Bijlage D: Voorbeeld beoordelingskader Chemisch

advertisement
Beoordelingskader Chemisch
- fysisch (91711)
Algemene informatie
Als cursist verzamel je bewijs van je kennen en kunnen in je portfolio. Op het moment dat je voor
diplomering in aanmerking wilt komen verzamel je die bewijzen waarmee je kunt aantonen dat je
competent bent. Deze bewijzen worden door de examinatoren beoordeeld op vorm en inhoud. Elke
opleiding bestaat uit een aantal kerntaken die je moet kunnen uitvoeren. Elke kerntaak moet met een
voldoende worden afgesloten. Ook het panelgesprek moet voldoende zijn. Voor meer informatie
verwijzen we naar je Onderwijs en Examenreglement (OER), te vinden op blackboard.
Landelijke norm
De beoordeling wordt afgestemd op het landelijk vastgestelde kwalificatiedossier. Belangrijk
onderdeel in dat dossier is de zogenaamde competentiematrix waarin staat welke kerntaken je moet
beheersen, welke competenties je daarbij moet kunnen inzetten en met welke keuzes en dilemma’s
(kernopgaven) je in het beroep moet kunnen omgaan.
Kern
De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van de kern:
Kerntaken 1, 2, 3, 4, 5
Kerntaak 1: Bereidt analyses voor
Proces
De chemisch-fysisch analist bepaalt op basis van de weekplanning en/of het werkoverleg in overleg
met de leidinggevende welke werkzaamheden hij die dag gaat doen en plant deze in. Hierbij zorgt hij
voor afstemming met zijn collega’s. De chemisch-fysisch analist ontvangt monsters met bijbehorende
aanvraag en zorgt hierbij voor een correcte identificatie en vervolgens registratie van de monsters. Hij
koppelt aan het monster en de opdracht een analysenummer. Het kan ook zijn dat de chemischfysisch
analist zelf monsters neemt. Dit doet hij volgens protocol. Hij bekijkt de analyseaanvraag kritisch en
overlegt eventueel met de opdrachtgever over de aanvraag. Met behulp van een checklist controleert
de chemisch-fysisch analist de eigenschappen van het monster, of er voldoende is aangeleverd en of
het op de juiste wijze is aangeleverd. In de aanvraag leest de chemisch-fysisch analist welke analyses
met het monster moeten worden gedaan en bepaalt de wijze van voorbewerking op basis van deze
informatie en wat daarover in de voorschriften staat. Tijdens het voorbewerken zorgt de chemischfysisch analist voor controlemonsters en noteert hij eventuele opvallendheden. Vervolgens worden de
monsters gesorteerd en verdeeld.
Kwaliteit van proces en resultaat
Het resultaat is een monster dat geschikt is voor analyse.
Kerntaak 2: Voert gestandaardiseerde analyses uit
Proces
De chemisch-fysisch analist voert gestandaardiseerde handmatige of geautomatiseerde fysische,
spectrometrische, elektrochemische, chromatografische of microscopische analyses uit aan niet-levend
materiaal, binnen vastgestelde kaders. Het gaat hierbij om basistechnieken. De chemische analyses
richten zich steeds meer op de life sciences. Het kan gaan om ingangscontrole van binnenkomende
grondstoffen, kwaliteitscontrole ten bate van de lijn of analyses ten bate van de afdeling R&D of
klanten. De geautomatiseerde werkzaamheden bestaan uit het controleren en instellen van de
apparatuur en het plaatsen van monsters in de apparatuur. De chemisch-fysisch analist moet de
apparatuur tijdens de analyse bewaken en noteert tussenmeetwaarden en afwijkingen. Ook brengt hij
controlemonsters in, in het kader van proces- en kwaliteitsbewaking.
1
Kwaliteit van proces en resultaat
De kwaliteit van het proces is afhankelijk van de instelling van de apparatuur, de kwaliteit van het
voorbewerkte monster, het inzicht in het proces en de nauwkeurigheid van de chemisch-fysisch
analist. Een kwalitatief goed proces resulteert in betrouwbare analyses en meetwaarden. Dit kan
gecontroleerd worden met behulp van controlemonsters.
Kerntaak 3: Beoordeelt meetwaarden en rapporteert hierover
Proces
De chemisch-fysisch analist beoordeelt de meetwaarden en bekijkt of ze binnen de vastgestelde
specificaties vallen. Daarnaast moeten de controlemonsters kloppen. Hij voert statistische
berekeningen uit aan de resultaten, om uit te zoeken of de gevonden resultaten betrouwbaar zijn.
Eventueel moet de analyse herhaald worden om alsnog tot betrouwbare resultaten te komen. De
meetwaarden worden ingevoerd in de database, conclusies worden getrokken en er wordt
gerapporteerd volgens voorschriften, mondeling of door middel van een (Engelstalig) rapport.
Eventueel geeft hij (afwijkende) uitkomsten zelf door aan de productieafdeling. De chemisch-fysisch
analist kan aangeven welke correcties in het productieproces moeten worden aangebracht om
afwijkingen te voorkomen, wat een richting moet zijn voor verdere stappen, wat kanttekeningen bij de
gehanteerde methode zijn enzovoort. Ook kan de chemisch-fysisch analist verbetervoorstellen
formuleren voor voorschriften, conclusies met betrekking tot de methodiek voorstellen, de resultaten
uitwerken en indien nodig presenteren aan de afdeling of klanten.
Kwaliteit van proces en resultaat
Een juiste en betrouwbare interpretatie van de analysegegevens en een rapportage die op de juiste
manier is geschiedt.
Kerntaak 4: Onderhoudt werkplek en apparatuur
Proces
De chemisch-fysisch analist maakt zijn werkplek schoon en ruimt deze op. Daarnaast kan de
chemisch-fysisch analist beheerderstaken op verschillende gebieden hebben. Hij kan bijvoorbeeld de
apparatuur, instrumenten en chemicaliën beheren. De chemisch-fysisch analist zorgt tevens met
collega’s voor de kalibratie en het dagelijks onderhoud van de apparatuur en de instrumenten. Indien
hier een probleem mee is, moet de chemischfysisch analist dit zelf oplossen of een monteur
inschakelen.
Kwaliteit van proces en resultaat
Een goed bevoorrade, schone werkplek met goed werkende apparatuur, die gekalibreerd is volgens de
geldende normen en regels.
2
Kerntaak 5: Ondersteunt methodeontwikkeling
Proces
De chemisch-fysisch analist kan als lid van een team meewerken aan methodenontwikkeling:
troubleshooting, het ontwikkelen, valideren en optimaliseren van analysemethoden en werkprocessen
in het kader van de kwaliteitsbeheersing. De chemisch-fysisch analist krijgt in dat kader een opdracht
en voert die uit. Daarmee draagt hij bij aan methodenontwikkeling. Hij voert bijvoorbeeld
experimenten ter ondersteuning van de optimalisatie van het productieproces, of hij onderzoekt of een
bepaald monster met een bepaald apparaat geanalyseerd kan worden. De opdracht of aanvraag kan
vanuit de interne organisatie of van derden (bijvoorbeeld een klant) komen. Hij voert de experimentele
analyses volgens plan uit. Hij plant de activiteiten in een logische volgorde, beoordeelt, analyseert en
rapporteert de resultaten. Een goede communicatie met andere betrokkenen is bij dit werk van groot
belang. De chemisch-fysisch analist werkt binnen niet volledig vastgestelde procedures en levert daar
een bijdrage aan.
Kwaliteit van proces en resultaat
- Een adequate bijdrage aan methodeontwikkeling.
- Een adequaat uitgevoerd experiment.
- Een tevreden opdrachtgever.
Kernopgaven 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7,
Kernopgave 1: Tijd versus nauwkeurig werken
Kernopgave 2: Tijd versus werken volgens voorschriften
Kernopgave 3: Correct handelen bij afwijkende situaties
Kernopgave 4: Inzicht tonen
Kernopgave 5: Discreet omgaan met vertrouwelijke gegevens
Kernopgave 6: Planning versus flexibiliteit
Kernopgave 7: Dagelijkse werkzaamheden versus aanvullende activiteiten
3
4
Beoordelingskader per competentie
CHEMISCH – FYSISCH ANALIST
(crebo 91711)
Competenties 1 t/m 13 (kern) met resultaat
1. Monsters voorbewerken
a. Monsters met de juiste proporties die gereed zijn voor de analyse.
2. Onderhouden van werkplek
a. Een ordelijk laboratorium.
3. Samenwerken in een team
a. De chemisch-fysisch analist functioneert effectief en efficiënt binnen een team.
b. De chemisch-fysisch analist levert in een prettige werksfeer met anderen een gezamenlijke
presentatie om doelen te realiseren
4. Communiceren tijdens werkzaamheden
a. Adequaat geïnformeerde betrokkenen.
b. Een vlot lopend werkproces.
c. De onderlinge werkverhoudingen worden niet verstoord.
5. Procesmatig inzicht ontwikkelen
a. De werknemer is zich bewust van zijn positie in de organisatie en keuzes worden gemaakt mede
op basis van de inbreng van de werknemer.
6. Beroepscompetenties ontwikkelen
a. Zet leeractiviteiten in passend bij de situatie in de leeromgeving en bij zichzelf.
b. Constante ontwikkeling van de eigen beroepscompetenties t.b.v. loopbaanontwikkeling.
c. Draagt aantoonbaar en actief bij aan kwaliteitsverbetering en efficiency van werkzaamheden.
7. Uitvoeren basisanalyses
a. Volgens voorschrift uitgevoerde elektrochemische, microscopische, chromatografische,
spectrometrische en fysische basisanalyses die bruikbare meetresultaten hebben opgeleverd.
8. Beoordelen van meetwaarden
a. De meetwaarden zijn op de juiste manier beoordeeld en er zijn conclusies uit
getrokken.
9. Rapporteren van resultaten
a. De juiste personen hebben de juiste informatie op heldere en zorgvuldige wijze en binnen de
daarvoor gestelde tijd ontvangen.
10. Plannen van werkzaamheden
a. Goede planning van de werkzaamheden, zodat deze tijdig en op een efficiënte wijze worden
uitgevoerd.
11. Ondersteunen methodenontwikkeling
a. Een adequaat functionerende chemisch-fysisch analist in een projectteam.
b. Een geoptimaliseerd productieproces.
c. Een tevreden opdrachtgever.
12. Onderhoud en kalibratie van apparatuur en instrumenten
a. Goed werkende apparatuur/ instrumenten.
b. De werking van de apparatuur/ instrumenten is gecontroleerd en de apparatuur/instrumenten zijn
gereed voor de analyses.
c. Voldoende hulpmiddelen.
13. Werk voor klanten verrichten
a. Een tevreden klant.
5
Uitstroomdifferentiatie 1 Chemisch analist (crebo 91711)
Kerntaken 1 t/m 5 (kern) + 6
Kernopgaven 1 t/m 7 (kern)
Competenties 1 t/m 13 (kern) met resultaat + 14
Kerntaken:
Kerntaak 6: Beoordeelt meetwaarden en rapporteert hierover
Proces
De chemisch-fysisch analist beoordeelt de meetwaarden en bekijkt of ze binnen de vastgestelde
specificaties vallen. Daarnaast moeten de controlemonsters kloppen. Hij voert statistische berekeningen uit
aan de resultaten, om uit te zoeken of de gevonden resultaten betrouwbaar zijn. Eventueel moet de analyse
herhaald worden om alsnog tot betrouwbare resultaten te komen. De meetwaarden worden ingevoerd in de
database, conclusies worden getrokken en er wordt gerapporteerd volgens voorschriften, mondeling of door
middel van een (Engelstalig) rapport. Eventueel geeft hij (afwijkende) uitkomsten zelf door aan de
productieafdeling. De chemisch-fysisch analist kan aangeven welke correcties in het productieproces
moeten worden aangebracht om afwijkingen te voorkomen, wat een richting moet zijn voor verdere
stappen, wat kanttekeningen bij de gehanteerde methode zijn enzovoort. Ook kan de chemisch-fysisch
analist verbetervoorstellen formuleren voor voorschriften, conclusies met betrekking tot de methodiek
voorstellen, de resultaten uitwerken en indien nodig presenteren aan de afdeling of klanten.
Kwaliteit van proces en resultaat
Een juiste en betrouwbare interpretatie van de analysegegevens en een rapportage die op de juiste manier is
geschiedt.
Competenties
14. Specifieke instrumentele spectrometrische en chromatografische analyses uitvoeren
a. Volgens voorschrift uitgevoerde betrouwbare specifieke instrumentele spectrometrische en
chromatografische analyses die bruikbare meetresultaten hebben opgeleverd.
Uitstroomdifferentiatie 2 Fysisch analist (crebo 91712)
Kerntaken 1 t/m 5 (kern) + 7
Kernopgaven 1 t/m 7 (kern)
Competenties 1 t/m 13 (kern) met resultaat + 15
Kerntaken:
Kerntaak 7: Voert extra fysische bepalingen uit
Proces
De fysisch analist voert naast de basistechnieken een breed scala aan fysische (handmatige) bepalingen uit
die te maken hebben met mechanische eigenschappen van een breed scala aan materialen. De bepalingen
(waarbij gebruik kan worden gemaakt van spuitgieten, extruderen en persen) worden dikwijls uitgevoerd in
het kader van onderzoek en ontwikkeling (voor product- of procesverbetering bij de interne of externe
klant). Na het analyseren van de vraag wordt indien nodig een werktuigbouwkundige tekening gemaakt,
(het recept van) het materiaal gewijzigd en wordt de bepaling uitgevoerd. Bepaald wordt of het gewenste
resultaat wordt behaald, anders worden opnieuw aanpassingen gedaan en wordt opnieuw het resultaat
bepaald. De fysisch analist past hierbij allerhande karakteriseringtechnieken zelfstandig toe.
6
Kerntaken:
Uitstroomdifferentiatie
3 Technisch onderwijsassistent (crebo 91713)
Kerntaak
Kerntaken 8:Faciliteert
1 t/m 5 (kern)practica
+ 8, 9 en vakoverstijgende werkzaamheden
Kernopgaven 1 t/m 7 (kern) + 8
Proces
Competenties 1 t/m 13 (kern) met resultaat + 16 t/m 26
De technisch onderwijsassistent (TOA) voert overleg met de docent. Tijdens dit gesprek brengt hij in kaart
De fysisch analist interpreteert en rapporteert de meetwaarden op dezelfde wijze als bij de
gestandaardiseerde analyses. Daarnaast is hij in staat rapporten voor de klant te schrijven.
Kwaliteit van proces en resultaat
Een kwalitatief goed proces resulteert in verbeterde producten en/ of processen voor de interne of externe
klant.
Competenties
15. Breed scala aan fysische bepalingen uitvoeren
a. Volgens voorschrift uitgevoerde fysische bepalingen waardoor het product en/ of proces van de
klant verbeterd wordt.
7
wat de wensen en verwachtingen van de docent zijn ten aanzien van het practicum. Ook inventariseert de
TOA tijdens dit gesprek wie de doelgroep is en welke omvang de doelgroep heeft. De TOA koppelt terug
naar de docent of zijn wensen haalbaar zijn. Ook bepaalt de TOA of de wensen van de docent mogelijk zijn
gezien de eisen die worden gesteld aan de veiligheid. Hij ontwikkelt proeven en houdt zich daarbij aan de
voorschriften. In sommige gevallen zijn er geen voorschriften aanwezig. De TOA zoekt dan naar
voorschriften die te maken hebben met de proef die hij maakt. Op basis van voorschriften die horen bij
verschillende soortgelijke proeven, stelt hij zelf voorschriften samen. Op MBO, HBO en op de universiteit
gaat het om meer complexe proeven en practica. De TOA ontwikkelt de proeven en practica dan ook niet
zelfstandig, maar ondersteunt de vakdocent daarbij. Ook denkt hij mee over bestaande practica. Hij voert
ze uit en verandert en verbetert bestaande practica. Wanneer het practicum en bijbehorende proeven zijn
ontwikkeld, maakt de TOA een planning voor het practicum. In de planning neemt hij op welke activiteiten
wanneer uitgevoerd moeten worden en welke materialen daarbij nodig zijn en eventueel welke
betrokkenen. In de planning wordt ook opgenomen met welke afvalstromen hij te maken krijgt en hoe hij
die gaat afvoeren. De TOA maakt een jaarplanning voor de materialen. Hij maakt een budgettair overzicht
en neemt op wanneer wat wordt besteld.
Kwaliteit van proces en resultaat
Alle benodigde materialen staan op tijd klaar en zijn klaar voor gebruik. Het practicum sluit aan bij de
lesstof of bij een thema.
Kerntaak 9: Begeleidt leerlingen tijdens practica en vakoverstijgende werkzaamheden
Proces
Tijdens practica geeft de TOA instructies en vervolgens gaan de leerlingen aan de slag. De TOA
controleert of de proeven volgens voorschriften en veilig worden uitgevoerd. Hij stuurt bij waar nodig. In
geval van vakoverstijgende werkzaamheden is er een voorgesprek met leerlingen en docent over de door de
leerlingen uit te voeren opdracht.
De TOA doet vervolgens een haalbaarheidsonderzoek, waarin hij bepaalt of de proef haalbaar is binnen de
organisatie en gezien het beschikbare budget of door gebruik te maken van de derde geldstroom. De TOA
voert een gesprek met de docent waarin wordt bepaald of de proef kan doorgaan. Vervolgens voert de TOA
een gesprek met de leerling(en). De wensen van de leerling worden in kaart gebracht, de haalbaarheid
wordt bepaald en er wordt een vervolgplanning opgesteld. De TOA begeleidt in beperkte mate de leerling
bij het uitvoeren van zijn opdracht. De TOA bewaakt de tijd en de manier waarop de leerling de proef
uitvoert. Hij stuurt bij waar nodig en geeft eventueel tips. Hij beantwoordt vragen van de leerlingen en
geeft waar nodig technische hulp bij de uitvoering van proeven. De TOA koppelt op gezette tijden aan de
docent terug hoe de leerling het doet en welke bijsturing de leerling nodig heeft. Als de leerling het
werkstuk heeft ingeleverd, voert de docent soms een beoordelingsgesprek over het werkstuk en de daarbij
behorende eindpresentatie met de TOA. Tijdens de activiteiten die worden uitgevoerd in het
practicumlokaal controleert de TOA of het reglement dat geldt in het practicumlokaal wordt nageleefd.
Kwaliteit van proces en resultaat
Practicum dat veilig en volgens voorschriften verloopt. De leerling is in staat een vakoverstijgend werkstuk
uit te voeren dat voldoet aan de doelen en veilig wordt uitgevoerd.
Kernopgaven:
Kernopgave 8: ??
Competenties
16. Voorraad beheren
a. Voldoende voorraad en een goed werkend beheerssysteem.
17. Administratieve werkzaamheden uitvoeren
a. Overzichtelijke, volledige en goed onderhouden administratie, die up-to-date is.
8
18. Wensen van docent in kaart brengen
a. Heeft duidelijk beeld van wensen van de docent.
b. Meest optimale oplossing die past bij de wensen van de docent.
19. Haalbaarheid practicum bepalen
a. Practicum is getoetst op haalbaarheid.
20. Proeven ontwikkelen
a. Veilige proeven, ontwikkeld volgens voorschriften, die voldoen aan het doel waar voor ze zijn
gemaakt.
21. Bijdragen aan proefontwikkeling
a. Veilige proeven, ontwikkeld volgens voorschriften, die voldoen aan het doel waarvoor ze zijn
gemaakt.
22. Beoordelen of werkstuk voldoet
a. Voorstel voor werkstuk is getoetst aan de gestelde eisen.
23. Instructie geven
a. Opdracht is duidelijk voor leerlingen.
24. Adequaat uitvoeren practicum/ werkstuk beoordelen
a. Begeleidt leerling correct.
25. Leerlingen beoordelen
a. Draagt bij aan correcte en objectieve beoordeling van de leerling.
26. Overleg voeren
a. Voert op het juiste moment een efficiënt en effectief overleg met docent.
9
Download