Radicaal voor jongeren. De impact van het

advertisement
Inhoud
“Radicaal voor jongeren”
jongeren”
De impact van het (de)radicalisering
op jongeren,
jeugdwerk en onderwijs
• Uit De Marge: Het belang van positieve
identiteitsontwikkeling
• (De)radicaliseringspraxis
• Gevolgen van het beleid op jeugdwerk en
onderwijs
• Conclusie
Nina Henkens (UitDeMarge VZW)
& Pascal Debruyne (UGent/MENARG)
Welwijs studiedag
4 oktober 2016
Uit De Marge
Positieve identiteitsontwikkeling
• Steunpunt voor jeugdwerk – en jeugdbeleid met
maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren
• Ondersteuning van jongeren in kwetsbare situaties:
maatschappelijke kwetsbaarheid
• Jeugdwerk als uitgangspunt
• Meerlagig: gender, etniciteit, leeftijd, levensbeschouwing,
geaardheid, socio-economische klasse,
…(deelidentiteiten)
–
–
–
–
–
–
Vrijwillig
Vanuit de vrije tijd
Kinderen en jongeren versterken
Bruggen slaan naar de samenleving
Vertrouwensrelatie met de jeugdwerkers als werkinstrument
Positieve identiteitsontwikkeling
Positieve identiteitsvorming
• Zorgt ervoor dat jongeren een positief zelfbeeld
ontwikkelen en sterker worden
• Zorgt ervoor dat jongeren sociaal weerbaar
worden
• Zorgt ervoor dat jongeren (op één of andere
manier) verbonden zijn met de samenleving
• Hun identiteit zorgt voor trots en draagkracht
• Identiteitsontwikkeling gebeurt gefaseerd. Primaire
socialisatie (gezin
gezin - kind) en secundaire socialisatie
(samenleving
samenleving – puberteit) zijn cruciaal. De 3de sfeer van
onderwijs en jeugdwerk sociaalpedagogische rol.
• Identiteit ontwikkelt zich niet in vacuüm maar in relatie
met de ander en de samenleving
Wanneer loopt identiteitsvorming
fout?
• Als we jongeren reduceren tot 1
deelidentiteit (selffulfilling prophecy)
• Als bepaalde deelidentiteiten versimpeld
worden en negatieve waardeoordelen
krijgen
• Rol van ‘de media’ en ‘de politiek’: racisme
en islamofobie (re)produceren
Wanneer loopt identiteitsvorming fout?
Siham (18)
• Als de primaire en secundaire socialisatie
teveel conflicteert
• Als we pubergedrag onnodig culturaliseren
/islamiseren
• Als jongeren geen fysieke en mentale ruimte
krijgen om te experimenteren met hun identiteit
• Hen zo ‘ver-anderen’ (‘othering
othering’)
othering
“Toen ik besloot om een hoofddoek te dragen
wou mijn leerkracht een gesprek met mij. Ze
deed de deur op slot van het klaslokaal en
vroeg mij waarom ik een hoofdoek wou dragen
en of ik van plan was om naar Syrië te
vertrekken. Ze zei mij ook dat zij zo’n
informatie moet verzamelen van de overheid.”
Wat is ‘radicalisering’?
De (de)radicaliseringspraxis
• Begrip wetenschappelijk moeilijk hard te maken en
constant ‘in onderhandeling’. (Bv: bijzondere
jeugdzorg: als ze vertrekken naar Syrië of geweld
gaan gebruiken). Maar politiek zeer krachtig.
• Twee stromingen: context (geopolitiek en socioecon) vs ideologie/individu (islam). Die laatste
stroming overheerst in het politieke discours en
publieke opinie.
• Deradicaliseringsbeleid: nieuwe vorm van sociaal
beleid waarbij ‘preventie’ erg ingezet wordt voor
veiligheidsredenen.
“We are concerned
that tools that
purport to have a
psychology
evidence base are
being developed
and placed under a
statutory duty
while their
‘science’ has not
been subjected to
proper scientific
scrutiny or public
critique,” they
write.
Kundnani:
“Radicalisering zoals
het nu gebruikt wordt
gaat voorbij aan het
feit dat religie altijd
een interpretatie is en
dat de interpretatie
afhankelijk is van de
politieke situatie van
het moment zelf. Het
gaat voorbij aan het
feit dat terrorisme een
interactie is tussen
staatsgeweld en nietstaatsgeweld en
focust alleen op één
kant van dat proces.”
Aantal premissen
• ‘Islamitische radicalisering’ werkt anders dan
ander grensoverschrijdend, obsessief, crimineel en
gewelddadig gedrag of problematische
opvoedingssituaties (bv sektarisch denken,
xenofobie, sociale isolatie, criminele
bendevorming, apocalyptische sekten, politiek
geweld van nationalisten, extreem rechts, …)
• Ook als het fenomeen zich niet voordoet moeten er
maatregelen genomen worden. De aanwezigheid
van een moslimpopulatie volstaat. PrePre-emption.
Eerste beleidsmaatregelen
• ‘Beheersen van moslimradicalisering: handleiding
voor beleid en praktijk’ door burgemeesters van
Antwerpen, Mechelen, Vilvoorde en Maaseik.
(september 2013)
• Subsidies lokale besturen federale regering (april
2014)
• Eerste deradicaliseringsamtenaren (december 2015)
• Wetten Federale regering parlement (maart 2015) &
justitieel luik (februari 2016)
• Actieplan Vlaamse Regering ter preventie van
radicaliseringsprocessen (April 2015)
Aantal premissen
Deradicaliseringsbeleid is gebaseerd op een aantal
(onfeitelijke) premissen:
-‘radicalisering’ is vooral een individueel fenomeen.
-Het is een procesmatig gegeven waarop we moeten
ingrijpen.
-Geradicaliseerden beantwoorden aan bepaalde
‘profielen
profielen’
profielen’. Zie lijstjes.
-‘radicalisering’ is islamitische radicalisering – religie en
ideologie zijn de ‘key factors’ of ‘turning points’
‘Historische schets’ (‘bij ons’)
• Eerste Syriëstrijders
• 7 januari 2015: aanslag op Charlie Hebdo
• Aanslagen Parijs concertzaal Bataclan en Stade de France:
november 2015
• 18 maart 2015 - Drie terroristen nemen in de Tunesische
hoofdstad Tunis een bus met toeristen onder vuur en
bestormen daarna het Bardomuseum.
• 22.03.2016: Aanslagen op Zaventem
• 12 juni 2016: Aanslagen in Orlando
• …..
Groot onderscheid tussen aanslagen dichtbij en veraf:
Zorgt voor polarisering & ongelijkheidsgevoel
Projectoproep “Positieve identiteitsontwikkeling bij
jongeren” in het kader van preventie van
radicalisering.
• Eenzijdige focus op
moslims
• Radicalisering als
uitgangspunt voor
positieve
identiteitsvorming
• Zet
vertrouwensrelatie
onder druk
• Besparingen versus
projectmiddelen
• Structureel racisme,
discriminatie en
politiek buiten beeld
13 juni 2016: regering kondigt
aan dat ‘Plan-R’ vernieuwt
wordt. GO pleit voor vorming
leerkrachten (die op frontlinie
staan), die alternatieve discours
moeten aanbieden.
OCAD stelt leerkrachten voor
hun verantwoordelijkheid.
‘Radicalisering in de kiem
smoren voor die ontaard in
gewelddadig extremisme’.
Tegelijkertijd moeten
leerkrachten
vertrouwensfiguren blijven (?).
“Geert Bourgeois
onderstreepte dat
veiligheid een gedeelde
verantwoordelijkheid is
en dat daarom schotten
moeten worden
doorbroken. Hij wees er
ook op dat wordt
onderzocht of het
beroepsgeheim van
welzijnswerkers kan
worden doorbroken.
"Radicalisering gebeurt
immers pijlsnel", lichtte
Bourgeois toe.
(Januari 2016)
Effect op jeugdwerkers en leraars
De effecten van het
(de)radicaliseringsbeleid op
jeugdwerk en onderwijs
• Idee dat we nieuwe competenties en beleid nodig
hebben om om te gaan met ‘radicalisering’, ipv de
pedagogische competenties die we al hebben.
• Islamisering van (puber)gedrag. Focus op
islamitische deelidentiteit van jongeren.
• Heel veel kwesties en vragen die gelinkt worden
aan ‘radicalisering’ zijn eigenlijk kwesties die te
maken hebben met diversiteit en
levensbeschouwing op school en in de
jeugdwerking (bv hoofddoeken, vastende
leerlingen, …). Racisme op school, in de klas en in
de lerarenkamer blijft een taboe.
• Gevoel van waakzaam te moeten zijn voor signalen
en verantwoordelijkheid te dragen als er iets
misgaat.
• Idee dat we niet kunnen handelen omdat we geen
kennis hebben over de Islam.
Handelingsverlegenheid (of handelingsdrang)
• Aanslagen en actualiteit bespreken met jongeren
blijkt erg moeilijk. Beleving van jongeren zelf krijgt
weinig aandacht.
Effect op jeugdwerkers en leraars
• Jeugdwerkers geven aan dat terroristische aanslagen en
een verscherping van racisme en islamofobie hun
handelingskader inperkt.
inperkt De mentale en fysieke ruimte
van moslimjongeren verkleint ook.
• Jeugdwerkers worden soms overgeresponsabiliseerd
door lokale besturen en scholen en weten vaak geen
antwoord op de verhalen van racisme en discriminatie
van de jongeren waar ze mee werken.
• Ook hebben veel jeugdwerkers zelf zo’
zo’n kwetsingen
meegemaakt, wat bij sommigen zorgt voor frustratie en
bij anderen voor pessimisme en gelatenheid.
Effect op jeugdwerkers en leraars
Wat horen we van jongeren?
• Toenemende druk op vertrouwensrol: Spanning
tussen vertrouwensrol en controlefunctie
• Beroepsgeheim en deontologie staan onder
druk: ofwel uitgesproken of niet-uitgesproken,
maar wel in de praktijk
• Toenemende spanningen op
identiteitsontwikkeling versus signalen van
radicalisering: de lens van « radicalisering »
domineert
• Er wordt vaak gepraat over jongeren maar niet met hen
in dit debat.
• Jongeren geven aan dat het deradicaliseringsbeleid
negatieve effecten heeft op hun
identiteitsontwikkeling. Het gevoel van dubbele maten
en gewichten frustreert hen.
• Jongeren geven aan dat racisme voor hen een groot
probleem is en verwachten een antiracistische houding
van leerkrachten en jeugdwerkers. Jongeren leggen het
verband tussen racisme en radicalisering.
Wat horen we van jongeren?
A. (29) (jeugdwerker)
• Bepaalde onderwerpen zijn moeilijk bespreekbaar
geworden, omdat jongeren bang zijn dat ze afgestraft
worden voor hun mening, op de ‘zwarte lijst’ zullen
belanden etc. Bv verdriet en vragen rond vertrekkers, hoe
omgaan met achtergebleven familie (gevaar om in
politiedatabanken te belanden), bepaalde religieuze
vragen.
• Ook op sociale media: politie patrouilleert en viseert
moslims met ‘extreme
extreme meningen’
meningen’: dubbele standaarden en
nog minder mentale ruimte om in discussie te gaan.
• Bang en verward door terroristisch geweld maar zijn ook
bang om met terroristen geassocieerd te worden.
• Complottheorieë
Complottheorieën doen de ronde.
De opdracht van jeugdwerk
Kundnani: “Maar breder denk ik dat het geen goed
idee is om bijvoorbeeld jeugdwerkers in te schakelen
om radicalisering te detecteren, om te klikken wie
stopt met roken of scheren en die geviseerde
personen dan in een deradicaliseringscursus te
stoppen.
Jeugdwerkers moeten werken met alle jongeren en
moeten hen gelijkwaardig behandelen door hen te
leren hoe ze zich politiek kunnen engageren en hoe
ze van de wereld een betere plaats kunnen maken.
Maar dan wel in een kader van empowerment in
plaats van deradicalisering.”
“De laatste tijd durven ouders hun kinderen niet
meer meesturen op uitstap naar de Ardennen uit
schrik om aanzien te worden als trainende
jihadisten. Ikzelf werd twee jaar geleden met veel
vertoon opgepakt toen ik aan het flyeren was
voor een cupcakewedstrijd omdat ik er verdacht
uitzag. We verloren 20% van onze leden
daardoor. Als we een lezing organiseren over
Islam komt Staatsveiligheid meeluisteren. De
jongeren herkennen hen ondertussen.”
Conclusie
• (De)radicaliseringspraxis heeft weinig
wetenschappelijke grond: veel discussie en dissensus
• Beleid uitgerold zonder wetenschappelijke grond
• Complexe modellen ontwikkeld rond gewelddadige
radicalisering: toont vooral ervaring met discriminatie
en negatieve effecten op gewelddadige radicalisering
(meer dan armoede)
• (De)radicaliseringspraxis schaadt maatschappelijke
kwetsbare jongeren in identiteitsontwikkeling
• Nieuwe kwetsuren leiden tot groeiende
maatschappelijke kwetsbaarheid
• Jeugdwerkers & leraars verliezen vertrouwensrol en
pedagogische rol, en ethische positionering
Download