De Crisiskaart en het Crisisplan, opdat een crisis geen ramp hoeft te

advertisement
De Crisiskaart en het Crisisplan
opdat een crisis geen ramp hoeft te worden
Mei 2011
Huub Beijers, manager Steunpunt GGZ Utrecht
Crisiskaart en Crisisplan?
De Crisiskaart is een opvouwbaar kaartje op bankpasformaat waarop iemand met psychiatrische
problematiek zelf aangeeft hoe een psychische crisis er uitziet, hoe die te herkennen als hij dreigt te
ontstaan, hoe die te voorkomen, en wat er moet gebeuren als het toch misgaat. De compacte
Crisiskaart draagt de cliënt op zak en verwijst naar een Crisisplan dat de cliënt samen met een
consulent heeft opgesteld. Het kaartje geeft essentiële informatie en kan in een crisissituatie de
aanpak sturen.
Door vooraf een Crisisplan te maken en een Crisiskaart, krijgen ook anderen een duidelijke plek in de
aanpak van een (dreigende) crisissituatie. De kaart is daardoor niet alleen waardevol voor mensen
die te maken hebben (gehad) met psychische crisis, maar zeker ook voor de omgeving. Familie,
vrienden en hulpverleners hoeven dan niet te gissen naar de beste aanpak.
Voor wie is de Crisiskaart?
De Crisiskaart is bedoeld voor mensen die, wanneer ze in psychische crisis zijn of dreigen te komen,
te zeer van streek zijn om duidelijke informatie te geven en goede opvang te regelen.
Hoe komt u aan een Crisiskaart en een Crisisplan?
U beslist zelf of u een Crisiskaart wilt of niet. Daarvoor kunt u terecht bij de consulent Crisiskaart van
het Steunpunt GGz Utrecht. Deze consulent is een professional en een ervaringsdeskundige en werkt
onafhankelijk van behandelaren en andere instanties.
In een aantal gesprekken inventariseert u wat voor u belangrijk is als u in crisis raakt of dreigt te
raken en wat men dan wel of niet moet doen. Dat is uw Crisisplan. Als het nodig is om op grond van
uw wensen afspraken te maken met personen en instellingen die van belang zijn, dan is dat de
volgende stap. Deze afspraken worden bekrachtigd met een handtekening van alle betrokkenen.
Waarom bij het Steunpunt GGZ Utrecht?
De dienstverlening van het Steunpunt GGZ is vertrouwelijk en onafhankelijk. Als u dat nodig vindt,
wordt er natuurlijk wel overlegd en samengewerkt met hulpverleners of instanties. Mensen kiezen
ervoor om deze kaart met een onafhankelijke consulent te maken, omdat in het verleden hun
vertrouwen geschonden is, en er meer veiligheid nodig is. Sommigen kiezen bewust voor een
ervaringsdeskundige als consulent. Het aanbod is er voor mensen die niet in behandeling zijn, voor
mensen die binnen de GGz instelling op een wachtlijst staan of ontevreden zijn met het Crisisplan dat
daar is geformuleerd, of voor mensen die nog geen Crisisplan hebben gemaakt met hun behandelaar
en daarin zelf het voortouw willen nemen.
Waarom vanuit cliëntenperspectief?
Steunpunt GGZ is een cliëntgestuurde organisatie die de ervaring van cliënten actief inzet bij
ondersteuning en begeleiding. De medewerkers zijn professionals, maar hebben in de regel zelf ook
ervaring (gehad) met psychiatrische problematiek. Tijdens het proces van het maken van een
kaart/plan wordt de cliënt aangemoedigd te denken aan minder voor de hand liggende zaken. Bijv.
dat benodigde zorg, naast de formele zorg, ook vaak gevonden kan worden in het eigen netwerk.
(bijv. op cruciale momenten vertrouwenspersoon kunnen bellen en daar een aantal dagen logeren,
enz, enz). Met de Crisiskaart krijgt ook de omgeving een duidelijke plek in de aanpak van een
crisissituatie. Eigen oplossingen of nieuwe oplossingen krijgen daardoor meer kans en het
zelfvertrouwen van cliënten wordt versterkt.
De activiteiten worden gedragen door ervaringsdeskundigen. Hier ligt de kracht van een
cliëntenorganisatie, zij staan dicht bij de doelgroep en zijn laagdrempelig. Gedeelde ervaring,
ondersteuning in het benutten van eigen ervaringskennis, en het versterken van krachten en
kwaliteiten (empowerment), zijn belangrijke werkprincipes.
Wat staat er op de Crisiskaart?
Hoeveel en welke gegevens er op de kaart komen te staan en wie over welke informatie kan
beschikken beslist u zelf. Het kan gaan om persoonlijke gegevens, gegevens van
vertrouwenspersonen en hulpverleners, medicijngebruik et cetera. Het kaartje is een samenvatting
van het bijbehorende Crisisplan. Daarin staan de afspraken die u gemaakt heeft met bijvoorbeeld
hulpverleners of vertrouwenspersonen uitgebreid beschreven. U kunt hierbij denken aan een extra
gesprek of medicatie als u merkt dat het minder goed gaat. Maar het kan ook gaan om de opvang
van huisdieren, het verzorgen van planten of het afhandelen van post als u daar tijdelijk zelf niet voor
kunt zorgen. Degenen met wie u afspraken maakt, tekenen daarvoor.
Wat gebeurt er met mijn kaart en met mijn plan?
De Crisiskaart draagt u zelf met u mee. Het Crisisplan wordt gegeven aan degenen die belangrijk voor
u zijn. Zij zorgen ervoor dat het plan in geval van een (dreigende) crisis beschikbaar is. Als daar een
behandelaar van een GGZ-instelling bij is, ligt het voor de hand om het Crisisplan op te nemen in het
patiëntendossier.
Het Steunpunt GGZ bewaart ook een exemplaar van het Crisisplan en de Crisiskaart en benadert u
eenmaal per jaar met de vraag of het plan nog actueel is en of er wijzigingen nodig zijn.
LCIO
Steunpunt GGZ Utrecht is aangesloten bij het Landelijke Crisiskaart Informatie en Ondersteunings
Punt (LCIO) LCIO is onderdeel van Geestdrift, de brancheorganisatie van Steunpunten GGZ.
Het Steunpunt GGZ (www.ggzutrecht.nl) is gehouden aan een privacyreglement dat is aangemeld bij
het College Bescherming Persoonsgegevens.
De Crisiskaartconsulent van het Steunpunt GGZ is Harma Alkema.
Zij is op maandag, dinsdag en donderdag bereikbaar in de ochtenduren via tel.nr. 030-2333 884 of
per mail: [email protected]
Steunpunt GGZ Utrecht
Mgr. van de Weteringstraat 132-a
3581 EN Utrecht
Tel 030 - 236 93 20 (kantoor). 030-2333884 (consulenten en begeleiders)
www.ggzutrecht.nl
Omvang van de doelgroep
De groep mensen die in aanmerking komt voor een Crisiskaart, betreft mensen met een beperking
op grond van ernstige psychische problemen die in meerdere of mindere mate zelfstandig in de
samenleving leeft, maar zich zonder een vorm van compensatie voor die beperkingen niet in
redelijke mate staande kan houden. Het Trimbos instituut (Michon & Kroon) heeft in 2002 voor de
Taskforce Vermaatschappelijking een schatting gemaakt van de omvang van deze populatie.
Samenvattend komen zij op een samengestelde doelgroep uit van minimaal 52.000 voor het aantal
mensen met chronisch psychiatrische problematiek in Nederland (uitgezonderd 15 à 20.000 die
langdurig in APZ of RIBW verblijven); 10 tot 12.000 mensen die dak- en thuisloos zijn met ernstige
psychische stoornissen; en 10 tot 28.000 mensen die sociaal kwetsbaar zijn en ernstige psychische
stoornissen hebben. Het minimum ligt dus rond de 50.000 personen en het maximum rond de
90.000 voor heel Nederland. Dat komt overeen met een percentage van 3 tot 6 promille van de
totale bevolking. Voor een stad als Utrecht met 311.254 inwoners (01.01.2011) is dat een aantal van
1000 tot 2000 personen, waaronder niet degenen die langdurig in woonvoorziening of APZ
verblijven.
Crisiskaart: regie bij de cliënt
De Crisiskaart staat inmiddels niet meer op zich. In het kader van de geestelijke gezondheidszorg
werken diverse instellingen met zogenaamde crisis- preventie en actieplannen (cpap). Een CPAP
wordt door de behandelaar geïnitieerd in de context van behandeling binnen de GGZ. Familieorganisaties hebben de zogenaamde triadekaart ontwikkeld die de betrokkenheid van familieleden
bij de behandeling en het contact tussen patiënt en behandelaar vastlegt. Crisissituaties maken daar
(summier) deel van uit. In het kader van de aanstaande wet verplichte GGZ (opvolger van de BOPZ)
wordt gesproken van een zorgkaart die echter enkel geldt voor degenen die onder het (juridische)
regime van deze wet vallen.
In alle gevallen kunnen deze kaarten voor de patiënt en ook zonder de patiënt worden geformuleerd.
Daarin onderscheidt de Crisiskaart zich: die kan alleen maar op initiatief van en met de patiënt
worden opgesteld. Referentiepunt is de ervaringskennis die cliënten in crisissituaties zelf hebben
opgebouwd en de ervaringsdeskundigheid van de consulent. Commitment van de cliënt met het
resultaat is hoog waardoor het gewenste resultaat ook beter is. Op dit moment al verkiezen veel
cliënten in de GGZ een onafhankelijke Crisiskaart boven een cpap. De Crisiskaart beperkt zich niet tot
de GGZ, maar wil juist ook de OGGZ-cliënt die zich niet in zorg bevindt, of die in de maatschappelijke
opvang verblijft bereiken.
De Crisiskaart is een gecertificeerd en beschermd instrument. Dat betekent dat een cliënt nooit
tweemaal een Crisiskaart kan afsluiten en er eenduidigheid ontstaat over wat de wensen zijn van de
cliënt en de afspraken met de omgeving ter voorkoming van en omgang met crisissituaties
Crisiskaart: evidence-based?
Er wordt op dit moment hard gewerkt aan het meer evidence-based maken van de Crisiskaart en het
Crisisplan. In Nederland is in 2006 een RCT (randomised clinical trial, Erasmus Universiteit/prof. Niels
Mulder) gestart, om na te gaan of het hebben van een Crisiskaart leidt tot vermindering van het
aantal crisiscontacten en het aantal (gedwongen) opnames. Tweede vraag is of het uitmaakt of de
Crisiskaart samen met de GGZ-behandelaar of samen met een onafhankelijk consulent is opgesteld.
Een van de deelonderzoeken leidde tot de conclusie, dat de kwaliteit van de Crisiskaart/het Crisisplan
afhankelijk is van de vraag of die is opgesteld door een onafhankelijk consulent, en niet door de
behandelaar. Andere variabelen, zoals kenmerken van de (psychotische) patiënt en de behandelaar
blijken nauwelijks van invloed te zijn. “Een kwalitatief goede Crisiskaart lijkt daarom voor de meeste
psychotische patiënten bereikbaar en kan het beste opgesteld worden met een onafhankelijk
consulent.”, zo stellen de onderzoekers. Eindresultaten onder andere over het preventieve effect van
de Crisiskaart worden gepresenteerd op het LCIO-congres op 2 november 2011 in Zeist.
Onderzoek in Engeland van Henderson et al toonde in 2004 aan dat een Crisisplan, gemaakt door een
triade van cliënt, hulpverleners en een onafhankelijke derde, leidde tot 14% minder dwangopnames
in vergelijking met een controlegroep. Flood et al onderzocht in 2006 160 personen met een
Crisisplan, opgesteld door de cliënt, hulpverleners en een onafhankelijk projectmedewerker.
Conclusies: Crisisplannen leiden tot afname van opnames, en er is grote kans is dat Crisisplannen
meer kosteneffectief zijn dan standaard instellingsprocedures.
Crisiskaart: kosten en besparingen?
De kosten van een Crisisplan en een Crisisplan/Crisiskaart bedragen gemiddeld 1850 - 2000 € per
stuk, met een ervaringsdeskundige medewerker ingeschaald op MBO/HBO-niveau.
De besparing van een Crisisplan/ Crisiskaart kan worden gevonden in voorkomen van terugval en
klinische opname, behoud van participatie in de samenleving van de cliënt in kwestie, voorkomen
van overbelasting van mantelzorg en sociaal netwerk, stroomlijning van de inzet van professionals op
het terrein van (O)GGZ en openbare orde. Op dit moment zijn (besparings)effecten van de
Crisiskaart onvoldoende zichtbaar want verdeeld over verschillende bestuurlijke domeinen. Met de
overgang van grotere AWBZ-delen naar de WMO worden de besparingseffecten echter meetbaarder
en zichtbaarder in één bestuurlijk kader. De kosten vallen dan in het niet tegen een intensieve inzet
op het terrein van de OGGZ of crisisinterventie.
Financiering van de Crisiskaart
Het idee van een Crisiskaart is ontwikkeld in Engeland en eind jaren negentig overgenomen door
cliëntenorganisaties in Nederland. Aanvankelijk in Amsterdam en Rotterdam, maar later door
regionale cliëntenorganisaties in andere steden. Medio april 2011 zijn er 13 onafhankelijke
organisaties die de Crisiskaart uitgeven in Nederland; 11 bij regionale cliëntenorganisaties en 2
gelieerd aan een GGZ aanbieder.
Deze initiatieven zijn aanvankelijk veelal gefinancierd vanuit de AWBZ-subsidieregeling voor
cliëntgestuurde zorg(vernieuwing) en vanuit OGGZ-gelden. Met de komst van de WMO zijn deze
middelen gemigreerd van het Zorgkantoor naar de WMO en het gemeentelijk domein. Voor de
Crisiskaart betekent dat er feitelijk op dit moment een eenduidig financierings- en beleidskader
ontbreekt. Met de aanstaande overgang van grote delen van de AWBZ naar de WMO zou dit
beleidskader wel kunnen worden ontwikkeld in het kader van de WMO. Van de dertien initiatieven
ontvangen er zes subsidie op grond van de WMO. Twee initiatieven worden op jaarbasis gefinancierd
door een zorgverzekeraar (NUTS/OHRA en AGIS). Twee initiatieven worden gefinancierd door de GGZ
aanbieder vanuit de DBC’s. Drie initiatieven ontvangen op dit moment geen aparte projectsubsidie
voor de Crisiskaart en betalen de activiteiten met vrijwillige consulenten uit eigen middelen.
Landelijke Crisiskaart Informatie en Ondersteunings Punt (LCIO)
Het LCIO is een initiatief van de Vereniging Geestdrift en heeft als doel het initiëren, stimuleren en
ondersteunen van regionale en lokale Crisiskaartinitiatieven, zodat iedereen die dat wenst, ongeacht
in welke regio in Nederland hij of zij woont, een Crisiskaart kan krijgen. Het LCIO verstrekt informatie
aan diensverleners, behandelaars en hulpverleners over hoe zij cliënten kunnen helpen bij het
aanvragen van een Crisiskaart. Daarnaast stelt het LCIO informatie beschikbaar over
(wetenschappelijke) onderzoeken naar de effecten van de Crisiskaart.
Het LCIO certificeert de instellingen die de Crisiskaart mogen uitgeven. ‘Crisiskaart’ is een
beschermde naam, waarvan de rechten rusten bij het LCIO.
Projectcoördinator: Drs Renée Smulders ([email protected])
LCIO p/a Vereniging Geestdrift
Maliebaan 71-H
3581 CG Utrecht
Telefoon: 030 25 21 822
www.crisiskaartggz.nl
Download