Positieve identiteitsontwikkeling en de rol van de politie

advertisement
Wat doet (de)radicaliserings- en
antiterreurbeleid met ons jeugdwerk?
Nina Henkens (Uit De Marge VZW)
Congres ‘ De strijd om de essentie’
10.11.2016
Programma
• Inleiding (Nina Henkens)
• Reflecties door Kevin de Pelsmaker,
Abdelkarim Bellafkih, Ali El Moussaoui,
Lieven Pauwels
• Gesprek met de zaal: constructieve
conclusies?
Historische schets
• 2011: onderzoek op vraag van Binnenlandse Zaken:
‘Preventie van radicalisering in België’ (links, rechts,
islamitisch, dierenrechtenactivisme)
• 2012: eerste Syriëstrijders
• April 2013: ‘Belgische federale strategie tegen
gewelddadige radicalisering (Milquet – offline)
- een betere kennis en collectieve sensibilisering
over gewelddadige radicalisme en zijn impact op de
samenleving;
- een actieplan tegen de frustraties die in
radicalisering kunnen uitmonden
Historische schets
- de versterking van de weerbaarheid tegen
gewelddadige radicalisering van kwetsbare individuen,
groepen en gemeenschappen
- de identificatie en de steun van de lokale overheden
bij de preventie van de polarisatie en de gewelddadige
radicalisering
- de betrokkenheid van de gemeenschappen en de
diaspora
- de strijd tegen radicalisme op het internet en de
organisatie van een tegendiscours
• September 2013: ‘Beheersen van moslimradicalisering:
handleiding voor beleid en praktijk’ door burgemeesters
van Antwerpen, Mechelen, Vilvoorde en Maaseik.
Historische schets
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Begin 2013: eerste deradicaliseringsambtenaren (?)
April 2014: Subsidies lokale besturen federale regering
7 januari 2015: aanslag op Charlie Hebdo
Maart 2015: Wetten Federale regering parlement & justitieel luik
(februari 2016)
April 2015: Actieplan Vlaamse Regering ter preventie van
radicaliseringsprocessen
Zomer 2015: Oproep projectsubsidie “Positieve
identiteitsontwikkeling bij jongeren” ter preventie van radicalisering
13 november 2015: Aanslagen Parijs concertzaal Bataclan en Stade
de France: november 2015
December 2015: ‘Handvatten voor een lokale aanpak van
radicalisering (VVSG)
22 maart 2016: Aanslagen op Zaventem
Historische schets
• 18 mei 2016: Omzendbrief betreffende
deelname van socio-preventieve actoren aan
‘Lokale Integrale Veiligheidscellen’
• 12 juni 2016: Aanslagen in Orlando
13 juni 2016: regering
kondigt aan dat ‘Plan-R’
vernieuwt wordt. GO pleit
voor vorming leerkrachten
(die op frontlinie staan), die
alternatieve discours moeten
aanbieden.
OCAD stelt leerkrachten voor
hun verantwoordelijkheid.
‘Radicalisering in de kiem
smoren voor die ontaard in
gewelddadig extremisme’.
Tegelijkertijd moeten
leerkrachten
vertrouwensfiguren blijven.
“Geert Bourgeois
onderstreepte dat
veiligheid een gedeelde
verantwoordelijkheid is
en dat daarom schotten
moeten worden
doorbroken. Hij wees er
ook op dat wordt
onderzocht of het
beroepsgeheim van
welzijnswerkers kan
worden doorbroken.
"Radicalisering gebeurt
immers pijlsnel", lichtte
Bourgeois toe.
(Januari 2016)
Tendenzen
Meer en meer focus op repressie
Meer en meer focus op moslims
Sterke lokale verschillen
Druk op vertrouwensrelatie (beroepsgeheim en
discretieplicht)
• Geen beleid naar racisme en discriminatie
•
•
•
•
Kritiek op deradicaliseringsbeleid
en discours
• Arun Kundnani: Deradicaliseringsbeleid is
gebaseerd op een aantal premissen:
- ‘radicalisering’ is vooral een individueel fenomeen.
- Het is een procesmatig gegeven waarop we moeten
ingrijpen.
- Geradicaliseerden beantwoorden aan bepaalde
‘profielen’. (Zie lijstjes.)
- ‘radicalisering’ is islamitische radicalisering – religie en
ideologie zijn de ‘key factors’ of ‘turning points’
• ‘Islamitische radicalisering’ werkt anders dan
ander grensoverschrijdend, obsessief, crimineel en
gewelddadig gedrag of problematische
opvoedingssituaties (bv sektarisch denken,
xenofobie, sociale isolatie, criminele
bendevorming, apocalyptische sekten, politiek
geweld van nationalisten, extreem rechts, …)
• Ook als het fenomeen zich niet voordoet moeten er
maatregelen genomen worden. De aanwezigheid
van een moslimpopulatie volstaat. Pre-emption.
Siham (18)
“Toen ik besloot om een hoofddoek te dragen
wou mijn leerkracht een gesprek met mij. Ze
deed de deur op slot van het klaslokaal en
vroeg mij waarom ik een hoofdoek wou dragen
en of ik van plan was om naar Syrië te
vertrekken. Ze zei mij ook dat zij zo’n
informatie moet verzamelen van de overheid.”
Wat is ‘radicalisering’?
• Begrip wetenschappelijk moeilijk hard te maken
en constant ‘in onderhandeling’. (Bv: bijzondere
jeugdzorg: als ze vertrekken naar Syrië of
geweld gaan gebruiken). Maar politiek zeer
krachtig.
• Twee stromingen: context (geopolitiek en socioecon) vs ideologie/individu (islam). Die laatste
stroming overheerst in het politieke discours en
publieke opinie.
“We are concerned
that tools that
purport to have a
psychology
evidence base are
being developed
and placed under a
statutory duty
while their
‘science’ has not
been subjected to
proper scientific
scrutiny or public
critique,” they
write.
Kundnani:
“Radicalisering zoals
het nu gebruikt wordt
gaat voorbij aan het
feit dat religie altijd
een interpretatie is en
dat de interpretatie
afhankelijk is van de
politieke situatie van
het moment zelf. Het
gaat voorbij aan het
feit dat terrorisme een
interactie is tussen
staatsgeweld en nietstaatsgeweld en
focust alleen op één
kant van dat proces.”
Projectoproep “Positieve identiteitsontwikkeling bij
jongeren” in het kader van preventie van
radicalisering.
• Eenzijdige focus op
moslims
• Radicalisering als
uitgangspunt voor
positieve
identiteitsvorming
• Zet
vertrouwensrelatie
onder druk
• Besparingen versus
projectmiddelen
• Structureel racisme,
discriminatie en
politiek buiten beeld
Gevolgen van
deradicaliseringsbeleid op
jeugdwerk
Effect op jeugdwerkers
• Gevoel van waakzaam te moeten zijn voor signalen
en verantwoordelijkheid te dragen als er iets
misgaat.
• Idee dat we niet kunnen handelen omdat we geen
kennis hebben over de Islam.
Handelingsverlegenheid (of handelingsdrang)
• Aanslagen en actualiteit bespreken met jongeren
soms erg moeilijk.
• Machteloosheid tov aanhoudende en structurele
discriminatie (geen tools – kleiner
handelingskader)
• Idee dat we nieuwe competenties en beleid
nodig hebben om om te gaan met
‘radicalisering’, ipv de pedagogische
competenties die we al hebben.
• Islamisering van (puber)gedrag. Focus op
islamitische deelidentiteit van jongeren.
• Begripsverwarring tussen ‘radicalisering’
en kwesties die te maken hebben met
(levensbeschouwelijke) diversiteit
• Jeugdwerkers worden soms overgeresponsabiliseerd
door lokale besturen (LIVC)
• Ook hebben veel jeugdwerkers zelf zo’n kwetsingen
meegemaakt, wat bij sommigen zorgt voor frustratie en
bij anderen voor pessimisme en gelatenheid.
• Op sommige plaatsen staat vertrouwensrelatie onder
druk als politie of lokale besturen vertrouwelijke
informatie opvragen bij jeugdwerkers (LIVC)
Wat horen we van jongeren?
• Er wordt vaak gepraat over jongeren maar niet met hen
in dit debat.
• Jongeren geven aan dat het deradicaliseringsbeleid
negatieve effecten heeft op hun
identiteitsontwikkeling: hoe moeten ze vandaag moslim
zijn in onze samenleving? Het gevoel van dubbele
maten en gewichten frustreert hen.
• Jongeren geven aan dat racisme voor hen een groot
probleem is en verwachten een antiracistische houding
van leerkrachten en jeugdwerkers. Jongeren leggen het
verband tussen racisme en radicalisering.
• Bepaalde onderwerpen zijn moeilijk bespreekbaar
geworden, omdat jongeren bang zijn dat ze afgestraft
worden voor hun mening, op de ‘zwarte lijst’ zullen
belanden etc. Bv verdriet en vragen rond vertrekkers, hoe
omgaan met achtergebleven familie (gevaar om in
politiedatabanken te belanden), bepaalde religieuze
vragen.
• Ook op sociale media: politie patrouilleert en viseert
moslims met ‘extreme meningen’: dubbele standaarden en
nog minder mentale ruimte om in discussie te gaan.
• Bang en verward door terroristisch geweld maar zijn ook
bang om met terroristen geassocieerd te worden.
• Complottheorieën doen de ronde.
Conclusies/stellingen
• Maatschappelijke polarisering treft vooral
moslimjongeren owv keuzes in
deradicaliserings – en contraterreurbeleid,
schadelijk voor identiteitsontwikkeling
• Dus: job van jeugdwerkers moeilijker,
handelingskader verkleint (meer
wantrouwen, onzekerheid, racisme,
politiegeweld, polarisering,
vertrouwensrelatie onder druk)
• Geen beleid gericht op racisme en
discriminatie
Conclusies/stellingen
• We moeten wel onze job blijven doen:
emancipatorisch en pedagogisch jongeren
ondersteunen, vrijwillig en vanuit de vrije tijd, op
basis van een vertrouwensrelatie
• Hoe kunnen we ons handelingskader en
deontologie verdedigen?
• Hoe kunnen we jongeren nog meer ondersteunen?
• Zitten er kansen in partnerschappen? Onder welke
voorwaarden?
Download