Verslag Crisiskaart GGz Utrecht Conferentie 27 september 2005 1. Opening Interview over de crisiskaart in Nederland Presentatie CPAP en crisiskaart in Utrecht Kaarthouders aan het woord over hun ervaringen Panelgesprek met kaarthouder, hulpverlener, familie, politie en consulent Bijlagen Opening Door Marry Mos, gespreksleider1 Marry heet iedereen hartelijk welkom op de conferentie en is blij met het grote aantal aanmeldingen (ruim 80). Uit de deelnemerslijst blijkt dat er vertegenwoordigers zijn van diverse cliëntenorganisaties en raden in de regio Utrecht en daarbuiten, van de (zorg)instellingen Altrecht, SBWU, Centrum Maliebaan, Universitair Medisch Centrum Utrecht, de GG&GD, het Wegloophuis, Centrum Vaartse Rijn, Eleos en Symphora, en verder organisaties als de Telefonische Hulpdienst Utrecht, Ypsilon, Labyrint in Perspectief en politie Utrecht. De conferentie crisiskaart GGz Utrecht is georganiseerd door het Steun en Informatiepunt GGz Utrecht, in samenwerking met Altrecht Divisie Stad, de Stichting Beschermde Woonvormen Utrecht, de Stichting Wegwijs en het Platform GGz Utrecht. De stap tot invoering van de crisiskaart is genomen in het kader van het Maatschappelijk Steunsysteem Utrecht (MSS). Binnen dit kader hebben de directies van Altrecht DSU en de SBWU besloten tot implementatie van het Crisispreventie-Actieplan (CPAP). In aansluiting hierop is in overleg met de regionale cliëntenorganisaties besloten de invoering van een crisiskaart hier naadloos op aan te laten sluiten. Het dient immers hetzelfde doel, namelijk van tevoren crisisopvang regelen voor cliënten die hier gevoelig voor zijn. Bij het Zorgkantoor Utrecht eind 2004 zorgvernieuwingsgeld aangevraagd voor het project Consulent crisiskaart. Dit werd gehonoreerd en het project kon medio mei 2005 van start met het in dienst nemen van een consulent crisiskaart bij het Steunpunt GGz Utrecht. Deze conferentie luidt de officiële start in van het werken met crisiskaarten in de stad Utrecht. Doel van de conferentie is om een breed publiek te informeren over het ontstaan en gebruik van, en de ervaringen met de crisiskaart GGz. Een inleiding over het ontstaan van de crisiskaart in Nederland, het gebruik ervan en de procedure door Wouter van der Graaf en Dini Glas, zal gevolgd worden door een presentatie over de samenhang en de verschillen tussen het CPAP en de Crisiskaart door leden uit de werkgroep CPAP en crisiskaart. Voor de pauze komen twee kaarthouders uit Rotterdam en Amsterdam aan het woord over hun eigen ervaringen met crisisopvang en de rol van de crisiskaart daarbij. Na de pauze volgt een paneldiscussie met Ria (kaarthouder Basisberaad Rijnmond), Irene de Graaff (coördinator MSS Utrecht/ psychotherapeut Altrecht DSU), Jonneke Ravenhorst (consulent crisiskaart Utrecht), Hans Slijpen (projectleider GGz Veelplegers Politie Utrecht) en Ida Bruggeman (familielid en lid van Ypsilon werkgroep Utrecht). Na elk onderdeel is er de gelegenheid tot vragen stellen. Een verslag van de conferentie alsmede de handleiding CPAP en crisiskaart kan men schriftelijk of digitaal aanvragen met het formulier in de conferentiemap. Een informatieve en plezierige middag gewenst. 1 Marry Mos is coördinator van het Platform GGz Utrecht en lijsttrekker voor Groen Links Utrecht 1 2. Interview over ontstaan, inhoud en gebruik van de crisiskaart in Nederland Door Wouter de Graaf2 en Dini Glas3 Wouter en Dini stellen zich eerst voor (zie voetnoot). Wouter interviewt Dini over wat een crisiskaart is en hoe iemand aan een crisiskaart kan komen. Een crisiskaart is een klein uitvouwbaar kaartje van bankpasformaat waarop kort en duidelijk staat wat er moet gebeuren als iemand in psychische crisis zit. Er staat op hoe een crisis er bij een persoon uitziet, wat er geregeld moet worden en met wie, welke afspraken al gemaakt zijn met mensen die een schakel zijn in de crisisopvang, welke medicatie wenselijk is en welke niet, en wat iemands ‘gebruiksaanwijzing’ is. Voor kaarthouders is het een middel om aan te geven hoe iemand tijdens crisis behandeld wil worden. Voor hulpverleners of derden is het een middel om snel inzicht te krijgen in gemaakte afspraken. Bij de kaart hoort een uitgebreider crisisplan (dossier) waarin alle maatregelen die getroffen moeten worden zijn opgenomen. Dit crisisplan ligt (in Amsterdam) bij het crisiscentrum, waar het 24 uur per dag opvraagbaar is. De crisiskaart is een tweezijdige verklaring, wat inhoudt dat de kaarthouder met personen uit zijn omgeving en (zorg) instellingen onderhandeld over de afspraken. Als deze het eens zijn met de inhoud van de kaart en het plan wordt dit bekrachtigd met handtekeningen. Daarmee wordt het onderdeel van het behandelplan. Het initiatief voor een crisiskaart ligt altijd bij de cliënt. De wensen, vragen en eerdere ervaringen met crisis van de kaarthouder zijn het uitgangspunt bij het opstellen ervan. De cliënt houdt hiermee de regie over de inhoud van het crisisplan (dossier) en de vorm van de afspraken. Dini legt uit hoe de procedure om te komen tot een crisiskaart in z’n werk gaat bij het APCP. De cliënt neemt zelf, al dan niet ondersteund door een hulpverlener, verwijzer of vertrouwenspersoon, contact op met de consulent crisiskaart, om een afspraak te maken. De cliënt krijgt voor het eerste gesprek een vragenlijst opgestuurd aan de hand waarvan in het eerste, of soms meerdere gesprekken, een concept crisisplan wordt opgesteld. Dit concept bespreekt de cliënt met degene die erbij betrokken zijn. Zij kunnen dan aangeven wat ze wel en niet voor hem of haar kunnen en/of willen doen. Afhankelijk van het verloop van die gesprekken worden er veranderingen aangebracht. Daarna wordt aan alle betrokkenen gevraagd om te tekenen. Een samenvatting van het crisisplan komt op de crisiskaart te staan. Het originele plan komt bij het Crisiscentrum te liggen waar het 24 uur per dag opvraagbaar is mits de cliënt daar toestemming voor geeft. De andere betrokkenen krijgen op verzoek van de cliënt een kopie. Dini wijst erop dat het maken van een crisisplan en kaart een tijdrovende en zware procedure kan zijn wat vaak een aantal maanden in beslag neemt. Dat komt doordat er veel mensen bij betrokken zijn en dat het praten over eerdere (nare) ervaringen soms te intensief. Dini interviewt Wouter over hoe de crisiskaart in Nederland geïntroduceerd werd, over de verschillen die er zijn in crisiskaarten en de (juridische) status van crisiskaarten. In het buitenland (Engeland en Zuid-Afrika) werd al langer gewerkt met crisiskaarten. Wouter heeft een aantal jaren geprobeerd de kaart hier geïntroduceerd te krijgen. De directe aanleiding was een onderzoek via een cliëntenpanel over de opvang van de acute psychiatrie in Amsterdam in 1996. De uitkomsten daarvan waren niet positief: onvoldoende informatie, slechte bereikbaarheid van de hulpverlening buiten kantoortijden, en weinig invloed van cliënten zelf op de (crisis)opvang. Cliënten wilden dat graag anders zien en de crisiskaart is daartoe een middel bij uitstek. Omdat de bestaansreden voor de crisiskaart ligt in onvrede met de hulpverlening, werd gekozen voor een onafhankelijke partij die de crisiskaart vorm moest geven. In Amsterdam het APCP en IGPB (1998) en in 2 Wouter de Graaf is werkzaam geweest bij het IGPB en heeft zich ingezet voor de introductie van de crisiskaart in Nederland. 3 Dini Glas is consulent crisiskaart bij het Amsterdams Patiënten en Consumenten Platform Amsterdam, het eerste initiatief in Nederland vanuit cliëntenperspectief 2 Rotterdam het Basisberaad Rijnmond (2000). Sinds deze initiatieven hebben ook (zorg)instellingen zelf initiatieven ontwikkeld. Op zich een positieve ontwikkeling, maar er zijn ook kanttekeningen bij te plaatsen. Hoe zit het met de regiefunctie van cliënten als mogelijk alleen wordt uitgegaan van het instellingsaanbod, en wat te denken van de onafhankelijkheid van de consulent? Binnenkort start een onderzoek over de effecten van de crisiskaart bij de diverse betrokkenen. Ook verschijnt binnenkort een brochure met interviews met crisiskaarthouders uit diverse regio’s. Wouter benoemt dat het initiatief in Utrecht uniek is in het feit dat het project crisiskaart hier een gezamenlijk initiatief is van zowel zorginstellingen als cliëntenorganisaties. Cliënten kunnen dus kiezen voor het maken van de kaart met hun hulpverlener of met de onafhankelijke consulent. Wouter gaat n.a.v. vragen uit de zaal verder in op de juridische status van de crisiskaart. Meer hierover treft u in de handleiding CPAP en crisiskaart welke als bijlage is toegevoegd. 3. Presentatie Crisispreventie-Actieplan (CPAP) en Crisiskaart in Utrecht Door Albert van Keijzerswaard, Gert Schijven en Jonneke Ravenhorst4 De werkgroepleden uit het overleg CPAP en crisiskaart geven een PowerPoint presentatie over de achtergrond van het Utrechts initiatief voor de crisiskaart. De introductie van de crisiskaart in de stad Utrecht is gekoppeld aan de implementatie van het werken met Crisispreventie-actieplannen binnen Altrecht en de SBWU. Iedere deelnemer heeft een uitdraai van de presentatie in zijn of haar conferentiemap ontvangen. Bij dit verslag is tevens de handleiding CPAP en crisiskaart toegevoegd ter informatie. Hieronder een korte opsomming van vragen en opmerkingen uit de zaal n.a.v. de presentatie. Andre Tuinier, ondersteuner clientenraad van Centrum Maliebaan Utrecht, instelling voor verslavingszorg, geeft te kennen een afspraak te willen maken om te kijken of de crisiskaart ook bij Centrum Maliebaan geïntroduceerd kan worden. Jonneke maakt hierover binnenkort met hem en Don van Elst, medewerker Centrum Maliebaan, een afspraak. Rene Kragten, Basisberaad Rotterdam, vraagt of er naast een CPAP ook een crisisplan volgens het landelijke model van de LPR gemaakt wordt als iemand een crisiskaart wil. Jonneke en Albert leggen uit dat het niet wenselijk is twee plannen te hebben. Het CPAP is uitgebreider dan het crisisplan landelijk model. Afhankelijk van de route die een kaarthouder wil volgen wordt er of direct gestart met een CPAP of eerst een crisisplan door de consulent gemaakt welke de aanzet kan zijn voor het CPAP. Hilly Beuving, Steunpunt GGz Utrecht, vraagt of er een landelijke registratie is van mensen met een crisiskaart. Die is er niet. Ieder initiatief registreert wel maar er is (nog) geen overzicht van het totale aantal crisiskaarthouders in Nederland. Er wordt wel gestreefd naar een landelijke dekking en registratie in de toekomst. Marijke Musch, Ypsilon, vraagt zich af wie verantwoordelijk is voor het up to date houden van de crisiskaart en noemt een geval van een zoon van iemand die in één jaar vier psychiaters heeft gehad. Verder vraagt ze zich af of ook de politie en het ambulancepersoneel in de regio al op de hoogte zijn van het bestaan van de crisiskaart. Albert geeft aan dat de crisiskaart, gekoppeld aan het Elektronisch Patiënten Dossier het centrale infopunt gaat worden. Bij het actualiseren van het CPAP wordt ook gekeken of de crisiskaart aangepast moet worden: in ieder geval jaarlijks, maar ook na elke crisis. Dini vertelt dat in Amsterdam cliënten zelf verantwoordelijk zijn om de crisiskaart te actualiseren, omdat er vaak geen tijd is om herinneringen te sturen. In Rotterdam wordt halfjaarlijks geëvalueerd. 4 Werkgroepleden CPAP overleg Albert van Keijzerswaard (Altrecht), Gert Schijven (locatiehoofd Meerkoethof SBWU) en Jonneke Ravenhorst (crisiskaart consulent Steunpunt GGz Utrecht) 3 Jonneke benoemt dat het project crisiskaart in Utrecht net gestart is en ze nog bezig is iedereen te informeren. Marry roept ervaringsdeskundigen op om zich aan te melden voor het geven van voorlichting over de crisiskaart aan diverse doelgroepen. 4. Kaarthouders over hun ervaringen met de crisiskaart Door Beate (APCP Amsterdam en Ria (Basisberaad Rijnmond), o.l.v. Marry Mos In een vraaggesprek stelt Marry Mos de volgende vragen aan de kaarthouders: waarom ben je begonnen aan de crisiskaart? heb je hem al gebruikt en hoe ging dat? was het de moeite waard om te doen? hoe was het om zelf afspraken te maken met hulpverleners? heb je familie en vrienden betrokken bij het maken van de kaart? heb je tips voor nieuwe crisiskaarthouders? Hieronder een korte uitwerking. Ria en Beate vertellen beide dat slechte ervaringen met crisisopvang aanleiding waren om een crisiskaart te nemen. Met name Ria heeft de kaart een aantal keer gebruikt, vooral in het eerste contact met politie die haar in de war aantreft. Ze kan dan niet goed uitleggen wat er gebeurt maar wel de kaart overhandigen. Ze merkt dat ze zich veiliger voelt met een kaart op zak, en dat ze als gesprekspartner serieuzer genomen wordt. Haar eerste vertrouwenspersoon, vriend, wordt gebeld, waardoor ze niet meer uren in een politiecel op de politiearts hoeft te wachten, maar dat ze direct overleg kan hebben met de door haar gekozen hulpverlener. Een crisiskaart kan niet altijd opname voorkomen, maar zorgt wel voor snellere en betere opvang en bejegening. Zij vond het best zwaar om de kaart te maken maar wel de moeite waard. Beate beaamt dit maar zegt ook dat het lange tijd heeft geduurd voor haar kaart af was. Soms moest ze een pauze inlassen omdat het praten over haar eerdere ervaringen een te zware belasting was soms. Ook het onderhandelen was moeilijk, ten tijde van het maken van de kaart had zij geen behandeling. Dini heeft de onderhandelingen met het crisiscentrum mede op zich genomen. Ria heeft wel zelf afspraken kunnen maken met betrokkenen op de kaart. Ria vertelt dat de kaart ook preventief werkt. Ze heeft ontdekt dat er gradaties zijn van crises waar ze zich bewust van is geworden. Ze heeft zichzelf beter leren kennen en kan zelf eerder ingrijpen of hulp inschakelen. Ze heeft daardoor meer vertrouwen gekregen dat ze goed door een crisis heen komt, ook omdat ze de mensen die ermee te maken krijgen zelf heeft uitgekozen en vertrouwt. Beide kaarthouders hebben familie en of vrienden als vertrouwenspersonen betrokken bij de kaart. Dat heeft hen ook veel opgeleverd: namelijk duidelijkheid en rust dat beide, kaarthouder én vertrouwenspersoon, weten waar ze aan toe zijn en wat verwacht wordt. De tip voor nieuwe crisiskaarthouders is het toch vooral te proberen, in eigen tempo en uitgaande van je eigen kracht, ervaringen en wensen. Ria raadt verder aan twee vertrouwenspersonen op de kaart te zetten. Indien er één niet kan of niet is, dan kan de ander gebeld worden. 5. Panelgesprek met kaarthouder, hulpverlener, familie, politie, consulent en de zaal o.l.v. Marry Mos Aan de paneldiscussie nemen deel: Ida Bruggeman (Ypsilon, afd. Utrecht), Hans Slijpen (Politie Utrecht), Jonneke Ravenhorst (Steunpunt GGz Utrecht), Ria (Basisberaad Rijnmond) en Irene de Graaf (Altrecht/ MSS). Ida Bruggeman vindt de crisiskaart een goed initiatief. Ypsilon is lang niet voor de crisiskaart geweest vanwege het feit dat werd uitgegaan dat veel van hun patiënten (mensen met schizofrenie) geen of onvoldoende ziekte-inzicht hebben om de kaart te maken, dan wel bereid zijn deze te overhandigen op het moment dat ze in de war zijn. 4 Voor deze groep werkt een crisiskaart dus niet. Onlangs is gebleken dat een kleine meerderheid wel over voldoende ziekte-inzicht beschikt. Voor deze groep is de crisiskaart mogelijk wel een uitkomst, ook voor de familie. De familie krijgt meer inspraak in de behandeling, mits de patiënt dit wil overigens. Uit de zaal komt de vraag of ook de familie of de partner het initiatief kan nemen om een crisiskaart op te stellen. Ida geeft aan dat je hier tegen de autonomie van de patiënt aanloopt, dat het dus niet kan Haar zoon zal er bijvoorbeeld niet een laten maken, zijn werkgever informeert haar meestal dat het mis is of gaat met haar zoon. Hoe moeilijk ook, het is belangrijk niet aan de eigen autonomie te tornen. Mariel Zwartkruis (Ypsilon) neemt het woord om te vertellen over haar broer. Zij is van mening dat hij wel veel aan een crisiskaart gehad had kunnen hebben. Hij is wel eens dagen zoek geweest. Naderhand bleek hij in een politiecel elders in het land te zitten waar ze zijn identiteit niet konden achterhalen. Hij is toen ook elders opgenomen, waar hij medicatie kreeg waar hij eerder zeer negatief op had gereageerd. Deze incidenten hadden met een crisiskaart voorkomen kunnen worden. Zij is benieuwd of haar broer er mogelijk één wil maken en wat het effect is. Marry stelt de vraag wat de politie vindt van de crisiskaart. Hans Slijpen is in principe blij met de crisiskaart. Voor de politie is het niet zo interessant welke diagnose iemand heeft, maar wel wie er gebeld kan worden, met name de vertrouwenspersoon en de behandelaar. Hij hoopt dat de crisiskaart kan voorkomen dat mensen onnodig lang in een politiecel gehouden moeten worden. Kanttekening die hij plaatst is dat een aantal mensen de kaart zal kwijtraken of verscheuren ten tijde van crisis. De crisiskaart is wat dat betreft maar een papiertje waaraan een protocol gekoppeld is. Dat laatste is met name belangrijk. Vanaf 2006 zal er vanuit de GG&GD het Infoknooppunt OGGZ in werking treden van waaruit informatie opvraagbaar is voor de politie. Hij zou daarin wel graag een registratie willen aanleggen van vertrouwenspersonen die gebeld kunnen worden. Jan Dietvorst, projectleider OGGZ Altrecht, stelt dat behandelaars soms tegen de zin van een cliënt een CPAP opstellen en vraagt of dat in dergelijke gevallen niet beter in overleg met de familie kan. Kies je dan voor de cliënt of de familie? Irene beaamt dat dat soms een dilemma kan zijn, maar dat de wens van de cliënt (om de familie erbuiten te houden) meestal zwaarder weegt dan die van de hulpverlener en/ of de familie. Jonneke voegt toe dat de crisiskaart nooit eenzijdig opgelegd kan worden, i.t.t. het CPAP, en dus ook niet voor iedereen is weggelegd. Met name omdat zelfbindingsverklaringen nog niet juridisch geregeld zijn. Er wordt echter al wel mee gewerkt. In het CPAP en op de crisiskaart wordt daarom ook melding gemaakt of er sprake is van zelfbinding of niet. Bart Cornellissen, Anoiksis Breda, vertelt dat op hun vorige bijeenkomst is nagegaan wie er iets geregeld had omtrent crisis(opvang) en wie niet. Ongeveer de helft had wel iets geregeld, de andere helft niet en dat de cliënten die zich bij Anoiksis hebben aangesloten dan nog vaak de mondigere cliënten zijn. Hij vermoedt dan ook dat het merendeel van de schizofrenie cliënten dus niets geregeld heeft. Op de stelling dat de crisiskaart dwangopname vermindert was de reactie: ja, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan, namelijk dat de cliënt de crisiskaart ook daadwerkelijk overhandigt als het nodig is, en dat derden (hulpverleners) moeten handelen n.a.v. de gemaakte afspraken en deze niet overrulen. Daarop kwam de vraag wat het voor sommige hulpverleners, met name ‘nieuwe/onbekenden’, moeilijk maakt conform de afspraken op een kaart te handelen. Irene de Graaff benoemt dat het opstellen van een CPAP en crisiskaart veel deskundigheid en vakkennis van hulpverleners vergt: wat is goed voor welke cliënt met welk ziektebeeld? Verder heeft ieder zo zijn eigen stijl en ideeën over wat werkt en wat niet. Hulpverleners zijn soms geneigd om bij overplaatsing of verwijzing opnieuw het wiel uit te vinden. Het CPAP is juist ontwikkeld om dit te voorkomen omdat het gekoppeld is aan de cliënt en niet de instelling of afdeling. Er is gebleken dat het 5 werken met de voorlopers van het CPAP (crisispreventieplan/ signaleringsplan/ crisisprotocol) het aantal dwangtoepassingen erg heeft verminderd. Marry Mos stelt de vraag wat er nog verbetert dient te worden om de crisiskaart goed te laten werken. Dat is met name de bekendheid ervan voor hulp- en dienstverleners die wat verder weg staan, waaronder politie en ambulancepersoneel. Hans Slijpen zegt dat de schaal eerst groter moet worden: zodra er meer mensen zijn met een crisiskaart (20 of meer) zal hij er in de politiekrant aandacht aan besteden. Jonneke geeft aan dat ook de 24uurs beschikbaarheid van de CPAP’s nog een struikelblok is. Buiten kantoortijden is dat in Utrecht niet geregeld, zoals in Amsterdam of Rotterdam. Reina Roorda, crisisdienst Utrecht, vertelt dat behandelaars nu werken met vooraanmeldingsformulieren. Zij melden vooraf met welke cliënten het niet goed gaat. De crisisdienst is nu beperkt in haar mogelijkheden wat dat betreft, zeker wat betreft cliënten die niet (meer) in zorg zijn. Het EPD moet daarin uitkomst bieden in de toekomst. Als tip geeft zij de informatie voorlopig bij de huisartsenpost of politie te bewaren. Verder is het voor de crisisdienst belangrijk dat de informatie actueel en bondig is. Zij wil wel een afspraak maken om opnieuw in gesprek te gaan over dit knelpunt. Andre Tuinier, Centrum Maliebaan, vraagt zich af wat er gebeurt als een cliënt in crisis iets anders wil dan op de kaart staat. Dan geldt dat wordt uitgegaan van de actuele situatie tenzij er sprake is van een In Bewaring Stelling of Rechtelijke Machtiging situatie. Bart Cornelissen, Anoiksis, heeft zijn vader gevolmacht om namens hem te handelen en vraagt zich af of dit (juridisch) echt kan. Wouter van de Graaf beaamt dat dit wel kan volgens de WGBO, maar alleen als de afspraak uit vrije wil en bij volle bewustzijn is gemaakt. Indien sprake is van machtiging van derden staat dit zowel in het CPAP als op de crisiskaart. Jan Dietvorst roept psychiaters op om cliënten te stimuleren daar vaker gebruik van te maken, maar geeft tevens aan dat volmacht alleen in werking mag als door een psychiater is vastgesteld dat een cliënt niet meer in staat is tot heldere eigen oordelen. José van Beuzekom, bureau Herstel SBWU, stelt dat medicatie vaak kan worden bijgesteld, dan is het lastig de kaart steeds actueel te houden. Ze vraagt zich af of dit niet elektronisch kan via een eigen website. Rene Kragten, Basisberaad Rijnmond, vertelt dat er in Rotterdam aan een dergelijke site gewerkt wordt. Marry Mos vraagt de panelleden om laatste opmerkingen. Ida benoemt dat het een zware verantwoordelijkheid is voor cliënten zelf om de crisiskaart actueel te houden. Hans hoopt dat veel mensen een crisiskaart laten maken en dat het aantal crises waar de politie mee te maken krijgt daardoor omlaag gaat. Irene is blij dat de samenhang tussen het CPAP en de crisiskaart vanmiddag goed in beeld is gebracht en vraagt hulpverleners hun cliënten te stimuleren een CPAP en crisiskaart te nemen. Ria ziet graag dat de crisiskaart landelijk ingevoerd wordt en stelt zich beschikbaar voor voorlichting aan de politie en anderen. Jonneke bedankt ieder voor het komen en hoopt dat de crisiskaart ook buiten de stad Utrecht, naar de regio, ingevoerd gaat worden. 6. Bijlagen Deelnemerslijst conferentie Handleiding CPAP en crisiskaart, versie november 2005 6