Obesitas Je hoort de laatste tijd steeds meer over obesitas. Hoe komt dat eigenlijk? We eten meer dan nodig is en we bewegen minder dan goed is voor ons lijf. Als je meer eet dan je lichaam nodig heeft, dan worden de voedingsstoffen omgezet in lichaamsvet. Er is genoeg te eten in Nederland. Van oudsher probeert het lijf reserves op te bouwen voor slechtere tijden. Die reserves bouwen we nog steeds op, maar de slechtere tijden met minder voedsel zijn er niet meer. We hoeven niet meer te jagen in het bos en te werken op het land, dus bewegen is niet meer nodig om in ons voedsel te voorzien. Het gevolg is dat we teveel stilzitten en geen calorieën verbranden. We voelen ons er schuldig over, maar eigenlijk is het heel logisch. We zouden ons er niet schuldig over moeten voelen, we zouden er wat aan moeten doen. Wanneer heb je overgewicht of obesitas? De helft van de Nederlandse volwassenen is te zwaar en heeft teveel lichaamsvet. Natuurlijk hangt je gewicht af van je lengte. Daarom kijken we naar de BMI, de Body Mass Index. Dat is het gewicht gedeeld door het kwadraat van de lengte in meters. Er zijn op internet sites waar je dat kan berekenen, bijvoorbeeld voedingscentrum.nl. Voor volwassenen is een BMI van 20-25 prima. Tussen de 25-30 heb je overgewicht. Boven de 30 heet het obesitas. In Nederland geldt dat laatste voor elf procent van de mannen en twaalf procent van de vrouwen. Een BMI van boven de 40 noemen we het morbide obesitas. Dat komt voor bij een tot twee procent. Het voorkomen van obesitas neemt toe met de leeftijd. Bij kinderen neemt overgewicht ook steeds meer toe. Inmiddels zijn al drie op de honderd kinderen obese. Voor kinderen gelden lagere afkappunten van het BMI. Naast de BMI is ook de buikomvang van belang, hoewel daar de laatste tijd weer wat aan getwijfeld wordt. Hoezo gevaarlijk? Je levensverwachting is zes jaar korter als je overgewicht hebt. Als je te zwaar bent hebben je gewrichten daar natuurlijk last van. Je krijgt eerder slijtage, artrose, van bijvoorbeeld je knieën en je heupen. Maar je kunt er ook ziektes door krijgen. Diabetes is daarvan het beste voorbeeld. Maar ook hart- en bloedvatziekten, hoge bloeddruk, hartinfarct, beroerte. Zelfs het vrijen gaat moeilijker als je te zwaar bent. Ook heb je sneller galstenen en kanker komt vaker voor bij overgewicht. En je hebt veel meer kans op apnoe. Dat betekent dat je ‘s nachts snurkt en soms even ophoudt met ademhalen. Dat hangt heel vaak samen met overgewicht. Je slaapt dan slecht en wordt oververmoeid. Mensen met apneu, of liever gezegd met het Obstructieve Slaap Apneu Syndroom, krijgen vaak ook een hoge bloeddruk. Hoe groot is de kans dat je diabetes oploopt als je te zwaar bent? Wat zijn andere risico's? Drie tot vier procent van de volwassenen heeft diabetes. Bij de meesten is dat diabetes type 2, of ouderdomsdiabetes. Dat zou je beter overgewichtdiabetes kunnen noemen want het heeft vrijwel altijd met overgewicht te maken. Apneu heeft een op de honderd mensen. En hoge bloeddruk heeft een op de vijf volwassenen. Er zijn 200.000 mensen met een versleten heup. Overgewicht brengt dus nogal wat risico’s met zich mee. Er zijn trouwens een paar ziektes waar je dik van kan worden, maar dat komt zelden voor. Bekend is natuurlijk een trage schildklierwerking of het gebruik van prednison, maar ook een depressie of de medicijnen daartegen kunnen zwaarlijvigheid geven. Meestal komt het niet door een ziekte, maar gewoon door teveel eten en te weinig bewegen. Zijn er verschillen tussen obesitas bij ouderen en jongeren? Als je als baby te dik bent, dan zet zich dat vaak voort op oudere leeftijd. Daar zit enige erfelijkheid in, maar de omgeving is veel belangrijker. Als je als kind voortdurend getroost wordt met snoep, snacks en frisdrank, dan ga je later ook bij elk ongenoegen eten. Sommige mensen gaan in tijden van stress meer eten. Kinderen spelen steeds minder buiten, zitten meer voor de TV of de computer. Ze worden met de auto naar school of sport gebracht. De moderne achterbankkinderen, zeg maar. En er komen steeds meer dikke kinderen. Laatst kwam een bezorgde moeder van een jongetje van zes jaar vragen of hij niet te mager was. Het bleek dat hij precies gemiddeld was wat betreft lengte en gewicht, maar het beeld van wat normaal is bij kinderen veranderd. Allochtone kinderen zijn ook vaak te zwaar, omdat in die landen een hoog gewicht vaak wordt gezien als teken van gezondheid, vruchtbaarheid of welstand. Kinderen met overgewicht worden op school vaak gepest, kunnen met sporten niet meekomen en haken dus af. Diabetes type 2 komt tegenwoordig ook al bij kinderen voor. Is er niet iets tegen? Medicijnen om af te vallen werken eigenlijk nooit. Er zijn twee dingen die je moet aanpakken. Gezonder eten en meer bewegen. Minstens vijf keer in de week minstens een half uur bewegen is echt minimaal noodzakelijk. En dat bewegen mag van alles zijn: hardlopen, zwemmen, fietsen, wandelen, tuinieren, de trap nemen in plaats van de lift, alles helpt. Als je wilt afvallen kun je beter elke dag een uur bewegen. En dus gezond eten. Drie of vier maaltijden per dag met voldoende vezels, groenten en fruit. Weinig dierlijke vetten. En niet teveel tussendoortjes als snacks of alcohol. Snel afvallen heeft meestal geen zin, want je komt daarna meestal ook weer aan. Je moet proberen je leefwijze structureel aan te pakken, zodat het ook lukt om een eenmaal behaald gewicht te houden. Je moet je doel niet te hoog stellen: als je vijf of tien procent van je lichaamsgewicht kunt kwijtraken, dan geeft dat al geweldige gezondheidswinst. Soms helpt het als je met een psycholoog uitzoekt waarom je eetbuien hebt. En een maagband? Voor dat soort maatregelen kom je in aanmerking als je morbide obesitas hebt, dus een BMI boven de 40. Als je al een aandoening hebt door de obesitas, dan adviseren we het vaak al bij een BMI van 35. Met een maagbandje wordt de ingang van de maag verkleind, waardoor er minder in kan en je vlugger vol zit. Dat bandje kun je wat strakker laten zetten met behulp van een ventiel dat onder je huid zit. Andere ingrepen zijn ingrijpender: een bypass om de maag heen zorgt ervoor dat het eten minder verteerd wordt en je dus minder energie opneemt. Dat soort ingrepen is ook wel gevaarlijk, dus je moet dat laten doen in een centrum dat er ervaring mee heeft. En verder moet je daarna ook goed begeleid worden. Dat ontbreekt er soms aan, als mensen het in het buitenland laten doen.