43 Belgische Prijs voor Veiligheid en Preventie ‘Kleinere gemeenten krijgen meer aandacht’ Eind dit jaar wordt de vernieuwde Belgische Prijs voor Veiligheid en Preventie uitgereikt. Luc Janssenswillen, projectleider Lokale Integrale Veiligheid bij de Algemene Directie Veiligheid en Preventie legt uit waar de nieuwe accenten liggen. Waarom was de Belgische Prijs aan vernieuwing toe? om twee categorieën te onderscheiden: een categorie voor projecten die al lopen en een voor projecten die Luc Janssenswillen: “Heel wat kleinere gemeenten nog in de ontwerpfase zitten. Ook die projecten kunnen dongen de voorbije jaren niet mee naar de prijs omdat een prijs winnen, zodat ze ervan uit gingen dat ze weinig kans de indieners ervan de maakten tegen de grotere en kapitaal­ ‘De jury zal de finalisten mogelijkheid krijgen om krachtigere provincies en steden. Toch persoonlijk bezoeken om dat project ook effectief merkten we dat precies daar heel wat uit te werken. Daarmee creatieve ideeën zaten, die best wel zo meer inzicht in het willen we dus de ondersteuning verdienden. Daarom project te krijgen.’ gemeenten onder­ mogen dit jaar alleen steden en steunen die anders geen gemeenten een project insturen, mogelijkheden hebben om hun plannen uit te werken eventueel wel in een samenwerking met de politiezone of die nog geen Strategisch Veiligheids- en Preventie­ waartoe ze behoren. De kandidaturen voor de Prijs plan hebben waaronder hun initiatief kan vallen.” zullen ook zeker niet beperkt zijn tot de gemeenten die Levert de vernieuwing ook een meerwaarde op al een Strategisch Veiligheids- en Preventieplan voor de winnaars? hebben.” Luc Janssenswillen: “De prijs zal niet beperkt blijven tot Worden de ingestuurde projecten ook anders de materiële ondersteuning. Niet alleen de winnaar beoordeeld? maar ook de andere finalisten zullen meer aandacht Luc Janssenswillen: “De projecten zullen meer krijgen in de pers. En een van onze lokale adviseurs zal beoordeeld worden op hun intrinsieke kwaliteiten. De de indieners van het winnend project ook helpen bij de kwaliteit van het project mag niet afhangen van de concrete uitwerking ervan.” kwaliteit van de omschrijving ervan. We willen zeker Wanneer moeten de inzendingen voor de Belgische vermijden dat een minder project waarrond een goed Prijs worden ingestuurd? verhaal wordt geweven meer kansen krijgt dan een uitstekend project dat misschien minder gelukkig wordt Luc Janssenswillen: “De kandidaturen verwachten we tegen eind juni. De jury zal de inzendingen bestuderen uitgeschreven. In de nieuwe formule zal de jury de tijdens de zomermaanden, de werfbezoeken gebeuren finalisten dan ook persoonlijk bezoeken om zo meer in de maand september. De uiteindelijke winnaar wordt inzicht in het project te krijgen. Dat is ook een voordeel bekendgemaakt in november.” voor de finalisten zelf, want op die manier krijgen hun projecten meteen ook meer aandacht, zeker al via de sociale media.” Hoe uit zich dat concreet? Luc Janssenswillen: “Deze werkwijze geeft ons de kans MEI 2017 NETWERK ANPRCAMERA’S © FOTO JERRY DE BRIE P708831 | Afgiftekantoor Antwerpen X Verschijnt 5x per jaar BESAFE Inspiratie voor uw lokaal veiligheids – en preventiebeleid U vindt het inschrijvingsformulier voor de Belgische Prijs op de website www.besafe.be. De federale regering zette het licht op groen voor de uitbouw van een nationaal cameraschild. Hoe verhouden de lokale ANPR-camera’s zich tot dat federale schild? Welke rol krijgen de burgemeesters en de lokale politiezones? 2 Interview met Chris Drieskens, nationaal projectleider ANPR bij de federale politie 3 Nieuwe opdrachtencentrale vanaf najaar PRIVATE VEILIGHEID 4 Sector private veiligheid houdt gelijke trend Verdubbeling aantal PV’s bij Controle Private Veiligheid RADICALISERING 5 Mobiel Team ondersteunt Ternat bij oprichting LIVC 6 Family Support betrekt families in strijd tegen radicalisering 7Weerbaarheidstrainingen BOUNCE gaan volgende fase in GEMEENSCHAPSWACHTEN 8 Nationaal Platform opnieuw van start BESAFE Integrale lokale veiligheid © FOTO CHRIS DRIESKENS ‘We willen alle ANPR-gegevens samenbrengen op één platform’ Christiaan Drieskens: ‘Niemand kan de politiezones verplichten om hun ANPR-camera’s aan te sluiten op het nationale ANPRplatform. Maar het zal voor hen hoe dan ook winst zijn op administratief, financieel en vooral operationeel vlak.’ © FOTO JERRY DE BRIE Alle overheden worden uitgenodigd om hun systemen te integreren in het nationale netwerk om op die manier alle gegevens samen te brengen. 2 BESAFE Eind vorig jaar besliste de federale regering dat er ongeveer 1000 ANPR-camera’s langs de Belgische autosnelwegen worden geïnstalleerd. ‘Samen vormen ze een cameraschild dat een krachtig wapen moet worden in de strijd tegen het terrorisme en het gewelddadig extremisme, maar ook tegen de criminaliteit in het algemeen’, zegt hoofdcommissaris Christiaan Drieskens, nationaal projectleider ANPR bij de federale politie. D e invoering van een netwerk van ANPR-camera’s (ANPR staat voor ‘automatic number plate recog­ nition’) in ons land stond al op de agenda van de federale regering na de aanslagen in Parijs in 2015. De aan­ slagen in Brussel en Zaventem in 2016 gaven de doorslag om het project met prioriteit door te voeren. De regering maakte ondertussen een budget van ongeveer 35 miljoen euro vrij. Daarmee kunnen op 270 locaties op autosnel­ wegen in heel ons land vaste ANPR-camera’s geïnstalleerd worden die nummerplaten van voorbijrijdende voertuigen registreren. Komt er één groot platform waarin alle ANPR-camera’s worden geïntegreerd? Christiaan Drieskens: ‘Dat is de bedoeling. De andere overheden worden uitgenodigd om hun systemen te integreren in het nationale netwerk om op die manier alle gegevens samen te brengen. Dat is absoluut noodzakelijk om belangrijke gerechtelijke onderzoeken te ondersteu­ nen. Die integratie zal kunnen op een server-to-serverbasis, maar idealiter zijn de camera’s zelf rechtstreeks met de nationale backoffice verbonden. Dat is zowel technisch als financieel en operationeel de betere oplossing.’ Waarvoor zullen de ANPR-camera’s gebruikt worden? Christiaan Drieskens: ‘Het spreekt voor zich dat de aanwe­ zigheid van camera’s een algemeen preventief effect heeft. Daarnaast moet het ANPR-netwerk een antwoord bieden op een aantal prioriteiten van de regering. In de eerste plaats is dat de strijd tegen het terrorisme en het geweld­ dadig extremisme, maar ook tegen de criminaliteit in het algemeen. Daarnaast moet het cameraschild ook de grens­ overgangen bewaken en de verkeersveiligheid verhogen. Het project voorziet in een nationale backoffice voor ANPR gegevens waarin de ANPR-initiatieven op regionaal, provinciaal en lokaal niveau geïntegreerd kunnen worden. We zullen hiervoor zowel technisch als administratief de nodige initiatieven nemen. Zo voorziet het bestek dat de federale politie op 14 februari 2017 Europees publiceerde een opdrachtencentrale (zie kader).’ In Brussel zijn de politiezones, de Haven en Brussel Mobiliteit aangesloten op het gewestelijk beveiligingsplatform. Wordt ook dat platform aangesloten op het federale platform? Christiaan Drieskens: ‘Het gewestelijk beveiligingsplatform gaat ruimer dan ANPR-camera’s. Al is het wel de bedoeling dat het Brussels gewestelijk ANPR-cameranetwerk gekop­ peld wordt op de nationale backoffice.’ Wie zal de databank beheren en wie heeft er toegang toe? Christiaan Drieskens: ‘Het beheer van de databank wordt een taak voor de DRI (Directie van de politionele informatie en de ICT-middelen) van de federale politie. Binnen de toepassingsmogelijkheden die worden bepaald in natio­ nale en Europese regelgeving, zullen de politiediensten, zowel de lokale als de federale, toegang verkrijgen tot de databank. Andere diensten, zoals de VSSE (Veiligheid van de Staat Sûreté de l’état), ADIV/SGRS (Algemene Dienst Inlichting en Veiligheid - Service Général du Renseignement et de la Sécurité) en de Douane zullen binnen het daartoe voor­ ziene wettelijk kader kunnen verzoeken om toegang tot de databank. Deze procedure geldt eveneens voor gewesten, die in reële tijd in geanonimiseerde vorm toegang kunnen hebben tot deze gegevens. Kunnen lokale besturen en politiezones zelf nog beslissen of ze ANPR-camera’s installeren? Christiaan Drieskens: ‘De ontwerpteksten van de wet tot aanpassing van de Camerawet en de Wet op het politie­ ambt voorzien dat de minister van Binnenlandse Zaken de plaatsing van (ANPR-)camera’s door de federale politie ‘ver­ gunt’. In de praktijk gaat dit tot nu toe alleen over camera’s BESAFE Integrale lokale veiligheid Binnen de toepassings­ mogelijkheden die worden bepaald in nationale en Europese regelgeving, zullen de politiediensten toegang verkrijgen tot de databank. op het autosnelwegennet. De plaatsing van camera’s door andere overheden of politiezo­ nes blijft zoals nu ook het geval is onderwor­ pen aan een lokale toelating.’ Tot nu toe waren het vooral politiezones die ANPR-camera’s installeerden. Zullen zij hun camera’s aansluiten op het nationale platform? Christiaan Drieskens: ‘Dat hopen we. Niemand kan hen echter verplichten. Het zal voor de lokale politiediensten hoe dan ook winst zijn op administratief, financieel en operationeel vlak wanneer ze hun camera’s rechtstreeks aan de nationale backoffice koppelen. De ANPRtoepassingen worden hen dan aangeboden via het politieportaal, met toegang tot de gegevens van heel het land.’ Worden de lokale politiekorpsen verzocht om te interveniëren als het federale cameraschild signaleert dat er zich een incident voordoet op het grondgebied waarvoor ze bevoegd zijn? Christiaan Drieskens: ‘De nationale backoffice zal bepaalde hits (die in aanmerking komen voor real time politie-interventie) automa­ tisch aanbieden in de software van de CIC’s (Informatie- en communicatiecentra van het arrondissement). Elk CIC kan met zijn lokale partners een eigen interventiebeleid uitstip­ pelen. Voor een beperkt aantal gevallen kan vanuit het nationale niveau wel een interven­ tieplicht ingesteld worden, bijvoorbeeld voor een aan te houden persoon.’ Nieuwe opdrachtencentrale vanaf najaar Lokale overheden in Vlaanderen kunnen tot 10 juli 2017 hun bestellingen voor ANPR-camera’s plaatsen via de opdrachten­ centrale van het AWV (Agentschap Wegen en Verkeer). Die centrale wordt daarna stopgezet, de vervolgopdracht wordt aanbesteed door de federale politie. Voortaan zullen alle overheden in België (inclusief de instellingen met een afzon­ derlijke rechtspersoonlijkheid die door genoemde overheden belast zijn met een bepaalde taak van openbaar belang) er gebruik van kunnen maken. Het bestek voor de aanbesteding is gepubliceerd op 14 februari, de offertes werden verwacht tegen 24 april. De toewijzing van het con­ tract zou in september moeten gebeuren. Het nieuwe raamcontract staat in voor de levering, de plaatsing en het onder­ houd van de ANPR-camera’s, inclusief de beheers- en gebruikssoftware van de nationale backoffice (CBS). Bestek Het gepubliceerde bestek bestaat uit 2 percelen: • perceel 1 betreft de aankoop van de software voor het nationaal beheersys­ teem van ANPR gegevens (CBS) én de aankoop en plaatsing van vaste ANPRinstallaties met modelgoedkeuring voor trajectcontrole. • perceel 2 betreft de aankoop en plaat­ sing van vaste ANPR-installaties zonder de noodzaak van modelgoedkeuring voor trajectcontrole. Wat de plaatsing van de vaste ANPRinstallaties betreft, voorziet het bestek in alle mogelijke bevestigingswijzen (brug, seinbrug, bestaande of nieuwe palen, gevel, ...) en de mogelijke levering van ‘verplaatsbare’ ANPR-portalen. Ondersteuning door gewesten © FOTO JERRY DE BRIE meer weten De lokale politiezones kunnen met al hun vragen terecht bij de federale politie, dienst DRI/BIOPS of het project volgen op: Yammer: www.yammer.com/police.belgium.eu, group ‘ANPR’ en op https://poldms.police.be. Het CBS omvat 13 basisfuncties en 7 ver­ plicht aan te bieden maar optioneel te bestellen functies. Het is de bedoeling om alle functies te bestellen, de uitsplitsing is enkel gebaseerd op budgettaire over­ wegingen. Bijkomend kunnen in de loop van het contract (4 jaar) nieuwe functies ontwikkeld en bijbesteld worden. • De 13 basisfuncties: bewaking en monitoring; management; beheer van blacklists; beheer van ANPR-registra­ ties; DIV-controle; HIT; observatie; tra­ fiekdetectie; RTIC (real time intelligence of query-functionaliteit); trajectcon­ trole; statistische analyse; politionele patroonherkenning; camerabewaking. • De 7 verplichte optionele functies: infopush; inhaalverbod; spookrijder; rood licht; sluikverkeer; white-list; verkeers­ kunde. • 1 vrije optionele functie: gezichtsher­ kenning. Het AWV heeft meegewerkt aan het lastenboek voor de aanbesteding en zal voor haar toekomstige bestellingen ook gebruik maken van het nieuwe nationale raamcontract. Het AWV blijft bovendien de lokale overheden ondersteunen, administratief maar ook financieel. Dit betekent dat politiezones die op gewest­ wegen ANPR-camera’s willen plaatsen die ook ingezet worden voor trajectcontrole, nog altijd in aanmerking komen voor cofinanciering door het Vlaams gewest. Het Brusselse Gewest heeft ervoor geko­ zen een eigen bestek te publiceren en het Waalse Gewest volgt de evolutie in het dossier van zeer nabij met de bedoeling er zoveel mogelijk gebruik van te maken. BESAFE 3 BESAFE Private veiligheid Sector private veiligheid houdt gelijke tred Definities • Bewakingsondernemingen: onder­ Er deden zich vorig jaar geen opvallende verschuivingen voor in het aantal vergunde en erkende dienstverleners in de sector van de private veiligheid. Het aantal vergunde veiligheidsadviseurs daalde, maar dat ligt volledig in de lijn van de vorige jaren. Dat blijkt uit de nieuwe jaarcijfers van de directie Private Veiligheid. A lle dienstverleners in de sector van de private veiligheid vallen onder de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid of de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privédetective. De directie Private Veiligheid staat als regulator in voor de correcte toepas­ sing en interpretatie van deze wetgeving. Vergunningen en erkenningen Vooraleer een dienstverlener actief kan zijn binnen de private veiligheidssector, moet hij een vergunning of erkenning bekomen van de directie Private Veiligheid. De vergunningen en erkenningen zijn geldig voor een periode van vijf jaar. Voor bewakingsondernemingen, interne bewakingsdiensten, veiligheidsdien­ sten, ondernemingen voor veiligheidsadvies en opleidingscentra kan die vergunning verlengd worden voor eenzelfde periode, voor privédetectives en beveiligingsondernemin­ gen kan de vergunning verlengd worden voor een dubbele periode. Identificatiekaarten Wie als persoon een activiteit in de bewa­ kings- of beveiligingssector wil uitoefenen (bijvoorbeeld als bewakingsagent), moet daarvoor eerst een identificatiekaart bekomen van de directie Private Veiligheid. Om die te krijgen, moet de persoon voldoen aan een aantal vereisten. Hij moet bijvoorbeeld een opleiding gevolgd hebben en mag geen veroordelingen hebben opgelopen. Een identificatiekaart moet elke vijf jaar worden vernieuwd. Vorig jaar leverde de directie Private Veiligheid 13.167 identificatiekaarten af. Een persoon kan over meerdere identificatiekaarten beschikken indien hij tegelijkertijd voor meerdere dienstverleners werkzaam is. Op 31 december 2016 waren er in totaal 18.960 personen actief binnen de private veiligheids­ sector. nemingen die bewakingsactiviteiten aanbieden en leveren aan derden. • Interne bewakingsdiensten: diensten die worden georganiseerd binnen een organisatie en ten eigen behoeve bewa­ kingsactiviteiten uitoefenen. • Veiligheidsdiensten: diensten georga­ niseerd binnen de openbare vervoers­ maatschappijen die naast de gewone bevoegdheden inzake bewaking ook nog over een aantal bijzondere bevoegdheden beschikken (zoals identiteitscontroles). • Beveiligingsondernemingen: onder­ nemingen die de conceptie, de plaatsing, het onderhoud en de herstelling doen van alarmsystemen. • Veiligheidsadviseurs: ondernemingen die advies (analyses, audits, planningen, trainingen, ...) verlenen inzake veiligheid. • Opleidingsinstellingen: instellingen die opleidingen organiseren voor de personen die actief zijn in de private veiligheids­ sector. • Privédetectives: personen die activi­ teiten van private opsporing uitoefenen (het opsporen van personen, goederen of bedrijfsspionage, het inwinnen van informatie, het verzamelen van bewijsma­ teriaal of het vaststellen van feiten). 2013 2014 2015 2016 Aantal vergunde bewakingsondernemingen 203 198 188 184 Aantal vergunde interne bewakingsdiensten 221 222 212 204 3 4 4 4 Aantal erkende beveiligingsondernemingen 872 888 903 917 Aantal vergunde veiligheidsadviseurs 230 210 196 158 Aantal vergunde veiligheidsdiensten Aantal erkende opleidingsinstellingen 68 67 67 69 984 989 862 867 10.421 10.420 11.262 13.167 2015 2016 670 674 901 1.082 Aantal vergunde privédetectives Jaarlijks aantal afgeleverde identificatiekaarten Verdubbeling aantal PV’s bij Controle Private Veiligheid De Controle Private Veiligheid (CPV) waakt over de naleving van de wet tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, van de wet tot regeling van het beroep van privédetective en van hun uitvoeringsbesluiten, zowel door de operatoren van de sector als door de gebruikers van deze diensten. 4 BESAFE De CPV voert onderzoeken en controles op het terrein uit, behandelt klachten en stelt processen-verbaal op naar aanleiding van de vastgestelde inbreuken. Ze volgt ook de pv’s die de politiediensten hebben opgesteld, op. Aantal controles uitgevoerd door IBZ (CPV) waarvan in de bewakingssector Aantal PV’s uitgereikt door IBZ (CPV) 566 waarvan in de bewakingssector Aantal bewakingsagenten gecontroleerd door IBZ (CPV) waarvan in overtreding Aantal PV’s uitgereikt door politiediensten als gevolg van inbreuken op de private veiligheid 906 1.975 1.830 359 431 806 1.607 BESAFE Radicalisering Mobiel Team ondersteunt Ternat bij oprichting LIVC Ternat is een van de meer dan 30 lokale overheden die tot nu toe een beroep deden op het Mobiele Team van ADVP. Dat team helpt steden en gemeenten in hun strijd tegen de radicalisering. Ternat is niet echt een gemeente die je associeert met dat fenomeen, maar de gemeente heeft wel veel lessen getrokken uit de consultancy van het Mobiele Team. An Duchatelet: ‘Het is niet omdat we in onze gemeente geen radicalisering zien, dat het fenomeen hier niet bestaat.’ ‘Het is niet omdat we in onze gemeente niet meteen geconfronteerd worden met radica­ liserende jongeren, dat het fenomeen hier niet bestaat’, zegt diensthoofd Interne Zaken An Duchatelet van Ternat. ‘Toen bleek dat de zus van een mededader van de aanslagen in Brussel hier woonde, merkten we dat ook die dader zelf hier een tijdje had gewoond. Omdat Ternat op amper 11 km van Brussel ligt, trekken veel inwoners van de hoofdstad naar hier. We hebben er niet altijd zicht op wie die mensen zijn. Bovendien kunnen we die mensen heel moeilijk bereiken, omdat ze werken en uitgaan in Brussel. We gaan er dus van uit dat radicalisering in onze gemeente zeker latent aanwezig is.’ Hoe zijn jullie dan bij het Mobiele Team terechtgekomen? An Duchatelet: ‘Onze korpschef hoorde over het initiatief tijdens het overleg van de korps­ chefs van het arrondissement Halle-Vilvoorde. Omdat we sowieso bezig waren met het uitwerken van ons BNIP (Bijzonder Nood- en Interventieplan) en maatregelen tegen het terrorisme, leek het ons een goede gelegen­ heid om van het voorstel van het Mobiele Team gebruik te maken.’ Waarbij heeft het Mobiele Team jullie kunnen helpen? An Duchatelet: ‘Uit de verschillende gesprek­ ken bleek dat de politie dikwijls over infor­ matie beschikt die ze niet kan delen, omdat die soms te gevoelig ligt of omdat ze vreest dat het gerechtelijk onderzoek zal worden geschaad. Het Mobiele Team stelde voor om daarvoor een contactpersoon aan te stellen, en het Team wil daarin zelf ook een modere­ rende rol vervullen. Naast die zeer praktische oplossing heeft het Mobiele Team ons ook geholpen bij de oprichting van een LIVC.’ Hoe verliep de samenwerking met het Mobiele Team concreet? An Duchatelet: ‘Ons eerste contact dateert van december vorig jaar. In maart zijn ze hun consultancyrapport hier al komen voorstel­ len. Dat is enorm snel, als je weet dat ze in die tussentijd met alle mogelijke partners hebben gepraat. Dat zijn niet alleen de burgemeester en de korpschef, maar ook de preventie­ ambtenaar en iedereen die van ver of nabij betrokken is bij preventie en bij de strijd tegen drugs en alcohol, tot de vertegenwoordigers van de scholen en de CLB’s. In de volgende fase zullen we een protocol ter goedkeuring voorleggen aan de gemeenteraad. Vermoede­ lijk kunnen we dan nog voor de zomervakan­ tie echt van start gaan met onze LIVC. En in de tussentijd blijft het Mobiele Team ons ook ondersteunen.’ Praktisch De dienst is volkomen gratis. Burgemeesters die op het Mobiele Team een beroep willen doen, kunnen een aanvraag indienen via [email protected]. Missie en werking Mobiel Team Het mobiele team van ADVP (Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de FOD Binnenlandse Zaken) verleent ondersteuning en geeft advies aan steden en gemeenten in hun strijd tegen de radicalisering. Het team bestaat uit vier personen: een islamoloog en drie criminologen. Zij verlenen tijdelijk bijstand aan de steden en gemeenten bij de uitwerking van hun veiligheids- en preventiebeleid. Ze hebben daarbij vier taken: • Ze lijsten de vragen op die de steden en gemeenten zich stellen inzake radicalisering. • Ze bieden ter plaatse mobiele onder­ steuning bij de preventie, aanpak en nazorg van de lokale overheden. • Ze beoordelen de projecten en initiatie­ ven op lokaal niveau. • Ze stellen een gids op van de Belgische initiatieven die verband houden met de preventie van radicalisering. Concreet biedt het team op verzoek van de gemeente een consultancydienst­ verlening in de verschillende fases. Het team start altijd met een eerste terreinbezoek, waarbij de vraag wordt geduid en de lokale realiteit van de gemeenten wordt beschreven en geëvalueerd. Na dit eerste bezoek komt er een tweede ontmoeting met actoren die op het terrein werken en die bij de aanvraag betrokken zijn. Op basis van die twee bezoeken stelt het, afhankelijk van de vraag en de lokale realiteit, een consultancyrapport met adviezen en concrete aanbevelingen op. BESAFE 5 BESAFE Radicalisering Family Support wil de radicalisering in ons land bestrijden door ook de families van radicaliserende jongeren te ondersteunen. Family Support wordt gefinancierd met Europese middelen. Het project wordt gerealiseerd door de AD Veiligheid en Preventie in partnerschap met de Koning Boudewijnstichting. Family Support betrekt families in strijd tegen radicalisering F amilies zijn een belangrijke bescher­ mende factor in de aanpak van radicalisering. Dikwijls zijn familieleden de eersten die signalen van radicaliserende jongeren opvangen. Ze kunnen ook een klank­ bord zijn voor jongeren die met twijfels zitten of gedesillusioneerd zijn. En ze spelen ook een belangrijke rol in de re-integratie en nazorg van de buitenlandse strijders. (community resilience) versterkt tegen radi­ calisering die tot terrorisme of gewelddadig extremisme kan leiden. Voor de concrete uitwerking van het project zocht ADVP een partner die al vertrouwd was met de problematiek en de aanpak ervan. Daarom werd gekozen voor de Koning Boude­ wijnstichting. Nationaal netwerk Omdat het beleid rond familie-ondersteuning Family Support maakt eerst een overzicht van bij radicalisering in ons land vandaag versnip­ alle familie-ondersteunende acties die in ons perd is en families hierdoor moeilijk hun weg land worden gevoerd in de strijd tegen radica­ ernaartoe kunnen vinden, wil ADVP met dit lisering. Die worden dan gelinkt aan het beleid project tot een gecoördineerd beleidsmodel op lokaal, regionaal en nationaal niveau. komen. Een wetenschappelijk onderbouwd Daarna bouwt Family Support een nationaal Family Support-model voor België zal ertoe netwerk uit met alle actoren van de veilig­ bijdragen dat het risico dat individuen zich heidsketen die gerelateerd zijn aan familieaansluiten bij gewelddadige extremistische ondersteuning. Dat zijn de drie deelstaten, groeperingen wordt de 15 steden en verminderd. gemeenten die in het Family Support wil kader van het fede­ Family Support bouwt ook de veerkracht van raal impulsbeleid een een nationaal netwerk kwetsbare gezinnen eenmalige subsidie uit met alle actoren van en families tegen hebben ontvangen gewelddadig radi­ voor ondersteuning de veiligheidsketen die calisme versterken. van projecten rond gerelateerd zijn aan Daardoor wordt ook radicalisering, en familie-ondersteuning. de lokale gemeen­ minstens drie mid­ schapsveerkracht denveldorganisaties Nieuwe editie CoPPRa-zakboekje De nieuwe versie van het CoPPRa-zakboekje is weldra opnieuw beschikbaar. Het CoPPRaproject is een samenwerkingsverband tussen elf EU-lidstaten en wordt gefinancierd door de Europese Commissie. CoPPRa staat voor Community policing and prevention of radicalisation & terrorism (gemeenschapsgerichte politiezorg om radicalisering en ter­ rorisme te voorkomen). De nieuwe editie van het zakboekje, dat informatie bevat over internationale terroristische groeperingen, werd aangevuld met inzichten en ervaringen sinds de aanslagen in ons land. Het bevat ook knowhow en tips om signalen van (geweld­ dadige) radicalisering en terrorisme te herkennen in de huidige samenlevingscontext. De politiemensen die de CoPPRa-opleiding gevolgd hebben, moesten het tot nu doen met de pdf van de vorige editie. Binnenkort krijgen ze weer een gedrukt exemplaar. 6 BESAFE die aan de basis ondersteuning bieden aan families. Het netwerk zal twee keer per jaar samenkomen om informatie en ervaringen uit te wisselen en ‘good practices’ te delen. Expertenplatform Daarnaast komt er ook een multidisciplinair expertenplatform van een 15-tal experts met onderzoekers, psychologen, juristen, mos­ limconsulenten en onderwijsdeskundigen. Dat platform zal nauw betrokken worden bij de uitvoering van alle projectdoelstellingen en zich verdiepen in een vijftal specifieke of actuele thema’s waarvoor meer ondersteuning en begeleiding wordt gevraagd. Afhankelijk van de vraag of de behoefte kunnen dan een of meerdere experten van dit platform worden ingezet om innoverende adviezen te geven. Workshops en gids Family Support voorziet ook 5 Franstalige en 5 Nederlandstalige workshops voor voorna­ melijk eerstelijnswerkers (grassroot level). Het expertenplatform zal nauw betrokken worden bij de opzet van die workshops. Om deze workshops en de algemene werking te ondersteunen wordt er ook een gids met best practices opgesteld. Deze gids zal in januari 2019 worden voorgesteld en verspreid tijdens een best practice conference. BESAFE Radicalisering Weerbaarheidstrainingen BOUNCE gaan volgende fase in © FOTO BELGA IMAGE Leuven en Luik zijn de twee Belgische pilootsteden van het Europese BOUNCE-project. Zij krijgen de eerste train-de-traineropleidingen en ondersteuning bij de implementatie ervan. Daarnaast bouwt BOUNCE ook het Europees netwerk van weerbaarheidstrainers verder uit. De eerste train-thetrainer-opleidingen vonden in april plaats in Leuven en Landskrona (Zweden). De opleiding in Luik vindt plaats eind mei. D e FOD Binnenlandse Zaken is al enkele jaren de grote voortrekker van het Europese BOUNCE-project. Dat wil jongeren via trainingen bewust maken van de radicale invloeden in hun omgeving. Het biedt hen instrumenten om de uitdagingen die ze tegenkomen te beheren, om erop te anticiperen en om zich weerbaarder en veerkrachti­ ger op te stellen. De Europese Commissie trok daar­ naast middelen uit voor de uitbouw van een uitwisselingsnetwerk van weerbaarheidstrainers. Daar kunnen lokale trainers uit heel Europa exper­ tise en zowel goede als minder goede praktijken uitwisselen. De eerste fase van BOUNCE is helemaal afgerond, de tweede fase (zie kader ‘Doelstellingen’) komt nu goed op gang. In die tweede fase werden 10 steden in vijf landen geselecteerd. Voor ons land zijn dat Leuven en Luik. Het BOUNCE-team zal de 10 pilootsteden vóór de zomer van 2017 bezoeken. De steden worden ook begeleid bij de implementatie van de BOUNCE Resiliance Tools vanaf het einde van de zomer van 2017. De andere Europese pilootsteden zijn: Amsterdam en Groningen (Nederland), Augsburg en Düsseldorf (Duitsland), Bordeaux en Montreuil (Frankrijk), Landskrona en Malmö (Zweden). De trainingen in Luik vinden plaats op 29, 30 en 31 mei, in Leuven vonden ze eerder al plaats. Uitrol in tien pilootsteden In de tweede fase van het project (november 2015-maart 2018) ligt de focus op drie doelstellingen: • de BOUNCE Resilience Tools op lokaal niveau implementeren en de trainers die met jongeren werken, ondersteunen met op maat gemaakte train-de-trainerop­ leidingen; • een netwerk van weerbaarheids­ trainers in EU-lidstaten ontwikkelen om ervaringen en praktijken uit te wisselen, alsook de ontwikkeling van een database met Europese programma’s inzake weerbaarheid en preventie van radicalisering; • de korte-, middellange- en lan­ getermijneffecten van weerbaar­ heidstrainingen in de preventie van radicalisering onderzoeken en evalueren. Door het project nu ook uit te rollen over de tien pilotsteden wil BOUNCE verdere kennis verwerven over goede en slechte praktijken; knowhow, erva­ ringen en goede praktijken uitwis­ selen; een best practice-conferentie op Europees niveau organiseren; een databank aanleggen van bestaande weerbaarheidstrainingen en organisa­ ties die in de EU weerbaarheidstrai­ ning aanbieden; een onderzoeks- en studierapport opstellen met de casestudies van pilootsteden; een generieke evaluatiemethodologie ontwikkelen voor de impact van weerbaarheidstraining waarbij trainers, organisaties en steden zelf de impact kunnen meten nadat zij aan de slag gaan met de BOUNCE-tools. Doelstellingen in de tweede fase Drie trainingstools BOUNCE Resilience Training is een pakket met drie trainingstools, uit­ gewerkt voor jongeren, hun sociale omgeving en trainers. Het bestaat uit een psychofysieke training voor de jongeren, ondersteuning voor en sensibilisering van hun ouders en eerstelijnswerkers en een ‘Train de Trainer’-sessie voor begeleiders en hulpverleners. BOUNCE reikt deelne­ mers concrete instrumenten aan die helpen omgaan met blootstelling aan extremistisch gedachtegoed. De training kan bijdragen aan de vroeg­ tijdige preventie van gewelddadige radicalisering. ADVP implementeert de tools ook verder op nationaal niveau. Daarbij wordt ingezet op de vorming van Nederlandstalige, Franstalige en Duitstalige trainers. Zo wil ADVP nog beter kunnen beantwoorden aan de vraag van Belgische steden en gemeenten en praktijkorganisaties. Voor meer informatie hier­ over kunt u terecht bij het BOUNCE Support Office Team: [email protected] of 02 557 33 88. De BOUNCEtools zijn ook vrij beschikbaar in alle landstalen op de website www.bounce-resilience-tools.eu. BESAFE 7 BESAFE Lokale veiligheid Het Nationaal Platform Gemeenschaps­wachten ging in 2015 van start. De opleidingsbehoeften van de gemeenschapswachten, de identificatie­ kaarten en de wet van 2007 stonden op de agenda van de jongste vergaderingen in oktober 2016 en maart 2017. Opleidingsbehoeften Tijdens het overleg werd gepolst naar de eventuele noden aan bijkomende opleiding voor de gemeenschapswachten, dit naast de reeds bestaande basisopleiding. De vraag blijft echter of deze opleidingen moeten worden opgenomen in de basisoplei­ ding voor de gemeenschapswachten, dan wel of het een aparte opleiding moet worden. Uit een rondvraag bleek alvast dat deze opleidin­ gen best gedecentraliseerd worden georgani­ seerd, bijvoorbeeld op provinciaal niveau. De medewerkers van ADVP hebben alle vragen en behoeften in kaart gebracht. administratie heeft wel al enkele opties uitge­ tekend voor de aanmaak en de uitreiking van deze identificatiekaarten. Ook hierover werd van gedachten gewisseld met de vertegen­ woordigers van de gemeenschapswachten die aanwezig waren op de vergadering van het Nationaal Platform. Begrip openbare ruimte De werkgroep PREV 32, die zich buigt over de gelijknamige omzendbrief uit 2010, stelt voor om de Wet van 2007 te herzien. Daarin zou dan de definitie van het begrip ‘open­ bare ruimte’ moeten worden opgehelderd. Daarom werd overeengekomen om, zodra de werkgroep PREV 32 haar werkzaamheden Identificatiekaarten beëindigd zal hebben, een Sinds de wet op de nieuwe werkgroep op te gemeenschapswach­ richten. Die werkgroep gaat ten in 2014 werd aan­ Opleidingen voor uiterlijk in juni van start en gepast, is er nog geen gemeenschapswachten zal een lijst maken van de KB verschenen dat de worden best centraal nodige wijzigingen en op basis identificatiekaarten georganiseerd. daarvan de nodige voorstellen van de gemeenschaps­ doen aan de minister. wachten regelt. De © FOTO CHILD FOCUS Nationaal Platform Gemeenschapswachten pikt de draad weer op Wet- en regelgeving • De ‘wet op de gemeenschapswachten’ is de Wet van 13 januari 2014 tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet (1) (BS 30 januari 2014). • ‘Omzendbrief PREV 32’ is de ‘omzend­ brief waarbij uitleg verschaft wordt bij de functie van gemeenschapswacht en bij de instelling van de dienst gemeenschapswachten’ (BS 3 mei 2010). • De ‘wet van 2007’ is de Wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet (BS 29 juni 2007). Brandveiligheid Colofon 14-daagse van de Veiligheid heeft aandacht voor ouderen De zelfredzaamheid van senioren ouder dan 65 jaar wordt extra in de verf gezet in de 14-daagse van de Veiligheid 2017. De campagne werkt dit jaar verder onder de slogan ‘Elke seconde telt’. Ze blijft inzetten op het plaatsen van rookmelders en het uitwerken van een evacuatieplan. Senioren krijgen daarbij extra aandacht, omdat ze minder zelfredzaam zijn en zich ook minder bewust zijn van de brandrisico’s. De Directie Brandpreventie brengt daarom een aantal tips samen in een aparte brochure, die in de aanloop naar de 14-daagse wordt bezorgd aan de hulpverleningszones. De hulpverleningszones kunnen de campagne mee ondersteunen tijdens opendeurda­ gen, informatiesessies, huisbezoeken of andere activiteiten. Hiervoor wordt ook een presentatie uitgewerkt. Ook de gemeenten kunnen de informatie verspreiden via o.a. hun gemeentelijk infoblad. De 14-daagse van de Veiligheid loopt dit jaar van 9 tot 24 september. Abonnement en redactieadres: FOD Binnenlandse Zaken, Algemene Directie Veiligheid en Preventie, Waterloolaan 76, 1000 Brussel, 02 557 33 05 Verantwoordelijke uitgever: Philip Willekens, directeur-generaal Veiligheid en Preventie, Waterloolaan 76, 1000 Brussel Teksten en realisatie: Wolters Kluwer Redactieraad: Caroline Atas, Ineke De Bisschop, Rabbeha Hadri, Johan Meulders, Evy De Muynck, Astrid Nève, Anneleen Van Cauwenberge www.besafe.be