Gods wil en ons gebed (Kunnen wij God van gedachten laten veranderen!?) Zoetermeer, 17 februari 2008 Willem J. Ouweneel 1. God maakt zijn wil afhankelijk van de mens • Niet alles wat God ‘wil’, gebeurt ook (Mt23:37; Lc13:34; 1Tm2:3v.; 2Pt3:9) • • b) God wil soms niet, maar de mens wel (zonde, ziekte) a) God wil soms wel, maar de mens niet (behoudenis, genezing) • Vals onderscheid: geopenbaarde <> verborgen wil v God (N.B. Jezus weent! droefheid v God: Gn6:5v.; Js63:11; hoe kan God bedroefd zijn als alleen gebeurt wat Hij wil?) • Kernvraag: Hoe ruimte laten voor de vrijheid en verantwoordelijkheid van de mens, zonder God tekort te doen? Een hyperstandpunt t.a.v. Gods wil is verlammend voor het gebedsleven! • ‘Als God het wil, genees ik toch wel…’ • ‘Als God het niet wil, genees ik toch niet…’ • ‘Als God mij wil genezen, kan Hij dat toch ook wel “zo” doen? (dus waarom zalving, genezingsbediening?)’ • ‘Waarom een bidstond? De dominee heeft er zondag toch al voor gebeden?’ • ‘Je moet niet aandringen in het gebed; dat is God verzoeken’ 2. God kan van gedachten veranderen! (a) God laat Zich ‘verbidden’ (8x OT) • • • • Gn25:21 Rebekka 2Sm24:25 David na 3 dgn pest 2Kr33:13,19 Manasse in ballingschap Ea8:23 Ezra op weg naar Jeruzalem 2. God kan van gedachten veranderen! (b) God heeft ‘berouw’ • Ex32:10-14 na Mozes’ voorbede • 2Sm24:14-16 na Davids verootmoediging • Jn3:5-10 (vgl. 4:2) na Jona’s prediking 2. God kan van gedachten veranderen! (c) God verandert van gedachten na een ‘definieve’ uitspraak • 2Kn20:1-6 (Js38:1-6) genezing van Hizkia • Jn3:4-10 na Jona’s prediking 2. God kan van gedachten veranderen! (d) Opmerkelijke gebedsverhoringen • Re10:15v. ‘toen kon Hij Israëls ellende niet langer aanzien’ • 1Sm1:9-20 Hanna • Lc18:1-8 onrechtvaardige rechter 3. God maakt zijn handelen afhankelijk van onze gebeden (a) God handelt graag op gebed • 1Kn18:42-45 Elia’s gebed • Ez36:37 ‘Ook dit zal Ik Mij door het huis Israëls laten afsmeken om hun te doen: Ik zal hen zo talrijk aan mensen maken als een kudde schapen’ • Dn9:1-19 Daniëls boetedoening en smeekbede • Mc10:51 (vgl. 6:5v.) ‘Wat wilt u dat Ik u doe? De blinde nu zei tot Hem: Rabboeni, dat ik weer kan zien’ 3. God maakt zijn handelen afhankelijk van onze gebeden (b) Gevolgen als je niet bidt • Jk4:2v. ‘U hebt niet, omdat u niet bidt. U bidt en ontvangt niet, omdat u verkeerd bidt.’ • Js59:16 ‘Hij ontzette Zich, omdat niemand tussenbeide trad’ • Ez22:30v. ‘Ik heb onder hen gezocht naar iemand die een muur zou kunnen optrekken en voor mijn aangezicht op de bres zou kunnen staan ten behoeve van het land, zodat Ik het niet zou verwoesten, maar Ik heb hem niet gevonden. Daarom heb Ik mijn gramschap over hen uitgestort; met het vuur van mijn verbolgenheid heb Ik hen verteerd; hun wandel heb Ik op hun hoofd doen neerkomen.’ 3. God maakt zijn handelen afhankelijk van onze gebeden (c) Het gelovig gebed BEWERKT wat! • Jk5:15 het gelovig gebed vd oudsten geneest • Jk5:16 ‘Een krachtig gebed van een rechtvaardige vermag veel’ 3. God maakt zijn handelen afhankelijk van onze gebeden Vgl. wat geloof uitwerkt: • Mt8:10 (gebed hoofdman met zieke slaaf) ‘bij niemand heb Ik zo'n groot geloof in Israël gevonden’ • Mt9:22 (stille smeekbede vd bloedvloeiende vrouw) ‘uw geloof heeft u behouden’ • Mt9:29 (wens vd 2 blinden) ‘Laat het u gebeuren volgens uw geloof’ • Mt15:28 (gebed vd Kananese vrouw) ‘O vrouw, groot is uw geloof; moge u gebeuren zoals u wilt’ Tegendeel: • Mt13:58; Mc6:5v.: God ‘kan’ niets doen als er geen geloof is Dus: plicht tot gebed, omdat het Gods wegen kan veranderen! • Mc9:22v. niet Jezus’ kunnen, maarr het geloof vd vader beslissend • Mc5:36 wees niet bang, geloof alleen! • Zij die bidden: ‘Here, genees mij als het uw wil is’, zijn vaak dezelfden als die bidden: ‘Here, red mij als het uw wil is.’ • Watchman Nee: ‘Vaak wil God zijn kinderen beter maken, maar Hij moet hun ziekte wel laten bestaan vanwege hun ongeloof en gebrek aan gebed. Als Gods heiligen instemmen met ziekte – neen, haar zelfs verwelkomen – alsof het hen van de wereld zou verlossen en hen heiliger zou maken, dan kan de Heer niets anders doen dan hun datgene te geven waarom zij vragen. God handelt vaak met zijn kinderen naar hetgeen zij in staat zijn te ontvangen.’ Dus: plicht om te bidden, omdat het Gods wegen kan veranderen! Het Hervormde rapport over de pinkstergroepen (1959) over de valse berusting in ziekte: ‘Er kan sprake zijn van een ongehoorzaam verzet tegen wat als Gods wil duidelijk begint te worden, maar er kan ook sprake zijn van een zeer gezond verzet tegen wat men niet als van God komend kan aanvaarden, omdat men in Jezus Christus God leerde kennen als zelf de grote Strijder te zijn tegen ziekte en dood. En evenzeer, wanneer men aan het ziekbed soms een merkwaardig “geduld” ontmoet, dat als twee droppelen waters lijkt op geloofsovergave, zal men alweer ernstig moeten peilen naar de diepste motieven van dat geduld; het zou ook wel eens camouflage kunnen zijn van een ongezonde apathie, of angst, of vlucht in het ziek-zijn, in wezen een vorm van ongeloof, van miskenning van de bedoelingen en mogelijkheden Gods.’ 4. Conclusie: bidt zonder ophouden • Lc18:1 ‘altijd bidden en niet moedeloos worden’ • Rm12:12 ‘volhardt in het gebed’ • Ef6:18 ‘... te allen tijde bidt in de Geest met alle gebed en smeking, en daartoe waakt met alle volharding en smeking’ • Ko4:2 ‘Volhardt in het gebed, terwijl u daarin waakzaam bent met dankzegging’ • 1Ts5:17 ‘Bidt onophoudelijk’