Van Bourgondische Rijk naar Habsburgse Rijk tot Spaanse landen De hertogen van Bourgondië wisten hun macht in snel tempo uit te breiden. Ze vergrootten hun bezittingen door oorlog, vredesverdragen, huwelijken, bondgenootschappen en verraad en moord. Het Bourgondische rijk lag als een langgerekte lappendeken tussen het Franse en Duitse Rijk. Hertogen van Bourgondië zagen zich lange tijd als opvolgers van de Franse koning. Filips de Goede (1396-1467) wilde een nieuw koninkrijk stichten. Het Bourgondische hof was dan ook ‘koninklijk’, met o.a. riddertoernooien en veel weelderigheid. Hij wilde de Nederlandse gewesten tot een eenheid smelten en riep de Staten-Generaal bijeen. Zijn zoon Karel de Stoute (1433-1477) zette de centralisatiepolitiek voort. Zo richtte hij een centrale rekenkamer op en voerde een centraal geleid huurleger in. Als hij sterft in een slag bij Nancy neemt zijn dochter Maria van Bourgondië het bestuur over. Zij trouwde in 1477 met Maximiliaan van Oostenrijk (die in 1493 Duits keizer wordt), waardoor de Nederlanden onder het huis van Habsburg vielen. Het hertogdom Bourgondië was naar Frankrijk gegaan. Maria van Bourgondië had ook in 1477 het Groot Privilege getekend. Hierin stond hoe de vorst zich tegenover de gewesten zou moeten gedragen; er mocht niet zonder toestemming belasting worden geïnd of een oorlog worden gevoerd. Als Maria door een val van een paard overlijdt in 1482, nam bij meerderjarigheid Filips de Schone (1478-1506) het bestuur over. Hij trouwde met Johanna van Castillië (1479-1555) waardoor de band met Spanje was begonnen. Johanna werd ook wel de ‘Waanzinnige’ genoemd, omdat ze lange tijd met de kist van Filips de Schone sleepte toen deze in 1506 was overleden. De zoon van Filips was Karel V (1500-1558). Door dynastiek toeval werd Karel vorst van de Bourgondische erflanden (na de dood van Filips de Schone in 1506), koning van de Spaanse erflanden (na de dood van de Spaanse koning Ferdinand van Aragon in 1516) en vorst van de Habsburgse erflanden (na de dood van Maximiliaan van Oostenrijk in 1519). Daarbij liet hij zich in 1519 ook nog tot keizer van het Duitse rijk verkiezen. Hij zou uiteindelijk de leiding krijgen over een Spaans-Habsburgs rijk waarin 40% van de Europese bevolking leefde. Karel V liet het bestuur van de Nederlanden over aan een landvoogdes (eerst Margaretha van Oostenrijk, later Maria van Hongarije). De bestuurlijke en gerechtelijke unificatie ging in de Nederlanden gepaard met een territoriale eenmaking. Om bestuur en rechtspraak in Vlaanderen aan te passen aan die van de andere provincies, moest de oude feodale band van het graafschap met Frankrijk verbroken worden. De gelegenheid deed zich voor na een nederlaag van de Franse koning Frans I. Bij de Vrede van Kamerijk (1529) werd Vlaanderen definitief van Frankrijk losgekoppeld. Tijdens de daaropvolgende jaren slaagde Karel V erin om de Nederlanden nauwer aan elkaar te smeden. De Transactie van Augsburg (1548) maakte van het gebied een afzonderlijke eenheid (Bourgondische Kreits) binnen het Duitse rijk. Een jaar later werd dat bevestigd door de plechtige verklaring dat de opvolgingsprocedure van de vorst in alle Nederlandse gebieden voortaan op dezelfde manier moest verlopen (Pragmatieke Sanctie, 1549). Daardoor werden zij als één geheel met het huis van Habsburg verbonden. 1404 1467 1477 Toen Karel V overleed in 1558 zag de kaart van het Habsburgse Rijk er zo uit. Het rode gebied hoort bij de Spaanse landen, het groene gebied bij het Duiste Rijk.