Hoe verhoudt vrijwilligerswerk zich tot betaalde arbeid

advertisement
Vrijwilligerswerk en betaalde arbeid: samen sterk!
Hoe verhoudt vrijwilligerswerk zich tot betaalde arbeid? Waar zitten knelpunten en hoe
zouden we daarmee om kunnen gaan? Dat zijn vraagstukken waar we op onze
arbeidsmarkt mee te maken hebben. Als vakbond vinden we vrijwilligers waardevol. Zij
geven energie aan de samenleving. Samen met én aanvullend aan de betaalde kracht.
Eén van onze leden zei onlangs dat de inzet en de tomeloze energie van de
vrijwilliger ons allen tot elkaar brengt. Een uitspraak die mij uit het hart gegrepen is.
Maar, zoals ik eerder al aangaf, het gaat om samenwerking. De vrijwilliger is
additioneel aan de professional. En waar die grens tussen vrijwilligerswerk en betaalde
arbeid dan ligt, dat hangt sterk samen met de context van onze maatschappij en de
politieke keuzes op dit moment.
Concurrentie op de arbeidsmarkt is van alle tijden. In de huidige tijden van
bezuinigingen, zie je het concurrentievraagstuk verscherpen. Werkgevers gaan sleutelen
aan verschillende kostenposten, waarvan personeel er in veel gevallen één is.
Werknemers zien dat betaalde arbeid een schaars goed is. Én ze ervaren de druk
wegbezuinigd te worden. Vervangen door onbetaalde krachten. Terwijl betaalde
professionals wel nodig zijn. Zo stimuleert betaalde arbeid de economie. Als mensen
hun baan verliezen en hun inkomsten zien dalen, zullen ook hun uitgaven hierop
aangepast worden. Bovendien wordt de afstand tot de arbeidsmarkt vaak steeds groter
met alle kosten van dien. Betaalde arbeid helpt mensen op weg, zowel financieel als
emotioneel.
En dan de kwaliteit van dienstverlening. Niemand zegt dat vrijwilligers geen kwaliteit
kunnen bieden. Maar de eisen die gesteld worden aan vrijwilligers zijn anders dan de
eisen die gesteld worden aan professionals. En dit hoort ook zo. Om een extreem
voorbeeld te noemen: je vraagt niet aan een vrijwilliger iemand te opereren. Maar wel
wordt aan een vrijwilliger gevraagd iemand te helpen met eten. Zelfs als deze persoon
slikproblemen heeft en verstikkingsgevaar om de hoek komt kijken……en de vrijwilliger
in kwestie heeft niet altijd de juiste achtergrond om in zo’n geval in te grijpen. Voor
bepaalde functies en taken is het belangrijk dat deze door (hiertoe opgeleide)
professionals worden uitgevoerd.
Vrijwilligers en professionals gaan prima samen. Maar soms wordt het lastig.
Bijvoorbeeld als de arbeidsmarkt een werkgeversmarkt is. Dit vergroot het gevoel van
concurrentie. Of als men vrijwillig en onbetaald activiteiten verricht die voorheen of
elders verricht werden of worden door iemand in loondienst. Of als iemand na de
opleiding onbetaald werk doet om ervaring op te doen. Voor een tijdelijke
overbruggingsperiode is dit prima, maar het moet niet de norm worden. Je ziet steeds
meer dat voorheen betaalde krachten in een uitkeringssituatie belanden en dat jonge
werknemers niet aan een baan kunnen komen.
Minister Asscher gaf in zijn kamerbrief van 1 oktober j.l. al aan dat het onacceptabel
is dat er oneerlijke concurrentie ontstaat tussen bedrijven op basis van
arbeidsvoorwaarden of arbeidsomstandigheden. Én dat vrijwilligerswerk en werkzaamheden
als tegenprestatie bij uitkering onderscheiden moeten worden van de reguliere
arbeidsmarkt. En daarom altijd additioneel moeten zijn aan reguliere arbeid.
Kortom: als werkzaamheden alle kenmerken hebben van een dienstbetrekking (een persoon
is verplicht is om enige tijd persoonlijke arbeid te verrichten en er bestaat een
gezagsverhouding tussen de medewerker en zijn of haar opdrachtgever), dan dient er ook
sprake te zijn van een beloning conform de Wet minimumloon en minimumvakantietoeslag
en de van toepassing zijnde cao.
Van hieruit is een aantal criteria te formuleren om te bepalen wanneer werk betaald werk
zou moeten zijn:
 Wanneer er een gezagsverhouding bestaat tussen de uitvoerder van de arbeid en
de opdrachtgever
 Wanneer er eisen gesteld worden die gelijk zijn aan die bij soortgelijke vacatures in
een betaalde baan. Bijvoorbeeld het werken volgens een rooster of in vaste
werktijden.
 Wanneer een functie onlangs nog is vervuld door een betaalde kracht
 Wanneer er gevaarlijke of onwenselijke situaties ontstaan omdat teveel geleund wordt
op de vrijwilliger.
 Wanneer de bedrijfsvoering in gevaar komt, zodra de vrijwilliger met zijn werk stopt.
Natuurlijk moet er gesproken blijven worden over de verhouding tussen vrijwilligers en
betaalde krachten. En is dit geen statisch punt, maar dynamisch en onderhevig aan
contextuele invloeden. Maar voor ons staat voorop dat de vrijwilliger niet misbruikt mag
worden om bij tijd- of geldgebrek ingezet te worden. Net zo goed als de werknemer niet
weggezet mag worden als overbodig personeel. Want dan komen vrijwilliger en professional
tegenover elkaar in plaats van naast elkaar te staan!
Download