Boekhoudkundige verwerking van dividenden: altijd “opbrengsten uit financiële vaste activa” ? 1. Vraagstelling De situatie zal U niet onbekend in de oren klinken. Jan, Piet en Pol willen graag de aandelen kopen van de NV Exploitatie. Zij doen dit evenwel niet in persoonlijke naam, maar zij richten samen een NV Holding op. Met het kapitaal dat Jan, Piet en Pol aan de NV Holding ter beschikking stellen wordt aan de verkoper van de aandelen een eerste schijf van de prijs betaald. Dankzij een lening van een financiële instelling slagen ze er in om een tweede schijf van de prijs voor de aandelen van de NV Exploitatie te betalen. En om het saldo te vereffenen, schiet de NV Exploitatie zelf ter hulp. Zij bezit immers een aardige som aan liquiditeiten (op het actief) met corresponderende beschikbare reserves (op het passief). En daarom beslist de algemene vergadering van de NV Exploitatie –de NV Holding heeft in deze algemene vergadering een riante meerderheidspositie- tot uitkering van een (belangrijk) tussentijds dividend. Alle beschikbare reserves worden als dividend aan de aandeelhouders uitgekeerd. Vraag: hoe worden deze binnenkomende dividenden in de NV Holding geboekt ? Als “opbrengsten uit financiële vaste activa” in de klasse 75 ? Of in min van de aanschaffingswaarde van de deelneming (dus op het credit van de klasse 28)? 2. Twee mogelijkheden In een eerste benadering kijkt men naar de boekhoudkundige verwerking bij de vennootschap die de terugbetaling of de uitkering verricht, in ons voorbeeld de NV Exploitatie: - als het uitgekeerde bedrag wordt afgenomen van de reserves van NV Exploitatie, dan moet het door de aandeelhouder, de NV Holding, worden beschouwd als inkomsten die in de resultatenrekening moeten worden opgenomen; dit is het geval in ons voorbeeld; vermits het eigen vermogen van de NV Exploitatie na de dividenduitkering (substantieel) is gedaald, moet de NV Holding vervolgens overwegen om een waardevermindering te boeken op de aandelen; - als evenwel in de NV Exploitatie het terugbetaalde bedrag aan het kapitaal of aan de uitgiftepremies zou worden onttrokken, quod non in ons voorbeeld, dan zal het voor de aandeelhouder als een terugbetaling van zijn inbreng worden beschouwd; het moet dan in mindering worden gebracht van de aanschaffingswaarde van de betrokken aandelen; als het ontvangen bedrag groter zou zijn dan de boekwaarde van de aandelen in de boekhouding van de NV Holding, dan moet het saldo vanzelfsprekend als financiële opbrengst worden geboekt. In een tweede benadering trekt men een virtuele grens op de dag van de overname van de aandelen door de NV Holding. Men maakt bij het uitkeren van reserves onderscheid tussen de reserves die in de NV Exploitatie zijn opgebouwd met winsten vóór de datum van overdracht van aandelen en reserves uit winsten die zijn gerealiseerd na de overdracht van de aandelen aan de NV Holding. En dus: - worden de ontvangen sommen in de boekhouding van de NV Holding in de resultatenrekening geboekt (opbrengsten uit financiële vaste activa) voor zover het gecumuleerde bedrag van de ontvangen sommen niet groter is dan de gecumuleerde nettowinst die door de NV Exploitatie is gerealiseerd sinds de datum waarop de NV Holding de betrokken aandelen heeft verworven; - worden de ontvangen sommen die deze gecumuleerde nettowinst overstijgen, geboekt als een vermindering van de investering, dus in min van de aanschaffingswaarde van de deelneming. De verwijzing naar de winst die is gerealiseerd sinds de NV Holding de aandelen heeft verworven, impliceert dat ook rekening moet worden gehouden met het verwezenlijkte resultaat van het lopende boekjaar. Er kan een praktisch probleem rijzen als het effectieve resultaat op die datum niet beschikbaar is. In dat geval moet het tussentijds resultaat van het lopende boekjaar tot de datum van overdracht worden geraamd. Als in de tweede benadering roerende voorheffing zou worden ingehouden op de uitgekeerde dividenden, dan moet die ten laste van de resultatenrekening worden gebracht onder “belastingen op het resultaat”. 3. Commissie voor Boekhoudkundige Normen De Commissie voor Boekhoudkundige Normen wikte en woog beide benaderingen (Bulletin nummer 34 – maart 1995 – 151/2). In haar uiteindelijk advies maakt zij een onderscheid. Als de door NV Holding verworven aandelen in de klasse 28 zijn geboekt, dus als deelneming (bij de financiële vaste activa), dan gaat haar voorkeur uit naar de tweede benadering. Zij haast zich evenwel om te stellen dat –hoewel haar voorkeur naar de tweede benadering uitgaat- daaruit niet kan worden afgeleid dat de eerste benadering tegen de beginselen van een regelmatige boekhouding zou indruisen. Zij wenst niet te stellen dat de eerste benadering niet zou mogen worden gevolgd. De Commissie is formeler voor de aandelen die geldbeleggingen vormen: enkel de eerste benadering is voor de Commissie aanvaardbaar. 4. Fiscale aspecten Het is niet onze bedoeling om in deze bijdrage in detail in te gaan op de fiscale aspecten van deze materie. Slechts enkele bedenkingen. 1. Als de door de NV Exploitatie uitgekeerde reserves in de boekhouding van de NV Holding op het credit van de rekening 28 worden geboekt -omdat het gaat om reserves van voor de overname- dan lijkt er in wezen geen impact op de resultatenrekening en zou er geen fiscale issue zijn. Er ontstaat schijnbaar geen belastbare basis (zie evenwel punt 4). 2. Als de door de NV Exploitatie uitgekeerde reserves evenwel in de boekhouding van de NV Holding als een financiële opbrengst worden geboekt, dan ontstaat er wel een resultaat. Dit resultaat zal voor 5 % of voor 100 % in de belastbare basis worden weerhouden, afhankelijk van het feit of al dan niet kan genoten worden van de DBIregeling. Sinds 1 januari 2003 gelden op dit vlak trouwens strengere regels. Zo is de minimumdeelneming opgetrokken van 5% naar 10%. Zo ook kan van vrijstelling wegens DBI geen sprake meer zijn als de aandelen bij de geldbeleggingen zijn geboekt. En precies in deze situatie moet volgens de Commissie voor de eerste benadering worden gekozen. 3. Als de uitgekeerde reserves in de boekhouding van de NV Holding in opbrengst worden geboekt, en als het gaat om reserves van de NV Exploitatie van vóór de overname, dan zal –zo ook in ons voorbeeld- op de aandelen een waardevermindering moeten worden voorzien. Door de uitkering van reserves is het eigen vermogen van de NV Exploitatie immers substantieel verlaagd en dus heeft de deelneming in de boekhouding van de NV Holding een waardevermindering ondergaan. Fiscaal is deze waardevermindering evenwel niet aftrekbaar. Terwijl de ontvangen dividenden toch deels (bij DBI-aftrek) of volledig worden belast ! 4. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen stelt in haar advies dat de fiscale kwalificatie van het door de NV Holding ontvangen bedrag niet beïnvloed wordt door de wijze waarop zij dit boekhoudkundig heeft verwerkt. Dit zou betekenen dat het om een financiële opbrengst zou gaan, ook al wordt de ontvangen som op het credit van de 28 geboekt. Bizar. Velen zijn het met dit standpunt dan ook niet eens. 5. Inhouding roerende voorheffing Volledigheidshalve merken we op dat door de NV Exploitatie geen roerende voorheffing moet worden ingehouden op de uitgekeerde dividenden, op voorwaarde dat de NV Holding minstens 25 % van de aandelen in bezit heeft en op voorwaarde dat dit bezit minstens één jaar duurt. Als de NV Holding de aandelen op het moment van de uitkering reeds één vol jaar in bezit heeft, geen probleem. De NV Exploitatie mag het volledige bedrag van de dividenden storten, zonder inhouding van roerende voorheffing. In ons voorbeeld is dit evenwel niet het geval. Daarom mag de NV Exploitatie slechts 75 % van de dividenden doorstorten aan de NV Holding. De resterende 25 % mag maar worden gestort van zodra de aandelen één jaar in het bezit zijn van de NV Holding. 6. Casus 6.1. Situatie Vennootschap NV Holding koopt 90 % van de aandelen van vennootschap NV Exploitatie en betaalt hiervoor via bank 1.000.000 €. Het is de bedoeling van NV Holding om deze aandelen geruime tijd aan te houden en invloed uit te oefenen op het beleid van NV Exploitatie. Het boekjaar van NV Exploitatie loopt samen met het kalenderjaar. Hetzelfde geldt voor vennootschap NV Holding. Op het ogenblik van de aankoop (30/06/2003) is het eigen vermogen van NV Exploitatie als volgt samengesteld: Kapitaal: 250.000 € Beschikbare reserves: 350.000 €. Tussentijds resultaat van het lopende boekjaar 2003 : 100.000 € winst. Op 1/07/2003 beslist de algemene vergadering van NV Exploitatie om uit de beschikbare reserves 250.000 € uit te keren aan de aandeelhouders als tussentijds dividend (datum van betaalbaarstelling: 01/07/03). Bij de afsluiting van het boekjaar 2003 wordt vastgesteld dat de winst van NV Exploitatie in het boekjaar 2003 200.000 € bedraagt. Op de algemene vergadering van NV Exploitatie in februari 2004 wordt beslist om van de winst van het boekjaar 100.000 € te reserveren en 100.000 € uit te keren als dividend aan de aandeelhouders (datum van betaalbaarstelling: 28/02/2004). De algemene vergadering van NV Holding vindt plaats in mei 2004. Op het moment dat het bestuursorgaan van NV Holding de jaarrekening over het boekjaar 2003 van NV Holding opstelt, heeft zij kennis van de beslissing van de algemene vergadering van NV Exploitatie om 100.000 € dividend uit te keren aan haar aandeelhouders, uit de winst van het boekjaar 2003. 6.2. Vragen m.b.t. de boekhoudkundige verwerkingen in vennootschap NV Holding 1. Hoe wordt op 30/06/2003 de aankoop geboekt ? 2. Hoe wordt op 01/07/2003 de dividenduitkering geboekt ? 3. Hoe en wanneer wordt in NV Holding de dividenduitkering geboekt die wordt beslist op de algemene vergadering van NV Exploitatie in februari 2004 ? 6.3. Voorstel tot oplossing 1) Boeking van de aankoop op 30/06/03: debet 28 deelneming in verbonden onderneming credit 55 bank 1.000.000 € 1.000.000 € b) Boeking van de dividenduitkering op 01/07/03: Debet 41 vordering op NV Exploitatie Credit 28 deelneming in verbonden onderneming 250.000 € 250.000 € c) Wanneer: op 28/02/2004. Boeking van de dividenduitkering op 28/02/2004: Debet 41 vordering op NV Exploitatie Credit 28 deelneming in verbonden onderneming Credit 75 opbrengsten uit financiële vaste activa 100.000 € 50.000 € 50.000 € Peter Verschelden 17 mei 2004