Oorspronkelijke bijdragen R.A.Th. Gortzak, I. van der Waal, R.H.B. Allard Odontogeen focusonderzoek in een selectie van Nederlandse medische centra Een odontogeen focus kan tot zowel lokale als algemene lichamelijke aandoeningen leiden. Het kan vooral bij bepaalde patiëntencategorieën van belang zijn aanwezige odontogene foci te behandelen om interferentie met een medische behandeling te voorkomen. Om inzicht te krijgen in het aantal verrichte focusonderzoeken, de medische indicaties voor een focusonderzoek, het aantal en de soort odontogene foci dat wordt gevonden en de naar aanleiding van het focusonderzoek uitgevoerde behandelingen, zijn over een periode van 3 maanden in 16 medische centra de uitgevoerde odontogene focusonderzoeken geregistreerd. Het aantal geregistreerde focusonderzoeken was 470. De voornaamste indicatie voor een focusonderzoek bleek hart(klep)chirurgie te zijn, gevolgd door radiotherapie in het hoofd-halsgebied. In meer dan de helft van de gevallen werd het focusonderzoek gevolgd door een behandeling om de mond focusvrij te maken. Er was een significant verschil in percentages patiënten bij wie foci werden gevonden en behandelingen werden uitgevoerd tussen dentate en edentate patiënten, namelijk bij meer dan 80% van de dentaten en bij minder dan 20% van de edentaten. Gortzak RATh, Waal I van der, Allard RHB. Odontogeen focusonderzoek in een selectie van Nederlandse medische centra Ned Tijdschr Tandheelk 2007: 114; 287-291 Inleiding Een ontstekingshaard in de dentitie, ook wel aangeduid met de term odontogeen focus, kan in sommige omstandigheden tot zowel lokale als algemene lichamelijke aandoeningen leiden (Jansma en Vissink, 1998). Tot odontogene foci worden gerekend cariës profunda, avitale pulpa, parodontale ontsteking, geheel of partieel geïmpacteerd gebitselement, periapicaal granuloom, cyste en wortelrest. Het onderzoek naar de aanwezigheid van deze foci wordt in een medisch centrum meestal uitgevoerd door een kaakchirurg of een ziekenhuistandarts. Alhoewel het belang van het odontogeen focusonderzoek door sommige onderzoekers ter discussie wordt gesteld (Toljanic et al, 1999; Pallasch en Wahl, 2000) en anderen aandringen op meer wetenschappelijk onderzoek hieromtrent (Murray en Saunders, 2000), wordt dit onderzoek veelvuldig uitgevoerd als preventieve maatregel voorafgaand aan bepaalde medische behandelingen. Bij bepaalde patiënten kan het zeker belangrijk zijn een odontogeen focusonderzoek te verrichten en eventuele foci te behandelen (Navazesh en Mulligan, 1995; Meurman, 1997; Velich et al, 2002). Dit geldt in ieder geval voor patiënten die radiotherapie moeten ondergaan in het hoofd-halsgebied, voor patiënten die een orgaantransplantatie of een openhartoperatie moeten ondergaan en in principe ook voor patiënten die chemotherapie krijgen en voor patiënten die zijn opgenomen met onbegrepen koorts. Bij patiënten die radiotherapie in het hoofd-halsgebied moeten ondergaan, kan een odontogeen focus tijdens Ned Tijdschr Tandheelkd 114 juli 2007 en ook na de bestraling tot veel problemen in en rond de mond leiden. Door de veelal irreversibele bijwerkingen van de radiotherapie is altijd sprake van langetermijneffecten op de mondgezondheid. Door de verminderde speekselvloed kan een ernstige vorm van cariës (bestralingscariës) optreden en kan, door het afgenomen regeneratievermoTabel 1. Participerende medische centra. Academische centra Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Vrije Universiteit Medisch Centrum, Amsterdam Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen Universitair Medisch Centrum St Radboud, Nijmegen Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht Perifere centra Isala klinieken, Zwolle St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein Rijnland Ziekenhuis, locatie Leiderdorp, Leiderdorp Medisch Centrum Alkmaar, Alkmaar Amphia Ziekenhuis, Breda Medisch Centrum Leeuwarden, Leeuwarden Ziekenhuis Rijnstate, Arnhem VieCuri Medisch Centrum voor Noord-Limburg, Venlo St. Jozef Ziekenhuis, Eindhoven Ziekenhuis Walcheren, Vlissingen 287 Oorspronkelijke bijdragen 0. Inzendende afdeling (s.v.p. omcirkelen) 1. Amsterdam AMC 6. Zwolle 2. Amsterdam VU 7. Nieuwegein 3. Groningen 8. Leiderdorp 4. Nijmegen 9. Leiden 5. Utrecht 10. Alkmaar Indicatie 11. Breda 12. Leeuwarden 13. Arnhem 14. Venlo 15. Eindhoven 16. Vlissingen Radiotherapie Chemotherapie Hart(klep)chirurgie Transplantatie Koorts Overig 1. Datum eerste bezoek van patiënt aan de afdeling Kaakchirurgie/ Bijzondere tandheelkunde jaar maand dag .. .. .. 2. Geboortedatum patiënt 3. Geslacht jaar .. maand dag .. .. M/V 4. Gebitssituatie 4.1 Eigen dentitie, al of niet volledig 4.2 Edentaat 5. Verzoek tot eliminatie odontogene foci in verband met 5.1 Voorgenomen bestraling in het hoofd-halsgebied 5.2 Voorgenomen chemotherapie 5.3 Voorgenomen hart(klep)chirurgie 5.4 Voorgenomen transplantatie (nier, lever, beenmerg, enz.) 5.5 Koorts, causa ignora 5.6 overige (s.v.p. specificeren) 6. Waaruit heeft het focusonderzoek bestaan? (meerdere opties mogelijk) 6.1 Mondonderzoek 6.2 Volledige parodontiumstatus 6.3 Röntgenonderzoek 6.4 Vitaliteitstesten 6.5 Overige (s.v.p. specificeren) 7. Waaruit heeft het focusvrij maken bestaan? (meerdere opties mogelijk) 7.1 Mondhygiënische behandeling en/of begeleiding 7.2 Behandeling van caries profunda 7.3 Eén of meer endodontische behandelingen 7.4 Eén of meer apexresecties 7.5 Extractie van één of meer gebitselementen 7.6 Andere behandeling dan hierboven (s.v.p. specificeren) 7.7 Geen behandeling Tabel 2. Landelijk registratieformulier voor odontogeen focusonderzoek. gen van het bestraalde kaakbot, een op zichzelf eenvoudige extractie van een gebitselement tot een hardnekkige vorm van botnecrose leiden (osteoradionecrose). Mede hierom is het van belang om als preventieve maatregel voor aanvang van de radiotherapie aanwezige odontogene foci te behandelen. Bij toepassing van systemische chemotherapie treedt 288 Aantal % 116 65 179 73 9 28 25 13 38 16 2 6 Tabel 3. Medische indicaties voor odontogeen focusonderzoek (n = 470). vaak een algehele weerstandsverlaging op. Daarbij kunnen chronische, veelal subklinisch verlopende ontstekingen in en rond de dentitie opvlammen en kan, wanneer geen extra voorzorgsmaatregelen worden getroffen, het aanvankelijk gezonde tandvlees en mondslijmvlies ontstoken raken. Soortgelijke situaties kunnen zich ook voordoen bij patiënten die een orgaantransplantatie moeten ondergaan en daarbij gedurende langere tijd met immunosuppressiva worden behandeld. Omdat zulke ontstekingen de voorgenomen medische behandeling erg kunnen ontregelen, is preventief behandelen van odontogene foci te adviseren. Toljanic et al (1999) stelden dat voor chemotherapie het preventief behandelen van deze foci niet nodig is. Op het moment dat een odontogeen focus opvlamt tijdens de chemokuur zou alsnog behandeling kunnen plaatsvinden. Alhoewel de chemotherapie er niet voor hoeft te worden onderbroken, is het toch een extra belasting voor de patiënt om tijdens de doorgaans geestelijk en lichamelijk als zwaar ervaren chemokuur ook nog een behandeling in de mond te moeten ondergaan. Patiënten die openhartchirurgie moeten ondergaan, dienen eveneens een onstekingsvrije mond te hebben ter voorkoming van kolonisatie van het operatiegebied met pathogene mondbacteriën. Behalve deze patiëntencategorieën lijkt het odontogeen focus ook een rol te kunnen spelen bij patiënten met algemeen lichamelijke klachten of aandoeningen, zoals onbegrepen koorts (Pernice et al, 1990; Navazesh en Mulligan, 1995; Pryszmont et al, 2005). Meestal wordt hiervoor de term focale infectie gebruikt. Alhoewel het vaak moeilijk is om in een dergelijke situatie onomstotelijk te bewijzen dat de elders in het lichaam gelegen aandoening daadwerkelijk vanuit een odontogeen focus is ontstaan, wordt behandeling van het focus wel aangeraden (Thoden van Velzen et al, 1984; Bol, 1997; Wagner et al, 2006). De wetenschappelijke basis voor odontogeen focusonderzoek ontbreekt. Daarom bestaat er geen eenduidig protocol over hoe, wanneer en bij wie dit moet worden verricht. De argumenten pro en contra zullen door gedegen wetenschappelijk onderzoek moeten worden vastgesteld. Voordat een dergelijk onderzoek kan worden uitgevoerd, is het noodzakelijk vast te stellen door wie en in welke mate het odontogeen focusonderzoek in de praktijk wordt verricht. Ned Tijdschr Tandheelkd 114 juli 2007 Gortzak e.a.: Odontogeen focusonderzoek Onderzoek Mondonderzoek Parodontiumstatus Röntgenonderzoek Vitaliteitstest Overig Aantal % 470 71 437 53 17 100 15 93 53 4 Type behandeling Mondhygiëne Cariësbehandeling Endodontie Apexresectie Extractie Overig Aantal 214 22 13 15 142 9 % 71 7 4,3 4,9 47 3 Tabel 4. Verrichte diagnostiek in het kader van het focusonderzoek (n = 470). Tabel 5. Behandelingen volgend op odontogeen focusonderzoek (n = 301). Bij sommige patiënten werden meerdere typen behandeling uitgevoerd. Materiaal en methode van de behandelingen bij edentate patiënten bestond uit mondhygiëne-/prothesehygiëne-instructie en vervaardiging van nieuwe prothesen of aanpassing van de bestaande. Bij 10 edentate patiënten (2% ) werden geïmpacteerde gebits­ elementen verwijderd en bij 1 patiënt (0,2%) werd een kaakcyste verwijderd. Om te inventariseren wie (kaakchirurgen en tandartsen) bij het odontogeen focusonderzoek zijn betrokken en welke de omvang van de patiëntencategorieën is, werd een multicentrumonderzoek verricht naar het voorkomen ervan. Bij het onderzoek werden 16 medische centra betrokken, waarvan 6 academische en 10 perifere (tab. 1). Gedurende 3 maanden werden in deze medische centra de verrichte focusonderzoeken geregistreerd. De onderzoeken werden verricht door medewerkers van de afdelingen kaakchirurgie en/of ziekenhuistandheelkunde, afhankelijk van de organisatie binnen het desbetreffende medische centrum. Van elk onderzoek werden de gegevens geregistreerd via een uniform registratieformulier (tab. 2). De geregistreerde gegevens werden gedigitaliseerd ingevoerd om statistische bewerking mogelijk te maken. Resultaten In totaal werden 470 focusonderzoeken geregistreerd. De academische medische centra stuurden 330 registratieformulieren in en de perifere medische centra 140. De leeftijd van de geregistreerde patiënten bedroeg gemiddeld iets meer dan 52 jaar, met een spreiding van 20-34 jaar. Het leeftijdsbereik bedroeg 1-87 jaar. Er werden 300 mannen en 170 vrouwen onderzocht, van wie er 330 partieel of volledig dentaat waren en 140 edentaat. Van de mannen waren 215 dentaat (72%) en 85 edentaat (28%), van de vrouwen 115 dentaat (67%) en 55 edentaat (33%). Tabel 3 geeft een overzicht van de medische indicaties voor het aanvragen van het focusonderzoek. Het verrichte onderzoek voor diagnostiek van mogelijke odontogene foci staat in tabel 4. Bij 301 patiënten (64%), van wie 197 mannen en 104 vrouwen, vond een behandeling plaats om een gediagnosticeerd odontogeen focus te elimineren (tab. 5). Tabel 6 toont het aantal en percentage extracties van gebits­ elementen per indicatie van het focusonderzoek. Van de 330 dentate patiënten werden er 275 behandeld, dit is 58,5% van het totaal aantal focusonderzoeken en 83% van het aantal dentaten. Van de 140 edentate patiënten werden er 26 behandeld − dit is 5,5% van het totaal aantal focusonderzoeken en 18,5% van het aantal edentaten − ter eliminatie van odontogene foci. Bij 114 edentate patiënten werd geen behandeling noodzakelijk geacht. Het merendeel Ned Tijdschr Tandheelkd 114 juli 2007 Discussie Het odontogene focus is in de literatuur veelvuldig besproken, met vurige voor- en tegenstanders (Oepen, 1984; Marks et al, 1988; Harsanyi en Schweitzer, 1991; Asikainen en Alaluusua, 1993). Het betreft doorgaans kleine patiëntenseries of individuele patiënten en van een gedegen wetenschappelijk onderzoek is geen sprake (Pallasch en Wahl, 2000). Ondanks het ontbreken van een wetenschappelijke bewijsvoering wordt er in de praktijk toch veel waarde gehecht aan het odontogene focusonderzoek. In zowel de academische als de perifere medische centra bleek odontogeen focusonderzoek regelmatig te worden uitgevoerd. Het aantal geregistreerde onderzoeken was het hoogst in de academische centra en in de grote perifere centra hoger dan in de kleinere. Dit hangt waarschijnlijk samen met de aanwezigheid van afdelingen hartchirurgie, transplantatiechirurgie, oncologie en radiotherapie in de grotere medische centra. Deze afdelingen zijn verantwoordelijk voor een groot aantal van de aanvragen voor focusonderzoek. Het onderzoek werd in de meeste gevallen verricht door een kaakchirurg. In slechts enkele medische centra was een ziekenhuistandarts verantwoordelijk voor de focusonderzoeken. Niet elk medisch centrum had de beschikking over een afdeling ziekenhuistandheelkunde of centrum bijzondere tandheelkunde. Als er wel een dergelijke afdeling bestond, werd het focusonderzoek toch nog in een groot aantal van de gevallen verricht door een kaakchirurg en niet door een tandarts. In een enkele kliniek werd het onderzoek afwisselend verricht door een kaakchirurg en een tandarts. Er was een grote spreiding in de leeftijd van de patiënten. Kinderen werden vaak gezien in het kader van beenmergtransplantatie en chemokuren voor bijvoorbeeld leukemie, terwijl hart(klep)operaties en radiotherapie meer voorkwamen bij oudere patiënten. Opvallend was dat het aantal mannen significant groter was dan het aantal vrouwen. Of 289 Oorspronkelijke bijdragen Indicatie Radiotherapie (n = 116) Chemotherapie (n = 65) Hart(klep)chirurgie (n = 179) Transplantatie (n = 73) Koorts (n = 9) Aantal patiënten met 1 of meer extracties % 35 10 50 31 3 30 15 28 42 33 op indicatie zouden afdoende kunnen zijn om odontogene foci uit te sluiten. Opvallend was dat de meeste extracties plaatsvonden bij patiënten die een transplantatie en de minste bij patiënten die een chemokuur moesten ondergaan. Bij de overige indicaties voor het focusonderzoek was het percentage nagenoeg gelijk. Mogelijk werd de indicatie voor het focusonderzoek meegewogen in de overweging of een focus moest worden behandeld en werd bij de patiënten die een transplantatie van een orgaan moesten ondergaan strenger geoordeeld om elk risico op infectie en mogelijke afstoting uit te sluiten. Tabel 6. Extracties per indicatie van odontogeen focusonderzoek. dit berust op een juiste afspiegeling van het verschil in het aantal opgenomen mannen en vrouwen op de verwijzende afdelingen of dat meer mannen dan vrouwen worden verwezen voor een focusonderzoek kon niet betrouwbaar worden nagegaan. Van de patiënten was 70% (partieel) dentaat. Dit hangt samen met de gemiddelde leeftijd van iets boven de 52 jaar. Men houdt tot op steeds hoger wordende leeftijd een natuurlijke dentitie en wordt pas op oudere leeftijd edentaat. De voornaamste indicatie voor het verrichten van een focusonderzoek bleek hart(klep)chirurgie te zijn, gevolgd door voorgenomen radiotherapie in het hoofd-halsgebied. In alle gevallen werd voor de diagnose van odontogene foci mondonderzoek verricht en in bijna alle gevallen röntgenonderzoek. Hierbij bestond geen verschil tussen dentate en edentate patiënten. Het meest werd gebruikgemaakt van het orthopantomogram (OPT). Alhoewel het OPT behulpzaam kan zijn bij het onderzoek naar odontogene foci, moet dit pas na zorgvuldig mondonderzoek en op indicatie worden vervaardigd. Dit werd bevestigd in een onderzoek bij kinderen bij wie odontogeen focusonderzoek werd verricht voorafgaand aan een beenmergtransplantatie (Donker, 2002). Andere soorten onderzoek werden minder frequent aangewend. Opvallend is het kleine aantal vitaliteitstesten bij dentate patiënten; slechts bij 16% werd dit onderzoek verricht. De combinatie van mondonderzoek en röntgenonderzoek werd blijkbaar afdoende gevonden om odontogene foci te diagnosticeren. In meer dan de helft van de gevallen werd het focusonderzoek gevolgd door een behandeling om de mond focusvrij te maken. Mondhygiënebehandelingen en extracties van gebitselementen kwamen hierbij het meest voor. Er was een significant verschil in het aantal gevonden foci en daarvoor uitgevoerde behandelingen tussen dentate en edentate patiënten. Het percentage behandelde dentate patiënten bedroeg meer dan 80% tegenover minder dan 20% edentaten. Slechts bij 11 edentaten (8%) was een invasieve behandeling nodig: 10 extracties en een verwijdering van een cyste. De vraag lijkt dan ook gerechtvaardigd of het bijna standaard uitgevoerde röntgenonderzoek bij meer dan 90% van de edentaten veel bijdraagt aan de uitkomst van het focusonderzoek. Anamnese en een grondige inspectie van de edentate kaak en aanvullend röntgenonderzoek 290 Conclusie Concluderend kan worden gesteld dat in Nederlandse medische centra een odontogeen focusonderzoek met enige regelmaat wordt verricht. Over de effectiviteit van het onderzoek is echter weinig bekend. Het feit dat bij meer dan de helft van alle onderzochte patiënten een behandeling van een focus volgde, geeft aan dat het tijd wordt de wetenschappelijke basis van het odontogeen focusonderzoek vast te stellen. Het kan immers zijn dat veel mensen nu nodeloos behandelingen ondergaan. Een goede vraag is ook wat er met de andere helft van de patiënten gebeurt. Waren er geen foci, of werd ondanks de aanwezigheid van een focus geen behandeling uitgevoerd? Een gerandomiseerd klinisch onderzoek, zoals bepleit door diverse onderzoekers, kan hierin vermoedelijk meer duidelijkheid brengen (Murray en Saunders, 2000; Jansma en Stegenga, 2006). Literatuur > Asikainen S, Alaluusua S. Bacteriology of dental infections. Eur Heart J 1993; 14(suppl. K): 43-50. > Bol P. Focale infectie: nieuwe gezichtspunten. Ned Tijdschr Tandheelkd 1997; 104: 168-169. > Donker AE, Merkesteyn JP van, Bredius RG, Weel-Sipman MH van. Value of panoramic radiographs in paediatric pre-bone marrow transplantation oral evaluation. Int J Oral Maxillofac Surg 2002; 31: 170-172. > Harsanyi L, Schweitzer K. The focus of dental infection. Fogorv Sz 1991; 84: 369-374. > Jansma J, Vissink A. Dentogene foci. Rol, behandeling en preventie bij risicopatiënten. Ned Tijdschr Tandheelkd 1998; 105: 52-56. > Jansma J, Stegenga B. Focusonderzoek: zinvol of overbodig? Ned Tijdschr Tandheelkd 2006; 113: 328-333. > Marks PV, Patel KS, Mee EW. Multiple brain abscesses secondary to dental caries and severe periodontal disease. Br J Oral Maxillofac Surg 1988; 26: 244-247. > Meurman JH. Dental infections and general health. Quintessence Int 1997; 28: 807-811. > Murray CA, Saunders WP. Root canal treatment and general health: a review of the literature. Int Endod J 2000; 33: 1-18. > Navazesh M, Mulligan R. Systemic dissemination as a result of oral infection in individuals 50 years of age and older. Spec Care Dentist 1995; 15: 11-19. > Oepen I. Critical observations on ‘focal loci’. HNO 1984; 32: 108-111. Ned Tijdschr Tandheelkd 114 juli 2007 Gortzak e.a.: Odontogeen focusonderzoek > Pallasch TJ, Wahl MJ. The focal infection theory: appraisal and reap­ Summary praisal. J Calif Dent Assoc 2000; 28: 194-200. > Pernice L, Ribault JY, Fourestier J, et al. Persistent fever of dental origin. Rev Stomatol Chir Maxillofac 1990; 91 Suppl. 1: 137-138. > Pryszmont J, Grygorczuk S, Kondrusik M, Pancewicz S, Zajkowska J. Severe form of odontogenic sepsis. A case report. Pol Merkur Lekarski 2005; 18: 314-316. > Thoden van Velzen SK, Abraham-Inpijn L, Moorer WR. Plaque and systemic disease: a reappraisal of the focal infection concept. J Clin Periodontol 1984; 11: 209-220. > Toljanic JA, Bedard JF, Larson RA, Fox JP. A prospective pilot study to evaluate a new dental assessment and treatment paradigm for patients scheduled to undergo intensive chemotherapy for cancer. Cancer 1999; 85: 1843-1848. > Velich N, Remport A, Szabo G. Dental screening of patients after organ transplantation. Orv Hetil 2002; 143: 505-508. > Wagner KW, Schon R, Schumacher M, Schmelzeisen R, Schulze D. Case report: brain and liver abscesses caused by oral infection with streptococcus intermedius. Oral Surg Oral Med Oral Pathol Oral Radiol Diagnosing and treatment of dental foci in Dutch medical centres Although not scientifically proven, dental foci are believed to result in severe local or systemic disease. Eradicating dental foci in order to prevent possible interference with a medical treatment may be important in specific patient groups. To gain insight in the number of dental focus examinations, the medical evidence, the number of potential foci determined, as well as the treatment eradicating the focus, all dental focus examinations in 16 Dutch hospitals were registered during 3 months. A total number of 470 examinations were performed. Scheduled heart(valve)surgery and radiotherapy of the head and neck were the main reasons for a dental focus examination. Dental foci were found and treated in more than 50% of the patients examined. There was a significant difference between dentate and edentulous patients in the percentage of patients diagnosed and treated for a dental focus. More than 80% of dentate and less than 20% of edentulous patients were treated. Endod 2006; 102: e21-23. Bron R.A.Th. Gortzak1, I. van der Waal2, R.H.B. Allard1,2 Uit 1de afdeling Mondziekten Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Leids Universitair Medisch Centrum en 2de afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie van het VU Medisch Centrum/Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam Datum van acceptatie: 21 februari 2007 Adres: dr. R.A.Th. Gortzak, LUMC, postbus 9600, 2300 RC Leiden [email protected] Ned Tijdschr Tandheelkd 114 juli 2007 291