GEWICHTSLINTMETER Met de gewichtslintmeter kan u eenvoudig ‘meten’ of u of een patiënt gezondheidsrisico’s loopt door overgewicht of door een ongunstige vetverdeling. Het gebruik van de lintmeter maakt het onderwerp ook makkelijker bespreekbaar. De verdeling van lichaamsvet is een belangrijke factor voor het bepalen van gezondheidsrisico's. Het vetweefsel kan zich op verschillende plaatsen in het lichaam concentreren. De middelomtrek is een maat voor de hoeveelheid vet in de buikholte. Een grote hoeveelheid vet ter hoogte van de buik brengt een gezondheidsrisico met zich mee: wie een buikje heeft, loopt meer kans op hart- en vaatziekten, een te hoge cholesterol, hoge bloeddruk en diabetes. Vetophopingen ter hoogte van de billen en dijen brengen minder risico met zich mee. De gewichtslintmeter meet de middelomtrek van personen tussen 18 en 60 jaar. Eén kant is bestemd voor vrouwen, de andere voor mannen. Een kleurencode geeft aan of men zich al dan niet in een risicozone bevindt. De gewichtslintmeter is niet geschikt voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Voor jongeren onder de 18 jaar kunnen gewichtscurven gebruikt worden (www.vub.ac.be/groeicurven). GEBRUIKSAANWIJZING De middelomtrek wordt gemeten door de gewichtslintmeter rond het middel te leggen ter hoogte van de navel. Voor het correct aflezen mag de lintmeter de huid niet samendrukken. De meting gebeurt op het einde van een normale uitademing. De middelomtrek Een te grote middelomtrek geeft een verhoogd risico op diabetes type 2, hyperlipidemie en een te hoog cholesterolgehalte. De middelomtrek meten is een eenvoudige en snelle manier aanvullend bij de BMI-formule om de gezondheidsrisico’s na te gaan. Vrouw Man Kleiner dan 80 cm Kleiner dan 94 cm Verhoogd risico (gevarenzone komt in zicht, waak erover dat je niet in gewicht bij komt) Middelomtrek tussen 80 en 88 cm Middelomtrek tussen 94 en 102 cm Sterk verhoogd risico (het is aan te bevelen om te vermageren) Middelomtrek meer dan 88 cm Middelomtrek meer dan 102 cm Geen verhoogd risico Als de middelomtrek bij mannen kleiner is dan 79 cm spreken we van ondergewicht. Bij vrouwen is dat bij een middelomtrek kleiner dan 68 cm. Deze waarden komen overeen met een lage BMI. Meettips © VIGeZ, 2015 De meting gebeurt op het eind van een normale uitademing ter hoogte van het smalste deel van het middel tussen de onderste rib en de bovenkant van het heupbeen (ongeveer ter hoogte van de navel). Voor het correct aflezen mag de lintmeter de huid niet samendrukken. BODY MASS INDEX Zowel overgewicht als ondergewicht is ongunstig voor de gezondheid. De BMI is slechts een indicatie om je gewicht te beoordelen. Deze berekening houdt namelijk geen rekening met je lichaamssamenstelling, met name je vetpercentage en waar het vet zich in je lichaam bevindt. Een persoon met een BMI onder de 25 kan een even hoog vetpercentage hebben als een persoon met een BMI boven de 25. De BMI is enkel bruikbaar voor personen tussen 19 en 59 jaar. Body Mass Index (BMI) = Gewicht in kg lengte x lengte (in meter) Kleiner dan 18,5 duidt op ondergewicht. Tussen 18,5 en 24,9 duidt op een normaal gewicht. Tussen 25 en 29,9 duidt op overgewicht. Hoger dan 30 spreken we van ernstig overgewicht of obesitas. Voor kinderen en jongeren zijn er aparte BMI-tabellen en wordt er met groeicurven gewerkt (www.vub.ac.be/groeicurven). Ook voor ouderen is de BMI geen goede maatstaf, omdat de lichaamssamenstelling op oudere leeftijd verandert (Scafoglieri, 2009). Vraag bij twijfel steeds advies aan je huisarts. Uiteraard is een gezond gewicht nog geen garantie dat iemand evenwichtig eet en voldoende beweegt. Wie een BMI lager dan 25 heeft, heeft niet noodzakelijk een gezond eetpatroon. Andersom is het ook niet zo dat wie (licht) overgewicht heeft, per definitie ongezond eet. Naast een gezond gewicht is het dus minstens even belangrijk dat je evenwichtig eet en voldoende beweegt. Meer informatie over gewicht, gezonde voeding, beweging en sedentair gedrag: www.vigez.be © VIGeZ, 2015