Uploaded by jimmy.junior.gabriels

Bundel Het onveiligheidsgevoel 2021 oefening 11-17 klaar

advertisement
Onveiligheidsgevoelens
Inhoudsopgave
Inleiding
3
Een rationele kijk op onveiligheid
4
Een symbolische kijk op onveiligheid
5
Samenhangende kenmerken met onveiligheidsgevoelens
6
Socio-demografische kenmerken
6
Buurtkenmerken
7
Gevoel van wel- of onbehagen
9
Een vergelijking van beide theorieën
9
Objectief cijfermateriaal
11
Politionele statistieken
11
Gerechtelijke statistieken
11
Survey-technieken
12
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2019 - 2020
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Maria Enache, Ellen Van Gorp, Dries Swerts
2
Aan de slag
18
Bijlage: Veiligheidsmonitor
19
Inleiding
De begrippen ‘onveiligheidsgevoelens’ en ‘angst voor criminaliteit’ werden halverwege de
jaren zestig van de vorige eeuw ontdekt en zijn synoniemen van elkaar. Sinds de
ontdekking van deze concepten is er al veel onderzoek naar gedaan en veel over
geschreven door criminologen en victimologen. De laatste decennia wekken de concepten
‘onveiligheidsgevoelens’ en ‘angst voor criminaliteit’ ook de interesse en belangstelling
van niet-academici. De man in de straat heeft een duidelijke mening over de ‘onveilige
samenleving’. Beleidsmakers, politici en media spelen graag in op deze gevoelens van
onveiligheid en zij schenken de laatste jaren ook meer aandacht aan het concept ‘angst
voor criminaliteit’.
Hoewel dit thema al enkele jaren bestudeerd wordt, is nog geen model dat de variatie in
onveiligheidsgevoelens verklaart. Het is dan ook geen voor de hand liggend onderwerp,
want gevoelens zijn niet zo gemakkelijk te meten en te verklaren (Pleysier, 2009). Er zijn
twee grote stromingen van auteurs die een verklaring trachten te geven aan het
voorkomen van onveiligheidsgevoelens. Hieronder zullen we beide theorieën uit de
doeken doen.
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
3
Een rationele kijk op onveiligheid
Het rationalistisch paradigma gaat uit van een permanente rationele houding van mensen,
ook ten aanzien van hun angsten. Onveiligheidsgevoelens zijn vanuit die optiek te
verklaren als individuele, rationele en relatief correcte inschattingen van de kans op
slachtofferschap en de gevolgen ervan.
Die gevoelens weerspiegelen dus:
• Het risico op en de vatbaarheid voor slachtofferschap (de bedreiging);
• De waarschijnlijke ernst van de gevolgen van slachtofferschap (de kwetsbaarheid);
• De mate waarin we machteloos staan tegenover die risico’s (de hulpeloosheid).
Die drie kenmerken worden vaak samengebracht onder het koepelbegrip ‘kwetsbaarheid’.
De algemene verklaring voor onveiligheidsgevoelens luidt dan dat bepaalde
bevolkingsgroepen zich angstiger en onveiliger voelen door hun verhoogde
kwetsbaarheid, die bestaat uit het gezamenlijk optreden van de drie hoger vermelde
kenmerken.
In dit paradigma staat dus het slachtofferschap en de inschatting van het risico hierop
centraal.
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
4
Een symbolische kijk op onveiligheid
Het tweede paradigma is het symbolische. Dat gaat ook uit van gevoelens van bedreiging,
kwetsbaarheid en hulpeloosheid ten opzichte van de bedreiging, maar het veronderstelt
niet dat die gevoelens per se door misdaad of door het risico hierop worden veroorzaakt.
Zij zijn integendeel het gevolg van uiteenlopende gevoelens en ervaringen, zoals
(economische) onzekerheid, overweldigende veranderingen, anomie (gevoel van
normeloosheid), toekomstpessimisme en dergelijke. Al deze gevoelens samen leiden dan
tot een sentiment van onbehagen dat resulteert in gevoelens van bedreiging,
kwetsbaarheid en hulpeloosheid. Het is dit algemene gevoel dat men dan projecteert op
criminaliteit en slachtofferschap.
De onveiligheidsgevoelens zijn dus een collectieve voorstelling, waarbij het aangevoelde
onbehagen concreet vorm krijgt in de angst voor criminaliteit en slachtofferschap. Deze
projectie is dus een middel om het onbehagen te verklaren, er een oorzaak aan toe te
wijzen en ze dus op die manier (mentaal) onder controle te krijgen.
Vermits bij het vormen van die collectieve voorstellingen vooral communicatieprocessen
een grote rol spelen en die processen vandaag vooral via massamedia plaatsvinden,
staan de media en hun effecten centraal in dit symbolisch paradigma.
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
5
Samenhangende kenmerken met
onveiligheidsgevoelens
Hieronder bespreken we een aantal kenmerken die volgens het vakliteratuur sterk
verbonden zijn met het bestaan en het in stand houden van onveiligheidsgevoelens. Hierin
kunnen we drie categorieën onderscheiden: de socio-demografische kenmerken, de
buurtkenmerken en de kenmerken die samenhangen met een algemeen gevoel van wel-,
of onbehagen. Bij de bespreking van deze kenmerken moeten de twee behandelde
paradigma’s in het achterhoofd worden gehouden. De samenhang tussen een bepaald
kenmerk en onveiligheidsgevoelens kan meestal verklaard worden door beide
paradigma’s.
Opdracht
Lees onderstaande tekst over de verschillende kenmerken die samenhangen
met onveiligheidsgevoelens en kies in onderstaande tabel telkens voor het
juiste symbool (omcirkelen) om de verhouding met betrekking tot onveiligheidsgevoelens
tussen de verschillende doelgroepen correct weer te geven.
Onveiligheidsgevoelens
Mannen
<
>
Vrouwen
Verloederde wijk
<
>
Onderhouden wijk
Bedienaars
<
>
Ambtenaren
Hechte gemeenschap
<
>
Losse gemeenschap
Jongeren
<
>
Ouderen
Groot gezin
<
>
Klein gezin
Kansarm
<
>
Welgesteld
Etnisch homogeniteit
<
>
Etnische heterogeniteit
Platteland
<
>
Stad
Chronisch zieken
<
>
Werklozen
Socio-demografische kenmerken
 Geslacht
Nagenoeg elke onderzoek naar onveiligheidsgevoelens stelt immers een hogere angst
vast bij vrouwen. Nochtans blijken vrouwen (en ook ouderen) statistisch gezien de kleinste
kans te lopen om slachtoffer te worden van criminaliteit. Deze vaststelling wordt ook wel
eens de ‘fear of crime paradox’ genoemd. De groepen die statistisch gezien het minst
risico lopen op slachtofferschap, hebben het grootste onveiligheidsgevoel.
 Leeftijd
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat ouderen zich onveiliger voelen dan jongeren. Dit is
echter niet terecht en voor ouderen is er dan ook sprake van een fear of crime paradox: zij
maken minder kans om slachtoffer te worden van een misdrijf, maar toch zijn ze angstiger.
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
6
 Socio-economisch positie
De socio-economische situatie van een persoon blijkt ook samen te hangen met angst
voor criminaliteit. Kansarmen zouden zich in het algemeen onveiliger voelen.
 Beroepssituatie
Er blijkt geen significant verschil te zijn in onveiligheidsgevoelens tussen beroepsactieven
en niet-beroepsactieven. Alleen chronisch zieken voelen zich vaker onveilig, dan
werkenden of werklozen. Onveiligheidsgevoelens verschillen wel tussen de verschillende
soorten van beroepsactieven. Arbeiders en bedienden hebben in het algemeen meer
angst voor criminaliteit, dan zelfstandigen, kaderleden en ambtenaren.
 Gezinssituatie
De gezinssituatie waarin een persoon zich zou bevinden, zou ook een invloed hebben op
de mate van onveiligheidsgevoelen. Alleenstaanden zouden angstiger zijn dan personen
die deel uitmaken van een huishouden. Hoe groter het huishouden, hoe minder angstig de
leden van deze huishoudens zouden zijn om slachtoffer te worden van een misdrijf.
Buurtkenmerken
 Sociale en fysieke kenmerken van een buurt
In buurten met grote verhuisbewegingen zou een zwakkere sociale cohesie heersen.
Mensen zijn niet heel lang buren van elkaar en daardoor is er ook geen echte sociale
controle op het buurtniveau. Dit heeft vooral een impact op de onveiligheidsgevoelens van
de buurtbewoners die wel een langere periode in een bepaalde buurt wonen. Zij hebben
vaak het gevoel dat de verhuisbewegingen zorgen voor het sociaal verval in de buurt.
Sociaal verval leidt dan weer tot toenemende criminaliteit en toenemende
onveiligheidsgevoelens. In buurten waar er geen grote verhuisbewegingen zijn, is de
sociale controle groter en geloven de buurtbewoners dat de criminaliteit niet gaat
toenemen. De onveiligheidsgevoelens in deze buurt zijn dan ook lager. De
verhuisbewegingen blijken vooral een invloed te hebben op de gepercipieerde criminaliteit
door de buurtbewoners en niet op de effectieve criminaliteit die in de buurt gepleegd
worden. Criminaliteitscijfers verschillen niet tussen buurten met veel en buurten met weinig
verhuisbewegingen.
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
7
De broken window theorie van Wilson
& Kelling (1982) verklaart hoe sociale
verloedering van de buurt kan leiden tot
angstgevoelens bij de buurtbewoners.
Deze theorie vertrekt van het voorbeeld
van een gebroken raam in een
bepaalde buurt. Wanneer dit raam niet
wordt
hersteld,
denken
de
buurtbewoners dat het niemand wat kan
schelen dat er een raam gebroken is.
Vandalen
hebben
dan
dezelfde
gedachte en denken dat ze ermee weg
zullen komen wanneer ze andere
ramen breken. Deze ramen worden dan
ook niet hersteld en dit lokt een angstig
gevoel uit bij de buurtbewoners.
Niemand trekt zich toch iets aan van hun buurt en de criminaliteit in hun buurt. De
gepercipieerde wanorde in een buurt heeft dus een invloed op de angst voor criminaliteit
van de buurtbewoners. Een ander voorbeeld van wanorde is graffiti.
De verstedelijkingsgraad van een buurt zou ook een invloed hebben op de
angstgevoelens. De sociale desorganisatietheorie van Shaw & McKay (1942) stelt dat in
steden sprake is van minder hechte sociale netwerken en dit zou leiden tot sociale isolatie,
eenzaamheid en onveiligheidsgevoelens. Dit betekent wel niet dat er in rurale gebieden
geen onveiligheidsgevoelens voorkomen.
 Etnische heterogeniteit in een buurt
In buurten met een hoge etnische heterogeniteit zou er minder sociale cohesie heersen.
Vaak verstaat men elkaar niet en heeft men andere gebruiken en gewoonten. De
buurtbewoners begrijpen de tradities van andere culturen niet en dit leidt tot angstige
gevoelens ten opzichte van elkaar en het verhoogt de onveiligheidsgevoelens. Deze
onzekerheid kan ervoor zorgen dat er minder sociale controle is en dit zou dan ook weer
leiden tot hogere onveiligheidsgevoelens.
 Sociale cohesie in de buurt
Verschillende auteurs zijn er overeen gekomen dat er wel degelijk een verband bestaat
tussen de sociale cohesie die heerst in een buurt enerzijds en de onveiligheidsgevoelens
van de buurtbewoners anderzijds. Wanneer buurtbewoners zich met elkaar verbonden
voelen, hebben ze minder hoge onveiligheidsgevoelens.
Gevoel van wel- of onbehagen
De media neemt de laatste jaren een steeds belangrijke rol in ons dagelijks leven. Hier
moet ook gedacht worden aan de opkomst van de sociale media. De massamedia is een
belangrijk medium om bepaalde voorstellingen of stereotyperingen te ontwikkelen en te
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
8
verspreiden. De media verspreidt ook ideeën over slachtofferschap en criminaliteit en
mede hierdoor voelen mensen die nooit slachtoffer zijn geweest van een misdrijf, zich toch
onveilig. Naast de massacommunicatie, speelt ook face-to-face communicatie met de
directe omgeving een belangrijke rol in het verspreiden van onveiligheidsgevoelen.
Een vergelijking van beide theorieën
Het verschil tussen beide theorieën wordt duidelijk geïllustreerd aan de hand van de
verschillende verklaringen die ze aanbieden voor bijvoorbeeld de hogere
onveiligheidsgevoelens bij vrouwen.
Het rationalistisch paradigma verklaart die paradox door te wijzen op de grotere fysieke
kwetsbaarheid en de grotere hulpeloosheid (of lagere weerbaarheid) van vrouwen. Het
specifieke risico op en de angst voor verkrachting verhoogt dat gevoel nog meer.
Bovendien ondergaan vrouwen een groter aantal verborgen feiten (intra-familiaal geweld
of seksuele intimidatie) die niet in de officiële statistieken zijn terug te vinden.
Binnen het symbolisch paradigma wordt de hoger vernoemde paradox niet echt als een
tegenstrijdigheid beschouwd. Ze stellen immers dat er geen rechtstreeks verband is
tussen criminaliteit en slachtofferschap enerzijds en onveiligheidsgevoelens anderzijds.
Aanhangers van deze stroming zoeken eerder naar culturele verklaringen. Zo gaat een
grote invloed uit van de traditionele beeldvorming en rollenpatronen: vrouwen zijn cultureel
gecodeerd als kwetsbaar en mannen als brutaal. Het zijn die codes die via de opvoeding
worden doorgegeven. Gevoelens van angst, onzekerheid en onveiligheid worden op die
manier over generaties heen overgebracht.
Onderzoek wees uit dat ouders hun kinderen aanleren om een aantal situaties en dingen
te vrezen, met als resultaat dat kinderen vaak dezelfde angsten met hun ouders delen.
Bovendien is dit gekoppeld aan maatschappelijke rollen van jongens en meisjes. Zo
worden meisjes tijdens hun kindertijd en puberteit veel vaker gewaarschuwd voor
bepaalde gevaarlijke situaties dan jongens, zodat meisjes zich hierdoor veel uitdrukkelijker
van hun kwetsbaarheid bewust worden. Het door de opvoeding overgedragen gevoel
wordt daarnaast eindeloos herhaald en nog eens versterkt via films, series en zelfs de
nieuwsuitzendingen, waarin vrouwen heel vaak figureren als slachtoffer.
Welke angsten deel jij met je ouders?
…………………………………………………………………………………………..……………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
9
Merk je verschillen in opvoeding als je vergelijkt met jongeren van het andere geslacht?
Welke?
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
Opdracht
Zoals hierboven vermeld, werden de wetenschappers ook bij ouderen geconfronteerd met
de fear of crime paradox. Probeer hieronder dit fenomeen te verklaren aan de hand van
de twee verschillende paradigma’s. Laat je inspireren door bovenstaande verklaringen
voor vrouwen.
Rationalistisch paradigma:
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
Symbolische paradigma:
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
10
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
11
Objectief cijfermateriaal
Politionele statistieken
In de politionele statistieken worden de aantallen aan de politie gemelde of door haar zelf
vastgestelde inbreuken geregistreerd. Deze cijfers geven een beeld van de werking van
de politie alsook van de hoogte en de ontwikkeling van de criminaliteit doorheen de jaren.
Steeds moeten we echter voor ogen houden dat dergelijke statistieken meer zeggen over
de activiteiten en prioriteiten van de politie dan over de reële ontwikkelingen binnen de
criminaliteit.
De federale politie verzamelt de cijfers en stelt deze ter beschikking op haar website waar
ze door iedereen kunnen geraadpleegd worden.
http://www.stat.policefederale.be/criminaliteitsstatistieken/
Opdracht
Bezoek bovenstaande website en kies in plaats van de nationale statistieken,
die van politiezone Turnhout. Welke drie delicten stonden in 2019 in de top 3?
Vermeld telkens per delict het aantal geregistreerde gevallen en duid aan of er sprake is
van een daling of een stijging in vergelijking met de cijfers uit 2000.
Indien je zelf niet woonachtig ben binnen de politiezone Turnhout, dien je in de rechterkant
van het tabel ook in te vullen.
Politiezone Turnhout
Delicten top 3
Politiezone …………………………………………
Geregistreerde
gevallen 2019
Delicten top 3
Geregistreerde
gevallen 2019
1. Fietsendiefstal
348
stijging / daling 1.
stijging / daling
2. Winkeldiefstal
3. Beschadiging
autos
239
stijging / daling 2.
stijging / daling
125
stijging / daling 3.
stijging / daling
Gerechtelijke statistieken
Gerechtelijke statistieken zijn statistieken die betrekking hebben op de activiteiten van de
parketten, Hoven en rechtbanken (arresten en vonnissen). Tot 1992 werden deze cijfers
gepubliceerd door het Nationaal Instituut van de Statistiek (NIS). Nadien nam het Vast
Bureau voor statistiek (parketstatistieken en Hoven en rechtbanken) en de dienst
Strafrechtelijk Beleid (veroordelingsstatistieken) binnen de FOD Justitie deze taak over.
Via de website van de FOD Justitie kan je bovenstaande cijfers inkijken.
http://www.just.fgov.be/index_nl.htm
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
12
Survey-technieken
Vragen als “Hoeveel personen worden in België slachtoffer van een delict?” zijn erg
moeilijk te beantwoorden. De politie- en gerechtelijke statistieken zijn immers vaak
onvolledig door niet-ontdekkingen en selectieve meldingen. Vanaf de jaren 40
ontwikkelden Amerikaanse criminologen alternatieve meettechnieken door gebruik te
maken van enquêtes. Hierbij wordt aan steekproeven uit de bevolking gevraagd om aan te
geven welke delicten ze gepleegd hebben of waarvan ze slachtoffer zijn geworden. Het
eerste type waarin mens als potentiële daders worden bevraagd, worden self-reports of
dark-number studies genoemd. In België is tot op heden zelden dergelijk onderzoek
verricht om de criminaliteit in beeld te brengen. Enkel rond druggebruik is de techniek
meer ingeburgerd.
Het tweede type, dat naast slachtofferschap ook peilt naar de effecten van dergelijke
ervaringen, naar het aangiftegedrag en het preventief optreden, worden
slachtofferenquêtes (victim-surveys) genoemd. Dit soort enquêtes wordt frequenter
gedaan, zowel lokaal als nationaal worden peilingen georganiseerd naar slachtofferschap.
De meest bekende hiervan is ongetwijfeld de Veiligheidsmonitor.
De Veiligheidsmonitor begon als een telefonische enquête die in principe om de twee
jaar georganiseerd zou worden. Na de voorlaatste editie in 2008 viel alles voor een lange
tijd stil. Tien jaar later werd er opnieuw leven in de Veiligheidsmonitor geblazen en de
methodiek werd aangepast.
Daarnaast werd ook de schaal vergroot: de enquête werd zowel op lokaal (gemeenten,
politiezones) als op federaal niveau afgenomen. In totaal werden er 465.168 brieven
verstuurd naar de burgers. 168.206 antwoorden werden ontvangen, wat neerkomt op een
participatiegraad van 36,2%.
De vragenlijst werd geïnspireerd op deze van de telefonische veiligheidsmonitor, doch
zeer in lengte gereduceerd. Een bevattelijke vragenlijst zou de burger tot deelname
motiveren en verlicht enigszins het scannen van de resultaten. De politiezones hadden de
mogelijkheid om eigen vragen toe te voegen, waardoor er aan de vragenlijst ook een
sterke lokale toets werd gegeven.
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
13
Grote tendensen
In de top 5 van situaties die als problematisch worden beschouwd in de buurt, hebben er 3
betrekking op het verkeer. De burgers zijn van mening dat ‘onaangepaste snelheid in het
verkeer’ het grootste probleem is in hun buurt. Uit de resultaten blijkt ook dat 75% zich
over het algemeen zelden of nooit onveilig voelt in hun buurt. Dit algemene
onveiligheidsgevoel is in Vlaanderen systematisch minder groot dan in Wallonië en in
Brussel. Volgens de Veiligheidsmonitor voelen de vrouwen zich vaker onveilig dan
mannen, net zoals 65-plussers en laag geschoolden.
De burgers geven ook aan van volgende 3 misdrijven het meest slachtoffer te zijn: diefstal
of beschadiging aan de auto (18%), fietsdiefstal (10%), oplichting via internet (8%) of
inbraak in een computer of smartphone (8%). Woninginbraken (86%) en autodiefstallen
(81%) worden het meest aangegeven bij de politie. De laagste aangiften, en dus met het
hoogste percentage dark number, zijn de zedenfeiten (17%) en inbraak in een computer of
smartphone (14%).
Opdracht
Surf naar http://www.moniteurdesecurite.policefederale.be/veiligheidsmonitor/
en los met behulp van de info die je hier kan vinden onderstaande vragen op.
1. In welke jaren werd er een veiligheidsmonitor gepubliceerd?
…………………………1997………………………………………………………………………
…….
Klik verder op de meest recent afgewerkte editie.
2. Welke is dit?(jaartal)
………………………2018…………………………………………………………………………
…….
Klik verder op het handboek – methodologische nota.
Pagina 5
3. Welke methode werd er gebruikt om gegevens in te zamelen?
Als methode voor de enquête Veiligheidsmonitor 2018 werd gekozen voor de
verzending van een papieren vragenlijst, waarbij de burger de keuze had deze in te
vullen via papier of via internet. Hiertoe werd de begeleidende brief bij de vragenlijst
voorzien van een code die toegang gaf tot een webapplicatie die speciaal voor de
enquête werd ontwikkeld.
4. Waarom werd er daarvoor gekozen?
De keuze voor de methode post/internet werd gemotiveerd door het feit om in
analogie te werken met de Lokale Veiligheidsbevraging van 2011 en tevens de
betrachting van de enquête te kunnen uitvoeren aan zo laag mogelijke kosten.
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
14
5. Welke modules komen aan bod in de enquête?

Inleiding en persoonlijke kenmerken

Buurtproblemen

Onveiligheidsgevoel

Slachtofferschap en aangiftegedrag

Preventie

Beoordeling politiewerking

Laatste contact met de politie van de eigen zone

Lokale vragen
Pagina 6
6. Bespreek de doelpopulatie van de enquête.
De doelpopulatie werd als volgt bepaald: de inwoners van het land vanaf de leeftijd van 15 jaar met
een Belgische of buitenlandse nationaliteit die gedomicilieerd zijn in België.
Pagina 7
7. De burgers hadden de keuze uit twee manieren om de enquête in te vullen.
Bespreek de meerwaarde van beide methodieken.
Dankzij online registratie wordt de registratie van de gegevens geoptimaliseerd, wat de kwaliteit en
de volledigheid ervan ten goede komt. Wanneer gegevens worden ingevoerd in de online
formulieren voert de registratietoepassing immers bepaalde controles uit
Bij een papieren vragenlijst is het veel moeilijker om toe te zien op een algemene samenhang van
de antwoorden van de respondenten. Bijgevolg zijn bepaalde onsamenhangendheden tussen de
gegevens onvermijdelijk
Open het document ‘Samenvatting van de grote tendensen in 2018’ en los volgende
vragen op.
8. Wat wordt door de burgers gezien als meest storend probleem in hun buurt?
‘onaangepaste snelheid in het verkeer
9. Welk procent geeft aan zich over het algemeen zelden of nooit onveilig voelt in hun
buurt? Is er sprake van een daling of een stijging?
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
15
Uit de resultaten blijkt dat 75% zich over het algemeen zelden of nooit onveilig voelt in hun
buurt. Het onveiligheidsgevoel daalt sinds het jaar 2000.
10. Welk procent is over het algemeen tevreden over de werking van de
politiediensten?
68%
11. Waar zijn ze het meest/minst tevreden over?
Ze zijn echter minder tevreden over de aanwezigheid van de politie op straat (42%) en de
gegeven informatie over de activiteiten van de politie (36%).
Klik verder naar de resultaten per politiezones en gemeentes van de steekproeftrekking
2018 ( Antwerpen - PZ Regio Turnhout 5364 – Turnhout).
12. Welke drie buurtproblemen ervaren de inwoners als de ergste?
Sluikstorten en zwerfvuil, Onaangepaste snelheid in het verkeer & Hinderlijk parkeren
13. Hoeveel procent van de inwoners heeft vaak een onveiligheidsgevoel?
25%
14. Op welke manier uit mijdingsgedrag zich?
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
16
Naast de Veiligheidsmonitor heb je nog
andere meetinstrumenten die zich op
specifieke segmenten van de populatie
focussen.
Zo
tracht
het
Jeugdonderzoekplatform meer licht te
schijnen op de leefwereld van jongeren en
de
daarbij
horende
angsten
en
problemen. Wetende dat op 1 januari
2020 de -18 jarigen iets meer dan 20%
van de totaal bevolking uitmaakten, lijkt dit
een zeer interessante doelgroep om in
kaart te brengen. Zo werd de JOP-monitor
in het leven geroepen. In het kader daarvan worden er periodiek schriftelijke postenquêtes
verstuurd naar een representatieve steekproef van de Vlaamse jongeren.
Opdracht
Bezoek
de
website
van
het
Jeugdonderzoekplatform
(https://www.jeugdonderzoeksplatform.be/nl) . Klik dan bovenaan op JOPmonitor interactief. Bekijk vervolgens het onderdeel ‘Maatschappelijke en politieke
attitudes’ en klik op ‘Alle vragen’.
Half weg de pagina kom je het onderwerp
‘Onveiligheidsgevoelens’ tegen. Bekijk de resultaten en gaan aan de hand daarvan na of
onderstaande stellingen al dan niet juist zijn. Verbeter telkens indien fout.
“Uit angst dat er mij iets overkomt, durf ik ’s avonds niet meer alleen op straat komen.”
 Mannen kiezen meer dan vrouwen voor antwoordmogelijkheid ‘helemaal akkoord”.
Juist / fout
……………………………………………………………………………………………….
“Het is vandaag de dag te gevaarlijk om kinderen alleen op straat te laten.”
 In de leeftijdscategorie 14-17j kiest de meerderheid voor antwoordmogelijkheid
‘tussen beiden’.
Juist / fout
……………………………………………………………………………………………….
“Uit angst overvallen te worden, durf ik in bepaalde wijken niet komen.”
 Niet (meer) schoolgaande jongeren gaan hier meer akkoord mee dan
schoolgaande jongeren.
Juist / fout
……………………………………………………………………………………………….
“ ’s Avonds en ’s nachts durf ik niet alleen thuis te blijven.”
 5,5% van de bevraagde jongeren gaat hier helemaal akkoord mee.
Juist / fout
……………………………………………………………………………………………….
“De laatste jaren zijn straten onveiliger geworden.”
 Het aantal jongeren die hier helemaal niet akkoord mee gaan, is over de jaren heen
gedaald.
Juist / fout
……………………………………………………………………………………………….
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
17
“De politie is niet langer in staat om ons nog te beschermen tegen criminelen.”
 Het vertrouwen in de werking van het politieapparaat is, in vergelijking met de
resultaten uit 2006, lichtjes gedaald.
Juist / fout
……………………………………………………………………………………………….
“ ’s Avonds moet je op straat extra voorzichtig zijn.”
 Er gaan meer mannen akkoord met deze stelling dan vrouwen.
Juist / fout
……………………………………………………………………………………………….
“In deze tijd is een alarmsysteem geen overbodige luxe.”
 Het zijn de schoolgaande jongeren die hier het meeste akkoord mee gaan.
Juist / fout
……………………………………………………………………………………………….
Aan de slag
We gaan nu zelf het onveiligheidsgevoel in kaart brengen. Hiervoor gaan we in kleine
groepen de straat op en gaan we mensen bestoken met een aantal vragen.
Hiervoor gebruiken we de vragen opgenomen in deel twee en drie van het
Veiligheidsmonitor 2018 (zie bijlage). Iedere groep neemt de vragenlijst af bij …………….
(in functie van aantal lln per groep) burgers. Probeer te variëren in de doelgroep van je
enquête. Bevraag dus niet enkel gepensioneerde dametjes of enkel leeftijdsgenoten. Dit
zal je resultaten negatief/eenzijdig beïnvloeden.
Naast de uiteindelijke antwoorden op de gestelde vragen, noteer je ook nauwkeurig het
geslacht, de leeftijd en het hoogst behaalde diploma van de respondenten. Zo kan je
achteraf vaststellen of er belangrijke verschillen op te merken zijn met betrekking tot deze
categorieën.
Na het veldwerk is het tijd voor de verwerking van de resultaten. In eerste instantie is dit
het turven en oplijsten van de antwoorden. Pas hierna kan je op zoek naar opvallende
tendensen. Kijk ook nog eens naar de resultaten van het oorspronkelijke onderzoek.
In laatste instantie presenteer je als groep je bevindingen voor de andere leerlingen.
Gebruik hiervoor een PowerPoint presentatie zodat je je resultaten duidelijk kan
overbrengen naar de rest van de klas. De presentatie moet niet uitgebreid zijn, beperk je
tot de belangrijkste bevindingen.
Dus samenvattend:
1. Het veldwerk:
• ………. groepen van ………………………….. lln
• 30 stellingen rond buurtproblematieken en onveiligheidsgevoelens (zie bijlage 2)
• …………….mensen bevragen
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
18
• Variatie in de doelgroep
• Leeftijd, geslacht en hoogst behaalde diploma mee noteren
2. De analyse
• Antwoorden turven
• Opvallende tendensen zoeken
3. De presentatie
• In groep
• Belangrijkste bevindingen presenteren
• Ahv PPT
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
19
Bijlage
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
20
Veiligheidstechnieken M&M
MAVE schooljaar 2020 – 2021
Het onveiligheidsgevoel
lkr: Dimitri Snijers, Maria Enache
Download