Filippenzen - 2 - Salvation of all

advertisement
F9
Filippenzen – 9 1:3,4
gebed/dank
F9
gebed van Salomo:
Koning Salomo bidt bij inwijding 1e tempel,
1 Koningen 8:22-53
gebed van Salomo:
22,23
24-26
27
28,29
30-49
50-51
52
53
1 Koningen 8:22-53
lofprijzing – grootheid van God
gebed op het Woord
lofprijzing – grootheid van God
gebed om geopende ogen en oren
gebed om luisterend oor
gebed om vergeving
gebed om geopende oren en ogen
gebed op het Woord
F9
gebed is uit God:
Het gebeurde in die dagen, dat Hij naar buiten ging,
naar de berg, om te bidden; en Hij bleef heel de nacht
in het gebed van God
Lucas 6:12
F9
gevolg is uit God:
En toen het dag was geworden, riep Hij Zijn discipelen bij Zich en
koos er twaalf van hen uit, die Hij ook apostelen noemde:
Lucas 6:13
F9
F9
niet jullie hebben Mij uitgekozen,
maar Ik heb jullie uitgekozen,
en Ik heb jullie geplaatst
dat jullie zou heengaan en vrucht dragen
Johannes 15:16
vrucht dragen
gebed in de opperzaal
De Heer dankt Vader voor de discipelen
Johannes 17:6-9
F9
gebed in de opperzaal – Johannes 17
1-5 6-8
Verheerlijking-Erkenning
24 25-26
9-11
Eenheid
20-23
12-14 (Christus)....Bewaren discipelen (God) 15-19
VERHEERLIJKING VAN DE ZOON
1Zoon
5
-1
Vader
4
2 Geschenk Eonisch Leven…Doel 3
6
7-8
ERKENNING
Naam
Zoon gezonden
26
25
DISCIPELEN BEWAREN
12-13
Woorden Doel Werken
18-19
14- Gegeven Woord Waarheid 17
-14
Niet van de wereld..... 15-16
F9
F9
Vader
gebed/dank
Zoon
12 discipelen
Wat zeggen Lucas 6:12,13 en Johannes 17:6-9?
* 12 discipelen waren van Vader
* gebed is van God
* de Heer ging in gebed om ze te kiezen
* Hij koos ze uit
* de Vader geeft ze aan de Zoon
F9
gouden reukofferaltaar = type van Christus - Exodus 30:1-10
altaar = dienst(werk/betoon) (-tempel van God- 1 Corinthiers 3)
opstijgend reukwerk = gebed / aanbidding - Exodus 30:34-38
F9
Mirre
= bitterheid  lijden
(smaak)
Zwart(e) slakschelp = zwart   licht
(ogen) Melkwit – gom/hars = stank  dienst/gedrag (neus) Wit – wierook
= goed aroma  (smaak/reuk) - acceptatie G/M
Zout toegevoegd – bederfwerend , het lichaam van onze Heer zag
geen bederf.  discipline in de dienst
Ik dank mijn God, bij elke herinnering aan jullie, altijd in iedere bede
van mij voor jullie allen met vreugde deze bede uitsprekend…..
Filippenzen 1:3,4
genade
genade  dank + vreugde
twee keer (smeek)bede, vanuit de genade
-ontbrekend in Tenach: dank-
F9
Ik dank mijn God……
wegens jullie deelhebben aan het evangelie
F9
Filippenzen 1:3-5
Download