. 2. De tweede beslissing betreft de klantgroepen en de diensten/producten die geëvalueerd worden. Veel organisaties die met vrijwilligers werken hebben meerdere diensten en producten en soms ook meerdere klantgroepen. Je moet van tevoren duidelijk aangeven voor welke klantgroepen en welke diensten en producten voor die klantgroepen de Kwaliteitsspiegel geldt. Het team stelt een planning op voor de uitvoering en plant de bijeenkomsten. Afhankelijk van het communicatieplan dat in de voorbereidingsfase is afgesproken, rapporteert het Spiegelteam aan de rest van de organisatie. 3.2.2. Individueel scoren Na de eerste bijeenkomst waarin geoefend is, kunnen de teamleden zelf de matrixen invullen. Bij het invullen hiervan maken de teamleden korte aantekeningen over het feitenmateriaal waarop zij hun score baseren. Eventueel kunnen zij dit feitenmateriaal ook verzamelen en gebruiken in de discussies gedurende de tweede bijeenkomst. 3.2.3. Tweede bijeenkomst Tijdens de tweede bijeenkomst vergelijken de teamleden hun scores per onderdeel. Omdat iedereen andere taken heeft en andere dingen ziet binnen de organisatie, scoort iedereen anders. De voorzitter laat daarom eerst iedereen uitleggen hoe hij tot een bepaalde score is gekomen. Daarna stelt het team gezamenlijk vast welke score het beste past bij de werkelijkheid in de organisatie. Bij het bespreken van de onderdelen gaat het om feiten, om zaken die aantoonbaar en vastgelegd zijn. In veel organisaties zitten allerlei zaken wel in iemands hoofd maar ze zijn niet vastgelegd. Of er zijn slechts een paar mensen die het doen zoals afgesproken; anderen doen het niet. Voor de Kwaliteitsspiegel kan iets pas gescoord worden als het aantoonbaar ergens vastligt én het ook wijd en zijd gebruikt Kwaliteitsspiegel 12 wordt. Een voorbeeld: in het aandachtsgebied ‘Vrijwilligers’ staat het onderdeel ‘Taakomschrijvingen’. Iedereen in een organisatie weet wel wat zijn taken zijn en wat hij moet doen, dat zit in ieders hoofd. Maar het kan pas gescoord worden als de taakomschrijvingen op papier staan én als degene die een functie uitvoert niet heel andere taken doet dan in de taakomschrijving staat. Bij het bespreken van de scores moeten de teamleden goed naar elkaar luisteren. Het gaat niet om het halen van de hoogste score. Hoog scoren heeft geen zin als de organisatie in werkelijkheid nog niet zo ver is. Bij een te hoge score passen de maatregelen en adviezen niet bij de omstandigheden in de organisatie. Bij een reële score levert de Kwaliteitsspiegel veel meer resultaat op. De samenhang tussen resultaatgebieden en organisatie gebieden wordt het meest duidelijk als het Spiegelteam de matrixen in de onderstaande volgorde bespreekt: 5. Processen. Dit is het meest centrale deel van de organisatie en hier komen de organisatiegebieden en de resultaatgebieden samen. 9. Eindresultaten. 6. Waardering door klanten en leveranciers daarna 2. Strategie en Beleid 8. Waardering door de maatschappij en daarna 4. Middelen 7. Waardering door medewerkers en dan 3. Medewerkers 1. Leiderschap Leren & verbeteren Organisatiegebied Resultaatgebied 3. 7. Medewerkers Waardering door Medewerkers A. vrijwilligers B. betaalde A vrijwilligers medewerkers B betaalde medewerkers 1. 2. Leiderschap 5. Processen 9. 6. Eindresultaten Strategie en Waardering door Beleid klanten en leveranciers 4. Middelen 8. Waardering door de maatschappij Kwaliteitsspiegel 13 Na het bespreken en gezamenlijk vaststellen van de scores wordt de score van elke matrix ingevuld in de profielschets en het spinnenweb. Tijdens de discussie speelt de voorzitter een belangrijke rol. De voorzitter zal de discussie moeten sturen, de tijd bewaken en wanneer nodig knopen moeten doorhakken. Na bijna anderhalve dag discussiëren over de organisatie en het zien van de scores is duidelijk op welke gebieden verbetering nodig is en ook welke richting de verbeteringen op kunnen gaan. De voorzitter schrijft voor de leiding van de organisatie een kort verslag van de zelfevaluatie, de discussies en de uitkomsten. Eventueel worden de uitkomsten ook bekend gemaakt aan de rest van de organisatie. 3.2.4. Bespreking van de resultaten De profielschets, het spinnenweb en het verslag van het Spiegelteam worden besproken met de leiding. Door het werken met de Kwaliteitsspiegel krijgt de leiding goed inzicht in het kwaliteitsbeleid en wat daaraan verbeterd moet worden. Ze kan dan de suggesties voor verbetering uitwerken in verbeterplannen en zo de kwaliteit van de organisatie verhogen. 4. Aanwijzingen voor gebruik Hieronder volgen nog enige aanwijzingen voor het scoren in de matrixen van de organisatie en resultaatgebieden en voor het invullen van de profielschets en het spinnenweb. De positiebepaling voor de organisatiegebieden is niet helemaal hetzelfde als voor de resultaatgebieden. Het verschil wordt hieronder toegelicht. 4.1. De resultaatgebieden Bij de resultaatgebieden gaat het om de waardering die klanten en leveranciers(6), medewerkers (7), de maatschappij (8), en de financiers (9) hebben voor de organisatie. Elke organisatie wil andere resultaten behalen. Voor een telefonische hulpdienst is dat bijvoorbeeld een korte wachttijd en voor een milieuorganisatie kan dat het percentage teruggeplaatste vogels zijn. Het is voor organisaties die alleen met vrijwilligers werken beter om niet te veel gebieden te nemen. Daarom is in de matrixen door middel van een grijstint al aangeven welke deelgebieden het belangrijkste zijn voor dit type vrijwilligersorganisatie. Deze gebieden moet het team invullen. Eventueel kan het Spiegelteam uit de andere deelgebieden nog twee andere kiezen die belangrijk zijn voor de organisatie. Voor een thuiszorgorganisatie kan dat bijvoorbeeld zijn de tevredenheid van de klanten over de privacy (resultaatgebied 6: Waardering door klanten en leveranciers). Voor een milieuorganisatie gaat het misschien eerder om de tevredenheid van de vrijwilligers of de mogelijkheid om een cursus te volgen. (resultaatgebied 7: Waardering door medewerkers). De kwaliteit van de resultaten is in vijf fases ingedeeld. Deze fases staan beschreven in de bovenste rij van de matrix. De eerste fase betekent dat het Spiegelteam via de administratie, het archief of een eigen onderzoek weet wat de resultaten zijn. Bijvoorbeeld of de medewerkers tevreden zijn of hoeveel klanten er zijn geweest. Wanneer het Spiegelteam geen gegevens heeft over de resultaten in fase 1, kan er niet gescoord worden in de fasen 2, 3, 4, en 5. Wanneer fase 1 wel positief is gescoord dan kan fase 2 beoordeeld worden. Pas wanneer fase 2 beoordeeld is komt fase 3 aan de orde enz. Kwaliteitsspiegel 14 Schrik niet van een lage score! De meeste organisaties die beginnen met kwaliteitsbeleid zullen in de resultaatgebieden nog niet zo hoog scoren. Het is niet vreemd wanneer je organisatie niet eens fase 1 kan scoren. Het scoren van de resultaatgebieden 1. Het Spiegelteam bepaalt of er naast de verplichte (grijze) deelgebieden nog andere deelgebieden beoordeeld worden. 2. Lees de matrix per rij horizontaal door, van links naar rechts, en bekijk of fase 1 van toepassing is. Alleen wanneer deze fase van toepassing is, kunnen de volgende fasen beoordeeld worden. 3. Wanneer een fase van toepassing vul je in de betreffende cel in waar de gegevens daarover te vinden zijn. Bijvoorbeeld het jaarverslag, een rapport, notulen. Als je geen gegevens hebt blijft het hokje blanco. 4. Tel horizontaal voor elk deelgebied het aantal cellen op waarin je gescoord hebt en zet het aantal in de scoretabel van het resultaatgebied. Deze scoretabel zit in het werkboek direct achter het resultaatgebied. 5. Bereken de gemiddelde score van het resultaatgebied in de scoretabel. 6. Geef deze score aan in de profielschets en het spinnenweb. 4.2 De organisatiegebieden Het beoordelen van de kwaliteit in de organisatiegebieden gaat ook in matrixen die in vijf fasen zijn ingedeeld. In de rijen vind je de deelgebieden en daarachter meerdere uitspraken die samenvallen met de vijf fasen. Loop elk deelgebied horizontaal van links naar rechts door en zet een kruisje bij de uitspraken die ‘waar’ zijn voor je organisatie. Meestal zal het zo zijn dat wanneer je de uitspraken in een bepaalde fase niet kunt bevestigen, je ook geen uitspraken in de daaropvolgende fase kunt bevestigen. De eerste uitspraken die je niet kunt bevestigen, leveren wel goede aanwijzingen voor verbetermogelijkheden. Bijvoorbeeld in Organisatiegebied 3 Vrijwilligers, in fase 1 wordt gesteld ‘er zijn functie en taakomschrijvingen’ in fase 2 staat ‘met elke vrijwilligers worden schriftelijke afspraken gemaakt over de inhoud en de vorm van het werk’. Wanneer je fase 1 wel kunt bevestigen en fase 2 niet, dan is de uitspraak in fase 2 wel een aanwijzing voor wat je zou kunnen verbeteren, n.l. het schriftelijk vastleggen van de taken van een vrijwilliger. Het zal ook vaak voorkomen dat sommige uitspraken in een fase wel en sommige niet aangekruist worden. Dan telt de score voor die fase in dezelfde verhouding mee. Bijvoorbeeld wanneer 1 van de 2 uitspraken is aangekruist betekent dat een 1/2, wanneer 1 van de 3 is aangekruist is dat een score van 1/3, bij 2 van de 3 is het 2/3 enz. Wanneer je in fase 1 alle uitspraken aankruist en in fase 2 de helft dan is de score op dat deelgebied 1. Zijn er ook nog uitspraken in fase 3 aangekruist, dan tellen die niet mee voor de score omdat je fase 2 niet helemaal hebt gehaald. Kwaliteitsspiegel 15 Het scoren van de organisatiegebieden: 1. Lees elke matrix horizontaal door, deelgebied voor deelgebied, van links naar rechts. 2. Kruis per deelgebied de uitspraken aan die van toepassing zijn op de organisatie. 3. Bepaal daarna per deelgebied de score door te kijken naar de fase waarbij álle uitspraken aangekruist zijn. Dit is de basisscore. 4. Zijn er in de eerste fase, na de basisscore nog uitspraken aangekruist dan kunnen die naar verhouding meegeteld worden. Is bijvoorbeeld 1 van de 2 uitspraken aangekruist dan leidt dat tot een ½ punt en 1 van de 3 uitspraken leidt tot 1/3 punt. Dit wordt opgeteld bij de basisscore. Uitspraken in verdere fasen dan de eerste fase, direct na de basisscore, worden niet meegerekend. 5. Per deelaspect kunt je dus scoren van 0 tot 5 en alle waarden die daartussen liggen. 6. De scores van de afzonderlijke deelgebieden neem je over in de scoretabel. De scoretabel zit in het werkboek direct achter het organisatiegebied. 7. Bereken de gemiddelde score van het organisatiegebied (zie scoretabel) 8. Deze score van het aandachtsgebied geef je aan in de profielschets en in het spinnenweb achter in het werkboek. 4.3. De profielschets en het spinnenweb Het totaalbeeld van de organisatie ontstaat wanneer de resultaten van alle organisatiegebieden en alle resultaatgebieden uitgezet zijn in de profielschets en in het spinnenweb. Zowel de profielschets als het spinnenweb geven een samenvatting van de kwaliteit in de organisatie omdat de scores erin weergegeven zijn. Bij veel organisaties is de score in de resultaatgebieden lager dan de score in de organisatiegebieden. In de profielschets en het spinnenweb wordt dat goed duidelijk. De profielschets geeft een nauwkeurig beeld omdat daarin alle deelscores weergegeven worden. Wanneer je in een deelgebied bijzonder positief of negatief gescoord hebt, valt dat meteen op. De profielschets geeft dus precies aan welke zaken verbeterd kunnen worden in de organisatie. Het spinnenweb geeft een algemener beeld van de stand van zaken wat betreft de kwaliteit. De vijf ringen in het spinnenweb komen overeen met de vijf kwaliteitsfasen in de matrices. Er zijn twee varianten van het spinnenweb. Een versie met het aandachtsgebied betaald personeel en een zonder het aandachtsgebied betaald personeel. Kwaliteitsspiegel 16 Profielschets Activiteit Proces Systeem Keten Excelleren georiënteerd georiënteerd georiënteerd georiënteerd en transformeren Fase 1 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 a. Richten b. Inrichten c. Verrichten 2 a. Oriënteren b. Creëren c. Implementeren 3A a. Vrijwilligersbeleid b. Werving vrijwilligers c. Betrokkenheid vrijwilligers d. Bevorderen van deskundigheid 3B a. Organiseren b. Investeren c. Respecteren 4 a. Geld b. Kennis en technologie c. Materiaal en diensten 5 a. Ontwerpen b. Beheersen c. Verbeteren en vernieuwen 6 Waardering door de klanten en leveranciers 7A Waardering door de vrijwilligers 7B Waardering door betaalde medewerkers 8 Waardering door de maatschappij 9A Activiteiten en resultaten 9B Financiële maatstaven Kwaliteitsspiegel 17 Fase 5 Spinnenweb processen middelen strategie & beleid V IV vrijwilligers III leiderschap II I I waardering door de maatschappij waardering door vrijwilligers eindresultaten waardering door klanten en leveranciers Boven : Spinnenweb voor de kwaliteitsspiegel zonder betaald personeel Beneden: Spinnenweb voor de kwaliteitsspiegel met betaald personeel middelen processen strategie & beleid vrijwilligers leiderschap betaalde medewerkers I waardering door betaalde medewerkers II waardering door de maatschappij III IV waardering door V waardering door vrijwilligers Kwaliteitsspiegel klanten en leveranciers eindresultaten 18 5. Gebieden 5.1. Leiderschap 5.2. Strategie en beleid 5.3A. Vrijwilligers 5.3B. Betaalde medewerkers 5.4. Middelen 5.5. Processen 5.6. Waardering door de klanten en de leveranciers 5.7A. Waardering door de vrijwilligers 5.7B. Waardering door de betaalde medewerkers 5.8. Waardering door de maatschappij 5.9. Eindresultaten 5.10. Profielschets 5.11. Spinnenweb vrijwilligers 5.12. Spinnenweb vrijwilligers en personeel Kwaliteitsspiegel 19 Kwaliteitsspiegel 20 5.1. Leiderschap In de rapportage over leiderschap kun je aangeven hoe de leiding van de organisatie door hun gedrag en activiteiten een bijdrage levert aan de voortdurende verbetering. Het gaat hierbij niet alleen om het bestuur of de directeur. Het gaat om alle (betaalde) leidinggevenden in de organisatie. ! Wanneer er in de organisatie ook onbetaalde leidinggevenden zijn, is het goed om als projectgroep af te spreken of deze vrijwillige leidinggevenden ook meegenomen worden in het beoordelen van het leiderschap in de organisatie. In het beschrijven van het leiderschap zijn drie deelaspecten van belang: a. Richten. Het eerste aspect in het organisatiegebied leiderschap is richten. Het onderdeel gaat over de wijze waarop de leiding bepaalt en richting geeft aan de organisatie. Is er een duidelijk oriëntatie op de omgeving. De markt, samenwerkingverbanden, de wet en regelgeving. Is duidelijk welke behoefte er binnen en buiten de organisatie zijn. Is er sprake van een ontwikkeling in de visie en de strategie in hoofdlijnen. Zijn de belanghebbende (klanten, leveranciers, medewerkers) goed op de hoogte van deze visie en strategie. Worden er samenwerkingsverbanden aangegaan die een duidelijke waarde toevoegen. b. Inrichten. Dit wil zeggen hoe de leiding de inrichting van de organisatie op de koers afstemt. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om een organisatiecultuur die mensen stimuleert hun talenten te benutten. Maar het gaat ook om een klantgerichte organisatiestructuur en de mogelijkheden om intern en extern samenwerking aan te gaan. c. Verrichten. De persoonlijke inspanning van de leiding om medewerkers die aan verbeteringen werken te stimuleren. Het zelf meedoen aan verbeterprojecten. Het nemen van duidelijke maatregelen en beschikbaar stellen van middelen. Het geven van het goede voorbeeld en het actief luisteren en reageren op medewerkers. Kwaliteitsspiegel 21 5.1. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Leiderschap Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 a. Richten de leiding bepaalt wat er gebeurt tradities en structuren zijn bepalend er is weinig aandacht voor het verkrijgen van draagvlak voor gemaakte keuzes het is duidelijk wat zwakke en goede punten van de organisatie zijn de leiding stelt prioriteiten en houdt daaraan vast de aandacht van de leiding is gericht op de interne organisatie de visie is omgezet in een duidelijk meetbaar beleid met collegaorganisaties wordt samengewerkt om zo de (gezamenlijke) prestaties te verbeteren met collegaorganisaties is er visie ontwikkeld over verdere samenwerking de visie van de organisatie is beschreven Kwaliteitsspiegel 22 de leiding neemt het initiatief tot betere samenwerking in de keten van organisaties waar zij deel van uit maakt de leiding stimuleert haar vrijwilligers om maatschappelijke ontwikkelingen te volgen en daarop te anticiperen met nieuwe producten en diensten de leiding kijkt ver vooruit en is op tijd met noodzakelijke veranderingen 5.1. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Leiderschap Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 b. Inrichten de leiding stuurt de organisatie vakmanschap krijgt alle ruimte en vertrouwen de besturing van de organisatie richt zich op de uitvoering de organisatie is ingedeeld naar klantgroepen de organisatie is ingedeeld in functies voor de uitvoering en de ondersteuning de cultuur inspireert de hele organisatie tot verbeteren er is sprake van een eilandencultuur Kwaliteitsspiegel werkgroepen en verbeterteams werken vooral op uitvoeringsniveau 23 de leiding beschikt over informatie die resultaten en gestelde doelen met elkaar verbindt collega-organisaties of samenwerkingspartners hanteren de zelfde waarde en normen medewerkers zijn op verschillende plekken inzetbaar door samenwerking met andere organisaties worden de doelstellingen van de eigen organisatie bereikt er is veel ruimte in de organisatie voor eigen initiatief de structuur van de organisatie is flexibel en kan snel veranderen 5.1. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Leiderschap Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 c. Verrichten de leiding bepaalt wat en hoe er verbeterd moet worden leidinggevende hanteren verschillende doelen Kwaliteitsspiegel voor het oplossen van klachten en het vergroten van vakmanschap wordt tijd en geld beschikbaar gesteld de leiding werkt mee in verbeterteams er wordt veel tijd besteed aan overleg en afstemming met de medewerkers voorbeeldgedrag van de leiding legt de nadruk op hard werken 24 de leiding draagt bewust verantwoordelijkheden over er wordt gepraat over de bereikte resultaten en ieders bijdrage daaraan er is tijd en geld beschikbaar om de klantgerichtheid te vergroten de leiding wordt beoordeeld medewerkers krijgen de mogelijkheid om met collega-instellingen samen te werken er zijn veel en intensieve contacten met collega-instellingen en samenwerkingspartners de organisatie speelt in op toekomstige eisen aan leiderschap alle heilige huisjes zijn afgebroken 5.1. Leiderschap a. Richten b. Inrichten c. Verrichten Totaal Totaal gedeeld door drie Kwaliteitsspiegel 25 Kwaliteitsspiegel 26 5.2. Strategie en beleid In dit aandachtsgebeid gaat het om twee abstracte begrippen die niet zo gemakkelijk concreet te maken zijn. Strategie en beleid zijn echter wel van groot belang als de organisatie haar doelen wil bereiken. Strategie gaat om de langere termijn en gaat uit van wisselende omstandigheden en biedt ruimte voor meerdere opties. Beleid is gericht op de komende jaren en is definitiever in duidelijke keuzen en doelen. Voor het bereiken van doelen is het bijvoorbeeld belangrijk om te beschrijven op welke informatie de doelstellingen gebaseerd zijn en hoe die informatie vertaald wordt in concrete uitvoeringsplannen. a. Oriënteren gaat over de wijze waarop de organisatie interne en externe informatie verzamelt en deze gebruikt bij het ontwikkelen van strategie en beleid. Is het voor medewerkers duidelijk welke mogelijke samenwerkingspartners er zijn. Is er in de organisatie een methode om uit een veelheid van gegevens bruikbare informatie te destilleren. Is duidelijk welke verwachtingen er zijn bij verschillende belanghebbenden. Worden de resultaten van de eigen organisatie vergeleken met concurrenten en andere interessante organisaties. b. Creëren gaat over de wijze waarop de inhoud van het werk wordt bepaald de resultaten worden gemeten en de evaluatie wordt uitgevoerd. Worden vrijwilligers betrokkenen bij de totstandkoming van beleid? Op welke wijze wordt het beleid geëvalueerd? En maakt het vrijwilligersbeleid onderdeel uit van deze evaluatie? Zijn de mogelijkheden en beperkingen van de organisatie duidelijk? c. Implementeren gaat over de wijze waarop de plannen en doelen tot uitvoering leiden. Op welke wijze wordt de organisatie bestuurd? Wat is de positie van de vrijwilligers en de betaalde medewerkers?. Is er aandacht voor het verkrijgen van draagvlak? Op welke wijze worden de budgetten vastgesteld? En hoe worden de activiteiten van de organisatie gepland?. Kwaliteitsspiegel 27 5.2. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Strategie en beleid a. Oriënteren Kwaliteitsspiegel er is weinig structuur in het verzamelen en analyseren van informatie de gebruikte informatie heeft vooral betrekking op negatieve gebeurtenissen de informatie is overzichtelijk en betrouwbaar informatie bestaat vooral uit interne gegevens gegevens worden per afdeling geordend gegevens zijn onvolledig en weinig betrouwbaar 28 de informatie levert gegevens op over alle vier de resultaatgebieden vergelijking met doelstelling en trends leidt tot aanpassingen van het beleid er is overleg met samenwerkingspartners over de bereikte resultaten oorzaken van tegenvallende resultaten worden tot in detail uitgeplozen de informatie is per doelgroep geordend uit politiek/publiek gevoelige incidenten worden lessen voor de toekomst geleerd wilde ideeën krijgen een serieuze kans er zijn toekomstscenario’s met aandacht voor internationale ontwikkelingen 5.2. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Strategie en beleid b. Creëren het beleid wordt door de actualiteit en persoonlijke voorkeur bepaald het accent ligt op het uitvoeren en handhaven van het beleid de grote lijn zit in het hoofd van de leiding verbeterplannen voor het uitvoerend werk zijn een onderdeel van het beleid Kwaliteitsspiegel er is weinig aandacht voor evaluatie van het vrijwilligersbeleid de leiding van de gehele organisatie inclusief vrijwilligers wordt betrokken bij de beleidsvorming 29 strategie en beleid worden bepaald in overleg met de vrijwilligers (vertegenwoordiging) het beleid is gericht op verbetering van de organisatie als geheel inclusief vrijwilligers strategie en beleid zijn vertaald in concrete meetbare doelen strategie en beleid worden met leveranciers en samenwerkingspartners besproken er zijn beleidsplannen opgesteld voor verschillende toekomstscenario’s vrijwilligers zijn betrokken bij de bespreking van beleid en strategie het accent ligt op de lange termijn waarbij in principe alles mogelijk is het accent ligt op versterking van de samenwerking met partners 5.2. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Strategie en beleid c. Implementeren activiteiten van vrijwilligers zijn in werkplannen vastgelegd wetgeving is op een duidelijke manier vertaald naar beleid en uitvoeringsplannen fouten en gebreken worden met de vrijwilligers besproken de verantwoordelijkheden van vrijwilligers zijn in werkplannen vastgelegd Kwaliteitsspiegel beleid en uitvoering staan los van elkaar over strategie en beleid wordt met vrijwilligers gesproken 30 er is veel aandacht voor de afstemming tussen activiteiten van vrijwilligers en professionals de resultaten worden geëvalueerd en afwijkingen definitief verholpen uitvoeringsplannen worden met de samenwerkingspartn ers afgestemd medewerkers regelen de uitvoering rechtstreeks met de partners teams bepalen zelfstandig hoe gestelde doelen worden gerealiseerd uitvoeringsplannen worden getoetst op maatschappelijk effect de beste Europese praktijkervaringen worden verzameld en op eigen wijze toegepast rapportage over het beleid leidt tot vertrouwen bij publiek, pers en politiek 5.2. Strategie en beleid a. Oriënteren b. Creëren c. Implementeren Totaal Totaal gedeeld door drie Kwaliteitsspiegel 31 Kwaliteitsspiegel 32 5.3A. Vrijwilligers Het gebied vrijwilligers gaat over de wijze waarop de organisatie omgaat met de vrijwilligers. De vrijwilligers zijn het ‘menselijk kapitaal’ van de organisatie, zonder hen zouden er weinig activiteiten kunnen plaatsvinden. In dit hoofdstuk wordt gekeken naar wat er gedaan wordt doet om hun mogelijkheden zo optimaal mogelijk te benutten voor de organisatie en voor henzelf. - a. Vrijwilligersbeleid, waarbij het er bijvoorbeeld om gaat of alle wettelijke regels worden nageleefd. Maar ook of de organisatie evaluatiegesprekken voert met vrijwilligers of op een andere manier hun tevredenheid toetst. - b. De werving van vrijwilligers. Hierbij gaat het om de wijze van werven, de resultaten die je daarmee behaald en de wijze waarop de behaalde resultaten weer invloed hebben op het wervingsbeleid. - c. Betrokkenheid van vrijwilligers bij de organisatie betreft het derde aspect. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om de wijze waarop de vrijwilligers(teams) ruimte krijgen om eigen doelstellingen te formuleren of mee te doen aan verbeterteams. Het kan ook gaan om de wijze waarop de waardering voor vrijwilligers uitgesproken wordt en de behaalde resultaten aan hen teruggekoppeld worden. - d. Deskundigheidsbevordering. Hierbij zijn van belang aspecten als ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden en de ontwikkeling van teamvaardigheden, uitwisseling van kennis tussen vrijwilligers onderling of met andere organisaties. Kwaliteitsspiegel 33 5.3A. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Vrijwilligers Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 a. Vrijwilligersbeleid de organisatie voert een administratie van de vrijwilligers er zijn functie en taakomschrijvingen Kwaliteitsspiegel de vrijwilligers zijn verzekerd voor o.a. ongevallen en aansprakelijkheid de wettelijke regels voor de inzet van vrijwilligers worden nageleefd er worden periodiek evaluatiegesprekken gehouden met vrijwilligers incidenteel wordt de tevredenheid van de vrijwilligers gemeten met elke vrijwilliger worden schriftelijke afspraken gemaakt over de inhoud en de vorm van het werk 34 evaluatiegesprekken en metingen van vrijwilligerstevredenheid worden benut om het vrijwilligersbeleid bij te stellen het vrijwilligersbeleid is gericht op de hele organisatie: de juiste persoon op de juiste plaats vrijwilligers hebben inspraak in de ontwikkeling van het vrijwilligersbeleid het vrijwilligersbeleid is afgestemd op de klanten, samenwerkingspartners en stakeholders de organisatie vergelijkt haar vrijwilligersbeleid met het beleid van andere goede organisaties in de eigen sector het vrijwilligersbeleid is gericht op de toekomstige inzet van de vrijwilliger (employability) het vrijwilligersbeleid anticipeert op maatschappelijke ontwikkelingen, zoals flexibilisering, diversiteit en individualisering elke vrijwilliger heeft inspraak op zijn loopbaan en scholing in de organisatie 5.3A. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Vrijwilligers Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 b. Werving vrijwilligers werving gebeurt wanneer het nodig is de organisatie weet hoeveel vrijwilligers jaarlijks vertrekken Kwaliteitsspiegel de werving van vrijwilligers verloopt gepland de organisatie registreert het verloop van de vrijwilligers (werving, inzet en vertrek) 35 de resultaten van de werving worden afgezet tegen de inspanning van de werving de organisatie weet de redenen waarom vrijwilligers komen en vertrekken de resultaten van de werving worden vergeleken met de resultaten van de belangrijkste concurrenten de organisatie past het beleid aan als de redenen waarom vrijwilligers vertrekken daar aanleiding toe geven de resultaten van de werving van vrijwilligers worden vergeleken met de resultaten van de allerbeste vrijwilligersorganisaties 5.3A. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Vrijwilligers Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 c. Betrokkenheid vrijwilligers de doelstellingen en taken van de organisatie worden door de leiding bepaald er is ruimte voor de vrijwilligers om in teamverband eigen (deel-) doelstellingen vast te stellen vrijwilligers doen suggesties voor de verbetering van werkmethoden Kwaliteitsspiegel vrijwilligers(teams) hebben inspraak bij het vaststellen van de doelstellingen en taken vrijwilligers worden gestimuleerd om mee te doen in verbetergroepen verbeterteams zijn samengesteld uit vrijwilligers (en beroepskrachten) van verschillende afdelingen voor de vrijwilligers is er de gelegenheid om hun ideeën te melden via bijvoorbeeld een ideeënbus of vergadering vrijwilligers(teams) krijgen informatie over de bijdrage die ze hebben geleverd aan het behalen van de doelstellingen van elkaar afhankelijke vrijwilligers (teams) beoordelen elkaars prestaties 36 de vrijwilligers(teams) weten wat het doel van samenwerking in de keten is en wat daarin van hun verwacht wordt verbetergroepen houden zich ook bezig met onderwerpen die verder gaan dan het directe organisatiebelang waardering van klanten wordt direct doorgegeven aan de betrokkenen de organisatiestructuur biedt ruimte voor vernieuwende en creatieve ideeën van vrijwilligers de visie van de vrijwilligers op maatschappelijke ontwikkelingen heeft expliciet invloed op het beleid van de organisatie alle vrijwilligers zijn betrokken bij het voortdurende proces van verbetering 5.3A. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Vrijwilligers Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 d. Bevorderen van deskundigheid deskundigheidsbevordering vindt plaats wanneer daar behoefte aan is cursussen en trainingen zijn bedoeld om de vaardigheden te vergroten Kwaliteitsspiegel bij werving wordt gelet op de vaardigheden die iemand bezit er is een systeem van deskundigheidsbevordering om de vaardigheden op peil te houden deskundigheidsbevordering richt zich op het analyseren en verbeteren van werkprocessen vrijwilligersvacatures worden vervuld op basis van vaste functieomschrijvingen 37 de organisatie kent de persoonlijke doelen en mogelijkheden van de vrijwilligers vrijwilligers hebben voldoende kennis om naar eigen inzicht te kunnen handelen er is een systematische uitwisseling van ervaring tussen vrijwilligers deskundigheidsbevordering is afgestemd op het belang van zowel individu als organisatie deskundigheidsbevordering is gericht op teamwerk en brede inzetbaarheid van de vrijwilligers vrijwilligers worden voorbereid op veranderingen die in de organisatie zullen plaatsvinden leren is een vanzelfsprekend onderdeel van de manier van werken in alle onderdelen van de organisatie er vindt kennisuitwisseling plaats met samenwerkingspartners Kwaliteitsspiegel 38 5.3A. Vrijwilligers a. Vrijwilligersbeleid b. Werving vrijwilligers c. Betrokkenheid vrijwilligers d. Bevorderen deskundigheid Totaal Totaal gedeeld door vier Kwaliteitsspiegel 39 Kwaliteitsspiegel 40 5.3B. Betaalde medewerkers Voor organisaties die ook (meerdere) betaalde medewerkers hebben is een matrix betaalde medewerkers toegevoegd. De deelgebieden zijn op ‘werving’ na gelijk aan de deelgebieden bij vrijwilligers. De formuleringen zijn uiteraard wel verschillend. De volgende deelaspecten worden benoemd in het aandachtgebied betaalde medewerkers. - a. Organiseren. Welke instrumenten zijn er voor werving, selectie en opleiding. Op welke manier is het personeelsbeleid vorm gegeven? Op welke wijze worden de betaalde medewerkers gestimuleerd tot klantgerichtheid en innovatie? Is er een helde r systeem voor promotie en beoordeling en zijn de criteria hiervoor bij een ieder bekend? - b. Investeren. Dit gaat over de wijze waarop de organisatie kennis en vaardigheidsbehoefte vaststelt en uitvoering geeft aan de beschikbaarheid en borging van deze gegevens. Is er aandacht voor trainings- en ontwikkelingsprogramma’s? En is er aandacht voor de kennis en vaardigheidsbehoefte en ambitie van de individuele betaalde medewerker? - c. Respecteren. Op welke wijze gaat de organisatie om met de betaalde medewerkers. Denk hierbij aan stimuleren, erkennen en waarderen. Is er een aantrekkelijke werkomgeving? Worden zelfstandigheid en het zelfvertrouwen vergroot? Worden de veiligheids- en gezondheidsrisico’s beperkt? Kortom is er beleid en zijn er maatregelen waaruit respect blijkt? ! Bepaal als evaluatieteam of de module betaalde medewerkers ook meegenomen wordt in de zelfevaluatie. Kwaliteitsspiegel 41 5.3B. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Betaalde Medewerkers Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 a. Organiseren de organisatie heeft vastgelegd welke werkzaamheden bij een functie horen de arbeidsvoorwaarden staan op schrift de werving en selectie vinden plaats zodra de behoefte zich voordoet Kwaliteitsspiegel er worden periodiek beoordelingsgesprekken gehouden incidenteel wordt de tevredenheid van het personeel gemeten er is een verantwoordelijke voor personeelszaken 42 functioneringsgesprekken worden gebruikt om het beleid bij te stellen interne klantgerichtheid wordt gestimuleerd er wordt gemeten of het personeelsbeleid effectief is indien nodig wordt er actie ondernomen bij personeelsbeleid wordt rekening gehouden met de wensen van klanten en belanghebbenden de organisatie vergelijkt haar personeelsbeleid met het beleid van goede organisaties in de eigen sector creativiteit en eigen initiatief krijgen de ruimte het personeelsbeleid is inspirerend en leidt tot aantoonbare excellente prestaties met toestemming van betrokkenen is er de mogelijkheid om het personeelsbestand flexibel aan te passen 5.3B. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Betaalde Medewerkers Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 b. Investeren ontwikkeling van vakmanschap staat voorop het initiatief van een opleiding ligt vaak bij de medewerker Kwaliteitsspiegel er zijn middelen voor deskundigheidsbevordering elke medewerker doet aan deskundigheidsbevordering wisseling van functie is mogelijk b.v. door een intern vacaturesysteem het effect van opleidingen wordt gemeten vrijwilligers en betaalde krachten leren door het uitwisselen van ervaringen leren is gericht op samenwerken en het beheersen van processen 43 training en begeleiding zijn gericht op teamwork en flexibel werken medewerkers zijn in staat om naar eigen inzicht te handelen en zo de organisatiedoelen te realiseren medewerkers hebben aantoonbaar geleerd hoe te leren met collega instellingen wordt kennis actief uitgewisseld leren en vernieuwen zit in het bloed van alle medewerkers opleidingsprogramma’s ondersteunen het streven naar perfectie zowel bij vrijwilligers als bij betaalde krachten is de lerende organisatie zichtbaar 5.3B. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Betaalde Medewerkers Fase 1 Fase 3 Fase 4 Fase 5 c. Respecteren medewerkers krijgen te horen of het werk naar behoren is uitgevoerd taken en verantwoordelijkheden worden door de leiding eenzijdig vastgesteld Kwaliteitsspiegel waardering is er vooral in de vorm van materiële beloning Fase 2 meedoen aan verbeter- en projectgroepen wordt gestimuleerd discipline in de uitvoering van het werk wordt gewaardeerd men krijgt de kans zich op het eigen werkterrein te ontwikkelen 44 medewerkers hebben inspraak in het bepalen van de doelstellingen wanneer medewerkers een bijdrage leveren aan het bereiken van de doelstellingen wordt dit teruggekoppeld medewerkers zijn actief betrokken bij de inrichting van de werksituatie acties van medewerkers om de samenwerking met partners te verbeteren worden beloond waardering door klanten en partners wordt doorgegeven naar direct betrokkenen er is zorg voor de toekomstige carrière buiten de huidige organisatie de integriteit van de medewerker staat buiten kijf iedereen is betrokken bij het proces van voortdurende verbetering zorg voor de persoonlijke ontwikkeling en de behoefte van de organisatie zijn in balans 5.3B. Betaalde medewerkers a. Organiseren b. Investeren c. Respecteren Totaal Totaal gedeeld door drie Kwaliteitsspiegel 45 Kwaliteitsspiegel 46 5.4. Middelen In het hoofdstuk middelen kun je aangeven op welke manier de organisatie de middelen die tot haar beschikking staan effectief en efficiënt inzet om haar doelstellingen te kunnen realiseren. Met middelen worden concrete zaken bedoeld, maar ook abstracte middelen, zoals informatie, spelen een belangrijke rol in het bereiken van de doelstellingen. In dit hoofdstuk worden de volgende middelen onderscheiden: - a. Geld. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de verhouding tussen de inkomsten en de uitgaven. Of door wie besloten wordt om grote uitgaven te doen en op welke wijze dat besluit tot stand komt. Op welke wijze worden budgetten aan processen en afdelingen toegekend en geëvalueerd. - b. Kennis en technologie. Dit tweede aspect betreft de wijze waarop de organisatie omgaat met kennis en technologie. Wordt bewust gezocht naar nieuwe technieken om de activiteiten goedkoper te maken? Wordt nieuwe technologie zelf ontwikkeld of ingekocht? Wordt de nieuwe techniek ook geëvalueerd? En hoe staat de organisatie ervoor in vergelijking met andere organisaties? Het gaat hierbij ook om de logistieke aspecten en de aansluiting met samenwerkingspartners. Worden informatie en kennis periodiek beoordeelt op validiteit, veiligheid en mogelijke verbeteringen? - - c. Materiaal en diensten gaat om de vraag hoe deze middelen worden ingezet om het werk zo efficiënt en effectief mogelijk uit te voeren. Het beoordelen van de toegevoegde waarde van ingekochte materialen en diensten, zowel intern als extern: de inzet van b.v. grondstoffen of voorraden. Het selecteren en beoordelen van leveranciers van materialen en diensten. De vermindering van afval en aandacht voor hergebruik. Kwaliteitsspiegel 47 5.4. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Middelen Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 a. Geld de leiding bepaalt waarvoor geld wordt uitgegeven er wordt gecontroleerd of de uitgaven de begroting niet overschrijden Kwaliteitsspiegel voor elke uitgave kan een bewijs worden overlegd er zijn resultaatverantwoordelijk budgethouders er is een planning en controlesysteem om budgetten rechtmatig te verdelen opbrengsten en kosten worden per activiteit en/of dienst en /of product geregistreerd 48 het financiële management schept maximale ruimte om het beleid uit te voeren onderzoek van onnodige uitgaven leidt tot maatregelen in de organisatie om dat te voorkomen het financiële beleid wordt van de hele organisatie (jaarlijks) geëvalueerd en verbeterd het publiek heeft veel vertrouwen in de aanwending van overheidsgelden financiële analyses en vergelijkingen met andere organisaties geven impulsen aan nieuw beleid er wordt geïnvesteerd in veelbelovende nieuwe ontwikkelingen 5.4. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Middelen Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 b. Kennis & technologie kennis is werkplekgebonden en zit in het hoofd van de medewerkers werkprocessen zijn in handboeken en databases vastgelegd externe kennisbronnen worden soms geraadpleegd het informatiesysteem geeft inzicht in de productiviteit van de primaire processen Kwaliteitsspiegel managementinformatie heeft vooral betrekking op de geleverde inspanning afdelingen verzamelen, beheren en distribueren de informatie 49 het informatiesysteem is toegankelijk, betrouwbaar en veilig bij vertrek van medewerkers gaat geen kennis verloren op alle niveaus in de organisatie is de benodigde informatie beschikbaar het delen van kennis en technologie met partners leidt tot versterking van de keten informatiesystemen van partners zijn op elkaar afgestemd en stabiel er zijn samenwerkingsovereenkomsten om toegang tot de externe kennis te krijgen kennis wordt zoveel mogelijk aan derden beschikbaar gesteld innovatie en nieuwe technologie zijn de drijvende kracht voor de toekomst van de organisatie het informatiesysteem stelt de organisatie in staat vroegtijdig op ontwikkelingen te anticiperen 5.4. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Middelen Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 c. Materiaal en diensten bij veel voorkomende problemen wordt de relatie met de leverancier abrupt beëindigd onderhoud van materieel is incidenteel en meestal nadat er storingen zijn opgetreden bij tegenvallende prestaties krijgt de leverancier een kans zijn leven te beteren er is een actief milieubeleid gebouwen en apparatuur worden planmatig ingezet en onderhouden Kwaliteitsspiegel milieuaspecten spelen een rol binnen wettelijk kaders gebouwen en apparatuur worden planmatig onderhouden 50 medewerkers hebben inspraak bij de aanschaf van apparatuur en inrichting van de werkplek zorg voor het milieu is geen bedreiging maar een kans om je te onderscheiden partners worden geselecteerd met het oog op langdurige samenwerking flexibiliteit en snelheid van handelen zijn criteria bij selectie van partner er is een systeem voor bewaking van de doorlooptijd en wachttijd aanschaf en onderhoud van materieel gebeurt in overleg met de partners in de keten de organisatie en leveranciers (van diensten) stimuleren elkaar om geheel nieuwe wegen in te slaan verspilling van goederen en diensten is nagenoeg uitgebannen 5.4. Middelen a. Geld b. Kennis en technologie c. Materiaal en diensten Totaal Totaal gedeeld door drie Kwaliteitsspiegel 51 Kwaliteitsspiegel 52 5.5. Processen In dit hoofdstuk gaat het om diverse processen die in elke organisatie aan de orde zijn. Deze processen zijn te onderscheiden naar drie vormen: primaire en ondersteunende processen en het besturingsproces. 1. Primaire processen Hierbij gaat het om die handelingen en werkzaamheden die direct leiden tot datgene wat de organisatie als doelstelling heeft. Bij een organisatie voor vrijwillige thuiszorg is dat bijvoorbeeld het afleggen van het bezoek door de vrijwilliger, bij de voetbalvereniging is dat het spelen van de wedstrijd en bij de natuurorganisatie kan dat het kappen van de wilgen zijn. 2. Ondersteunende processen Naast het primaire proces zijn er handelingen en werkzaamheden die bedoeld zijn om het primaire proces zodanig te ondersteunen dat het kan plaatsvinden. Bij de vrijwillige thuiszorg is dat bijvoorbeeld de deskundigheidsbevordering van de vrijwilligers die huisbezoeken afleggen. Bij de voetbalvereniging is het vervoer van de spelers een ondersteunend proces en bij de natuurorganisatie is het onderhoud van het gereedschap een ondersteunende activiteit. 3. Besturingsproces Naast het ondersteunend proces is er dan nog het besturingsproces. Dit proces zorgt ervoor dat alle activiteiten en handelingen in de organisatie zo optimaal mogelijk samenwerken. Het besturingsproces is meestal het terrein van de leiding van de organisatie, dat kan het bestuur, de directie of een coördinator zijn. Bij elke organisatie spelen dus meerdere processen naast elkaar en door elkaar. Het is belangrijk om te weten welke processen voor de organisatie het belangrijkste zijn. Deze processen moeten namelijk bestuurd en verbeterd worden om zo steeds beter de doelstelling te realiseren die de organisatie zich gesteld heeft. In dit hoofdstuk geef je aan in hoeverre de verschillende processen onderscheiden en verbeterd worden. - a. Ontwerp. Bij dit eerste aspect gaat het om vragen als: zijn alle interne processen beschreven? Zijn de meest belangrijke processen bepaald? Zijn de relaties met processen bij klanten beschreven? Is er een methode om de processen te beschrijven? - b. Beheersing. Het tweede deel heeft betrekking op de manier waarop standaardwerkmethoden zijn vastgesteld en worden bewaakt. Het betreft de wijze waarop verantwoordelijkheden voor het proces(onderdeel) zijn vastgesteld en wie een beslissende stem heeft. Het gaat ook om de rol die prestatiemetingen hebben in het management van processen. - c. Verbeteringen en vernieuwingen Bij dit derde aspect wordt gekeken hoe verbeteringen en vernieuwingen worden ingevoerd. Verlopen die innovaties planmatig? Wie is erbij betrokken en wie worden geïnformeerd? Welke rol spelen klanten bij innovaties en veranderingen? Worden de medewerkers betrokken bij het invoeren van veranderingen? Sluiten de processen nog aan bij de doelstellingen van de organisatie? Kwaliteitsspiegel 53 5.5. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Processen Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 a. Ontwerpen er is een organisatieschema activiteiten worden beschreven zodra er behoefte aan is primaire processen en de afzonderlijke processtappen zijn beschreven alle processen en onderlinge relaties zijn systematisch vastgelegd rechten van de klanten zijn beschreven en gewaarborgd bijvoorbeeld in een klachtenregeling de behoefte van de klant is bepalend voor de afstemming van de processen de vrijwilliger wordt gezien als iemand die zelf goede samenwerking nastreeft Kwaliteitsspiegel de vrijwilliger heeft inbreng in het vastleggen van de taken 54 de manier van werken wordt afgestemd op die van klanten en partners taken en verantwoordelijkheden zijn in een samenwerkingsverband uitgewerkt samenwerkingsverbanden staan open voor nieuwe ideeën en nieuwe partners de processen worden voortdurend afgestemd op externe ontwikkelingen duurzaamheid speelt een belangrijk rol bij het ontwerp van processen 5.5 Organisatiegebied Processen b. Beheersen Activiteit georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Fase 1 de leiding bepaalt de manier van werken er is een systeem om de waardering door klanten te meten teams zijn in staat om zoveel mogelijk zelf te regelen minder goede prestaties leiden tot scherpere controle bij de uitvoering fouten leiden tot verbeteren van de processen prestatiemeting wordt in alle processen toegepast Kwaliteitsspiegel Proces georiënteerd soms wordt het werk na afronding gecontroleerd op afdelingsniveau wordt de kwantiteit en de kwaliteit bewaakt 55 de eigen systemen van procesbeheersing worden vergeleken met die van soortgelijke organisaties de medewerker heeft de ruimte om met zijn samenwerkingspartners zoveel mogelijk rechtstreeks te regelen processen verlopen (bijna) foutloos door procesbeheersing en evaluatie is een duidelijke publieke verantwoording mogelijk 5.5. Organisatiegebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Processen Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 c. Verbeteren en vernieuwen klachten leiden tot verbetering verbetering van werkmethode vindt vaak op initiatief van medewerkers plaats klanten worden gecompenseerd bij het niet nakomen van afspraken evaluaties over de geleverde prestaties motiveren medewerkers tot veranderen wettelijke bepalingen zijn een belangrijke bron voor vernieuwing Kwaliteitsspiegel verbeterideeën zijn kleinschalig wanneer dit nodig is worden processen herontworpen veranderingen verlopen planmatig en het effect wordt geëvalueerd er is geld beschikbaar om processen te verbeteren 56 vrijwilligers zijn betrokken bij het veranderen van het primaire proces en worden getraind in nieuwe manieren van werken op verwachtingen en meningen van klanten wordt geanticipeerd invoering van verbeteringen en veranderingen gebeurt in nauw overleg met klanten, samenwerkingspartne rs en stakeholders continue vernieuwing en verbetering is consequent uitgewerkt in visie, beleid en strategie verbetering en vernieuwing is een onderdeel van de gehele organisatie invoering van verandering tast de productiviteit niet aan 5.5. Processen a. Ontwerpen b. Beheersen c. Verbeteren en vernieuwen Totaal Totaal gedeeld door drie Kwaliteitsspiegel 57 Kwaliteitsspiegel 58 5.6. Waardering door de klanten en leveranciers In dit hoofdstuk staan de klanten en leveranciers centraal. Hoe waarderen zij de organisatie? Voldoen jullie aan hun behoeften en verwachtingen? Weet je of ze tevreden zijn? Waar zij ze tevreden over? Er zijn twee aspecten waarop de waardering van klanten en leveranciers wordt beschreven. Aan de ene kant gaat het om hun waardering voor de producten en de diensten van de organisaties, aan de andere kant gaat het om de waardering voor de wijze waarop de organisatie haar dienstverlening organiseert. Om te weten te komen hoe klanten en leveranciers de organisatie waarderen kun je gebruik maken van gegevens die mogelijk al over meerdere jaren in de administratie zitten. Zoals het aantal keren dat een klant (g)een herhalingaankoop doet, de diensten die hij afneemt of het aantal malen dat een klant een klacht indient. Aspecten van klantgerichtheid kunnen ook worden afgeleid uit de wachttijd die klanten gemiddeld hebben, de levertijd van een dienst of activiteit of de duur van de behandeling van een klacht. Is de leverancier tevreden over de samenwerking. Wat heeft de organisatie gedaan om er voor te zorgen dat de leverancier klantgericht kan werken? Het meest direct en duidelijke middel om de waardering van klanten te meten is een klanttevredenheidsonderzoek. In zo een onderzoek kan de organisatie specifieke vragen stellen over de processen of taakgebieden die het belangrijkste zijn voor het realiseren van de doelstelling van de organisatie. - ! Alvorens met deze vragen aan de slag te gaan is het goed om in het spiegelteam eerst af te spreken wie als klanten van de organisatie kunnen worden gezien. Voor vrijwilligersorganisaties is dat soms niet zo duidelijk omdat de klant meestal niets hoeft te betalen voor hetgeen hij krijgt. Toch zijn degenen die gebruik maken van de diensten, activiteiten of producten jullie klanten. Bij grotere organisaties waar de ene afdeling diensten verleend aan de andere afdeling is er vaak sprake van interne klanten. Daarnaast zijn de organisaties waar jou organisatie mee samenwerkt ook een soort klant. Zij ontvangen vaak diensten of producten van jullie om hun eigen doelstellingen beter te kunnen realiseren. Dus ook wanneer er geen (financiële) vergoeding tegenover staat kan er sprake zijn van een klantenrelatie. Om individuele scores goed te kunnen vergelijken is het noodzakelijk dat het projectteam vooraf vast stelt welke klantengroep bij het beschrijven van dit hoofdstuk bedoeld worden. Hieronder kun je de belangrijkste klant invullen die jullie willen betrekken in de zelfevaluatie. Aan deze klant levert de organisatie mogelijk meerdere diensten of producten. Vul daarom ook in welke dienst(en) en of producten jullie willen evalueren. Klant Dienst/product Hierna volgt het klantschema dat je kunt invullen voor de klant die jullie hebben benoemd. ! De vier deelgebieden die grijs gemarkeerd zijn moet je zeker invullen. Van de overige deelgebieden kun je er maximaal nog twee bij kiezen. Spreek in de het projectteam af welke twee deelgebieden dat zullen zijn. Kwaliteitsspiegel 59 5.6. Resultaatgebied Waardering door klanten en leveranciers a. De mate waarin klanten en Producten leveranciers de werkmethoden en diensten van de organisatie als helder Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Resultaten zijn beschikbaar De organisatie heeft Er zijn doelstellingen en De resultaten worden De resultaten worden vergeleken via administratie, archief, inzicht in de resultaten de resultaten komen vergeleken met de resultaten met de resultaten van de beste jaarverslag, tevredenheids- over meerdere jaren overeen met de van de belangrijkste organisaties in de sector (of onderzoek, publiciteit of en deze vertonen een doelstellingen of zijn concurrenten en kunnen die daarbuiten) en kunnen die ander feitenmateriaal positieve trend beter vergelijking doorstaan vergelijking doorstaan ervaren De tevredenheid van klanten en leveranciers over de behandeling van klachten De mate waarin klanten en leveranciers tevreden zijn over de voorlichting en informatieverstrekking De tevredenheid van de klanten en leveranciers over de privacy van gegevens De mate waarin klanten en leveranciers de organisatie en haar vrijwilligers als vakbekwaam ervaren Kwaliteitsspiegel 60 5.6. Resultaatgebied Waardering door klanten en leveranciers Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Resultaten zijn beschikbaar De organisatie heeft Er zijn doelstellingen en De resultaten worden De resultaten worden vergeleken via administratie, archief, inzicht in de resultaten de resultaten komen vergeleken met de resultaten met de resultaten van de beste jaarverslag, tevredenheids- over meerdere jaren overeen met de van de belangrijkste organisaties in de sector (of onderzoek, publiciteit of en deze vertonen een doelstellingen of zijn concurrenten en kunnen die daarbuiten) en kunnen die ander feitenmateriaal positieve trend beter vergelijking doorstaan vergelijking doorstaan Mate waarin klanten en b. leveranciers tevreden zijn over Organisatie de bereikbaarheid van de van de organisatie (telefonisch, dienst- mondeling etc.) verlening De wijze waarop klanten en leveranciers de communicatie en de servicegerichtheid van de organisatie ervaren De tevredenheid van de klanten over het innovatieve vermogen van de organisatie De mate waarin de klanten en leveranciers tevreden zijn over de bereikbaarheid van de sleutelfiguren v.d. organisatie De mate van tevredenheid van de klanten en leveranciers over de snelheid v.d dienstverlening Kwaliteitsspiegel 61 Kwaliteitsspiegel 62 5.6. Waardering door de klanten en leveranciers De mate waarin de klanten en leveranciers de werkmethoden van de organisatie als helder ervaren De tevredenheid van de klanten en leveranciers over de behandeling van klachten Mate waarin klanten en leveranciers tevreden zijn over de bereikbaarheid van de organisatie (telefonisch, mondeling etc) De wijze waarop klanten en leveranciers de communicatie en de servicegerichtheid van de organisatie ervaren facultatief Totaal Totaal gemiddeld Kwaliteitsspiegel 63 Kwaliteitsspiegel 64 5.7A. Waardering door de vrijwilligers De wijze waarop de vrijwilligers de organisatie waarderen staat centraal in dit aandachtsgebied. Beantwoordt de organisatie aan hun wensen en verwachtingen? Weet je hoe de vrijwilligers aankijken tegen de organisatie en hun eigen positie daarin? Voor het onderzoeken van de waardering van de vrijwilligers wordt een onderscheid gemaakt naar de organisatiegebieden die voor vrijwilligersorganisaties het meest relevant zijn. Dat zijn de organisatiegebieden: a. b. c. d. leiderschap, strategie en beleid vrijwilligersbeleid processen. Voor het achterhalen van de waardering van de vrijwilligers kun je gebruik maken van verschillende methoden. Allereerst kun je bestaand materiaal gebruiken. Wanneer er regelmatig evaluatie en beoordelingsgesprekken worden gehouden met vrijwilligers kunt je de gegevens hieruit gebruiken om de belangrijkste knelpunten te achterhalen. In de vrijwilligersadministratie kun je waarschijnlijk ook gegevens vinden over ziekteverzuim, het vrijwilligersverloop of het aantal klachten dat vrijwilligers hebben ingediend bij de organisatie. Al deze gegevens vormen geen directe maatstaf maar slechts een aanwijzing voor de waardering die vrijwilligers hebben voor de organisatie. Een meer kostbare, maar ook meer betrouwbare methode is het uitvoeren van een tevredenheidsonderzoek onder vrijwilligers. Het voordeel hiervan is dat vrijwilligers ook aan kunnen geven waar verbeteringen moeten plaatsvinden en welke onderdelen en processen in de organisatie voor hen echt belangrijk zijn. ! In dit aandachtsgebied zijn een aantal cellen grijs gemarkeerd, deze vul je in elk geval in. Van de overige cellen kun je er nog twee in vullen. Spreek in de het projectteam duidelijk af welke twee deelgebieden dat zullen zijn. Kwaliteitsspiegel 65 5.7A. Resultaatgebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Resultaten zijn beschikbaar De organisatie heeft Er zijn doelstellingen en De resultaten worden De resultaten worden via administratie, archief, inzicht in de resultaten de resultaten komen vergeleken met de vergeleken met de resultaten jaarverslag, tevredenheids- over meerdere jaren en overeen met de resultaten van de van de beste organisaties in de onderzoek, publiciteit of deze vertonen een doelstellingen of zijn belangrijkste concurrenten sector (of daarbuiten) en kunnen ander feitenmateriaal positieve trend beter en kunnen die vergelijking die vergelijking doorstaan Waardering door vrijwilligers doorstaan a. De mate waarin de vrijwilligers Leiderschap erkenning en ondersteuning ervaren van de leidinggevende De tevredenheid van de vrijwilligers over het voorbeeldgedrag van de leidinggevende b. Beleid en De helderheid en duidelijkheid strategie die de vrijwilligers ervaren wat betreft de doelen en plannen van de organisatie De mate waarin vrijwilligers tevreden zijn over hun inspraak bij het tot stand komen van doelen en plannen van de organisatie Kwaliteitsspiegel 66 5.7A. Resultaatgebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Resultaten zijn beschikbaar De organisatie heeft Er zijn doelstellingen en De resultaten worden De resultaten worden via administratie, archief, inzicht in de resultaten de resultaten komen vergeleken met de vergeleken met de resultaten jaarverslag, tevredenheids- over meerdere jaren en overeen met de resultaten van de van de beste organisaties in de onderzoek, publiciteit of deze vertonen een doelstellingen of zijn belangrijkste concurrenten sector (of daarbuiten) en kunnen ander feitenmateriaal positieve trend beter en kunnen die vergelijking die vergelijking doorstaan Waardering door vrijwilligers doorstaan c. Vrijwilligersbeleid De mate waarin de vrijwilligers het gevoel hebben dat hun persoonlijke kwaliteiten benut worden De mate van tevredenheid bij vrijwilligers over hun mogelijkheden om door te groeien of te veranderen in taken en/of verantwoordelijkheden De mate waarin vrijwilligers ervaren dat ze het eigen werk kunnen aanpassen in tijd, tempo en/of volgorde. Kwaliteitsspiegel 67 5.7A. Resultaatgebied Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Resultaten zijn beschikbaar De organisatie heeft Er zijn doelstellingen en De resultaten worden De resultaten worden via administratie, archief, inzicht in de resultaten de resultaten komen vergeleken met de vergeleken met de resultaten jaarverslag, tevredenheids- over meerdere jaren en overeen met de resultaten van de van de beste organisaties in de onderzoek, publiciteit of deze vertonen een doelstellingen of zijn belangrijkste concurrenten sector (of daarbuiten) en kunnen ander feitenmateriaal positieve trend beter en kunnen die vergelijking die vergelijking doorstaan Waardering door vrijwilligers doorstaan d. Het aantal vrijwilligers dat Management instroomt en uitstroomt van processen De duidelijkheid die vrijwilligers ervaren over de eigen taken en verantwoordelijkheden De mate waarin de vrijwilligers tevreden zijn over de samenwerking met collega’s en anderen in de organisatie Aantal ongevallen en klachten van vrijwilligers Kwaliteitsspiegel 68 5.7A. Waardering door de vrijwilligers a. De mate waarin de vrijwilligers erkenning en ondersteuning ervaren van de leidinggevende b. De helderheid en duidelijkheid die de vrijwilligers ervaren over de doelen en plannen van de organisatie c. De mate waarin vrijwilligers het gevoel hebben dat hun persoonlijke kwaliteiten benut worden d. Het aantal vrijwilligers dat instroomt en uitstroomt Facultatief Facultatief Totaal Totaal gemiddeld Kwaliteitsspiegel 69 Kwaliteitsspiegel 70 5.7B. Waardering door de betaalde medewerkers Wanneer het Spiegelteam matrix 3B bij organisatiegebied betaalde medewerkers heeft ingevuld kun je bij dit resultaatgebied ook invullen hoe de betaalde medewerker de organisatie waardeert. Uit deze matrix dien je ook de vier grijze gebieden in te vullen en maximaal twee facultatieve gebieden te kiezen. Kwaliteitsspiegel 71 5.7B. Resultaatgebied Waardering door betaalde medewerkers Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Resultaten zijn De organisatie heeft Er zijn doelstellingen en De resultaten worden De resultaten worden vergeleken beschikbaar via inzicht in de resultaten de resultaten komen vergeleken met de met de resultaten van de beste administratie, archief, over meerdere jaren en overeen met de resultaten van de organisaties in de sector (of jaarverslag, tevredenheids- deze vertonen een doelstellingen of zijn belangrijkste concurrenten daarbuiten) en kunnen die onderzoek, publiciteit of positieve trend beter en kunnen die vergelijking vergelijking doorstaan ander feitenmateriaal a. De mate waarin het personeel Leiderschap erkenning en ondersteuning ervaart doorstaan van de leidinggevende b. De mate waarin het personeel Personeels- ervaart dat ze het eigen werk beleid kunnen aanpassen in tijd, tempo en/of volgorde. De mate van tevredenheid bij het personeel over hun mogelijkheden om door te groeien of te veranderen in taken en/of verantwoordelijkheden De mate waarin personeel het gevoel heeft dat hun persoonlijke kwaliteiten benut worden De mate van ziekteverzuim Kwaliteitsspiegel 72 5.7B. Resultaatgebied Waardering door betaalde medewerkers Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Resultaten zijn De organisatie heeft Er zijn doelstellingen en De resultaten worden De resultaten worden beschikbaar via inzicht in de resultaten de resultaten komen vergeleken met de vergeleken met de resultaten administratie, archief, over meerdere jaren en overeen met de resultaten van de van de beste organisaties in de jaarverslag, tevredenheids- deze vertonen een doelstellingen of zijn belangrijkste concurrenten sector (of daarbuiten) en kunnen onderzoek, publiciteit of positieve trend beter en kunnen die vergelijking die vergelijking doorstaan ander feitenmateriaal c. De mate waarin het personeel de Beleid en doelen en plannen van de strategie organisatie duidelijk vindt doorstaan De mate waarin het personeel tevreden is over de inspraak bij het tot stand komen van doelen en plannen van de organisatie De tevredenheid van het personeel over de informatie die zij krijgen over de resultaten van de organisatie Kwaliteitsspiegel 73 5.7B. Resultaatgebied Waardering door betaalde medewerkers Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Resultaten zijn De organisatie heeft Er zijn doelstellingen en De resultaten worden De resultaten worden beschikbaar via inzicht in de resultaten de resultaten komen vergeleken met de vergeleken met de resultaten administratie, archief, over meerdere jaren en overeen met de resultaten van de van de beste organisaties in de jaarverslag, tevredenheids- deze vertonen een doelstellingen of zijn belangrijkste concurrenten sector (of daarbuiten) en kunnen onderzoek, publiciteit of positieve trend beter en kunnen die vergelijking die vergelijking doorstaan ander feitenmateriaal d. De duidelijkheid die het personeel Management ervaart over de eigen taken en van middelen verantwoordelijkheden doorstaan en processen De tevredenheid van het personeel over de materialen en arbeidsomstandigheden De tevredenheid van het personeel over de manier waarop de resultaten worden gemeten Het aantal ongevallen en klachten van het personeel Kwaliteitsspiegel 74 5.7B. Waardering door betaalde medewerkers a. De mate waarin de betaalde medewerker erkenning en ondersteuning ervaart van de leidinggevende b. De mate waarin de betaalde medewerker ervaart dat ze het eigen werk kunnen aanpassen in tijd, tempo en/of volgorde. c. De mate waarin de betaalde medewerker de doelen en plannen van de organisatie duidelijk vindt d. De duidelijkheid die de betaalde medewerker ervaart over de eigen taken en verantwoordelijkheden Facultatief Facultatief Totaal Totaal gemiddeld Kwaliteitsspiegel 75 Kwaliteitsspiegel 76 5.8. Waardering door de maatschappij. Het voorlaatste hoofdstuk betreft de waardering die de maatschappij heeft voor de organisatie. Geen enkele organisatie kan geïsoleerd van haar omgeving werken. Er zijn rechten en plichten waardoor een organisatie financieel of juridisch vast zit aan de samenleving waarin ze zich beweegt. Maar er zijn ook minder tastbare manieren waarop de relatie met de samenleving tot stand komt, bijvoorbeeld door contacten met de buurt, publiciteit in de media of omgang met het (leef)milieu. Voor het voortbestaan van een organisatie is het van belang te weten hoe de samenleving over haar denkt. Voor de andere resultaatgebieden (personeel, klanten) is het gebruikelijk om onderzoek te doen naar hun tevredenheid. Voor de waardering door de maatschappij komt nog weinig onderzoek voor. De meeste organisaties gebruiken hiervoor berichten uit de media over hun eigen organisatie. Wanneer die er niet zijn, beperkt men zich tot een beschrijving van de activiteiten die op dit terrein hebben plaatsgevonden. De onderdelen van dit aandachtsgebied zijn: a. Plaats in de samenleving Daarbij gaat het aanzien (imago) dat de organisatie heeft en de verbindingen die de organisatie heeft in haar werkveld en daarbuiten. b. De bijdrage aan de maatschappij Dit betreft de wijze waarop de organisatie door bijvoorbeeld werkgelegenheidsprojecten bijdraagt aan maatschappelijke doelstellingen. c. Subsidie en sponsoring Toekenning van middelen geeft vrijwilligersorganisaties inzicht in de waardering die anderen voor hun organisatie hebben. d. Andere belanghebbenden Vrijwilligersorganisaties hebben net als andere organisaties te maken met instellingen waar ze niet direct afhankelijk van zijn maar die toch belangrijk zijn voor het voortbestaan. Het gaat dan bijvoorbeeld om gemeenten, collega(beroeps-) instellingen of lokale of regionale welzijnsinstellingen. e. Milieuaspecten Hierbij gaat het om de mate waarin de organisatie zich inspant om op een milieuvriendelijke wijze haar activiteiten uit te voeren. ! De vier deelgebieden die grijs gemarkeerd zijn moet je zeker invullen. Van de overige deelgebieden kun je er twee bij kiezen. Spreek in de het projectteam duidelijk af welke twee tweegebieden dat zullen zijn. Kwaliteitsspiegel 77 5.8. Resultaatgebied Waardering door de maatschappij Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Resultaten zijn De organisatie heeft Er zijn doelstellingen en De resultaten worden De resultaten worden beschikbaar via inzicht in de resultaten de resultaten komen vergeleken met de vergeleken met de resultaten administratie, archief, over meerdere jaren overeen met de resultaten van de van de beste organisaties in de jaarverslag, en deze vertonen een doelstellingen of zijn belangrijkste concurrenten sector (of daarbuiten) en kunnen tevredenheidsonderzoek, positieve trend beter en kunnen die vergelijking die vergelijking doorstaan publiciteit of ander doorstaan feitenmateriaal a. De waardering voor deelname aan Plaats in de netwerken en participatie in samenleving samenwerkingsrelaties Het organisatie-imago: de beoordeling van de organisatie door de samenleving op basis van indrukken en verwachtingen De mate waarin de organisatie gezien wordt in de eigen sector Kwaliteitsspiegel 78 5.8. Resultaatgebied Waardering door de maatschappij Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Resultaten zijn De organisatie heeft Er zijn doelstellingen en De resultaten worden De resultaten worden beschikbaar via inzicht in de resultaten de resultaten komen vergeleken met de vergeleken met de resultaten administratie, archief, over meerdere jaren overeen met de resultaten van de van de beste organisaties in de jaarverslag, en deze vertonen een doelstellingen of zijn belangrijkste concurrenten sector (of daarbuiten) en kunnen tevredenheidsonderzoek, positieve trend beter en kunnen die vergelijking die vergelijking doorstaan publiciteit of ander doorstaan feitenmateriaal b. Activiteiten voor participatie van specifieke groepen in de organisatie Bijdrage aan de (jongeren, migranten, gehandicapten, maatschappij ouderen, etc) Activiteiten voor doorstroming van vrijwilligers van de eigen organisatie naar betaalde arbeid c. Toekenning van de aanvragen voor subsidie door fondsen en overheden Subsidie en sponsoring Sponsoring door geld of menskracht van bedrijven Kwaliteitsspiegel 79 5.8. Resultaatgebied Waardering door de maatschappij Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Resultaten zijn De organisatie heeft Er zijn doelstellingen en De resultaten worden De resultaten worden beschikbaar via inzicht in de resultaten de resultaten komen vergeleken met de vergeleken met de resultaten administratie, archief, over meerdere jaren overeen met de resultaten van de van de beste organisaties in de jaarverslag, en deze vertonen een doelstellingen of zijn belangrijkste concurrenten sector (of daarbuiten) en kunnen tevredenheidsonderzoek, positieve trend beter en kunnen die vergelijking die vergelijking doorstaan publiciteit of ander doorstaan feitenmateriaal d. Waardering voor de aanpassing van activiteiten en/of producten en/of Relevante diensten aan maatschappelijk overheden en ontwikkelingen andere belanghebbende organisaties Waardering voor de vernieuwing van het aanbod e. Mate van overlast die de organisatie veroorzaakt in de omgeving Milieu Milieusparende maatregelen, zoals afvalscheiding, energiebesparing en gebruik van eco-producten. Kwaliteitsspiegel 80 5.8. Waardering door de maatschappij a. De waardering voor deelname aan netwerken en participatie in samenwerkingsverbanden b. Activiteiten voor participatie van specifieke groepen in de organisatie c. Toekenning van de aanvragen voor subsidie door fondsen en overheden d. Waardering voor de aanpassing van activiteiten en/of producten en/of diensten aan maatschappelijke ontwikkelingen Facultatief Facultatief Totaal Totaal gemiddelde Kwaliteitsspiegel 81 Kwaliteitsspiegel 82 5.9. Eindresultaten Het hoofdstuk eindresultaten geeft inzicht in hoeverre de organisatie in staat is haar doelstellingen te bereiken. Dit hoofdstuk is daarmee eigenlijk het sluitstuk van de kwaliteitsspiegel omdat hier alle voorgaande organisatie en resultaatgebieden in samenkomen. Het team zou nu ook verbindingen moeten kunnen zien tussen bijvoorbeeld vrijwilligersmanagement, waardering door vrijwilligers en eindresultaten. De eindresultaten kunnen worden bekeken vanuit twee invalshoeken: - a. de activiteiten en diensten die de organisatie heeft voortgebracht. Dus op de operationele kant van de organisatie Deze maatstaven zijn minstens zo belangrijk als de financiële maatstaven omdat ze inzicht geven in de mate waarin de organisatie onder controle is en ze haar eigen ambities waar kan maken. Het gaat dan om aspecten als beschikbare capaciteit, ontwikkeling van nieuwe activiteiten of samenwerkingsverbanden. - b. de financiële maatstaven. Hier wordt ingegaan op de ontwikkeling van de inkomsten en uitgaven, de financiële vooruitzichten en de resultaten van de organisatie in vergelijking met andere (soortgelijke) organisaties. ! De vier deelgebieden die grijs gemarkeerd zijn moet je zeker invullen. Van de overige deelgebieden kunnen er nog twee gekozen worden. Spreek in het projectteam duidelijk af welke twee deelgebieden dat zullen zijn. Kwaliteitsspiegel 83 5.9. Resultaatgebied Resultaten Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Resultaten zijn De organisatie heeft Er zijn doelstellingen en De resultaten worden De resultaten worden beschikbaar via inzicht in de resultaten de resultaten komen vergeleken met de vergeleken met de resultaten administratie, archief, over meerdere jaren overeen met de resultaten van de van de beste organisaties in de jaarverslag, en deze vertonen een doelstellingen of zijn belangrijkste sector (of daarbuiten) en tevredenheidsonderzoek, positieve trend beter concurrenten en kunnen die vergelijking publiciteit of ander kunnen die doorstaan feitenmateriaal vergelijking doorstaan Het aantal klanten en/of activiteiten a. en/of geleverde producten De ontwikkeling van nieuwe activiteiten Activiteiten en/of producten en/of diensten en Beschikbare capaciteit in menskracht, resultaten producten of diensten Het bereik van activiteiten en diensten, in kwaliteit en kwantiteit, onder de belangrijkste doelgroep(en) De mate waarin de organisatie publiciteit verwerft met haar activiteiten De mate waarin de organisatie samenwerking aangaat met derden of nieuwe organisaties ontwikkelt Kwaliteitsspiegel 84 5.9. Resultaatgebied Resultaten b. Activiteit georiënteerd Proces georiënteerd Systeem georiënteerd Keten georiënteerd Excelleren en transformeren Fase 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 Fase 5 Resultaten zijn De organisatie heeft Er zijn doelstellingen en De resultaten worden De resultaten worden beschikbaar via inzicht in de resultaten de resultaten komen vergeleken met de vergeleken met de resultaten administratie, archief, over meerdere jaren overeen met de resultaten van de van de beste organisaties in de jaarverslag, en deze vertonen een doelstellingen of zijn belangrijkste sector (of daarbuiten) en tevredenheidsonderzoek, positieve trend beter concurrenten en kunnen die vergelijking publiciteit of ander kunnen die doorstaan feitenmateriaal vergelijking doorstaan Ontwikkeling van de inkomsten en uitgaven van de organisatie Financiële maatstaven Ruimte voor het opbouwen van financiële reserves De kosten per activiteit en /of product en/of dienst De verhouding van de kosten voor betaalde en onbetaalde medewerkers Kwaliteitsspiegel 85 Kwaliteitsspiegel 86 5.9. Eindresultaten a. Het aantal klanten en/of activiteiten en/of geleverde producten a. De ontwikkeling van nieuwe activiteiten en/of producten en/of diensten b. Ontwikkeling van inkomsten en uitgaven van de organisatie b. Ruimte voor het opbouwen van financiële reserves Facultatief Facultatief Totaal Totaal gemiddeld Kwaliteitsspiegel 87 Kwaliteitsspiegel 88 5.10 Profielschets Activiteit Proces Systeem Keten Excelleren georiënteerd georiënteerd georiënteerd georiënteerd en transformeren Fase 1 1 Fase 2 Fase 3 Fase 4 a. Richten b. Inrichten c. Verrichten 2 a. Oriënteren b. Creëren c. Implementeren 3A a. Vrijwilligersbeleid b. Werving vrijwilligers c. Betrokkenheid vrijwilligers d. Bevorderen van deskundigheid 3B a. Organiseren b. Investeren c. Respecteren 4 a. Geld b. Kennis en technologie c. Materiaal en diensten 5 a. Ontwerpen b. Beheersen c. Verbeteren en vernieuwen 6 Waardering door de klanten en leveranciers 7A Waardering door de vrijwilligers 7B Waardering door betaalde medewerkers 8 Waardering door de maatschappij 9A Activiteiten en resultaten 9B Financiële maatstaven Kwaliteitsspiegel 89 Fase 5 5.10 Spinnenweb vrijwilligers Processen Strategie & Beleid Beleid Middelen V IV III Leiderschap II Vrijwilligers I Waardering door vrijwilligers Waardering door de maatschappij Eindresultaten Kwaliteitsspiegel Waardering door klanten en leveranciers 90 5.12 Spinnenweb vrijwilligers en personeel Middelen Processen Vrijwilligers Strategie & Beleid Betaalde medewerkers Leiderschap I Waardering door betaalde medewerkers II III Waardering door de maatschappij IV Waardering door vrijwilligers V Waardering door klanten en leveranciers Eindresultaten Kwaliteitsspiegel 91 Kwaliteitsspiegel 92 Kwaliteitsspiegel 93