WIK en WCK - NDA Incasso

advertisement
Krediet of debetstand en incassokosten
Wanneer een vordering is ontstaan als gevolg van een debetstand op een rekeningcourantverhouding of uit hoofde van niet nagekomen aflosverplichtingen van een
kredietovereenkomst, rijst soms de vraag of er incassokosten gevorderd mogen worden. Wij
leggen in het kort uit hoe het zit.
Onder de werking van de Wet op het Consumentenkrediet (WCK) vallen kredietovereenkomsten
(doorlopend en aflopend) tot en met een kredietsom van € 40.000,00, gesloten tussen een
kredietgever en een consument. Een consument is volgens de wet: een natuurlijk persoon die niet
handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Na opeising van een vordering uit een
dergelijke overeenkomst kunnen geen incassokosten gevorderd worden.
Zodra de WCK niet van toepassing is, kunnen er wel incassokosten gevorderd worden. Het gaat dan
om een kredietsom hoger dan € 40.000,00 en/of een krediet verstrekt aan een niet-consument. Ook
een ongeoorloofd debetsaldo op een rekening-courantverhouding valt niet onder de werking van de
WCK.
Op grond van artikel 6:96 lid 6 BW betekent dit dat na intreden van verzuim aan een consument
schriftelijk een termijn van 14 dagen dient te worden gegund om de opeisbare vordering zonder
kosten te betalen (WIK-brief genoemd). In deze WIK-brief staat dat nadien de incassokosten
wettelijk verschuldigd zijn, volgens de staffel in het Besluit Vergoeding voor Buitengerechtelijke
Incassokosten.
Conform artikel 6:96 lid 4 BW behoeft een dergelijke 14 dagen brief (WIK-brief) niet gezonden te
worden bij verzuim van een niet-consument. Incassokosten zijn dan verschuldigd indien de
wettelijke of overeengekomen termijn van betaling is verstreken. De hoogte van deze kosten
kunnen worden afgesproken in de algemene voorwaarden. Is er tussen partijen niets afgesproken
over de hoogte van eventuele incassokosten, dan dient de staffel in het Besluit Vergoeding voor
Buitengerechtelijke Incassokosten gebruikt te worden.
Het sleutelwoord in de beide voorgaande alinea’s is ‘verzuim’. Wanneer is daar sprake van?
Verzuim treedt in de regel in na een ingebrekestelling, meestal conform het bepaalde in de
betreffende overeenkomst en/of eventueel aanvullende algemene voorwaarden. In heel eenvoudige
situaties is er zelfs geen ingebrekestelling nodig. Bijvoorbeeld wanneer is overeengekomen dat een
factuur binnen 14 dagen na factuurdatum betaald moet zijn. Het verzuim treedt dan in op de 15de
dag.
Bij kredietovereenkomsten ligt dat iets genuanceerder. Gebruikelijk is dat de schuldenaar, die
tenminste twee maanden achterstallig is in de betaling van de overeengekomen termijnbedragen,
wordt aangemaand om deze achterstand te voldoen. In die aanmaning staat dan aangekondigd, dat
bij gebreke van tijdige betaling, verzuim intreedt en het gehele kredietsaldo opeisbaar wordt
gesteld. In geval van een ongeoorloofd debetsaldo, zal de schuldenaar aangemaand worden het
tekort binnen een bepaalde termijn aan te zuiveren tot de geoorloofde limiet.
De hier bedoelde aanmaningen zijn dus de voorgeschreven ingebrekestellingen. Wordt aan die
aanmaningen niet voldaan, dan is er sprake van verzuim en kan het saldo volledig worden opgeëist.
De opeising wordt vaak gecombineerd met de 14-dagenbrief (WIK-brief), waarin de incassokosten
kunnen worden aangekondigd, indien geoorloofd.
Wilt u weten of uw 14-dagenbrief aan alle eisen voldoet? Wilt u weten hoe hoog de incassokosten
zijn die u kunt vorderen? Neemt u dan eens een kijkje op onze website www.nda-incasso.nl
Mr R. Zegers
Amersfoort, augustus 2015
Download