Verslag conferentie Crisiskaart GGz Utrecht 27 september 2005

advertisement
Verslag Crisiskaart GGz Utrecht
Conferentie 27 september 2005






1.
Opening
Interview over de crisiskaart in Nederland
Presentatie CPAP en crisiskaart in Utrecht
Kaarthouders aan het woord over hun ervaringen
Panelgesprek met kaarthouder, hulpverlener, familie, politie en consulent
Bijlagen
Opening
Door Marry Mos, gespreksleider1
Marry heet iedereen hartelijk welkom op de conferentie en is blij met het grote aantal
aanmeldingen (ruim 80). Uit de deelnemerslijst blijkt dat er vertegenwoordigers zijn van
diverse cliëntenorganisaties en raden in de regio Utrecht en daarbuiten, van de
(zorg)instellingen Altrecht, SBWU, Centrum Maliebaan, Universitair Medisch Centrum
Utrecht, de GG&GD, het Wegloophuis, Centrum Vaartse Rijn, Eleos en Symphora, en
verder organisaties als de Telefonische Hulpdienst Utrecht, Ypsilon, Labyrint in
Perspectief en politie Utrecht.
De conferentie crisiskaart GGz Utrecht is georganiseerd door het Steun en Informatiepunt
GGz Utrecht, in samenwerking met Altrecht Divisie Stad, de Stichting Beschermde
Woonvormen Utrecht, de Stichting Wegwijs en het Platform GGz Utrecht. De stap tot
invoering van de crisiskaart is genomen in het kader van het Maatschappelijk
Steunsysteem Utrecht (MSS). Binnen dit kader hebben de directies van Altrecht DSU en
de SBWU besloten tot implementatie van het Crisispreventie-Actieplan (CPAP). In
aansluiting hierop is in overleg met de regionale cliëntenorganisaties besloten de invoering
van een crisiskaart hier naadloos op aan te laten sluiten. Het dient immers hetzelfde doel,
namelijk van tevoren crisisopvang regelen voor cliënten die hier gevoelig voor zijn. Bij
het Zorgkantoor Utrecht eind 2004 zorgvernieuwingsgeld aangevraagd voor het project
Consulent crisiskaart. Dit werd gehonoreerd en het project kon medio mei 2005 van start
met het in dienst nemen van een consulent crisiskaart bij het Steunpunt GGz Utrecht. Deze
conferentie luidt de officiële start in van het werken met crisiskaarten in de stad Utrecht.
Doel van de conferentie is om een breed publiek te informeren over het ontstaan en
gebruik van, en de ervaringen met de crisiskaart GGz. Een inleiding over het ontstaan van
de crisiskaart in Nederland, het gebruik ervan en de procedure door Wouter van der Graaf
en Dini Glas, zal gevolgd worden door een presentatie over de samenhang en de
verschillen tussen het CPAP en de Crisiskaart door leden uit de werkgroep CPAP en
crisiskaart. Voor de pauze komen twee kaarthouders uit Rotterdam en Amsterdam aan het
woord over hun eigen ervaringen met crisisopvang en de rol van de crisiskaart daarbij. Na
de pauze volgt een paneldiscussie met Ria (kaarthouder Basisberaad Rijnmond), Irene de
Graaff (coördinator MSS Utrecht/ psychotherapeut Altrecht DSU), Jonneke Ravenhorst
(consulent crisiskaart Utrecht), Hans Slijpen (projectleider GGz Veelplegers Politie
Utrecht) en Ida Bruggeman (familielid en lid van Ypsilon werkgroep Utrecht). Na elk
onderdeel is er de gelegenheid tot vragen stellen.
Een verslag van de conferentie alsmede de handleiding CPAP en crisiskaart kan men
schriftelijk of digitaal aanvragen met het formulier in de conferentiemap. Een informatieve
en plezierige middag gewenst.
1
Marry Mos is coördinator van het Platform GGz Utrecht en lijsttrekker voor Groen Links Utrecht
1
2.
Interview over ontstaan, inhoud en gebruik van de crisiskaart in Nederland
Door Wouter de Graaf2 en Dini Glas3
Wouter en Dini stellen zich eerst voor (zie voetnoot). Wouter interviewt Dini over wat
een crisiskaart is en hoe iemand aan een crisiskaart kan komen. Een crisiskaart is een
klein uitvouwbaar kaartje van bankpasformaat waarop kort en duidelijk staat wat er moet
gebeuren als iemand in psychische crisis zit. Er staat op hoe een crisis er bij een persoon
uitziet, wat er geregeld moet worden en met wie, welke afspraken al gemaakt zijn met
mensen die een schakel zijn in de crisisopvang, welke medicatie wenselijk is en welke
niet, en wat iemands ‘gebruiksaanwijzing’ is. Voor kaarthouders is het een middel om aan
te geven hoe iemand tijdens crisis behandeld wil worden. Voor hulpverleners of derden is
het een middel om snel inzicht te krijgen in gemaakte afspraken. Bij de kaart hoort een
uitgebreider crisisplan (dossier) waarin alle maatregelen die getroffen moeten worden zijn
opgenomen. Dit crisisplan ligt (in Amsterdam) bij het crisiscentrum, waar het 24 uur per
dag opvraagbaar is. De crisiskaart is een tweezijdige verklaring, wat inhoudt dat de
kaarthouder met personen uit zijn omgeving en (zorg) instellingen onderhandeld over de
afspraken. Als deze het eens zijn met de inhoud van de kaart en het plan wordt dit
bekrachtigd met handtekeningen. Daarmee wordt het onderdeel van het behandelplan. Het
initiatief voor een crisiskaart ligt altijd bij de cliënt. De wensen, vragen en eerdere
ervaringen met crisis van de kaarthouder zijn het uitgangspunt bij het opstellen ervan. De
cliënt houdt hiermee de regie over de inhoud van het crisisplan (dossier) en de vorm van
de afspraken.
Dini legt uit hoe de procedure om te komen tot een crisiskaart in z’n werk gaat bij het
APCP. De cliënt neemt zelf, al dan niet ondersteund door een hulpverlener, verwijzer of
vertrouwenspersoon, contact op met de consulent crisiskaart, om een afspraak te maken.
De cliënt krijgt voor het eerste gesprek een vragenlijst opgestuurd aan de hand waarvan in
het eerste, of soms meerdere gesprekken, een concept crisisplan wordt opgesteld. Dit
concept bespreekt de cliënt met degene die erbij betrokken zijn. Zij kunnen dan aangeven
wat ze wel en niet voor hem of haar kunnen en/of willen doen. Afhankelijk van het
verloop van die gesprekken worden er veranderingen aangebracht. Daarna wordt aan alle
betrokkenen gevraagd om te tekenen. Een samenvatting van het crisisplan komt op de
crisiskaart te staan. Het originele plan komt bij het Crisiscentrum te liggen waar het 24 uur
per dag opvraagbaar is mits de cliënt daar toestemming voor geeft. De andere betrokkenen
krijgen op verzoek van de cliënt een kopie. Dini wijst erop dat het maken van een
crisisplan en kaart een tijdrovende en zware procedure kan zijn wat vaak een aantal
maanden in beslag neemt. Dat komt doordat er veel mensen bij betrokken zijn en dat het
praten over eerdere (nare) ervaringen soms te intensief.
Dini interviewt Wouter over hoe de crisiskaart in Nederland geïntroduceerd werd,
over de verschillen die er zijn in crisiskaarten en de (juridische) status van crisiskaarten. In
het buitenland (Engeland en Zuid-Afrika) werd al langer gewerkt met crisiskaarten.
Wouter heeft een aantal jaren geprobeerd de kaart hier geïntroduceerd te krijgen. De
directe aanleiding was een onderzoek via een cliëntenpanel over de opvang van de acute
psychiatrie in Amsterdam in 1996. De uitkomsten daarvan waren niet positief:
onvoldoende informatie, slechte bereikbaarheid van de hulpverlening buiten kantoortijden,
en weinig invloed van cliënten zelf op de (crisis)opvang. Cliënten wilden dat graag anders
zien en de crisiskaart is daartoe een middel bij uitstek. Omdat de bestaansreden voor de
crisiskaart ligt in onvrede met de hulpverlening, werd gekozen voor een onafhankelijke
partij die de crisiskaart vorm moest geven. In Amsterdam het APCP en IGPB (1998) en in
2
Wouter de Graaf is werkzaam geweest bij het IGPB en heeft zich ingezet voor de introductie van de crisiskaart
in Nederland.
3
Dini Glas is consulent crisiskaart bij het Amsterdams Patiënten en Consumenten Platform Amsterdam, het
eerste initiatief in Nederland vanuit cliëntenperspectief
2
Rotterdam het Basisberaad Rijnmond (2000). Sinds deze initiatieven hebben ook
(zorg)instellingen zelf initiatieven ontwikkeld. Op zich een positieve ontwikkeling, maar
er zijn ook kanttekeningen bij te plaatsen. Hoe zit het met de regiefunctie van cliënten als
mogelijk alleen wordt uitgegaan van het instellingsaanbod, en wat te denken van de
onafhankelijkheid van de consulent? Binnenkort start een onderzoek over de effecten
van de crisiskaart bij de diverse betrokkenen. Ook verschijnt binnenkort een brochure
met interviews met crisiskaarthouders uit diverse regio’s. Wouter benoemt dat het
initiatief in Utrecht uniek is in het feit dat het project crisiskaart hier een gezamenlijk
initiatief is van zowel zorginstellingen als cliëntenorganisaties. Cliënten kunnen dus
kiezen voor het maken van de kaart met hun hulpverlener of met de onafhankelijke
consulent.
Wouter gaat n.a.v. vragen uit de zaal verder in op de juridische status van de
crisiskaart. Meer hierover treft u in de handleiding CPAP en crisiskaart welke als bijlage
is toegevoegd.
3.
Presentatie Crisispreventie-Actieplan (CPAP) en Crisiskaart in Utrecht
Door Albert van Keijzerswaard, Gert Schijven en Jonneke Ravenhorst4
De werkgroepleden uit het overleg CPAP en crisiskaart geven een PowerPoint presentatie
over de achtergrond van het Utrechts initiatief voor de crisiskaart. De introductie van
de crisiskaart in de stad Utrecht is gekoppeld aan de implementatie van het werken met
Crisispreventie-actieplannen binnen Altrecht en de SBWU. Iedere deelnemer heeft een
uitdraai van de presentatie in zijn of haar conferentiemap ontvangen. Bij dit verslag is
tevens de handleiding CPAP en crisiskaart toegevoegd ter informatie.
Hieronder een korte opsomming van vragen en opmerkingen uit de zaal n.a.v. de
presentatie. Andre Tuinier, ondersteuner clientenraad van Centrum Maliebaan Utrecht,
instelling voor verslavingszorg, geeft te kennen een afspraak te willen maken om te kijken
of de crisiskaart ook bij Centrum Maliebaan geïntroduceerd kan worden. Jonneke maakt
hierover binnenkort met hem en Don van Elst, medewerker Centrum Maliebaan, een
afspraak.
Rene Kragten, Basisberaad Rotterdam, vraagt of er naast een CPAP ook een crisisplan
volgens het landelijke model van de LPR gemaakt wordt als iemand een crisiskaart wil.
Jonneke en Albert leggen uit dat het niet wenselijk is twee plannen te hebben. Het CPAP
is uitgebreider dan het crisisplan landelijk model. Afhankelijk van de route die een
kaarthouder wil volgen wordt er of direct gestart met een CPAP of eerst een crisisplan
door de consulent gemaakt welke de aanzet kan zijn voor het CPAP.
Hilly Beuving, Steunpunt GGz Utrecht, vraagt of er een landelijke registratie is van
mensen met een crisiskaart. Die is er niet. Ieder initiatief registreert wel maar er is (nog)
geen overzicht van het totale aantal crisiskaarthouders in Nederland. Er wordt wel
gestreefd naar een landelijke dekking en registratie in de toekomst.
Marijke Musch, Ypsilon, vraagt zich af wie verantwoordelijk is voor het up to date
houden van de crisiskaart en noemt een geval van een zoon van iemand die in één jaar
vier psychiaters heeft gehad. Verder vraagt ze zich af of ook de politie en het
ambulancepersoneel in de regio al op de hoogte zijn van het bestaan van de crisiskaart.
Albert geeft aan dat de crisiskaart, gekoppeld aan het Elektronisch Patiënten Dossier het
centrale infopunt gaat worden. Bij het actualiseren van het CPAP wordt ook gekeken of de
crisiskaart aangepast moet worden: in ieder geval jaarlijks, maar ook na elke crisis. Dini
vertelt dat in Amsterdam cliënten zelf verantwoordelijk zijn om de crisiskaart te
actualiseren, omdat er vaak geen tijd is om herinneringen te sturen. In Rotterdam wordt
halfjaarlijks geëvalueerd.
4
Werkgroepleden CPAP overleg Albert van Keijzerswaard (Altrecht), Gert Schijven (locatiehoofd Meerkoethof
SBWU) en Jonneke Ravenhorst (crisiskaart consulent Steunpunt GGz Utrecht)
3
Jonneke benoemt dat het project crisiskaart in Utrecht net gestart is en ze nog bezig is
iedereen te informeren. Marry roept ervaringsdeskundigen op om zich aan te melden voor
het geven van voorlichting over de crisiskaart aan diverse doelgroepen.
4.
Kaarthouders over hun ervaringen met de crisiskaart
Door Beate (APCP Amsterdam en Ria (Basisberaad Rijnmond), o.l.v. Marry Mos
In een vraaggesprek stelt Marry Mos de volgende vragen aan de kaarthouders:
 waarom ben je begonnen aan de crisiskaart?
 heb je hem al gebruikt en hoe ging dat?
 was het de moeite waard om te doen?
 hoe was het om zelf afspraken te maken met hulpverleners?
 heb je familie en vrienden betrokken bij het maken van de kaart?
 heb je tips voor nieuwe crisiskaarthouders?
Hieronder een korte uitwerking.
Ria en Beate vertellen beide dat slechte ervaringen met crisisopvang aanleiding waren om
een crisiskaart te nemen. Met name Ria heeft de kaart een aantal keer gebruikt, vooral in
het eerste contact met politie die haar in de war aantreft. Ze kan dan niet goed uitleggen
wat er gebeurt maar wel de kaart overhandigen. Ze merkt dat ze zich veiliger voelt met
een kaart op zak, en dat ze als gesprekspartner serieuzer genomen wordt. Haar eerste
vertrouwenspersoon, vriend, wordt gebeld, waardoor ze niet meer uren in een politiecel op
de politiearts hoeft te wachten, maar dat ze direct overleg kan hebben met de door haar
gekozen hulpverlener. Een crisiskaart kan niet altijd opname voorkomen, maar zorgt wel
voor snellere en betere opvang en bejegening. Zij vond het best zwaar om de kaart te
maken maar wel de moeite waard. Beate beaamt dit maar zegt ook dat het lange tijd heeft
geduurd voor haar kaart af was. Soms moest ze een pauze inlassen omdat het praten over
haar eerdere ervaringen een te zware belasting was soms. Ook het onderhandelen was
moeilijk, ten tijde van het maken van de kaart had zij geen behandeling. Dini heeft de
onderhandelingen met het crisiscentrum mede op zich genomen. Ria heeft wel zelf
afspraken kunnen maken met betrokkenen op de kaart.
Ria vertelt dat de kaart ook preventief werkt. Ze heeft ontdekt dat er gradaties zijn van
crises waar ze zich bewust van is geworden. Ze heeft zichzelf beter leren kennen en kan
zelf eerder ingrijpen of hulp inschakelen. Ze heeft daardoor meer vertrouwen gekregen dat
ze goed door een crisis heen komt, ook omdat ze de mensen die ermee te maken krijgen
zelf heeft uitgekozen en vertrouwt.
Beide kaarthouders hebben familie en of vrienden als vertrouwenspersonen betrokken bij
de kaart. Dat heeft hen ook veel opgeleverd: namelijk duidelijkheid en rust dat beide,
kaarthouder én vertrouwenspersoon, weten waar ze aan toe zijn en wat verwacht wordt.
De tip voor nieuwe crisiskaarthouders is het toch vooral te proberen, in eigen tempo en
uitgaande van je eigen kracht, ervaringen en wensen. Ria raadt verder aan twee
vertrouwenspersonen op de kaart te zetten. Indien er één niet kan of niet is, dan kan de
ander gebeld worden.
5.
Panelgesprek met kaarthouder, hulpverlener, familie, politie, consulent en de zaal
o.l.v. Marry Mos
Aan de paneldiscussie nemen deel: Ida Bruggeman (Ypsilon, afd. Utrecht), Hans Slijpen
(Politie Utrecht), Jonneke Ravenhorst (Steunpunt GGz Utrecht), Ria (Basisberaad
Rijnmond) en Irene de Graaf (Altrecht/ MSS).
Ida Bruggeman vindt de crisiskaart een goed initiatief. Ypsilon is lang niet voor de
crisiskaart geweest vanwege het feit dat werd uitgegaan dat veel van hun patiënten
(mensen met schizofrenie) geen of onvoldoende ziekte-inzicht hebben om de kaart te
maken, dan wel bereid zijn deze te overhandigen op het moment dat ze in de war zijn.
4
Voor deze groep werkt een crisiskaart dus niet. Onlangs is gebleken dat een kleine
meerderheid wel over voldoende ziekte-inzicht beschikt. Voor deze groep is de crisiskaart
mogelijk wel een uitkomst, ook voor de familie. De familie krijgt meer inspraak in de
behandeling, mits de patiënt dit wil overigens. Uit de zaal komt de vraag of ook de familie
of de partner het initiatief kan nemen om een crisiskaart op te stellen. Ida geeft aan dat je
hier tegen de autonomie van de patiënt aanloopt, dat het dus niet kan Haar zoon zal er
bijvoorbeeld niet een laten maken, zijn werkgever informeert haar meestal dat het mis is
of gaat met haar zoon. Hoe moeilijk ook, het is belangrijk niet aan de eigen autonomie te
tornen.
Mariel Zwartkruis (Ypsilon) neemt het woord om te vertellen over haar broer. Zij is van
mening dat hij wel veel aan een crisiskaart gehad had kunnen hebben. Hij is wel eens
dagen zoek geweest. Naderhand bleek hij in een politiecel elders in het land te zitten waar
ze zijn identiteit niet konden achterhalen. Hij is toen ook elders opgenomen, waar hij
medicatie kreeg waar hij eerder zeer negatief op had gereageerd. Deze incidenten hadden
met een crisiskaart voorkomen kunnen worden. Zij is benieuwd of haar broer er mogelijk
één wil maken en wat het effect is.
Marry stelt de vraag wat de politie vindt van de crisiskaart. Hans Slijpen is in principe blij
met de crisiskaart. Voor de politie is het niet zo interessant welke diagnose iemand heeft,
maar wel wie er gebeld kan worden, met name de vertrouwenspersoon en de behandelaar.
Hij hoopt dat de crisiskaart kan voorkomen dat mensen onnodig lang in een politiecel
gehouden moeten worden. Kanttekening die hij plaatst is dat een aantal mensen de kaart
zal kwijtraken of verscheuren ten tijde van crisis. De crisiskaart is wat dat betreft maar een
papiertje waaraan een protocol gekoppeld is. Dat laatste is met name belangrijk. Vanaf
2006 zal er vanuit de GG&GD het Infoknooppunt OGGZ in werking treden van waaruit
informatie opvraagbaar is voor de politie. Hij zou daarin wel graag een registratie willen
aanleggen van vertrouwenspersonen die gebeld kunnen worden.
Jan Dietvorst, projectleider OGGZ Altrecht, stelt dat behandelaars soms tegen de zin van
een cliënt een CPAP opstellen en vraagt of dat in dergelijke gevallen niet beter in overleg
met de familie kan. Kies je dan voor de cliënt of de familie? Irene beaamt dat dat soms een
dilemma kan zijn, maar dat de wens van de cliënt (om de familie erbuiten te houden)
meestal zwaarder weegt dan die van de hulpverlener en/ of de familie. Jonneke voegt toe
dat de crisiskaart nooit eenzijdig opgelegd kan worden, i.t.t. het CPAP, en dus ook niet
voor iedereen is weggelegd. Met name omdat zelfbindingsverklaringen nog niet juridisch
geregeld zijn. Er wordt echter al wel mee gewerkt. In het CPAP en op de crisiskaart wordt
daarom ook melding gemaakt of er sprake is van zelfbinding of niet.
Bart Cornellissen, Anoiksis Breda, vertelt dat op hun vorige bijeenkomst is nagegaan wie
er iets geregeld had omtrent crisis(opvang) en wie niet. Ongeveer de helft had wel iets
geregeld, de andere helft niet en dat de cliënten die zich bij Anoiksis hebben aangesloten
dan nog vaak de mondigere cliënten zijn. Hij vermoedt dan ook dat het merendeel van de
schizofrenie cliënten dus niets geregeld heeft.
Op de stelling dat de crisiskaart dwangopname vermindert was de reactie: ja, mits aan
bepaalde voorwaarden is voldaan, namelijk dat de cliënt de crisiskaart ook daadwerkelijk
overhandigt als het nodig is, en dat derden (hulpverleners) moeten handelen n.a.v. de
gemaakte afspraken en deze niet overrulen. Daarop kwam de vraag wat het voor sommige
hulpverleners, met name ‘nieuwe/onbekenden’, moeilijk maakt conform de afspraken op
een kaart te handelen. Irene de Graaff benoemt dat het opstellen van een CPAP en
crisiskaart veel deskundigheid en vakkennis van hulpverleners vergt: wat is goed voor
welke cliënt met welk ziektebeeld? Verder heeft ieder zo zijn eigen stijl en ideeën over
wat werkt en wat niet. Hulpverleners zijn soms geneigd om bij overplaatsing of verwijzing
opnieuw het wiel uit te vinden. Het CPAP is juist ontwikkeld om dit te voorkomen omdat
het gekoppeld is aan de cliënt en niet de instelling of afdeling. Er is gebleken dat het
5
werken met de voorlopers van het CPAP (crisispreventieplan/ signaleringsplan/
crisisprotocol) het aantal dwangtoepassingen erg heeft verminderd.
Marry Mos stelt de vraag wat er nog verbetert dient te worden om de crisiskaart goed
te laten werken. Dat is met name de bekendheid ervan voor hulp- en dienstverleners die
wat verder weg staan, waaronder politie en ambulancepersoneel. Hans Slijpen zegt dat de
schaal eerst groter moet worden: zodra er meer mensen zijn met een crisiskaart (20 of
meer) zal hij er in de politiekrant aandacht aan besteden. Jonneke geeft aan dat ook de 24uurs beschikbaarheid van de CPAP’s nog een struikelblok is. Buiten kantoortijden is dat in
Utrecht niet geregeld, zoals in Amsterdam of Rotterdam. Reina Roorda, crisisdienst
Utrecht, vertelt dat behandelaars nu werken met vooraanmeldingsformulieren. Zij melden
vooraf met welke cliënten het niet goed gaat. De crisisdienst is nu beperkt in haar
mogelijkheden wat dat betreft, zeker wat betreft cliënten die niet (meer) in zorg zijn. Het
EPD moet daarin uitkomst bieden in de toekomst. Als tip geeft zij de informatie voorlopig
bij de huisartsenpost of politie te bewaren. Verder is het voor de crisisdienst belangrijk dat
de informatie actueel en bondig is. Zij wil wel een afspraak maken om opnieuw in gesprek
te gaan over dit knelpunt.
Andre Tuinier, Centrum Maliebaan, vraagt zich af wat er gebeurt als een cliënt in crisis
iets anders wil dan op de kaart staat. Dan geldt dat wordt uitgegaan van de actuele situatie
tenzij er sprake is van een In Bewaring Stelling of Rechtelijke Machtiging situatie.
Bart Cornelissen, Anoiksis, heeft zijn vader gevolmacht om namens hem te handelen en
vraagt zich af of dit (juridisch) echt kan. Wouter van de Graaf beaamt dat dit wel kan
volgens de WGBO, maar alleen als de afspraak uit vrije wil en bij volle bewustzijn is
gemaakt. Indien sprake is van machtiging van derden staat dit zowel in het CPAP als op
de crisiskaart. Jan Dietvorst roept psychiaters op om cliënten te stimuleren daar vaker
gebruik van te maken, maar geeft tevens aan dat volmacht alleen in werking mag als door
een psychiater is vastgesteld dat een cliënt niet meer in staat is tot heldere eigen oordelen.
José van Beuzekom, bureau Herstel SBWU, stelt dat medicatie vaak kan worden
bijgesteld, dan is het lastig de kaart steeds actueel te houden. Ze vraagt zich af of dit niet
elektronisch kan via een eigen website. Rene Kragten, Basisberaad Rijnmond, vertelt dat
er in Rotterdam aan een dergelijke site gewerkt wordt.
Marry Mos vraagt de panelleden om laatste opmerkingen.
Ida benoemt dat het een zware verantwoordelijkheid is voor cliënten zelf om de
crisiskaart actueel te houden.
Hans hoopt dat veel mensen een crisiskaart laten maken en dat het aantal crises waar de
politie mee te maken krijgt daardoor omlaag gaat.
Irene is blij dat de samenhang tussen het CPAP en de crisiskaart vanmiddag goed in beeld
is gebracht en vraagt hulpverleners hun cliënten te stimuleren een CPAP en crisiskaart te
nemen.
Ria ziet graag dat de crisiskaart landelijk ingevoerd wordt en stelt zich beschikbaar voor
voorlichting aan de politie en anderen.
Jonneke bedankt ieder voor het komen en hoopt dat de crisiskaart ook buiten de stad
Utrecht, naar de regio, ingevoerd gaat worden.
6.
Bijlagen
Deelnemerslijst conferentie
Handleiding CPAP en crisiskaart, versie november 2005
6
Download