Bijlage 3 Kwaliteitscriteria landelijke crisiskaart Inleiding In 2005 heeft het toenmalige Amsterdams Patiënten en Consumenten Platform (APCP) copyright vastgelegd op de term crisiskaart. Het gaat hier om de onafhankelijke, cliëntgestuurde crisiskaart. Om te kunnen beoordelen of een crisiskaartverstrekker recht heeft op dit copyright zijn criteria ontwikkeld. Het copyright wordt in november 2011 overgedragen aan het LCIO. Het LCIO streeft naar een structureel landelijk dekkend aanbod van de crisiskaart. De copyright criteria zijn uitgewerkt tot kwaliteitscriteria en vervolgens vastgelegd in een gedragscode crisiskaartverstrekking. Crisiskaartverstrekkers die voldoen aan de kwaliteitscriteria hebben recht op het LCIO certificaat en het voeren van het LCIO beeldmerk voor de landelijke crisiskaart. Het LCIO streeft naar één gecertificeerde organisatie per regio. In december 2015 is Stichting Crisiskaart Nederland opgericht. Zij heeft de kwaliteitscriteria van het LCIO overgenomen. Landelijke crisiskaart 1. De crisiskaart is een document waarmee de cliënt vastlegt wat er wel en niet moet gebeuren op het moment dat sprake is van een (dreigende) crisis. Met de crisiskaart houdt de cliënt eigen regie over behandeling, medicatie en maatregelen in zijn/haar persoonlijke omgeving ten tijde van een (dreigende) crisis. 2. De crisiskaart is er voor mensen die ooit een psychische crisis hebben meegemaakt of bang zijn er één mee te maken. 3. De wensen, behoeften en beperkingen van de kaarthouder bepalen de inhoud van het crisisplan. 4. De crisiskaart is een samenvatting van het crisisplan* en is daar onlosmakelijk mee verbonden. Het crisisplan dient centraal in de regio te zijn opgeslagen en dient 24 uur per etmaal opvraagbaar te zijn. Het adres van de opslagplaats dient op de crisiskaart te staan. Het crisisplan wordt ondertekend door alle partijen die in het plan een rol spelen. Met deze ondertekening verbinden de partijen zich aan de afspraken die zijn vastgelegd in het crisisplan. 5. Het initiatief voor het maken van een crisisplan ligt bij de cliënt. Hij/zij kan daarbij gebruik maken van ondersteuning van voor hem/haar belangrijke personen. Andere betrokkenen, zoals hulpverleners, kunnen cliënten attent maken op de mogelijkheid een crisiskaart te maken. Het maken van een crisisplan gebeurt altijd op vrijwillige basis. 6. Het opstellen van een crisisplan gebeurt met ondersteuning van een onafhankelijk** en bij voorkeur ervaringsdeskundige consulent crisiskaart, behalve als de cliënt er de voorkeur aan geeft het crisisplan op te stellen met zijn/haar eigen hulpverlener. Een met de hulpverlener opgesteld crisis preventieplan of signaleringsplan kan uitgangspunt vormen voor het opstellen van een crisisplan. De uiteindelijke crisiskaart wordt altijd getoetst door de cliënt en onafhankelijk consulent. 7. Het crisisplan is onderdeel van het behandelplan. Het crisisplan valt onder de Wet Geneeskundige Behandel Overeenkomst, de WGBO. Uitzondering hierop vormt een crisisplan dat een cliënt maakt met familie en/of omgeving zonder betrokkenheid van een behandelaar. Het crisisplan is een meerzijdige overeenkomst tussen crisiskaarthouder en alle partijen die een rol spelen in de gemaakte afspraken. Indien er sprake is van een behandelaar ondertekent die altijd mede het crisisplan. Het crisisplan is gebaseerd op het beeld van de crisis dat bestond op het moment dat het crisisplan gemaakt is. Er kunnen zich dermate wijzigingen in de psychische crisis en/of omstandigheden voordoen dat de behandelaar de afspraken niet in overeenstemming acht met zijn/haar professionele standaard en ze daarom niet na kan komen. Cliënt heeft in dit geval altijd het recht om na afloop van de crisis verantwoording te vragen van de hulpverlener. 8. De cliënt kan het crisisplan altijd tussentijds wijzigen. In het geval van aanzienlijke inhoudelijke wijzigingen zullen betrokken partijen opnieuw akkoord moeten gaan en het nieuwe crisisplan moeten ondertekenen. Bij kleine wijzigingen worden alle partijen geïnformeerd. 9. De cliënt en consulent crisiskaart evalueren het crisisplan één keer per jaar. 10.De crisiskaart is eigendom van de kaarthouder. De organisatie die de crisiskaart uitgeeft beheert de crisiskaart volgens de regels van de privacy wetgeving. Crisiskaartverstrekker en consulent crisiskaart 1. De crisiskaartverstrekker in de regio is bij voorkeur een Regionale Cliënten Organisatie (RCO). 2. De GGZ aanbieder in de regio kan crisiskaartverstrekker zijn; mits: - de aangeboden crisiskaart voldoet aan de LCIO kwaliteitscriteria - de onafhankelijke positie van de consulent gewaarborgd is in taak- functieomschrijving en/of arbeidscontract - de GGZ aanbieder een regeling treft met andere partijen in de regio die waarborgt dat ook cliënten die niet in zorg zijn bij de GGZ aanbieder een crisiskaart kunnen krijgen. 3. De consulent crisiskaart is bij voorkeur een ervaringsdeskundige op HBO niveau, verkregen door opleiding en/of ervaring. 4. De consulent crisiskaart voldoet aan het functieprofiel en de taakomschrijving van de onafhankelijk consulent crisiskaart. 5. Het volgen van de landelijke opleidingscursus consulent crisiskaart is een verplichting, evenals het volgen van de jaarlijkse “bijspijkercursus” die wordt georganiseerd. Het certificaat geeft de kaartverstrekkende organisatie toegang tot het voeren van het landelijk beeldmerk en tot de diensten van het LCIO/Stichting Crisiskaart Nederland: - Kwaliteitsbewaking en kwaliteitsontwikkeling crisiskaart. - Landelijke belangenbehartiging crisiskaart. - Inschrijving voor de landelijke cursus consulent crisiskaart. - Eén maal per jaar “bijspijkerdag” voor consulenten. - Vier maal per jaar het landelijk overleg consulenten crisiskaart; Intervisie. Deskundigheidsbevordering. Beleidsontwikkeling. - Informatie crisiskaart; website en nieuwsbrief. - Publicaties crisiskaart. - Wetenschappelijk onderzoek crisiskaart. - Gebruik maken van de diensten van de landelijke klachtencommissie voor cliënten. * ** Bij Pro Persona hanteert men de term crisiskaartplan in plaats van crisisplan. Onafhankelijkheid: De consulent is een intermediair tussen hulpverlener en cliënt en geen behandelaar. Hij/zij voert een zelfstandige registratie. Hij/zij heeft een signalerende functie ten aanzien van de kwaliteit van de hulpverlening binnen de instelling. LCIO/Stichting Crisiskaart Nederland Januari 2012, herzien dec. 2016