22 BOEKEN BOEKEN 23 De DSM-5 is klaar! minder gespannen nu er ook veel waarschuwingen kwamen om het kind niet met het badwater weg te gooien. Wie wil er terug naar de tijd toen iedereen in de psychiatrie zijn eigen taal sprak? Het is gelukt: de DSM-5 is klaar. Geheel volgens schema werd hij in de derde week van mei gepresenteerd op de jaarvergadering van de American Psychiatric Association (APA). Ruim tien jaar is er aan gewerkt. Ruud van Dorth schetst het rumoer over de voors en tegens dat ook in Nederland ontstond. Toen in 2010 de conceptversie voor commentaar op internet beschikbaar kwam verscheen in YN al het artikel ‘Van DSM-IV naar DSM-5’ (YN 3-2010) met informatie over historie, achtergronden, definities en voor- en nadelen van dit systeem. www.ypsilon.org Is er praktisch veel veranderd in de DSM-5 ten opzichte van zijn voorganger? Dat valt voor de doelgroep van Ypsilon eigenlijk wel mee. In de nieuwe editie van de DSM zijn er 20 hoofdgroepen met diagnoses, zoals bijvoorbeeld bipolaire stoornissen, stemmingstoornissen, angststoornissen, de farmaceutische industrie, van patiënten en hun belangenorganisaties. Bijbel Rumoer rondom het verschijnen van een nieuwe DSM was er altijd, maar in dit multimediatijdperk des te meer. Wetenschappelijke argumenten en soms verborgen politieke argumenten vlogen heen en weer. Er werd vergaderd, gepubliceerd, geblogd en gelobbyd. Want de status van de DSM is in de loop der jaren nogal veranderd. Een wetenschappelijk ordeningsmiddel werd een ‘diagnosebijbel’ die soms meer (schijn?)zekerheid gaf aan patiënt en hulpverlener. Een DSM-diagnose was echter steeds vaker nodig om behandelingen vergoed te krijgen en toegang te krijgen tot allerlei subsidiestromen. Zonder duidelijkheid over de oorzaken van psychiatrische ziekten en zonder harde criteria voor diagnoses (geen bloedtesten, scans, of weefselonderzoek) is er een mooie voedingsbodem voor onrust. Door het bewust of onbewust oprekken van ziektecriteria ontstond er diagnostische inflatie. De cirkel rondom normaal wordt kleiner, die rond abnormaal steeds groter, met uiteindelijk grote persoonlijke en maatschappelijke gevolgen. De DSM werd een succes, maar er was ook veel kritiek. Het handboek wordt soms als beknellend ervaren, vooral als de ongelukkige typering de ‘bijbel’ van de psychiatrie wat te letterlijk wordt genomen. Teleurstelling ontstond ook door politieke factoren: de belangen van wetenschappers en hun instituten, van Ook in Nederland vonden de nodige discussies plaats, waarbij kranten en tv zich niet onbetuigd lieten en ook voor veel informatie zorgden. Die uitwisselingen van meningen waren vaak heftig met soms zelfs een oproep tot verwerping van dit handboek. De boog lijkt inmiddels wat DSM in een notendop: •De Diagnostic Statistic Manual (DSM) is het belangrijkste indelingssysteem in de psychiatrie. De eerste versie verscheen in 1952, de DSM-IV bestaat sinds 1994, met een aanvulling in 2000. Het aantal in het handboek vermelde stoornissen is sinds het begin aanzienlijk toegenomen. •De oorspronkelijke bedoeling van de DSM was om behandelaars en wetenschappers in de psychiatrie als het ware dezelfde begrippen te laten gebruiken: appels zijn appels en peren zijn peren. •Zoveel mogelijk zijn objectieve en getoetste kenmerken toegepast. Mogelijke ziekte-oorzaken zijn buiten beschouwing gelaten omdat daar nog onvoldoende over bekend is. De Nederlandse vertaling van de DSM-5 zal in het eerste kwartaal van 2014 beschikbaar zijn. De oorspronkelijke Amerikaanse uitgave is er al, maar de ‘goedkope’ paperbackuitgave kost € 128,-. Helaas is er vanwege de commerciële belangen van de APA niet een vrij toegankelijke versie op internet. Risico-syndroom verslavingstoornissen, neurocognitieve stoornissen, persoonlijkheidsstoornissen en nog 14 andere. Voor Ypsilon is de hoofdgroep schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen belangrijk. De belangrijkste aandoening die hier deel van uitmaakt is schizofrenie, waarbij de voorheen bestaande 5 subtypen (paranoïde, gedesorganiseerde, katatone, ongedifferentieerde en chronische) verdwenen zijn. Naast schizofrenie komen veel minder vaak voor de schizoaffectieve stoornis en de waanstoornis waarbij slechts kleine aanpassingen zijn aangebracht. Bij de andere aan schizofrenie verwante psychotische stoornissen, zoals bijvoorbeeld de schizofreniforme stoornis, de kortdurende psychotische stoornis en de psychosen door lichamelijke aandoeningen of door middelengebruik is er niets veranderd. Het voorstel om een psychose-risico-syndroom op te nemen, voor jongeren die een verhoogd risico lopen om een psychose te krijgen, heeft het niet gehaald. Er was nog te weinig wetenschappelijke onderbouwing en men was bang dat te veel jongeren ten onrechte medicijnen, met bijwerkingen, zouden krijgen. Voorlopig wordt deze ‘aandoening’ min of meer geparkeerd in een apart deel van de DSM-5 met mogelijke diagnoses waar- voor nog nader onderzoek nodig is. Ook in de 19 overige groepen van diagnoses zijn er natuurlijk veranderingen. Alle vroegere autismevormen, zoals Asperger, zijn bijvoorbeeld opgegaan in de Autisme-spectrum-stoornis. DSM-6 Zullen we merken dat er een nieuwe DSM is? Voorlopig niet. De Nederlandse beroepsvereniging van psychiaters adviseert om de vierde editie nog even te blijven gebruiken, te kijken naar de ervaringen in de VS en te wachten op de Nederlandse vertaling. Pas dan kan over een geleidelijke invoering worden nagedacht. Daarbij zullen de huidige richtlijnen in de psychiatrie aangepast moeten worden en er zal nascholing geregeld moeten worden. Volgens de verzekeraars zullen er voorlopig ook geen gevolgen zijn voor de DBC (vergoedingensysteem). Komt er ooit een DSM-6? Veel psychiatrische autoriteiten betwijfelen dat, maar hopen wel dat er dan veel meer kennis over de fundamentele ziekteoorzaken voor in de plaats is gekomen. Ruud van Dorth - [email protected] Ypsilon Nieuws 3 | 2013